De kerstsfeer van heden

image_pdf

23 december 1960

Wij zijn niet alwetend of onfeilbaar. Deze avond spreek ik over: De kerstsfeer van heden.

Wanneer wij op het ogenblik de wereld zien, lijkt zij meer een ziekenhuis van menselijke instellingen dan een wereld, die zich op het vredesfeest voorbereidt. Per slot van rekening heeft men in Nederland te kwader trouw een kabinet doorgezaagd, terwijl bv. in België eigenlijke zaken te gebeuren schijnen te staan met al die stakingen. De Franse haan doet verwoede pogingen om Algerijnse eieren te leggen, maar slaagt hierin niet, terwijl ook in de U.S.A. niet alles op het ogenblik koek en ei is.
Gezien de verwarringen, die uit deze en andere problemen voortvloeien, mogen wij de huidige kerstperiode dan ook wel een van de meest eigenaardige noemen, die de wereld in lange tijd heeft meegemaakt. Aan de ene kant hebben wij in deze dagen te maken met een onschatbare mogelijkheid tot het goede, met enorme Lichtende krachten die de aarde beroeren, terwijl wij aan de andere kant tegenover een algemene menselijke verwarring staan als zelden voorkwam. Zelfs in de jaren van de wereldoorlogen was er meer van orde en overleg te bespeuren, dan in deze dagen.

Voor ons, die dit alles overdenken, is er nog een eigenaardigheid. Je meent in het kerstfeest iets terug te moeten vinden van het oude kerstfeest, de Geboorte van het Kind, van Vrede op Aarde. Eerst bij een verder onderzoek komt men tot de conclusie, dat dit alles wel wat ouderwets is. Wij kunnen eenvoudig geen vrede op aarde rond het kerstfeest verwachten en wel zeker niet, wanneer de Lichtende kracht zich sterk op aarde manifesteert, omdat het kerstfeest het begin was van een omwenteling. Die omwentelingen vinden wij in deze dagen in ieder geval helemaal terug. Er is op aarde sprake van een ommekeer in vele tendensen, die zich ongetwijfeld ook op het geestelijke gebied steeds sterker zal aankondigen.

In de eerste plaats blijkt de werking van de tijd wel uit de vreemde en soms zelfs ontstellende reacties van de mensen zelf. In verband hiermee wijs ik er op, dat zich op het ogenblik op aarde een groot aantal ingewijden en geestelijke broeders bevindt. Deze hebben een actie ingezet, die tot doel heeft het werkelijk redelijke element op aarde te versterken. Ook al meent de mens misschien redelijk genoeg te zijn, toch missen wij de werkelijke reden bv. in een groot gedeelte van de heersende politieke verhoudingen. Men gaat namelijk niet meer van de bestaande feiten uit maar van theorieën. Wij missen de redelijkheid, ook in de wetenschap. Deze gaat uit van hetgeen zij reeds geconstateerd heeft en weigert veranderingen en vernieuwingen te aanvaarden, tenzij zij door de wereld en de omstandigheden daartoe gedwongen wordt.

In de economie hebben zich in de laatste 50 jaren grote veranderingen voltrokken. Wij mogen dan ook wel aannemen, dat de economische verhoudingen in niets meer te vergelijken zijn met de mogelijkheden en toestanden van 1900, terwijl slechts een zeer betrekkelijke vergelijking mogelijk is met de economische omstandigheden rond 1939. Toch baseert men een groot deel van de economische ingrepen in deze dagen op stellingen, theorieën die soms zelfs al vóór 1900 ontwikkeld werden en sindsdien weinig of niet aan de feiten aangepast waren. Het terugbrengen van de mens naar de werkelijke feiten wordt een pijnlijk proces. Men heeft zich, vooral na de oorlog, in vele staten een beeld opgebouwd van eigen belangrijkheid, perfectie en economisch vermogen, die geheel niet strookt met de feiten. Maar men zal liever deze waanvoorstellingen verdedigen, dan zich tot de feiten te wenden.

Enkele voorbeelden: men heeft nog steeds de illusie, dat het de taak is van een vakbond om in deze maatschappij de arbeiders verder te helpen. Toch blijkt dit in de praktijk maar heel betrekkelijk. De werkelijke taak van een vakbond werd al lang een baseren van macht op de arbeiders en krachtens deze macht mede te regeren. Dit is een geheel andere politiek dan een verdedigen van de rechten van de arbeider en voert dan ook tot heel andere consequenties. Wij zien, dat regeringen menen hun taak te moeten zien als een bevoogden en bemoederen van al hun onderdanen. Dat men hiermee steeds meer onvolwaardige individuen in de maatschappij aankweekt, schijnt men niet te beseffen, ongeacht de maatschappelijke feiten. Men meent, dat het bovenal noodzakelijk is het zogenaamde sociale recht te handhaven. Wat gebeurt er echter? In een pogen de rechten van een meerderheid te handhaven, begaat men steeds weer sociaal onrecht tegen minderheden. Het zal dan ook de taak zijn van degenen, die zich op het ogenblik op aarde bevinden, de mensen hernieuwd bewust te maken van enkele kosmische wetten, die boven alle staatswetten en boven alle internationale afspraken staan: de wet van oorzaak en gevolg en de wet van evenwicht.

Alleen het geboren worden van het Licht op deze aarde kan de mensheid geen evenwicht geven. Een mens die zijn recht en rechtsopvattingen baseert op het toelaten van onrecht t.o. minderheden, of het toelaten, dat minderheden hun meningen aan het geheel opleggen en zo tegen de meerderheid onrecht bedrijven, zal immers alle werkelijke recht op aarde vernietigen. Het trachten om mild te zijn en het daardoor aantasten van het recht, voert tot willekeur. Willekeur voert tot steeds groeiende onzekerheid. Elke onzekerheid drijft de mens naar een steeds meer egoïstisch leven, om zo een zo groot mogelijke bescherming te vinden tegen een mogelijk onrecht. De besluitvaardigheid en handelingsbereidheid onder de mensen neemt dan ook steeds verder af. Dit brengt met zich, dat de mens – zekerheid – een hang naar gezag vertoont en dit zo absoluut mogelijk wil zien, terwijl hij anderzijds zal trachten alle verantwoording, die het uitoefenen van gezag met zich brengt, te ontduiken. In Nederland kan men zien, waartoe dit kan voeren, wanneer een de Quay zaak een Bruin-Slot vindt. De gevolgen hiervan zijn niet aanvaardbaar. Toch mag men niet verwachten, dat degenen, die zelf op deze wijze gezag uitoefenen, of verwachten uit te oefenen en daarbij een eenzijdig recht hopen te scheppen, zich tegen dergelijke uitwassen zullen verzetten. Hun leven is te veel gebonden met hetgeen zij tot nu toe al tot stand brachten.

Daarom zal de agitatie van de ingewijden, die op de wereld rondgaan, in de eerste plaats op de eenvoudige mensen gericht zijn. Een dergelijke vorm van agitatie brengt hen ook in contact met de kerken. Dit geldt voor alle religies, die een hiërarchische opbouw kennen en op aarde enig gezag uitoefenen. Juist dáár zal namelijk de kleine man benaderbaar zijn. Van deze actie door middel van kerk en geloof is een deel van de wereld uitgesloten. Dat deel van de wereld, waarin geloof niet als gezag dragend erkend wordt en plaats heeft moeten maken voor een soort staatsdienst. Ik denk ook aan China en Rusland. Ook daar zijn bepaalde instanties, die zich voor een beïnvloeden van de menigte zeer wel lenen. De politiek gerichte bijeenkomsten van het personeel van fabrieken, de bijeenkomsten van ‘blok-eenheden’. Ook hier kan men een al toenemende activiteit verwachten en een steeds sterker nadruk op de werkelijke feiten.

Een vergelijken met het Kerstgebeuren dringt zich hier op. In die dagen begon men immers juist de administratie van het Romeinse Rijk eens goed te ontwikkelen. Men ging een volkstelling houden en de vrijheden van de eenling steeds meer beperken. Het doel van de volkstelling ging namelijk heel wat verder dan het tellen van het aantal hoofden in elke stam. Men wilde de stammen en hun leden ook tot verblijf in bepaalde gebieden verplichten.
Maar juist in deze tijd wordt Jezus geboren. Wanneer Jezus geboren wordt, zingen de engelen wel van “Vrede op Aarde”, maar na enkele dagen staat al geheel Bethlehem in brand en worden alle eerstgeborenen daar vermoord. Herodes vervolgt met buitengewone wreedheid het kind Jezus, dat mogelijk een latere concurrent voor hem zou kunnen worden. Jezus wordt door Jozef en Maria vergezeld en naar Egypte gebracht. Ook hierin kunnen wij een symbool vinden. Al wordt Jezus geboren binnen de joods-kerkelijke verhoudingen en is Hij, als stammend uit Davids geslacht, terwijl de ouders bovendien banden hebben met de Essenen, sterk met het joodse volk en geloof gebonden, zo gaat Hij toch naar Egypte. De band met de tempel van Jeruzalem wordt tijdelijk vervangen door de band met het rijk van het occulte.
Egypte is in die dagen een rijk vol afgoderij, maar bovenal toch een rijk van geheime wetenschappen en inwijdingen. Zoals dit eens ging, zal het ongetwijfeld overal gaan, waar men zich op het dogma bovenal blijft beroepen en zich blijft baseren op systemen, theorieën en dogma’s om de mensheid verder te leiden. Dit immers voert tot het vervolgen van het Licht, indien het een verandering dreigt te brengen in de heersende toestanden van opvattingen.

