Esoterisch magische achtergronden van Pasen

image_pdf

De geheimleer van Jezus en de verborgen achtergronden van het christendom – deel 12

25 maart 1956

Wij zullen dan deze dag – zo kort voor het Paasfeest – de esoterisch magische achtergronden, die nu eenmaal sterk op de voorgrond treden, beschouwen en de feiten, die men met Pasen herdenkt

Het drama, dat in het Evangelie staat vermeld, is uiteindelijk slechts een weergave van uiterlijke omstandigheden. Wanneer ik dan ook deze verhandeling begin, dan wil ik U er op wijzen, dat wij hier inderdaad grotendeels putten uit bronnen van niet-christelijke oorsprong. Daarna zal het ons waarschijnlijk mogelijk zijn U een ogenblik een spreker door te laten, die de gebeurtenis die juist vandaag wordt herdacht, de z.g. palmzondag, de huldiging van Jezus, te belichten vanuit zijn standpunt. Waar hij persoonlijk in deze dagen in Jeruzalem was, lijkt hoe mij interessant voor U om deze beschouwingen van een tijdgenoot te horen.

Wat zijn de opvallende punten bij Jezus’ dood en herrijzenis? In de eerste plaats: Jezus aanvaardt de dood vrijwillig. Ten tweede: Zijn sterven gaat gepaard met plotselinge en grote veranderingen in de natuur, waarover o.a. wordt gezegd, dat de aarde beefde en dat de bliksem neersloeg, zo sterk zelfs, dat zij het voorhangsel van het heilige der heiligen in de tempel scheurde.

Nu kunnen wij natuurlijk op historische gronden al deze verklaringen moeilijk nagaan. Maar we kunnen wel nagaan, dat inderdaad het tempelvoorhang is gescheurd, want dat is ook door sommige Joden vastgelegd.

Wat speelt zich hier op de achtergrond af? De vorige maal hebben wij er reeds op gewezen, dat Jezus noodzakelijkerwijze zijn dood moest aanvaarden.

Thans komt de vraag; Hoe gevoelt en beleeft Jezus geestelijk Zijn lijden? Hij wordt gegeseld en bespot. Maar wat kan de spot een mens deren, die in zichzelf weet, dat Hij de volmaaktheid zal bereiken? Wat kan een geseling een, lichaam eigenlijk aandoen, wanneer de geest zelve meester is? O zeker, Jezus heeft geleden. Maar reeds met het voorvoeren voor het Sanhedrin en alle daarna komende vernederingen en beledigingen begint het proces, dat zal culmineren in de herrijzenis. Meer en meer wordt de geest van Jezus geconfronteerd met de consequenties van Zijn leer, leven en lijden. Meer en meer neemt Hij afscheid van de wereld en meer en meer dringt Hij ook door in de harten der mensen. Lichamelijk is er niet veel meer te doen. Hij weet, van nu af aan is hij een pion in een politiek schaakspel, dat wordt gespeeld. Maar Hij weet ook, dat wanneer Hij zich onthoudt van het gebruik Zijner magische krachten, de mensheid als zodanig Hem steeds nader komt. Magisch gezien maakt Jezus Zichzelf tot offer, terwijl Hij gelijktijdig als offeraar optreedt. En dit veronderstelt een splitsing van de persoonlijkheid. Aan de ene kant Jezus – geest, aan de andere kant Jezus – het lichaam. Beiden overkoepelend de Christusgeest; het hoog goddelijk principe, dat vanuit de hoogste sferen Gods wetten openbaart op aarde.

Wanneer wij offeren, dan gaat dit gepaard met incantaties en gezangen. Het is een ceremonieel. Daarbij komt zeer vaak naar voren het heen en weer gaan tussen bepaalde punten en het voltrekken van een cirkelgang rond de eigenlijke offerplaats, Nu is het eigenaardig, dat, bij het gaan naar het paleis van de Viervorst, het teruggaan naar Pilatus, men, wanneer men de aanvang van de gang rekent op de Olijfberg, Jezus inderdaad een volledige cirkelgang heeft volbracht en zijn eigen spoor kruisend, opgaand naar de Calvarieberg de schedelplaats Golgotha. Er is dus aan het magisch principe inderdaad – eigenaardig genoeg – voldaan. De bezweringscirkel is getrokken. Het punt Jezus – mens en het punt Jezus – offer ligt inderdaad volgens de voorschriften op een rechte lijn en buiten de eigenlijke bezweringscirkel waarin het gebeuren moet plaatsvinden.

Er zijn nog meer magische punten die belangrijk zijn en belangwekkend. Want al beeft de aarde en steekt de storm op, zij ontlaadt zich kennelijk boven Jeruzalem.

Wat is de kern van Jeruzalem? De heuvel, waarop de tempel ligt.

Wat is het middelpunt van de tempel? Het heilige der heiligen. De manifestatie vindt inderdaad plaats binnen de cirkel op het middelpunt en als zodanig beantwoordt het geheel dus aan al hetgeen men ook bij een normale magische procedure vereist. Ik geloof dat dit aan vele mensen altijd weer ontgaat. Dat dit spel van eeuwige waarden niet begrepen wordt als zijnde ook van magische kwaliteit. En toch was Jezus een groot magiër.

Daarnaast de esoterische achtergronden. “Wanneer ik mijzelf verhef boven mijzelf – het is een bekende uitspraak uit de oudheid – dan zal ik mijzelf niet meer zijn en toch mijzelf kennen en ondergaan”.

Wanneer Jezus zich eenmaal overgeeft aan de Wil des Vaders, d.w.z. aan de noodzaak, die Hem wordt opgelegd, wil Hij Zijn geestelijk standpunt handhaven – Zijn laatste beproeving a.h.w. – dan vindt inderdaad deze splitsing plaats. Voor dien tijd een mens, die onzeker is. Een mens die nog strijdt; die zou willen vluchten. Want, latent wij niet vergeten, dat de Olijfhof waar Jezus heengaat ter overpeinzing, zeer gunstig is gelegen voor een zich onttrekken aan de rechterlijke machten binnen het stadsgebied van Jeruzalem. Degene, die de situatie ter plaatse kent, weet, dat men ook nu nog vanuit die plaats een grote weg ziet gaan die via de Arabische gebieden, doortrekt tot de over van de Rode Zee. Dus, mogen wij aannemen dat Jezus, daar heengaande, nog in tweestrijd is geweest en dat, wanneer Zijn leerlingen niet hadden geslapen en met Hem hadden gewaakt, zij misschien in een onderlinge bespreking waren overeengekomen om tijdelijk deze vervloekte stad te verlaten.

