De kunst om te leven – 1981

image_pdf

11 september 1981

Wij zijn niet onfeilbaar, denk dus zelf na over alles wat wij hier bespreken. Ons onderwerp voor heden dient een geestelijke inslag te bezitten. Als titel hiervoor koos ik: De kunst om te leven.

Want het is typerend voor uw christelijke maatschappij dat er heel wat mensen zijn die weten hoe zij moeten sterven, maar slechts weinigen schijnen te beseffen hoe zij moeten leven.

Leven betekent in de eerste plaats een voortdurend alle wisselingen ervaren die nu eenmaal deel zijn van het bestaan. Wanneer je stagneert, wanneer alles steeds weer hetzelfde is, zo schijnt dit u misschien een aangename routine te zijn, maar dan leef je niet meer echt.

Leven is vooral een kunst omdat je niet werkelijk kunt leven volgens een bepaald systeem. Op het ogenblik dat het systeem de gevoelswaarden gaat overheersen, versijpelt ook de mogelijkheid om nog werkelijk te leven.

Wij kunnen ons natuurlijk beroepen op de hemel, de hel, de ayatollah of andere autoriteiten, of zelfs op de heilige boeken en zeggen dat ons hierdoor verteld wordt hoe wij werkelijk moeten leven.

Ik ben zelfs geneigd degenen die zo redeneren althans deels gelijk te geven. Want de wereld is vol autoriteiten die je vertellen hoe je moet leven. Maar of zij ook altijd gelijk zullen hebben? Je komt –  geestelijk bezien – uiteindelijk op aarde met een voorgeschiedenis.

Je hebt dus een bepaalde bestemming voor jezelf gekozen op het ogenblik dat je één werd met de wordende vrucht. Je hebt een milieu gekozen: een stad, een land, bepaalde ouders.

Al die waarden bij elkaar heb je juist gekozen, omdat zij voor jou de mogelijkheid schenen te bevatten jezelf te zijn, jezelf op de proef te stellen en zo voor jezelf ook weer een nieuwe reeks van wijsheden en ervaringen op te doen.

Op het ogenblik dat je die innerlijke waarheid – die indien u het mij niet kwalijk neemt toch meer van God is dan alles wat in Zijn naam op aarde wordt verkondigd – terzijde gaat stellen en je houdt aan de letterwet, aan de discipline die van ,je wordt geëist, aan de denkbeelden die je worden verkondigd en waaraan je volgens anderen niet kunt en mag twijfelen, zo heb je meteen ook vaarwel gezegd tegen je eigen bestaan, tegen de betekenis en waarde van alles wat je bent.

O, soms levert het leven dan toch nog wel enige ervaringen op die geestelijk bezien de moeite waard zijn. Maar je hebt veel minder mogelijkheden – werkelijk veel – in de geest te bereiken wanneer dat leven in de stof eenmaal is afgelopen.

Er zullen nogal wat mensen op deze uitspraak reageren met een: Alles goed en wel, maar hoe moet ik dan leven? Mijn antwoord aan hen zou dan echter moeten luiden: Wanneer je het zelf niet weet, hoe zal dan een ander dit voor j0u moeten weten? Want jij bent een unieke persoonlijkheid, een uniek wezen met geestelijke achtergronden zowel als stoffelijke noodzaken.

Jij wezen met al je dromen en verwachtingen, al je gevoelens en doeleinden, hoe moet ik je dan zeggen hoe jij moet leven? Ik kan dat nooit zo omvattend doen als u kennelijk van mij verlangt, ook al zijn er heel wat algemeen geldende regels te vinden.

Neem bv. het altijd geldende: “Heb naasten lief.” Maar wie is dan je naaste? Uw naaste is altijd weer degene met wie u contact hebt, die behoefte heeft aan u of waaraan u behoefte hebt. Zo eenvoudig ligt het, zelfs volgens de woorden van de meester. Niet iedereen is zonder meer je naaste.

Waarmede ik u overigens alleen maar geluk kan wensen. Stel u eens voor dat Brezjnev uw naaste is, dat Reagan uw naaste is, Dries van Agt uw naaste is, Den Uyl, Simonis, Gijssen uw naasten zouden zijn, Zwartkruis uw naaste zou zijn. Want u kunt wel op de vingers uitrekenen dat elke mogelijkheid tot zelfstandig leven door deze ‘naasten’ onmiddellijk genaast zou worden. Want dergelijke mensen willen u altijd weer vertellen hoe u moet leven, hoe u dient te zijn.

Maar u bent al iets. En dat zien zij over het hoofd terwijl zij zeggen: “Alles is zo erg nog niet, wij regelen het wel even.” Zoals de kerkvorsten je voorhouden dat een mens natuurlijk niet geheel zonder zonden kan leven, maar dat hij dan maar trouw ter kerke moet komen en zijn zonden moet belijden, dan wordt de spons daar wel overgehaald, eventueel tegen betaling, van een paar zere knieën en een paar rozenhoedjes.

Volgens mij zou men in het leven de mens beter een feestmuts kunnen geven. Want het leven is niet gegeven als een dal van ellende. Het leven is steeds weer feestelijk, ook wanneer je zelf dit misschien nu niet meer zo geheel kunt beseffen en voelen.

Elke dag zijn er nieuwe mogelijkheden, is er een nieuw leven voor u denkbaar. Elke dag wacht er weer een nieuwe reeks impulsen op je. En elke avond voor je ter ruste gaat, zou je in feite moeten zeggen tot je God: “Heer, wat ben ik dankbaar en blij dat ik in deze dag heb mogen bestaan.”

Helaas schijnen de meeste mensen er anders over te denken. Zij staan mopperende op, beklagen zich over alle onrecht van deze wereld, terwijl zij vergeten te leven. En aan het einde van de dag bidden die, wanneer zij al bidden, iets als: “Heer, neem mij toch snel op tot U.” Waarbij zij dan over het hoofd zien dat indien hun geloof juist is, zij van de Heer in het hiernamaals meer op hun duvel zullen krijgen dan ooit van de wereld, omdat zij de gave van het leven niet erkend hebben.

U grinnikt er om. Maar is het dan niet vaak zo? Zeker, wanneer je begint te leven in de kosmos, dan is dit als een vage impuls. Je bent een lichte flakkering die zich even stabiliseert in een onmetelijk duister waarin ongetelde krachten werkzaam zijn. En elke keer krijg je meer vorm, elke keer trek je dichter naar een wereld waarin je eindelijk kunt leren wat je bent, maar ook zult uiten wat je bent.

Dat is altijd weer waar, al zegt men wel dat er Heren en heren zijn. Zeker, er zijn heren die zich boven u stellen en zich op dit ‘meer-zijn’ steeds weer beroepen. Dat zijn de laagste heren die er bestaan.

Er zijn heren die zich u boven u stellen en zeggen dat het hun taak is u een wet te geven. Dat zijn degenen die zichzelf vergeten in de letters waaraan zij zelf innerlijk ten onder dreigen te gaan.

Er zijn heren die u spreken van licht. Wanneer zij dit licht in zich kunnen vinden en daarvan iets zouden uitstralen, zouden zij u misschien iets kunnen geven. Helaas zijn en blijven zij gemeenlijk ware heren van het woord. Zij spreken schone woorden maar blijven hol, want in hen is er niets om al die woorden kracht bij te zetten.

Er zijn heren van de geest, heren die in en vanuit zichzelf langzaam maar zeker u een beeld opbouwen en de noodzaak van de daad, of haar overbodigheid, van geval tot geval leren beseffen.

Soms worden zij tot heren van de daad die alles wat in hen leeft bewust tot waarheid maken. Maar boven hen staan de heren van de ziel. De heren die uiteindelijk de eenheid hebben gevonden waaruit het leven bestaat, bij wie alles steeds weer gelijktijdig gedachte, woord en daad is en toch een beseffen van eenheid met alle dingen.

Dit alles is overigens alleen maar een vrije variant op een bestaand oud esoterisch gedicht. Dit voor het geval dat u meent dat ikzelf zo fraai sprak. Maar het geeft iets weer van mijn erkenningen. En pas met deze kun je een antwoord vinden op de vraag wat je dan alzo nodig hebt om waarlijk te leren leven.

Allereerst geldt dan volgens mij: bedrieg jezelf niet. Want alleen degene die zichzelf niet bedriegt, kan ook de wereld zien zoals deze werkelijk is.

Een tweede regel zou luiden: heb de wereld lief, maar ook jezelf. Want als je de wereld lief hebt en jezelf verwerpt, zul je uiteindelijk ook die wereld vernietigen. En wanneer je jezelf lief hebt en de wereld verwerpt, richt je jezelf ten gronde.

Belangrijk is ook deze regel: weest vrij en geef vrijheid. Weet dat je het recht hebt om jezelf te zijn, maar weet eveneens dat ook een ander dit recht heeft. Hoed je dus voor elk ingrijpen in de persoonlijke vrijheden van anderen, ook wanneer je meent dat die ander in een sleur verdoold is of alleen in dwaasheid leeft.

