uit de cursus ‘Revolutie in de wereld’ (hoofdstuk 2) – november 1983
Geestelijke revolutie.
Als wij spreken over revolutie, dan moet u onthouden dat het eigenlijk klinkt als het tegendeel van evolutie. Als het echter gaat om een geestelijke omwenteling, dan is dat niet helemaal waar.
Er zijn een groot aantal sporen van ontwikkeling mogelijk. Misschien zou men kunnen zeggen dat een geestelijke evolutie betekent, dat de mensheid of een groot deel daarvan de wissel omzet en op een ander spoor verdergaat. Het is niet zo dat geestelijke evolutie inhoudt dat grote geestelijke zaken plotseling een rol gaan spelen. Het is bijna zeker dat de uitingen van een dergelijke omwenteling als gevolg met zich brengen, een veranderd gedragspatroon dat heel vaak voert tot overdrijvingen van allerlei soorten. Laten we een eenvoudig voorbeeld nemen:
De aanloop tot de Franse revolutie, de oorspronkelijke vergaderingen van de Jacobijnen, de natuurfilosofen van die tijd, waren allen bezig om zich af te zetten tegen het te eng geestelijk religieus gebonden denken van die tijd. Zij kregen oog voor allerlei mogelijkheden en situaties die vanuit een gezagsdenken zonder meer nooit zouden zijn opgemerkt.
Wij krijgen dan de Encyclopedisten die eigenlijk over alle dingen samenvattingen geven waarin juist die geest van vrijheid een rol speelt. Het resultaat is dat in het gehele volk de benadering ten aanzien van de overheid verandert.
Het gaat hier heus niet alleen om misstanden, want er zijn heel wat landgoederen geweest waar geen misstanden waren en waar toch de bewoners zijn vermoord of op een andere manier omgebracht, misschien via z.g. gerechtelijke beslissingen.
Neen, het was doodgewoon: men wist niet meer wat men van het gezag te verwachten had. De rechtvaardiging van het gezag was weggevallen. En op het ogenblik dat dit gebeurt is er een leegte. Die leegte wordt tijdelijk gevuld door gewoonte, men gaat verder zoals men altijd heeft gedaan. Wanneer er nu iemand komt die een nieuwe manier van denken of zelfs maar een nieuwe manier van voelen onder de mensen gaat verbreiden, dan wordt die leegte gevuld en daarmee de motivering veranderd.
Toch weten wij dat in de eerste dagen van de revolutie er optochten zijn gehouden met de godin van de Rede en de godin van de Vrijheid, die reed ook mee, maar ze kwam achter de Rede.
Het is een historisch te controleren bewijs dat elke situatie waarin het gezag zijn rechtvaardiging begint in te boeten (onverschillig welk gezag) er een leegte ontstaat waardoor het voortzetten van de gebruikelijke discipline en zelfs van denken en wijze van redeneren eigenlijk automatismen zijn geworden waaraan men niet waarlijk meer deelheeft.
De gehele benadering is kunstmatig geworden. En juist door die kunstmatigheid ontstaat de conflictsituatie die, als er maar een nieuw denkbeeld opvlamt dat te rechtvaardigen is, onmiddellijk een groot gedeelte van de mensen met zich meesleept.
Het is Lutherien. Dat Luther zelf, toen hij zijn artikelen op de deur van de kathedraal nagelde, ooit heeft verwacht dat hij zoveel zou losmaken, geloof ik niet. Ik kan mij deze man voorstellen als een ijveraar, maar hij heeft zeker niet het christendom terzijde willen schuiven, zoals dat toen bestond. Er zijn vele aanwijzingen dat hij heel anders dacht in het begin. Maar wat gebeurde er?
De kerk op zich was een instituut. Dit instituut kon door zijn vertegenwoordigers niet meer geloofwaardig zijn. Bedelmonniken waren voor de helft oplichters. Priesters dachten meer aan hun inkomen dan aan de christelijke naastenliefde. De rijkdommen van de kloosters waren befaamd. Vorsten gebruikten vaak religieuze voorwendsels om extra zware lasten op te leggen. Men kon niet meer geloven in de wil van God als origine van dit alles. En dan komt daar ineens een man, die als het ware aanklaagt. Die zegt: er is een verandering noodzakelijk, dit kan anders niet meer.
En al degenen, die met die vaagheid hebben gelopen van “dit is niet juist, dit kan eigenlijk niet”, die weten nu opeens wat daartegenover te stellen.
De Reformatie is een ziekte die voortkomt uit het beeld van de tijd. Vandaar ook dat je zoveel reformatoren ineens kort na elkaar, soms gelijktijdig, ziet opstaan en werkzaam ziet worden. Als we daar rekening mee houden, dan kunnen we begrijpen dat, als een geestelijke revolutie zich in deze tijd wil afspelen er in de eerste plaats een toename van onzekerheid nodig is.
Aan alle grote veranderingen gaat door de hele historie heen altijd een periode van verwarring en onzekerheid vooraf. Ook nu is er in de wereld een zeer grote onzekerheid. Wie moet je vertrouwen? De Amerikanen? De Russen? Je eigen regering misschien? Er zijn te veel mensen die zich op allerlei manieren bedrogen gevoelen, terecht of ten onrechte. Er zijn te veel mensen die zeggen: De Russen zijn misschien niet brandschoon, ze doen allerlei dingen die niet mogen, maar de Amerikanen doen eigenlijk hetzelfde op hun eigen continent.
Er moet dus iets komen. Maar wat? Het kan geen staatkundige, geen politieke oplossing zijn; die is namelijk niet te vinden. Het kan ook geen religieuze oplossing zijn, want een God die alle dingen toestaat, die een groot aantal mensen op deze wereld nog hebben meegemaakt, die spreekt ook niet meer aan als opperste rechter en instigator van de juiste ontwikkelingen. Dan blijft er maar één ding over: er moet een emotie zijn.
Deze emotie kan tot uiting komen in bv. een vredesmanifestatie. Maar dat was geen demonstratie tegen raketten en voor de vrede in de eerste plaats. Het was een demonstratie van onvrede. En omdat ze allemaal een middeltje (een reden) hadden gevonden om die onvrede duidelijk te maken, kwam ze naar buiten. Maar de onvrede blijft bestaan.
Die onvrede, dat voortdurende wantrouwen, kunt u op het ogenblik zien in relatie met vakbonden, maar net zo goed in relatie met nieuwe bisschopsbenoemingen.
Er is een onzekerheid. Wat kun je daarvoor in de plaats stellen? Dan blijkt dat een algemeen gezag op dit moment voor de meeste mensen niet aanvaardbaar is. Dan komt als vanzelf het denken in het gedrang. Het spijt mij dat ik het moet zeggen.
