Astrologie

image_pdf

2 april 1967

Allereerst zou ik u willen zeggen dat we niet alwetend of onfeilbaar zijn; het is wel zeer wenselijk dat u zelf nadenkt en over al het gebrachte een eigen mening vormt.
U zult wel begrijpen dat het mij niet mogelijk is in een kort bestek van veertig tot vijftig minuten een systeem te ontwerpen voor astrologie of iets dergelijks. Ik heb mij dan ook niet voorgenomen om zoiets te doen. Ik zou u willen confronteren met de achtergrond, de realiteit en ook het bijgeloof dat nu eenmaal met de astrologie verweven is. Ik vraag daarom uw aandacht voor het eigenlijke onderwerp dat ik voor u in zal leiden.

Astrologie is in een ver verleden ontstaan. De mens die zich bezig houdende met de spiegelvijvers, met de verering van de maangodin, keek naar de sterren. Daar juist in deze tijd het eerste schrift, het eerste letter- en lettergrepenschrift ontworpen was, herkende hij dingen aan de hemel. U spreekt in deze dagen van de Grote, van de Kleine Beer, de Wagen etc.; in die dagen zag men letters aan de hemel. Het is duidelijk dat degenen die niet bekend zijn met de structuur van het heelal zoeken naar de betekenis van die letters. En zij komen tot de overtuiging dat je aan de hemelen de wil van de goden kunt lezen. Zo ontstaat het eerste orakel en daarmee wordt ook de eerste grondslag gelegd voor de astrologie. Men weet nog niets af van het wezen van de planeten. Het zal nog ruim duizend jaren duren, voordat de meer ingewijden het karakter van deze om de zon zwervende werelden en hun eigenaardige dans gaan begrijpen.

Maar men registreert wat de hemelen schrijven. Zowel in de richting van Ur, Mesopotamië, evenals ook later in de Chaldese omgevingen, registreren de mensen wat de hemel zegt. Zij vinden een betekenis voor het dwalen van de sterren. Zij zien een verhouding ontstaan tussen het optreden van zon en maan, de stand van een Avondster. en de verschillende verhoudingen die aan de hemel kenbaar worden van deze vreemde bewegende stippen tussen de vaste woorden die hun goden hebben geschreven.

Het is duidelijk dat we hier niet mogen spreken van wetenschap. Er is immers geen sprake van onderzoek en van verklaring. Er is eenvoudig sprake van ervaring en van het neerschrijven van die ervaringen.

Wanneer een lange tijd later, na Jezus’ geboorte, de Arabische wereld zich opwerkt en een grote ontwikkeling (wanneer daarin ook de kabbala – wij kunnen wel zeggen de goudmakerij, zoals men tegenwoordig het alchemisme denkt te moeten noemen – een rol speelt) ontstaat, dan gaat men ook werken met deze zeer oude gegevens. En het is in deze tijd dat de eerste tabellen ontstaan, waarop geregistreerd wordt met welke ritmen de planeten zich bewegen. Wij zouden misschien iets verder terug kunnen grijpen in de tijd en wijzen op de registratie in Alexandrië. Maar hiervan is weinig bewaard gebleven en bovendien is daar de invloed van de pythagorese mathematica, waarbij vooral de klimmende scala van betekenis en toon wordt getransponeerd met de sterrenhemel, zodanig verwarrend voor de moderne astroloog dat ik daarvan wil afzien.

Hier begint eigenlijk het zoeken naar de waarheid in de sterren. Men begint daarbij – vreemd genoeg – niet zoals u misschien denkt met een concreet verband te leggen tussen deze sterren en het gebeuren op aarde, maar men ziet hen als de aanduiding nog steeds van grotere en onbekende krachten. In latere eeuwen zien wij dat bv. het komen van een komeet, een meteorietenregen, een groot opzien baren en allerhande eigenaardige bijgelovige geruchten doet ontstaan. Dit is alleen begrijpelijk wanneer u zich te binnen brengt, dat het bij deze sterren niet gaat om het vaste evenwicht, dat het niet gaat om vaste waarden, maar dat die tekenen de weergaven zijn van iets dat op een veel grotere, onzichtbare schaal daarachter gebeurt. Het zijn de tekenen Gods. Het is niet meer het woord Gods. Daarmee komen we aan de eigenlijke ontwikkeling van de astrologie.

Zij krijgt, en zeker ook sedert Kepler, steeds meer de toegang tot de gegevens van de astronomie. D.w.z. dat de voorstelling van de hemelwerelden een andere wordt, dat de betekenis van de planeten een andere wordt. Maar de ervaring van beïnvloedingen, van werkingen, van zelfs voorspellingen blijft bestaan. Wij moeten ook zelfs nu nog de astrologie bezien als primair: een auguri, een prognostiek. De meeste vorsten hebben hun astrologen, zoals u weet, en naarmate men (dat is een typisch verschijnsel) te maken krijgt met grotere tirannen of dictatoren, is de aandacht die zij aan hun auguren besteden ook groter.

Het is van Alexander de Grote bekend dat hij zeer vele Romeinse en Griekse voorspellingsmethoden hanteerde. We weten dat Napoleon bv. zich wel degelijk door zijn sterren liet leiden en dat zelfs een man als Hitler eigen hofastrologen erop nahield die hem moesten zeggen wat de juiste tijd was voor zijn acties.

Wanneer we dit over zoveel eeuwen bezien, kunnen we de schouders natuurlijk ophalen voor degenen die nu nog aan deze willekeurige en niet te bewijzen interpretaties zoveel betekenis hechten. Maar aan de andere kant moeten wij ons ook eens afvragen of het wel redelijk is om de mogelijkheid van die beïnvloeding en ook de berekening daarvan te verwerpen. Uiteindelijk kan geen mens bewijzen dat God bestaat. Maar door alle eeuwen heen heeft de mens aan een God geloofd. Die God is wetenschappelijk onaantastbaar geworden, behalve in enkele landen en daar weet men toch ook nog geen raad mee.

Men vervangt God misschien door natuur, wetend scheppen, door toeval scheppen, maar ergens blijft men zitten met een eerste oorzaak. Die eerste oorzaak is niet te verklaren. Zo gaat het met de astrologie. Ze heeft door de eeuwen heen bewezen – en ik zeg dat uitdrukkelijk – ze heeft bewezen dat zij bepaalde tendensen tevoren kenbaar kan maken. Of wij nu verder geneigd zijn om dit te verwerpen of niet, het feit blijft bestaan. Ook wanneer er geen wetenschappelijke verklaring is en wij in de termen van de moderne tijd niet mogen spreken over de astrologie als een wetenschap. Dit voor zover het de achtergronden betreft.

Nu de vraag: of er misschien een reden te geven is voor de beïnvloedingen die optreden? Of er misschien naast een zuiver materiële verklaring ook geestelijke elementen een rol kunnen spelen? Dan stel ik in de eerste plaats: de verplaatsing van de planeten rond de zon en hun onderlinge positie wisselt met regelmaat. Er is dus sprake van een regelmatige wijziging in het totale stralingsveld van de zon en de zwaartekrachtverhoudingen die zich rond die zon afspelen. Hierdoor wordt de zon zelf ten dele beïnvloed en zullen de uitwisseling- en stralingsprocessen in die zon met een grote of minder grote ferociteit op kunnen treden. Een stelling waarover u, wanneer u het er niet mee eens bent, na de pauze natuurlijk uw bezwaren kunt opperen.

Wanneer er een verandering plaatsvindt van die straling van de zon, dan zal dit een verandering betekenen, o.m. in ionisatie van de aardatmosfeer, de doordringing tot aan het aardoppervlak van bepaalde stralingen. Verandering van potentialen – aard- en luchtpotentialen vooral – en wat dies meer zij. We zullen dan nog maar niet spreken over de magnetische afwijkingen die kunnen ontstaan, de varianten in het aardmagnetisch veld, die mede door de zon worden veroorzaakt.

De geboorte van een mens is een wonder. Maar wij weten dat bij die geboorte een zeer groot gedeelte van hetgeen hij lichamelijk zal zijn en worden, wordt bepaald door enkele tamelijk complexe moleculenreeksen. We weten dat moleculen in feite bestaan uit wat we microzonnestelsels zouden kunnen noemen die een eigen veld hebben, eigen magnetische waarden en ongetwijfeld ook eigen, zij het van menselijk standpunt uit, onmeetbaar geringe elektrische potentialen.

Is het niet aan te nemen dat een wijziging in het milieu ook een wijziging betekent in molecuul? Wanneer dit een gewoon molecuul betreft, is het niet ernstig. Maar wanneer die beïnvloeding plaatsvindt gedurende de periode dat dit molecuul in de celdelingen een grote rol gaat spelen, dan is er sprake van een eigenschapsvariatie. De eigenschappen worden wel nog bepaald door de oorspronkelijke genetische reeks, maar de nadruk verschuift. Op grond daarvan moet worden aangenomen dat zover het karakter, de innerlijke waarden van een mens, stoffelijk en al datgene dat aan de lichaamseigenschappen en zwakten verbonden is, hierbij betrokken is, men wel degelijk van een beïnvloedingsmogelijkheid moet spreken, om niet te zeggen van een zekere beïnvloeding.

Hier stuit men onmiddellijk op het feit dat de horoscoop meestal wordt getrokken op het uur van de geboorte. Is dit wel reëel? In feite niet. In feite zou de horoscoop juist het verloop van de sterren moeten omvatten in de periode tussen conceptie en dertig dagen daarna. Dan is de sterkst vormende werking aanwezig. Maar de mens heeft immers altijd vanaf die geboorte gerekend. Dat wil zeggen dat de optredende fout in de berekening voor een groot deel gecompenseerd zal worden door de – nu toch wel – zeer vele eeuwen durende ervaring. Zijn interpretatie zal juist zijn, ook wanneer zijn gegevens in feite enigszins onjuist zijn. Maar daarmee zijn we nog niet aan het eigenlijke punt dat hier van belang is.

Wanneer wij spreken over de planeten in meer occulte en magische zin, dan zien wij deze planeten als bezielde wezens. Wij kennen de heersers. Wij kennen de eerste genius. Wij kennen van die planeten de hogere dienaren, de lagere dienaren. Wij kennen een vorst van de ziel van een planeet, maar ook van de geesten van een planeet. Met andere woorden, ofschoon dit een geloofskwestie is, heeft men in de magie een ervaringswetenschap die in feite nog ouder is dan de astrologie en ofschoon berustend op vele psychologische waarden, toch wel degelijk concrete resultaten kan opleveren en men heeft daar leven in geprojecteerd. Wij kunnen zelfs zeggen dat vele van die namen veel ouder zijn dan de erkenning dat planeten hemellichamen zijn.