De kunst om te leven vergt wel degelijk dat je anderen probeert bij te staan, maar dan alleen volgens hun eigen regels, hun verlangen en dan slechts wanneer ook jij dit als juist en noodzakelijk kunt ervaren.

Heb het leven lief. Niet om wat het brengt, maar om wat het is. Proef elke dag weer bewust het bestaan en verheug je erover, zelfs wanneer de smaak ervan soms bitter en scherp kan zijn. Verheug je steeds weer dat je proeven moogt, dat je leven kunt.

Wanneer je op deze wijze verder bouwt, komt als vanzelf voor jou het ogenblik waarop de stof wegvalt, de laatste sluiers van illusie verbleken en je in een waarheid staat waarin je jezelf terugvindt precies zoals je jezelf kent. Een zijn waarin alles wat er in je leeft en alle vreugde die je kent, weerkaatst wordt door een oneindigheid.

Dan vind je een wereld, waarin je hunkeringen en onbegrip voortdurend aangevuld worden tot er geen aarzeling meer is, geen leegte en geen onbevredigd zijn meer bestaat, maar alleen nog blijft de voortdurende vreugdige beaming van het bestaan in alle dingen.

Ik weet dat het moeilijk is zo te leven. Je kunt zeggen: “Ach, het leven is geen feest.” En wanneer je dan in deze gewelddadige tijd na een poging tot toch feesten een dreun op het achterhoofd krijgt, word je mogelijk met een dreunende smidswerkplaats in het achterhoofd wakker.

Dan schijnt je even alle vreugde gevloden te zijn. Tenzij je je natuurlijk verheugt over het feit dat je nog leeft.

Werkelijk, vrienden, de kunst om te leven is ook de kunst om allereerst uit te gaan van jezelf. Er zijn mensen die denken dat alles volgens een vast schema, een vaststaand programma dient te verlopen. Zij zijn de filosofen en theoretici die de gehele wereld in het spinrag van hun denken hebben gewikkeld, tot het merendeel van de mensheid als verstarde poppen wacht op het ogenblik dat men tot vlinder wordt. Maar dan wel zonder ooit de kracht te kunnen vinden ooit die cocon te verlaten.

Er zijn geen vaststaande regels buiten de regels die in jezelf leven. En die regels kun je niet verloochenen zonder jezelf aan te tasten. Het gehele leven is een voortdurende improvisatie. Het is niet een systematisch werken, ook al heeft men juist dit lange tijd verheerlijkt als de werkelijke top van het menselijke zijn.

De werkelijkheid is de voortdurende improvisatie, waardoor je op elke ogenblik van de tijd en in elke wereld waarin je leeft, beantwoorden kunt aan alles wat die tijd of wereld je geeft en wat je daarin ervaart.

Geestelijk is dit alles voor u van grote betekenis, ook al kan het u ongetwijfeld stoffelijk in uw wereld in moeilijkheden brengen. Want wanneer je je eigen mening uitdrukt, zijn er altijd wel mensen die het misdadig noemen of krijten dat het discriminatie is.

Wanneer je de dingen doet op je eigen wijze roept men u al toe dat dit werkelijk niet wettelijk verantwoord is. En wanneer je de moed hebt om zelf te denken, zo zijn er al landen waar men in de gekkenhuizen klaar staat om je plat te spuiten.

Ik weet heus wel dat zo leven volgens de geldende opvattingen erg moeilijk is. Maar hoe kan een geest leven wanneer zij niet voortdurend beantwoordt aan hetgeen zijzelf is, wanneer zij niet steeds weer werkt aan de taak die zij zichzelf met deze incarnatie heeft gesteld?

Hoe kan een geest het werkelijke licht ervaren, wanneer zij zich steeds weer oogkleppen op laat zetten of zelfs geheel laat verblinden door het gezag dat anderen uitstralen, zonder ooit te kunnen bewijzen dat zij dit terecht opeisen en feitelijk en blijvend bezitten?

Ik weet het: autoriteiten behoren nu eenmaal bij de menselijke samenleving. Wanneer ik kijk naar de wijze waarop bv. de meeste staten geleid worden, dan besef ik ook dat deze zich groot wanende machtsdragers en gezaghebbers de samenlevingen leiden op een wijze die bij een bedrijf reeds binnen enkele jaren tot een volledig faillissement zou voeren.

Ik zie dat de groten van deze aarde, die volgens eigen zeggen zo duidelijk beseffen wat goed en juist is, zich steeds weer voorbereiden om een deel van, of zelfs de gehele mensheid uit te roeien, zich daarbij beroepende op de goddelijke wil, de menselijke noodzaak en de democratische besluitvorming.

Dit terwijl een mens die ook maar probeert een ander een pak slaag te geven, dat niet blijvend en fataal is en bovendien verdiend was, wegens openlijke geweldpleging of zelfs aanstalten daartoe veroordeeld kan worden en in uw land waarschijnlijk 30 dagen krijgt, maar elders mogelijk voor tientallen jaren in gevangenschap zal verdwijnen.

Kijk naar de werkelijkheid waarmede u te maken hebt en vraag u eens af, of al dat gezag zo goed is, of al die autoriteiten dan werkelijk zo goed zijn. Vraag u af, of al die christenen wel werkelijk zo goed zijn wanneer zij met hun leerstellingen en volhoudendheid voortdurend hun medemensen kruisigen in de naam van Jezus Christus en mogelijk in Zijn plaats.

Vraag het u af en kijk naar al degenen die zeggen dat zij het werkelijk wel weten, mensen die hun eigen theorieën tot wetenschap verklaren, zonder te weten dat wetenschap alleen het voortdurend bewijsbare is.

Kijk naar dit alles. Kijk naar al die mensen die verder gaan met hun proefnemingen zonder zich ooit af te vragen, of bacterieculturen die zij maken ooit zullen kunnen overwinnen. Denk aan al die mensen die bezig zijn met atoomchemie tot en met het zg. atoomstofeffect toe en vraag u af of zij zich nog wel realiseren dat zij bezig zijn de levens van anderen in gevaar te brengen.

Kijk naar al die autoriteiten, de vrome en zg. zachtmoedige, de wetenschappelijke en de machtsbeluste, de democraten en degenen die voor de rechten van het volk zeggen op te komen en vraag u dan af of hetgeen zij werkelijk presteren hen het recht geeft u in uw eigen zijn en denken, in de taak van uw eigen bestaan, te belemmeren.

Mij dunkt dat, wanneer u oprecht en eerlijk kijkt en ziet hoe vaak voor hen het stellen van een punt of komma voor hen belangrijker schijnt te zijn dan het juist regeren van een volk, u tot de conclusie moet komen dat het uw taak is zelf te leven. Dat u zult beseffen: ik moet zelf proberen te uiten wat ik ben. Ikzelf moet de ervaringen opdoen, bitter of zoet, waardoor ik geestelijk verder zal kunnen gaan.

Ikzelf moet zoeken naar een verdere geestelijke afronding van mijn persoonlijkheid, opdat ik steeds meer zal leren en niet alleen nog maar kennis bezit, maar ook wijsheid, zodat ik niet alleen voor mijzelf het middelpunt ben van onbegrepen krachten die met mij spelen, maar voor mijzelf het juiste antwoord ben op elke kracht die mij beroert.

Het is gemakkelijk te zeggen dat dit alles in het hiernamaals wel zal komen. Maar wanneer je overgaat, ga je over als degene die je geweest bent, met alle fouten en deugden, met alle werkelijke wijsheid die je bezit, maar ook vervuld met alle dwaasheid die je hebt gewekt voor jezelf.

Zeker, dan ontwaak je tot een beter begrip voor je heden. Dan word je je misschien wat beter bewust van je mogelijkheden om in contact te treden met de oneindigheid van wezens die in de kosmos bestaan.

Maar je blijft jezelf. Je blijft ook datgene wat je op aarde van jezelf gemaakt hebt. Het is geen kunst de bewegingen van het leven na te bootsen. Het hart klopt wel, de longen pompen wel en de gemeenschap bepaalt wel voor je hoe je geboren moet worden, opgevoed, gekleed zult gaan, carrière moogt maken en uiteindelijk begraven of gecremeerd zult worden, al dan niet met het achterlaten van een weduwenpensioen aan nabestaanden.

Maar vraag je eens af of je dan werkelijk leeft. Iemand heeft eens gezegd: “Zolang je leeft als een rups vreet je zonder te weten waarom.” Het schijnt dat de vlinder maar kort leeft. Maar wanneer zij langs de bloemen zweeft, nectar puurt, zweeft op de wind, is zij het die leeft. Waarlijk, het zijn de dansers die werkelijk leven, niet de sjokkers.

Ik ben geneigd dit te herhalen. Vraag je dus niet te zeer af hoe je morgen zult eten, maar vraag je af: hoe eet ik vandaag? Vraag u niet af wat men morgen van u zal zeggen, maar ga na hoe u uzelf vandaag kunt uiten.

Maar zelfs zo gesteld, is het alweer gevaarlijk. Want zo worden het weer regels. En regels blijken altijd weer gevaarlijk te zijn wanneer zij algemeen worden gesteld.