De tijden zijn rijp voor een nieuwe openbaring. Het Licht is op de wereld geboren. De Lichtende krachten hebben zich op de wereld gemanifesteerd. Eerst trad een wereldleraar op. Deze beperkte zijn activiteiten hoofdzakelijk tot het Aziatisch-Arabische blok en heeft daar al veel werk verzet. Maar geheel de wereld moet betrokken worden in deze vernieuwing en deel hebben aan dit werk. M.i. zal, juist binnen de kerken en dogmatische groeperingen op elk gebied, in deze dagen de voor hen niet aanvaardbare en gevaarlijke tovenarij, de paranormale invloed, op gaan treden. Steeds meer zal men, juist binnen deze gebieden, te maken krijgen met paranormale invloeden en gebeurtenissen. Men zal te maken krijgen met opvallende en eigenaardige wrakingen van dingen, die men juist met de grootste nadruk heeft vastgesteld, beweerd, of tot dogma verheven.
Het zal mij bv. niet verbazen, wanneer binnen een bepaalde kerk een stelling, die men juist tot dogma heeft verheven of verheffen wil, opeens gewraakt wordt. Ook stellingen, die men heeft opgebouwd aan de hand van partijdoctrine in Rusland liepen gevaar, opeens en onverwacht door de feiten gewraakt te worden, maar dan opeens en onverwacht. In deze dagen zal ik mij dan ook over niets verbazen. Ik zal zelfs niets verbaasd zijn, wanneer Nederland eindelijk eens een daadkrachtig en doelmatig handelend kabinet zou krijgen.

Zeker zult ook u steeds weer worden geconfronteerd met een onverwacht doorbreken van heersende opvattingen. Dit zoeken naar evenwicht is begrijpelijk, maar de wet van evenwicht brengt nog meer. Juist, waar men naast de werkelijkheid gaat leven en dus een theoretische welvaart in stand wil houden, die niet feitelijk door productie voor consumptie en volkswelvaart wordt ondersteund, zal in feite een veel grotere crisis of malaise optreden, dan zonder deze maatregelen verwacht had kunnen worden.

Ik denk dan ook, dat vele conjuncturele beheersingsmaatregelen tot verschijnselen zullen voeren, die direct in tegenstelling zijn met alles wat men meende te bereiken. Zo wordt dan een evenwicht op aarde geschapen. De wet van oorzaak en gevolg zegt immers al, dat al, wat je – ook aan de hand van bestaande condities of gevaren – doet, consequenties met zich mee zal brengen. Deze kan men niet vermijden.

Wij trachten op het ogenblik de werkelijkheid te zien. Maar laat ons vooral deze pogingen niet alleen betrekken op kerk en staat. Het streven naar een werkelijk leven en een op werkelijkheid berustende waardering van feiten dient immers ook te bestaan in het leven van de mens als eenling? Het zijn vooral de eenvoudige mensen – de eenlingen – die het eerst en het sterkste in contact zullen komen met de geestelijke en stoffelijke stromingen, die op kundige wijze door vele ingewijden tot stand zullen worden gebracht. Hun agitatie zal zeker niet direct tegen kerk en staat zijn gericht. Het doel is, binnen de bestaande waarde een hervorming tot stand te brengen en de mensheid voor te bereiden op de nieuwe periode, die komt. Voor de mens zal dit soms betekenen, dat hem het masker van het gezicht wordt gerukt. Het betekent ook, dat u, wanneer u alleen schijnbaar goed leeft en u alleen schijnbaar goed gedraagt, maar innerlijk anders bent, u uzelf zult moeten verraden en in uw ware gedaante zult moeten tonen, of u wilt of niet.

U zult moeten tonen, wat u werkelijk bent en wat u werkelijk wilt. Dit zal verwarring scheppen. Was Jezus’ geboorte indertijd niet een lichtend zegel op de verwarringen van Zijn tijd? Wij hoeven ons niet te verbazen, wanneer deze dingen vooral rond Kerstmis sterk tot uiting komen. Jezus’ komst bracht nl. niet alleen maar Licht en goed, maar ook de komst van de drie Koningen, gevolgd door het ingrijpen van Herodes. De verwarringen, die daardoor ontstonden – o.m. bij de volkstellers en de Romeinse heersers – duurden ongeveer 10 weken, waarbij de gevolgen daarvan pijnlijk merkbaar waren voor het volk. In deze dagen kunnen wij een veelvoud van deze periode vol verwarringen verwachten. Al nu beleeft u – als door ons voorgezegd – een periode vol van onverwachte en vaak schijnbaar onredelijke, of redeloze, gebeurtenissen. Reken er mee, dat nog enige tijd aan zal houden, waarschijnlijk duurt dit vanaf heden gerekend nog rond 10 maanden. Dergelijke verrassende en onredelijke gebeurtenissen ten goede en ten kwade zijn voor u, als eenvoudige mens, evenzeer weggelegd, als voor staten en grote instellingen. U zult dan ook moeten trachten u aan de werkelijke idee van het kerstfeest aan te passen.

Wanneer wij de feiten van het kerstfeest nagaan, zullen wij tot conclusies moeten komen, die niet helemaal stroken met alles, wat daarover algemeen wordt gezegd en geleerd. Bezie de feiten: De geboorte wordt – volgens het verhaal – aan Maria aangekondigd door een engel. Maria zegt niet: “Wat moet er dan met mij gebeuren? Wat zal er met mijn reputatie gebeuren?” Zij aanvaardt zonder protest en in vreugde alles, wat zal komen. Jozef en Maria moeten – volgens bevel van de keizer – van Nazareth naar Bethlehem trekken. Men zou kunnen verwachten, dat zij mopperen en protesteren; zij aanvaarden schijnbaar zonder meer. Zij worden ondergebracht in een stal. Zij laten a.h.w. het gebeuren over hen heen spoelen. Wanneer het Kind geboren is en de herders komen, horen wij nergens, dat Jozef zich minder prettig voelt, dat er opeens zoveel vreemden komen kijken. Steeds weer horen wij alleen van het gebeuren, zelfs wanneer de drie Koningen komen. Er is sprake van een aanvaarding, een onderwerping aan de wil Gods, die elke verwondering, elk protest schijnt uit te sluiten.

Wanneer u dit alles om gaat zetten voor deze dagen, zal uw persoonlijke conclusie ongetwijfeld zijn: Ik moet leren de dingen te aanvaarden. Juist in deze dagen moet ik leren mij niet te zeer te verzetten tegen het onverwachte gebeuren en mag ik mij niet té zeer gekrenkt gevoelen, wanneer niet alles precies zo gaat, als ik zou willen. Juist in deze dagen moet ik niet proberen het stuur in handen te nemen en te houden, maar afwachten, welke mogelijkheden voor mij worden geschapen. Ik moet in mijzelf alle mogelijkheden van stof en geest zich laten ontplooien en mij daarnaar richten.

Voor allen, die één zijn met de Lichtende krachten, is het leven in deze dagen een gezonden worden zonder meer. Denk aan de drie Koningen, die volgens de legende van verre zijn gekomen, alleen omdat zij geroepen werden door het licht van een ster. Hoezeer moeten ook deze mensen – wat zij dan ook waren – wijzen of vorsten, zich hebben overgegeven aan de drang van de tijd, de drang van het komende. Ook zij moeten de tekenen van de tijd zonder vragen gevolgd zijn. Zij wisten, waar de ster hen heen zou voeren. Wanneer de ster hen naar Jeruzalem voert, is hen dat aanvaardbaar. Wanneer Jeruzalem hen gastvrij opneemt, zijn zij dankbaar. Maar wanneer de ster hen verder roept, gaan zij en vragen niet waarheen, of waar- om.

