Betekenis van fabels, sagen en legenden

image_pdf

8 juni 1977

Het is tamelijk eenvoudig uiteen te zetten waar het om gaat.

De fabel.

De fabel is altijd een verzonnen verhaal. Het is niet bepaald noodzakelijk, dat dieren daarin sprekend optreden. Vaak gebeurt het, maar het is niet noodzakelijk. Een fabel heeft altijd een moralistische inslag. Het is dus te vergelijken met bv. de gelijkenissen die we aantreffen in het Nieuwe Testament, in de vele verhalen van de wonderrabbi’s die zijn opgenomen in verschillende joodse boeken.

De sage.

Een sage ontstaat eigenlijk uit een overlevering. Er is iets gebeurd wat men nog vaag weet. En nu gaat men vertellen hoe het is gebeurd. Bijvoorbeeld de sage van Erik de Rode, die overstak naar Amerika.

De legende.

Een legende gaat uit van iets wat heeft bestaan en maakt daarvan een verhaal dat met de werkelijkheid weinig, soms helemaal niets te maken heeft. Opvallend in de legende is over het algemeen een miraculeus aspect. In de meeste gevallen zijn zowel de sagen als de legenden moraliserend.

Als je probeert de achtergronden na te gaan, dan moet je bij de fabel gewoon zeggen: Er was iemand die een wijze les wilde geven. Of dat nu het verhaal is van de vos en de raaf of dat het andere verhalen zijn, er werd gewoon een bepaalde volkswijsheid uitgedrukt in een aardig verhaaltje.

Bij de sage ligt het een klein beetje anders. Als we denken aan De Nibelungenring die Wagner zo schitterend en pompeus heeft verklankt, dan worden we geconfronteerd met allerlei wezens die nooit hebben bestaan en nooit zullen bestaan. Er is zelfs een schat, die er nooit is geweest, het z.g. Rheingold. Onder de aarde wonen allerlei dwergen. Een van hen smeedt een berucht zwaard. Er zijn schildmaagden, die de mensen naar het Walhalla brengen. Het is een oud geloof dat in het verhaal – rond de held Siegfried overigens ‑ wordt samengevoegd tot iets waarin het oude geloof wel doorspreekt en waarin de oude mystiek en volkswijsheid een rol spelen, maar waarvan je aan de andere kant kunt zeggen: er is maar heel weinig van waar. Hetzelfde zou je kunnen zeggen voor een nog mystieker aandoend verhaal: de Graallegenden. Wat zijn ze? Ze spreken over iets wat waarschijnlijk nooit heeft bestaan, want er wordt verondersteld dat de Avondmaalsbeker bovendien zou zijn gebruikt om een paar druppels van het bloed van Jezus op te vangen. Verder zou men de speer van Longines in zijn bezit hebben en nog wat meer kostbare relikwieën, die zoals we weten teloor zijn gegaan. Ook hier is de achtergrond iets wat heeft plaatsgevonden. De hele verbeelding rond deze Graalmythe, de moeilijkheid om de Graalburcht te vinden en al wat daarmee samenhangt, geeft aan hoe de mens denkt over de diepste waarheden van zijn geloof. We zouden het eenvoudig zo kunnen uitdrukken: een vertaling van geloofsdrift in de termen van de riddertraditie. Zoals de geschiedenis van Siegfried, de Nibelingen en al wat erbij komt eigenlijk een vertaling is van het oer‑Duitse, het Teutoonse stamgeloof, aangevuld overigens met enkele Keltische elementen, al zal men dat niet graag toegeven. Zo wordt dus de oudheid tot leven gebracht, maar altijd weer in termen van onwerkelijkheid, vol onwerkelijke verschijnselen, gedramatiseerd op een manier die in het dagelijks leven belachelijk zou zijn.

Kijk ik naar de legenden, dan denk ik in een andere richting. Neem bv. Dracula. Beroemd geworden door Bram Stoker, de schrijver. Maar toch een man die werkelijk heeft bestaan: hij had wel een andere naam. Hij was echter bekend als Dracula. Deze man had een burcht in het Zevengebergte. Hij heeft inderdaad enorme wreedheden begaan. Hij heeft aan goudmakerij en zwarte magie gedaan. Alles wat aan vampirisme daaraan wordt bijgevoegd is eigenlijk een illustratie die weergeeft hoe het historisch eens is geweest. De grote willekeur van de landheren bv. wordt daarin geïllustreerd en gelijktijdig worden we geconfronteerd met de sombere magische omgeving van het Zevengebergte. Op deze manier krijg je de echte legende.