Ik heb geprobeerd iets te zeggen over de kunst om te leven. En dat is in feite de kunst van het jezelf waarmaken, het jezelf weten te zijn. Wanneer je dit kunt doen binnen een systeem van symbolen, het zij wel. Indien u het alleen kunt doen in de vorm van een verzet tegen de maatschappij, wie zal het u euvel duiden zolang u daarbij anderen niet werkelijk schaadt.

En wanneer u het kunt doen – enkelingen kunnen dit soms – door voort te gaan binnen de banen van uw maatschappij, gelukkig bent u, want u hebt minder weerstanden te overwinnen en maakt uzelf toch waar. Maar in de eerste plaats moet u uzelf weten te zijn. Uzelf, volledig en met een uiting voor alles wat u bent.

Ik denk nu niet dat u bij een zoeken naar ware bewustwording ook maar een enkel deel van uw ware ik kunt ontkennen of uitsluiten, dat u kunt zeggen: in alle dingen zal ik mijzelf zijn, maar in bv. de seksualiteit, in het geloof, het zakenleven kan dat nu eenmaal niet.

Op het ogenblik dat je dit doet veroordeel je jezelf. Dan veroordeel je jezelf tot slavernij. Denk eens aan de mensen die u steeds weer voorhouden dat u niet moogt roken. Misschien hebben zij medisch of technisch gezien nog gelijk ook. Maar menselijk gezien hebben zij ongelijk. Want qua schadelijkheid valt die van tabaksgebruik in het niet bij die van vele andere levensgewoonten en omstandigheden. Toch ben ik tegen de wijze waarop velen roken; het is niet goed de slaaf te zijn van een papiertje waarin wat korrels gewikkeld zijn die zich – soms ten onrechte – tabak noemen. Het is verkeerd slaaf te zijn.

De mens moet zichzelf kunnen zijn zonder slaaf te worden van principes of gewoonten. Maar dat betekent ook dat de mens op zijn tijd moet roken, moet kunnen drinken, vlees moet kunnen eten en al die dingen die niet mogen of niet goed heten te zijn. Maar dan alleen op ogenblikken dat men het gevoel heeft dat het even deel is van je zijn, dat het een soort noodzaak is om jezelf te uiten. Maar het betekent ook dat de mens altijd weer in staat moet zijn afstand te doen van al die dingen.

De kunst van het leven is niet het bezitten van rijkdommen. Want rijkdommen binden je veel meer dan armoede ooit kan doen, ofschoon de meesten menen juist dit onvoldoende schijnen te kunnen beseffen.

De kunst om te leven bestaat uit het vandaag zo gelukkig mogelijk zijn met wat er is en wat je hebt en morgen tevreden te zijn met wat de dag van morgen brengt.

Het wil zeggen: een je voortdurend weer uiten en openbaren tot je uiteindelijk gevonden hebt wat in je leeft, wat in jou waar is en dan misschien ook nog de kans vindt om dit alles hoe dan ook in die wereld buiten je uit te drukken; al wekt die uiting misschien ook maar een enkele vage echo ergens in het gehele al.

Wie zichzelf waar maakt, grijpt verder dan de wereld van de geest. Zeker, dit alles begint met een woord en soms geeft de daad daaraan nog een zekere nadruk. En wanneer de geest zo met en in zichzelf leeft en leert, is dat zeker een groots gebeuren. Maar eerst wanneer de ziel, de kern, het hart van je werkelijkheid betrokken is bij dit alles, leef je volledig.

De kunst in het leven is te streven naar dit volledige leven en wel op jouw wijze, met jouw middelen en langs jouw wegen.

Ik ben alleen bang dat men alles wat ik, volgens mij terecht nu, gezegd heb, in vele kringen eerder zal willen bezien als een aansporing tot geestelijk anarchisme. Toch ligt dit niet in mijn bedoeling. Ik wil u alleen aansporen eerst eens uzelf te zijn en dan pas, onbevooroordeeld, te kijken naar systemen.

Eerst moet u uw eigen verantwoordelijkheden leren dragen. Eerst daarna kunt u eventueel nog eens zien welke autoriteiten zich verantwoordelijk zeggen te stellen voor alles wat u toch heus zelf moet doen. En dat is: groeien in jezelf.

En wanneer u soms denkt dat het leven soms wel eens smerig, een beetje vuil is, zeg dan tot uzelf: zelfs de boom des levens wortelt in de aarde en voedt zich met stoffen die de mensen zien als vuil en afval. Eerst wanneer de boom hierdoor groeien kan tot zijn top vrijelijk kan spreken met de wind, de wind van de eeuwigheid, is het werkelijk de levensboom.

Je kunt de gewone dingen niet ontkennen. Je kunt ze niet wegredeneren, want zij zijn deel van je wereld. Je kunt al je fouten en dwaasheden niet eenvoudig opzij schuiven en vergeten, want ook zij zijn deel van je leven en mede bepalend voor je bewustzijn. Als je er niet bang voor bent en deze dingen aanvaardt als deel van je bestaan en desondanks in dat bestaan vreugde vindt, soms gevold door een afgronddiepe smart, maar altijd weer gevolgd door het toch weer ontdekken van licht, dan leef je met je ziel. Dan heb je geleerd wat leven is, niet alleen maar het menselijke leven op aarde, maar werkelijk leven in kosmische zin als een leven in de veelheid waarin toch de band, de eenheid het enige antwoord kan zijn op vragen naar de zin van het bestaan.

Hebt u commentaar?

Vragen.

  • Hoe kan men te weten komen welke de taak is die men zich gesteld heeft alvorens te reïncarneren?

U kunt deze ervaren wanneer u ziet naar al wat u bent en al wat u zou willen zijn. Want uw dromen en bestrevingen, meer dan iets anders, zeggen u welke ervaringen u nastreeft en dus welke taak u zich hebt gesteld.

Maar probeer dit besef van taak dan wel te ontdoen van al die gebruikelijke gegevens die de maatschappij u inbrengt, die vertalingen die u godsdienstig en sociaal voor uw streven zijn bijgebracht.

U droomt bv. steeds van carrière maken? Dit betekent dan niet hoger worden dan een ander, gezag of macht verwerven. Uw taak is dan in wezen mede een steeds meer werkelijk betrokken zijn bij het werken en leven van anderen.

Herleid al die dromen en bestrevingen tot hun werkelijke betekenis en u zult weten wie u bent en daarmede ook welke taak u zich voor dit leven hebt gesteld. U zult juist door die dromen en denkbeelden ook de hiaten vinden en de tegenstrijdigheden die u beheersen. En besef dan dat het in ieder geval en altijd uw taak zal zijn die besefte hiaten zo goed mogelijk op te vullen en de tegenstrijdigheden zo goed mogelijk in balans te brengen tot zij een evenwicht vormen.

Het spijt mij voor u dat ik u geen gemakkelijker antwoord kan geven. Maar de werkelijkheid wordt nu eenmaal niet uitgedrukt in formules of recepten, doch beleving, bestrevingen, ervaringen en innerlijke vreugden.

Ik hoop dat dit antwoord u voldoende is.

  • U zegt dat je moet streven naar een jezelf zijn. Zolang iemand positief is, is dat goed. Maar stel nu eens Hitler, die was mogelijk ook zichzelf.

Het wonderlijke is dat zolang Hitler zichzelf was, de man in feite alleen goede dingen wilde, ook al koesterde hij enkele illusies. Maar toen hij meende invloed en later macht te bezitten, omgaf hij zich door mensen die hem van de werkelijkheid verwijderden. Daarop begon hij hun droombeeld van zichzelf te beleven en niet meer zijn innerlijk ik besef. Op het ogenblik dat hij zichzelf niet meer in waarheid wilde zien en erkennen, begon zijn neergang, zelfs reeds te midden van alle schijn van overwinning.

Overigens kunt u nooit zeggen in absolute zin dat de een negatief en de ander positief is. U kunt ten hoogste stellen: de een is voor mij positief, de ander is voor mij negatief.

Wat in zich een vorm van relativisme betekent die door vele autoriteiten gewraakt zal worden. Toch is het waar. Was Hitler – gezien zijn omstandigheden – zoveel negatiever dan bv. Christus? Was hij positiever of negatiever dan zovele generaals aan beide zijden? Was hij werkelijk zoveel negatiever dan al die andere machthebbers die tijdens of na de wereldoorlog hun ideeën hebben doorgezet met alle middelen?

Vergeet niet dat niet alleen in Duitsland volkeren en grote aantallen tegenstanders werden en worden uitgemoord. Vergis u niet. Wanneer je al over positief wilt spreken, zo lijkt mij als eerste voorwaarde voor deze eigenschap belangrijk, dat je bereid bent de ander in zijn eigen recht en leefwijze te respecteren.

Zoals voor mij het negatieve eerst werkelijk begint op het ogenblik dat je zegt dat dit nu eenmaal niet mogelijk is. Positief leven komt altijd weer voort uit het besef dat je niet van anderen moogt eisen, maar dat je jezelf moet zijn.