Jezus moest het echter alleen uitvechten. Want een mens, die de hoogste inwijdingen ondergaat en daardoor ook de zwaarste beproevingen moet doorstaan, mag daarbij geen hulp hebben, Alleen de kracht, die in je leeft mag je steunen. Maar vanaf het ogenblik dat Jezus aanvaard heeft, dat Hij in innerlijke strijd – waardoor hij water en bloed zweette – zichzelf heeft overgegeven aan de beproevingen en zich heeft voorgenomen dit alles te doorstaan, vinden inderdaad deze dingen plaats. Hij staat boven zichzelf. En dat komt dan ook wel heel sterkst uiting in Zijn houding gedurende de verdere gebeurtenissen.

Jezus, die in toorn ontsteekt tegen de ongerechtigheid van de wisselaars in de tempel, Jezus, die een ieder wijst op zijn fouten, geeft slechts een zacht verwijt aan Judas. Hij zwijgt tegenover de ongerechtigheid van het Sanhedrin. Hij verwijt Pilatus zijn politieke misslagen niet.

En toch is Hij een ijveraar en zuiveraar geweest. Hij heeft niet geaarzeld om de Farizeeën en de wetgeleerden in net gezicht te roepen: “Gij, witgepleisterde graven”. (Van buiten vol schoonheid, van binnen vol verderf).

Waarom herhaalt Hij dit niet? Nu, op dit ogenblik dat het indruk kan maken. Dat het de gehele stad in oproer zou kunnen brengen. Daar kan maar één uitleg voor zijn; De Jezus, die de gehele kruisgang doormaakt, staat boven deze dingen.

Het lichaam beweegt zich bijna als een automaat. Dit is volledig in overeenstemming met het feit, dat Hij niet spreekt voor het Sanhedrin. Slechts geeft Hij een enkel antwoord op een enkele vraag. Het komt eveneens overeen met het feit, dat Hij Pilatus niet onhoffelijk bejegent, maar hem toch buiten Zijn wezen sluit. De geest is elders en doorleeft grotere dingen.

Dit alles is een drama, dat zich af moet spelen op precies deze wijze en niet mag worden onderbroken.

En wanneer wij alles nagaan, dan blijkt ons, dat slechts een kreet werkelijk Jezus weergeeft. De kreet, die, zoals wij U meer nebben gezegd, zo fout wordt vertaald. Want men drukt het uit als: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten”, terwijl inderdaad gezegd wordt: “Mijn God, Mijn God, hoe hebt Ge Mij verheven”.

Een ogenblik van absolute realisatie. Daartussen een gang, waarbij Jezus zelf eigenlijk niet eens meer actief is. Hij is een passieve factor; En dan het resultaat.

Degenen onder U, die weten wat inwijding betekent, weten hoe moeilijk het vaak is om door te breken door de beproevingen, die worden opgelegd. En dan eindelijk, dan zie je het beloofde land, je bent er. En met een ware vreugdekreet aanvaard je de zekerheid, dat je het halen zult, dat je er bijna bent. En dan moet je rusten. Dan zijn er plotseling al die lichtende geesten rond je. De lichtende krachten, die deze inwijding voor je hebben verzorgd, die bij je zijn geweest, altijd. Maar die je alleen moesten laten gaan en worstelen. En wanneer je dan opstaat, dan ben je een nieuw wezen, een nieuwe kracht met hoger geestelijk vermogen.

Welaan. Wat gebeurt er met Jezus? Hij herrijst. Inderdaad. Maar is dat dezelfde Jezus, die, dociel als een lastdier het kruis dragend de weg naar Calvariën is gegaan? Het is een ander! Lichtend, sterk, geheimzinnig. Gaande door de muren, licht spreidend in de duisternis. Verschijnend dan op deze, dan op gene plaats. Het is er een, die volledig bereikt heeft.

In de christelijke beschouwingen, waar men van Jezus een God heeft willen maken, worden deze punten bewust of onbewust altijd weer op de achtergrond geduwd. Het schijnt van zo weinig belang, meent men. Want Jezus is de Verlosser. En Zijn bloed, dat gestort is op Calvariën is het zegel waardoor de mensheid een eeuwige zaligheid kan verwerven. Dan is het de moeite niet waard om in te gaan, wat er zich precies heeft afgespeeld. Dan realiseren zij zich niet, dat alleen het woord: : “Ja. Dat was God. Dat was de “Vader”, niet voldoende is om de hele reeks van fenomenen te verklaren, die zich rond de kruisiging hebben afgespeeld. Dat wat daar gebeurde, heel wat meer was dan een lieflijke wonderlegende! Dan moet je ook toegeven, dat de gehele gang van zaken wijst op een eigenaardig verloop, dat doet denken aan de verschillende inwijdingsgangen, zoals zij geestelijk opgelegd werden doorgemaakt door velen uit verschillende scholen of dit nu was de school van Isis, de school van Re, de Eleusische school of een andere. Er is een overeenkomst. Maar mogen we dat dan verwaarlozen? Ik geloof van niet. Ik geloof dat wij geest en mens, ons goed moeten realiseren, wat er is gebeurd.

Jezus was adept, Inderdaad. Hij heeft in een lang leven, een leven van bijna dertig lange jaren, alle krachten en alle inzichten vergaard die Hij nodig had om op te treden in het openbaar. Zijn openbaar leven zien wij zich afspelen in drie fasen. De fase van het vreugdig gaan: Jezus zwerft. Hij roept Zijn apostelen tot zich. Hij feest en Hij lacht met de mensen. Hij geneest en Hij brengt vrede. Dan de tweede fase: De verkondiger der Waarheid. Tijd van de grote wonderen, maar ook van de Bergrede. Dan de derde periode: Jezus, Die zich voorbereidt op het offer.

Drie perioden in het leven. Drie jaren. Drie trappen, die worden overwonnen, voordat de laatste graad van de volmaakte ingewijde bereikt kan worden. En dan eerst kruisgang, dood en herrijzenis.

Hier zit het schema in verwerkt, dat voor elk leven weer passend is. De mensen op aarde hebben zelf soms in hun geloof de herrijzenis der doden opgenomen. Maar wat is Jezus anders dan een dode, die herrijst? Waar de geest bewust is, kan daar de stof ledig blijven? Kan er iets bestaan, dat onvolledig is en toch tot God gaat?

