De geheimen van het leven

image_pdf

20 februari 1979

Aan het begin van elke bijeenkomst moet u eraan denken dat wij niet alwetend en onfeilbaar zijn. Denkt u a.u.b. zelf na, vormt uzelf een oordeel en wanneer u tot een conclusie komt, besteedt er ook verder enige aandacht aan.

Ik zou deze keer een klein beetje filosofisch met u willen spreken over de verschillende arcana, verborgenheden, geheimen, de geheimen van het leven, maar ook de geheimen van het zonnestelsel.

Je kunt natuurlijk voor alles een stelling opbouwen en verdedigen, die berust op een niet bewezen basis, een thema dat buiten kritiek wordt gesteld. Wanneer we spreken over arcana en dergelijke, dan hebben wij in feite met iets dergelijks te maken.

Geen enkel arcanum kan wetenschappelijk volledig bewezen worden, geen enkele theorie die achter die arcana schuilt is volledig aantoonbaar.

Wanneer je komt op het terrein van de magie en de kosmische filosofie van bepaalde groeperingen dan bevind je je ineens in een soort wonderland, waarin paradoxen heel normaal naast elkaar staan, waarin tegenstellingen plotseling worden opgeheven of van waarde verwisselen; een wereld waarin we allerhande namen gebruiken en noemen zonder eigenlijk precies te weten wat we ermee aanduiden.

Het is vanuit een dergelijke, schijnbaar i-logische wereld, – a-logisch is beter- dat je moet zoeken naar het arcanum.

Wat is de basis van het zonnestelsel? Volgens het oude geloof is dat de zon. De zon is aanbeden door ontelbare volkeren en de planeten, en ook de maan, spelen daarbij eigenlijk de rol van een soort satellieten.

Nu zegt men: de zon is de heersende godheid, begrijpelijk want ze geeft leven en ze geeft dood. Zonder zon, geen menselijk bestaan. Zo beseft men en zegt men automatisch: de maan weerkaatst het licht van de zon, dan zal de eerste dienaar van de zon, gelijktijdig de heerser van de maan zijn. En zo voorziet men elke planeet van een eigen persoonlijkheid en vaak zelfs van een persoonlijkheid die gespleten is. Men zegt bijvoorbeeld, A is de heer van de planeet. B is de heer van de zielen van de planeet en C is de heerser van de dienende geesten van de planeet.

Nu is dat natuurlijk allemaal, zoals ik gezegd heb, theorie en daar staat weinig achter, maar toch ligt hierin een werkelijk geheim verborgen. Het geheim namelijk van de voortdurende krachtswisselingen die een grote rol spelen niet alleen op aarde, maar in het heelal.

Wanneer we nagaan dat bijvoorbeeld een aantal zonnestoringen, vastgesteld enkele maanden geleden, heel vreemd samenvallen met ongewone klimatologische omstandigheden maar gelijktijdig ook met een hele reeks van plotselinge spanningen en veranderingen in verschillende landen, dan is het een beetje te ver gezocht, dacht ik, van te zeggen hier is in geen geval enige samenhang tussen te bekennen.

Laten we stellen dat de zon vanuit zichzelf inderdaad leven heeft, dat ook de aarde een eigen leven heeft, dan zal dit leven zeer sterk moeten verschillen van wat een mens als leven beschouwt. Neem maar een voorbeeld: een proces op aarde vraagt enkele honderdduizend jaren. Een vergelijkbaar gebeuren voor een mens vraagt misschien minder dan een maand.

Die verschillen in tijdscala zijn, denk ik te zien als de grens die bestaat tussen de andere wezens of entiteiten en de mensheid. Maar er kan wel degelijk een wederkerige beïnvloeding bestaan.

Men heeft eens gezegd: de aarde beeft wanneer de mensen disharmonisch zijn. Voor zoveel het verduidelijkt, nou: als een hond een vlo heeft, dan krabt die zich. Een beetje vreemde stelling misschien, maar begrijpelijk.

Er is een samenhang tussen dit alles. En nu vinden we in de zogenaamde magie en in de kosmische filosofie één ding dat een verklaring kan vormen voor al deze gezegden, al deze theorie. Er is kennelijk een bepaalde krachtstroming rond de aarde. Ze bestaat voor een deel uit het magnetisme van de aarde maar er spelen ook andere geïoniseerde lagen, geleidende spanningen, enz. enz. een rol.

En daarbij blijkt dat bovendien er nog vreemde dingen zijn die je weg kunt vagen. Neem aardstralen bijvoorbeeld, ze bestaan wel, maar ze zijn ook tot mythen geworden langzaamaan. Al die dingen samen zou je kunnen noemen de aura, de uitstraling, de uitwaseming van de aarde. Maar je leeft daarin.