Op het ogenblik dat je zegt mijn bestemming is hoger en daarom mag ik wel eisen stellen, ben je negatief, zelfs al zou je zo een duizendjarig vredesrijk op aarde kunnen stichten.

U ziet dit mogelijk anders, daar u redeneert: Hitler en bv. Amin en zovele anderen die ik niet bij name zal noemen, zijn negatief, want zij zijn de moordenaars. En al die anderen die hebben gewonnen en hun moorden zijn dus daardoor gerechtvaardigd? En dus zijn die positief?

Neem Menachem Begin, velen zeggen dat hetgeen hij op het ogenblik doet voor Israël groots is. Er zijn vele mensen die hem als positief zien. Zij vergeten daarbij maar liever dat de man in zijn jonge jaren niet alleen gestreden heeft tegen Arabische strijders, maar ook hielp Arabische vrouwen en kinderen te vermoorden.

Aan de andere kant zijn er mensen die menen dat deze zelfde Begin een geestdrijver is, een gevaarlijke fanaat. Zij noemen hem dus een negatief iemand. Maar beseffen zij wel dat de man alleen door zijn eigen leer en volk te stellen boven al het andere – zoals eens de edelgermanen zich boven alle andere volkeren in rang en belangrijkheid plaatsten in hun denken – met zich en zijn daden kan leven en toch menen dat hetgeen hij is en doet goed is?

Kijk eens op een dergelijke wijze naar al die heersers op aarde en zeg niet alleen maar dat zij positief of negatief zijn. Besef dat zij mensen zijn en dat veel van hetgeen zij doen, voortkomt uit hun onvermogen te leven met de werkelijkheid van hun eigen wezen.

Dat geldt ook voor Maggie Thatcher, Ronald Reagan, Stalin, maar evenzeer voor Andries van Agt, voor Joop den Uyl en al die anderen. Zij kunnen niet leven met hetgeen zij werkelijk zijn. Zij kunnen niet aanvaarden wat hen werkelijk beweegt en drijft. Daardoor komen zij dan tot de daden die u – afhankelijk van uw standpunt –  positief of negatief zult noemen, maar die in feite alleen mogelijk zijn doordat anderen, veel meer nog dan deze mensen dit deden, hun noodzaak tot een verantwoordelijk zijn voor eigen leven en zijn terzijde hebben gezet.

Wat Hitler tot stand bracht, had nooit kunnen gebeuren wanneer vooral zijn eerste regeringsperiode de Duitsers niet zich steeds weer, node of gaarne, bij zijn besluiten hadden neergelegd en uiteindelijk zelf waren gaan geloven: der Führer hat immer recht.”

Degenen die hebben uitgevoerd wat Churchill noodzakelijk vond en de besluiten van deze man in de oorlog hebben gebillijkt, zijn verantwoordelijk ook voor het geheel door brandbommen vernietigen van vele steden, terwijl dit strategisch in feite niet nodig was, alleen maar om een goed figuur te slaan tegenover Stalin. Want ook dit kwam neer op het opofferen van vele, vele duizenden mannen, vrouwen en kinderen, burgers en zonder enige oorlogsnoodzaak. Zoals de atoombommen gegooid werden uit prestige overwegingen, niet omdat de oorlog hierdoor inderdaad gewonnen werd. Dat is te danken aan hen die steeds weer wegvluchten in een ‘right or wrong, my country”.

En wanneer zo dadelijk geheel Europa misschien verscheurd wordt in een atoomoorlog en vele miljoenen mensen moeten sterven, zullen degenen die daarvoor aansprakelijk zijn, mensen als Brezjnev en Reagan ongetwijfeld zeggen: “Dit was noodzakelijk en onvermijdelijk, want zonder deze offers kan ons systeem, onze democratie niet voortbestaan.” En de winnaar zal als held geëerd worden en de verliezer zal voor massamoordenaar worden uitgemaakt. Uw positieve mensen zijn meestal de helden die steeds weer eisen dat offers gebracht moeten worden. En die offers zijn dan altijd de anderen. Realiseert u zich dit wel voldoende?

Het zou gemakkelijker zijn om hier Hitler aan te vallen en de Duitsers van alles de schuld te geven. Zoals het gemakkelijker is te vergeten dat 3/4 van het nederlandse volk in feite met die Duitsers heeft geheuld en geprobeerd heeft wijzer van hen te worden, zeker tot eind 1942.

Zoals het gemakkelijker is te vergeten dat de transporten van Joden die uiteindelijk naar Auschwitz gingen werden samengesteld – op instigatie van de Duitsers – door de jodenraad zelf.

Het is vergeten dat autoriteiten over de gehele wereld reeds in 1939 beschikten over gegevens omtrent de concentratiekampen en dat deze kennis voortdurend werd aangevuld. Te vergeten dat enkelen van hen, in die dagen dat men nog meende de vrede te kunnen handhaven, zelfs een poging tot controle van het Rode Kruis hebben bestreden, onder het motto dat dit een inmenging zou betekenen in de zaken van een ander land, zodat men dit toch werkelijk niet kon doen.

Zoals het beter is te vergeten welke helden en grote staatslieden toen de oorlog eenmaal was uitgebroken nog steeds hebben gezegd dat dit niet zo was, dat men eenvoudig niet in kon gaan o.m. op het aanbod Joden over te dragen aan de geallieerden.

Zoals men vergeet dat uiteindelijk, 1943-44, toen door de Duitsers officieel enkele honderdduizenden Joden als koopwaar werden aangeboden, te leveren in Zwitserland tegen vrachtwagens en andere goederen – deze onderhandelingen hebben inderdaad zowel in Zwitserland als Spanje plaatsgevonden – deze alwijze en positieve staatslieden weigerden hieraan zelfs maar te denken onder het motto dat dit misschien het leven van geallieerde soldaten zou kosten.

Weet u dit alles? U zou het kunnen weten, althans grotendeels, want het is bekend geworden en gepubliceerd. Kunt u mij dan zeggen, wie er dan volgens u van de groten dezer aarde zo positief zijn geweest?

Ik zeg u dit: het geallieerde opperbevel is, gezien de onderhandelingen als voornoemd, mede aansprakelijk geweest voor de dood van rond 200.000 Joden. Kunt u mij zeggen of die nu positief of negatief was? Toch waren degenen die deze harde beslissingen namen, zo goed als Hitler of Amin, mensen die in feite de slaaf waren geworden van de legende die zij rond zichzelf hadden laten scheppen door hun medemensen en de in werkelijkheid hen levende complexen.

Indien u de term negatief al wilt gebruiken voor mensen, zo zou ik deze van toepassing willen verklaren op alle mensen die vergeten dat elke mens zichzelf moet zijn en dat ook alle medemensen het recht hebben om zichzelf te zijn.

Zoals het volgens mij altijd negatief zal zijn wanneer men de regels en denkwijzen van een systeem laat prevaleren boven een menszijn op menselijke wijze.

Positief is dan volgens mij altijd weer: menszijn en al improviserend mogelijk tijdelijke regels vinden die geen werkelijk systeem kunnen worden, omdat men deze altijd weer zal aanpassen aan de werkelijke ontwikkelingen, toestanden en mogelijkheden. Kortom: positief is steeds weer een uit respect voor de medemens steeds weer aanpassen van elke samenlevingsvorm aan de mensen die erin leven.

De kunst van het leven is niet – zoals helaas menigeen op aarde schijnt te denken – de kunst van het gelijk krijgen. Gelijk krijgt op aarde altijd weer degene die de sterkste is.

De kunst om te leven bestaat uit het plukken van de vreugden van het leven zo je kunt, elke dag weer, wat er ook gebeurt of aan de hand is.

Laat mij u één ding nog zeggen: er zijn ook in de concentratiekampen mensen geweest die deze kunst om te leven hebben verstaan. Mensen die niet in de bitterheid van eigen dromen zichzelf ten gronde hebben gericht zoals Hitler en zijn omgeving. Mensen die zekerlijk gestorven zijn onder de knoet of in de gaskamers, maar die tot op dat ogenblik elke dag geleefd hebben, een blad aan een boom konden zien en blij waren, die de vlucht van een enkele vlinder konden ervaren als een goddelijke glimlach en te midden van alle ellende steeds weer de kracht vonden om een ander te steunen, te helpen. Al was het alleen maar omdat dit hun leven en hun persoonlijkheid was.

Ik veroordeel niet alle machthebbers op deze wereld. Er zullen er misschien ook nog wel enkele goede te vinden zijn. Maar ik kom wel degelijk op tegen het haat gedreven aanklagen van Hitler, de Terno van Japan en al die anderen door mensen die weigeren te begrijpen dat aan de andere kant op een wat andere wijze even genadeloos iets dergelijks heeft plaats gevonden.

Zie het ‘kwaad’ zoals het is en probeer zelf zonder dit te leven. Dat is deel van de kunst om te leven en in dit verband het enig positieve dat voor mij denkbaar is. Vergeef mij mijn wel te uitvoerig antwoord.

  • Wanneer je nu in een heel rechtvaardige wereld zou leven waar alles goed ging, leert de mens dan nog?