Stof en geest zijn één. Beiden uit God geschapen. Beiden, gezamenlijk zullen zij uiteindelijk treden voor Zijn aangezicht, zullen zij de grote werking zijn van Zijn kracht. De ingewijde kan niet zonder deze beide dingen. Hij beleeft ze in andere vorm, in andere sterkte. Hij beleeft ze onder geheel andere voorwaarden en condities. Hij beheerst ze, beter, dan het voorstelbaar lijkt aan een normaal mens. Maar stof en geest zijn het die Jezus vereent. Zijn opstanding is de opstanding der mensheid, zo zijn bewustwording en Zijn offer eens bewustwording en offer der mensheid zullen zijn. Er is geen andere mogelijkheid.

Ziet, mijne vrienden, de dagen dat gij Paasfeest viert, komen weer naderbij. Ge zult U ongetwijfeld weer verheugen op de lente, die komt. Ge zult ge verheugen op het herboren licht. Want Paasfeest is het Lentefeest der oudheid. Verheug U echter op meer. Verheug U op Uw eigen herrijzenis, die eens een zekerheid zal zijn. Verheug U ook op het lijden, dat U zal worden opgelegd, omdat in dit lijden bewustwording wordt gevonden. Gebruik deze dagen om een ogenblik te overpeinzen, Uzelf te ontdoen van de innerlijke onzekerheid. Indien gij de wil volbrengt van God, zoals gij die erkent, dan zult ge misschien Uw kruisgang doormaken, maar U zult dan ook wel degelijk daarna de bewustwording ervaren en Uw vorige status van onbewustzijn verlaten en een nieuwe wereld kunnen betreden. Een wereld, die leeft in U en die zich kan openbaren, zowel in de stoffelijke wereld als elders. Trek geen grens. Zeg niets. Dit is mogelijk en dat is onmogelijk. Bedenk hoe Jezus is gestorven. Bedenk hoe Zijn woord word vervuld op het ogenblik van Zijn sterven. Hoe Zijn waarheid zegevierde omdat het niet anders kon.

Want wat was Jezus strijd? Hij heeft het meerdere malen gezegd: “Want ziet, ik ben U het einde van het oude verbond”. Jezus stelt door Zijn bewustzijn de wereld juister en beter voor, hoe zij met God in verbinding en contact staat. En de oude dingen kunnen niet leven op het ogenblik dat Jezus de – onvolmaakte – teniet gaat. Hij, die gestreden heeft om deze weg te nemen. Dan moet de kracht van Zijn bewustwording zich ook ontladen in het stoffelijk gebied. Dan scheurt het voorhang van de tempel. Dan wordt een nieuw geheim geopenbaard.

Elke mens heeft zijn tempels en ieder zijn heilige der heiligen. Een ieder verhult zijn dromen, zijn diepste geloof achter een zwaar gordijn van waan en laat niemand daar toe. Maar op het ogenblik dat hij zich bewust wordt van hogere krachten, dat hij, gesublimeerd, een nieuwe bewustwording aanvaard, dan scheurt ook dat voorhang, want dan is het heilige niet heilig meer. Want ons zijn alleen die dingen heilig, die wij bevatten of begrijpen. Heilig zijn ons alleen die dingen, die wij niet durven aanschouwen in hun ware gedaante. Op het ogenblik dat ge het leven in zijn ware gedaante ziet, scheurt er ook een voorhang. En veel, van wat ge tot nog toe Uzelf verhulde, wordt U plotseling duidelijk, helder. Maar het betekent een omwenteling.

“De aarde beefde. Gesteente scheurde. De doden werden uit hun graven geworpen. De hemel was zwart en in de dreigende stilte stak de stormwind op”. Dit is niet evangelisch, maar een beschrijving van een tijdgenoot.

Wanneer wij, in onze bewustwording, zoeken naar het nieuwe licht en alles daarvoor aanvaarden, gebeurt dan niet precies hetzelfde? Dan beeft de aarde. Onze wereld, onze voorstelling van de wereld, zoals die tot nog toe bestond wordt door elkaar gegooid. De doden staan op. De herinneringen aan het verleden, die je beide allang begraven meende, herrijzen. Kan het anders? Het verleden is een continuïteit die verdergaat tot in de verste toekomst. Het verleden kan niet sterven, het kan slechts begraven worden.

Is het een wonder dat, wanneer Jezus sterft, de graven openbreken en de doden tussen de mensen gaan, het zijn geen onverklaarbare wonderen, het is een logische ontwikkeling.

Is het ook een wonder, dat zo kort na Jezus’ dood plotseling weer alles stil is? Wanneer de wind van het Goddelijk bewustzijn in ons doordringt, dan is dat een plotselinge windhoos, een stem, die alles omvergooit. Maar, wanneer wij ze hebben aangenomen, is er stilte en rust. Zoals er stilte en rust was, toen Joseph van Arimathea ‘s avonds met enkele leerlingen en Maria Jezus van het kruis haalden. Er was rust en alles was verlaten.

De overblijfselen van het bewustzijn, ach, die betekenen zo weinig. Er is een nieuw licht, een nieuwe kracht. En bij Jezus dood heeft zich dit alles afgespeeld op een voor eenieder kenbare wijze, omdat Hij, dragende de Christusgeest, niet slechts de hoogste bereiking in dit leven zou vinden, maar ook gelijktijdig een voorbeeld zou zijn. Een pionier, die de weg voorgaat en aan een ieder toont, hoe onvermijdelijk elke mens, die tot het licht wil gaan, diezelfde weg moet volgen.

Ziet ge vrienden, het is alles logisch. Het moge miraculeus lijken, maar het is in overeenstemming met alle leer der oude inwijdingsscholen. Het is in overeenstemming met elk bekend principe der magie.

We kunnen niet zeggen: Hier is iets eenmaligs gebeurd; iets wat zich nimmer meer zal herhalen. We kunnen slechts zeggen: Hoe groot moet een geest zijn geweest, die door de zichtbare uitwerking van al deze wetten op de wereld voor de mensheid een wegwijzer zou worden voor de mensheid een Kracht zou worden Die hen zegt; “Volgt gij Mijn weg en ge zult als Ik vinden niet slechts licht en bewustzijn, maar de herrijzenis in eenheid, waarmee men in de Schepping voor de Schepper kan treden”.

Dat, mijne vrienden, is mijn beschouwing van het ogenblik. En nu laat ik nog kort het woord aan onze gast van vandaag, die thans weer enkele levens achter zich heeft sedert het moment, dat hij Jezus intocht in Jeruzalem zag. Ik, dank U voor Uw aandacht.

o-o-o-o-o

Men heeft mij gevraagd U Jezus intocht in Jeruzalem kort te schetsen.

