Afstemming

image_pdf

uit de cursus ‘Occult practicum’ (hoofdstuk 3) – november 1966

Afstemming.

Een zeer belangrijk punt bij het gebruiken van de in u aanwezige paranormale capaciteiten en begaafdheden is het je afstemmen op personen of op sferen. Deze afstemming kan met in achtneming van hetgeen reeds daaromtrent aan regels is gegeven geschieden voor de geest alléén t.a.v. de sfeer; voor de materie allereerst op plaats of milieu en daarna pas op personen. Dit geldt niet, indien er reeds bepaalde contacten zijn gelegd.

Een contant dat meermalen is gelegd wordt daardoor versterkt, zoals dat heet. Wanneer u een enkele maal een vaag telepathisch contact hebt gehad met een persoon én u blijft dat volhouden, dan zal dit contact steeds sterker en ook steeds duidelijker worden.

Wanneer u contact hebt met een bepaalde sfeer, dan is het duidelijk dat u in het begin in die sfeer alleen maar een gemiddelde afstemming kunt vinden krachtens uw mentaliteit en het doel waarnaar u streeft. Heeft u eenmaal met bepaalde personen of met één persoon contact, dan blijkt dat juist deze persoon het sterkst gevoelig is voor uw uitgezonden impulsen en dat hij het snelst en ook het meest zal antwoorden op hetgeen u uitzendt.

Hier hebben wij een verschijnsels waaraan we toch werkelijk enige aandacht moeten schenken.

Alle geestelijke contacten worden sterker naarmate ze meermalen worden herhaald. We bouwen tussen personen, tussen plaatsen, tussen onszelf en een sfeer a.h.w. een brug. De eerste brug is zo dun als de draad die een spin maakt. En zomin als een spin in het najaar precies kan bepalen waar ze aan haar herfstdraad heen zweeft, zomin kan degene, die voor de eerste maal contact zoekt met een bepaald milieu of wereld, weten waar hij het eerste contact zal maken. Wanneer het contact is gemaakt, kan men ‑ mits natuurlijk het bereikte bevredigend is ‑ voortgaan met de draad voortdurend te versterken. Haar draagkracht wordt a.h.w. groter. En waar eerst een enkele gedachte voorzichtig langs kon gaan, ontstaat er op den duur een verbinding, die in staat is hele zinnen en volledige beelden over te brengen. In de meest ideale toestand is het zelfs mogelijk het geheel van de eigen waarnemingen en bewustzijn zonder meer aan een ander over te dragen. Dan kan de ene persoon zien en de ander op afstand waarnemen wat er wordt gezien.

Omgekeerd is het projecteren natuurlijk ook mogelijk, als er iemand aan het waarnemen is. Je kunt in zo’n geval je eigen waarneming a.h.w. daarbovenop leggen. Dit kan echter zeer gevaarlijk zijn en dient daarom alleen met toestemming van de ander te geschieden.

U zult zich afvragen hoe deze dingen, die ik u hier zo eenvoudig beschrijf, voor u bereikbaar zijn. Hiervoor hebben we weer een aantal regels en oefeningen. Sommige ervan kent u reeds. Ik wil ze echter toch herhalen.