Een wereld die rechtvaardig is, is niet denkbaar en bestaat dan ook niet. Want werkelijke rechtvaardigheid is niet voor het beperkte vermogen tot begrip van de mens.

Maar zelfs in een geheel rechtvaardige wereld, wanneer wij die ons al kunnen voorstellen, zullen mensen van elkander verschillen en zullen er conflicten zijn. De noodzaak steeds weer jezelf te overwinnen, steeds weer je werkelijke beeld en zijn onder ogen te zien, zal ook daar blijven bestaan, evenals de innerlijke noodzaak om steeds weer al improviserende waar te maken wat er in je leeft.

Zolang dit blijft bestaan in de stof, zul je daarin als mens ook leren. Ik meen dat dit een voldoende antwoord is.

  • Zelf-zijn, jezelf waarmaken, improviseren. Sommige mensen beschouwen zichzelf zijn als een gewoon maar doen waar zij zin in hebben. Betekent het dat je alleen positief danwel in alle opzichten moet reageren?

Ik heb reeds getracht u duidelijk te maken waarom wij een onderscheiden in positief en negatief in algemene zin beter kunnen vermijden. Dit is een op uiterlijke waarden gebaseerd oordeel.

Wanneer ik zeg: “Jezelf zijn”, zo betekent dit natuurlijk niet dat je dus maar alles moet doen zoals je maar wilt. Want het betekent dan dat je vele dingen niet doet omdat je die dingen werkelijk wilt, maar omdat je iets anders – deel van jezelf – wilt vergeten. En zodra je dit ontdekt, moet je van dergelijke dingen afzien.

Jezelf overwinnen betekent juist dat je steeds trouw aan jezelf moet blijven, ook al is het meestal gemakkelijker om anders te handelen. Want voor jezelf weet je heus wel wat innerlijk voor jou juist en goed is en wat je alleen maar als aangenaam, leuk of zelfs alleen als iets anders’ beschouwt en zo gebruikt om je eigen werkelijkheid tijdelijk te vergeten.

Ik dacht, dat dit duidelijk genoeg was? Ik neem aan dat er geen vragen of commentaren zullen volgen. Ik heb u dan iets gezegd over de kunst om te leven, of althans dit geprobeerd. Maar elke kunst moet geleerd worden. Ook werkelijk leven.

Ik kan niet aannemen dat er zelfs onder u velen zullen zijn die geheel vrij en toch t.a.v. zichzelf geheel bewust en verantwoordelijk door het leven kunnen gaan als nodig zou zijn om de werkelijke leven elke dag weer volledig te plukken.

Maar u kunt proberen het te leren. U kunt eens wat beter naar uzelf kijken. U kunt u eens afvragen of u vele dingen niet alleen maar doet of laat omdat dit nu eenmaal gemakkelijker is voor u.

Zoals u zich eens af kunt vragen of u bepaalde zaken bij uzelf niet veroordeelt en bij anderen probeert te bestrijden, omdat u er voor uzelf geen raad mee weet. Bedenk dat zij die diefstal het meest intens proberen te bestrijden meestal degenen zijn die zichzelf het meeste bezit onrechtmatig verworven hebben.

Degenen die onzedelijkheid het meest bestrijden, zijn vaak degenen die dromen plegen te hebben waarbij zelfs de hardste pornofilm maar kinderwerk lijkt.

Degenen die voortdurend bezig zijn anderen te dwingen ‘om in te gaan’, zijn vaak mensen die hun eigen niet ongerechtvaardigde twijfels proberen te verdringen door anderen te bekeren. Hun gebrek aan innerlijke overtuiging verdringen zij door de overtuigingen die zij anderen proberen op te leggen.

Ook wij hebben soms neigingen in die richting, vrees ik. Maar wij behoeven niet zo te zijn. En wanneer wij het maar zover kunnen brengen dat wij elke dag, wanneer wij ons bewust worden van het leven, kunnen zeggen: wat een vreugde om weer te beleven en elke maal wanneer wij gaan rusten kunnen zeggen: wat ben ik dankbaar dat ik nu geleefd heb, dan zijn wij een aardig eind op weg in de richting van het voor ons juiste leven. Kortom, dan beginnen wij ons de kunst van het leven eigen te maken.

En daarmede, vrienden, eindig ik en geef ik het medium vrij.

Deel twee.

U hebt in het eerste deel verduveld aardig op uw dondertje gehad – wanneer ik dit zo mag uitdrukken. En een bekend gezegde beveelt aan: “zorg goed voor je dondertje, want je zieltje zit erin.” En dat betekent volgens mij, dat wij, al moet dit deel esoterisch zijn, het toch maar wat lichter aan moeten doen.

Mag ik u eens iets vragen? Hebt u een goed opmerkingsvermogen? Neen? Dat is jammer. Maar misschien bent u gevat. Kunt u mij zeggen wat het verschil is tussen een badplaats en een kerk?

Dan zal ik het maar vertellen: in de kerk wordt de mis gelezen, in de badplaats wordt de miss gekozen. Dat valt mij van u tegen. Er zijn zoveel van dergelijke opmerkingen: de dochter van de kweker werd tot druivenkoningin uitgeroepen. Maar 20 jaar later kwam zij alleen nog voor de titel miss meloen in aanmerking. O, die snapt u wel meteen. Nu ja, het ligt er ook maar aan hoe je de dingen bekijkt.

En ik ben van mening dat ook bij de esoterie dit gezegde opgaat. Ook onder de esoterici vind je overal wel mensen die steeds gebukt gaan onder de ellende’. Dergelijke mensen wandelen om tot inkeer te komen door de mooie vrije natuur, maar het enige wat zij daarin goed zien is een hondenhoop, u weet wel, een echte nederlandse hoop bange dagen. Die mensen zien niets meer dan die hoop en terwijl zij er over emmeren, glijden zij er nog over uit ook.

Wat dergelijke mensen – en in feite eenieder – van node heeft, ook in de esoterie, is een beetje natuurlijk optimisme. Bent u ook nogal optimistisch? Soms wel? Dat vind ik goed. Want dat heb je heus wel nodig in deze tijd.

Je kunt alles van twee kanten bekijken. Je kunt bv. zeggen: er zijn in Nederland al 400.000 werkelozen. Maar je kunt natuurlijk ook zeggen: er zijn in Nederland minstens 250.000 mensen die erg blij zijn dat zij niet hoeven te werken.

Dit is nu het verschil tussen pessimisme en optimisme. En dat geldt voor het hele leven. Wanneer je zo bezig bent, kun je natuurlijk constateren dat wij allen grote zondaars zijn. Maar wees dan eerlijk en zeg: zonder die zonden had ik waarschijnlijk helemaal geen leven gehad.

Heus, kijk maar naar de lichte kant van de dingen, dan kan je alles veel beter aan. Wij gaan bv. de herfst weer in. Vervelend: stormen die razen en het wordt weer nodig wat te stoken – en die energie is al zo duur geworden.

Maar voor u daarover klaagt, moet u toch ook even bedenken hoeveel minder verkoudheden u op gaat lopen omdat u wat minder stookt en dus niet zulke extreme temperatuurverschillen steeds weer moet overwinnen.

Kortom, de overgang is niet zo groot. En zoals u weet komt de overgang meestal met mismoedigheid, rillingen, transpiratie en al het andere. En dat kunt u dus beperken.

Is het werkelijk zo jammer dat wij alweer naar de herfst toegaan? Het is toch ook de tijd van de oogst? En wanneer je naar de natuur kijkt, moet je eerlijk toegeven dat de lente wel leuk en pril is, maar dat de overvloedigste pracht in de natuur juist in de herfst ontstaat.

Hebt u wel eens gekeken naar al die tinten goud en rood die je in het blad kunt zien? Soms kijk je naar een enkel stuk bos en zie je daarin al wel 100 verschillende tinten van rood tot goud. Dan zeg je: “Wat is dat mooi.” Maar er zijn altijd weer mensen die dan reageren met een: “Eén vlaagje wind en alles ligt beneden.”

Wees dan niet weemoedig maar roep uit: “Fijn, dan heb ik eindelijk eens de kans door het goud te lopen schoppen. Want op een andere wijze zal ik de kans daarvoor nooit krijgen.”

Echt, het is een kwestie van wat vrolijker kijken naar de dingen. Zeker, wanneer u bezig bent met esoterie is het niet gemakkelijk en vaak zelfs erg ingewikkeld. Trouwens, esoterie kun je zo ingewikkeld maken als je maar wilt. Er zijn zelfs mensen die zichzelf uit stellingen esoterische doolhoven bouwen waar zij bij hun stoffelijk leven niet meer uit kunnen komen.

Is het niet eenvoudiger om al die stellingen te laten rusten en gewoon te stellen: Ik leef. Ergens is een god en ik denk dat die god mij uiteindelijk wel zal helpen om de vorm te vinden waarin ik thuis hoor. Kom ik eenmaal zo ver, dan mogen alle anderen van mij zeggen wat zij maar willen. Want ik pas dan in het geheel. En wanneer ik maar in het geheel pas, komt de rest er niet meer zo op aan. Ik heb dan ook niemand meer nodig om op mij te passen, ik kan mijn eigen zaken dan best aan.