Ik heb in die dagen in Jeruzalem geleefd en kende de bochtige straten van de oude stad zowel als de grote wegen, die waren gemaakt voor de burcht en naar de tempel. Ik heb de paleizen gezien van de nieuwe stad en vanaf de muren in het land geschouwd.

Het was kort voor Pascha, velen komen dan altijd naar de grote stad. Buiten de poorten was het gewemel van de veulenhandelaren, die zelf uit het verre Arabië komen, om hier hun dieren en waren te verhandelen. Wij zagen vele groepen mensen op de stad toekomen. Ik bevond mijzelf boven de Oosterpoort. Wij hadden de mogelijkheid om daar vanaf de stadsmuren, neer te zien op dat grote gewoel en gewemel. Wij zagen een stoet komen, voorafgegaan door wat mannen, enkele Nazireën. (Nazireën waren een sekte in die dagen} en dan verder enkele Gallileërs dus mensen, die aan hun dracht te herkennen waren, geboren in het land van Galilea en een mens op een kleine ezel, waar een ezelsveulen naast dartelde.

Het opvallende was, dat deze groep in een zekere staat van opwinding verkeerde. Nu is het zo, dat altijd weer, wanneer in Jeruzalem het Paasfeest wordt gevierd; het jodendom bijeen komt, bepaalde geschillen opvlammen. Op andere dagen kan een Samaritaan bv. rustig door Jeruzalem gaan. Maar wanneer er Paasfeest is, dan kan zijn aanwezigheid gewelddadigheid, grote strijd en moord betekenen. Dus vroeg ik mij af of hier soms een groep aankwam, die opstand zou kweken. Ge kunt U mijn verwondering voorstellen toen ik nader schouwende zag, dat velen zich met palm en olijftakken gewapend hadden. Het waren alle afgerukte boomtakken, men had zelfs van de vijgenboom takken afgeslagen. Men wuifde daarmee en jubelde. Wij zagen enkele mensen alsof er een vorst aankwam en mantels op de grond gooien, zodat de ezel daarover kon lopen. U begrijpt, dat men dan wel erg nieuwsgierig wordt.

Nu zijn wij allen wel wat nieuwsgierig. En zo komt het, dat ik naar beneden ben gegaan en daar, in een van de straten, de stoet voorbij zag trekken. Er was veel gejubel en vooral verschillende van de grote Gallileërs gedroegen zich alsof zij vorst en officieren waren, grote heren. Zij waren ruw gekleed, maar liepen alsof zij beladen waren met de waardigheid van een Pilatus; de waardigheid misschien van een Herodus. Wij konden zien dat zij trots waren. Zij gevoelden zich meesters van de stad.

Op mijn vraag, wie dit was, vertelde men mij, dat deze man een profeet was, die vooral veel in Galilea was opgetreden, maar die het gehele land doorkruiste. Een zekere Jezus, (Wij zeggen tegenwoordig Jezus, in die tijd zei men Josua. Als ik mij niet vergis is de naam Jezus van de naam Josua afgeleid).

Nu heb ik deze mens gezien en het eigenaardige was, dat Hij scheen te treuren om de wijze, waarop men Hem met zo grote gloria en praal binnenhaalde. Ik herinner mij niet veel van Zijn gestalte. Ik weet alleen dat Hij droevig was.

Hij had grote ogen. En die ogen leken wel te gaan tot in de diepten van een oneindigheid. In die ogen – dat zag je – was een grote droefheid verzonken. Dit maakte op mij de meeste indruk.

Ik heb later gehoord, dat zij in de tempel lawaai hebben gemaakt en dat deze Jezus zich zelfs voor Zijn leerlingen heeft schuilgehouden omdat zij van Hem een vorst, een Messias wilden maken. Ik weet ook, dat Hij later is gekruisigd, al heb ik de kruisiging niet gezien.

Wanneer men mij vraagt mijn indruk te geven, dan meen ik, dat deze binnenkomst van Jezus in Jeruzalem door groepen is voorbereid die zich tegen het Romeins gezag wilden verzetten en waarschijnlijk vooral tegen dat van de Viervorst. Het had een klein beetje het idee van een politieke demonstratie. Zoiets als de wijze, waarop men op het ogenblik in mijn laatste vaderland een zekere Poujade huldigt. Men maakte van Hem meer een rebellenhoofdman dan een werkelijk geestelijk leider. Het was een grote komedie en daarom denk ik, dat Hij zo droevig was.

Hij is gekruisigd. Niet omdat men Hem haatte. Niet omdat Jezus gevaarlijk was. Hij is, naar ik meen, ook niet gestorven omdat de tempel Hem met alle geweld uit de weg wilde ruimen. Hij is gestorven om Zijn leerlingen, niet om zichzelf. Want Zijn leerlingen waren in groot gevaar. Jezus had hen veel gezegd over de tempel. Maar zij wilden de hele tempel in de hand nemen. Zij wilden de Levieten terugdringen van hun bedieningen, zo meende men. Jezus zou een nieuwe Soliman worden, een nieuwe David. En dat was het gevaar, waarom de tempel tegen Hem ingreep.

En de Romeinen? Ach. Men heeft Pilatus veel verweten dat Hij Jezus tot de dood heeft veroordeeld. Maar wat was de werkelijkheid? De mensen waren teleurgesteld in hun Jezus, in hun Messias. En deze teleurstelling moest Hij boeten met de dood. Daarom riepen zij om Zijn dood. Daarom schonken zij liever de bekende misdadiger Barrabas dan aan Jezus als Paasgave het leven ommentwille van het Paasfeest. Jezus had hen teleurgesteld.

Ik vraag mij af of Jezus dit alles heeft geweten. Men kan zeggen, dat Hij geweten heeft. Dat Hij geweten moet hebben. Maar dan zou ik mij niet kunnen denken, dat Hij slechts droevig was op die intocht. Zou Hij dan niet geweend hebben over de mensheid? Of ja, misschien heeft Hij wel geweend. Wie zal het zeggen? Ik weet alleen een ding zeker. De man, die in grote triomf word binnengeleid, was een mens, die meer wist dan wij. Een mens, die meer begreep van wat er zich afspeelde.