Wanneer iets in de aarde verandert is het traag, maar voor jou betekent dit dat je een lange tijd uw tempo kunt aanhouden en dan ineens omgeschakeld wordt. Opeens is die omgeving dermate anders, dat je niet meer kunt reageren.

In sommige gevallen kan een reactie van de aarde een vergelijkbaar beeld geven als een ijsregen. Wanneer de aarde langzaam maar zeker loopt naar een punt van emotionaliteit, dan zal er een ogenblik komen dat de menselijke rede niet meer gehandhaafd kan worden. De mens wil nog wel redelijk zijn, hij redeneert nog wel, maar het geheel van zijn reacties wordt emotioneel bepaald. Het zijn z’n gevoelens die het doen.

Is dat nu misschien een aartsengel? Sommige mensen hebben het beweerd. Ik voor mij; ik kan er niet aan geloven. Maar wanneer de zon gelijktijdig een zo grote invloed heeft op deze aarde, dat samenhangen, en die zijn aantoonbaar, tussen de werkingen van de zon, haar eigen ritme, haar storingen en het gebeuren op aarde bestaan, dan mag ik wel aannemen dat die zon dus een aura heeft plus een mogelijkheid van beïnvloeding die veel groter is.

Dit nu is een materieel beeld uiteindelijk. We spreken wel over geesten en zielen, maar de resultaten liggen kenbaar in zon en aarde, in dit geval.

Stel nu eens een keer dat wat wij God noemen, ten aanzien van het leven zoiets is als de zon, dan kunnen we al direct voor het beeld staan van iets dat niet benaderbaar is, en dat klopt wel aardig.

In de tweede plaats: iets dat krachten geeft, dat leven geeft en leven neemt, klopt ook met het geloof van de meeste mensen.

In de derde plaats echter en dat mogen we niet vergeten, hebben we te maken met een kracht of een wezen die zijn eigen processen uitvoert en waarbij wij eigenlijk alleen maar de residuen daarvan ervaren.

Dan komen we aan een moeilijkheid en dan zeggen we dat God alwetend, almachtig is en dat Hij alle dingen werkelijk beheerst. Een dergelijke zon doet dat niet. Die veroorzaakt wel alles, maar is in zichzelf besloten.

Kijken we nu terug in de Oudheid dan vinden we wel godsbeelden die daar bruikbaar voor zijn. Neem bijvoorbeeld Chronos. Chronos eet zijn eigen kinderen op en na het ontbijt denkt hij verder niet over het leven na. Hij is en hij verslindt zo alles wat in de tijd gevangen wordt.

Misschien zal uit die God, deze eerste krachtbron, een reeks persoonlijkheden voort kunnen komen die elk voor zich, en nu meer kenbaar en bewust en ook meer regulerend, mogelijk op gaan treden als beïnvloeders van de kosmos en uiteindelijk zelfs van de aarde en de mensheid.

Nu komen we aan de feitelijke arcana

  1. De oerkracht in zich heeft geen gestalte en geen bemoeienis met de mens, maar uit de oerkracht komt de gestalte voort die vanuit zijn denken een invloed heeft op het geheel van de kenbare schepping. De werkelijke God is de verborgen kracht, de kenbare God is een daaruit voortgekomen gestalte die zijn mogelijkheden ontlenend aan de verborgen kracht gelijktijdig beheerste gedachte is en daarmee de vormgever.
  2. Het tweede arcanum luidt: De vormgever heeft in zijn wezen zovele mogelijkheden dat deze als afzonderlijke gestalten optreden. Daarom kunnen we elk deel van de wetgever afzonderlijk benaderen en onder een afzonderlijke naam, mits wij beseffen dat dit deel blijft uitmaken van het geheel.
  3. Het derde arcanum zegt: Daar alles voortgekomen is uit de ene kracht, ben ik verbonden met die ene kracht en dus besta ik eruit. De vormgever bepaalt wat mijn mogelijkheden zijn maar tot alle andere gestalten kan ik spreken als gelijken, want sprekende tot hen beroep ik mij op dezelfde kracht die in hen leeft.

Dit is uiteindelijk voor de meeste mensen theorie en verder niets, maar wanneer u contact hebt met een geest, met een engel, met een demon, als dat toevallig zo uitkomt, dan valt het wel op dat deze wezens alle dezelfde onvolmaaktheden vertonen die de mens vertoont. Ze falen, ze gaan zich soms te buiten aan grootspraak, ze zijn soms behept met een minderwaardigheidsgevoel, zodat al datgene dat we bij de mensen in onderling gedrag zien, we op een of andere wijze kunnen terugvinden bij deze entiteiten, die kleinere gestalten, zie uit de eerste Schepper, de eerste Gever voortkomen.