Maar ja, dat kun je in deze tijd natuurlijk niet maken. Je hebt een verzekering nodig. Overigens gekke dingen. Je hebt een levensverzekering. Die garandeert je niet dat je blijft leven, maar wel dat je rijker wordt wanneer je doodgaat.

Of men verzekert zich tegen brand en vreemd genoeg komen uit een vette polis dan heel wat brandjes voort. Dan heb je nog verzekeringen tegen diefstal, schade door uit- of instromend water, glasverzekeringen waar je niet door de kleine lettertjes heen kunt kijken. Er is zelfs een verzekering voor het eeuwige leven: de kerk. Met een legaat, een tijdige laatste biecht en het H. Oliesel schijnt men volgens deze verzekeraar al een heel eind op de goede weg te komen.

Alles heel waardig. Maar moeten wij nu werkelijk voor alles verzekerd zijn? Wij zijn van een ding verzekerd: dat wij er zijn en dat zou in feite al genoeg moeten zijn.

U denkt wat is er aan de hand wanneer ik niet meer weet dat ik er ben? Dan bent u er op het ogenblik niet en denken de anderen mogelijk alleen nog dat u er bent. En betreur zelfs dit niet, maar verheug u wanneer het weer mogelijk is dat die anderen een tijdlang zo een mooie illusie gekoesterd hebben.

Wees niet zo angstig. Wat kan u nu werkelijk gebeuren op deze wereld? U kunt ziek worden. Goed. Maar alleen als je ziek bent, kan je weer beter worden. Wat dan een meevaller is bij een ongeluk, nietwaar? En zij die geestelijk ingesteld zijn, moeten maar bedenken dat beter worden een hele verlichting is wanneer je een tijdlang ziek bent geweest.

En je kunt dood gaan. Nu ja, er zijn heel wat sprookjes over de dood in omloop, van Dracula tot verhalen over de hel. Maar wat kan je gebeuren? Goed, je gaat dood. Je blijft toch ergens leven.  O, bent u daarvan nog niet zo zeker? Nou, dan is er helemaal niets meer aan de hand. Of je blijft gezellig leven, of je hebt nergens meer last van. Geen reden om bang te zijn dus.

Bovendien blijft een ander zitten met de betaling van alle schulden die je achterliet en belastingen hoef je ook al niet meer te betalen. Ergens ga je er nog op vooruit. Wat kan je dan nog gebeuren?

Dus wanneer u aan esoterie beginnen wilt, moet u voorkomen dat u alle loodzware lasten, die men u vertelt dat er zullen zijn, terzijde probeert te werken door het aanroepen van bevoegde autoriteiten. Het is misschien leuk dat je zo het gevoel kweekt dat er iets gedaan wordt voor je, maar of er werkelijk zoveel gebeurt, blijft nog altijd de vraag.

Vroeger kon men nog dreigen met de geheimen van de natuur. Wanneer je dan vloekte liet God het donderen of zelfs een bliksemstraal uit de hemel vallen. Maar met al dat gevloek in deze dagen komt het er niet meer van. Mogelijk denkt God ook aan een te hoge energierekening.

In ieder geval had men in die dagen nog het gevoel dat God werkelijk aanwezig was, werkelijk iets deed voor of tegen de mens. Maar wees nu eens eerlijk: wat doet uw God? En kom nu niet met de dooddoener: “Hij houdt de wereld in stand.” Wanneer je ziet hoe de wereld er zo langzaamaan uit begint te zien, is zoiets ook geen compliment meer waard.

Wijs je de gelovige daarop, dan is het antwoord vaak: “Ja, maar God geeft ons een vrije wil.” Best, maar vindt u dan niet dat een God die dit doet de gevolgen daarvan dan ook maar zelf moet aanvaarden?

O, dat is een sacrilege. Zeker, volgens vele menselijke opvattingen is het dat. Maar waarom zou ik het niet zeggen? Wanneer wat ik ben, wat ik leef, wat ik doe uit God komt, dan heeft God daarmede een directe relatie. Laat mij dan maar er voor zorgen dat ik die relatie met die God, met dit onbekende in mijzelf ervaar en de vreugde proef van die kracht en de wereld waarin ik leef. De rest zie je dan later wel weer.

Als je anders doet, gaat het je als de mensen met begeringszorglijke gezichten die wel 25 keer langs de etalage lopen en kijken naar iets dat mooi is en niet duur. Zij zouden het willen hebben, maar is het wel verantwoord om het te kopen? Want het zijn slechte tijden, nietwaar? Uiteindelijk besluiten die mensen toch maar tot de koop, stappen de winkel binnen en krijgen in de meeste gevallen te horen dat het laatste exemplaar juist is verkocht.

Zo is het leven ook, mensen. Ook in het leven zie je vaak dingen waarvan je denkt: dat zou best iets voor mij zijn. Pieker dan niet lang en kijk of je het werkelijk kunt krijgen. Je kunt ja krijgen; je kunt neen krijgen. Maar in ieder geval hoef je niet rouwig te dromen over gemiste kansen.

Vergeet niet: heel vaak heb je nu mogelijkheden wanneer je meteen handelt. Maar wanneer je even blijft afwachten en denken, dan wil je misschien nog steeds hetzelfde proberen, maar dan gaat het eenvoudig niet meer.

En bovendien blijf je beter bij krachten. Wanneer je steeds maar weer je eigen kansen bederft, begerig naar al het mooie kijkt en je dan toch door gebrek aan eigen moed of wil een teleurstelling op de hals haalt, hoe minder prettig je je voelen zult, hoe slechter je er dus de volgende dag voor staat wanneer je met nieuwe waarden van het leven wordt geconfronteerd.

Maar houd rekening met alle omstandigheden zover je dit mogelijk is. Je hebt je besef niet voor niets gekregen. Misschien kent u het verhaal van die Chinees die het platteland op ging toen er droogte heerste?

Hij zag een man die bezig was met emmers water twee bomen te begieten. Hij vroeg waarom de man twee bomen en niet één begoot. Wel, sprak de man, ik heb voor beide net genoeg water en zo krijg ik in het najaar tenminste vruchten.
De droogte hield aan. Een volgende jaar ging de Chinees weer dezelfde weg en zag tot zijn verbazing dat de man nu slechts één boom begoot en de andere liet verdorren.
Hij vroeg de man waarom hij dit zo deed. Wel, sprak de man, er is te weinig water om bomen tot vruchtbaarheid te laten komen. Door nu maar één boom te bevloeien, krijg ik wel veel minder vruchten, maar ik heb in ieder geval nog iets te eten deze winter.

De man had groot gelijk. In ons leven geldt precies hetzelfde: wij hebben geestelijke waarden en stoffelijke waarden en beide zijn voor ons erg belangrijk. Maar er komt wel eens een ogenblik dat je niet verder meer kunt. Een ogenblik dat je niet meer gelijktijdig geestelijke en stoffelijke zaken goed kunt behartigen.

Wel, dan moet ook u kiezen. U hebt waarschijnlijk nog wel energie genoeg voor een van de twee. Maar wanneer u probeert beide dingen met te weinig mogelijkheden en kracht toch bij te houden, mislukt u op beide gebieden en staat u met niets. Dan bent u gelijktijdig stoffelijk en geestelijk teleurgesteld. Maar kiest u voor een van beide, dan hebt u in ieder geval een mogelijkheid tot verder gaan.

O, ik besef wel dat heel wat mensen een dergelijke benadering niet bepaald mooi vinden en dat velen van hen allerhande argumenten kunnen aanvoeren om duidelijk te maken dat dit nu toch werkelijk niet deugt. Want mensen die je op zelfoverschatting of mogelijk ongelijk wijst, kunnen heel nijdig en spitsvondig worden.

Het is mij zelfs eenmaal overkomen – niet in dit land maar elders – dat na soortgelijke argumenten iemand van de aanwezigen opstond en uitriep: “Luister niet, want hier spreekt de duivel.” Waarop ik sprak: “Nou joh, hou dan ook je mond.”

Heel wat mensen denken dat een dergelijke benadering demonisch of slecht moet zijn. Zij maken dit vaak zelf zo, dat is waar, maar op zich is niets van hetgeen ik zeg demonisch of slecht.

Trouwens, ik heb soms het gevoel dat sommige mensen zo bang zijn voor bepaalde aspecten van de schepping dat zij snel het portret van hun god nemen er horentjes op tekenen en dan tot anderen roepen: “Pas op, want dat is de duivel.” Wanneer iemand dus wil weten wie de duivel de horens heeft opgezet: dat waren jullie mensen zelf. Er is niets werkelijk slecht op de wereld. Nu ja, voor onszelf wel, maar dat weten wij dan ook heel goed en dit slechte komt dan niet uit de wereld, maar uit onszelf.