Is het nu zo vreemd om aan te nemen dat een planeet ook nog kan worden gezien als een uitstraling of een soort denkend vermogen? Iets dat uit de aard der zaak anders en ook veel trager denkt dan een mens. Wat voor u een wereldramp is, is voor een wereld misschien hetzelfde als het schudden van de huid van een olifant of het krabben van de hond of de kat. De maatstaven van waardering zullen we waarschijnlijk niet te pakken krijgen, maar wij kunnen wel aannemen dat er entiteiten zijn. En wanneer we ons die entiteiten voorstellen als ook converserend, bepalend wat voor een sfeer, wat voor een stemming er in dat zonnestelsel heerst, dan moeten we aannemen dat ook ten aanzien van de incarnerende geest wel degelijk enige invloed kan worden uitgeoefend. En daar de bevestiging van een incarnatie meestal plaatsvindt van ongeveer een maand tot ongeveer zeven dagen voor de reële geboorte, moeten wij aannemen dat de invloeden in die tijd geestelijk bepalend zijn.

Nu wordt daar in een horoscoop nooit rekening mee gehouden. Maar we vinden wel een eigenaardig verschijnsel. Dat is nl. dit: wij houden niet alleen rekening met de stand van de zon, met het teken waarin de zon staat, maar wij houden ook rekening met de ascendant. Het is of wij proberen in een horoscoop naast de zuiver materiële grondeigenschappen ook nog een secundaire, een geestelijke invloed vast te leggen. Dan blijkt dat bij een nauwkeurig berekenen een grondschema ontstaat, dat weliswaar niet honderd procent zuiver is en juist, maar dat meer dan voldoende is als basis voor een geïnspireerd interpreteren.

U kunt duizend horoscopen maken en die aan de hand van de beste boeken over horoscopie uitleggen, u zult altijd met tegenstrijdigheden en vaagheden te maken krijgen. Maar u kunt aan de hand van de mogelijke uitlegging, u als het ware geestelijk verzinken in het beeld van de horoscoop en dan komt u naar voren met iets dat geen tegenstrijdigheden bevat. Iets dat in zichzelf logisch, betrekkelijk zelfs compact is en grotendeels juist. Hier heb ik een reden om een geboortehoroscoop te trekken.

Nu kunnen we natuurlijk met horoscopen hetzelfde doen als moderne mensen met computers willen doen. Dat is een lange tijd gebeurd, bv. in China. Men stelt daar dat de horoscopen van twee mensen die met elkaar willen huwen, met elkaar een zekere harmonie moeten vertonen en in de tweede plaats dat een gunstige dag, waarin beide horoscopen samenvallen, aanwezig moet zijn om het huwelijk met vrucht te doen sluiten. Daarbij laat je wel buiten beschouwing natuurlijk de kwestie van emotie, liefde, van menselijkheid, zoals de computer dat ongetwijfeld ook doet en daarmee ook de mogelijkheid laat dat er huwelijken tussen ideaal bij elkaar passende mensen (volgens die computer) toch mislukken. Wij hebben geen absolute zekerheid. Maar de horoscoop verraadt ons in ieder geval wat de grondwaarden zijn van de mens die we ontmoeten. Het zegt niets over zijn scholing, over zijn vorming. Iemand die denkt dat hij iemand kan begrijpen wanneer hij hem zo ziet en hij kent de geboortehoroscoop en de juiste interpretatie, maakt een grote vergissing: dat is bijgeloof! U hebt dan alleen maar een schema aan de hand op grond waarvan u de reacties kunt verklaren. Pas wanneer u geleerd heeft hoe het milieu, hoe de omgeving die mens verder beïnvloed heeft, wordt die mens werkelijk geheel berekenbaar en kenbaar.

Ik hoop niet dat men daar bezwaar tegen maakt. Ik geloof ook dat de geboortehoroscoop moet worden gezien als een zeer belangrijke, om niet te zeggen, voor velen beslissende mogelijkheid om te komen tot inzicht in de karakteristiek, de persoonlijkheid van mensen die voor u van belang zijn.

Nu zegt men echter ook dat de horoscopie in staat is om het lot vooruit te zetten. Daarmee grijpen we terug naar de oudheid. In de oudheid – in de verste oudheid – kwam elke nacht de priester op een of andere tempeltoren (bv. het silhouet van Babylon) waarnemen, interpreteerde wat de goden hadden gezegd vannacht en vertelde vervolgens aan de vorst wat hij de volgende dag moest verwachten, tot desnoods het feit dat zijn eitje bij het ontbijt niet goed gekookt zou zijn. Dit ongetwijfeld als verklaring voor de vele astrologen die met hun leven voor hun voorspellingen hebben geboet. Ze kwamen nl. niet uit, omdat ze te precies wilden voorspellen. En dit heeft weer gevoerd tot een latere neiging om dubbelzinnig en vaag te voorspellen, zodat je altijd in ieder geval zeker was van je hoofd, zo al niet van passende beloning.

Maar wat is nu het feit van zo’n daghoroscoop of zo’n jaarhoroscoop, zo’n prognose? Wel wanneer u de straat opgaat op een dag dat er buitengewoon druk verkeer is, is de kans dat u een ongeluk krijgt veel groter dan anders. Wanneer u daarbij bovendien nog onuitgeslapen, wat onoplettend en wat geërgerd bent, wordt die kans nog veel groter. In een dag- en zelfs in een jaarhoroscoop, doen we niets anders dan proberen vast te stellen hoe de algemene reactie van de wereld is. Daarvan moeten we uitgaan.

Wanneer we weten dat die hele wereld op een bepaalde tijd prikkelbaar is of tegenslagen heeft, dan kunnen we op grond daarvan ook zeggen dat een mens die zich in die tijd beheerst en die geduld heeft en die zich niet te snel laat opjagen door kleine tegenslagen, de meeste kans heeft op slagen. Hij is degene die de situatie op dat ogenblik in de hand heeft. Hij zal natuurlijk net zo goed gehinderd worden als de anderen, maar hij weet waar hij tegenover staat. Hij kan meer bereiken.

Wanneer ik een jaarhoroscoop maak, dan moet ik dat doen in vergelijk met de geboortehoroscoop. Er is natuurlijk een algemeen beeld te geven. Wij kunnen bv. zeggen dat voor Leo, alles wat de leeuw betreft, de laatste tijd wat onrust en wat behoefte aan verandering en verbetering enerzijds aanwezig is geweest en van de andere kant de nodige trammelant (het woord is niet van mij, maar van het medium) met partners op allerhande terrein. Dat is algemeen. Maar u bent nu wel een leeuw, maar wat voor een leeuw bent u? Want leeuw is alleen maar heel algemeen. Wanneer we nu weten wat uw geboortehoroscoop is, dan weten we wie u ongeveer bent. Dan is het mogelijk aan de hand daarvan te bepalen wat er eigenlijk waarschijnlijk is voor u. Uiteindelijk iemand die één been heeft, kun je nooit voorspellen dat hij een wedstrijd hardlopen zal winnen; ook wanneer er in de algemene horoscoop staat dat u in hardloperij grote kansen heeft. Dan moeten we wat anders zoeken wat daarmee verband kan houden.

Verder staan we voor de grote moeilijkheid dat in die oude tijd alles erg materialistisch werd geïnterpreteerd. Uiteindelijk had de koning er geen interesse aan te horen hoe het stond met zijn geest; hij wilde graag weten hoe het stond met zijn vijanden, om te zorgen dat die vijanden binnenkort vijand af zouden zijn, onverschillig hoe.

Wij hebben dat in die hele interpretatiewereld zien groeien. Nu bestaan er op het moment zeer vele en zeer goede leerboeken over astrologie, waarin u allerhande aanwijzingen krijgt, maar ook deze zijn terug te voeren op overlevering, op vroegere ervaring. De basis – hoe vergeestelijkt zij ook moge blijken in deze dagen – is in feite materialistisch. Daar moeten we zeggen: degene die meent dat de horoscoop op enigerlei wijze concreet voorspellend kan zijn, laat geheel buiten beschouwing dat eigen geesteshouding en benadering van de in de horoscoop aangeduide invloeden en omstandigheden, bepalend zullen zijn voor de beleving en voor het resultaat.

Als u het feestje niet verwacht en er staat dat het ongezellig wordt, zal het voor u meevallen. Maar wanneer een ander meent dat het een daverende fuif zal worden (er zijn hier niet zo erg veel fuifnummers bij, maar het kan voorkomen nietwaar?), dan bent u, wanneer het ook maar iets beneden uw verwachting blijft, teleurgesteld. Uw eigen reactie op het feest zal onaangenaam worden en u gaat naar huis met spijt en desnoods nog met een aankomende kater.

Dat klinkt allemaal erg eenvoudig en u vraagt zich af of het wel de moeite waard is om hier naar te luisteren; ik kan het me voorstellen, maar wij moeten dit punt stellen. Stoffelijk is er ten aanzien van de geboortehoroscoop wel degelijk sprake van een beïnvloeding die reëel is, die beredeneerbaar is; daarnaast bestaat, mede in verband met deze horoscoop, maar niet meer precies met de materiële plaatsing van de sterren, nog een geestelijke beïnvloeding. En deze geestelijke beïnvloeding bepaalt niet zo zeer het gebeuren als wel de mentaliteit die normaal tegenover dit gebeuren zal bestaan.

Dan moeten we ten laatste zeggen: aangezien de mens in een subjectieve wereld leeft en niet in een objectieve, is het onmogelijk hem te vertellen hoe hij zichzelf zal voelen onder de invloeden en al wat eruit voortkomt. Wij kunnen ten hoogste zeggen waarvoor hij zich zal moeten hoeden en waar hij betere mogelijkheden vindt dan op andere uren of dagen. Iemand die verder wil gaan met zijn interpretatie dan dit, is een dwaas en doet aan bijgeloof.

Dan moeten wij ons nog een ander ding gaan afvragen in dit verband, want wij rekenen nu wel met de planeten (oorspronkelijk waren het er zeven en tegenwoordig haalt men er zelfs al de zgn. mysterieplaneten bij als Demeter en zo en berekent een compleet op een twaalfvoud gebaseerd zonnestelsel; overigens iets dat niet bewijsbaar is tot nog toe, maar dat wel – eigenaardig genoeg – inpast in de ontwikkeling van de kabbalistische voorspelkunst, die met cijfers en niet met sterren te maken heeft, ofschoon natuurlijk wel een vorm van kabbalistische horoscopie bestaat).