Dan is het verkeerd om als mindere op te treden. Wanneer wij ons ondergeschikt maken aan het onvolmaakte, zullen wij onvolmaakter zijn dan het onvolmaakte.

Indien wij ons echter opstellen als gelijke, dan moeten wij ook een gelijke aansprakelijkheid aanvaarden dat is duidelijk en dan kunnen we deze aansprakelijkheid wel degelijk gebruiken door ons te beroepen op de kracht die ook in ons bestaat. Typerend voorbeeld hiervan is vaak de reeks van aanroepingen die bij een bezwering wordt gedaan.

Meestal begint de eerste reeks met het noemen van namen en een eerbiedig vragen om te horen. In het tweede geval wordt gezegd bij eenzelfde reeks namen: Ik beveel u in de naam van … en dan meestal het grote woord of zo. Maar in de derde en uiteindelijke aanroeping zegt de magiër opeens: Ik beveel u, ik die ben, en dan noemt hij weer het woord of de geheime naam. Ik beveel u: kom en luister, enz.

Het is te begrijpen dat dergelijke zaken, die soms inderdaad werkzaam zijn, door mij niet worden uitgewerkt hier, anders zitten we dadelijk hier met een hele verzameling engeltjes en duivelen en dan krijgen we alleen maar verwarring.

Ik kan mij vereenzelvigen met de godheid. Op grond van deze vereenzelviging ben ik de gelijke van alle andere figuren die in de geest kunnen optreden en uiteindelijk ook zelfs van mensen, maar ik ben zelf gebonden aan mijn eigen beperkingen.

In de zogenaamde kleine regels treffen we de volgende zinsnede aan: De magiër beseffe wel dat hij alle kracht kan ontlenen aan het zegel, het machtswoord dus, maar dat hij slechts kan volvoeren door eigen uithoudingsvermogen, concentratie en inzicht, m.a.w. wanneer u zich bezighoudt met die dingen dan is het allemaal heel goed om te zeggen: Ja, ik heb de juiste formules uitgesproken, maar ik ben er zelf bij betrokken. Ik kan bidden tot God, maar ik kan slechts verkrijgen wat inherent is aan mijn wezen, wat ik bijleer, wat ik zelfs als het ware met meer kracht, met meer mogelijkheden tot stand kan brengen.

Hier valt dan ook weer op dat de mensen vaak proberen die zaak te verdoezelen. Wanneer je hoort over de eerste christengemeenten, dan werd daar door de aanwezigen gesproken met stemmen, een soort pinkstergebeuren dus als het ware. Er waren leden van verschillende kerken o.a. in Jeruzalem en Antiochië die bekend waren als de zieneres of de profetes. Dat is allemaal weggevallen.

We kunnen heus wel gaan tot ongeveer 200 na Christus om te zien dat bepaalde apostelen en priesters zegenden en genazen. Zelfs in de tijd van Karel de Grote werd die macht nog gebruikt en kende men bijvoorbeeld de schurftstuiver van de vorsten. Als iemand schurft had, dan kon hij op een bepaalde dag bij de koning komen die hem een stuiver gaf en hem zegende en die schurft verdween dan. Dat gebeurde inderdaad vaak.

Er zijn, dus allerhande mogelijkheden die een mens heeft en die hij moet gebruiken. Wanneer ik nu filosofeer over bijvoorbeeld het einde van het leven, dan is dacht ik, toch wel het grootste geheim dat ik mijn eigen beperking ben. De meeste mensen beseffen dat niet. Wat ik in mijzelf als een volledige waarheid ervaar, dat kan ik volgens mijn wezen en mogelijkheden buiten mij waar maken.

Het is misschien een beetje een doe-het-zelfgedoe, maar kun je werkelijk verwachten dat hemelse en kosmische krachten voortdurend ingrijpen? Als dat waar zou zijn, dan zou de mens geen leven meer hebben op het ogenblik, want volgens zijn eigen geloof doet hij heel veel dat tegen God en diens geboden ingaat.

Maar wanneer we begrijpen dat het een kwestie is van: wat ben ik innerlijk, dan wordt de zaak anders, dan is er ook geen concrete regeling meer van: dat is zus en dat is zo. Dan is het de God die spreekt in mij, de Vader die spreekt door mij. Dan is er een gebondenheid met de denker, de spreker, met het eerste woord.

