Astrologie

image_pdf

30 april 1971

De astrologie is een empirie, waarvan men stelt dat zij haar begin vindt in de tijd van de Chaldeeën. Indien men hiermee bedoelt dat de Chaldeeën zich bezighielden met het bestuderen van de “sterrentaal” heeft u gelijk, maar dat betekent nog niet dat men zijn kennis van de gang der planeten en de loop der sterren gebruikte om horoscopen te trekken.

Men zocht door zijn beschouwen van de hemel, de wil der goden te weten te komen. Hiertoe las men het “schrift aan de hemel”, dat voornamelijk tot stand kwam door samenstellingen van sterren als een soort lettertekens te beschouwen. De loop van de planeten veroorzaakte hierbij een voortdurende verandering van letters, terwijl daarnaast de progressie van de sterren langs de hemel een steeds wisselende nadruk op bepaalde letters veroorzaakte.

De astrologie, zoals u die kent, is niet zo oud als de meeste mensen denken. De horoscopie, zoals men die vandaag kent, is voor Europa hoogstens 1300 jaren oud. Zij stamt uit de Arabische wereld. Veelal wil men verder teruggaan tot de Egyptenaren, omdat dezen inderdaad de sterren observeerden. Maar ook zij deden dit niet om horoscopen te maken, maar omdat volgens hen de pla­neten en bepaalde sterren in een direct verband stonden met het tot uiting komen van bepaalde krachten op aarde.

De wichelarij met sterren is dus wel heel oud, maar het daarvoor gebruikte systeem is toch niet te vergelijken met de moderne astrologie.

De vroegste horoscopen die wij kunnen vinden, treffen wij aan in Indië en China. Zij verschillen in opzet nogal wat van de u bekende vormen. Ik neem aan dat de oudste constructies van sterrenstanden ongeveer 4000 jaar oud zijn. Ik bedoel hiermee de oosterse horoscopen. Maar zij werden niet gezien als een lotsbepaling of karakter omschrijving, maar eerder als een middel om evenwichten en tendensen in de krachten van de natuur, die de mens omgeven, vast te leggen.

Men vergeleek zo de invloeden van de natuur of het dominerende optreden van bepaalde goden in bepaalde perioden om zo te weten, wanneer men kon handelen zonder overheerst te worden door de natuur, of tot slachtoffer te worden van tijde­lijk zeer sterke demonische krachten.

De Hebreeën kennen een vorm van horoscopie, die reeds ongeveer 500 v. Chr. schijnt te ontstaan. Maar dit is weer een kabbalistische horoscopie, waarbij sterren, delen van het menselijke lichaam, namen en getallen een rol spelen. In vele gevallen werkt men met getallen en niet met de plaats van de sterren zelf. Stel dat twee planeten in oppositie zijn. Men zegt dan niet: in huis 4 staat 7, in huis 10 staat 3, dit zijn tegenovergestelde waarden, maar: in huis 7 werkt de resultante 3. Elk zo berekend getal is dan tevens weer een letter, die van betekenis kan zijn voor de persoon zelf, of iets in zijn omgeving kan aanduiden.

Bij de Essenen vinden wij ook een vorm van horoscopie, maar hierbij gaat het om de vaststelling van de krachten Gods die op een geven ogenblik op aarde werkzaam zullen zijn.

Wat later heeft men echter in vele delen van de wereld reeds bepaalde werkingen geassocieerd met planeetstanden en krijgen wij primitieve horoscopen, die gebruikt worden om gunstige ogenblikken aan te duiden en te zien welke goede krachten in het leven van een mens op een gegeven ogenblik werk­zaam zullen zijn.

Trouwens, in de magie van de christelijke landen worden wij steeds weer geconfronteerd met 7 aartsengelen als de heer­sers van de uren, terwijl bepaalde benoemde heerschappijen optreden als tegenwicht voor eveneens benoemde demonen die dan weer worden gezien als voortkomende uit een bepaalde planeet.

De sterrenwichelarij wordt hier in de eerste plaats deel van een godsdienstig spel. Toch ligt hier het begin van de nu bestaande vorm van astrologie. Want de invloeden die aan bepaalde planeetstanden verbonden werden geacht, veranderden steeds. Begrijpelijk, omdat men de astrologische constateringen steeds weer ook achteraf met de feiten in overeenstemming probeerde te brengen.

U dient hierbij te bedenken dat men, wanneer men een vergelijkbare stand van de planeten ziet en vergelijkbare omstandigheden aantreft, veronderstelt dat de vroegere ont­wikkelingen zich zullen herhalen. Wanneer dit niet geheel uitkomt, zoekt men de oorzaak daarvan te kennen en zal zo tot een steeds meer verfijnde berekening van mogelijkheden komen.