Het logisch denken komt in het gedrang. Daarvoor in de plaats komt een vorm van emotionaliteit die eigenlijk niet logisch te verklaren is. Maar het houdt wel in dat steeds meer mensen in toestanden van opwinding komen, in toestanden van zware emotionaliteit dus, waardoor hun zenuwstelsel spanningen vertoont die lange tijd niet zo zijn voorgekomen. Dergelijke gespannenheden zijn weer aanleiding tot allerlei ervaringen die zich bewegen op occult en mystiek terrein. Er ontstaan innerlijke beelden, innerlijke waarheden die met de werkelijkheid waarin je leeft niets te maken hebben. Maar het zijn wel de beelden die je gaan motiveren. Dat is een heel belangrijk punt.
Als ik door een geest word geleid (of dat een echte geest is of mijnentwege een waanbeeld) en ik geef mij volledig eraan over, dan kom ik tot handelingen die absoluut irrationeel zijn. Dan hoor ik in een gekkenhuis thuis vanuit het standpunt van de moderne maatschappij. Want die geest kan wel zeggen: Je moet die mens doden. 0f: Je moet zoveel geld nemen en ga dat maar eens overal uitdelen, ook als het je eigen geld niet is. Wat geeft dat, je moet geld uitdelen. Of: Je moet een nieuwe wijsheid verkondigen of de ondergang van de wereld.
Die uitingen zijn allesbehalve aanvaardbaar om eerlijk te zeggen, maar de beleving in het ik betekent een totaal ander contact niet alleen met je wereld, maar ook met jezelf en daarnaast niet te vergeten met de werelden, die toestanden van de geest waarin o.m. de overgeganen zich plegen op te houden.
Het houdt in dat in deze tijd het contact tussen mens en geest al is het voorlopig nog heel wisselvallig, steeds intenser wordt. Heel veel mensen plegen dat weg te verklaren. Ze maken van een communicatie die ze van de geest hebben ontvangen misschien een contact met een ruimtevaarder. Of: ze hebben een geest gezien, een spook, ze hebben eigenaardige verschijnselen waargenomen die passen in de Openbaringen of ergens anders in. Die verklaringen zijn niet belangrijk. Dat is niet de omwenteling die plaatsvindt. Het belangrijke is de innerlijke benadering waardoor die dingen steeds belangrijker worden.
In de eerste plaats kun je zeggen: een geestelijke revolutie betekent een totaal nieuwe beleving van het bestaan. Op grond van deze beleving een steeds toenemende afwijking van het als norm geldende gedrag.
In de tweede plaats: elke innerlijke verandering zoekt naar een methode om zichzelf te manifesteren. Daardoor zal de mens worden tot verkondiger van geloof. Hij zal worden tot een nieuwe profeet of misschien wel een doemdenker. Wie zal het zeggen, ofschoon dat te normaal is tegenwoordig.
De mens gaat het uiten. De een denkt in EO‑termen, de ander zoekt het bij een goeroe, weer een ander bij een maharishi, nog een ander gaat magie bedrijven. Er zijn er misschien ook die zich in de eenzaamheid gaan terugtrekken en in contemplatie en meditatie de oplossing zoeken voor de vernieuwing die ze op hun manier en in de wereld nog niet kunnen vinden en waaraan ze ook geen verbreiding kunnen geven.
Hoe moet je je dat innerlijke proces voorstellen? Afstemming van een persoon (dat wordt vaak als trilling uitgedrukt, al is dat niet helemaal juist) betekent dat je bepaalde harmonischen krijgt. Vergelijk, als je de G‑toon aanslaat, gaan G‑laag en G‑hoog versterkt meetrillen. Maar het omgekeerde is ook waar: als je G bent, word je door G‑hoog en G‑laag in beroering gebracht. Dat is een harmonisch principe. Doordat je eigen emotionele toestand en misschien ook je mentale toestand zich beginnen te wijzigen, verandert je gevoeligheid.
Er zijn een aantal geestelijke gebieden die lange tijd van grote invloed zijn geweest op aarde. Deze gebieden waren over het algemeen voor het ‘vader weet het het best’ principe. Het was een geestelijke regentenmentaliteit die zelfs in haar uitingen zeer dicht lag ofwel bij demonenverering, dan wel bij de zuiverste mystieke godsbeleving en godsdienst.
Deze dingen spreken steeds minder aan. Er komt iets anders voor in de plaats: een wereld, die misschien wat dichter ligt bij de mensen van vandaag, maar ook wel degelijk geestelijk veel dichter ligt bij uw eigen mogelijkheden. Het houdt in dat uw ontvankelijkheid daarvoor tevens betekent dat uw emoties in die sfeer een signaal veroorzaken.
Zonder nu te zeggen dat het een opslingeringsproces is waarin de factoren elkaar voortdurend versterken, is het toch wel duidelijk dat zelfs in deze dagen geestelijke en inspiratieve waarden veel sneller en vollediger de mens plegen te bereiken als het gaat om meer praktische zaken.
Gelijktijdig blijkt dat de eigen emotie van de mensen ‑ zeker als het een aantal mensen is die ze gelijktijdig ondergaat ‑ veel meer dan vroeger een enorme versterking ondergaat. Vandaar dat het tegenwoordig zo ontzettend moeilijk is om zelfs een kleine menigte in bedwang te houden.
Wat er dus in feite plaatsvindt, is een wederkerige beïnvloeding van uw wereld en van een aantal sferen die we kunnen aanspreken als Zomerland (zeker laag‑Zomerland en misschien midden Zomerland) en daarnaast ook Schaduwland en Nevelland. Een aantal werelden dus waarin geesten zitten die wat bekrompen zijn; die zichzelf nog niet kunnen aanvaarden en ook werelden waarin men wel zichzelf heeft kunnen aanvaarden, maar zijn wereldbeeld nog niet heeft kunnen kwijtraken. Dat zal voor het geheel van die geestelijke veranderingen die zich ongetwijfeld op het ogenblik in toenemende mate voltrekken van invloed zijn.
De mensen zullen zeker nog niet helemaal zonder vormbesef komen. Zij zullen nog altijd bepaalde vormen en normen als uitermate belangrijk blijven beschouwen. Zij zullen misschien gedragscodes kunnen wijzigen, maar de factoren waarop die gedragscodes berusten, zullen dezelfde blijven. Ze zullen echter doordat hun gedrag eigenlijk mede door een geestelijke wereld wordt bepaald, als gevolg van dit gedrag veel vaker ervaringen hebben die toch in de richting van het bovenzinnelijke wijzen. En als je het bovenzinnelijke langzaam maar zeker als normaal gaat zien, dan ontstaat er een eigenaardige situatie.