Wie dit geheim eenmaal begint te beseffen, weet ook dat hij dit eerst moet proberen: zichzelf kennen. Wie zichzelf niet kent, vraagt om de hemel en hij krijgt de hel, of omgekeerd. Want wat je vraagt, is deel van je leven. Je kunt op aarde alles doen naar buiten toe, maar je blijft doen alsof. Je kunt op aarde alles zijn, mits het in overeenstemming is met je wezen, met je persoonlijkheid.

En als we dan nog een keer kijken naar die wereld, wanneer ik de wereld op het ogenblik bezie, dan valt het op dat we steeds meer te maken krijgen met strijdgroepen van allerhande soort, of het nu actiegroepen zijn, stakers, revolutionairen of wat anders. Overal zijn de mensen bezig om de zaken te veranderen en steeds gaat dit uit van een kleine groep die probeert haar eigen visie of patroon, juist of niet, aan alle anderen op te leggen. Het is een veel voorkomend verschijnsel, natuurlijk, maar waarom gaat het dan zo verkeerd?

Vraag u eens af: Hoe komt het eigenlijk dat de heer Khomeini zo in moeilijkheden zit omdat hij zoveel wapens kwijt is? Dan blijkt dat deze man niet begrepen heeft dat zijn waarheid niet voor iedereen de waarheid is, want anders zouden ze hem gehoorzaamd hebben. Ze gehoorzaamden hem niet, dientengevolge is hij met zijn eigen stellingen in feite de gevangene geworden van anderen, die een heel ander beeld hebben van wat tot stand moet worden gebracht en wat de moeite waard is om voor te leven en te sterven.

Als je het daar bekijkt, of je bekijkt het hier in België, of je bekijkt het in Engeland of in de U.S.A. of waar je wilt, dan zul je altijd weer ontdekken: deze groepen falen steeds weer omdat ze de pretentie hebben dat hun innerlijke waarheid, de waarheid van de wereld is, zonder dat ze zichzelf voldoende kennen om te weten welk deel van die waarheid voor hen hanteerbaar is.

Wanneer ik echter probeer nog even verder te gaan dan kom ik tot een conclusie: Wanneer het dus een kwestie is van je eigen wezen dan kun je alleen je eigen wezen uitstralen. Hetzelfde als je zegt: Wanneer je een batterij in een lantaarn doet kan zij licht geven en geen muziek, doe je ze in een radio, dan is het omgekeerd.

Stel nu dat je je bewust wordt van die kracht die je hebt, gewoon je eigen kracht. Heb je levenskracht? Geloof je erin? Och, vage theorie natuurlijk.

Sommigen houden zich daar nog wel mee bezig, maar geloof je erin? Geloof je dat je innerlijke kracht bezit? Geloof je dat je die kracht naar buiten kunt brengen? Ja? Zoiets van: we zullen wel zien? Ik geef je geen ongelijk. Een mens moet redelijk blijven. Maar je hebt die kracht in je. Wat wil je er nu eigenlijk mee doen wanneer je die kracht hebt? O nee, we gaan geen plechtigheid houden van hocus pocus, niet nodig. Alleen maar een vraag: wat wil je werkelijk? Wat is het meest belangrijke? En nu niet mooipraten tegenover jezelf. Niet jezelf op een afstand plaatsen van alle stoffelijk gebeuren, vervuld met geestelijke hoogheid, maar wanneer je nu weet wat je werkelijk wilt, werkelijk, vraag je je dan ook nog af waarom? Want dat is belangrijk.

Wanneer je weet wat je werkelijk wilt en waarom, dan heb je daarmee een begrip gekregen voor je eigen wensen en de redenen die je geeft, omschrijven je beperking.

Wanneer je dan die kracht gebruikt gebeurt het bewust. Laat ik het heel simpel stellen. Iemand zegt o, ik wil zo graag een Cadillac hebben. (Ik zou niet weten waarom, maar nu ja, er zijn zo’n mensen). Nou is het duidelijk: die Cadillac ligt niet binnen de mogelijkheden van die mens, daarom droomt hij er ook van. Maar waarom wil hij er een hebben? Als hij zegt: Ik heb hem nodig voor mijn vervoer dan kan hij die kracht gebruiken zonder het beeld van die Cadillac en dan komt hij in ieder geval aan een 2 P.K.-tje.