Ik betreur het niet dat ik mij verre heb gehouden van Zijn dood, zowel van al, wat er in die dagen is gebeurd. Want wie zich werkelijk laat verleiden een dergelijk iets tot stand te brengen – een mens tot slachtoffer te maken van eigen teleurgestelde driften – die haalt zich de wraak van het eigen “ik” op het hoofd. En dat is een schuldbewustzijn, dat niet in enkele dagen of enkele levens kan worden weggewerkt.

Daarom zijn er zoveel vervolgingen op deze wereld. Zij, die vervolgd willen zijn, omdat zij eens zelf vervolgden.

Het is ook mij een les geweest. Let niet op de mensheid die U toejuicht. Ze zal U zo dadelijk verachten. Maar wanneer ge ziet, dat men een mens toejuicht, probeert dan deze mens te zien en niet degenen rond hem. Soms zult ge, zoals ik, in die ogen kunnen zien tot ver achter alle menselijk bestaan.

o-o-o-o-o

Nadat dan in het eerste gedeelte gesproken is over het verleden en hiermede vergelijkingen zijn gemaakt, geloof ik, dat wij waar deze gehele bijeenkomst in het teken van Pasen staat er verstandig aan te doen, om ook de huidige en vooral de toekomstige ontwikkeling niet geheel buiten beschouwing te laten. Vandaar dat ik een ogenblik Uw aandacht wil vragen voor de Paasgedachte in de toekomst.

In het leven, zoals U dat op het ogenblik kent, lijkt het wel eens, dat van Paasfeest eigenlijk geen redelijke sprake meer kan zijn. Er is zo’n klein beetje duisternis en verwarring op de wereld. En om nu deze duisternis en deze verwarring op de wereld goed te analyseren, zou ik U willen vragen een ogenblik met mij mee te denken aangaande vooral de geestelijke ontwikkeling van de wereld.

Wat is er gebeurd? Langzaam maar zeker heeft de mensheid zich weten vrij te maken van zeer veel opgelegd weten en aanvaarden. In plaats van zich als schaapkens in de kudde te laten leiden door mensen, die vaak tot deze leiding allesbehalve in staat waren, hebben wij gezien, hoe de mensheid zich meer en meer is gaan richten op de innerlijke betekenis van religieuze (dus godsdienstige maar evenzeer ook esoterische) waarden. Wij treffen overal ter wereld mensen aan, die op hun eigen wijze streven naar ontwikkeling en bewustwording.

Is dat eigenlijk niet te vergelijken met de toestand, zoals bv. zo-even onze vriend uit Jeruzalem ons vertelde? Ook daar dreiging het samenstromen der mensen, het wachten op een wonderlijk feest en de vrees voor hetgeen zou gaan komen. Welaan, het staat er in deze dagen precies zo voor.

Van alle kanten der wereld komen de mensen samen en trachten een verbetering te bereiken. Een ieder droomt van een eeuwige vrede. De lucht is verduisterd door vliegende staatslieden en de kranten staan vol van steeds nieuwe vredespogingen en steeds nieuwe strijd. Op de achtergrond staat dreigend de paddenstoelvormige wolk van de radioactieve explosie.

Dan zoudt ge toch wel zeggen: “Nu is het toch eigenlijk wel genoeg”. Neen, want de mensheid gaat ook zijn eigen gang de gang van de kruisweg. Ook deze mensheid zal wil zij haar uiteindelijke bewustwording en verlossing kunnen aanvaarden zeer zeker veel dingen moeten doormaken, die smartelijk zijn, zoals de kruisdood eens is geweest.

Op het ogenblik gaat het erom de geestelijke kracht te vinden om alle consequenties te aanvaarden van hetgeen het dagelijkse leven ons biedt. Het gaat er om ons los te maken van alle rijm en reden, die de oude tijd ons heeft opgelegd. Het gaat er om ons los te maken zo wij op de wereld leven en vaak ook in de geest van de valse logica, die ons tot nog toe heeft geleid tot kleine beschouwingen, waarin de kosmische waarden niet geheel tot uiting kwamen.

Wij zijn op het ogenblik in staat om te zeggen vanuit onze geestelijke wereld tegen Uw stofwereld: “Het ogenblik is nabij. Deze wereld zal haar laatste beproeving doormaken.” En waar het een wereld is en niet slechts een mens is het onmogelijk te zeggen of het een vurige begrafenis der stoffelijke waarden zal zijn in een zich hernieuwd tot zon haar vernoemende aarde, of de val van alle oude gedachten en krachten, een hervorming van de innerlijke mens en een opgang naar een nieuw en ander leven.

Maar dat het komen moet is zeker en onvermijdelijk. Want de mensheid is ondergegaan in zijn eigen waan. De ziel der mensen uitgaande uit de chaos, heeft zich beelden gebouwd omtrent zichzelf, heeft zich beelden gebouwd van de wereld en klampt zich daaraan krampachtig vast. Soms lijkt het ons, of de mensen drenkelingen zijn in een oneindige oceaan waar geen kust zichtbaar is en geen verlossing denkbaar. En zij krampen zich vast aan hetgeen de ouderen hen hebben geleerd. Zij proberen zich ten koste van alles te redden en begrijpen niet, dat de oceaan, waarin zij menen te drijven verloren en eenzaam slechts een weerspiegeling is van hun eigen gedachten.

Want vlak onder hen is de bodem van een nieuwe wereld. Een nieuwe wereld, die vooral geestelijk van groot belang is. De geest moet leren te zien. Zij moet leren te zien door de dichtheid van hetgeen zij thans nog ziet als de wateren, de woelige wateren der levenszee. Te zien door het spel van oorzaak en gevolg dat golvend de mensheid heen en weer schijnt te sleuren. Want wie weet, wat er werkzaam is, wat er wetgevend is op materieel gebied, die kan zich wapenen tegen elke stortvloed, tegen elke stut zelfs. Die is in staat het leven te beheersen en te verstaan.

En dan moet de mensheid leren niet slechts te schouwen naar de eenzame verlatenheid, die zij rond zich meent te bekennen, maar op te zien naar het grote, stralende licht van de zon, de geestelijke zon. Op te zien naar het Licht, dat ons allen door tintelt, dat ons allen leven geeft. God niet meer als een waan, God niet meer als een stoffelijk beeld of een projectie van wat gedachten. God als een werkelijkheid. Als iets, dat in je spreekt en leeft.

Wanneer wij durven opzien tot een redelijk een logische God, dan zullen wij tot de ware God kunnen doordringen. En dat is de weg der mensheid in de toekomst.