Nu ga ik voor mezelf dit zeggen: er zijn zeer vele sterren, er zijn zeer vele sterrenhemels. In deze uithoek van het heelal, waar de zon met zijn planeten baantjes trekt, ligt de grootste massa van de sterren in een bepaalde richting. Zodra de zon ten aanzien van de aarde aan de buitenkant staat, maar naar de Melkweg is toegericht, zal een versterking van een totale invloed plaatsvinden, die wel stimuleren kan, maar die niet in zijn geheel gedefinieerd kan worden, omdat zij uit teveel samenvloeiende invloeden bestaat. We hebben – wanneer we met specifieke invloeden rekening gaan houden – te maken met sterren die niet te ver weg staan en die niet liggen in het verlengde van de lijn aarde – zon – centrum van de lens melkwegstelsel. Onder deze sterren zijn er al enkele die u bekend zijn: Argo bv. heeft een heel slechte naam. Het is een demonische planeet, zegt men. Het is een planeet waarin de primitieve, natuurlijke krachten nog sterk op de voorgrond treden en die, zo zij op aarde nog invloed uitoefent, in de mens het dionysische element losmaakt. Of ze daardoor nu direct duivels of kwaad is, durf ik ook niet te zeggen.

We kunnen ons bezig houden bv. met de invloed van Antaris. De invloed van Antaris is eerder wat behoudscheppend. Zij geeft de mens het vermogen in de tijd dat zij sterk inwerkt op de aarde (dat is niet regelmatig) om blijvende resultaten te krijgen. En zo zijn er veel meer. Ik wil ze niet alle op gaan sommen; Vega en alle andere. Het is uiteindelijk maar een aanduiding dat sterren ook een woordje meespreken. De invloed van de sterren is zwakker, dat moeten we toegeven. Aan de andere kant zullen de invloeden die doordringen tot deze wereld ongetwijfeld behoren tot de meer essentiële stralingen in de ruimte, en ook daarmede de meer essentiële stralingen die de essentie van de mens en zelfs van zijn astraal wezen kunnen beïnvloeden.

Een horoscoop zou niet compleet kunnen zijn zonder dat we daar, althans de voornaamste, sterren mede inplaatsen en berekenen. Men probeert dat allemaal dan wel weer een beetje op te heffen door o.a. een gelukspunt te berekenen, dat in feite geen reëel punt is, maar dat alleen maar te maken heeft met een samengebalde reeks van invloeden en de projectie die men aan Jupiter pleegt toe te schrijven. Wij kunnen rekening houden met alle mogelijkheden op een kluitje. U zult begrijpen dat dat nooit volledig genoeg is.

Nu moeten we heel erg uitkijken voor de eigenaardige histories die kunnen ontstaan, wanneer wij in plaats van de horoscoop te zien als een aanduiding, een richtingaanwijzing die nog niet altijd de kortste of meest juiste weg aangeeft, maar als iets dat het lot bepaalt. Ik wil u een voorbeeld geven, dat ik weer gestolen heb van een collega van mij, die het waarschijnlijk weer ergens anders heeft gevonden.

Er was een man die familie had in Engeland; zijn zuster. Deze schreef hem dat zij graag in de kersttijd enkele dagen bij hem door wilde brengen en beloofde hem ook enkele verrassingen mee te brengen. Ze vroeg of hij – gezien zijn eigen beperkte woonruimte – voor haar een hotel wilde bespreken. De man ging vervolgens naar iemand die via de sterren en andere methoden de toekomst pleegt te voorspellen. Deze zei: “Ja kerel, het spijt me voor jou, maar zoals ik het zie, komt ze niet. Het gaat niet door.” Waarop de man dacht: “waarom zou ik dan hotelruimte bestellen, die op het laatste moment afzeggen en eventueel nog last en vergoeding betalen.” Toen dan ook zijn zuster een week voor Kerstmis schreef: naar welk hotel moeten wij gaan? schreef hij terug: “je komt toch niet, dus heb ik niets besproken.” Het antwoord van de zuster was: “aangezien ik nu geen hotelruimte meer kan krijgen, blijf ik maar thuis en hoop je in het volgend jaar nog eens te zien.” De voorspelling was volledig uitgekomen.

U lacht, maar hoeveel mensen die zich baseren op horoscopie of op andere vormen van voorspelling reageren in feite precies zo. Zij houden zo zeer rekening met de hun aangeduide tendens, dat ze weigeren met de andere mogelijkheden volwaardig rekening te houden. Wie dit doet, maakt zich niet alleen schuldig aan bijgeloof, maar hij is stom ook, want hij gooit vele mogelijkheden weg die ondanks de horoscoop misschien toch nog zouden bestaan.

Ten laatste wil ik nog iets opmerken over de lotsverbondenheid van mensen die men in horoscopen wel wil lezen en de daarbij voorkomende berekeningen van vorige incarnaties. Ik stel voorop dat het voor iemand die voldoende sensitief is, niet geheel onmogelijk is om waarschijnlijk vroegere bestaansfasen uit een horoscoop via vele berekeningen af te lezen. Maar met zekerheid kan dit nooit gebeuren. Het is altijd een waarschijnlijkheid en naarmate de berekening juister is, zal de waarschijnlijkheid van het gestelde waarschijnlijk ook iets groter zijn. Het gegeven beeld is echter de intuïtieve interpretatie die niet feitelijk uit de horoscoop voortkomt.

Nu weet ik niet waarom zo veel mensen zo graag aan vorige bestaansvormen denken. Misschien menen zij dat hierdoor hun huidig bestaan wordt bepaald. Ik voor mij ben van mening dat aangezien van het huidige leven het totaal van alle voorgaande bestaansvormen en alle bestaande impulsen inbegrepen zal zijn, het huidige leven het enig belangrijke is. Maar wie zich daarmee bezig houdt, moet goed begrijpen: een berekening van karmaverhoudingen, vroegere incarnaties e.d. vanuit de horoscoop, is maar zeer beperkt mogelijk en zo sterk afhankelijk van andere dan in de berekening gelegen interpretatiemogelijkheden, dat men daarmee beter heel voorzichtig moet zijn.

Een horoscopie die zich verder nog bezig wil houden met geestelijke elementen (ook dat gebeurt wel), probeert vaak op grond van een materiële horoscoop uit te maken welke geestelijke mogelijkheden en relaties voor een mens bestaan. Aangezien hier de geestelijke waarde primair staat, moet ik allereerst zeggen dat de geboortehoroscoop in zich weinig betekenis heeft en dat we in dat geval de horoscoop vanuit de ascendant zouden moeten beschouwen.

In de tweede plaats wil ik opmerken dat de geestelijke ontwikkeling en scholing van de mens geen ogenblik stilstaat, zodat hij tijdens een en hetzelfde stoffelijke bestaan meerdere malen geestelijk als het ware herboren kan worden. Men zou dan de datum en het uur moeten weten van die nieuwe ontwikkeling; men zou dan een totaal nieuwe berekening moeten maken en dan nog weer uitgaan van de door de ascendant aangegeven en zogenaamde secundaire invloeden, om enigszins een beeld te krijgen van de geestelijke mogelijkheden. Ik meen dat ook dit veel te ingewikkeld is.

Astrologie lijkt mij een aardige liefhebberij. Dat is het eerste punt. Daarnaast geloof ik dat een mens die zich in de astrologie verdiept, zich onwillekeurig ook verdiept in het wezen, in de karakteristiek van de medemens. Ik meen dat het inzicht in de mens en de mensheid daardoor zeer sterk bevorderd wordt en dat zal ongetwijfeld ook de juiste houding tegenover die medemens en mensheid ten goede komen. Voor je geestelijke ontwikkeling is dit wel degelijk van belang. Wanneer wij bepaalde taken, hetzij geestelijk, esoterisch, magisch of materieel willen ondernemen, is het helemaal niet zo dwaas om na te gaan wat zo ongeveer voor ons het juiste ogenblik is.

Een schrijver die ‘s nachts goed werkt, doet er dwaas aan om 9 uur ‘s ochtends op te staan om te proberen een gedicht te creëren of een hoofdstuk te schrijven. Laat hem dat doen in de avonduren, wanneer zijn gave het meest ontwikkeld is, wanneer zijn verhoogde concentratie en werken het hoogste is. Dit heeft men door de psychologie en men gaat zelfs zover dat men rekening gaat houden in veel bedrijven, vooral waar het onderzoekingen en laboratoriumarbeid betreft, met de uren dat een mens zijn maximaal heeft.

Horoscopie maakt het ons mogelijk na te gaan wanneer wij de meest gunstige kansen hebben. Zolang wij dit niet beschouwen als bepalend voor het resultaat, maar alleen trachten die momenten te treffen waarop wij de meeste mogelijkheid hebben om een resultaat te bereiken, dan acht ik de horoscopie – zelfs die van prognostische horoscopie – toch wel van belang. Ik wil echter met nadruk stellen: astrologie is geen feitelijke wetenschap in de gangbare zin van het woord. Zij is een ervaringswetenschap door vele eeuwen heen gevormd en ontstaan. Haar interpretaties zijn niet gebonden aan de totale feiten.

Wie trouwens de efemeriden bestudeert en daarnaast de astronomie, weet dat grote discrepanties optreden, maar zij zijn gebaseerd op toestanden. De berekening is alleen maar bedoeld om uit het geheel van de vroegere ervaringen de feiten naar voren te brengen en daarnaast eerst een toestand te simuleren, een berekenbare toestand, waarin de werkelijke geestelijke en stralingswerkingen niet de plaatsing van sterren en planeten per se van belang is.

Wij kunnen natuurlijk heel veel eigenaardigheden aantreffen. Daar zijn er onder u op dit moment, dat weet u, die bv. geconfronteerd worden met een langlopend aspect van Neptunus. Nu weten we: dat is wisselvallig; dat brengt o.m. neigingen tot zelfcontrole. Dat betekent niet dat u uzelf zal bedriegen; het betekent alleen dat u voorzichtig moet zijn om uzelf niet te bedriegen, omdat u neiging hebt de werkelijkheid te verlangen.