De mensen voorvoelen, zonder te weten hoe of waarom, bepaalde ontwikkelingen in de toekomst. Ze houden daar zelfs rekening mee. De mensen doorzien, zonder dat er enige reden is waaruit ze dat stoffelijk kunnen verklaren, a.h.w. gebeurtenissen. Ze zien beter de betekenissen daarachter. Ze dringen steeds verder door in de werkelijkheid die in uw maatschappij tot heden toe zo mooi wordt vermomd achter fraaie woorden, fraaie gewaden en schone gezegden. Je maakt je niet alleen vrij van die dingen, maar je gaat ze eigenlijk meer zien als een soort stoffering. Ze zijn er nu eenmaal.
Ze geven de wereld een bepaald aanzien en voorlopig kunnen wij het er nog best mee doen. Er zijn nog een hoop dingen die niet verschoten zijn. Het gaat echter om de meubels die we erin zetten. Het meubileren van de geestelijke wereld, maar ook van de mentale wereld geschiedt op dit ogenblik steeds meer aan de hand van impulsen, die niet van zuiver stoffelijke oorsprong zijn.
Wat kunnen we verder verwachten? Een aantal Zomerlandsferen wordt voortdurend bezocht door entiteiten, die tot een hoger vlak van bewustzijn behoren. Deze entiteiten geven mogelijkheden tot scholing. Ze geven eigenlijk ervaringsonderricht. Ze zorgen daarnaast voor de mogelijkheid om bepaalde harmonische belevingen te ondergaan. Dat hebben ze tot nu toe altijd gedaan in Zomerland. Maar als Zomerland zo dicht bij de wereld komt te liggen, zullen steeds meer mensen de uitwerking van dergelijke contacten gaan voelen. Ik zeg niet dat u ineens wordt opgeheven naar hogere sferen. Dat is onzin. Neen, u ervaart allerlei hoge invloeden.
Het ervaren van hoge invloeden is, zoals u weet, mystiek volgens de menselijke gebruiken. Innerlijke werelden bloeien open. De wereldbeelden, die in de mensen leven, zijn steeds meer verschillend van de werkelijkheid die ze buiten zich nog voortdurend aantreffen. Ze denken aan dingen uit het verleden maar ook aan een toekomst die geen van beide eigenlijk reëel ooit zouden kunnen bestaan of ooit bestaan hebben.
Hun wereldbeeld begint als een soort droom, een sprookje die je aan jezelf vertelt. Maar in het sprookje zit kracht verpakt, zoals je onaangename geneesmiddelen voorziet van een suikerlaag en er dan dragees van maakt. Daardoor worden geestelijk belangrijke waarden voor steeds meer mensen gemakkelijker te slikken. Men kan het gemakkelijker hanteren, men kan op een eenvoudige manier wegen vinden om de mens te laten voelen wat geestelijke werkelijkheid betekent.
Een dergelijke revolutie zal o.m. betekenen dat in het westen de aanhang van degenen die in reïncarnatie geloven aanmerkelijk zal toenemen. De radeloosheid en leegte die bij steeds meer mensen optreedt, kan leiden tot uitermate negatieve en destructieve reacties, dat is ongetwijfeld waar, maar een betrekkelijk groot aantal mensen zoekt het toch in opbouwende zin.
Zij zullen te maken krijgen met allerlei paranormale manifestaties; of die nu liggen op het terrein van genezing, helderziendheid e.d. De mens begint steeds meer een niet logisch en niet redelijk geheel te definiëren wereld te integreren in zijn leven en beleving.
Wanneer dit gebeurt, moeten we aannemen dat het begin van zo’n revolutie aanmerkelijk sneller verloopt dan bij een stoffelijke revolutie. Willen wij daar een tijd voor aangeven: ongeveer 10 jaar, vanaf heden gerekend. In feite is de revolutie iets langer gaande, maar we zijn op dit moment zover dat de wisselwerking tussen geestelijke en stoffelijke werelden bijna optimaal gaat worden. Dan moeten we aannemen, dat in die tien jaar de hele levensfilosofie van een heel groot aantal mensen dus gaat veranderen.
Systemen, dogmatische geloofsvormen, wetenschapsvormen worden als het ware uitgehold. Ze zijn nog wel het vat waarin men bepaalde belevingen probeert te gieten, maar ze zijn niet meer op zichzelf bepalend voor de beleving. Integendeel, de beleving is bepalend voor de waarde van het vat.
Ik voorzie hierdoor een grote verandering in kerkelijke structuren. (Laten ze het niet horen anders komen ze meteen aan onze kant!) Er komt een grote verandering in wat men tegenwoordig politieke structuren noemt. Er vindt een grote aantasting plaats van wat ik de technocratie van deze tijd zou willen noemen. Men begint tot de conclusie te komen dat een intuïtieve reactie vaak beter is dan één die door tien commissies zijn onderzocht en daarna te laat komt.
De slagvaardigheid van de mensen zal toenemen, maar ze zullen niet geneigd zijn om hun gehele lot in handen van de enkelingen te leggen. Zuiver menselijk gezien zouden we kunnen zeggen: de tijd van de blatende schapen is voorbij. Er komen steeds meer wolven, maar tenslotte zullen we te maken hebben met vele vrije kudden die een leiding alleen aanvaarden op grond van erkende ervaring bij leider of leidster.
U zult zeggen: wij zien daar zo weinig van. Mag ik u erop wijzen dat het feminisme, dat overigens in sommige gedaanten ook al weer dogmatisch begint te worden helaas, een directe reactie is op een afhankelijkheidssituatie die niet meer als aanvaardbaar wordt beleefd. Mag ik u erop wijzen dat alle minderheidsgroepen, die met hun luidkeels roepen ongetwijfeld meer eisen dan ooit, te rechtvaardigen is, juist tot hun protesten komen in een poging hun eigen waarde en waardigheid terug te vinden. Ze zijn niet meer bereid het oordeel van anderen te aanvaarden. De enige fout, die ze nu maken is, dat ze van een ander eisen dat die hun beoordeling van eigen wezen en structuur zonder meer als goed aanvaarden.
Kijk naar de conflicten die zich afspelen in vele landen. Niet alleen uw eigen oplopend verzet tegen de overheid, maar evengoed de verdeeldheden die op dit ogenblik in de U.S.A. bestaan. De ontzettende tegenstellingen die kenbaar worden in een land als Frankrijk. De op z’n minst genomen eigenaardige situatie die zich ontwikkelt in West‑Duitsland. U kunt ze allemaal als voorbeeld zien. Maar kijkt u dan niet naar de symptomen als op zichzelf betekenend.