Dat heeft te maken met de wijze waarop wij hebben leren leven en denken. Daarom zijn er voor ons dan wel dingen die wij vrezen en slecht noemen. Maar zou er werkelijk kwaad, werkelijk iets slecht zijn? Kijk in de moderne kerken en kerkzalen. Hoe vaak tref je daar geen bordje aan met: “God is Liefde” erop?

Nu ja, hier en daar, bv. in Amsterdam, zijn er enkele mensen die deze spreuk proberen om te draaien en beweren: “Liefde is God”. Aan hun uiterlijk kun je dan gemeenlijk ook wel zien welk een vermoeiende godheid zij dienen.

Maar als God liefde is, wanneer God rechtvaardig is – en dat hoor je toch steeds weer overal van de mensen die menen dat zij het weten – denkt u dan werkelijk dat die God u met al uw beperkingen op zou schepen, met allerhande onmogelijke voorschriften, wetten en regels? Dat die God in zijn goedheid u vele kansen zou geven die u alleen op straffe van zijn blijvende toorn zou mogen gebruiken?

Maar een God die bovendien nog alles weet, kan toch op zijn tenen uitrekenen dat dan meer dan 2/3 van de mensheid onverweigerlijk de hel inrolt? Waarom dan eerst die mensen scheppen en een wereld. Desnoods had hij allen dan meteen de hel in kunnen sturen. Want anderen veroordelen omdat zij gebruik maken van de mogelijkheden die je hen bewust geeft, lijkt mij niet bepaald liefdevol of rechtvaardig.

Maar dan kan er in kosmische zin geen kwaad bestaan. Dan bestaat het kwade alleen in en voor ons, omdat wij afwijken van hetgeen wij voelen te zijn.

O god, tja, wanneer ik mijzelf hoor, denk ik: wat zullen er weer veel mensen in opstand komen wanneer zij dergelijke dingen moeten aanhoren. En toch klinken mijn argumenten niet onlogisch. En waarom moet ik veronderstellen dat God minder logisch zou zijn dan een mens? Als logica een eigenschap is van de mens en deze door dit vermogen tot redelijk denken het uitverkoren schepsel op aarde moet zijn – zoals de autoriteiten op dit gebied ons steeds weer proberen voor te houden – moet God nog veel consequenter en logischer zijn dan alle mensen. Maar dan kan er in feite niets bestaan aan kwaad, behalve dan dat wat voor ons voortkomt uit ons eigen wezen en ook daarin als zodanig wordt beseft. Maar dan moeten wij zelf zorgen dat ons wezen dit kwaad vermijdt.

Ik meen dat de waarheid – zover wij in staat zijn die te bevatten – in ons ligt. Ik kan niet geloven dat wij als een slang de boom des levens steeds dichter naar die waarheid toe dienen te kronkelen.

Wat dat betreft doet de wijze waarop sommige mensen naar God zeggen te zoeken, mij denken aan de verhalen over de kronkelende slang in de boom, u weet wel, de slechterik die Eva de appel liet eten. En als dat waar is, dames, kijk dan goed uit. Want men vertelt het u nog steeds: snoep gezond, eet een appel. Maar dan weet u nu wat daarvan kan komen.

Weest eens eerlijk. Wanneer wij de schoonheid zien van het leven, de mooie dingen, zullen wij op deze wijze alleen reeds in contact zijn met God. Want die schoonheid is een deel van het geheel dat Hij geschapen zou hebben, iets waar ook wij bijhoren.

Trouwens, je kunt volgens mij de werkelijke schoonheid van het leven niet aanschouwen en dan toch nog alles verwerpen. Dan komt er als vanzelf ook wel een beetje liefde bij.

En wanneer je de schoonheid leert zien en bevatten en deze ook nog lief hebt, ga je er ook steeds meer van begrijpen en zo komt ook de wijsheid. Je gaat niet langs één enkele weg, je gaat langs vele wegen gelijktijdig. Wij zijn niet bezig om tussen de klippen door zeilende een exclusieve waarheid te bereiken, al zijn er mensen die juist dit maar al te graag zouden willen.

Zoals er mensen zijn die altijd maar wensen dat er slechts één enkele weg naar de waarheid zal zijn. Want wanneer er slechts één weg is, kan een handig iemand er meteen wel een tolboom aan oprichten.

U hebt dat verhaal over België toch gehoord? Daar heeft men op meerdere kerken een groot plakkaat staan waarop te lezen valt: de weg naar de hemel gaat door de kerk. Jaja. En als je naar binnen gaat, heb je voor je het weet een collectezakje voor je neus.

Neem mij niet kwalijk. Wanneer er een hemel is waar je alleen tegen betaling binnen kunt komen, kun je beter naar de bioscoop gaan. Neen, ik denk zo dat wij niet naarstig moeten zoeken naar die ene ware kronkelweg die er ons zal brengen. Ik geloof dat wij naar God moeten zoeken in alle dingen en dat wij dan als vanzelf verder komen. Ik meen dat wij open oog moeten hebben voor alle dingen die belangrijk zijn: voor de schoonheid van het leven, zo goed als voor de problemen daarvan. Begrip moet je ook zoeken voor je medemens. Maar je moet ook wat vertrouwen hebben in de gehele zin van alle schepping, geloven dat alles uiteindelijk wel goed zal komen, geloven dat ergens alles ook zijn betekenis en zin zal hebben, ook al kunnen wij die nu nog niet zien.

Want wanneer wij met vertrouwen in mensheid en schepping onze weg op deze wijze verder gaan, dan zullen wij de vreugde van het leven steeds weer beseffen, de dood niet vrezen en bovendien een grote bewustwording doormaken.

Zoals ik zei: je moet alle dingen van alle kanten durven bezien. Zo meen ik bv. dat het uitvinden van de boekdrukkunst positief maar ook gelijktijdig negatief was. Voordien konden de mensen nog niet zo goed liegen als het gedrukt staat. Aan de andere kant was het enige wat ‘belezen kon wordenin die dagen een ziekte.

En in deze dagen kan men belezen zijn op elk terrein. Maar dan moet men niet de fout maken om te menen dat alles wat geschreven staat in een esoterische verhandeling of een boek geheel waar is omdat het gedrukt staat. Denk liever: nu ja, wanneer ik er schoonheid in vind of enig begrip, is dat heerlijk en daarna ga ik weer gewoon verder. Het meest belangrijk is voor mij dat ik iets van binnen voel als waarheid.

En of ik Gods aanwezigheid nu innerlijk voel, op de hei of in een tempel, wat maakt dat verder uit? Hij is overal. En wanneer ik de voorwaarden schep waardoor ik zijn aanwezigheid kan beleven, is dit mijn zaak en niet de Zijne.

Hij is overal. Overal, voor mij zo goed als voor al het andere. Hemeltje lief, nu zit ik opeens opgescheept met mijn geloofsbelijdenis. En daar hoef ik God niet bij te halen. Want elke geloofsbelijdenis is mensenwerk.

Dat kun je trouwens steeds weer duidelijk merken. Zoals een vriend van mij eens zei: “Het leerstuk van de pauselijke onfeilbaarheid is in zich het bewijs van het tegendeel”, op een soortgelijke wijze zou je in feite de gehele wereld met al zijn stellingen en voorschriften kunnen benaderen, denk ik. Ik heb natuurlijk als eenieder mijn eigen visie. Of het de uwe is, weet ik niet en dat gaat mij niets aan ook.

Ik zeg altijd maar zo: Wanneer een mens een ogenblik kan lachen, wanneer een mens – al is het maar voor een ogenblik – blij kan zijn en jij maakt het mogelijk, dan heb je werkelijk iets gedaan. Niet alleen heb je dan iets van het licht dat in je leeft met die ander gedeeld, maar je krijgt bovendien van die ander licht terug, waardoor je beter gaat beseffen welk licht en welke kracht er in je wonen.

Wat natuurlijk maar boerenfluitjes filosofie is. Daar kan je geen boek over schrijven –  of je moet een Duitser zijn. Dan kun je het wel, omdat dan de titel op zich al een boekwerk vormt.

Nu ja, elk volk heeft zijn geplogenheden. Wanneer de Duitser schrijft: “Untersuchung nacht die esoterische gebrauchen der ….. die Folgen davon in das innere …..”. Schrijft een Nederlander een soortgelijk werk en noemt het: “Het drama van de Flora-Neeltje.”

Nu ja, wanneer Nederlanders uiteindelijk eens een wijnatlas produceren, kunnen de Duitsers wijzen op een veel vroeger werk van minstens gelijke betekenis en de titel: “Der zerbrochene Krug”. Een titel die menige Hollander overigens zal doen veronderstellen dat het handelt over een nederige horeca instelling die door bruten in elkaar geslagen werd.

Maar wat ik wil zeggen: de dingen waar het werkelijk op aan komt, kun je niet zo ingewikkeld maken. lk heb nog steeds het gevoel dat alle leven, zelfs het menselijke, heel eenvoudig is wanneer men het zelf niet te ingewikkeld maakt.

De schoonheid is ook al iets zeer eenvoudigs: het is iets wat er niet is, tenzij je kijkt. Dan beleef je het en is het een werkelijkheid die voor jou groter is dan al het andere. Kortom, voor anderen bestaat die schoonheid misschien niet eens, maar in jou leeft zij opeens en betekent zelfs vaak een innerlijke verandering.