Een legende vinden we ook bij de Tafel van Koning Arthur. Zoals u weet de uitvinder van de ronde tafel, die sedertdien voornamelijk is gebruikt, als men wilde twisten over voorrang. Deze legenden berusten op werkelijkheid. Er is een koning geweest wiens naam wel niet precies Arthur was, maar die toch allerlei dingen heeft gedaan. Hij had inderdaad een grote burcht, afgesloten van het geheel. Hij had daar een ridderhofhouding. Hij was een van de eersten die een riddertraditie probeerde in te voeren en dat was nogal vroeg, zoals u zult begrijpen. Wij vinden in deze verhalen echter ook heel veel elementen die heel ergens anders thuishoren. Elementen, die eerder behoren bij de pogingen van de toenmalige Engelse stammen om zich te verzetten tegen de heerschappij van de Romeinen. Er zit van allerlei in van de overleveringen van de Saksische helden en hier en daar zelfs iets van de meer Vikingse overleveringen en waarden.

Men denkt altijd: die verhalen zijn zonder meer echt of niet echt. Maar een mens vertaalt alles in illusie. Als je bv. terugdenkt aan artiesten die enige tijd geleden zijn heengegaan, dan heb je ook al te maken met legenden. De legende van Louis Davids bv., van Lou Bandy, van Buziau, de legende van het afscheid van Heintje Davids. Dat zijn verhalen die op den duur zijn uitgebouwd en veranderd totdat er ergens iets is gaan ontbroken, het is niet meer helemaal waar. De mensen zijn legendarisch geworden. Ook gebeurtenissen die je je eigenlijk niet goed kon voorstellen werden al snel tot legenden gemaakt. De legendarische vlucht van Charles Lindborgh bv..

In de legende hebben we de werkelijkheid, maar we kunnen haar niet helemaal aan en daarom versieren we die. Als er dingen gebeuren die we niet begrijpen, dan vullen we dat aan door een beschrijving van de moed van de held, het ingrijpen van bovennatuurlijke krachten, het mirakel dat gebeurt. Op die manier kom je wel een heel eind ver, maar zoek je de werkelijke achtergrond, dan moet je zeggen: het is eigenlijk de neiging van de mens om alles in te passen in zijn gedachtewereld.

Als je veel later zult spreken over de eerste reis naar de maan, dan zul je horen dat dat gebeurde in ruimtevaartuigen die absoluut ontoereikend waren, dat het mensen waren die eigenlijk niet eens wisten waar ze op uit gingen en dat ze met ijzeren moed en misschien door ingrijpen van buitenaf er toch in zijn geslaagd een vlag op de maan te planten. Dat zal waarschijnlijk wel de vlag zijn van de Verenigde Aarde of zoiets, want van een Ver. Staten heeft men misschien wel gehoord, maar daar denkt men niet meer aan. Zo komen die legenden tot stand. Het is het menselijk bewustzijn dat probeert achtergronden te scheppen waartegen het “ik” een verhaal kan aanvaarden en daardoor kan worden geboeid. En als we nu zo bezig zijn, kunnen we een heel stel legenden gaan opnoemen.

Neem de legende van het oude Atlantis. Een absoluut onwetenschappelijk geheel, ook al geloven nog veel mensen eraan. Het verhaal over de opbouw van die stad is niet waar. Zeker, er is een Atlantis of Poseidonis geweest. Er is zo’n rijk van de zee geweest en er zijn steden geweest van een bepaalde structuur. Maar de wetten ervan waren helemaal niet in overeenstemming met hetgeen word verteld door de degene die het verhaal in omloop bracht. Want wat wilde hij? Hij wilde zijn eigen denkbeelden omtrent staatkunde, indeling van de staat duidelijk maken en daarmee vervalste hij het geheel. En daardoor wordt het moeilijker om het historisch na te gaan. Daardoor wordt het moeilijker te overtuigen en daardoor vooral bestaat er een grote afstand tussen het werkelijke Atlantis en datgene wat later als zodanig door een filosoof (Plato) wordt beschreven.

Kijk naar de oude Egyptische magie. Ze heeft bestaan, natuurlijk. De Egyptenaren waren magiërs, zeker in hun eigen ogen. Ze wisten een aantal dingen die de mensen tegenwoordig vergeten zijn. Ze wisten daarnaast een paar dingen die men nu op een andere manier en wetenschappelijk verantwoord kan bereiken. Maar als je de verhalen hoort over de vloek van de Farao of de wraak van de mummie en dat soort dingen, dan weet je: ik heb hier niet te maken met de werkelijkheid.

Toch zijn het geen sagen en ook geen fabeltjes. Neen, het is legende. Want de vloek voor de verstoorder van de tombe bestond. Men heeft het bevestigd gezien, toen archeologen daar opnamen gingen maken en de tekens gingen vertalen die op de afsluiting in bepaalde graven was aangebracht. Ze zijn er achter gekomen dat er inderdaad wel een zekere vloekwerking bestaat, maar die is helemaal niet dat duistere en wonderbaarlijke dat men ervan wil maken. Het is een doodnuchter iets. Het is een feit. Maar een feit, dat niet past in de denkwijze van deze tijd. Daarom wordt het een legende, daarom wordt het verdraaid, vertekend.