Misschien bent u ook u op het ogenblik op reis, met als doel uw eigen idee van geestelijke verheffing en zaligheid. Misschien meent u, dat er voor u een geestelijk Jeruzalem klaar ligt, of denkt u deze grote stad bereikt te hebben. U kent gelijk denkenden, u voelt u thuis. Toch kan het zijn, dat ook voor u het Licht verder schijnt, dat het Licht er geen genoegen mee neemt u alleen in de buurt van het doel te brengen, maar u verder vraagt te gaan, meer door te maken, meer te beleven en meer te aanvaarden. Het Licht kan u vragen al het onverwachte als het normale te aanvaarden als iets, dat nu eenmaal bij de bewustwording behoort.
Indien u zó het Licht kunt aanvaarden en volgen, meen ik, dat het komende kerstfeest u buitengewoon veel kracht en zegen zal brengen. De krachten van het Licht zijn immers op deze wereld. Van deze krachten hebben wij de vorige vrijdag een kleine manifestatie mogen zien, maar zij zullen steeds sterker worden en zich steeds actiever tonen. Deze krachten zullen ongetwijfeld ook voor u steeds klaar staan, u helpen de juiste weg te kiezen en zelfs om tussen de klippen van een teveel aan eigen belang en te grote overgave – of onzelfzuchtigheid – in de wereld door te laveren. Zij zullen u leren, wat het pad is, dat men in deze dagen moet gaan, wanneer men voor het Licht openstaat.
Dit houdt in, dat je die Lichtende krachten dan ook zult moeten aanvaarden, wanneer zij in je wereld wijzigingen brengen, wanneer zij schijnbaar onbelangrijke zaken gebruiken om grote veranderingen in de wereld teweeg te brengen. Je zult die Lichtende krachten dan zelfs moeten aanvaarden, wanneer daardoor conflicten in je eigen omgeving ontstaan, of toestanden, die je minder aanvaardbaar of aangenaam acht. Men kan niet het Licht in de geest aanvaarden en in de stof afwijzen, bedenk dat wel.

Daarnaast zult u zich steeds weer bewust moeten zijn van het feit, dat niet alleen de aanvaarding van het gebeuren, maar ook het volbrengen van hetgeen je gevraagd wordt, van buitengewoon belang is. Op het ogenblik is het niet uw weg of taak de redenen van de handelingen te omschrijven, die gevraagd worden. In vele gevallen zult u zelfs niet kunnen zeggen: deze handelingen worden van mij gevraagd, dat is daarvan het doel. U weet alleen op het ogenblik is er op de wereld een nieuw Licht, een nieuwe kracht, die de komende dagen doordesemt. U kunt deze krachten aanvoelen en beleven, wanneer u zich daarop in deze dagen instelt. Dit zijn de dagen, dat inwijding op inwijding volgt bij allen, die daarvoor rijp zijn. Dit is de tijd, dat ingewijden spreken tot de mensen en opnieuw wonderen en invloed uitoefenen in de wereld en als zodanig kenbaar worden.
U weet dit alles nu, maar hebt u ook de moed de gevolgen van deze verschijnselen te ondergaan zonder verweer, zonder protest, zonder de noodzaak alles eerst te rationaliseren? Bent u bereid onder alles gelijkmoedig te blijven, ook wanneer het leven soms zwaar is? Want deze vragen vloeien uit het hier gesprokene voort.

Men zegt wel eens, dat onze visie op het wereldgebeuren een sombere visie is. Wij zijn het daarmee natuurlijk niet heel eens. Laat ons ook dit eens bezien in de kerstsfeer. Wanneer Jezus niet op aarde geboren zou zijn, zou Jeruzalem niet vernietigd zijn. Er zou geen christendom geweest zijn, maar ook geen martelaren, geen inquisitie. De verovering van Amerika zou anders en harmonischer verlopen zijn. Maar deze dingen moesten gebeuren, want dit was in die dagen de weg voor de mensheid. Wanneer het Licht in deze dagen geen verandering zou brengen, zou er minder lijden en minder verwarring zijn, maar ook geen mogelijkheid meer om uiteindelijk de vernietiging van de mensheid te voorkomen, de geestelijke ondergang van de mensheid te verhoeden en een nieuwe weg naar Lichtende werelden te banen.

Vraag u daarom niet af: wat kost dit werken van de Lichtende krachten ons….? Maar stel voor uzelf: Dit is de enige weg, die aanvaardbaar is. Dit alles is noodzakelijk. Al deze verwarringen en onverwachte gebeurtenissen hebben zin. Er is een goed en belangrijk doel achter dit alles verborgen, ook wanneer ik dit nu nog niet geheel kan overzien. Ik moet daarom dit alles aanvaarden. Het is niet uw taak om alles wat door de Lichtende krachten, de Witte Broederschap enz. op deze wereld tot stand wordt gebracht, te beoordelen en te bekritiseren. Het is uw taak te aanvaarden om in deze verwarring toch nog harmonie te vinden, eenheid met uzelf en eenheid met de andere mensen. Het is uw taak om in u een steeds groter begrip voor het Licht zelf en de Lichtende krachten te verwerven.

Kerstmis is zeker ook een feest van harmonie. Misschien, dat u op kerstavond of kerstnacht wel luistert, wanneer de klokken de gelovigen naar de kerk beginnen te roepen. Dat is altijd een mooi ogenblik; de stad slaapt bijna. Het voortdurende rumoer van de dag is teruggevallen tot een onbetekenend ver geluid. Dan zingen de klokken in de nacht. En al luiden er nu ook 20 verschillende kerken, met desnoods allen een eigen geloof, de klanken van de klokken vloeien samen tot een eenheid, een harmonie van wijding en vreugde. Voer de parallel door. In deze dagen gebeuren er vele verschillende dingen. Elk heeft een andere inhoud en betekenis. Maar allen samen vormen zij een harmonie. Elk heeft voor zich zijn idee van gebeurtenissen misschien, die minder aangenaam zijn. Ik hoor u al, bij het zien van de stakingen, kabinetsmoeilijkheden, verkiezingsdwaasheden enz. mompelen: Waar moet het met de wereld tóch heen? Wat kun je van die wereld nu nog verwachten? Het is allemaal wel somber, maar die instelling is negatief.

Is het gebeuren op de wereld werkelijk negatief? Wanneer een chirurg ingrijpt om zo het leven van een patiënt te redden, is de operatie geen aangenaam gezicht en de patiënt moet veel pijn lijden. Oppervlakkig gezien is het een treurig iets. Maar de patiënt, die op deze manier het leven kan behouden, nieuwe levensvreugde kan vinden en nieuwe levenskrachten vindt, zal de operatie achteraf als een gelukkig iets zien, want hij is genezen. Alles wat op het ogenblik op en rond de wereld gebeurt, kan worden vergeleken met een operatie, aan de mensheid volbracht.
Tien jaren lang hebben wij tot u gezegd: “Pas op, mensen, de wereld wordt voorbereid”. Zo dadelijk zal de mensheid moeten beslissen over ondergang, of voortbestaan. Al in 1954 hebben wij daarbij gesproken over de jaren I96I en I963 als 2 jaren, die van buitengewoon grote, zo al niet beslissende betekenis zullen zijn voor de wereld. Al toen hebben wij u gezegd, dat de geest alle krachten tezamen zou bundelen om de wereld te redden en de mensheid in staat te stellen verder te gaan op het pad van geestelijke en stoffelijke ontwikkeling.

Nu is die tijd aangebroken. Dit kerstfeest is een feest van Lichtende krachten. Maar u moet wel beseffen, dat die krachten van Licht heus niet zijn gekomen om u een heerlijk en zonnig jaar te garanderen, of een gezapig verder soezen mogelijk te maken, terwijl de gevaren zich op deze wereld opstapelen. De krachten van het Licht zijn juist gekomen om veranderingen mogelijk te maken, om te helpen herbouwen en te helpen hervormen. De krachten van het Licht zijn niet gekomen om u, zonder eigen werken en streven, vrede te brengen. Het Licht is gekomen om de mensheid de mogelijkheid te verschaffen werkelijk vrede te kennen. Ook is het Licht niet op deze aarde gekomen om u met zo weinig mogelijk moeite geestelijk tot de hoogste sferen te verheffen.
Er bestaat nog geen geestelijke liftinstallatie, die tot in de hoogste hemelen rijkt. Ook nu nog is de weg naar de hemel een Jacobsladder, een ladder, die haast zonder einde is. Uzelf zult moeten erkennen, u zult zelf moeten bereiken. Maar de Lichtende krachten zijn in onmetelijk sterke kracht tot de wereld gekomen om u te helpen, wanneer uzelf streeft, om u bij te staan, wanneer verwarring dreigt door onverwacht gebeuren en in deze dagen, desnoods via verwarring en lijden, wanneer het niet anders kan, de mensheid en de wereld nieuw inzicht en nieuw leven te schenken.

Wanneer u dit begrijpt, zult u op het kerstfeest ook begrijpen, dat Jezus uiteindelijk geboren werd om voor de mensheid te sterven. Zo zult u ook beseffen, wat de kerstdagen, die gaan komen, uiteindelijk zullen gaan betekenen. Ik heb nu getracht u de toestand van de wereld te schetsen en u duidelijk te maken, welke Lichtende krachten op die wereld werkzaam zijn. God Zelf grijpt in om de wereld te reinigen en voor te bereiden, opdat zij in staat zal zijn de Grote Operatie zo dadelijk te doorstaan en te besluiten zich aan werkelijke vrede en eenheid te wijden. Ik heb u erop gewezen, dat u uw eigen leven, uw eigen gedrag ook zult moeten richten op de komende verwarringen, terwijl uzelf voortdurend, wanneer deze dingen in uw leven optreden, rekening moet houden met het positieve en Lichtende, wat er achter schuilt.