  1. Leer observeren. Leer zien. Hoe meer details u van een be­paalde plaats kent en u die weer te binnen kunt brengen, des te groter is uw rapport met een dergelijke plaats. Als u uw gedachten naar zo’n plaats uitstuurt, zult u zich daar dan ook gemakkelijker bewust worden van al wat daar aanwezig is.
  2. Ook als u in een bepaalde buurt of omgeving verschillende be­stemmingen of doeleinden kent, maak gebruik van enkele vaste plaat­sen, die u goed gememoriseerd hebt. U zult zeggen: dat is misschien een beetje ingewikkeld. Toch niet. Als u een bepaalde straat kent (al is het maar een klein stukje ervan, maar dan ook zo dat u weet wat voor stenen er liggen, wat voor een lantaarn er staat, welke gevels er zijn), dan kunt u ‑ u daar bevindende ‑ de herinnering verder opbouwen. U kunt ín die straat a.h.w. wandelen. U kunt huizen binnengaan en u kunt waarnemen.
  3. Het gevoel van waarnemen is vooral in het begin zeer moeilijk te onderscheiden van droom of fantasie. Probeer geen onderscheid daartussen te maken. Dit kunt u later doen, wanneer u eenmaal klaar bent met uw pogingen. Ga altijd uit van de stelregel dat alles betekenis heeft, zinvol is en ergens waar moet zijn. (Als noot moet ik hieraan toevoegen, dat dit menselijk gespro­ken natuurlijk niet zo is. Maar alleen door te stellen dat iets waar­heid is, kunnen we ons daarin volledig verzinken; kunnen wij het als werkelijkheid ervaren en beleven. En alleen zo kunnen wij op den duur deelnemen aan processen, die ook tot onze werkelijkheid behoren, maar die in tijd of plaats van ons persoonlijk bestaan verwijderd zijn.)
  4. Wen u aan om bij dergelijke pogingen ‑ hetzij tot waarneming of tot telepathisch contact ‑ een vaste houding aan te nemen. Die hou­ding is niet bepalend, besef dit wel. Maar door steeds bij dezelfde poging ook dezelfde houding aan te nemen versterkt men de eigen concentratie en gerichtheid. Gewoontevorming is ook bij telepathie of bij waarneming in tijd of ruimte van het grootste belang.
  5. Realiseer u dat u alles, wat u werkelijk wilt op paranormaal terrein, kunt bereiken. Besef echter ook, dat grote prestaties een langere voorbereiding vergen. Kleine proeven zijn dus altijd de meest juiste om mee te beginnen.

Hier wil ik een ogenblik ingaan op de methoden die wij eigenlijk ge­bruiken, indien wij tot afstemming willen komen. Natuurlijk, een afstemming is een complex gebeuren. Het impliceert een bepaalde regulatie van het lichaam. Het impliceert ook een bepaalde concentratie van de gedachte.

Het houdt verder in, dat de geest op een bepaalde wijze moet worden be­invloed en gericht, meestal via emotie. Maar al die dingen kunnen wij in het begin niet gelijktijdig doen. Iemand, die wil leren schrijven, begint streepjes en haaltjes te ma­ken. En als hij de grondbestanddelen van het schrift eenmaal beheerst, kan hij voor het eerst letters schrijven. Zelfs dan schrijft hij nog geen woorden. Hij herhaalt steeds dezelfde lettervorm, totdat hij deze volle­dig en perfect beheerst. Eerst dan gaat hij voorzichtig de verschillende letters samenvoegen.

Als u wilt leren hoe uw wezen op de juiste manier in te stellen of als u het afstemmen op een bepaalde sfeer of op een bepaalde bereiking wilt leren kennen, dan moet u bij uw oefeningen ook fase na fase te werk gaan. Niet opeens proberen uit te treden naar een sfeer, maar eerst proberen de houding te vinden en de concentratie. Varieer deze net zo lang, totdat u het gevoel hebt dat er niets meer te doen overblijft. Ga dan niet verder, maar noteer het voor uzelf. Leg vast wat u hebt gedaan, wat voor u de juiste houding, de juiste situatie is. Onderbreek dan uw poging en hervat haar na enige tijd, totdat u weet: die houding is voor mij, onder alle omstandigheden, iets wat mij schijnt los te maken van mijn omgeving. Indien u dat beheerst, begint u aan de afstemmingsoefening.

De afstemmingsoefening is meestal contemplatief. Ik heb reeds in de eerste hoofdstukken van deze cursus erop gewezen dat wij een voorstelling nodig hebben. Deze voorstelling behoeft in het menselijk verstand niet in samenhang te zijn met de sfeer of met hetgeen wij willen bereiken, maar ze moet voor ons wel het symbool ervan kunnen zijn.