Men kan eenvoudig niet leven met de droombeelden plus de onlogische dogmatiek, die in deze dagen nog zo vele menselijke geesten vergiftigen voor de waarheid. Men kan niet leven met een moraal, die tweeërlei waarden kent, de religieuze en de praktische en die men beide afwisselt, naar gelang men met een religieuze feestdag of een werkdag te maken heeft.

Er dient een lijn te zijn in het Leven van elke mens, die naar bewustwording streeft. En de wereld is bezig zich voor te bereiden om die mensheid de gelegenheid te geven een lijn te zoeken, een richting uit te gaan. De wereld bereidt zich voor om vele stoffelijke waarden en wetten te laten vallen, terwijl de mens gelijktijdig in de plaats daarvan geestelijke wetten aanvaardt.

Dat wil niet zeggen, dat de wereld verandert in een paradijs. Dat wil niet zeggen, dat elke geest nu plotseling opgaat tot in de allerhoogste sfeer. Maar het wil zeggen, dat het werk, dat op deze wereld zal worden gedaan, de langzame verandering, die de wereld ondergaat, het kenteken zal zijn van de steeds vrijere en meer bewustwordende geesten. Dat wil ook zeggen, dat de geest, die thans aarzelt om een ogenblik haar lichaam te verlaten en haar stoffelijke voorstelling te verruilen voor een geestelijke ervaring, meer en meer vrij zal zijn om in de ogenblikken, dat het lichaam rust, op te wieken tot hoger sfeer, tot hoger licht en daaruit nieuwe krachten en bewustwording te putten.

Ik vermoed, dat sommigen Uwer reeds herkend hebben ondanks mijn nieuwe masker wie ik ben. Ik ben de dwaas geweest, en ik ben in zekere zin nog de dwaas. Zoals gij allen – houdt het mij ten goede – dwazen zijt. Want ons leven is een masker. En of ik nu ernstig spreek of in de cynische kraaitonen, die U meer van mij gewend bent, het blijft uiteindelijk gelijk.

Het gaat niet om de uiterlijkheden. En zolang deze uiterlijkheden bepalend blijven voor de waardering, die men heeft voor wereld, geest of geestelijke waarden, gaat het geheel niet. Deze uiterlijkheid is leeg en hol en waan. Wat maakt het uit, wie je bent en wat je bent? Wat maakt het uit, hoe je gaat en wat je doet wanneer deze dingen niet gedragen worden door de diepe innerlijke kracht en zekerheid van je eigen leven?

Daarom spreek ik over een toekomstig Paasfeest. Over een toekomstige bewustwording, waarbij wij de uiterlijke vormen zullen leren waarderen als een masker, dat je opzet of aflegt, naar gelang het door de omstandigheden wordt gedecreteerd, maar wat niemand meer volledig au serieux zal nemen. Iets wat niemand meer als werkelijke ernst zal beschouwen, maar eerder als de noodzaak tot vormgeving, omdat je nu eenmaal in een stoffelijk bestaan leeft.

De voorstellingen, die de geest zolang geketend hebben gehouden in een bepaalde gestalte en gedaante, moeten vallen. De grens van het voorstellingsvermogen moet worden overschreden en in plaats van de wereld van vormen en van tuinen en al dergelijke dingen moet komen te staan de wereld van licht. Van het licht dat in zijn vele variaties van kleur en intensiteit doordringt in Uw wezen en U tot een maakt met hogere en goddelijke waarden.

Deze dingen zijn geschreven in – wat men wel eens noemt – het kosmisch geheugen, waarin verleden en toekomst gelijkelijk gegrift zijn. Er is geen vraag, of dit zal gebeuren. Het is zeker, dat het gebeuren zal. De enige vraag, die ons overblijft, is; Hoe zullen wij, wij, persoonlijkheidjes, wij stukjes eeuwigheid, afgegrensd van de Oneindige deze dingen ervaren en beleven? Hoe zullen wij deel kunnen hebben aan dit nieuwe worden?

En dan kunnen wij zeggen voor onszelf: Ook voor ons zullen de grenzen vallen. Ook voor ons zal het “heilige der heiligen” ontbloot zijnde zijn waardeverliezen. Leeg zullen voor ons de gebruiken der mensen worden. En leger nog de wetten, die de mensen zich hebben gesteld op stoffelijke, materiële en maatschappelijke basis. In de plaats daarvan zal komen het steeds dieper bewustzijn van een geestelijke wet, een goddelijke wet, die verder grijpt dan al, wat er bestaat.

Het zal ons moeite kosten om die wet te aanvaarden boven alles. Het zal ons moeite kosten of wij nu in de lagere sferen in het Zomerland of op Uw aarde vertoeven om deze dingen ter zijde te stellen zonder meer. Het zal voor ons een sterven zijn zoals Jezus is gestorven aan het kruis op Golgotha. Een sterven, omdat wij ten onder gaande in de huidige vorm door onze overgave aan God en de Goddelijke Wil een hernieuwing doormaken en dan meer bewust kunnen treden in die lichtende wereld, die het doel is van ons aller streven.

Wanneer die wereld op het ogenblik verandert, dan is het voor ons helemaal niet noodzakelijk om ons daarover druk te maken. Wanneer de mensen rond ons dwaas schijnen, zo dient het ons niet te beroeren. Wijzelf hebben een taak. Een taak, die voortvloeit uit ons bewustzijn omtrent de geestelijke krachten en waarden, die regeren; een bewustzijn, dat voortvloeit onmiddellijk uit het goddelijk Wezen, dat Zich ook in ons uit en openbaart.

En wanneer wij deze dingen volbrengen naar ons beste weten en kunnen, zonder ons af te vragen “Wat zal het gevolg zijn? Wat is het resultaat?”, zonder rouw over hetgeen achter ons ligt en zonder een verlangen naar hetgeen voor ons ligt, dan zullen wij verzonken in het ogenblik NU te allen tijde weer de volheid kunnen bereiken van net Goddelijke, Die eeuwig is en geen tijd meer kent.

Ik geloof in een Paasfeest voor de mensen, voor de mensheid, ja, voor het Al. Een verlossing, waarbij wij onze eigen waan, onze eigen gedachten, onze dwaze gebondenheid aan gebruiken, die niet verwant zijn aan de geest, die in ons woont, terzijde stellen. En zo stervende op het altaar van het materialisme, geestelijk herrijzen, materie en geest tot een maken en zo datgene vervullen, wat het in begin van alle tijden naar ik meen toch gesteld is als doel voor al, wat er geschapen word. Zo geloof ik in een Paasfeest van de toekomst!