Een ander zegt: Ik wil genezen. Ja genezen, best, maar waarom wil je eigenlijk genezen? Als je dan heel eerlijk bent, dan zeg je: Ja, omdat ik wel medelijden heb met de ander, maar omdat ik het ook prettig vind als ze zien dat ik zoveel kan. Best, geeft niet. Wat kan ik doen? Ik beroep mij op de kracht en ik probeer vanuit mijzelf waar te maken wat voor mij op dat moment belangrijk is en dat kan dan inderdaad bijdragen tot het genezen van een medemens.

Elke mens heeft bepaalde beweegredenen in het leven en die beweegredenen die brengen hem en dan komen we weer in een wat vage terminologie terecht, brengen hem in harmonie met een bepaald aantal entiteiten, dus niet alle. Die entiteiten behoren veelal bij een bepaald facet van het goddelijke, noem het een aartsengel of noem het voor mijn part de ziel van de aarde of van de maan of van de zon of van wat ook.

Deze verbondenheid bepaalt weer de kracht die je het gemakkelijkst kunt krijgen. Wanneer je in harmonie bent met andere wezens of krachten wordt je daardoor sterker, kun je meer presteren. De eenvoudigste voorbeelden van mensen in de sport die proberen een prestatie te leveren. Ze worden bijzonder toegejuicht. Die toejuichingen betekenen een enorme aandacht op hun prestaties. Zij zullen daardoor vaak beter en soms wel moeitelozer presteren dan onder andere omstandigheden. En doe zo maar voort.

Je hebt een geaardheid. Wat is uw geaardheid? Wat ben je vanbinnen? Ook dat is voor een mens moeilijk. In de filosofie staat: Wanneer ik in mijzelf duisternis ben en ik ken één punt van licht, zo kan ik het licht gebruiken om de duisternis te verdrijven. Indien ik echter licht ben en er één punt duisternis in mij bestaat dat ik niet wil erkennen, zo zal het duister het licht in mij doven. Ja, daar zit je!

Moet ik alles toegeven wat ik van binnen ben? Wat wil ik eigenlijk? En dan blijkt dat je veel minder wilt dan je denkt. Een groot gedeelte van het menselijk leven en ook van vele geesten is in feite opgebouwd rond wat je een soort prestige kunt noemen. Dit ben ik, dit doe ik, dit kan ik. Het prestige is natuurlijk altijd overdreven, maar als je zo kijkt, werkelijk diep in jezelf: wat verlang ik, dan blijft er voor de meeste mensen: vrede, verbondenheid, een mate van zekerheid.

Wanneer je dit in jezelf hebt, dan is het dwaas om je dit te verwijten, om een prestigeproject waar te maken zonder behoefte aan uiterlijke erkenning te laten prevaleren en meer en meer nadruk te geven aan je eigenschappen. Leef eerst naar je innerlijk en dan pas naar de eisen die je meent in de wereld te kunnen veroveren.

Er zijn duizend en één wegen om dat allemaal te omschrijven. Dat gaat van zeer duidelijke tot uitermate verwarde, waarbij je in een mengsel van een groot aantal feiten, uiteindelijk het innerlijk vuur vindt, de rode draad kunt trekken en van daaruit de gouden leer kunt voorttrekken. En dat is dan geen vlammend recept.

Ik dacht dat ik het beste een heel simpele reeks van leringen zou kunnen aanhouden, die nu eens niet stammen van enig bekend filosoof of magiër, maar van een leerling van Sir Francis Bacon. De mens zoeke in zichzelf zijn diepste waarheid. Hij verbindt, deze waarheid met alle krachten waarin hij met heel zijn wezen kan geloven. Hij zoeke niet buiten zichzelf, maar uit datgene wat in hem leeft met deze kracht, zonder zich af te vragen wat zij betekent.

Het is wel een heel simpel recept, maar er is toch wel iets gezegd dat heel belangrijk is. Wanneer ik het beste dat in mij is, eerlijk en oprecht probeer uit te stralen in de wereld, probeer waar te maken, dan heb ik niets te maken met wat het betekent, het is mijn deel van God dat ik manifesteer De man gaat verder en hij roept dan de filosoof, en dat is in zijn geval meestal de magiër-alchimist op om te beseffen: Slechts datgene wat ik in mij bewerkt heb, kan ik buiten mij waar maken. In de mens speelt zich het scheppende proces af. Buiten de mens wordt de schepping die in hem bestaat, kenbaar gemaakt, zodat ik, slechts betrouwend op de kracht in mijzelf, buiten mij alle krachten kan bevelen, opdat gestalte krijgt wat in mij leeft. Maar ik mag niet waarmaken wat niet in mij leeft, want dan zijn de krachten die ik oproep mijn meesters geworden.