Datzelfde is het geval met de Bermudadriehoek: een van de legenden van uw tijd. De feiten bestaan: het witte water, de verblinding, het wegvallen van radioverbindingen, disoriëntatie, het plotseling optreden van dit effect in verschillende gebieden, maar alle tamelijk moeilijk te omschrijven, het daardoor teloor gaan van schepen en vliegtuigen of het geheel verdwijnen ervan. Het zijn feiten. Maar nu moet men iets daarvan gaan maken. Nu is de neiging om een legende te vormen erg groot, want het is duidelijk dat een plotseling opstekende storm niet het radiocontact altijd weer doet verzwakken en dan verbreken. Toch is dat vele malen geconstateerd. Als je dus vertelt dat het stormen zijn en je gaat alleen wijzen op de meteorologische omstandigheden in dat gebied, dan vertel je een legende.

Ik meen, dat hiermee de aard en het karakter van fabels, sagen en legenden wel duidelijk genoeg zijn. Dan moeten we nu proberen aan de hand van dit alles te zien wat er precies aan de hand is. Nu weet ik, dat er verhalen zijn die bij u als zuiver vertellingen gelden, maar die in andere landen wel degelijk worden beschouwd als legenden of sagen. Denk eens aan de vele verhalen van de Duizend‑en‑één‑Nacht. In enkele gevallen hebben we zuiver te maken met parabels en ook fabels, want sprekende dieren, dienende Djinni spelen daarin een grote rol. Maar in andere gevallen hebben we te maken met zuiver esoterische waarheden. Dan blijkt plotseling het verhaal een leerverhaal te zijn.

Als u bv. het verhaal van Aladin beschouwt, dan zal u opvallen dat hij eigenlijk tegen wil en dank betrokken raakt bij de pogingen van een tovenaar die het allesbehalve goed voor heeft. Hij zou inderdaad verloren kunnen gaan, want als hij naar beneden gaat, komt hij door vele verschillende grotten en daaruit zou hij graag wat van willen meenemen. Als hij het echter zou doen, zou de poging mislukken. Er wordt dus een beheersing van begeerte gevraagd. Eerst moet het doel zijn bereikt (de lamp moet genomen zijn), dan pas – en niet eerder – mag hij wat juwelen meenemen. Je moet eerst het licht bereiken en dan pas krijg je de wijsheid. Het is allemaal zo eenvoudig als je het goed bekijkt.

Neem het verhaal van Djoa en de rode vissen. Het verhaal van iemand die een soortgelijke beproeving ondergaat en moet doordringen in een paleis dat onder een rivier ligt. Als hij daar binnenkomt, wordt hij eerst verleid door de schoonheid, het begeerteleven speelt een rol. Hij gaat verder en wordt dan verleid door grote schatten, de bezitszucht wordt a.h.w. afgetast. Hij gaat verder en ten slotte ziet hij de gestalten van zijn moeder, zijn zuster, kortom, van iedereen en alles waar hij van houdt en die hem smeken alsjeblieft even om te kijken en bij hen te komen. En drie keer faalt hij daardoor. De vierde keer gaat hij verder en vindt het geheim. Het is duidelijk dat hierin zelfs bepaalde boeddhistische tradities in verwerkt zijn. Het verhaal is een parabel. Als we echter in datzelfde verhaal horen over enkele reizen van Sindbad, dan valt op dat bij Sindbad niet alleen maar hier en daar de lering of het buitengewone een rol speelt. Neen, in vele gevallen gaat het er ook nog om feiten duidelijk te maken. Dan weten we wel, een vogel Rok bestaat niet. Maar dat er diamanten waren gevonden op bepaalde plaatsen die ongeveer in overeenstemming waren met wat er wordt beschreven, dat kan niet worden ontkend. Het feit, dat er han­del werd gedreven, dat bv. Suttee bestond (al was dat in India en niet op een eiland), dat alles maakt duidelijk: hier heeft men allerlei feiten samen­gevoegd. Feiten, die misschien niet helemaal aanvaardbaar waren en die juist daarom een beetje vertekend moesten worden. En zo werden ze plotseling aar­dige vertellingen. Dat men dit dan later in het kader van de Duizend‑en­-één‑Nacht van Scheherazade en haar vertellingen heeft geplaatst, is een po­ging om het idee los te maken van de werkelijkheid.