Vraagt u zich eens af: wat moet daarachter steken? Hoe komt het dat de mensen, die eens zeiden: onze leiders weten het het best, of ze nu Willem heten of Adolf. Op het ogenblik zeggen ze: wij denken voor onszelf. Wij gaan uit van hetgeen voor ons belangrijk is.
U zult tot de conclusie komen dat er zich ergens iets heeft afgespeeld dat niet alleen maar rationeel is. Hier is een sterke emotionele verandering gaande en deze blijkt zich overal ter wereld te manifesteren. Ook als u gaat kijken in de Latijnse landen, in de negerstaten of gaat kijken naar de ontwikkelingen in Azië tot zelfs in Rood‑China.
Er is een omwenteling gaande. Indien wij die omwenteling gewoon zien als een fase in de normale ontwikkeling (we kunnen die namelijk weg verklaren uit de stoffelijk bestaande situaties), dan vergissen we ons schromelijk.
De Reformatie is nooit meer ongedaan gemaakt. Ze heeft meer veranderd in de kerk van Rome, dan Rome zelf ooit zou willen toegeven. Met de komst van de Reformatie veranderde de aard, de structuur van het christendom in aanmerkelijke mate. Ook nu is dat zo.
Die innerlijke veranderingen kun je niet alleen maar samenvatten in een: nu ja, het wordt door de omstandigheden nu eenmaal geforceerd. Want wat is gebeurd, kun je niet terugdraaien.
Het klinkt misschien dwaas als je zegt dat de mensen, die op een gegeven ogenblik roepen: ‘Weg met Oranje’ in zekere zin ook symptomen zijn van dit gebeuren. Eens was de vorst door God gezonden. Het was een goddelijk gezag, onaantastbaar. Of hij nu zwakzinnig was als Ludwig van Beieren of misschien verstandig of losbandig het deed niet ter zake. De vorst was de representant van God op aarde. Nu is het in feite een functie geworden.
Zeer veel mensen zullen zeggen: Ach, laat Nederland zijn koningshuis in godsnaam maar behouden. Maar ze zullen niet meer zeggen: de vorst weet het het best. Ze zullen alleen zeggen: de vorst bindt ons.
Als u die dingen zo bekijkt, dan moet u duidelijk zien wat er gaande is: een omwenteling waarmee in jezelf op een gegeven ogenblik een beleving van duisternis en licht opkomt, waardoor je het ene ogenblik bent gedompeld in afgronddiepe angsten, het volgende ogenblik misschien je verheven voelt boven alles en denkt te zweven als een cupido ergens in de gipsen hemelen van een wereld die zelf nog niet gevuld is, die leeg is. Het is alsof je allemaal in afwachting bent van een nieuwe schepping.
Je zou kunnen zeggen: De mens op aarde wacht op het ogenblik tot het Woord waar wordt: “En er was een nieuwe hemel en een nieuwe, aarde.” Niet in de zin van een ondergang van het oude, maar de betekenis van aarde en hemel zullen veranderen. Je voelt het in de mensen. Je ziet het in hun wanhopige pogingen om uit te wijken in de richting van ‘kicks’ zoals men dat tegenwoordig noemt. Iemand, die teveel naar kicks streeft, is iemand die volgens de oude normen die kick of trap moet hebben op de plaats waar men normaal op pleegt te zitten.
Dit streven naar ‘kicks’, dit voortdurend zoeken naar de een of andere manier om anders te zijn, dit absoluut willen wegtrekken uit het gevestigde, zoals zelfs in de z.g. vakantie recreatie zo sterk tot uiting komt, is allemaal een bewijs van: men kan zich niet meer vinden in de vaste regelmaat. Men wordt innerlijk gedreven tot allerlei belevingen en dromen die niet passen in het wereldje waarin men normaal leeft en werkt.
Achter al die droombeelden zit vaak iets verborgen van een Zomerland. Iets van grazige weiden. Iets van ruisende bossen, van kleine dorpjes en mensen die gelukkig zijn, mensen die samen zingen. Een wereld die haar stilte zelfs tot muziek maakt. Het is een droom die niet te verwezenlijken is, zeker niet in de moderne tijd. Maar het is wel een droom die je voortjaagt, die misschien verborgen ligt in de Nederlander die wegtrekt naar Spanje maar wel z’n aardappelen, z’n rookworst, z’n pindakaas e.d. in ruime mate met zich meeneemt. Wantrouwen tegen het mogelijke paradijs is ook in deze dagen nog een steeds belangrijker wordende factor.
Wij dromen van een nieuwe wereld. Maar, als we dromen van een nieuwe wereld, als wij die nieuwe wereld steeds meer beginnen te gebruiken als een maatstaf voor datgene wat nu voor ons bestaat, wat nu voor ons geldt, dan verandert onze benadering van de gehele wereld. En denkt u niet dat het alleen hiertoe beperkt blijft, dat het een kwestie is van “de gewone man”.
Als wij de ontwikkeling van de wetenschap in de laatste tijd gadeslaan, dan valt één ding in het bijzonder op: steeds meer worden de zuiver wetenschappelijke constateringen vergezeld van filosofieën; anders kunnen wij ze niet noemen. Steeds meer wordt de wereld van het onbekende, van het paranormale aanvaard als een mogelijke factor. Men begint de mogelijkheid toe te geven dat het stoffelijk bepaalbare niet is.
Ook hier droomt men van een andere wereld al formuleert men dat misschien op een heel andere manier. Ook hier droomt men van nieuwe krachten en nieuwe mogelijkheden, nieuwe ontdekkingen. Maar in wezen zijn het ontdekkingen die voor een deel stoffelijk niet haalbaar zijn. Ook hier een soort Zomerland vertaald in wetenschappelijke termen. En zelfs de theologen lopen vast in hun eigen betogen, wat niet zo moeilijk is, want voor leken zijn die toch maar een doolhof.
De theologen zijn aan het zoeken naar God. Ze voelen dat er een God is, maar die God wijkt steeds verder terug, als ze Hem proberen te definiëren op een normale manier. Vandaar dat er zoveel mensen zijn die in feite zuiver magisch denken, die magisch‑filosofisch een probleem van God en van godsdienst proberen te benaderen. U kunt hen overal vinden, zelfs in Nederland.
Er verandert iets. Als wij alle omwentelingen die zich op het ogenblik voltrekken ‑ in het juiste verband willen beschouwen, dan zullen we de geestelijke revolutie als bindende factor moeten accepteren, vrees ik.
Wij zullen ons in de loop van deze cursus nog met een aantal andere onderwerpen bezighouden. Maar altijd weer zullen wij moeten terugkeren tot dat ene punt. Er verandert op het ogenblik innerlijk iets. De denkwereld, de belevingswereld van de mensen is aan het veranderen. De maatstaven en normen die eens maatschappelijk onveranderlijk waren ingebrand, vervluchtigen en daarvoor in de plaats komt een voortdurend wisselend kader van vage acceptaties en vage veronderstellingen.