Toch betrof dit alles in hoofdzaak uiterlijke waarden. Laat ons daarom overgaan tot het meer esoterische. Wat heeft een mens nodig op kerstnacht? Is dit niet boven alles vrijheid? Niet alleen de vrijheid van een neger om gelijke van blanken te zijn, de vrijheid om te doen wat je wilt, de vrijheid, waarover men zoveel spreekt in Congo en Indonesië, maar de vrijheid om een eigen leven te leven. Een dergelijke vrijheid kan alleen bestaan, wanneer er kosmische wetten boven alle dingen gelden. Tot Jezus op aarde kwam, golden voor Zijn volk, de oude wetten. Deze wetten hebben ook op de mens van vandaag nog een grote invloed. Nog steeds voelt men zich opgenomen in het Oude Verbond met God. Maar Jezus, de Kracht van het Licht, zegt ons: “Ik ben u het einde van het Oude Verbond”. Het einde van de oude en meer stoffelijke binding aan God.

Ook u bent in deze dagen nog steeds gebonden door vele oude begrippen en wijzen van denken. U hebt voor uzelf religieuze opvattingen en erkent wetten, die wel niet geschreven staan, maar waarvan u geen afstand wilt doen en kunt doen. Het Oude Verbond komt tot uiting in de Tien Geboden, die God door Mozes aan zijn volk geeft. In Jezus’ tijd was hieruit een onoverzichtelijke warboel van regels, interpretaties en secundaire wetten gegroeid. Op gelijke wijze is voor vele mensen uit de innerlijk erkende wetten op de duur een verwarring gegroeid, die werd tot een regelrechte kneveling van elk pogen tot persoonlijk denken en leven. Vooral ook het werken met alle mogelijkheden, die men geestelijk in zich draagt, wordt op deze wijze vaak onmogelijk.

Bedenk wel, dat men op deze wijze niet gekneveld en gebonden wordt door God of de wereld, maar alleen door zichzelf. Dit is de tijd van Licht. Een tijd van een Nieuw Verbond ook, een Verbond met de hoogste en meest Lichtende krachten. Elke mens kan persoonlijk dit Verbond aanvaarden, indien hij wenst. Wanneer de mens zich vrij weet te maken van al het oude, zich vrij weet te maken van alle remmingen, die in hen zijn ontstaan, maar vooral van de zogenaamde redelijke noodzaak tot rationalisatie, tot het uitdrukken van alles in beelden en woorden, zal hij in het nieuwe Licht veel bereiken.

Wanneer u in deze dagen – en zeker rond het kerstfeest zal u dit makkelijk vallen – een ogenblik, alleen en zonder een bepaald beeld, of een bepaalde voorstelling daaraan te verknopen, uw geest op laat gaan tot God, a.h.w. het Goddelijke Licht aanbiddend door het in uzelf te erkennen, zult u kunnen beseffen, wat dit Nieuwe Verbond betekent: innerlijke vrijheid. Niet de vrijheid om te leven, zoals je misschien zou willen. Dit is niet zo belangrijk. Het is de vrijheid om te denken, te beseffen en te gevoelen, zoals je wilt, zoals dit voor jou aanvaardbaar en juist is. De vrijheid, volwaardig naast ieder ander mens, ongeacht het geloof en denken daarvan, in jezelf het concept van de verlossing en de Verlosser te vormen.

Er zijn in het mensenleven altijd weer tussenfasen. Wanneer je vanuit de wereld van de materie, de persoon van de mens verder onderzoekt, vindt je allereerst, wat wij in de geest, de gedachtewereld noemen. Het is niet een volkomen mentale wereld, maar een vreemd samen- voegsel van het stoffelijk geleerde, flarden van oud ervaren, samengesmolten met verwachtingen en hoop, die niet op een erkennen, maar meestal op een begeren gebaseerd zijn. Dit veroorzaakt een toestand, vanwaar ongetwijfeld een inwijding al mogelijk is. Men kan van hieruit ongetwijfeld verder komen. Maar in deze gedachtewereld wordt men niet geconfronteerd met de hiaat, die er ligt tussen de menselijke gedachtewereld en de Goddelijke kracht. Vanuit de menselijke wereld moeten wij daarom trachten de wereld van het Goddelijke te bereiken. Dit is nog niet, zoals u misschien meent, een plotseling bereiken, waarbij men met de Godheid versmelt. Voor een mens zijn dergelijke dingen niet zo eenvoudig te verwerkelijken. Ook de geest moet vaak een zeer lange weg door vele sferen gaan, voor hij dit kan bereiken. Het is als mens al wel mogelijk te beseffen, waar het verschil tussen Ik en God ligt.

Rond je is de essence Gods, het Goddelijke Licht overal aanwezig maar je kunt het niet onmiddellijk zien. Tussen dit Licht en je eigen Ik ligt een ruime wereld, die doordesemd is met weten en kennis. Bovenal eist een betreden van deze wereld een vrijheid van streven en denken. Voor je ligt een pad, dat je tot God zou kunnen voeren, indien het voor je stoffelijk denken niet te zwaar was, te steil. De mens kan dan ook dit directe pad meestal niet begaan. Heb je genoemd besef verworven, dan ligt ver beneden je de stoffelijke wereld met al zijn wetten en regels, een stoffelijke wereld, die je aanvaardt, omdat het nu eenmaal zo hoort, maar op zich weinig of geen werkelijk belang meer heeft. Boven je ligt als een hemel de koepel van de Oneindigheid, onthuld in het stralende Licht van Gods Openbaring.

Vreemd genoeg vergt het bereiken van dit punt niet weten, erkennen of zelfs begrijpen. Dit punt bereiken kan men in deze dagen al, door aanvaarding, door innerlijk voor het Licht open te staan en dit te ondergaan. Dan blijf je mens met alle fouten en beperkingen, die nu eenmaal menselijk zijn. Je behoudt je angsten en misvattingen. Want een stoffelijke mens verandert nu eenmaal niet zo snel. Gelijktijdig voel je in je een kracht, waardoor je, wanneer dit noodzakelijk is en niet alleen, wanneer je dit wenst, alles kunt overwinnen, wat zuiver materieel is. In jezelf kun je verder doordringen, dan je ooit dacht te kunnen gaan. De reden? Omdat je innerlijk de waarheid kent, ook al kun je die niet omschrijven, of uitdrukken. Zó ben je innerlijk vrij. Zelfs indien geheel de wereld ineen zou storten – iets, wat zeker niet gebeuren zal – zou je nog vrij zijn. Want de basis van je leven is niet meer het zuiver stoffelijke. Je hebt als het ware in jezelf kosmisch goud gedistilleerd en draagt iets van het Water der Eeuwige Jeugd in je wezen. Dat is voldoende om alles te herscheppen. Wat er ook in de wereld zou ontbreken, het is van geen belang, want je kunt alles weer uit jezelf herscheppen.

Dit innerlijk aanvoelen betekent vrij zijn. Niets kun je meer verliezen. In deze dagen kunt u dit al aanvoelen, kunt u deze Lichtende krachten al ondergaan. Misschien al vandaag zelfs. De Lichtende krachten van de hoogste sferen hebben steeds sterker hun werking op aarde gericht en geopenbaard. Zó sterk is hun werk, dat ook wij en ongetelde groepen uit de geest, werkend op deze wereld, staan onder die Lichtende invloed en zo moeten erkennen: wij worden boven ons eigen kunnen geheven, onze taak is nieuw, ons kunnen Lichtend, beter en sterker.

Wanneer u deze vrijheid kunt aanvaarden, moet u niet denken, dat daarmee ook het leren op aarde en in de sferen ten einde is. Innerlijk zul je veel kennis, veel ervaring nodig hebben om juist te kunnen reageren. Het is een ander soort van kennen en weten. Het is niet gebaseerd op logica of filosofie, maar vloeit direct voort uit de eigen harmonie met het Oneindige. Het openbaart zich steeds weer als een erkenning van werkelijke waarden, de tot nu toe verbogen achtergrond van de dingen. Het openbaart zich ook in de kosmische harmonie, maar ook in de boodschap, die voor u betekenis heeft, ook wanneer zij anderen ontgaat en in het ogenblik, dat je als een profeet – of wonderdoener – een ogenblik boven de wereld mag staan en al je krachten zonder zelfzucht aan die wereld mag wijden.

De innerlijke weg naar verlossing ligt nu daadwerkelijk open, zonder stoffelijke belemmeringen of beperkingen. Alles, wat voortvloeit uit deze innerlijke bevrijding, ook wanneer de wereld tijdelijk op de kop lijkt te staan, zul je gemakkelijk de baas kunnen. Want je bent innerlijk harmonisch. Innerlijk zie je uit op de kracht van God Zelf en dring je door in de kloof, die ligt tussen besef en God Zelf, waardoor je onwillekeurig niet alleen de achtergronden van het gebeuren aanvoelt, maar ook je eigen taak in het geheel der Schepping begint te beseffen, zo wetende, dat alles zin heeft. Dit maakt het mogelijk overlegd en praktisch jezelf achter het werk van de Geest, het werk Gods op deze wereld, te stellen.