Ook als we ons bezighouden met de visie die men heeft op bepaalde soorten mensen, dan blijkt dat legendevorming al heel gauw erbij betrokken is. We weten dat over Prins Siddartha allerlei veronderstellingen bestaan. Legenden, die weliswaar stroken met de feiten, maar waarvan een interpre­tatie wordt gegeven die heel anders is. Een van de aardigste daarvan is de Rivier van de Pijl. Jagend in zijn jonge jaren schiet Prins Siddartha een pijl af. Die pijl vliegt heel ver weg door de lucht en komt op een bepaalde plek terecht. Daar waar hij neerkomt, welt een bron op. Deze bron geeft een bijzondere zuivering waar­door men alle begeerten verliest, volledig vrij komt te staan om het hoogste te verwerkelijken. Dus niet een vergeving van zonde of een reiniging van de ziel zoals in de Ganges, maar een verandering van de persoonlijkheid. Als we zeggen dat er nooit gejaagd is en er nooit een pijl verloren is gegaan, dan liegen we. Dat is gebeurd. De manier waarop het ontstaan van de legen­de wordt beschreven, strookt ongeveer met de feiten die we kennen uit de historie. Maar wat niet strookt, is het ontspringen van die rivier (de bron). Hoe komt men daar dan aan? Wel, als je aan de Boeddha denkt als een bron van wijsheid en je realiseert je dat men meende zich te kunnen reinigen door zijn uitstraling, zijn gedachten en zo op de juiste wijze het Pad te kunnen gaan, dan is de rest van het verhaal duidelijk geworden. We behoeven ons niet altijd bezig te houden met sprookjes. Sprookjes zijn aardig, maar soms zijn er zaken die veel dichter liggen bij de legende en soms bij de sage.

Er is in China een periodiek terugkomende grote overstroming. Die overstromingen moeten verklaard worden. Men kan ze echter niet verklaren. En er zijn daarvoor verscheidene expedities uitgegaan om precies uit te zoeken of dat punt 1. te voorkomen was en punt 2. wat de oorzaak ervan was. Een oorzaak, die men meende te moeten zoeken in een soort versperring waardoor een stuw zou ontstaan. Dat was er niet. Dus verschijnt de legende van de z.g. gouden of witte Draak, die in een hol in de bergen woont en zich kan veranderen in een mens. Maar op zekere nachten, wanneer bepaalde sterren aan de hemel staan (beroep op de astrologie die vroeger een rol speelde in China) gedwongen is zijn drakengedaante aan te nemen en dan in een rivierbedding gaat liggen zodat het water wordt opgestuwd. Zo veroorzaakt hij eerst een droogte en daarna een overstroming. Dus feiten verklaren, het onverklaarbare verklaarbaar maken. Uw eigen tijd doet precies hetzelfde.

Als men bv. hoort over het gevaar dat de mensheid binnenkort alle bronnen van de aarde uitgeput zal hebben, dan zeg ik: Daar hebben we te maken met een sage. Want de feiten, die men noemt zijn niet allemaal onjuist, maar men verbindt er conclusies aan die niet juist zijn en probeert zo een belering te geven die gelijktijdig een andere mentaliteit bij de mensen zou moeten kweken. Hier en daar gaat men zelfs verder en worden dergelijke rapporten eigenlijk parabels, die duidelijk maken hoe degene die alles uitgeeft tenslotte zal moeten terugkruipen als de verloren zoon als hij tenminste het vaderhuis kan vinden.

Kijken we naar legenden, dan is het bv. de legende van de deteriorerende atoommacht. Anders gezegd: de atoomdreiging waardoor anderen bang voor je zullen zijn. Nu behoeft die niet zo groot te zijn, je hebt dus geen “overkill” nodig. Er wordt echter een verhaal opgebouwd dat, op zichzelf niet onjuist is, maar dat gewoon aan de feiten voorbij gaat. Het verhaal luidt dan, dat juist omdat je zo enorm veel atoomwapens en andere verschrikkelijke wapens hebt (waar het publiek niets van mag weten, maar de tegenstander soms via lekkages iets van mag vernemen) je daardoor oorlog onmogelijk maakt. Maar oorlog is een mentaliteit! Het is een toestand van onredelijkheid. Het is duidelijk, dat we hier proberen de techniek in de plaats te stellen van het menselijk bewustzijn. Ik zou zo voort kunnen gaan. Op de achtergrond van al die dingen ligt, geloof ik, ergens ook de onrust van de mens. De mens weet zelf niet precies meer wat hij moet doen. Hij voelt een onzekerheid en probeert die weg te praten met verhalen. De mens weet bepaalde dingen wel, maar hij zou ze anders wensen. En dan bouwt hij een verhaal op waarin die feiten wel een rol spelen, maar plotseling een heel andere betekenis krijgen. Bijvoorbeeld: Als we denken aan de werkgelegenheid, dan is het toch erg belangrijk dat er overal steeds meer nieuwbouw verschijnt. Het kan het meest rendabel zijn, als we kantoren bouwen. Dus is het belangrijk, dat er steeds meer kantoren worden bebouwd. Dus moeten we de steden vullen niet kantoren. Dit de mensen moeten wonen, dat de mensen willen leven, dat de mensen psychisch reageren, laat men gewoon buiten beschouwing. Maar je kunt verhalen samenstellen waarin alles past.