Wij worden geconfronteerd bv. met vierkanten, waar een aantal invloeden vanuit menselijk standpunt minder harmonisch met elkaar botsen. Zo’n vierkant kan voor iemand volledig gunstig zijn, omdat nl. dat vierkant juist in zijn persoonlijkheid ontbrekende waarden kan stimuleren en bv. de heer L. Rozenwater junior kan brengen tot een ongewone agressiviteit, die wel eens nodig is wanneer je in het leven iets wilt bereiken. Omgekeerd kunnen we zeggen dat er wel eens driehoeken zijn – over het algemeen als gunstig geïnterpreteerd – die voor sommige mensen een ongelukkige werking hebben. Voor hen is het dan als de fietser, die bergaf rijdend, vergeet te remmen en weliswaar gemakkelijk verder komt, maar niet meer in staat is de richting waarin hij gaat te beheersen. Het resultaat is vaak een botsing, verdere schade en gevoelige plekken.

Wie met een horoscoop werkt, dient te beseffen dat hij voor alles rekening moet houden met de mens. De geboortehoroscoop kan u helpen uw eigen wezen wat beter te begrijpen; het is nimmer een volledige beschrijving ervan. Wie zichzelf kent, zal uit de invloeden die waarschijnlijk optreden op een bepaalde tijd kunnen aflezen waarvoor hij of zij moet oppassen en waar hij of zij meer mogelijkheden heeft. Maar zelfs dan zal men die erkenning in moeten passen in het normale leven en in datgene dat werkelijk van belang is.

Astrologie kan een groot hulpmiddel zijn voor degenen die er een bewust gebruik van maken en haar niet zien als een lotsbepaling, maar slechts als een indicatie van mogelijkheden.
Astrologie is absoluut verderfelijk voor hen die menen door het astrologisch geconstateerde beheerst te worden. Zij zullen juist daardoor veel goede mogelijkheden verzuimen en veel dwaasheden begaan.

Willen wij meer dan dit, dan zullen wij met behulp van de astrologie en het zogenaamde diepschouwen in onszelf moeten terugkeren tot de oudste praktijk. Wij moeten trachten door de concentratie op de letters aan de hemel Gods wil in onszelf te vernemen. Eerst wanneer wij dit doen, hebben wij de astrologie volledig onttrokken aan haar met auguri verwant karakter en hebben wij haar gemaakt tot een middel voor innerlijke bewustwording en vergroting van ons bewuste en actief werken in geestelijke en materiële zin op aarde en in alle sferen.

Hiermede wil ik deze inleiding beëindigen. Ik hoop voor u dat u zich niet geërgerd heeft aan mijn algemene belichting van aspecten. Wanneer u bepaalde aspecten nader wilt bespreken, dan wil ik daarop na de pauze graag ingaan. Ik geloof echter dat wij er goed aan zullen doen ons niet in horoscoopberekeningen te gaan verdiepen, maar ons te houden bij de interpretatie en bij de kosmische verhoudingen, geestelijk en ook de meer materiële waarvan de horoscopie, de astrologie uiteindelijk voor u een uitdrukking zijn geworden.

Mag ik u althans voorlopig danken voor uw aandacht en de hoop uitspreken dat u, wanneer wij na ongeveer vijftien tot twintig minuten de zitting hervatten, door uw eigen vragen deze avond tot een van de meest belangrijke van de laatste tijd zult kunnen maken.

Deel twee

Zo, vrienden, ik hoop dat u gezellig hebt kunnen babbelen in de pauze en ik hoop dat u in staat bent geweest om de voor u belangrijke vragen intussen te formuleren. U hebt begrepen dat ik op zuiver persoonlijke vragen niet kan ingaan, maar ik zal dus trachten om alle gestelde vragen zo goed als ik kan te beantwoorden en ik zou graag willen beginnen met datgene dat schriftelijk is binnen gekomen.

  • U zegt: astrologie berust op ervaringen van vroeger, dus zeer lang geleden opgesteld. Geldt dit nu nog, nu verschillende sterren en sterrenbeelden een andere plaats aan de hemel hebben gekregen?

Ja, dat geldt nog steeds. Het eigenaardige is nl. dat de interpretatie oorspronkelijk ontstaan is uit het lezen van het zogenaamde hemelschrift en dat men daarbij aan de sterrenbeelden veel minder aandacht heeft geschonken. De eerste visie over sterrenbeelden vinden we ongeveer een viereneenhalfduizend jaren v. Chr. in Azië. Maar rond 750 v. Chr. zien wij dat in Arabië een systeem ontstaat, een interpreterend systeem, dat mede gebaseerd is op voortdurende waarneming van de stand van de sterren. Men maakt hier ook nog wel gebruik van oudere tabellen, maar die worden nu voor het eerst alle samengevat, en dat systeem en de toenmalige stand van de sterren en sterrenbeelden is eigenlijk blijven domineren in alle moderne interpretaties.

Wanneer het hier zou gaan alleen om de feitelijk stand van bepaalde planeten en eventuele sterren en sterrenbeelden, dan zou daarmee dus alles waardeloos zijn geworden. Maar zoals ik getracht heb in mijn inleiding duidelijk te maken, gaat het niet alleen maar om zuiver materiële waarden en verhoudingen, al spelen die een rol, het gaat daarbij voornamelijk om geestelijke waarden en achtergronden, waarbij de mens dus heeft waargenomen en geïnterpreteerd. En aangezien de verplaatsing van de sterren en planeten op zichzelf in die interpretatie altijd mee bevat blijft, omdat de interpretatie zich enigszins ontwikkelt, kunnen wij wel zeggen dat de feitelijke stand van veel minder belang is dan men aanneemt en dat de berekening een middel is om op grond van een ervaringswetenschap, bestaande invloeden ten aanzien van elkaar af te wegen. Dit brengt dus het eigenlijke resultaat.

Alles wat ik daaromtrent verder heb gezegd, ligt ongetwijfeld nog vers in uw herinnering; ik mag dus daar wel naar terug verwijzen.

  • Simon Vestdijk heeft een studie gemaakt over astrologie door van bekende figuren, o.a. Napoleon, na te gaan of zijn leven klopt met de geboortehoroscoop. Ik meen dat hij tot de conclusie is gekomen dat het resultaat maar pover is. Kunt u dit verklaren?

Nou, ik zou dit literair kunnen verklaren door te zeggen dat Vestdijk met zijn astrologische studie zich begeven heeft in een situatie van Heyermans en gekomen is tot iets dat op kamertjeszonde lijkt. Waarmee ik slechts wil constateren dat:
a) Niet gesproken kan worden over een voldoende en uitgebreide en zuivere kennis van de mogelijkheden van de astrologie.
b) Dat niet van feitelijke uren is uitgegaan en ten aanzien van die uren geen voldoende onderzoek heeft plaatsgevonden.
c) Dat dus niet is uitgegaan van de feitelijke ontwikkeling in het leven van Napoleon, bv. maar alleen van de historisch daarover vermelde feiten.
En degenen onder u die zich bezighouden met de historie, weten wel dat dit de best georganiseerde leugen ter wereld is.

  • Waarom is dat de best georganiseerde leugen van de wereld?

Oh, dat is heel eenvoudig te verklaren. Omdat de achtergrond van de historie de hedendaagse mens – en dat geldt dus voor elke tijd en niet alleen maar voor nu – een gevoel van schuldbewustzijn en tekortschieten geeft. Hij heft dit dan op door de achtergronden weg te nemen, de feiten sprekend te etaleren en te verbinden door een mengsel van oprechtheid, heldhaftigheid, en bij de tegenstander natuurlijk van schurkachtigheid. Dat zien wij zelfs al gebeuren – zij het niet volledig nog – ten aanzien van de zeer recente historie, waarbij men kennelijk geen begrip meer heeft voor de situatie in Duitsland en zijn eigen gevoel tekortgeschoten-te-zijn in vele gevallen dus wegcijfert, door de algemene slechtheid van de tegenpartij (in casu de Duitser) te onderstellen. Hierbij krijgen we dus het schilderen van een wereld, die in vele toontinten van karakter en wezen eigenlijk bestaat in zwart/wit verhoudingen. Dit op zichzelf zou misschien nog niet zo erg zijn, maar men gebruikt deze zwart/wit verhoudingen dan als voorbeeld van de huidige tijd die eveneens dus veel meer schakeringen vertoont en op grond daarvan velt men oordelen over anderen, over het verleden en verheft men zichzelf op die dingen die men in feite vaak niet tot stand heeft gebracht.

Een heel aardig voorbeeld daarvan zult u ongetwijfeld vinden wanneer u de oorlog met Spanje in de Nederlandse en in de Spaanse versie in de historieboeken nagaat. En misschien zou het ook interessant zijn om de geschiedenis van de Nederlands kolonisering van Indonesië na te gaan, zoals Nederland die kent en zoals die thans in Indonesië geschreven wordt. Ik geloof dat het u dan zeer duidelijk wordt dat goed en kwaad daarin geen feitelijke waarden meer zijn, maar propagandistische waarden die ten doel hebben het heden te rechtvaardigen en de belangrijkheid van eigen wezen en eigen volk, eigen systeem, aan te tonen tegenover de minderwaardigheid van alle anderen.

  • Volgens de Kabbala zouden de luciferische geesten als woonplaats Mars hebben. Ik begrijp hier niet veel van. Kunt u dit verklaren?

Ja, dat is niet helemaal juist, mag ik daar allereerst op wijzen? Er wordt nl. niet gezegd dat luciferische geesten alleen op Mars bestaan. Die interpretatie wordt wel eens gegeven, maar er staat: dat de geesten van strijd en de geesten van vuur zich op Mars bevinden. En dat is weer begrijpelijk wanneer u nagaat hoe het systeem van de Kabbala een beeld heeft opgebouwd, waarbij de hele hiërarchie van de schepping tot de Schepper toe, wordt uitgebeeld en waarbij de planeten en ook sterren en windrichtingen zelfs, zijn gebruikt om ze te oriënteren. Mars als planeet van de oorlog, maar laten we niet vergeten, ook tevens de planeet van het zogenaamde “soldatengeluk”, van de moed en zelfs van de menselijke liefde. De mannelijke liefde. Venus is dus erotischer, als ik het zo mag uitdrukken, dan Mars. Waar Mars eigenlijk de mensaanvaarding stelt, terwijl Venus de menselijke relatie meer stelt. Maar wanneer we dat nagaan, dan kunnen we niet zeggen: dit is zuiver luciferisch, we kunnen alleen zeggen dat door het systeem dat de Kabbala volgt, bepaalde vuurgeesten en bepaalde geesten van licht en kracht die daar aanwezig zijn, werden voorgesteld als schrikwekkende maar in zichzelf niet noodzakelijk kwaadaardige wezens en namen krijgen die dus inderdaad behoren bij de zgn. chaos. Omdat zij in hun wezen de hervorming brengen en in het wezen van hervorming het chaotisch element op de voorgrond plaatsen.