Ik heb verzocht ook in deze kring te mogen trachten mijn woorden te brengen, ontdaan van de bijkomstige maskerade, die ik zo vaak gebruik. het is mij gelukt. Ik ben daar dankbaar voor. Maar het is mij niet gelukt, dank zij mijzelf, maar dank zij het bewustzijn dat ik heb ontvangen, dank zij het offer, dat ik leer brengen, van mijn eigen persoonlijke kwaliteiten en eigenschappen en dankzij de aanvaarding, die ik daarvoor gevonden heb, ook bij U. Ik hoop voor U, dat U dezelfde gunstige condities zullen worden geboden om Uw eigen geestelijk wezen te ontplooien, Uw eigen bewustzijn omtrent werkelijkheidswaarden te vergroten.

Mijne vrienden, ik geef kort het woord over aan de eigenlijke tweede spreker van deze bijeenkomst. Ik dank U voor Uw aandacht.

o-o-o-o-o

We hebben daar even onze vriend Henri op z’n best gehoord. En ik heb met ware vreugde mijn tijd daarvoor afgestaan. Maar mag ik er ook een paar lesjes aan toevoegen? Want het is natuurlijk heel aardig, zoals hij dit op het ogenblik allemaal ontwikkelt. Maar misschien door zijn bescheidenheid of misschien door onwetendheid heeft hij een paar punten vergeten.

Dat is altijd weer het struikelblok geweest van deze, op zichzelf toch zeer goede spreker; Het feit, dat hij zichzelf niet kon verloochenen ommentwille van de zaken, die hij bracht. En dan het tweede punt dat hij – laten we maar eerlijk zijn – zijn publiek niet graag teleurstelde. Hij speelde a.h.w. een klein beetje toneel. En word er van Uw kant uit een zekere geestigheid of scherpzinnigheid verwacht, nou ja dan voelde Henri zich verplicht om onmiddellijk de moppendoos open te maken en rijkelijk te gaan uitdelen. En dat is wel eens storend geweest en voor zijn eigen ontwikkeling en voor sommigen van U.

U moet niet denken, dat hij altijd deftig zal blijven. Want er is altijd een tijd van werken en van spelen. Maar op het ogenblik, dat een gedachte machtiger wordt, dan jezelf in je eigen persoonlijkheid ooit kunt zijn, dan moet je die persoonlijkheid a.h.w. achter laten en de idee laten spreken. Kijk, en daarmee geeft hij ons bewust of onbewust een lesje, dat we allemaal tot de beste sprekers onder ons in onze zak kunnen steken.

Het is allemaal heel goed om te zeggen; “Kijk, dit ben ik, en dit is mijn verantwoording en mijn taak, en dit wordt van mij verwacht”. Maar het is beter om te zeggen; “Ziet, dit is de taak, die in mij werkt. Dit is de kracht, die zich door mij uit. Ik voel, dat dit op het ogenblik de werkelijkheid en een noodzaak is.

En dan laat ik al het andere met heel mijn eigen persoonlijkheid terzijde. Men mag dan van mij verwachten, wat men wil, ik weet een ding zeker; ik heb alleen de taak de kracht, die in mij leeft, uit te dragen.

Ja, en als men zo gaat denken, dan hoef ik helemaal geen reizen met U te gaan maken, Want dan reist U zelf in Uw bewustzijn. En veel verder, dan ik U ooit kan meenemen met woord of met daad. Wanneer je werkelijk in staat bent door de kracht, die in je leeft en waar je je zo nu en dan toch heus van bewust bent, je te laten dragen, deze een ogenblik te maken a.h.w. tot je uiting; jezelf alleen maar te maken tot het instrument van de kracht, die je in je voelt, dan bereik je veel meer en kom je veel verder dan met alle persoonlijk streven.

Nu weet ik niet of men dat Paasfeest moet noemen. Misschien wel, misschien niet. Maar ik voor mij heb de overtuiging gewonnen en in mijn ogen althans is dat zo-even door onze kleine vriend weer bevestigd, dat, wanneer je de krachten, die in je werken, laat spreken en zelf bewust je terugbrengt tot het middel, waardoor de kracht zich uit, dat je dan het hoogste bereikt, wat je bereiken kunt, n.l. te zijn; een onmiddellijk werkzaam deel van het Alscheppend Vermogen.

Ik ben er soms een klein beetje jaloers op, dat onze kleine komiek dit klaarspeelt. Ik ben misschien in vele opzichten een veel gemakkelijker en veel prettiger prater dan hij. (Niet dat ik eigen roem wil gebruiken, hoor. Ik wil U alle slechte lucht op deze mooie ochtend natuurlijk besparen). Maar als spreker heb ik wel eens gedacht: “Nou ja, ik breng het er toch wel beter van af dan jij”. En nu moet ik ineens zeggen:”He, omdat je jezelf goed hebt leren zien, ben je nu ineens mijn baas, mijn meerdere geworden. Ik weet, dat het je moeilijk valt en dat je het niet altijd klaar speelt. Goed. Maar … je doet het dan toch maar. Zou ik dat nu ook niet kunnen?

Ik ga het ook proberen. Natuurlijk. Misschien dat ik zo ook een trapje hoger kom. Maar wat ik kan proberen, dat kunt U ook proberen. Denk er maar eens goed over na. Wanneer onze vriend Henri kans ziet om iets klaar te spelen, waar onze vriend de kapitein jaren voor nodig heeft gehad (die heeft alleen al vele jaar nodig gehad, eer hij zijn vrouw met rust kon laten, d.w.z. uit zijn gesprekken kon houden) en Henri ziet kans, nadat hij eenmaal eerst de geestelijke lering in zich heeft opgenomen, nu plotseling om te slaan, dan is dat toch een prestatie!

Zouden wij dat niet kunnen? Zoudt U dat niet kunnen? Ik geloof, dat we het wel kunnen, wanneer we de moed hebben. Want er is moed voor nodig, als je een klein ventje heet om te zeggen; “Ik verlang de goddelijke Kracht tot uiting te brengen en dan laat ik mezelf verder maar helemaal buiten spel”.

“Het is natuurlijk moeilijk. Het valt wel eens tegen. Want vooral als het een keer goed gaat, dan ga je toch wel weer eens zeggen: “Nou ja, zoals onze kleine vriend nog steeds niet kan nalaten te vertellen, wie hij eigenlijk werkelijk is. Maar ondanks dat (er zit dus nog wel een stukje “ik” in dat kan ik nou, en wat ben ik er blij mee”, dat blijft er nog bij) het wordt steeds onzelfzuchtiger. Het wordt niet meer eigen roem, het wordt niet meer zeggen “Nu ben ik dit”. Nee, het bewustzijn wordt steeds groter. “Dit is de goddelijke Kracht en dit is de Kracht, Die door mij werkt”. En zo geloof ik dat men een heel eind opschiet op de weg naar de geestelijke bewustwording.