Het is ook eigenlijk heel simpel. Wanneer je werkelijk eerlijk en oprecht vanuit jezelf werkt, vanuit iets dat je voelt, dat je denkt, dat je weet, al is het voor een ogenblik, of voor een eeuwigheid, dan kun je het buiten jezelf waarmaken en alle krachten die buiten je bestaan zullen daaraan moeten beantwoorden, want de kracht van de schepping is het woord. Het woord is dus de vormgeving van de gedachte.

Wanneer je de gedachte waar maakt buiten jezelf dan spreek je als het ware tot deze machtswereld en geen enkele entiteit kan zich daaraan volledig onttrekken. Maar op het ogenblik dat je probeert iets over te schakelen naar de entiteiten, of het nu demonen of engelen zijn die je hebt aangeroepen, geef je hen macht over jezelf.

Je kunt dus nooit zeggen: Geest, ik beveel u, bouw mij een kerk, hoe ze eruitziet kan mij niet schelen. Je kunt wel zeggen: Bouw mij een kerk, maar dan moet je weten wat voor een kerk, wat zijn de hoofdeigenschappen, pas dan zal de ander je dienaar zijn.

Ik weet wel, het is allemaal aardig middeleeuws, maar heel veel hiervan zou je in overeenstemming kunnen brengen met de moderne psychologie en bepaalde delen zelfs met de parapsychologie. Op het ogenblik dat ik mijn denken zodanig beheers dat het niet volledig gericht is, zal ik in staat zijn de stemmen te horen. (Hij heeft het over stemmen van engelen, duivelen, krachten uit de geest, overgeganen en wat dies meer zij) en hen horende kan ik spreken wat zij weten.

Dat is heel mooi, maar het gekke is wat hij zegt: dan moet dus eerst de rechtlijnigheid van mijn eigen denken doorbroken zijn, zodat hij zegt: er is een mate van chaos nodig om iets uit een andere wereld te kunnen ontvangen. Dat wordt begrijpelijk en het is heel denkbaar bij wat ik zo-even gezegd heb over de planeten en over de sterren.

Wanneer een ster kracht uitzendt en ik ontvang die kracht, dan moet ik eigenlijk op het ogenblik reeds bezig zijn, dan merk ik dat er een invloed is, maar anders merk ik het pas wanneer het te laat is. Dan is die invloed zo sterk dat ik er geen gebruik kan van maken, ik kan die niet meer afbuigen, ik ben er onderdanig aan.

Dat heb je trouwens in de gewone natuur. Wanneer je niet oplet en je weet niet dat de kachel brandt, dan kun je je hand erop leggen om eens nadrukkelijk te praten, maar dan zeg je iets anders dan je gedacht had.

En op die manier moeten we begrijpelijk leren om innerlijk een soort leegte te scheppen waardoor wij de waarden, zowel in onszelf als buiten onszelf, gemakkelijker kunnen begrijpen.

En nu ga ik over naar een veel recentere filosoof en magiër die aldus opmerkt: De moderne mens is verzot op logica en redelijkheid en juist deze beide maken het hem onmogelijk een bepaalde trein van gedachten tot stilstand te brengen op het ogenblik dat er krachten of stemmen van buitenaf hem bereiken. Zo gaat hij voorbij aan zaken die het meest betekenen in het leven. (Deze formulering is niet de mijne, maar de zijne.)

Rede en logica zijn aanvaardbaar, maar tot een bepaalde hoogte. In onszelf zou een perfecte logica de verstening zijn van onze mogelijkheden. Dat is zo bij de meeste mensen, ze denken wel dat ze logisch zijn, maar ze zijn het niet en dan kun je elke stelling met logica gaan verdedigen omdat je innerlijk voelt dat het waar is, maar dan moet je toch toegeven dat de origine daarvan en de werkelijke beweegredenen niet logisch zijn.

De moderne mens is heel erg gesteld op overzichtelijkheid, logica, wetenschap. Maar dit zijn dingen waarmee je uitbreekt. Je kunt de schrijver niet vervangen door de vulpen, je kunt de innerlijk bewuste mens niet vervangen door een reeks computers en technische registraties die werken met een perfecte logica. Er zijn nog in de kosmos, volgens een bepaald denker alweer, drie verschillende invloedssferen die op aarde inwerken.

De eerste, die noemt men vaak de hoge of lichtende kosmos. Die bepaalt de krachten van licht die de aarde bereiken, die de mensen bereiken, een soort van zeg maar super-geestelijke geaardheid, een zeer fijne hoogtrillende vorm van geest eigenlijk en die ik verder niet gemakkelijk kan definiëren.