De mens is aan het groeien naar een eigen verantwoordelijkheid, maar ook naar een eigen leven en een eigen beleving.
Steeds meer mensen ‑ of ze het bewust weten of niet ‑ worden gedreven door dingen die in henzelf bestaan. Ze proberen hun leven steeds te leven zoals ze voelen te zijn. En daarmee drukken ze niet alleen uit wat ze denken te zijn, maar tevens de verbindingen die ze hebben met die andere wereld.
Steeds meer mensen maken zich los van het gemeenschappelijke bestaan op een manier, die in oude termen anarchistisch zou kunnen worden genoemd. Zij verwerpen echter het gezag niet. Het gezag schuilt in henzelf. Ze worden zo sterk gedreven door de factoren die in henzelf werkzaam zijn, die onbegrepen geestelijke belevingen en ondergane invloeden, omgezet in emoties en gerationaliseerd in denkbeelden, dat ze juist daardoor schijnbaar verward en losgeslagen zijnde, zoeken naar een nieuwe vorm van bestaan, van samenwerken, maar vooral van innerlijk beleven.
Ik zal deze inleiding niet veel verder voortzetten, want het belangrijkste heb ik wel gezegd. Misschien is het goed om een aantal punten nog even afzonderlijk vast te leggen. De stellingen van deze les zijn dus:
- Wanneer er spanningen in de mens ontstaan, dan verandert zijn harmonie en daarmee ook zijn ontvankelijkheid t.a.v. zijn omgeving maar ook t.a.v. geestelijke werelden, krachten en sferen,
- Naarmate de mens de innerlijke belevingen sterker voelt doordringen in zijn gevoelsleven en zelfs in zijn bewustzijn, zal hij steeds meer afstand nemen van de normen en gebruiken zoals deze maatschappelijk zijn aanvaard in zijn omgeving. Zelfs zal hij zoeken naar een eigen weg.
- Wanneer een mens in deze spanningen geen juiste verbinding kan vinden tussen zijn innerlijke waarden en datgene wat zich buiten hem nog steeds voltrekt, zal hij heel vaak hierdoor een versterkt lichamelijk verval vertonen of accident‑prone worden. Op het ogenblik echter dat die harmonie zich herstelt, blijkt hij over een buitengewoon grote levenskracht en veerkracht te beschikken. Er is een relatie tussen levenskracht, innerlijke kracht, zelfs wilskracht en deze innerlijke beïnvloeding.
- Droomwerelden nemen een steeds grotere plaats in bij heel veel mensen. Deze droomwerelden zijn de vage uitdrukking van een innerlijk beleven, niet alleen maar van een wensleven dat op zuiver stoffelijke normen is gebaseerd. Door deze droombelevingen, deze droomwerelden, deze idealen wordt de mens ook in zijn handelen, maar zeker ook in zijn emoties en daarnaast ook in zijn meer mystieke belevingsmogelijkheid in een richting gedreven die voert tot een toenemende harmonie met andere werelden maar ook met gelijkgestemden.
Mijn conclusie van dit alles is: De omwenteling die zich op het ogenblik geestelijk voltrekt, vindt haar weerslag in vele ongeregeldheden op aarde. Want je kunt een bestaande ordening niet een, twee, drie aanpassen aan een geheel andere innerlijke beleving van de mens en daardoor aan voortdurende veranderingen in zijn drijfveren en zelfs zijn argumenten. Maar al wat er in deze dagen gebeurt en de eindvorm, die het huidige proces zal krijgen vermoedelijk na 3 à 4 generaties, zal wel degelijk een absolute vernieuwing van de mensheid ten gevolge hebben: een geestelijke vernieuwing. Waar de mens zichzelf geestelijk vernieuwt, daar zal ook de aarde haar aanschijn voor een groot gedeelte gaan veranderen. Ze zal aangepast zijn aan dit nieuwe innerlijke besef. Geestelijke waarden zullen in steeds grote mate de stoffelijke ontwikkelingen domineren.
Dit alles gezegd hebbend, heeft u nu ter overweging achtergrondinformatie. U kunt met deze informatie ongetwijfeld veel doen, als u zich bezighoudt met het gebeuren in de actualiteit. U zult hierin een verklaring kunnen vinden zowel voor de angsten en het wantrouwen dat bepaalde groepen zozeer beheerst alsook voor de eigenlijk niet meer realistische idealen die anderen met zo’n volledige beleving en inzet van hun persoonlijkheid nastreven.
Het geweld van de een en de opofferingsgezindheid van de ander zijn beide afhankelijk van de sferen waarmee men op dit ogenblik in een betere harmonie is gekomen. Er moet een mogelijkheid zijn om de harmonieën met het licht steeds sterker te maken en daardoor steeds meer de angstdromen en de verdwaasdheden teniet te doen die voortkomen uit degenen die een harmonie vinden met een Nevel‑ of een Schaduwland.
Zoek zelf eens naar wat verklaringen en bewijzen. U zult zien dat uw wereldbeeld aanmerkelijk duidelijker wordt. Juist degenen, die hun wereld helder en duidelijk kunnen zien en niet blind zijn voor de krachten die in henzelf werkzaam zijn, zijn degenen die een werkelijke alomvattende en ten goede voerende revolutie tot stand kunnen brengen die de evolutie van de mensheid als geheel zal dienen.
Vragen.
Iemand ervaart de spanningen en emotionele wisselingen in deze tijd in zichzelf. Hij is echter afgestemd op duister, op Schaduwland gezien zijn angsten en het ‘accident‑prone’ aanwezig zijn. Hoe kan hij zijn innerlijke afstemming veranderen en een lichtender afstemming blijvend vinden?
Het veranderen van afstemming is moeilijker dan u denkt. In de eerste plaats: als u op welke wijze dan ook het gevoel heeft dat u op duister, op schaduwsferen e.d. bent afgestemd, dan zal het eerste wat u doet moeten bestaan uit zoeken naar rechtvaardiging, naar zekerheid. Hoe zekerder u zich gaat voelen t.a.v. de zinrijkheid van alle gebeuren, des te minder zult u in overeenstemming kunnen komen met duistere machten.