Al is deze kring dan thans open (vandaar ook een zekere gelijkschakeling van het programma een ogenblikje) maar al is de kring dan ook open, we zijn toch allemaal wel zo ver, dat we dat kunnen begrijpen. En zijn we misschien ook al zover, dat we de moed hebben om dat te proberen? Ik ga het zeker proberen, ‘k probeer het eerlijk gezegd al.

Ik zou zeggen: doet U mee. Laten we eens proberen om voor ons het Paasfeest te maken, of wat mij betreft het leven te maken en het “zijn” te maken tot een voortdurende uiting van de goddelijke Kracht in ons. En dan denk ik, dat we over onszelf verbaasd zullen staan; omdat we nooit geweten hebben, dat we wanneer we God maar door ons laten werken zoveel kunnen presteren.

Vrienden, dat is mijn kort commentaar. Ik was nu eenmaal de spreker, die voor deze morgen eigenlijk stond en ik wou niet weggaan, zonder U, juist in deze kring, waar ik U voor Pasen niet meer zie, ook nog eventjes te ontmoeten en tegen U allen te zeggen; “Ik wens U een gezegend Paasfeest, waarin het Licht, dat het kenteken is van de Paasmorgen, blijft groeien in Uw eigen wezen en Uw eigen hart”.

Voor de rest: het beste allemaal.  Geniet van de zon en van de lente. En vergeet soms eens even Uzelf voor de grote Baas, Die uiteindelijk ook door U werkt.

Het Schone Woord.

Christus, beeld van licht en kracht, dat uit den hoogste kwam en op de wereld Zich tot voertuig zo vaak een mens ook nam.

Christus, Licht der hoogste sfeer, ja, deel van ‘t Wezen Gods, hoe hebt Gij ons geleid, en toch vernederd onze trots.

Want ziet, de wegen, die Gij toont, die durven wij niet gaan.

Wij durven afstand niet te doen van eigen zijn en waan.

Wij gaan geladen met de haat, met zelfzucht zonder grens, de wereld door en noemen ons vol trots en luid dan: “Mens”.

Wij leven in de eigen waan en zwerven onbevreesd door wat tot stand kwam uit die waan en noemen ons: de lichte geest.

Maar, Christusgeest, Gij zijt ons voorgegaan.

Gij zijt ons een waarheid, Gij zijt ons een weg.

Gij toont ons des levens kracht.

Gij hebt ons getoond hoe een mens zichzelf tot bij den Vader bracht.

Gij hebt ons geleerd in het Ik te delven, te zoeken naar God, Die in ons woont.

Gij hebt ons gezegd: “Zie, hoe het leven het Leven zelve loont, wanneer Ge leeft met God”.

Moet ik dan stille staan?

Moet ik dan steeds nog vlechten weer in ‘t levend spel der waan?

Moet ik dan zeggen :”Ik, de mens?” Of: “Ik, de vrije geest”?

Vergeten, hoe het ware Licht; door U eens is geweest op deze wereld, Christusgeest?

Neen, ‘k Besef Uw ware waarde niet, en kan Uw woord slechts half verstaan.

Maar ‘k heb de kracht, die God mij gaf en zal Uw wegen gaan.

Ik leg mijzelf langzaam neer; zo deel na deel en beeld na beeld.

Tot, wat ik eens mijn ikheid noeme, over de kosmos is verdeeld, en deel wordt van het Scheppingsplan, begin van alle zijn.

‘k zal niet aarz’len dit te doen, vreet mij vaak de pijn daarvan tot in het hart. Want, Christusgeest, Gij, Weg van Licht, deel van U zijn is smart. ‘k Zal lachen en leven, ‘k zal lijden en sterven, zoals door Uw woord en Uw Ik zal erkennen de Kracht waardoor heel mijn wezen steeds wordt geregeerd: de geest van het Al, de God aller sferen, het Zijn zonder grenzen, Zichzelf slechts grens. En zal dan door de kracht van Hem, mijn Heer, door ‘t aanvaarden ook, o, Christusgeest, van Uwe leer eens werk’lijk zijn dat, waartoe Hij mij geschapen heeft: een mens. Want menszijn is Godzijn. Want God schiep de mens als beeld en gelijkenis.

Het onbegrip, de waan en de trots veroorzaken het gemis, dat ons scheidt van U, o God.

Dan, Christusgeest, toon ons Golgotha.

Opdat wij, vervullend ons lot, gaan Uw weg en laten de wereld na een deel van UW eigen Kracht, waarmee Gij eens op Golgotha Licht aan ons mensen, aan ons geesten hebt gebracht.

Christus volgen wil zeggen; de Christusgeest aanvaarden.

Christus volgen wil zeggen: De Christusgeest begrijpen.

Christus volgen wil zeggen: afstand doen van je eigen wezen en waan.

Christus volgen wil zeggen: Intreden in het ware bestaan, dat God ons gegeven heeft.

Christus volgen wil zeggen: de weg gaan in de Kracht, waarin alles leeft.

Misschien wilt gij die weg gaan?

Aanvaardt dan het offer, dat de Christusgeest vraagt, en besef, dat – terwijl gij het lijden dan draagt – Zij U de krachten geeft om voort te gaan, totdat aan al, wat wordt geëist van U, eens is voldaan en gij kunt binnentreden in het Koninkrijk.

Het Koninkrijk, dat ge thans reeds met U draagt en dat gij niet betreden kunt, tenzij de Christusgeest U schraagt, om in te gaan tot ‘t verblindend Licht, waarin de raarheid leeft.

En daarmee ga ik besluiten. God geeft ons allen Licht en Waarheid. De Christusgeest is de lichtende Kracht, die Hij tot ons zendt, zó, dat wij ze nog kunnen verstaan. Zijn Kracht, gedempt, milder, opdat we niet zullen neerstorten, als getroffen door een pijl.

De Christusgeest volgen wil zeggen: de weg gaan, die God zelve voor ons heeft gezet, opdat wij niet onbewust, geslagen, maar bewust en vrijelijk Zijn heerlijkheid kunnen zien en bewust en uit eigen wil in Zijn Wezen kunnen opgaan, om daar volgens Zijn wet te leven in Zijn Rijk.

 

image_pdf