  • Wat mij voornamelijk een beetje raar toescheen, toen ik het las, was dat zij, ik zal maar zeggen: ‘gestationeerd’ waren op Mars. Dat deed me zo erg stoffelijk aan en ik kan het geestelijk niet erg goed verklaren. Misschien kunt u me dat verklaren?

Ja, de grote fout van de mens die zich bezighoudt met geestelijke waarden is wel dat hij het abstracte niet volledig kan verwerken, tenzij hij daaraan een stoffelijke voorstelling verbindt. En wanneer hij dit doet, dan komt hij tot een terminologie die zuiver materialistisch is, ook ten aanzien van in feite abstracte waarden. Wij zullen dit vooral in de interpretatie van de Kabbala heel vaak tegenkomen. En dan kunnen wij dus zeggen: dat ‘gestationeerd zijn’ in feite betekent: gebonden zijn aan de essentie die wij in Mars erkennen. Maar ‘gestationeerd’ wil dus ook zeggen dat zij daar geplaatst zijn. Men wil zeggen dat deze krachten niet zonder meer aan Mars gebonden zijn, blijvend gebonden, maar dat zij daar in deze tijd aan verbonden zijn. En dit is dus weer te verklaren wanneer men werkt met de letteromzettingsystemen. Daar kun je nl. uit de naam Mars een heel eigenaardige waarde halen en dan blijkt dat Mars ten aanzien van aarde, vergeleken met het jaartal geldend op aarde – dat is een belangrijke factor – zijn functie steeds aanmerkelijk wisselt.

Maar als we nu toch kabbalistisch spreken, is het misschien wel leuk om op te merken dat vanuit kabbalistisch standpunt het nu begonnen zonnejaar gedomineerd wordt door Mars en dat dit zonnejaar niet wordt geïnterpreteerd als een fataal jaar, maar als een jaar van voortdurende revolutionaire en vaak gewelddadige evolutionaire ontwikkelingen, welke een hernieuwde structurering van de wereld in latere tijd mogelijk moet maken. De daaruit voortvloeiende gevaren zouden dus in 1968 nog wel weer tot uiting kunnen komen (volgens de Kabbalist), maar ook dan durft men dus geen volledige wereldoorlog te voorspellen, omdat dan weer andere invloeden optreden. Dat is een heel aardig voorbeeld.

  • En is deze zienswijze juist, ja dan neen?

De uitdrukking ‘Marsjaar’ wordt door onszelf ook wel gebruikt, omdat in dit jaar dus moed, maar ook temperament en drift vaak een buitengewone rol spelen. We hebben te maken enerzijds met een overvloed aan energie en aan de andere kant vaak niet met de mogelijkheid om die energie creatief te dirigeren. En daardoor worden dus bepaalde destructieve elementen wakker. In zoverre geloof ik wel dat wij ons bij deze interpretatie neer mogen leggen.

Maar wanneer wij dus verder gaan naar het volgend jaar, dan kunnen wij zeggen: zonder nu te zeggen dat 1968 een jaar van vrede zal zijn, moeten wij op grond van verdere berekeningen en waarnemingen aannemen dat het jaar 1968 geen wereldoorlog brengt, maar juist in veel gevallen interne omwentelingen, waarbij hele staatssystemen en gedachtewerelden een aanmerkelijk versnelde wijziging ondergaan welke zal voortduren tot 1971-1972, en dan dus culmineert in een nieuwe structuur die in zichzelf in staat is om een opbouw te beginnen, maar er zijn nog divergerende ontwikkelingen.

En die divergerende ontwikkelingen zouden dan in de jaren 80 ongeveer nogmaals een groot conflict mogelijk maken. Maar waarschijnlijk is dat weer niet, omdat wij aannemen dat door deze omzetting, ja, misschien is het erg hatelijk om het te zeggen: de mensen persoonlijk beleven en gezond verstand in de plaats gaan stellen van theorie, politiek en economische overwegingen. En dan nemen wij dus aan dat daarmede de werkelijke ontwikkeling goed begonnen is en zich volledig voort kan zetten. Dat is van ons uitgerekend en ik meen dat dat ook redelijk betrouwbaar is, maar het is natuurlijk wel strijdig met de interpretaties van sommige kabbalisten.

Het is ook strijdig met de interpretaties van bepaalde volgelingen van Nostradamus, die ook weer een groot oorlogsgevaar en een wereldondergang met daarna een duizendjarig rijk distilleren. Het is zelfs strijdig met de verwachting van bepaalde christengroepen die menen dat nu de voorbereiding voor de komst van de antichrist wel onderhand voltooid is, dus dat hij nu zijn macht zal laten voelen en kort daarna onder bijzondere omstandigheden met drie dagen duisternis zal verdwijnen.

Dat zijn dus allemaal interpretaties. Ik meen dat het door mij gegevene de juiste is, ofschoon zij dus met deze systemen niet strookt. En als u ze astrologisch beziet, misschien wat de gevarenpunten betreft, wel overeenstemming vertoont, maar zeker niet ten aanzien van de conclusies geheel parallel loopt met hetgeen de astrologen zullen interpreteren.

  • Is het waar dat bij de geboorte van een grote persoonlijkheid een bijzondere ster verschijnt? Ik denk hier aan de ster van de Wijzen uit het Oosten.

Tja, dat is wel een heel grote moeilijkheid, omdat over die ster van die Wijzen nogal wat strijd is. U weet misschien dat men zelfs de komeet van Halley al de schuld heeft gegeven dat hij het geweest is.

In feite is aan te nemen dat hier sprake was van een zeer ongewone constellatie aan de hemel, waardoor dus meerdere avondsterren praktisch gelijktijdig optraden. En wanneer u dat berekent, dan moet u dus het begin van de jaartelling wel een eindje verschuiven – niet zo gek ver – het scheelt maar, geloof ik, ongeveer vier jaar, en dan zult u tot de conclusie komen dat dit waarschijnlijker is dan bv. het optreden van een komeet. Om de doodeenvoudige reden dat de ‘Wijzen uit het Oosten’ kennelijk sterrenwichelaars zijn, al worden ze ook als koningen aangesproken. Zij volgen een ster, zij zoeken naar profetieën in verband met die ster. Zij kunnen Bethlehem niet vinden door de ster alleen te volgen; typerend! Ze kunnen wel het land bepalen, maar niet het deel van het land. Vandaar hun verblijf bij Herodes. En daaruit zou je dus moeten concluderen dat deze bijzondere constellatie, waarbij dus vreemd genoeg een samenwerking ontstaat tussen Mercurius, Mars, Venus, Jupiter en Uranus, dat deze dus bepalend moet zijn geweest voor die ster.

De meesten van u vergeten dat toen men begon die evangeliën te schrijven – en ik meen dat het begin is gemaakt… de eerste was Mattheus.. zo rond vijftig na Christus – twintig jaar nadat Jezus ongeveer dood was – dat deze dus niet geschreven werden om een historisch verslag te geven, maar om de figuur van Jezus als een bijzonder wezen levend te maken voor de gelovigen.
De schrijvers van deze evangeliën hebben zich niet alleen ten doel gesteld om de feiten te vermelden, neen, zij hebben juist getracht om aan te tonen wie Jezus was. En wanneer wij dus in die evangeliën aan de ene kant stambomen tegenkomen die bewijzen dat Jezus de vervulling is van de profeten, en anderzijds horen over het licht, de engelen bij de geboorte en al deze dingen, dan mogen we aannemen dat hier toch wel sprake is van een overdrijving met uitschakeling van andere elementen, om daardoor juist kenbaar te maken dat die Jezus iets bijzonders is.

Ik geloof dat wij dit in de evangeliën voortdurend zullen aantreffen en het is ook wel opvallend dat wij bv. in de Bergrede, bij even nadenken, kennelijk niet te maken hebben met één werkelijk als geheel gegeven les, maar dat wij te maken hebben met een samenvatting kennelijk van een aantal leringen of lessen van Jezus. Die, omdat daar de grootste indruk waarschijnlijk gemaakt is, en men zich dat het beste herinnert, alle bij deze bijeenkomst in het bijzonder gesitueerd worden.

Dus, ik meen dat wij de evangeliën moeten lezen met begrip voor hetgeen de evangelisten daarmee hebben willen zeggen. Zij hebben daarmee niet willen zeggen: Dit is de historie van Jezus, maar ze hebben willen zeggen: Dit is het leven van Jezus. Dat is Zijn Hoge Persoonlijkheid zoals wij die menen te kennen en te ondergaan en dit is de leer die Hij ons heeft achtergelaten. Maar al het andere dat is een bijkomstige omschrijving.

Wanneer wij horen bijvoorbeeld dat bij Jezus’ sterven de aarde beeft, de zon verduisterd wordt, dan is er maar één evangelist die dat vermeldt. Een ander spreekt wel over het scheuren van de voorhang van de tempel, maar niet gelijk! Het wordt niet samengevat. De een geeft kennelijk dit als bewijs, de ander dat. En dan is er nog de vraag of de doden die gezien worden en opstaan…. of dat nu eigenlijk spiritistische fenomenen zijn (wat heel waarschijnlijk is), of dat het nu werkelijk doden zijn die uit het graf zijn opgestaan.

Dan blijft de vraag: Waar zijn ze dan later gebleven, waarom horen we er niets meer van? Begrijpt u? En daarom moet u dus de evangeliën lezen in de eerste plaats als de leer van Jezus, zoals die door de evangelisten en waarschijnlijk ook door de apostelen en vroege volgelingen werd ondergaan. En u moet het geschrift zien als een mededeling daarvan aan anderen. De verdere details zijn een bijkomstigheid, zijn een dramatisering die niet de feiten omschrijft, maar die nadruk moet geven aan de belangrijkheid van de leer.

  • Dus het is niet zo dat als een grote geest zoals Christus op aarde indaalt, dat er vanzelfsprekend wonderen aan de hemel gebeuren?

Neen, dat is niet noodzakelijk. En het is zelfs heel waarschijnlijk dat die wonderen alleen voortkomen uit het feit dat bijzondere geesten over het algemeen op het meest gunstige moment – kosmisch gezien – zullen incarneren. Maar wanneer wij al die verhalen nagaan en dan denkt u niet alleen aan Jezus, maar denk aan Boeddha, aan bepaalde overleveringen omtrent Mohammed, aan wat verteld wordt over Confucius, over Franciscus van Assisi (als u wat dichterbij wilt blijven) en zelfs over bepaalde grote Indiaanse helden, dan ontmoet u daar steeds weer tekenen aan de hemel, maar men ontmoet ook steeds weer de legende van bv. de geboorte in een stal. De Boeddha werd ook in een stal geboren.