We hebben daarnaast het veld van de half-stoffelijke krachten en stralingen en daaronder valt dan de astrale trilling, maar ook in feite de gedachte-overdracht.

Ten laatste hebben we wat men noemt de zuiver stoffelijke invloeden en deze bestaan uit feitelijke stralingen. Deze kunnen veroorzaakt zijn door materiedeeltjes in de ruimte waar een zon doorheen zweeft.

Nu schijnt het grote geheim te liggen in het feit dat deze drie toch één zijn. Bij deze theorie van de drie-eenheid zegt men: – Het is de hooggeestelijke kracht, die de mogelijkheden schept – en het is daardoor de halfstoffelijke kracht die reageert en de materie stuurt – en het is de stoffelijke kracht die daaruit directe werkingen veroorzaakt.

Deze theorie wordt dan verder opgeluisterd met een groot aantal namen die we hebben als de heren van kracht, de heren van wijsheid, de heren van de zeven stralen en zo kun je doorgaan. Die namen zijn voor een indeling erg bruikbaar. Of ze praktische betekenis hebben in die zin dat ze werkelijke persoonlijkheden zijn, of wat een mens als persoonlijkheid beschouwt, betwijfel ik. Maar de relatie tussen deze drie krachten is interessant. Ze maken je eerst duidelijk waarom bepaalde magiërs in hun eigen memoires neerschrijven dat het nodig is om in jezelf het licht te zien en te aanvaarden, het licht te richten, opdat de gedachten het sein kunnen geven en uit de zo ontstane vorm de materie te bevelen. Er is een overeenstemming in.

Er zijn dus kennelijk nog wel wat oude wegen die absoluut aanleiding geven tot tal van paradoxen, zelfs die misschien een verklaring kunnen vormen voor ons eigen falen.

Misschien kunnen we, uitgaande hiervan, iets waar maken.

Dan komen we weer aan een punt dat we al gehad hebben. Je hebt kracht in jezelf als je gelooft dat je die kracht in jezelf hebt en dat is nooit dubieus. Probeer dan eens die kracht te zien als iets dat je gebruiken kunt, dat er niet alleen maar is.

Wanneer ik probeer met die kracht iets tot stand te brengen, ook nu op dit ogenblik, waarom niet, dan denk ik: Ik ben niet geoefend en ik zal geen resultaat hebben; Weet je nooit. Neem je eigen kracht nogmaals. De kracht waarin je gelooft.

Denk wat er nu op dit moment het belangrijkste is. Stel u voor dat die kracht, gevormd door die gedachte van jou uitgaat. Nu gebruik je alleen datgene wat jou behoort, wat je eigen is. Daar komt niets of niemand verder bij te pas. Het is dus niet zo dat je een geest nodig hebt om iets voor jou mogelijk te maken, je kunt het van binnenuit doen maar je moet het doen volgens de beperkingen van je eigen wezen.

Je hebt voorstellingen omtrent jezelf en je wereld waar je nu eenmaal aan gebonden bent. Wie dit in praktijk brengt, die zal ook ontdekken dat nu alleen al, wanneer hij kijkt naar een of andere planeet of ster waarmee hij verwantschap kan gevoelen of zich erdoor afgestoten voelt.

Het volgende is een beetje moeilijker voor mensen die in de stad wonen, maar wie weet. Wanneer het nu eens een heldere avond is, kijk dan eens naar wat sterren en planeten en laat je eens een keer treffen door een constellatie desnoods of een enkele ster die je op dit ogenblik veel zegt. Probeer dan even niet te denken, zeg alleen: Ik heb kracht, ik ben kracht. En laat het op je inwerken. Natuurlijk zal je dit een hele tijd moeten doen. Maar het vreemde zal zijn dat je in heel veel gevallen weer een kleine verandering ondergaat, je merkt dat je opeens weer nieuwe denkbeelden hebt. Je hebt een harmonie herkend en deze harmonie betekent voor jou een mogelijkheid om uw eigen denkbeelden en wezensinhouden beter te accepteren. Daardoor zullen je mogelijkheden vaak groter worden. In andere gevallen zal je begrip groter worden, in feite zul je dingen veel sneller opmerken dan normaal gebeurt.

Al deze dingen kunnen je helpen, want alles leeft. God is in alle dingen en daarom kunnen wij ons richten op die beelden van het goddelijke die met ons besef, onze uitingen, onze mogelijkheden harmonisch zijn en waar we meer overeenstemming mee hebben om ons in staat te stellen ons wezen in het andere te uiten en daar die van het andere in ons wezen te ontvangen.