In de Arabische en Joodse astrologie maakt men steeds weer gebruik van de waarneming, dus de gegevens die op het ogenblik zelf aan de hemel zijn te vinden. Nu werkt men nog steeds met de oude tabellen en veronderstelt dus dat een gegeven ogenblik aan de hemel bepaalde constellaties zal tonen, maar houdt geen rekening met het feit dat in de loop van vele jaren de sterren een andere plaats zijn gaan innemen.

De directe waarneming, gepaard gaande met interpretatie danken wij voornamelijk aan de arabieren. Zij verenigen astro­nomie met astrologie. Zij werken aan de hand van oude waarnemingen ook efemeriden die echter nog steeds astronomisch worden gecorrigeerd.

De methode van directe waarneming, voorafgaande aan en herhaald tijdens de opstelling van een horoscoop blijft in zwang tot rond 1300 na Chr. Vanaf die tijd gaat men steeds meer rekening houden met feiten in het verleden en komt men er in steeds verdergaande mate toe gebruik te maken van vaste tabellen die aan geen correctie meer worden onderworpen.

Nadat de drukkunst is uitgevonden, is het hek geheel van de dam: iedereen kan nu de tabellen van voorbije jaren zonder meer verwerven. Het maken van geboortehoroscopen als afwijkend van de progressieve horoscopen komt steeds meer in zwang, de progressieve horoscoop wordt ook steeds meer gebaseerd op de geboortehoroscoop.

Daar op de duur berekeningen in de plaats van waarnemingen komen te staan en efemeriden dus niet zonder meer de astronomische toestand weergeven, kan men zeggen dat er een vervreemding van de werkelijkheid plaats vindt, vooral t.a.v. de dierenriem en vaste sterren. Dit lijkt erger dan het is. Wij hebben immers niet zonder meer te maken met een wetenschap, die gebaseerd is op de wer­kelijke stand van de sterren, maar eerder met een empirische interpretatie van bepaalde ritmen en werkingen in natuur en Al.

Daar de verklaringen hoofdzakelijk voortkomen uit een vergelijken van de veronderstelde stand van de sterren en de daarmee verbonden werkelijke gebeurtenissen, is de juistheid van uit horoscopen afgelezen eigenschappen en neigingen nog even betrouwbaar als in het verre verleden, toen de feite­lijke stand van de sterren voor elke berekening werd waar­genomen.

Het gaat in wezen om het afleiden van gebeurtenissen. Het gebeuren in de wereld vertoont, zeker waar het geneigdheid betreft, vaste ritmen. Dit is in de loop van vele eeuwen proef­ondervindelijk vastgelegd. De interpretatie van deze ritmen is veel belangrijker dan de werkelijke bewegingen van planeten en de werkelijke plaats van sterrenbeelden aan de hemel.

Overigens komt er nog meer te pas bij deze korte beschou­wing. Men heeft in het verleden sterren vereerd en zonaanbidding, maanverering treffen wij over de gehele wereld. Men zag deze hemellichamen als voornaamste uiting of zelfbelichaming van belangrijke goden en ook de andere planeten werden al snel beschouwd als voertuig van belangrijke en machtige persoonlijk­heden in het gebruikte pantheon.

Niet alleen in Europa, Afrika en Azië treffen wij dit aan, maar een dergelijke opvatting omtrent het bezield zijn van hemellichamen heeft ook bv. in de Azteekse Tolteekse cultuur een grote rol gespeeld. Ook daar neemt men de sterren waar en kent men een soort horoscopie. Alleen heeft die dan niet veel te maken met het lot van enkele personen, maar
geeft zij eerder de wil van de goden voor iedereen weer en geeft zij ten hoogste weer, welk lot door de goden is bepaald voor groepen. Misschien zou ik hier moeten zeggen dat groepen van priesters de sterren raadplegen om zo de wil van de goden aan anderen te kunnen voltrekken.

De astrologie is, zoals vele vormen van augurie, ook politiek belangrijk en wordt politiek steeds belangrijker, naar­mate nieuwe en grote rijken zich ontwikkelen. In de 14e, 15e, 16e en zelfs de 17 e eeuw zien wij dan ook dat zelfs in Euro­pa elke vorst zijn hofastroloog heeft.

De taak van deze voorspellers is tevoren de kansen van slagen te berekenen en hun meesters duidelijk te maken, welke koers goed, welke gevaarlijk of niet goed is. Vele astro­logen hebben dan ook een te grote eerlijkheid, of het maken van vergissingen moeten betalen door overhaast te vluchten of hebben er het leven bij ingeschoten.

Maar mij werd gevraagd vooral iets te zeggen over de waarde van de horoscopie in deze tijd. Wanneer wij rekening houden met de lange tijd, waarin de tendensen werden waargeno­men en met de voortdurende correctie die werd aangebracht op algemeen geldende interpretaties, is het duidelijk dat er op de duur een reeks van omschrijvingen en formuleringen ontstaan is, die algemeen toepasselijk en redelijk juist zal zijn.