  • Oh, ik dacht dat hij op een witte olifant naar beneden kwam.

Neen, hij kwam niet op een witte olifant, hij had nog geen rijbewijs, daar was hij te jong voor… Maar er staat uitdrukkelijk, wanneer u zich daarin wilt verdiepen, dat toen de Boeddha geboren moest worden, zijn moeder omgeven was door licht en dat men rond haar mooie muziek hoorde, maar dat zij vroeg om naar buiten gebracht te worden en dat zij baarde op een afdak naast een olifantenstal.

En wanneer we spreken over Franciscus van Assisi, dan lezen wij dat de moeder ook weer niet kon bevallen, dat zij toen, door een soort inspiratie van haar dienstmaagden waarschijnlijk, naar buiten werd gebracht en dat zij in de stal naast het huis, gelegen op stro, haar kind baarde. Ik zeg dit alleen maar om duidelijk te maken dat dat idee van een stal, van verbondenheid met de eenvoud van de aarde dus, kennelijk niet alleen maar een gebeurtenis is eigen aan Jezus, maar een verhaal dat we steeds weer bij bepaalde figuren aantreffen, en kennelijk een fabel die misschien ten dele waar zal zijn, maar waarvan we de waarheid niet meer kunnen inschatten, die bedoeld is om de nadruk te leggen op de belangrijkheid en op bepaalde aspecten van de figuur waarover het gaat.

  • Propaganda….?

Ja, misschien kunt u het als zodanig beschouwen, maar ik geloof dat u misschien beter kunt zeggen dat het het verheerlijken van de mens is. Er zijn zelfs mensen die hebben Zijlstra verheerlijkt… dus waarom zou men het voor een ander nog niet veel meer doen?

  • U had een heel merkwaardige opmerking daarnet in uw referaat over de invloed van de magnetische velden op de ontwikkeling van de chromosomen, op de splitsing, op de typering, en naar alle waarschijnlijkheid – u hebt het niet gezegd – op de invloed van het DNA en RNA-patroon.

Wat ik heb geprobeerd duidelijk te maken is dit: dat kleine veranderingen in het veldmilieu van het chromosoom, rond de tijd van de bevruchting en in de daarna durende tijd van de eerste celsplitsingen bepalend kunnen zijn voor de delen van die structuur die de sterkste invloed krijgen.

En dit is misschien ook wel weer te begrijpen. Wanneer u nagaat dat bv. de kinderen die geconcipieerd zijn in een tijd van zeer sterke magnetische stormen – tegenwoordig merkt men er nog wel eens wat van – u weet er zijn dan kompassen die het niet goed doen, radio’s die gek doen en zo – kennelijk emotioneler zijn; dat zij meestal wat hoger potentiaal hebben (indien de ouders dat dus mogelijk hebben gemaakt door hun eigen genen) op het gebied van denken, maar dat ze gelijktijdig een veel grotere eenzijdigheid krijgen. Daar waar veldstoringen aanwezig zijn, zien wij kinderen ontstaan bij wie blindheid en doofheid ten aanzien van bepaalde aspecten, een psychische doofheid en blindheid dus, zeer veel voorkomen.

En zo kun je dus verdergaan en dan kun je zeggen: wanneer dit een feit is, en wanneer wij verder weten dat bv. harde straling, die niet onvruchtbaar maakt en die zelfs niet misvormt, op de karakteristiek van de kinderen in de omgeving van die straling geboren een bepaald stempel drukt, dan mogen wij dus ook wel zeggen: dat zwakkere invloeden een misschien niet zo onmiddellijk kenbaar beeld vormen, maar dat zij voldoende zullen zijn om bepaalde wijzigingen in het basispatroon van het op te bouwen stoffelijk ego wel degelijk tot stand kunnen brengen.

  • Is hier nog een relatie met de sinusoïde waarmee het DNA verloopt? Want wij zien nl. perioden dat sommige landen grote denkers hebben, zowel als creatieve figuren voortbrengen, naast perioden dat het minder is. Zit daar een correlatie in?

Daar zit slechts ten dele een correlatie in, omdat de grote denker over het algemeen een meer bewuste incarnatie betekent. En die incarnatie wordt dus weer niet meer alleen door de verhoudingen bepaald. Zij wordt bepaald door geestelijke invloeden en daar kunnen dus geestelijke invloeden van buiten de aarde mede van belang zijn, omdat daarvoor op bepaalde punten op aarde een grotere harmonie ontstaat.

  • Dan zijn het dus groepsincarnaties?

Dat hoeven geen groepsincarnaties te zijn. Maar wij zien in zeer veel gevallen dat grote figuren met een zeer bepaald talent, bv. musici of schilders, ongeveer gelijktijdig in ongeveer de gelijke sfeer, en daarmee ook in een zeer bepaald deel van de wereld, incarneren.
In zoverre kunt u dus over een groepsincarnatie spreken. En dan zou u dit moeten stellen: dat dan de mogelijkheden om dergelijke talenten en geestelijke begaafdheden tot uitdrukking te brengen in dat bepaalde gebied, gezien de erfelijke mogelijkheden en de nadruk die daar bestaat, dus groter zijn dan elders.

  • U bedoelt toch geestelijke invloeden?

Geestelijke invloeden inderdaad, en daarbij is allereerst het eigen bewustzijn bepalend, het eigen vermogen tot harmonie en daarnaast een aantal geestelijke werkingen dat zich op aarde richt en de daardoor nog weer bepaalde geestelijke sfeer, ongeacht de stoffelijke omstandigheden, die van punt tot punt op aarde kan verschillen en die vaak voor bepaalde streken of landen een duur heeft tussen de negenenveertig en ongeveer tweehonderdeenentwintig jaar. Dat varieert. Negenenveertig is vaak de meest sprekende, maar we kunnen zeggen: dat kan tot tweehonderdeenentwintig jaar zijn. Daarna zien we dat in die streek het talent ineens veel minder voorkomt, dat het praktisch wegvalt. Dat is dus weer de geestelijke verbinding daarmee; dat heeft niets te maken met de zuiver materiële tendensen.

Maar gaan we nu weer narekenen wanneer deze incarnaties plaatsvinden, dan komen we tot de conclusie dat die, gezien de aanwezige erfelijke eigenschappen, op het meest gunstige moment plaatsvonden; astrologisch gezien.

  • Is de geestelijke invloed van het individu vooral bepalend, of alles er omheen?

Ja, voor een incarnatie is altijd beslissend de geestelijke gesteldheid en eventueel het bewustzijn van het ego. Dan daarnaast, naarmate het ego bewuster is in zijn geestelijke toestand, zal meer bepalend worden de reeks van omstandigheden en mogelijkheden plus de sfeer zoals die op een punt op aarde op dat moment bestaat, en wij krijgen dus steeds meer een selectieve incarnatie.

En natuurlijk, als u nu van hier naar Amsterdam moet, dan kunt u natuurlijk over Loosdrecht gaan. Maar lijkt het u niet verstandiger om meteen de rijksweg te nemen via Naarden? Als u hier de weg niet weet, dan rijdt u maar wat aan, dan komt u er misschien ook wel. Maar iemand die precies weet wat hij zal doen zegt: Nou, ik neem niet die weg over Bussum, want dat is in deze tijd van de dag toch ook een beetje moeilijk; ik zoek meteen de rijksweg op; zit ik er eenmaal op, dan kan ik tenminste doortrekken. En dat is dus de meest bewuste incarnatie, maar het doel moet bij allen aanwezig zijn. Maar naarmate je meer bewust bent van het doel en de middelen om dat doel te verwezenlijken, zul je dus de meer directe, de meer aangepaste keuze maken. En bij die meer aangepaste keuze heb je te maken met de stoffelijke mogelijkheden en de invloeden die dus ook astrologisch bestaan.

  • Word je in het hiernamaals een tijdlang onbewust en incarneer je dan? Of ben je zó in een sfeer, volkomen bewust, en dan ineens overstappen in een embryo? Dat is een toestand waar ik veel over gedacht heb en nog steeds krijg ik het niet rond.

Wanneer u een bepaalde geestelijke mogelijkheid hebt en je hebt een bepaald bevattingsvermogen, belevingsvermogen, dan kunt u in die geestelijke sfeer een lange tijd blijven en zeer veel doen. Iemand die minder vermogens heeft, blijft ook wat minder lang. Stel u voor: u hebt de beschikking over een aantal boeken en over een aantal televisieprogramma’s die worden uitgezonden. Dan heb je dus wat voor de geest en wat voor de niet-denker.

  • Reuze fijne opmerking!

Dan stel ik dus: degene die denkt, die zal lezen en hij zal ondertussen nog eens naar de tv kijken om bij te komen, die houdt het veel langer uit en die doet veel meer informatie op. Zijn voorstellingsvermogen zal levendiger zijn en uitgebreider. Hij zal het in een gesloten ruimte dus langer uit kunnen houden zonder er werkelijk gek van te worden, dan iemand die alleen maar naar die tv kijkt. Als die alle programma’s twee keer heeft gezien, dan zegt hij: ik word er gek van, het kan me niet schelen hoe, maar ik wil eruit. En dat is dan iemand die zegt: Is er ergens een mogelijkheid om te incarneren? Hij ziet die mogelijkheid ergens, hij ziet een bevrucht ei en hij stort zich daarnaartoe en zegt: “Hebben!”

  • Is het eerlijk?

Eerlijk! (Gelach) Ja, ik stel het misschien wat plastisch voor, maar daar komt het toch wel op neer. En dan moet u begrijpen dat uit dit embryo, waarmee je je dus gebonden gaat voelen, niet een absolute binding ontstaat, maar je krijgt daar voortdurend nieuwe indrukken. Het is als het ware of je daar regelmatig gaat eten en op een gegeven ogenblik zeg je: als ik daar nu mee eet, laat ik er dan maar blijven ook, het wordt steeds interessanter. En dan ontstaat dus een langzame opname van al het bewustzijn van het geheel, van een concentratie in het dan ook praktisch volgroeide zenuwstelsel beschikkend embryo en dat duurt dan voort tot na de geboorte. Vandaar dat sommige kinderen zo gemeen kunnen schreeuwen alsof ze zeggen: Verrek, het valt me tegen!

  • Maar de herinnering is dan weg?