Als je te maken krijgt met dingen als God, innerlijke kracht, innerlijke bewustwording, dan is het veel prettiger om met sagen, legenden en fabeltjes te werken dan met feiten. De werkelijkheid van het leven is dat je jezelf bent en dat je daaraan niets kunt veranderen. Je kunt jezelf niet veranderen door je te beroepen op het een en ander. Je kunt alleen naar jezelf zijn. Als je nu weet dat dit het geval is, dan ga je een verhaal opbouwen waarin een goddelijke kracht, een heilige Maagd of een duivel aansprakelijk wordt gesteld en mede ingrijpt: een Deus ex Machina die het onmogelijke mogelijk moet maken. Maar je bent jezelf en je leeft jezelf. Als je het zo bekijkt, is de achtergrond heel vaak de vlucht voor de werkelijkheid, voor de feiten.

Kijk eens naar uzelf en naar uw leven. Weet u nu werkelijk wat goed en kwaad is? Dat moet u weten, want in de bijbel staat immers dat Adam en Eva aten van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad. En u bent nageslacht, dus dan moet uw kennis overgeleverd zijn. Maar u heeft ze niet, niet echt. Dan moet er dus iets fout zijn met het verhaal. Dan is de directe afleiding niet meer aanvaardbaar, niet meer mogelijk. God is een en dezelfde door alle tijden, en zijn gebod is een en hetzelfde. Lieve mensen, dat is gewoon een sage, een mythos! Want de wet van die God wordt voortdurend anders uitgelegd, elke keer weer. De mensen leven steeds onder andere omstandigheden. Neem bv. Abraham. Niet alleen dat de man er een bijzit op nahield (met goedkeuring van zijn vrouw overigens), maar bovendien verstootte hij Hagar omdat zijn vrouw plotseling vruchtbaar was, en wel kort nadat er drie gasten op bezoek waren geweest. Het is maar een verdachte situatie! Neen, dit is ingrijpen van God: dat mocht.

Salomo had een hele harem. Er werd van hem gezegd, dat hij voor elke dag van het jaar een vrouw had en bovendien nog een paar in reserve plus zijn bijzitten en slavinnen. De man verzamelde kennelijk iets anders dan postzegels. Maar dat werd goedgekeurd. Dat was Gods wil, want in diezelfde tijd heeft Salomo de tempel gebouwd, heeft God hem gezegend. Maar daar moet je nu niet meer om komen! Als u een jongeman tegenkomt, moet u toch eens vragen wat hij denkt van veelwijverij. Dan hoort u wel dat het geloof aan de God van vandaag heel anders is, want nu mag het niet meer. Of dat nu goed of kwaad is, daar zullen we niet over praten. Maar als je nu komt met het verhaal dat dit allemaal letterlijk waar is, allemaal de wil van God, door God zelf neergeschreven, dan kom je terecht in een aantal onverklaarbaarheden en tegenstrijdigheden. Neem nu uzelf eens. Hoe vaak heeft u geen verhalen verteld, legenden. Die tante van u bestond heus wel, maar wat u allemaal vertelt wat ze wel en niet heeft gedaan, nou daar klopt geen steek van. U wist er trouwens niet veel van, want u was nog veel te klein om dat te begrijpen.

En die goeie ouwe tijd waar sommige mensen over bezig zijn bestond ook niet, net zomin als de huidige welvaart. Dat is maar heel betrekkelijk. Voor enkelen was dat misschien zo. Waarom loopt u eigenlijk weg voor de feiten? Waarom loopt u weg voor uw eigen rol, voor uw eigen handelwijze? Zoudt u dat niet om dezelfde redenen doen waarom de mensen in alle volkeren, in alle werelddelen steeds maar weer sage op sage, legende op legende hebben gestapeld? Soms wilt u wel eens duidelijk maken dat het eigenlijk niet zo kan. En dan komt u aandragen met de parabel, de fabel desnoods, als je Hollander bent, met “Jantje zag eens pruimen hangen. O, als eieren zo groot”. Tegenwoordig zouden ze graag willen weten wat de kwaliteit (de klasse) was 0 was: een 5, een 3, misschien. Je probeert gewoon aan de ene kant de feiten weg te drukken en aan de an­dere kant de besefte waarheden zo uit te drukken dat iedereen ze kan begrij­pen zonder dat ze direct bindend zijn. Je kunt b.v. niet zeggen tegen de een of andere politicus die probeert een kabinet te formeren. “Goede man, je liegt dat je barst. Je zegt bepaalde dingen niet te weten, terwijl je ze zelf mede ontworpen hebt. Daar klopt niets van.” Dat kun je niet doen. Dan kun je wel zeggen: Er was eens een uil met een heel slecht geheugen.. en dan ga je verder. Dan haal je er nog een wielewaal bij en er komt een aardig verhaaltje uit voort. Je kunt toch nog zeggen wat je wilt zeggen, maar het is vervreemd.