Men kan stellen dat het verbinden van bepaalde op aarde voorkomende ritmen aan de standen van planeten en ster­ren willekeurig is. Maar de hemel is eigenlijk ook een grote klok, zodat zelfs wanneer de ontwikkelingen in de eerste plaats op bepaalde aan de aarde eigen ritmen en niet op inwerkingen van de sterren gebaseerd zijn, men gezien het verwerken van de feiten uit het verleden in de interpretaties, zelfs indien het uitgangspunt verkeerd zou zijn, tot met de feiten strokende interpretaties zal kunnen komen.

Let wel, ik stel niet dat het voorgaande de werkelijk­heid weergeeft. Maar zelfs indien dus de premisse van de astro­logie geheel verkeerd zou zijn, blijft er, gezien de empirie, nog zoveel waars over dat enige aandacht voor de astrologie zeker niet zonder meer als onzinnig verworpen mag worden.

Ik stel dat juist beoefend en geïnterpreteerd, het resultaat van de horoscopie wel degelijk de moeite waard is. Gelijktijdig meen ik echter dat men zich zal moeten realise­ren dat hetgeen omtrent de stand van planeten en sterren wordt gesteld, astronomisch niet geheel juist is, zelfs t.a.v. de plaats aan de hemel enz.

Misschien is het nog beter te stellen dat wij bij de horoscoop niet met de planeten zelf te maken hebben, maar eerder met krachten, invloeden, die vroeger met de naam van de planeten benoemd werden.

Zo zou ik ook willen stellen dat de tekens van de dierenriem in de eerste plaats een oriëntatiemogelijkheid in de ruimte betekenen, maar slechts beschouwd mogen worden als symbolen van krachten, die op de wereld schijnen in te werken, wanneer een teken op een bepaalde plaats aan de hemel heet te staan volgens de oude berekeningen en dus niet noodzakelijk in overeenstemming met astronomische feiten.

Zo bezien wordt volgens mij de mogelijke betekenis van de astrologie duidelijker en aanvaardbaarder gesteld. Toch zou ik ook willen pleiten voor een rekening houden met de feitelij­ke stand van de planeten. Het is wel duidelijk dat de loop van de planeten rond de zon lang in verschillend vlak liggende banen een voortdurende verandering van zwaartekracht en zelfs stralingsverhoudingen binnen het zonnestelsel met zich brengt.

De resulterende krachten en veranderingen van krachts­verhoudingen op aarde zullen mogelijk als gevolg hiervan zeer gering zijn, maar wij weten ook dat zeer geringe krachten al in staat zijn ontwikkelingen te veranderen.

Men zou dan ook volgens mij op aarde moeten werken met astronomisch juiste gegevens, zover het stoffelijke ontwikkelingen betreft, terwijl men daarnaast gezien, de voorgaan­de interpretaties van niet geheel juiste gegevens vooral voor lotstendensen en geestelijke ontwikkelingen er beter aan zal doen volgens de oude, maar niet geheel met de astronomische feiten strokende efemeriden zou moeten werken.

Want waar het gaat om het lot van de mens, zal men in de eerste plaats rekening moeten houden met geestelijke tendensen en ritmen, die vooral voor mentaliteit en zo gerichtheden in het leven belangrijk zijn.

Ik hoop niet dat astrologen zich door deze wijze van bespreken gekwetst zullen gevoelen. Tot hen zou ik willen zeggen: de feitelijke samenstelling van het middel dat u tot uw beschikking hebt, is niet zo belangrijk als de bruikbaarheid.

Indien u nauwkeurig rekent, heeft u een bruikbaar punt van uitgang en zijn op ervaringen stoelende interpretaties mogelijk.

Indien uw interpretaties juist zijn volgens de regels van de astrologie zult u dan ook dicht in de buurt van de werkelijke feiten en ontwikkelingen kunnen komen. U haalt weliswaar geen juistheid van 100 ten 100, maar vele andere meer wetenschappelijke methoden om de toekomst te kunnen voorzien, kennen een dergelijke of zelfs grotere afwijking van de werkelijke ont­wikkelingen.

Maak echter niet de fout te stellen dat uw astrologie een wetenschap is in de zin, waarin dit woord nu wordt gebruikt. Vele astrologen hebben de neiging dit ten koste van alles erkend te willen zien. Wees eerlijk en zeg: astrologie is een pseudo-wetenschap, waarbij een reeks van onbewezen en betrekke­lijk willekeurig samengebrachte stellingen is samengebracht als kader, waarbinnen empirische vaststellingen kunnen worden uitgedrukt.

image_pdf