In de tweede plaats: Als u angsten kent, dus emoties, nachtmerrie-dromen ervaart, dan moet u proberen u steeds te suggereren dat u daaraan geen deelheeft. ‘Dit ben ik niet. Hierbij ben ik niet betrokken.’ Probeer alleen te reageren op die zaken welke wel positief zijn en die soms zelfs in nachtmerriedromen voorkomen. Hierdoor verandert u langzaam maar zeker uw gevoeligheid en afstemming. De nadruk die u legt op het positieve zal zich weerkaatsen op uw afstemming op een lichtere wereld. Het eindresultaat kan zijn, dat u na ongeveer 6 à 10 maanden op deze wijze, dag in dag uit ernstig gewerkt hebbend aan uw eigen persoonlijkheid en instelling, inderdaad bevrijd bent van duistere invloeden.
Daarvoor in de plaats gaat u misschien zelfs mystieke lichtdromen beleven. Dit laatste als resultaat van uw voortdurende inspanning en daardoor de steeds sterker wordende wil om het meest lichtende, het meest positieve te ervaren en daarmee een mate van eenheid te beleven.
Geestelijk is het van belang te streven naar een blijvende innerlijke rust om een mate van inwijding te vinden. De vorige spreker zei, dat juist de onrust en spanningen leiden tot innerlijke harmonieën. Staan deze 2 zaken niet tegenover elkaar! Wat is hun relatie? Zijn het beide factoren in één ontwikkeling?
Beide zijn factoren in één ontwikkeling. Dat is juist geconstateerd. Als u een innerlijke rust weet te bewerkstelligen, dan is het echter deel van een persoonlijke ontwikkeling en daarmee van een bewustwording die in het bijzonder uzelf betreft en waarvan alle uitwerkingen ook alleen op uzelf betrekking zullen hebben. Op het ogenblik echter, dat er een algemene tendens ontstaat en een grote verandering moet plaatsvinden, ontstaat er een voorgevoel. Dit voorgevoel resulteert in een toenemende onrust.
Bij dieren manifesteert zich dit kort voor een vulkanische uitbarsting of een dergelijke ramp meestal in een tamelijk zinloze vlucht.
Bij de mens zal het aanvoelen van dergelijke spanningen echter voeren tot een soort vlucht naar binnen toe.
Die vlucht naar binnen toe impliceert juist weer dat ertussen de buitenwereld en het zich steeds veranderend innerlijk beeld in toenemende mate spanningen ontstaan. Waar deze spanningen zijn, is het begrip langzaam maar zeker bijna verdwenen. Men ondergaat, maar men kan het niet meer beseffen. Als er dan een verklaring komt (dat kan een woord zijn of een geestelijke beleving) waardoor men alles ineens weer in een verband kan zien, dan wordt deze de kern van de verdere ontwikkeling.
Dit zijn processen, die zich over het algemeen massaal afspelen. Ik kan u voorbeelden citeren van historische aard. In de tijd van Jezus was er sprake van een bezetting van het land van Israël. Er was sprake van een hevige onderdrukking ten dele door de Romeinen die de Joden minachtten als zijnde 2e kwaliteits-burgers of niet‑burgers. Daarnaast was er de onderdrukking vanuit de eigen gelederen door degenen die de inning van tolgelden e.d. hadden gepacht.
Het betekende dat men steeds radelozer werd, dat de eigen achtergronden steeds vager werden. Het geloof in wonderen, die eens door Jehova zouden zijn gedaan, verzwakte ook. Er bleef maar één hoop over: de verwachting van een direct goddelijk ingrijpen in de vorm van een Messias. Dit nu betekende de gehele achtergrond waardoor de woorden als die van Johannes de Doper, later van Jezus, nog later van zijn volgelingen veel meer doordringingsvermogen hadden en de mensen eigenlijk veel intenser naar een nieuw geestelijk beleven en een stoffelijk gedrag voerden, dan zonder die spanningen het geval zou zijn geweest.
Op het ogenblik, dat Mohammed zijn heilige oorlog begon, was er sprake van zeer grote en felle tegenstellingen tussen de nomadenstammen in de steden. Vooral het handelscentrum Mekka behandelde hen vaak als uitschot. De nomadenstammen voelden zich ook wat handel e.d. betrof voortdurend bedrogen. Dit maakt ook duidelijk waarom in de eerste heilige oorlog slechts ongeveer 2% van de strijders werkelijk geloofden in Mohammed, de anderen streden gewoon tegen een vijand.
Maar door de de spanningen die zo ontstonden en de veranderingen die mede door het omverwerpen van de afgodsbeelden en soortgelijke zaken tot stand werden gebracht, was het woord van Mohammed een vullen van de onzekerheid en de verwarring (de leegte) die was ontstaan door het wegvallen enerzijds van de waansituatie in de steden en anderzijds door het plotseling wegvallen van een vijand die vroeger het leven en veel van wat men deed rechtvaardigde bij vele bedoeïenenstammen. Als we het zo bekijken dan wordt het wel duidelijk.
In de tijd dat de Gautama Boeddha preekt, hebben we te maken met een groot aantal staatjes die voortdurend met elkaar concurreren, die met elkaar vaak in oorlog zijn; een verscherpt kaste‑onderscheid. Wij hebben daarnaast te maken met de verdrukking van de eenvoudige mensen. Het was geen gemakkelijk leven in die dagen.
In die tijd was er een geloof in vele goden. Maar die goden schenen niet meer te antwoorden op de gebeden van de eenvoudigen. Toen was de ontsnappingsmogelijkheid van Boeddha’s leer bijzonder attractief.
Het maakte je los van verplichtingen, die eens als een goddelijk juk je werden opgelegd en gaf je tevens de gelegenheid om door persoonlijk werken en streven en niet alleen door het omkopen van goden een nieuwe status te bereiken.
Dit zijn drie voorbeelden. Ik zou er meer kunnen geven. Ik heb juist deze voorbeelden gegeven, omdat die in de inleiding van de 1e les mede ter sprake zijn gebracht.
Dus toch een nieuwe religie?
Als u het liever anders wilt horen, dan kan ik teruggrijpend naar de inleiding wijzen op het ontstaan van de marxistisch‑socialistische staat in Rusland. Ook hier hebben wij te maken met onderdrukking, hongersnood, armoede, grote wreedheid van een heersende kaste. En door de oorlog, want voordien kon je daar werkelijk geen beweging in krijgen, een mate van hopeloosheid en losgeslagenheid bij een zeer groot aantal mensen, zodat hierdoor een nieuwe ideologie (zeker als die zo fel wordt verkondigd en verdedigd als Lenin indertijd heeft gedaan) de mensen meesleept en hen daardoor brengt tot een nieuwe wijze van denken en ook van leven.
Dat daarbij de revolutie gevolgen heeft gehad die onzes inziens niet aanvaardbaar zijn, betekent nog niet dat op dat ogenblik de situatie in Rusland zodanig is geweest dat de spanningen in de gewone mensen ondraaglijk waren. Dat het geloof in de Tsaar en in de rechten van de hogere standen waren uitgehold en dat daardoor het nieuwe denkbeeld van de arbeiderssolidariteit (want daar komt het op neer) plotseling weerklank vond.