Dit is dan de betekenis van het kerstfeest. Een feest dus, dat als vredesfeest de strijd brengt. Allereerst wel de strijd tegen jezelf, de strijd, waardoor je het zogenaamde redelijke en nuchtere denken opzij moet leren zetten om in de Goddelijke wil en kracht steeds meer op te gaan.

Daarnaast een feest van strijd voor de gehele wereld. U kunt wel begrijpen, dat het oude zich niet willig en zonder strijd zal laten vernietigen. Alle vernieuwingen, die dit feest aankondigt, zullen dan ook met stoffelijke wat minder aangename aspecten gepaard kunnen gaan. Maar je weet ook, wanneer wij even doorzetten, wordt alles beter. Een feest van groei dus.

Even doorzetten en uit de verwarringen van het heden groeit ook in de stof de nieuwe tijd. De wereld gaat door een reeks van onverwachte gebeurtenissen groeien, naar het ogenblik van verheerlijking, van opgaan in Gods heerlijkheid. Evenals Jezus al met Zijn eerste ademtocht, Zijn eerste kreet, eigenlijk al de weg begon naar de herrijzenis, de bevrijding van de materie en het geven van een wet van vrijheid en openbaring aan geheel de mensheid. Die tijd is niet zo lang meer. Dit alles zal kenbaar worden. Nog twee malen zult u het kerstfeest vieren en dan zal heel de wereld kunnen weten: Hier is de bevrijding in wording. Dan zult U al kunnen zien, dank zij uw innerlijk aanvaarden van het Licht, nauwkeurig kunnen begrijpen, wat er plaats vindt.

U zult zien, uit de verwarring, dat het patroon van een nieuwe tijd zich onontkoombaar open- baart en de mensheid, maar vooral de mens als eenling, zal moeten kiezen voor Licht, of zich mee laten spoelen in de laatste grote golven van verwarring en de zin van het leven op aarde verliezen. U zult in die dagen zien, hoeveel wat onoverzichtelijk en verward was, opeens vorm en gestalte wint. Niet lang nadien zullen de mensen weer kunnen lachen, wanneer zij werken, omdat zij weten: wij bouwen een wereld op, ons werk heeft blijvende en werkelijke waarde. In de kerken zullen de mensen weer hardop durven spreken en zingen, omdat God overal is. De mensen komen niet in de kerken om God alleen daar te aanbidden, maar om God te ontmoeten en zich juist daarin Zijn naam te tonen, zoals zij zijn, zonder de huichelarij van een vroom gezicht, dat vreemde gedachten en een zondagspak, dat andere onvolmaaktheden moet verbergen.

Veel zult u zien, dat u zal verheugen. U zult zien, hoe de natuur, na jaren van verstoord zijn, een nieuw en betrouwbaar evenwicht vindt. U zult zien, hoe Europa weer tot een bloementuin wordt en het gevaar van giftig zwevende dampen in de grote steden opeens af gaat nemen, terwijl ook industrieën een nieuwe weg gevonden zullen hebben. U zult grenzen zien verdwijnen, omdat men eindelijk meer en meer beseft, dat alleen door intense samenwerking zonder voorbehoud een werkelijk vredige en gelukkige wereld op te bouwen is. Misschien zullen op sommige plaatsen de kinderen van een nieuwe tijd lachen en dansen op de puinhopen, van wat eens was.

Over heel de wereld zult u de tekenen zien van een geestelijk en stoffelijk herrijzen. Wanneer u dan goed nadenkt, zult u uitroepen: ik weet het nu zeker…. dit alles is eigenlijk begonnen met het kerstfeest toen in I96O. Ik hoop, dat u ook zult kunnen zeggen: op die dagen begon ook voor mij persoonlijk de weg naar de innerlijke vrijheid, zodat ik nu Lichtende krachten kan ontmoeten en met hen werken. Want dan zult u tevens kunnen zeggen: tóén begon mijn bevrijding uit een te benepen opvatting van het stoffelijke leven, mijn angstig mij beroepen op een te stoffelijk voorgesteld hiernamaals, mijn bevrijding van vele waanvoorstellingen en menig verkeerd begrip van belangrijkheid. Ik weet, dat u dit alles en meer zult kunnen zeggen, wanneer u in deze dagen het Licht in uzelf kunt aanvaarden, wanneer u kerstmis niet alleen wilt zien als het feest van de van boven komende verlossing, het patentmiddel voor alle euvelen van de wereld en het geestelijke Licht van deze dagen als een soort vergeestelijkt Omo (merknaam van waspoeder-red.), dat alles wast en bleekt tot een smetteloze schittering van onschuld, maar dit feest wilt zien als het ogenblik, dat het Licht geboren wordt, dat nieuwe krachten voor het Licht werkzaam worden in de wereld. Het begin ook van een openbaar leven, waarin de daden voor de wereld het enige belangrijke zijn.

Vergelijk het met het ogenblik, dat Jezus begint als leraar, als Christusdrager op te treden. Want ook dit was een geboorte van Licht, een soort kerstfeest. Laat al deze dingen in u samenvloeien. Het Licht, dat op de wereld geboren wordt, voor u en alle mensen. Maar ook de daad, die op de wereld wordt geboren vanuit de mensen, zo geest en stof smedende tot een eenheid, waaruit de verlossing voor allen geboren wordt, die de komende tijd gaat maken tot een periode van een zich vreugdig vervolmaken. Nogmaals, wees niet pessimistisch, verwacht niet de ondergang van de wereld, wanneer die wereld nog tot paradijs kan worden. Maak u niet te druk over de verschillen van godsdienst en politiek. Laat u niet verwarren door de veelheid van namen, waardoor onbegrip onder de mensen toe gaat nemen. Wees één met de mens; leef uit het Licht en voor het Licht, dan is dit voor u een waar kerstfeest.

Esoterie : Begrippen uit het menselijk leven

Het tweede gedeelte van onze bijeenkomst dienen wij weer te wijden aan de begrippen van de esoterie. Het is moeilijk voortdurend alleen over het innerlijke pad te spreken. Ik stel mij dan ook voor, hedenavond enkele begrippen uit het menselijke leven in verband met de esoterie te beschouwen.
Een groot deel van het menselijke leven wordt beheerst door angsten en begeerten. De geestelijke bewustwording van de mens wordt in laatste instantie bepaald door zijn beheersing. Naarmate de mens meer meester is over zichzelf en verder weet door te dringen in de innerlijke noodzakelijkheden, verkrijgt hij een juister en beter inzicht in zichzelf. Voor een waar esotericus is dit van het allergrootste belang, omdat geen enkele theorie, hoe schoon of uitgebreid ook, in staat is voor het geestelijke deel van de persoonlijkheid de plaats in te nemen van zelfkennis en ervaring door een bewust en overlegd handelen.

Nu ontdekken wij in het menselijke leven aspecten als bv. de lustattractie, die evenzeer betrekking kan hebben op het gebruik, van zoet, tabak, alcoholica als de meer intieme relaties van mensen onderling. Het blijkt dan, dat deze factoren op zich in het leven allen aanvaardbaar zijn. Zoet, suiker, wanneer met mate genoten, zal voor het lichaam energievormend zijn, ook in de vorm van snoepgoed en in vele gevallen stemming en prestatie ten goede kunnen komen. Alcoholica, mits zeer weinig genoten, blijken een ontspanning te veroorzaken, waardoor de mens gemakkelijk komt tot het uiten van belangrijke facetten van het Ik, die in het normale leven onderdrukt, of niet geuit worden. Alcohol kan voeren tot een vollediger persoonlijkheidsuiting. Wij zien, dat cafeïne houdende artikelen, mits met mate genoten, de mens wakker kunnen houden en stimuleren.
Bij al deze dingen blijkt, zoals ook bij de andere geciteerde waarden, wel in de eerste plaats beheersing noodzakelijk. Een teveel van al deze dingen schaadt de mens lichamelijk en geestelijk. Een zich geheel onthouden van al deze dingen is mogelijk en zal niet altijd schadelijk zijn, maar toch nadelen veroorzaken in het contact met de wereld en vaak een vermindering betekenen van de ervaringen, die men in de wereld op kan doen.