Misschien wilt u naar een hoge sfeer toe. U stelt zich dan een bloem voor of misschien een bepaalde actie. Dat is helemaal uw eigen zaak. Ook hier weer: oefen u daarin. Zodra u het gevoel krijgt dat u contact maakt, breek af: schets het beeld dat u het laatst gebruikte voor uzelf zo goed mogelijk. Na enige tijd herhaalt u weer de eerste oefening en vervolgens de tweede. U verbindt ze echter niet met elkaar. U laat dus niet de eerste fase in de tweede overvloeien. Daartussen hoeft u een onderbreking. Blijkt dat ook hier het gevoel van contact blijft bestaan, dan begint u aan de derde fase; en dat is voor de afstemming het noodzakelijke doel: wat wil ik?

Nu is het omschrijven van de wil een zeer variabele factor, dat zult u begrijpen. Het is daarom goed te beginnen met één enkel doel voor ogen te hebben en dat eerst eens helemaal te verwezenlijken, voordat u verdere experimenten begint.

Leer uw doel zo concreet, maar ook zo eenvoudig mogelijk te omschrijven. Trek u daarbij niets aan van de redelijkheid. Zorg alleen dat u precies weet wat u  wilt. Kies als het even mogelijk is een doel, waar u werkelijk met uw hele wezen naar verlangt, zodat de pushing power (de spanning in uw wezen) meehelpt om die verwezenlijking a.h.w. uit te drukken. Oefen u ook hierin. Denk niet dat u voor elk nieuw onderwerp dan weer zult moeten oefenen. Als u hebt geleerd één doel te bereiken, zult u ontdekken dat een tweede doel met veel minder moeite bereikbaar wordt. Op den duur is het voldoende het doel eens te formuleren en het eenvoudig in te voegen in de gang van zaken.

Ik ben mij ervan bewust, dat dit voor velen van u toch nog wel moeilijk is. U zoudraag en snel resultaten willen zien. Ik wil u er echter aan herinneren, dat snel bereikte resultaten niet erg houdbaar zijn. Juist op dit terrein zijn vergissingen zeer gauw mogelijk. Juist als u werkt met de occulte krachten die in uw wezen schuilen en die er rond u bestaan, is de kleinste afwijking voor u vaak fataal. Dan gebeuren de dingen heel anders dan u wel dacht en bereikt u misschien het tegengestelde van wat u nastreeft. Daarom is het beter geduldig te zijn en te oefenen.

Nu zult u begrijpen dat de afstemming ‑ als we eenmaal goed beginnen ‑ een werkelijke taak is; het is een arbeid. Men denkt vaak dat het occulte alleen een zuiver geestelijke taak is. Dit is niet waar. Alle praktisch occultisme is vergelijkbaar met zuiver stoffelijke arbeid; het kost u inspanning. Het kan u iets brengen, natuurlijk. Maar u zult eerst daarvoor moeten werken en hard werken.

Heeft u eenmaal besloten dat iets de moeite waard is (dat is een heel belangrijk punt; er zijn heel veel dingen, die u gemakkelijker op een andere manier kunt verwerkelijken), dan wordt het tijd – nu we elke fase beheersen – om ze achtereenvolgens uit te voeren. Er ontstaat dan het gevoel van verbondenheid.

Onthoud dat als er eenmaal een afstemming is bereikt, het niet uw taak is om het bereikte punt te definiëren. Indien u dit doet, verstoort u in 9 van de 10 gevallen het werkelijk bereikte contact en zult u de waarde ervan in ieder geval verminderen. Heeft u dus het gevoel van verbondenheid bereikt, wacht dan af tot zich voor u een voorstelling vormt.

Wederom geldt hier: logica, redelijkheid, menselijke aanvaardbaarheid spelen daarbij geen rol. Een dergelijk beeld is nooit een indicatie voor iets wat men moet doen of laten. Het is slechts het kenteken van de kracht, waarmee u verbonden bent.