Als we dit begrijpen, is het duidelijk hoe het communisme niet zuiver is gebleven in Rusland, maar zichzelf tot een soort pseudo‑godsdienst heeft vervormd. Het zijn systemen waarin de mens dermate intens is gaan geloven dat hij daaraan een rechtvaardiging ontleent, maar gelijktijdig een zinvolheid voor eigen bestaan.
Is het voor de toekomstige ontwikkeling nodig dat een nieuw denkbeeld gedeeld gaat worden?
Indien ik de inhoud van de toespraak van de eerste spreker op deze avond goed heb begrepen, is u duidelijk gemaakt dat dit juist niet het geval is. Er zullen ongetwijfeld nieuwe sekten of godsdiensten verrijzen als gevolg van de spanningen en disharmonieën. Mensen hebben nu eenmaal de neiging om datgene wat ze innerlijk beleven en met anderen enigszins kunnen delen, te institutionaliseren. Maar het zal u ook duidelijk zijn gemaakt dat het hier gaat om zodanige persoonlijke ontwikkelingen dat een dogmatisch samenvatten in één verband althans de eerste eeuwen onmogelijk zal zijn.
Dat is ook te begrijpen. Want hier spelen de stoffelijk niet meer controleerbare factoren een zo grote rol dat een rationele samenvatting van het geheel bijna onbereikbaar wordt. Een kerk, die is samengesteld uit louter profeten, is geen kerk meer. Dan is het eerder een marktschreeuwerij tegen elkaar in de samenkomsten en daarnaast toch vaak ook zeer intense belevingen op persoonlijk vlak, misschien nog vergezeld gaand van het een af ander wonder.
Ik zal nu de avond gaan besluiten door nog enkele opmerkingen van mijzelf hieraan toe te voegen.
Als wij spreken over revolutie denkt men altijd aan geweld. Wat men vergeet is, dat aan alle geweld een sluipende ontwikkeling vooraf gaat. Zoals een oorlog kan uitbreken aan de hand van een op zichzelf onbetekenend gebeuren, maar dan wel het resultaat is van spanningen en misschien naijver die al lange tijd voordien bestond.
Door u te realiseren dat een geestelijke revolutie niet noodzakelijkwijze geweld betekent, zult u gemakkelijker kunnen aanvaarden dat ze niet van zuiver materiële aard kan zijn. Het werken van de geest wordt voor een groot gedeelte bepaald door het voorstellingsvermogen dat in die geest leeft.
De harmonieën die in een geestelijke wereld de bindende factor zijn, zijn zaken die zelfs niet geheel met emoties op aarde vergeleken kunnen worden. Maar samen vormen ze wel degelijk die besloten eenheden, die u als sferen heeft leren kennen.
Een sfeer is dus een delen van denkbeelden en belevingen. Toch is binnen elke sfeer een zeer grote verscheidenheid aanwezig. In Zomerlandtermen: alle landschappen kunnen voorkomen in één deel van Zomerland. Wij kunnen daar naast elkaar dorpen en boerderijen aantreffen, maar misschien ook wolkenkrabbers. Het enige waarvan wij zeker kunnen zijn, is dat al deze factoren zich harmonisch t.a.v. elkaar gedragen, dus elkaar in wezen niet verstoren maar eerder versterken.
Dit nu is geen bewust proces van de entiteiten die daar leven. Het vloeit voort uit hun verbondenheid, hun delen met elkaar van de beelden die in hen leven.
Het zal u duidelijk zijn dat bij elke geestelijke omwenteling van welke aard dan ook, een soortgelijk proces zich afspeelt. Wij kunnen geen algemene norm of regel geven. Er zal altijd sprake zijn van een elkaar aanvullen, waarbij men zich zelfs onbewust is van de wijze waarop men naar een harmonische aanvulling van de ander zoekt of deze bij de ander toch als harmonisch beleeft.
Het is dit harmonische element dat in uw stoffelijke wereld voor een groot gedeelte althans ontbreekt. Men zoekt ernaar, maar men zoekt ernaar op een zodanig dogmatische manier dat men in feite meer tegenstellingen creëert dan opheft.
Wordt nu uw wereld onder de bestaande spanningen (die nog wat groter zullen worden in de komende tijd, neem ik aan) tot een grotere innerlijke eenheid met de geestelijke wereld gebracht, dan kunnen we niet meer zeggen: hier ontstaat een systeem, een godsdienst of een bepaalde weg. Integendeel, er ontstaat een methode waardoor eenieder het beste dat hij in zichzelf kent zelfstandig uit, maar wel zodanig dat het harmonisch is t.a.v. hetgeen anderen vanuit zich voortbrengen. Hiervoor bestaat er geen wet. Het enige bepalende is hierbij harmonie.
Hoe dichter de aarde komt te liggen bij een sfeer als Zomerland, des te meer deze harmonische factoren zich zullen weerspiegelen in al datgene wat er op aarde gebeurt. Men vergeet al te vaak één ding. Ook uw wereld is voor een groot gedeelte opgebouwd uit illusies. Het zijn denkbeelden waardoor u betekenissen heeft toegekend die wel in u bestaan, maar die in de feiten niet als zodanig aanwezig zijn.
Het betekent dat veel in uw wereld kan veranderen zonder dat de feitelijke waarden van die werelden inderdaad een grote verandering ondergaan. Als u dit eenvoudig wilt uitdrukken: Als de manier waarop de mensen elkaar beschouwen en met elkaar omgaan verandert, zal het gehele wereldbeeld daardoor ook veranderen en tenslotte dit zelfs landschappelijk tot uiting komen. Het zijn dingen waar u misschien gemakkelijk aan voorbij gaat.
Er zijn zoveel mensen die uitroepen dat er maar één waarheid is. Dat is volkomen waar. Alleen, zij kennen die ene waarheid niet in haar totaal. Elke mens draagt iets van waarheid in zich. Zelfs de grootste leugenaar zal geen leugen kunnen verzinnen die niet is opgebouwd uit fragmenten van waarheid. U dit realiserende zult u kunnen zeggen: Wij kunnen onze wereld veranderen zonder dat we de wetten of de feiten van de natuur of zelfs van de menselijke werken daarop feitelijk geweld aandoen. Als wij alleen de zaak anders gaan gebruiken, gaan beleven en benaderen, dan verandert de wereld uiterlijk voor ons snel en op zichzelf trager zal ook de werkelijkheid van de wereld zich daaraan aanpassen.