Kijk, dat is nu waar een fabel voor is. Een fabel schept ook afstand. Ze maakt het mogelijk om bepaalde leringen vrijblijvend te maken. Op dezelfde manier waarop de mensen voortdurend de nadruk leggen op het feit, dat Jezus de werkelijke zoon Gods was. Een methode waarmee ze zichzelf proberen te onttrekken aan de noodzaak de weg te gaan die Jezus hun heeft getoond. Nu zeggen ze: Ja, maar hij was de zoon van God. Hij kon het. Ik kan het niet.

Die achtergronden zijn onthullend. U heeft gemerkt dat ik tot op dit ogenblik wel voorbeelden heb aangehaald, maar dat ik mij niet werkelijk in het rijk van sagen en legenden heb verdiept in de verklaringen die overal worden gegeven. Ik heb nog niet eens gesproken over de Witte Wieven en het feit, dat ze vaak voortkwamen uit het aanschouwen van de was van de een of andere heldere boerin in een maanlichte nacht door een wat dronken boer. Ik heb alleen geprobeerd de zaak zodanig te preciseren dat de achtergrond naar voren komt: het vervreemdingseffect.

Wij willen niet de feiten kennen, dat is de achtergrond. Wij willen de werkelijkheid niet voor ogen gesteld zien. En als dit onvermijdelijk of als dit nuttig is, dan veranderen wij er kleine details aan, dan doen we net alsof het anders is. Dat doen we dan net zolang totdat we er zelf in geloven. En als het dan toch nog niet helemaal aanvaardbaar is, projecteren wij het terug in de tijd en is er een legendarische held of vorst die alles kan. Dan is er een Hercules die zelfs de stal van Augias kan schoonmaken door er een rivier doorheen te laten stromen. Dat zou hem nu niet meer gelukt zijn. Waar vind je nu nog een zuivere rivier? Het is gemakkelijk genoeg om dat te doen, maar het zegt tevens iets over jezelf. Het zegt iets over je behoefte aan avontuur, je behoefte om zelf niet verantwoordelijk te zijn voor de gevolgen. Het zegt iets over de noodzaken van het menselijk bestaan en de illusies waarmee de mens net doet alsof hij anders is.

Zoals de oude geloofswaarden, volkswijsheid en overlevering in het sprookje altijd weer een rol spelen, zo doen ze dat natuurlijk ook in praktisch elke sage en legende. De zoetelijkheid ervan maakt duidelijk, dat de mensen altijd weer hopen op een overwinning aan het einde, op een glorieus lot of tenminste een erkenning. Ze maken ook duidelijk, dat de mens het altijd aan een ander overlaat.

We kunnen een heel verhaal vertellen over de Minotaurus en het grote Doolhof (Labyrinth). We kunnen spreken over Ariadne die o, zo handig was. Maar vergeten we niet dat in dit verhaal iets vervalst is. Het Doolhof heeft bestaan. Maar de Minotaurus was geen halfgoddelijk-halfmenselijk wezen, niet een soort demon of zelfs maar een beest. Hij was de priester van een geheime Orde. Het offeren van degenen die verdwaalden in deze doolhof was een methode om magische krachten te vergaren. Dat wordt niet verteld.

We horen spreken over die fantastische Griekse atleten van vroeger. Maar realiseert men zich wel dat bv. het stierengevecht een oude traditie is waarin jongeren zich waardig moesten bewijzen door met buitelingen, met reactievermogen het gevaar van een aanstormende stier te ontlopen. Het spel, dat in zekere zin nog wordt geïmiteerd door de picadors van deze tijd. Het is allemaal zo gemakkelijk te zeggen: vroeger was het anders. Neen, het was niet anders. Alleen, wij durven de consequentie van wat we zijn niet aan en daarom grijpen we naar de sagen en legenden. Daarom bevolken wij hele landschappen met geesten en spoken, met demonen, heksen, wolven en weerwolven, want zo kunnen we onze angsten rechtvaardigen. Zo kunnen we ons te kort schieten rechtvaardigen. Dat is de achtergrond.