De herinnering is weg, omdat de geboorte, laten wij zeggen: psychisch gezien, een traumatische ervaring is die alle bewustzijnswaarden onderbreekt. En wij krijgen dan eerst te maken met de noodzaak om dan zelf te bestaan. Er wordt van buiten geen denken meer ingebracht, wij moeten gaan reageren, we moeten gaan ontdekken. Die ontdekking begint met de kwestie van voeding en lichamelijk behagen en onbehagen en gaat langzaam verder. En de intensiteit van die indrukken is zodanig dat wat nog overblijft van het verleden steeds meer verzwakt.

Wij zien bij jonge kinderen vaak door middel van fantasie en andere dingen, vooral in een volk dat geestelijk wat meer bewust georiënteerd is, nog wel incarnatieherinneringen en zelfs ook nog wel herinneringen aan een geestelijk bestaan naar voren komen. Maar wanneer ze zo werkelijk in het leven helemaal worden opgenomen, dan blijkt dat door het leven overspoeld te worden. En bovendien een terugdenken daaraan, doet ook weer denken aan de ellende van het geboren worden. Het is niet leuk… Op zichzelf is het dus een erg pijnlijke ervaring. Het is een soort sterven en het is dus logisch dat elk pogen om terug te grijpen in die richting ergens stuit op de toen gevoelde kramp, de angst, de gevoelens van absoluut isolement ineens, dat hangen in de ledige ruimte, en dat men daarvoor terugschrikt en men dus die ervaringen – zover zij aanwezig zijn en niet helemaal zijn overspoeld – alleen in het verste onderbewustzijn terugdringt. Het is dan ook typerend dat iemand die een psychisch trauma heeft dat uit de prenatale periode stamt, over het algemeen de basis van dit trauma zelf niet terug kan vinden. En dat na heel veel analyses men misschien kan veronderstellen dat het er is geweest, maar dat – tenzij men dus ook de gebeurtenissen rond de moeder in die tijd kan volgen – het meestal nog niet mogelijk is om na te gaan wat er precies is gebeurd.

  • Kunt u een voorbeeld geven van een psychisch trauma in het prenatale stadium?

Ja, laat ons een voorbeeld nemen. Een moeder is in de zesde of zevende maand. Zij is alleen thuis, er komt een vreemde binnen. Zij vermoedt met inbrekers te maken te hebben. De man komt op haar af en zij gilt en vlucht in paniek naar de buren. Een zeer sterke emotie, die – gezien haar toestand – betekent: een verandering van klierafscheidingen, het afdrukken van een emotionele status plus het in het bloed aanwezig zijn van bepaalde stimulerende stoffen, die het embryo dus ook bereiken. Dit kan dus als een angst, bv. door opengaande deuren, later kenbaar worden.

We vinden ook vaak gevallen van claustrofobie, waarbij we dus ook kunnen zeggen: daar is kennelijk ook prenatale invloed aanwezig geweest. Die zijn moeilijk na te gaan, tenzij de moeder zich dat nu kan herinneren. En dan kunnen we zeggen: Hé, dus daar zit die associatie. Angst en emotie met een zeer vaag beeld, dat in de wereld dan op grond van eigen ervaringen meestal iets verschoven geïnterpreteerd wordt, maar wat men zich niet wil en kan realiseren, omdat in de eerste plaats de geboorte zelf daartussen ligt. En in de tweede plaats dus de herinnering zodanig vaag is, dat zij niet redelijk geconcretiseerd kan worden.

  • Dus als je nu zo’n snelle duikgeest hebt, gecombineerd met zeer slechte omstandigheden bij de moeder, levensomstandigheden, dan zijn de poppetjes aan het dansen?

Ja, ik weet niet of je dat nog dansen kunt noemen. Dan kunnen er dus heel tragische psychische achtergronden ontstaan, zelfs bij iemand die verder lichamelijk volkomen goed en gezond wordt geboren. En dan zal juist het onbewustzijn van de entiteit zelf, het niet-voldoende-geestelijk-selectief zijn en dus ook niet voldoende gericht zijn, samen weer met de eventuele traumatische werking in de prenatale periode, plus het niet geheel harmonisch passen in een milieu, de eerste jaren na de geboorte zullen dus iemand over het algemeen een bepaalde onevenwichtigheid, om niet te zeggen een gespletenheid van persoonlijkheid, geven.

We zien bij dergelijke personen, dus wat men in Duitsland “Geltungsdrang” noemt, de behoefte om een kracht te zijn in het leven, sterk naar voren komen. En wij zien daarnaast over het algemeen een eigenaardig afremmen. Dat zijn mensen die gaan verder totdat ze vlak voor een bereiking staan en dan kunnen ze ineens niet meer. Dan worden ze ineens door een angst, een apathie, overweldigd en zij weten dus niet meer waarheen. En dan krijgen we die traumatische werking terug en die wordt geprojecteerd in het leven. Wij krijgen dan vaak een onredelijke heerszucht ten aanzien van anderen, gelijktijdig, waardoor dan natuurlijk weer eigen mogelijkheden nog verder in wanorde raken, terwijl ze disharmonisch zijn en zich vaak erg ongelukkig voelen.

  • Is u iets bekend van het prenataal trauma in verband met LSD of weet u daar niets van?

Ik weet dat daar proeven mee zijn genomen. Maar tegen LSD heb ik bepaalde zéér grote bezwaren. Een van de grootste bezwaren is nl. dit: LSD zou inderdaad bepaalde gesloten delen van het ego toegankelijk maken. Wanneer dit dan alleen beleefd en ten dele geconcipieerd wordt, en de zaak wordt weer afgesloten, is er geen bezwaar tegen. Maar vaak worden delen van het onderbewuste en van de persoonlijkheid, die in feite gesloten zouden moeten blijven, nu actief gelaten. Die blijven dus niet alleen enkele uren of dagen – zoals normaal – maar jarenlang actief. Dat betekent dat dan de reactie van die mens in de wereld verandert, dat wij te maken krijgen met verschijnselen die praktisch schizofrenie gelijk komen.

  • U wilde dus zeggen dat zelfs al is de LSD toegepast onder technische leiding, dat je een confrontatie krijgt met een niet-bewuste persoonlijkheidsstructuur, die in de herinnering nog blijft na-ijlen?

Ja, en mijn punt dat ik dus probeer duidelijk te maken is dit: dat zelfs onder de beste technische leiding, waarbij dus alle feitelijke vergiftigingsverschijnselen eenvoudig terzijde kunnen worden gesteld, en ook de hunkering kan worden opgelost zonder meer, dat wij nog het gevaar houden dat we een vakje voorgoed openmaken in de persoonlijkheid, waardoor de totale reactie en waarde van die persoonlijkheid in ongunstige zin kan veranderen.

  • U wilt zeggen: dat potje hoorde dicht en dan hoort het ook dicht te blijven? Maar als het nu al een schizofrene persoonlijkheid is, wat dan?

Ja, dit wordt nu langzamerhand het ziekenuurtje… Maar kort en goed dus dit: wanneer dit wordt toegepast op personen die men meent niet op andere wijze redelijk te kunnen helpen, dan zal ik van mijn kant daartegen geen bezwaar maken. Maar ik blijf waarschuwen dat zelfs dan zeer onverwachte en vaak langdurige of zelfs blijvende nevenverschijnselen als gevolg van de behandeling kunnen ontstaan. En ik wijs er dus op dat het middel dan soms erger kan zijn dan de kwaal.

  • Is het juist dat wij in de astrologie te maken hebben met een symbolisch stelsel?

Wanneer wij zeggen dat wij in de astrologie te maken hebben met een symbolisch stelsel, is dit in zoverre juist dat wij niet in de berekening en de interpretatiewijze van de astrologie te maken hebben met volkomen stoffelijke en concrete waarden. Ik dacht dat ik dit ook al duidelijk had gemaakt. Maar aangezien de ervaringen gebaseerd zijn op een realiteit, zou men dus ten hoogste kunnen zeggen dat in de astrologie gewerkt wordt met realiteitssymbolen die vatbaar zijn voor een complexe, maar ook voor een vereenvoudigde realiteitsinterpretatie.

  • De predestinatie in verband met de mogelijkheid toekomst te voorspellen, kan slechts mogelijk zijn op grond van de persoonlijkheidsstructuur en karakter van de persoon, gevormd, of beter gezegd: in de richting gedwongen door de constellatie waaronder hij is geboren?

Mijn antwoord is heel eenvoudig. De predestinatie zou in dit verband waarschijnlijkheid en geen absolute zekerheid zijn. Zelfs het geringste verschil in ontwikkeling of reactie die als normaal zou worden gesteld, betekent dat de belevingen en gebeurtenissen, zelfs wanneer zij vanuit de wereld gezien uiterlijk dezelfde blijven, een andere worden en daarbij de beleving en de persoonlijkheidswaarde en de verdere reacties dus ook een andere richting uitgaan.

Van een volledige predestinatie kan niet worden gesproken, wel van de mogelijkheid om met zeer grote waarschijnlijkheid voor een bepaalde mens bij volledig kennen van zijn achtergronden, geestelijke ontwikkeling en huidige status, een prognose te geven die een zekere periode – zeg: tot zeven jaar – in de toekomst gaat. Alle verdere prognoses zijn niet mogelijk, tenzij zij gebaseerd worden op het totaal van de wereld en het daarin voorkomende eigen lot van het individu op zich daarin, maar vaag omschreven.

  • Dat prenatale geboortetrauma, is dat vaak ook een predestinatie of is dat nu toeval?

Het is een resultaat van oorzaak en gevolgwerkingen en van een toeval zou ik dus alleen willen spreken in die zin: dat het een voor ons niet overzienbaar en daardoor niet verklaarbare oorzaak en gevolgwerking is. Maar dan stel ik nog: het was niet noodzakelijk in dit wezen te incarneren. We staan voor een vrije keuze.

Uit een geestelijke binding met het embryo op het moment dat het trauma ontstaat en verder eigen geestelijke relatie met de moeder, zijn voor een aanmerkelijk deel medebepalend voor de intensiteit waarmee de traumatische ervaring in het embryo wordt vastgelegd. Als zodanig is ook hier eigen ontwikkeling en eigen verhouding tot wat dan je wereld is, mede bepalend voor de waarde die het geheel heeft. Er kan zelfs hier volgens mij niet van een volledige predestinatie worden gesproken, daar het ‘ik’ door zijn eigen houding wel degelijk de mogelijkheid behoudt de betekenis van het gebeuren te variëren. En iemand die volledig bewust is dit gebeuren vooruit zou kunnen stellen als een zeer grote waarschijnlijkheid, gezien het wezen, karakter en de sfeer van het leven van de moeder.