Zo gezien zal dus een lezing zoals ze nu is gegeven geen poging zijn om een Verandering tot stand te brengen of zelfs maar om de richting waarin ze zal gaan zonder meer aan te duiden. Het gaat hier om het proces zelf. Het proces dat zegt: als een mens innerlijk emotioneel, intuïtief en geestelijk misschien veranderingen ondergaat, zal zijn beeld van de wereld daardoor veranderen. En het geheel van zijn handelen wordt medebepaald door zijn reactie op de wereld zoals hij die ziet.
Het gebeuren waarin u op het ogenblik bent betrokken, is een uiting van absoluut onbehagen enerzijds en een bijna wanhopig zoeken naar saamhorigheid anderzijds.
De tegenstellingen die bestaan zijn voor het merendeel eerder kunstmatig geschapen dan dat ze reëel aanwezig zijn. Ze zijn geschapen om daardoor dit gevoel van eenheid of van samenzijn met anderen (een plaatsvervangend iets voor zekerheid) tot stand te brengen. Maar als u die eenheid in uzelf gaat vinden, als uw zekerheid uit uzelf voortkomt, dan heeft u geen behoefte meer aan de systemen en misleidingen, de onderscheiding en verdelingen die op dit moment althans daarvoor grotendeels worden gebruikt.
Wanneer wij problemen nemen als bv. de toenemende bewapening met de ergste wapens in de verschillende grote staten, dan is het gemakkelijk te zeggen dat dit voortkomt uit wantrouwen of dat het een behoefte is om eigen kracht te vergroten. Zuiver redelijk gezien is een dergelijk betoog natuurlijk waanzin. Maar men is niet in staat om zelf zijn eigen mogelijkheden en krachten voldoende te vertrouwen. Dat is het belangrijke punt.
Rusland voelt zich in een wereld, die voor een deel ‑ en dat beseft men heel goed ‑ over technisch grotere mogelijkheden beschikt, betrekkelijk machteloos. Dit gevoel van machteloosheid wordt door een versnelde bewapening voor een deel opgegeven, althans bij de regerende kasten.
In de Ver. Staten heeft men een enorme schok ondergaan als gevolg van de nederlaag in Vietnam. Wie zich de moeite getroost om de daaropvolgende besluiten en toewijzingen uit het Congres na te gaan, kan constateren dat vanaf dat ogenblik de aandacht voor en de besteding aan atoombewapening bijna verzevenvoudigt en zelfs na korte tijd. Alweer, onzekerheid.
Een gevoel van machteloosheid. Een gevoel van onmacht, omdat men heeft verloren als technisch bijna volmaakt leger van een aantal in feite toch maar heel schaars bewapende guerrillero’s. Daarom zoekt het Pentagon naar steeds meer wapens en macht om zijn eigen onbehagen en onzekerheid daarmee a.h.w. uit te wissen.
Als beide staten elkaar zouden willen begrijpen en het wederzijds wantrouwen zou kunnen plaatsmaken voor een mate van dulding en wederzijds vertrouwen, dan zou de hele atoombewapening aan beide zijden plotseling overbodig zijn. Die toestand kan echter niet worden bereikt zolang er in beide volkeren bepaalde groeperingen zijn die juist groot belang hebben bij het in stand houden van zekere industrieën.
Als u dat zo bekijkt, dan begrijpt u dat op een rationeel vlak een vermindering van atoombewapening weliswaar wenselijk wordt geacht, maar niet wezenlijk bereikbaar is. Maar als de emotionele toestand verandert, dan wordt een groot gedeelte van de nu als rationeel erkende argumenten op machtsbasis, economische basis plotseling ongeldig. De emotie zoekt dan een andere, eveneens redelijk schijnende verklaring of uitleg. Op dat ogenblik zal een ontwapening wel resultaat kunnen hebben.
Als ik u dit zo voorleg, dan doe ik dat om duidelijk te maken hoezeer de drijfveren en denkbeelden van staten en mensen ook in deze tijd onredelijk zijn. Daarom moet het u niet verbazen dat een verandering in de mens zelf als gevolg van andere harmonieën of invloed misschien ook vanuit onze werelden dan ertoe kan leiden dat onwaarschijnlijke, schijnbaar onredelijke vanuit het huidige standpunt maar zeer ingrijpende veranderingen zullen plaatsvinden in het evenwicht in de wereld, in de machtsbalans en zelfs in de economische structuur.
De gevolgen van de harmonie met bepaalde delen van het geestelijke bestaan, strekken zich voor de mensheid niet alleen uit tot het innerlijke leven. Integendeel, ze hebben juist door de massaliteit waarin die harmonie wordt bereikt, een directe invloed op de uiterlijke levensmogelijkheden en omstandigheden. Men kan voor de mens de geest niet losmaken van de stof.
Op deze avond heeft men u willen voorleggen hoe belangrijk deze spanningen zijn, opdat velen die niet in staat zijn of zich misschien van de mogelijkheid tot persoonlijke bewustwording niet eens bewust zijn geworden, samen toch komen tot veranderingen die van binnen uitgaan, maar die de uiterlijke mogelijkheden vergroten.
Sta mij toe hier op eigen titel aan toe te voegen, dat mijns inziens een nieuwe bewustwording van de mensheid inderdaad te verwachten en te bereiken is. Ze zal ongetwijfeld nog enige tijd op zich laten wachten, maar ze zal dermate ingrijpend zijn dat men zich later niet kan voorstellen dat u in deze tijd geleefd en gedacht heeft zoals u nu toch heel redelijk en bewust meent te leven en te denken.
Een nieuwe harmonie betekent een nieuwe wereld. Een nieuwe wereld betekent een nieuwe band met de oneindigheid. En de kracht van de oneindigheid betekent een toename van de mogelijkheden die geestelijk en zelfs stoffelijk voor de mensheid kunnen bestaan.
Ik ben ervan overtuigd dat dit doel zal worden bereikt. Ik ben er ook van overtuigd dat alleen door de spanningen, de nood, de ellende die op uw wereld op dit ogenblik heersen dit op zich zo begerenswaardige doel naderbij kan worden gebracht. Want de mens die tevreden is, wil niet anders. De mens, die wat ontevreden is, zoekt een stoffelijke uitlaat voor zijn onvrede. Maar degene, die zijn innerlijke situatie voelt veranderen, zal zichzelf en zijn beeld van de wereld moeten wijzigen om op deze wijze voor zich het leven nog mogelijk en draaglijk te maken. En daarmede heeft hij voor zichzelf nieuwe harmonieën aangeboord met die werelden waarin lichtender krachten, groter weten, grotere wijsheid voor hem beschikbaar zijn.
Hiermede wil ik deze kleine extra bijdrage gaarne beëindigen.