Nu worden die overleveringen vaak verteld door oudere mensen. Dat is toch wel aardig, al die sagen van het oude landschap, al die legenden over mensen die eens hebben geleefd. Maar eigenlijk doet u vandaag de dag precies hetzelfde. De leugens, die u vandaag aan uzelf vertelt, zijn mogelijk de sagen en legenden van de komende tijd. De klassieke gebeurtenissen in deze jaren worden langzaam maar zeker vervalst totdat ze ten slotte een heldenstrijd weergeven, zoals ze in sommige heilige boeken van de hindoes beschreven staan. Ze zijn er geweest de veldslagen, de oorlogen, de atoombommen. Ze zijn er geweest de nachten van angst, de brandende steden. Maar niemand zal willen erkennen dat het zomaar tot stand is gekomen. Dus moet er een goddelijke kracht achter zitten, moet er iemand zijn die de duivel speelt en iemand die God speelt. Er moeten helden zijn en schurken. Dat is de manier waarop de mensheid denkt en werkt. Wat is de werkelijkheid dan? De werkelijkheid, die door al die verhaalvormen wordt vervalst? De werkelijkheid is dat we allemaal, wanneer we mens zijn tot de middelmaat behoren. We falen voortdurend. Wij hebben allemaal dromen en angsten die niet redelijk zijn. En soms doen we toch weer dingen, die wel redelijk zijn en waarmee we enorm veel kunnen bereiken. Maar we durven het onszelf niet toegeven dat het is zoals het is. Dat is de werkelijkheid. Geen hoge, magische achtergronden. Geen diepe, esoterische geestelijke wijsheid in de sagen en legenden, ofschoon je dat er natuurlijk, kunt inleggen, als je dat niet alle geweld wilt. Gewoon de mens met zijn neiging om zichzelf, zijn gedrag, zijn historie te vervreemden van de feiten om zo te ontvluchten aan de noodzaak, zichzelf en zijn geslacht te zien zoals het is.

Ik denk dat de mens alleen maar door zijn angst voor het ongekende dat door de situatie is ontstaan de feiten moedwillig verdraaid. Dat ontstaat door de angst voor het onbekende. Ik heb daarvan ook voorbeelden gegeven. Vooral in sagen treffen we dat heel vaak aan. In legenden is dat veel minder het geval. Daar is meer sprake van een moedwillige verdraaiing van feiten, ook als ze langzamerhand tot traditie wordt. Denk nu maar aan uw eigen land.

Nederland is altijd zo goed geweest, zo ruimdenkend. Maar weet u dat de joden, die zich hier mochten vestigen omdat ze geld brachten, extra belasting moesten betalen? Dat ze ook in Nederland in getto’s leefden? Dat ze ook in Nederland lange tijd gedwongen waren bepaalde kentekenen te dragen zodat ze onmiddellijk als jood te onderscheiden waren? Daar hoort u niets van. U hoort wel van de ruimdenkendheid van de Nederlanders, die de vluchtende Portugese joden zonder meer hebben opgenomen.

Floris V, “Der Kerlen Gods”, dat was toch werkelijk een man! Zo demo­cratisch als er ooit een geweest is. Als u de geschiedenis nagaat, dan zult U zien dat het heel wat anders was. Floris was iemand, die macht wilde krijgen over de edelen van die tijd, die daartoe intrigeerde en die om dit te bereiken zich bezighield met de rijkeren van de burgerij, niet met de kerlen, niet met het gewone landvolk. Hij is vermoord, in­derdaad. Maar waarom? Hij is vermoord omdat de regenten (ook in uw land) niemand de kans wilden geven om werkelijk de macht over te nemen, ook als ze soms iemand wel wilden toelaten tot hun kring zodat hij het spel­letje van machtsuitoefening mochten meespelen. Dat zijn de feiten. En die vervalsing is opzettelijk. Lees uw geschiedenisboeken en kijk dan naar de manier waarop diezelfde feiten voor zover ze belangrijk waren worden vermeld in de geschiedenisboeken van andere volkeren. U zult dan tot de conclusie komen dat uw Willen van Oranje in de eerste plaats een opstandeling was en niet in de eerste plaats een ketter die voor godsdienstvrijheid vocht. De godsdienstvrijheid heeft hij pas genomen, aanvaard en geprobeerd waar te maken. toen bleek, dat hij daardoor voldoende aanhang kreeg. Vader des Vaderlands, ongetwijfeld. Maar wat zijn de feiten? Je kunt nagaan dat de slag bij Quatre Bras eigenlijk alleen maar een vergissing is geweest, een stommiteit en geen krijgskundig meesterstuk. Als je eerlijk naar de feiten kijkt, zie je dat ze vervalst worden. Zelfs vandaag aan de dag wordt de historie vervalst.