Bij alle filosofieën, godsdiensten, esoterische en andere systemen en hoe dat spul nog meer genoemd kan worden, gaat het niet om de betekenis zonder meer. Het gaat er maar om dat het in ons een gevoel van schoonheid en enige wijsheid wekt. Niet omdat het dit in zichzelf is, maar omdat het door en voor ons tot deze schoonheid of wijsheid wordt.

“Schoonheid ligt in het oog van de beschouwer”, heeft iemand eens gezegd. lk denk, dat het wat wijsheid betreft al net zo is. Niet de feitelijke inhoud, maar hetgeen jij er voor jezelf uit puurt, is belangrijk. Trek je er dus maar niet te veel van aan wanneer een ander je vertelt dat je ongelijk hebt.

Maar wanneer jij een enkel ogenblik wijzer, gelukkiger, een enkel ogenblik je daardoor bewuster van schoonheid kunt zijn, wat interesseert het je dan nog wat een ander ervan denkt?

Ik geloof dat een kind dat moeizaam en onbeholpen een kleine tekening maakt daarvan zoveel kan ervaren, dat de werkelijke betekenis van een dergelijk klein vodje voor het kind op dat ogenblik groter is dan het aanschouwen van ‘De Nachtwacht’ voor alle bewonderaars die er lang stil voor staan. Wat natuurlijk niet zo vriendelijk klinkt tegenover Rembrandt, maar die zal ook denken: ik heb met dat stuk meer dan genoeg staan schutteren met al die schutters, maar uiteindelijk heeft het mij toch nog aardig opgeleverd ook.

Alles wat ik jullie te zeggen heb is in feite: Kijk naar het leven. Kijk naar alle dingen, zowel het lichte als het duistere en probeer te begrijpen dat het een eigen schoonheid bezit. Probeer te begrijpen wat er rond je steeds weer gebeurt, niet ver- of beoordelend, maar gewoon omdat het deel is van het leven. Voor je het weet heb je het leven, de kosmos lief, alle zijn lief, tot jezelf toe. En geloof mij: jezelf geheel kennen en begrijpen en toch lief hebben, is een van de moeilijkste dingen waar je voor kunt komen te staan.

Maar zelfs dat bereik je dan. En dit is dan voor mij de enige ware vorm van esoterie. En komt er zo dadelijk ….. neen, ik wil u niet bang maken, niet op deze avond meer. Anders wordt het nachtwerk en dat laten wij over aan Den Uyl wanneer hij eindelijk weer eens in een kabinet zit.

Maar wanneer er een andere spreker komt, dan maakt u van alles wat hij zegt toch weer iets anders. Mensen zijn trouwens nogal eens geneigd te zeggen dat de geesten van deze groep elkander nogal eens tegenspreken. Geheel waar is dat niet, maar wij zien de dingen vaak wel elk van een heel andere zijde.

Sommigen zien raadselen, anderen zorgen of gevaren. Wanneer ik kijk, zie ik het lichte, zie ik plezier, zie ik vreugde. Zeker, wanneer ik naar de mensen kijk dan weet ik wel dat zij vele dingen verkeerd begrijpen, of zelfs terecht verkeerd vinden.

Zo dadelijk, met Prinsjesdag, zullen velen menen dat al die kosten en al dat vertoon, om te zeggen dat je nog niets zeker kunt zeggen, onzin en overdreven is. Misschien hebben zij ergens zelfs gelijk. Maar voor mij is het de opening van een soort politieke rekreade. Dit laatste om in Haagse termen te spreken. Want gewoon kermis durft men in uw stad kennelijk al lang niet meer te zeggen. Eerst was het kermesse en nu is het rekreade. Maar ik geef toe, dat het soms wel vriendelijker klinkt. Wat sta je weer te kletsen klinkt nu eenmaal beter dan ‘wat heb je weer veel pourparlers.”

Trouwens, vroeger zei men wel dat een Hagenaar die werkelijk iets te zeggen had frans sprak, zelfs wanneer hij niets te zeggen had. En ook nu nog bemerk je vaak dat de robuuste feiten bedolven worden onder een vloed van in wezen taalvreemde uitdrukkingen.

Het is alsof men niet eerlijk kan zijn. Nu wil ik niemand van u raden om altijd open en eerlijk tegenover een ander te zijn. Al is het maar omdat je je onzeker gaat voelen en steeds weer denkt dat je er in zult stinken. Maar mag ik u raden om dan tenminste eerlijk te zijn tegenover uzelf en alle dingen bij hun naam te noemen?

Dus nogmaals, wees eerlijk tenminste tegenover jezelf, leef de dag, kijk naar alle dingen en probeer te groeien. Niet dus opnemen wat anderen hebben gezegd of gedacht zonder meer – ook niet wanneer ik aan het woord ben. Want zelfs wanneer u niet denkt dat ik klets en hetgeen ik naar voren breng heel ernstig opvat, is het nog steeds mijn denken, mijn voelen, mijn leven waaruit ik spreek. Ik spreek vanuit mijn bestaan, niet vanuit het uwe.

Dus probeer nu maar op uw eigen wijze tenminste nog iets van licht te vinden, iets van schoonheid te ervaren en zover te komen dat je het leven, zelfs je eigen leven, ondanks alles, lief hebt en aan jezelf ook niet meer een hekel hebt al ken je jezelf mogelijk soms al te goed.

Ik acht dat je dan het meeste gedaan zou hebben wat je voor bewustwording, wereld en jezelf kunt doen. Doe niet te plechtstatig of ernstig wanneer het te mijden is en kijk niet alleen naar de donkere kanten van het leven, maar naar alle facetten.

Je hoeft je natuurlijk niet blind te stellen voor de feiten. Kort geleden sprak een van mijn collega’s nog: “De maatschappij is een instelling die van eenieder belastingen heft om daarmede te voorkomen dat er iets verandert. Zo is haar werkelijk streven er voor te zorgen dat de rijken rijk en de armen arm blijven.”

Van mijn standpunt uit heeft hij niet geheel ongelijk, maar je kunt het ook anders zeggen: “De maatschappij is een samenwerking van mensen die wel een hekel aan elkaar hebben, maar toch niet weten hoe zij het zonder elkaar zouden moeten redden.”

En dan denk ik nog even verder. Want het feit dat je elkaar nodig hebt – ondanks alles – betekent ook, dat het zinvol is te leven in een wereld, zelfs de huidige, die langzaamaan overvol wordt met mensen.

Een andere collega – ook al wat zwartgallig – sprak: “Mens zijn is de dierlijke vorm waarin de geest haar onvolmaakt-zijn demonstreert.” Ergens is het wel waar, maar je kunt het ook anders zien. Ik zeg eerder: “De mens is de vaak niet meer zo fraaie cocon, waaruit uiteindelijk de lichtende kracht van de ziel haar vrijheid kan gewinnen.”

Je kunt alles beoordelen en zelfs veroordelen, maar vaak heeft dit weinig of geen zin. Een ander sprak: “Een automobilist is een mens in blik die denkt dat hij op kan schieten tot hij in de file staat.” En dan zeg ik: “Een automobilist is een mens die zijn dromen van vrij-zijn nog gestalte moet geven in een voertuig, omdat hij niet geleerd heeft hoe zijn geest vrij kan zwerven en zijn.

Kortom, het is maar hoe je het bekijkt. Een andere kennis sprak: “Openbaar vervoer is de nieuwste werkgelegenheid voor leden van de haringpakkers gilde.” Maar aan de andere kant meen ik: zonder openbaar vervoer zou je je vaak de blaren moeten lopen, dus is er alle reden om ondanks alles over het openbare vervoer in vervoering te geraken. Zelfs wanneer het soms wat benauwd is. Want je komt dan benauwd maar redelijk snel verder. Zonder dit heb je de ruimte en de vrije lucht, maar kun je al snel niet meer verder.

Je kunt alles op tenminste twee en vaak meer wijzen bezien. Zoek dan niet alleen het kwade, maar ook het goede. Door beide zijden steeds weer te beseffen heb je ook de mogelijkheid uit de goede kant steeds weer voldoende kracht te putten om uiteindelijk te komen tot een innerlijk licht en inzicht waarin de tegenstellingen samenvloeien tot een enkele en onveranderlijke waarheid.

En daarmede dacht ik dat het mooi was geweest. Wanneer u het niet mooi vond, moogt u het natuurlijk ook zeggen, hoor. Wanneer u het niet mooi vindt en ik wel, zo zijn wij het uiteindelijk dan toch eens dat het nu mooi geweest is. En voor mezelf zeg ik dan dat ik tenminste iets naar buiten heb kunnen brengen van hetgeen ik in mijzelf mooi vind. (mooi is dat)

Ik ben blij dat u in alles, zelfs mijn betoogtrant, zo hebt mee kunnen leven. Maar nu moet ik eindigen.

Ik dank u allen voor uw aandacht en wens u verder nog een heel prettige en goede avond toe.

image_pdf