En als je dat gaat leren dan weet je dadelijk waarom je magiër werd. Ik ben verbonden met vele sterren. In mijn wezen leven vele wetenschappen en uit mij ontstaan vele gedachten en kiezende, uit ik mijzelf en beveel ik, het is gek, maar de meeste magiërs willen bevelen. Realiseer je even dat hier iets duidelijk wordt verteld: disharmonie.

Uit de arcana:

Het geheel der krachten vormt een eenheid die in het leven uiteenvalt in vele verschillende bundels of stralen. Elk wezen zal niet het geheel van de kracht, maar een deel van de kracht in zich herkennen en verwant zijn met deze stralen die levende uit de kracht en werkende met de straal die de zijne is, de kosmos benadert, hij zal zien dat hij door de harmonie van deze eenzijdigheid de totaliteit leert behelzen en vanuit zich leert richten. Wie leeft in de eeuwige cirkelgang bindt zich aan de uiterlijkheden, maar wie in zich de verbondenheid beseft met het totaal, zal uit die totaliteit de volledige waarde kunnen beseffen en ze zich realiseren die in het totaal gelegen is. De cirkelgang is onderbroken, want ik ben de cirkelgang. Ik ken die in zijn geheel en ben niet onderworpen aan de gang der dingen.

Alweer een typerend deel van de arcana en ik geef nog een laatste stukje. Ik kan nimmer het geheel benaderen en de kracht die het geheel voortbrengt beseffen, wanneer ik niet én licht én duister aanvaard, wanneer ik niet alle krachten op hun eigen plaats aanvaard en mijzelf zijnde naar beste weten probeer de harmonie te erkennen die ik uitdruk met al het andere.

Het zijn allemaal wat ingewikkelde regeltjes misschien, maar ik dacht dat je er misschien toch iets zou aan kunnen hebben.

Heel veel mensen denken: daar heb ik behoefte aan en dat maak ik dan waar. Dat kan alleen wanneer die behoefte niet uiterlijk maar innerlijk is. Heel veel mensen zeggen: Je kunt je toch beroepen op God en dan gebeurt het wel. Nee, er gebeurt niets. Het gebeurt pas wanneer je zelf vanuit jezelf het eerste begin geeft. De kracht Gods is een lawine, aan het rollen gebracht door het ene steentje van je eigen wil en verlangen. Als je dat gaat begrijpen dan kom je op een ogenblik waarop wonderen inderdaad mogelijk zijn. Dan kom je op een ogenblik dat niets meer ongeloofwaardig is, maar dat je wel als een eigen en zeer persoonlijke waarheid beleeft die voor jou de enige weg is om de krachten uit jezelf kennend en wat in je leeft, buiten tot uiting te brengen.

Ik heb je dit voornamelijk voorgelegd omdat je leeft in een wereld met zeer snel wisselende onevenwichtigheden. Heel vaak laat een mens zich daardoor zodanig beïnvloeden dat hij vergeet wat hij van binnen is. Heel veel mensen zijn zo gericht op het bewijzen van iets dat ze vergeten dat hun eigenlijke beweegreden een andere is en daardoor brengen ze vanuit zichzelf beslissingen tot stand. En omdat dat ook naar buiten toe een beetje daadwerkelijk een rol speelt, wilde ik je dit denkbeeld voorhouden.

Probeer jezelf te beseffen. Probeer te begrijpen wat werkelijk betekenis heeft voor jou, dat je werkelijk weet wat je werkelijk bent. Geloof in de kracht die in je leeft. Probeer die kracht als een werkelijkheid te voelen. Richt ze volgens het denkbeeld dat je diepste wezen regeert. Je zult in staat zijn zoveel onevenwichtigheden van jezelf op te heffen in deze tijd dat je daardoor harmonie kunt verkrijgen en juist in het verwerven van een beter begrip dat zowel voor uw eigen wereld als voor de werelden van de geest.

Voor mij zit hier waarheid in. Wat vruchtbaar kan zijn, kun je alleen kiezen, je hebt zelf de middelen en de mogelijkheid, ik heb ze je aangeduid.

Wanneer in deze wereld enorm veel behoefte is aan vrede en evenwichtigheid en kracht die de tegenstellingen eindelijk eens wegvaagt en de overeenkomsten sterker naar voren brengt, dan kun je zelf deze punten gaan verzorgen, wanneer je op de juiste manier werkt vanuit jezelf.

Kleine uiterlijkheden kun je niet bepalen, maar alleen de innerlijkheden en de innerlijke kracht.

image_pdf