Vandaag aan de dag worden er legenden geschapen om de feiten te verhullen. Vandaag aan de dag zijn er sagen over gevaren die niet werkelijk bestaan om verhoudingen te rechtvaardigen, die men zonder dit niet in stand zou kunnen houden.

Slotwoord:

De mens is vaak te trots om de werkelijkheid toe te geven. Hij heeft dan legenden, verhalen nodig. De mens is soms te bang om de feiten te aanvaarden en dan bouwt hij daaromheen een sage of een mythos. Maar altijd weer zoekt de mens in al wat er is toch iets waarmee hij zich één kan spelen. Ik denk, dat dat het belangrijkste is van de achtergronden van sagen, legenden en dergelijke dingen. Wij zoeken iets waarmee wij ons één kunnen voelen. Wij zoeken naar een sprookje waarin geestelijke werkelijkheden, die we vaag vermoeden, soms een enkele keer ondergaan, een vorm kunnen krijgen waardoor ze stoffelijk manifest worden en gelijktijdig als beproeving en overwinning kunnen dienen voor datgene wat we dromen te zijn, terwijl we weten dat het te kort schiet.

Het is vooral de lafaard, die droomt van heldendom. Het is de ongevoelige mens, die droomt van romantiek en romance. Het zijn de mensen die zichzelf in het leven miskent gevoelen, die zoeken naar erkenning en­ bevestiging. Het zijn de mensen die niet weten wat eenheid is, die dromen van eenwording of van rijken waarin ze als heerser, priester of priesteres al het goede tot stand zullen brengen. In zijn gedachten doet de mens alles wat hij metterdaad pleegt na te laten. En metterdaad doet de mens zeer veel dat hij met de gedachten niet kan aanvaarden.

Zo bouwt hij zich een wereld, die beantwoordt aan zijn wensen. Een wereld, die in overeenstemming is met alles wat hij voor zichzelf zo belangrijk vindt. Dan ontmoet hij een kat in het duister en het is een heks. Hij is te laat thuis gekomen en kan moeilijk tegen zijn vrouw zeggen dat het al dat bier is dat hij heeft gedronken. Dus heeft de heks hem laten dansen totdat hij uitgeput neerviel: daarmee is meteen zijn waggelende gang verklaard. Op deze manier heeft de mens zijn sagen en legenden opgebouwd. Op deze manier heeft hij zijn overleveringen steeds verrijkt met zijn droom‑ en wensleven. Op deze manier probeert hij voortdurend te ontkomen aan de feiten, die zijn stoffelijk leven in wezen bepalen.

Wie zoekt naar een lichtende innerlijke werkelijkheid moet beseffen dat we eerst de droom moeten verliezen, dat we de fraaie verklaring terzijde moeten schuiven, dat we ons niet kunnen identificeren met anderen, die zoveel beter, wijzer of mooier zouden zijn dan wij, dat we onszelf moeten zijn. Want slechts de mens, die zichzelf is en de werkelijkheid aanvaardt die rond hem bestaat, kan de grotere werkelijkheid waaruit hij bestaat beleven en aanvaarden. Alleen die mens kan de krachten van de totaliteit voortdurend in zich beleven en vanuit zich openbaren waar dat nodig is.

Wie wegvlucht in verhalen, sprookjes en legenden, in de holheid van lege woorden, bereikt niets. Hij, die leert zichzelf te aanvaarden met alle beperkingen van dien, met alle fouten die het “ik” aankleven en dan toch de moed heeft bewust te leven in een wereld die veel groter is dan hij kan overzien, die mens wordt geconfronteerd met steeds grotere delen van de werkelijkheid.

Daarom is geschiedvervalsing in feite het scheppen van een onjuiste droom. Daarom is het aankleven van legenden in vele gevallen een verblinding voor je eigen mogelijkheden. Daarom is het je bezighouden met sagen anders dan als een licht amusement maar al te vaak een ontvluchten aan de tijd waarin je leeft en dromend over andere zaken je te kort schieten in deze tijd en wereld niet behoeven te bemerken. Ik weet, dat dit geen erg opwekkende conclusie is voor de meeste van u. Laat mij daarom in dit slotwoord een raad toevoegen:

Heb de moed om jezelf te zijn. Je kunt niet beantwoorden aan een droom, maar je kunt beantwoorden aan alles wat in je leeft en bestaat, mits je het kunt terugvinden in je wereld.

Het weest uzelf is ook: weest getrouw aan degenen die u heeft voortgebracht en geestelijk geschapen. Dat betekent, waarmaken wat je bent uit die goddelijke kracht. Het is een verwerpen van de waan die tot chaos voert en zo het vinden van een persoonlijke manier van bestaan, die een eenheid met de werkelijkheid mogelijk maakt.

image_pdf