Bij dit laatste wil ik nog opmerken, dat uw beeld natuurlijk niet de zuivere weergave is van hetgeen u wordt toegezonden en zeker indien u contact heeft met de sferen. Maar wat wel het geval is: u heeft een indruk ontvangen en die voor uzelf zo juist mogelijk vertaald en wel vanuit emotioneel en onderbewust vlak. Deze vertaling impliceert, dat – zodra ze door u wordt herbeleefd (dus wordt opgebouwd) ‑ voor u dezelfde indrukken ervan zullen uitgaan, die u eens hebt ontvangen. Het contact is aanwezig, ook al zijn er grote verschillen in uitdrukking en taal.

Het is misschien goed hier in te gaan op enkele verschijnselen die zich kunnen voordoen, wanneer wij een plaats op aarde en niet een sfeer buiten de stof willen bezoeken. Die plaatsen nemen wij ook niet volledig reëel waar. Wij reageren emotioneel. Normalerwijze wordt de emotie van het waargenomene overschaduwd door de menselijke werkelijkheid: het redelijk aspect.

Bij een waarneming op afstand (wij spreken nog niet over uittreding) is het de emotie die het beeld verklaart. Het is dus zeer wel mogelijk, dat u een straat ziet in bv. blauw licht, terwijl het daglicht zou moeten zijn. Of dat u een gouden glans ziet op een plek die u bezoekt, terwijl u weet dat het eigenlijk maar een somber oord is. Laat u hierdoor niet beïnvloeden. Dit betekent niet dat u alleen maar fantaseert en dat de waarneming in zich onjuist is. Het betekent alleen, dat uw werkelijke reactie op de plaats nu wordt vertaald in meer visuele of soms ook auditieve termen. Het is dus niet belangrijk dat we gaan kijken: wat strookt er wel en niet met de werkelijkheid die ik ken. Het is belangrijk dat wij in een dergelijk geval waarnemen: wat is er dat ik niet ken. Zoek niet de verschillen met het gekende, maar probeer de variabele factoren te zien. Dit is de methode waarmee men, van wat eerst een droomspelletje is, langzaam maar zeker een volledig concrete constatering van de variabele factoren doet. De beschrijving van het milieu kunt u altijd wel te pakken krijgen, die is altijd wel te vinden. Maar wat niet te vinden is, is juist wat daarin verandert, wat zich daarin afspeelt.

Als u naar een toneelstuk kijkt, dan kunnen de coulissen veel doen. Maar wie eerst naar de coulissen kijkt en nagaat, of die wel realistisch genoeg zijn om daarna pas op de spelers te letten, zal de inhoud van het stuk meestal niet begrijpen of waarderen. Op deze wijze is het voor ons dus ook belangrijk dat wij ons richten op de spelers (de variabele factoren).

Nu lijkt het misschien of ik u wil ontmoedigen bij uw streven naar praktisch occultisme. Maar u hebt een voldoende voorbereiding gehad. U weet dat praktisch occultisme moeilijk is. Erken dan ook, dat een van de moeilijkste punten in het hele occultisme de vraag is van de instelling: Hoe stel ik mij in? Hoe leer ik mij projecteren? Wie dit eenmaal beheerst, zal ontdekken dat al het andere in het occultisme ‑ tot de magie en de magische evocatie aan toe ‑ betrekkelijk eenvoudig is.

Als je eenmaal goed hebt leren lezen en schrijven, kun je zelf heel moeilijke filosofische boeken gemakkelijk lezen, als je voldoende begrip hebt. Kun je gebrekkig lezen, dan moge je verstand nog zo groot zijn, je zult maar heel moeizaam of geheel niet in staat zijn het neergeschreven betoog van de filosoof te volgen. Zo staat het ervoor. Daarom is dit hoofdstuk zeker een zeer belangrijk hoofdstuk. Ik beveel het dan ook in uw zeer bijzondere aandacht aan.

image_pdf