De conclusie, die wij hieraan allereerst moeten verbinden, is wel: het gaat er niet zozeer om, dat wij bepaalde dingen niet doen. Het is belangrijk, dat wij deze dingen alleen doen, wanneer wij weten, dat deze dingen voor ons goed, aanvaardbaar en mogelijk zijn. Hier ligt natuurlijk een groot terrein voor oefening open. Al wat wij geheel beheersen, geeft ons een groter gezag in de wereld, een groter meesterschap over onszelf en daardoor een juiste en betere uitbuiting van de lichamelijke mogelijkheden, terwijl gelijktijdig een bewuster leven het gevolg van de beheersing blijkt te zijn.
Hierdoor is er voor de geest een snellere bewustwording mogelijk, dankzij intensere ervaring en de mogelijkheid van veel van wat men in een bepaald stoffelijk leven deed, over te brengen naar een geestelijke sfeer, of zo nodig zelfs naar een volgend stoffelijk bestaan. Een punt, waarop de aandacht wel degelijk mag worden gericht, indien men met zijn streven wil doordringen tot een hoger geestelijk zijn.

Daarnaast blijkt ook de angst in het leven een eigenaardig verschijnsel te zijn. Wij allen kennen in ons wezen bepaalde mogelijkheden, toestanden en kwaliteiten, die nu niet direct in overeenstemming zijn met de wereld, onze opvatting van het goede en al, wat daarbij behoort. Wij menen dan, dat het kwaad is en vrezen het, omdat het o.i. onze geestelijke of stoffelijke existentie aantast. De praktijk bewijst echter ook hier, dat het gevreesde in vele gevallen eerder een opluchting brengt en in feite niet nadelig, maar voordelig voor ons is. Een stoffelijke vergelijking kunnen wij maken, wanneer wij even denken over een mens, die naar de tandarts gaat en deze vreest; hij wandelt 14 keer voorbij de deur. Keert tenminste twee maal naar huis of werkgelegenheid terug om uiteindelijk toch, gedreven door kwellende pijnen, genoopt te worden de martelstoel te bestijgen. Hij laat dan, zij het met veel voorbehoud, kreunen en angstige gebaren, zich verlossen van wat hem kwelt en blijkt na korte tijd gelukkig te zijn, dat hij uiteindelijk de moed heeft opgebracht het gevreesde te ondergaan en te doorstaan.

Dit is voor de esotericus interessant. Natuurlijk stel ik niet, dat een esotericus de tandarts dient te bezoeken. Dit is eerder van uw lichamelijke gesteldheid afhankelijk. De theorie, die hier achter schuilt leert dat wij in vele gevallen door te vrezen en bewust bepaalde ervaringen uit te stellen, of terug te wijzen, slechts een innerlijk steeds groeiende spanning opbouwen, zonder daardoor de noodzaak tot ervaren teniet te doen. De spanning in ons is te vergelijken met een pijn, die ons tenslotte toch tot het aanvaarden van het gevreesde dwingt.

Ook hier rijst weer de vraag; Kunnen wij onze angsten beheersen? Naar ik meen is het slechts weinig mensen gegeven hun angsten te onderdrukken en ook hier geheel meester over zichzelf te zijn. Slechts een grotere angst maakt het vaak de mensen mogelijk een kleinere angst te beheersen. Wij zullen in het leven vaak voor kleinere angsten en vrezen komen te staan. Wanneer wij deze van ons af weten te zetten en ons onverschillig weten te tonen voor de consequenties van op zich in onze ogen toch niet zo belangrijke gebeurtenissen enz., zo zullen wij ongetwijfeld reeds gemakkelijker en ook juister kunnen leven op aarde. Angst drijft ons van het rechte pad, doet ons omwegen zoeken en brengt uiteindelijk ons toch op het punt, waar het gevreesde moet worden ondergaan.

Zo is ook hier een streven naar beheersing aan te raden. De beheersing van de angsten wordt het sterkste bedreigd door het zich voortdurend bezighouden met eigen tekortkomingen, van eigen verleden en wat hierbij verder naar voren komt. Zodra ik mij sterk ga richten op hetgeen in het verleden ligt, zal ik daardoor belemmerd worden bij een positief handelen in het heden, hoe sterker een schuldbewustzijn omtrent het verleden mij kwelt, hoe noodzakelijker het is, dat ik dit – een vorm van angst uiteindelijk – achter mij weet te laten. Voor de esotericus zou dan ook zeker mogen gelden: wat u ook begeert en wat u ook vreest, herleidt niets tot het verleden en laat het verleden nooit het heden beheersen. Het zich houden aan deze regels maakt het mogelijk het heden in zijn meest perfecte aspecten te verwerkelijken.
De mens leeft immers in het eeuwigdurende NU, in het altijd blijvende HEDEN. Misschien klinkt dit u toch vreemd in de oren. Denk na: kunt u iets doen op een ogenblik, dat niet-heden voor u is? Wanneer u nu ademhaalt, kunt u niet ademen voor een ademnood in het verleden, of  in de toekomst. U kunt ook niet handelen voor morgen. U kunt slechts NU handelen, NU denken en NU reageren op de NU bestaande condities volgens de gevoelens, die u NU koestert.

In de praktijk omvat het menselijke bewustzijn qua geheel te overziene handelingsmogelijkheid een periode van 15 tot 20 minuten. De mens heeft een redelijk, zij het niet volmaakt overzicht over al hetgeen in deze periode verwacht zou moeten worden en kan op alle optredende condities, die hij reeds voorzien heeft, sneller en met meer overleg reageren. De reactietijd beloopt hierbij van 0,1 tot tientallen seconden. Eerst wanneer de directe reacties zijn afgelopen, overziet men de gevolgen en men denkt wederom met redelijke juistheid 15 tot 20 minuten vooruit.

Dit is natuurlijk geen juiste definitie van het eeuwigdurende NU. Maar gezien de gemiddelde mogelijkheid van de doorsnee mens wil ik toch stellen, dat wij voor praktische doeleinden het woord “heden” mogen definiëren als ongeveer 15 minuten gerekend vanaf heden. Deze periode komt tegemoet aan de behoefte van de mens elke daad en handeling voor te bereiden, terwijl zij eveneens strookt met zijn inherente traagheid en beperkt reactievermogen.
Stel ik, dat NU vanaf HEDEN tot ten hoogste 15 minuten in de toekomst ligt, zo zal elke vaststelling, die verder rijkt dan deze periode, geen enkele zekerheid, maar ten hoogste een vermoeden kunnen inhouden. U kunt vermoeden, dat u zo dadelijk om 10.30 op straat zult staan. Zeker zult u dit niet kunnen weten, vóór de laatste spreker de avond beëindigt. U kunt veronderstellen, dat op tweede kerstdag allen, die nu hier aanwezig zijn, wederom hier samen zullen komen. Vaststellen kunt u het eerst op het ogenblik zelf. Wanneer u in heel uw leven u richt op hetgeen binnen de komende 15 minuten kan worden afgedaan, zult u een zo groot mogelijke zekerheid hebben, dat u inderdaad alles, wat u zich voorneemt, kunt volbrengen. Laat daarom voor alle directe planning deze periode uw grens vormen. Wanneer u verder vooruit moet zien, zo schetst u alleen een waarschijnlijkheid en u moet bereid zijn handelingen, procedures en benadering van problemen te wijzigen. Slechts in de periode van 15 minuten is de mogelijkheid op waarlijk grote en onvoorziene omstandigheden zó gering, dat zeker gehandeld kan worden.

U vraagt u misschien af, wat dit voor u betekent, wanneer u het esoterische pad wilt gaan. Wel, er was eens een man, die – het schijnt in deze gemotoriseerde dagen wel voor te komen – wilde gaan wandelen. Hij begaf zich dan ook te voet door het stadsverkeer en had een plan opgesteld om binnen een uur het terrein bereikt te hebben, waar hij – langzaam te voet gaande – van bloemen en natuur wilde genieten. Hij had de drukte van het stadsverkeer niet goed in geschat. Daardoor werd hij steeds ongeduldiger. Uiteindelijk negeerde hij de verkeersregels en wat daarmee samenhangt, om zijn plan – binnen een uur in de vrije natuur – niet op te moeten geven. Als gevolg van dit vasthouden van een plan, dat te ver en onoverzichtelijk in de toekomst was gesitueerd, heeft hij langere tijd doorgebracht in een wit bed, daar gekluisterd binnen een instelling, die hem de bloem op het nachtkastje als enig natuurgenot gunde.

Deze vergelijking lijkt u misschien dwaas. Maar hoe vaak nemen wij ons niet voor – stoffelijk of geestelijk – iets te gaan doen. Wij projecteren dat uren of dagen tevoren reeds, zoals bv.: deze avond zal ik mij bezig houden met de hoogste geestelijke waarden; morgenavond zal ik mij bezig houden met de meer stoffelijke genoegens van het leven…. Wanneer u nu een dergelijke bepaling stelt en geen rekening houdt met de mogelijkheid alles binnen het kwartier van grotere zekerheid te bezien, zal elke tegenslag of tegenstand zonder meer een belemmering worden, die u wilt overwinnen, of slechts kregel duldt. De waarden van het gebeuren in het heden gaan vaak teloor, of worden niet op de juiste wijze gebruikt.