  • Is elke geboorte vrijwillig?

Ja, elke geboorte is vrijwillig. Alleen heb je dus geboorten die plaatsvinden omdat het een minder erg is dan het andere. Je hebt geboorten die plaatsvinden omdat je zegt: Nou ja, ik verveel me zo, het kan me niks schelen. En je hebt dus incarnaties die plaatsvinden omdat men daar bewust een bepaald doel mee beoogt. Deze laatste zijn dus de gunstige. En al de andere incarnaties zijn in feite toevalsgeboorten, die wel bewust geschieden, maar waarbij het ‘ik’ zich geen bepaalde voornemens maakt en waarbij dus een groot gedeelte toeval is, als we het zo moeten noemen, waar je terecht komt.

  • Dus geen karma?

Het karma speelt hier in zoverre een rol dat door alle voorgaande ontwikkelingen en ervaringen het bewustzijn van de entiteit bepaald wordt en daarmee zijn harmonisch-zijn ten opzichte van aardse aspecten en eveneens zijn begrip ten aanzien van aardse mogelijkheden. Het karma zal dus in deze zin wel bestaan.

  • Hebt u als lid van ‘De Witte Broederschap’ op een gegeven ogenblik het recht om uw eigen gang te gaan, of bent u gebonden aan de gemeenschap en zijn bepalingen? Kunt u op een gegeven ogenblik dus ook incarneren of wordt u daarvan weerhouden door de rest?

Neen, de incarnatie blijft ook voor mij volledig vrij; zo ik ze ambieer. Ik moet zeggen: met de kennis die ik van uw wereld heb, ambieer ik het op het ogenblik niet! Ik ben dus niet gebonden aan de groep, maar het is denkbaar dat, in kortere of langere tijd, mijn eigen vermogen tot actie en reageren binnen de Orde, en dus ook binnen de Broederschap, zodanig afneemt dat ik mij ga voornemen om in een stoffelijke incarnatie mijn arbeid voort te zetten. En ik hoop dan in staat te zijn – ietwat bewuster dan vele anderen – mij daarvoor de juiste plaats, tijd en het juiste lichaam te kiezen.

  • Maar doet u dat dan als groep?

Ik doe dat niet bewust als groep. Maar u zult wel begrijpen dat we, waar vrienden in de buurt zijn, ons vaak meer harmonisch voelen dan daar waar wij geen contacten hebben. De groepsincarnatie ontstaat dus uit neiging en niet uit verplichting.

  • Gaat u dan gezamenlijk een opdracht vervullen?

Wanneer het gaat om een ons gegeven opdracht die dan vrijwillig moet worden aanvaard: Ja.

  • Dan is er wel ergens leiding?

Er is dus de vrijwillige aanvaarding van een hogere kracht, een hogere wijsheid. We zijn niet verplicht te gehoorzamen, maar aangezien ik de inzichten van de ander hoger schat dan de mijne, zal ik geneigd zijn mij daaraan te onderwerpen. Tenzij ik het van mij geëiste strijdig acht met mijn wezen of belangen, zoals ik die op dit moment besef.

  • Waarom spreken ze allemaal met mannelijke stemmen?

Dat is een heel oude vraag en die heeft met het onderwerp al helemaal niets meer te maken. Kort gezegd: omdat we bang zijn dat bij het geven van een vrouwelijke stem wij zodanige bezwaren krijgen van ons medium, dat wij daarmee niet meer harmonisch kunnen samenwerken. Dit op grond van enkele ervaringen uit het verleden, waar dus entiteiten van vrouwelijke geaardheid met hun eigen stemgeluid en ook eigen maniërisme doorkwamen en daaruit een zekere angst voor ridiculiteit is ontstaan.

  • Wat is dan het verschil tussen een vrouwelijke en een mannelijke entiteit?

De herinnering aan de wijze waarop je op aarde hebt bestaan en dus de wijze waarop je terugkerende op aarde meent je te moeten bewegen.

  • En als het medium een vrouw is?

Als het medium een vrouw is en er bestaat geen verweer tegen, dan zult u ook een man door de vrouw zien doorkomen. Het verzet is daar meestal niet zo sterk tegen als in het omgekeerde geval. Toch zult u zien dat bij zeer vele vrouwelijke mediums kinderen en vrouwen het overwegende deel van de zich manifesterende geesten vormen, omdat daarmee een grotere binding kan worden bereikt.

  • Ik dacht dat men de stembanden van het lichaam dat men even bezet, moest gebruiken, dan ben je altijd aan een mannelijke stem gebonden?

Nou, die variatiemogelijkheden van de stem zijn betrekkelijk groot. Wanneer u dit wilt, kan ik dus in een veel lichtere toonsoort spreken zonder dat dit iets uitmaakt.

  • Ja, maar het blijft een mannelijke stem.

Het blijft een mannenstem, maar ze krijgt dus een meer vrouwelijk karakter en ze kan ook een meer vrouwelijk maniërisme krijgen.

  • U hebt gezegd, even geleden, dat bij een eventuele verandering in de geestelijke structuur dat er dan psychische doofheid en blindheid kan ontstaan. Ik wil nu vragen of het dan mogelijk is, waar het gehoor en gezichtsapparaat volkomen normaal is, dat dit genezen kan worden op latere leeftijd?

Ik kan u daar, gezien ik geen gediplomeerd medicus ben en ook de laatste studies op dat terrein niet volledig heb gevolgd, geen volledig antwoord geven. Wanneer men echter de oorzaak van deze blindheid en doofheid, die dan over het algemeen dus maar gedeeltelijk is, bv. voor bepaalde begrippen, bepaalde woorden, wanneer we die dus erkennen in hun oorzaak, dan geloof ik dat op latere leeftijd daar misschien wel iets aan te doen is, wanneer mens:
a) Kan komen tot een bewustmaken van deze oorzaak aan de persoon zelf.
b) In staat is een voldoende geestelijke steun en kracht te geven, dat zo iemand dit begrip helemaal kan verwerken.
Dan ontstaat een langzame vermindering van de woorddoofheid, woordblindheid e.d. En dan blijkt ook vaak een afnemend gezichtsvermogen aanmerkelijk te verbeteren. En de bestaande gehoorsdoofheid voor een deel teniet worden gedaan door een scherper opletten in de wereld en een juister reageren daarop.

  • Noemt u dat psychisch blind of doof?

Ja, inderdaad. Omdat dus het fysiek organisme op zich niet beschadigd is en geen aanleiding daartoe geeft. Ofschoon, wanneer het lang blijft bestaan, er wel eens verkommeringsverschijnselen kunnen optreden. Dat komt echter niet te vaak voor, en dus fysieke, geestelijke en mentale oorzaken aanleiding zijn dat je bepaalde dingen eenvoudig niet kunt horen of niet kunt lezen of samenhangen eenvoudig niet kunt zien. Vandaar dat ik dus sprak van psychisch.

Heeft nog iemand iets te vragen over astrologie? ….. Niet? Mag ik dan eindigen met een kort slotwoord?

Slotwoord

Mag ik beginnen met te constateren dat de mens in deze tijden zich graag op dwaalwegen begeeft? Ik hoop echter dat dit alles dat wij besproken hebben, ook over trauma’s, over voorbestemming e.d. voor u toch een aanleiding mag zijn over de astrologie en haar betekenis nog eens dieper na te denken.

Want ook wanneer je niet zeker bent dat je bepaalde wegen gaan moet, is het vaak goed te weten dat ze bestaan. Ook wanneer bepaalde mogelijkheden op dit moment niet important lijken of opportuun, kan het zeer belangrijk zijn dat u – wanneer die noodzaak ineens zou ontstaan – weet waar de juiste momenten liggen en wat de juiste weg is. In deze zin wil ik de astrologie in uw aandacht aanbevelen. Daarnaast wil ik echter stellen: dat het geheel van ons leven met al zijn fouten, met al zijn tegenstellingen en met al zijn onvolledigheden, is de uitdrukking van de persoonlijkheid die wij van God uiteindelijk krijgen.

Al wat wij doen, wat wij tot stand brengen, is een door God gegeven mogelijkheid. Wij zijn het aan onszelf en aan de Kracht die ons geschapen heeft verplicht om volgens ons wezen en inzicht een zo juist en goed mogelijk gebruik te maken van al datgene dat ons geboden wordt. Wij moeten begrijpen dat in onszelf de factor ligt die bepaalt wat wij wel en niet moeten en kunnen doen. De mogelijkheden die de gehele wereld omvatten en die ook ons ego betreffen, zijn middelen om te bereiken, zijn middelen om te presteren, zijn middelen om onszelf zuiverder, juister en beter te beseffen en tot uiting te brengen. Wie deze mogelijkheden niet gebruikt, is een dwaas. Want het leven krijgt pas zin wanneer de dood niet het einde is. En al wat je in het leven bent en doet en bereikt en beleeft, heeft pas dan zin, wanneer het je leert juister jezelf te zijn, jezelf te kennen en daardoor ook boven de grenzen van de dood, boven de grenzen van het stoffelijk nog voorstelbare, je eigen relatie zowel met de Godheid als met de wereld, zuiverder en juister te beseffen.

Wanneer de sterren banen en wegen tonen,
Wanneer in ons de krachten wonen
Die in die sterren zijn erkend,
Wanneer ons aangezicht gewend is tot een doel,
Zij het oneindigheid of slechts bereiken in de tijd,
Zo ligt in ons de kracht, en rust op ons de plicht te gaan naar beste weten,
Totdat de taak is verricht, die wij als deel van het ‘ik’ beseffen
Als deel van eigen leven weten te volbrengen.
Zoek naar uzelf en draag de waarheid van uzelve uit,
Niet slechts uzelve zijnd, uzelf begerend,
Maar lerend uit uzelf, te zijn uzelf in al wat rond u is
En voort te dragen dat wat in u als kracht, talent,
Als weten of ervaren werd geboren.
Zodat de sporen van uw zijn, zijn tekenen van God
Door elk deel van Zijn Schepping sprekend tot al wat Hij geschapen heeft.
De mens die leeft, make waar De Schepper die ook in hem leeft.

En daarmee, vrienden, meen ik dat wij deze bijeenkomst kunnen beëindigen.
Ik dank u voor uw aandacht. Ik hoop dat de avond ook voor u iets heeft gebracht waarover u verder kunt nadenken.

image_pdf