U heeft zich voorgenomen te mediteren, maar krijgt opeens bezoek. Dit bezoek buit de gelegenheid uit om u, terwijl u hunkert naar bezinning en u ergert over de hindernis, vol te stoppen met alle gemeenplaatsen, die er maar bestaan, vanaf de gezondheid van het jongste zoontje tot de steenpuist van meneer. Onaangenaam natuurlijk, maar indien u nu maar blijft denken: ik had deze avond geestelijk werk willen en moeten doen, zo zult u van dit bezoek geen profijt trekken. Het wordt ongezellig, het is u een storing, zodat u zelfs niet meer in staat bent het gesprek in aangenamer banen te leiden.
Het gevolg is, dat u morgen, wanneer u uw vermaak wilt gaan zoeken, u innerlijk schuldig gevoelt door het nalaten van het geestelijk werk, ook al is dit buiten uw schuld geschied. U zet het vermaak toch door, want dit had u nu eenmaal zo geregeld. Gevolg: twee mislukte avonden en verlies van voor geest belangrijke energie en ervaring. Had u de plannen omgewisseld, dan zou het u al beter zijn vergaan. Zou u bereid geweest zijn om, steeds met het heden rekening houdende, elke beleving zo intens mogelijk door te maken, dan had u waarschijnlijk twee genoeglijke avonden gehad.

Dit is het stoffelijke aspect. Maar wat zou hier het gevolg geestelijk kunnen zijn? Op de eerste avond hebt u ergernis, verzet en haat uitgestraald en in u verwerkt. Niet bewust misschien, maar toch, het was er. Dit wekt een echo in de wereld. Het keert tot u terug en wekt een echo in uw onderbewustzijn, een invloed in het u omringende bovenbewustzijn. Het dringt door als een reeks van ongedurigheden tot uw geest. Uw geest sluit zich daardoor in de hogere sferen van bewustzijn automatisch af voor verdere contacten met deze hogere sfeer. Dan hebt u niet meer de mogelijkheid, boodschappen van betekenis, of grotere krachten door te krijgen, alleen reeds door de ergernis. Het duurt een langere tijd voor dit alles geheel is hersteld. U bent disharmonisch geworden. Had u – als voorgesteld uitgaande van een maximum van 15 minuten voor planning – alles aanvaard, zoals het kwam, dan zou u alles hebben omgezet in een zo goed mogelijke geestelijke ervaring. U zou ook tijdens het vervelende bezoek open hebben gestaan voor impulsen van hogere krachten. U zou misschien de gelegenheid hebben gevonden enige vreugde, enige verlichting van lijden te brengen, in plaats van ergernis, ongedurigheid en voor de ander waarschijnlijk innerlijke onrust te scheppen. U ziet, dat het wel belangrijk kan zijn in het eeuwigdurende NU te leven en te handelen en daarbij enige beheersing aan de dag te leggen.

Een volgend punt is de verhouding tot de naaste. Wij kunnen nu wel zeggen, dat wij allen het innerlijke Ik willen beleven, maar het lijkt mij zeer moeilijk in meditatie verzonken te blijven, terwijl het jongetje van de bovenburen in de huiskamer aan het rolschaatsen is, de buurman links saxofoon studeert en de beneden buren toevallig een feestje vieren. U bent wel afhankelijk van uw omgeving. Wanneer u tegen dit alles ingaat, of u daardoor laat irriteren, schept u een steeds groeiende vloed van storende waarden. U zult niet alleen op dit ogenblik de onmogelijkheid van meditatie ervaren, maar geheel niet meer tot meditatie in staat zijn op de duur. Dit is natuurlijk voor de esotericus wel kwaad. Wij moeten leren de omstandigheden, die rond ons in de stof aanwezig zijn, zo goed en intens mogelijk te verwerken. Dit houdt niet in, dat u vol bewondering moet luisteren naar de gekwelde saxofoonklanken van uw buurman, of behoort uit te roepen: “Hoe heerlijk, dat dit jongetje vol plezier nu juist boven mijn hoofd rolschaatst….” U kunt u misschien uit de omgeving verwijderen, of andere maatregelen treffen, waardoor de storingen beperkt en zelfs opgeheven worden, zonder daarbij direct de weerzin en onwil van anderen te wekken.

Dit impliceert weer, dat u door een pogen, met de omgeving steeds harmonisch te zijn, meer begrip zult kunnen krijgen voor uw medemensen. Wel zult u soms op plaatsen moeten gaan, die u zelf niet zou verkiezen, of u naar anderen moeten voegen, wanneer u dit eigenlijk niet past. Maar aan de andere kant houdt het in, dat u de meditatie, de behoefte aan innerlijk weten, het magische contact met God en wereld onder gunstiger omstandigheden zult kunnen beleven en zo de invloed daarvan op eigen bewustwording aanmerkelijk vergroot. Het vergroten van eigen contact met de wereld en de mensheid is zeer belangrijk, omdat wij allen deel uitmaken van de wereldziel. De logos openbaart zich aan ons allen, maar ook in ons allen. Elke eenheid van streven of begrip, die wij samen met anderen verwerven, breidt ons persoonlijk beleven van de zonne-logos uit, mits het contact op beheerste wijze plaats vindt en blijft binnen het redelijk aanvaardbare en mogelijke.

Op mijn betoog ten gunste van de beheersing is natuurlijk veel aan te merken. Iedereen weet het. In het menselijke leven treden nu eenmaal factoren op, die men niet kan beheersen, zijn er situaties, waarbij wij toch werkelijk ver vooruit moeten zien, etc. Maar, mijne vrienden, wij kunnen in ieder geval trachten ons te beheersen en trachten ons in het vooruit zorgen en denken ietwat te beheersen. Waar dit geheel onmogelijk is, treedt een volgende eigenaardige waarde in verschijning: op het ogenblik, dat een angst, ondanks alle pogingen onbeheersbaar is, een begeren ondanks alle pogingen niet te beteugelen blijkt, zal het in vele gevallen nood- zakelijk zijn hieraan in beperkte mate toe te geven. Wees voorzichtig met deze stelling, want zij kan bij misbruik voeren tot een geestelijk en stoffelijk niet meer aanvaardbare tolerantie van allerhande minder juiste gewoonten en praktijken. Waar wij niet anders kunnen, mogen wij aan angsten en begeerten tot op zekere hoogte toegeven en wel zover, dat wij – althans voor het ogenblik – de spanning, die uit angst of begeren in ons is geboren, weg voelen vloeien.

Dit brengt voor de esotericus een lesje met zich, waarmede hij altijd weer rekening moet houden: in mijn persoonlijke inwijding, zo mag hij stellen, is het noodzakelijk in beperkte mate toe te geven aan dat, wat ik op het ogenblik ben als product van sfeer, geest en wereld, opdat ik daar, waar mij beheersing mogelijk is en ook een bewust verder streven voor mij in aanmerking komt, niet belemmerd zal worden door een te sterk pogen mij te beheersen, wat tot monomane gedachtegangen voert. Deze regel is psychologisch geheel verantwoord en zal ook maatschappelijk weinig moeilijkheden kunnen baren, indien men de beperking, waarover ik sprak, steeds voor ogen houdt.
Begrijp verder wel, dat u, zelfs wanneer u de hoogste top van geestelijk bereiken in u draagt en ontplooid hebt, niet in de gelegenheid zult zijn dit geheel aan anderen te openbaren. Evenmin mag u van anderen verwachten, dat zij u zullen aanvaarden volgens eigen geestelijke waardering, of uw hoog geestelijke krachten zullen beschouwen op een manier, die harmonisch is met de wijze, waarop uzelf deze ondergaat.

Bedenk: de wereld aanvaardt u steeds weer, zoals zij u ziet, niet zoals gij u zelf ziet. De esotericus, die een zelfwaardering krijgt, moge deze al dan niet reëel zijn, zal altijd het slachtoffer worden, indien hij meent, dat deze valuatie van eigen persoonlijkheid ook voor de rest van de kosmos gelden moet. Innerlijke krachten gelden via sferen en gedachten, maar nimmer via vormen en daden, zolang men in de stof verkeert. Zij zullen slechts in zeer beperkte mate gelden, zolang men zich in een vorm kennende sfeer ophoudt. Zij komen pas tot volle openbaring op het ogenblik, dat men een sfeer bereikt, waarin geen differentiatie van vorm of trilling, ook als klank en kleur, bereikt heeft.

Dit zijn allen nog al praktische raadgevingen en ik zou u ongetwijfeld tekort doen, wanneer ik ook niet even op het tegendeel van het laatste zou wijzen. Er zijn mensen, die zich door de geest naar beneden getrokken gevoelen. Zij menen, dat zij alle impulsen, die niet stroken met eigen geestelijke inzichten, moeten wijten aan duivelse demonen, andere boze geesten, of eigen innerlijke slechtheid. Vaak spreken zij van een uit de geest, of uit eigen geest geboren verdorvenheid.
Sta mij toe hierbij op te merken, dat er geen enkele mogelijkheid bestaat, dat u innerlijk verdorven bent, zolang u in leven en streven uzelf nog het Goddelijke Licht en de Lichtende waarden voor ogen stelt. Er is geen enkele mogelijkheid, dat u tot minderwaardigheid wordt gebracht, indien u deze zelf niet wilt aanvaarden. Elke mens, die, in zijn geestelijk zowel als stoffelijke leven, het minderwaardige en demonische verwerpt, zal voor al deze dingen steeds gespaard blijven. Respecteer daarom uzelf. Tracht niet uw eigen aansprakelijkheid voor gedachten, neigingen en daden op anderen af te schuiven, maar zeg: “Indien het mij slechts gelukt steeds het goede na te streven, zal het goede en Lichtende zich ook in mij openbaren”. Degene, die dit aanvaardt, zal, zelfs in de schijnbaar negatieve verschijnselen van zijn stoffelijk bestaan, evenals de droevige ervaring bij een contact met minder bewuste geesten na de dood, altijd het innerlijke Licht behouden, elke ervaring omzetten in innerlijke kracht en bewustzijn, en zo de hoogtepunten van innerlijk bewustzijn en innerlijke kennis, evenals een maximum aan Goddelijke openbaring in het Ik kunnen bereiken.

Ik heb hiermee het esoterische doel van mijn lezing beëindigd, maar zou in verband hiermee nog een ogenblik willen spreken over bepaalde magische aspecten, die ook op esoterisch gebied invloed kunnen hebben. Op het ogenblik, dat wij afstappen van de zuivere esoterie en ons gaan wenden tot de magie, dan ontdekken wij dat sommige esoterische en innerlijke wetten ook in de praktijk van de magie volledig worden uitgedrukt. Een daarvan is de wet van gelijkheid of overdrachtelijkheid, een aspect van de kosmische wetten van harmonie.
De esotericus weet, dat, indien hij zich concentreert op een beperkt deel van het Goddelijke, hij toch de invloed van het totaal Goddelijke – zover hij dit bevatten kan – in zich gevoelen kan, ondanks zijn voorstelling. Zijn instelling op het totale wezen Gods met geheel zijn wezen wordt immers niet gelimiteerd door het beperkte voorstellingsvermogen van een deel van zijn wezen. Nu blijkt in de magie de mogelijkheid te bestaan door reeksen van handelingen, symbolen en voorstellingen een soortgelijke werking in andere werelden of sferen, dan wel elders op eigen wereld tot stand te brengen.

Een eenvoudige en over het, algemeen ook bekende magische praktijk vinden wij bij de primitieve mens. Deze gaat uit van het standpunt: wanneer ik een beeld maak van een mens en daaraan zijn naam geef, zal, indien ik door bepaalde methoden een vereenzelviging van mens en beeld tot stand breng, al wat ik aan het beeldje doe, overdrachtelijk ook in die mens geschieden. Dit wordt zwart-magisch gebruikt, maar ik kan mij ook wit-magische werkingen van dit principe voorstellen. Ik zou mij zelfs op deze basis een soort magisch schoonheidsinstituut voor kunnen stellen, want, indien u een beeldje maakt van was – van een mens – en hieraan bepaalde verminkingen toebrengt, zal volgens deze magie de mens, die door het beeldje wordt voorgesteld, ook in werkelijkheid deze verminkingen ondergaan. Waarom dan niet gesteld: indien iemand een te grote neus heeft, of zijn oren flapperen teveel – de z.g. zeiloren – kan ik eveneens een beeldje maken en dit identificeren met de persoon in kwestie. Stel nu, dat ik de neus van dit beeldje verklein en een fraaiere vorm geef, stel, dat ik de oren van het beeldje tot juistere proporties en houding terugbreng, wanneer ik daarbij mij hou aan de magische regels en dit alles intens genoeg doe, zal zich, volgens het voorgaande, bij de persoon in kwestie een dergelijk proces af gaan spelen. De totale werking zal, als in alle gevallen, wat langzamer zijn, zodat de veranderingen in de mens wat trager zullen optreden dan de veranderingen aan het beeldje tot stand gebracht. Maar een uiteindelijk goed resultaat moet toch volgen. Dit voorbeeld is niet alleen een grap. Het is ethisch mogelijk en werd in de grijze magie soms praktisch gebruikt. De witte magie weigert meestal een dergelijk onbelangrijk feit als een minder mooi menselijk lichaam tot onderwerp van een ernstig magisch experiment te maken.

Voor ons is het belangrijk dat wij door een symbolische handeling, of zelfs het gebruik van een primitief beeldje, toch ook iets goeds tot stand kunnen brengen. Hierbij zal ik zeker niet beperkt blijven tot zuiver stoffelijke waarden. Stel, dat ik innerlijk Licht wil hebben, Lichtende kracht. Wat is dan eenvoudiger dan door een handeling, voorstelling, of een symbool die ik alleen kan verwerkelijken naar eigen inzicht en smaak, voor mijzelf of voor anderen iets tot stand te brengen, dat stoffelijk en zelfs geestelijk voor mij, of die ander, de verwerkelijking is van harmonie, geestelijk Licht, of eenheid met het Goddelijke. Indien ik aan mijzelf een fout erken, zo zal ik ook deze kunnen corrigeren aan een symbool, dat ik met mijn eigen wezen vereenzelvigd heb. Dit dient werkelijk, dus stoffelijk te geschieden en niet alleen in het voorstellingsvermogen plaats te vinden, want volgens de wetten van de magie moet het symbool eveneens een stoffelijke behandeling, een stoffelijke taak blijven. Indien ik mij daarbij op mijzelf dus concentreer, schep ik op mentaal en astraal vlak een wijziging van mijn eigen persoonlijkheid. Indien men dit voor andere personen zou willen gebruiken, behoort daar nog iets meer bij. Ik zal dit hier niet verder aansnijden, waar dit niet voor een openbare avond geschikt is.

De conclusie, die ik uit dit alles trek, luidt: Voor alle bewustwording en elke fase van bewust- wording zou ik dus gebruik kunnen maken van symbolen, die een wijzigen van deze symbolen in overeenstemming met de tekortkomingen, of fouten, die ik bij mijzelf erken, zal ik dan geheel mijn wezen – ook het niet bewuste deel dus – inschakelen en zo in mijzelf een overeenkomstige wijziging afdwingen.
Voor mij vloeit verder hieruit voort, dat de esotericus, die niet voldoende van eigen inhoud en krachten overtuigd is, iemand, die meent te falen, door het scheppen van een simulacrum – een beeldje – ook een reeks van handelingen, een dwingende kracht kan scheppen, waardoor hij zichzelf kan verbeteren en juister inzicht in eigen wezen zal kunnen verwerven. De esotericus, die het gebruik van een dergelijk kunstmiddel verwerpelijk vindt, is m.i. wel wat trots. Het is m.i. dwaasheid om te werken met een klein deel van je bewustzijn, je werkelijke kracht en geestelijke vermogens wanneer je via deze z.g. magische weg je gehele kracht, weten en vermogen kunt inschakelen.
Wel zal een verbetering, die op deze wijze wordt bereikt, op de proef moeten worden gesteld. Zij zal in herhaalde oefeningen waardevol moeten blijken. Wij kunnen altijd weer aan het symbool blijven veranderen, corrigeren, wijzigen. Zo kunnen wij elk tekort, dat wij tijdens de oefeningen ontdekken, op de vooraf omschreven wijze weer opvangen en het totaal van eigen wezen, de totale kosmische lijn door alle sferen voortdurend actief maken op de punten en momenten, die voor ons de meest belangrijke en volgens huidig denken, de meest invloedrijke kan zijn.

Aan hen, die bedenkingen tegen het gestelde zouden maken uit angst, dat hierbij demonische of lagere krachten betrokken zouden kunnen zijn, wil ik nog voorhouden: wanneer de mens zelf zich steeds en zonder uitzondering, tot het Goddelijke wendt, wanneer men weigert een gelijke hulp van lagere of duistere krachten ook maar te overwegen, maakt men het alles, wat tot het duister behoort, onmogelijk in te grijpen, of contact op te nemen. Overigens geef ik gaarne toe, dat mijn praatjes van deze avond niet veel zuivere esoterische waarden bevat. Het is eerder een beschouwing rond de esoterie met een verwijzen naar alle elementen, die het geestelijk ontwaken en bewust worden van de mens bevorderen kunnen. Ik meen, dat de mens, die het met deze dingen ernstig meent, uit het gesprokene lering zal kunnen trekken. Vooral het laatste deel kan u voeren tot experimenten. Ik herhaal nogmaals: Bedenk, dat dergelijke experimenten alleen plaats mogen vinden met een zo goed en Lichtend mogelijke instelling, met een pogen innerlijk zo vreugdig en sterk mogelijk te zijn. Dan echter zijn ook experimenten op dit gebied niet gevaarlijk en kunnen zij u brengen tot een groter en bewuster leven in de geest dan voorheen. Ik meen dan ook de mij opgedragen taak, iets over de esoterie te zeggen, op redelijke wijze volbracht te hebben.

image_pdf