De levensboom (1974)

image_pdf

Het is een bekende voorstelling die ook voor het gehele occulte en mystieke denken grote betekenis heeft verworven. Er zijn heel veel uitspraken daarover. Sommige een beetje humoristisch, andere wat hoogdravend. Er is één gezegde: “Uit de levensboom snoepen Adam en Eva voortdurend de appel.” Er is een ander gezegde die luidt: “De levensboom is de mens die wortelt in de aarde en reikt tot in de hemel.” Beide zijn het uitspraken die een beetje overdreven zijn. Ik zou u in dit eerste betoog graag het een en ander willen vertellen over de levensboom en al wat ermee samenhangt.
De levensboom is een symbool. Hij bestaat in een naturalistische voorstelling: het leven als een boom dat in de aarde ontstaat en naar de hemel reikt met zijn vele vertakkingen. Een tweede symbolische voorstelling ziet er uit als een potlood met twee punten en een middellijn. Daarop staan een aantal stippen en er worden een aantal grootheden (engelen) genoemd. Dat zijn dan de paden, de wegen van de bewustwording.
Nu is het typerende in de levensboom, als je die symbolisch bekijkt, dat er drie wegen zijn die naar hetzelfde punt gaan. Al die wegen bevatten nog weer andere mogelijkheden. Er zijn dus andere krachten die je onderrichten en ten slotte ga je allemaal van de chaos naar de kroon. De kroon, die het gezag is, de heerschappij, de vorming.
Een mens kan op vele manieren leven zonder dat hij daardoor van de weg afkomt die hem voert naar de voleinding. Dat is maar gelukkig ook. Een mens kan vele verschillende dingen leren en dus zijn er grote verschillen mogelijk tussen b.v. iemand die de weg van het geloof gaat, iemand die de weg van weten gaat en iemand die de weg van gevoel gaat. Maar alle drie kunnen ze bereiken. Dat is een van de meest belangrijke dingen in het occultisme. Er zijn vele wegen die van hetzelfde punt van vertrek voeren naar dezelfde bestemming zonder dat ze gelijk zijn, gelijke lering bevatten of een gelijke inhoud hebben. Dit is iets om over na te denken.
Wij zijn per slot van rekening allemaal geneigd te zeggen: Ik weet dit en het is juist. Er zijn mensen die zeggen: Ik weet wat God wil. Dan zegt een ander: Wat wil Hij dan? Dan komt er een heel verhaal dat je dan maar moet geloven. Maar de mens die zelf weet wat het leven of de Kracht van hem wil en die zich daaraan houdt, die is in overeenstemming met zijn weg. Want wat is nu eigenlijk zo’n weg van bewustwording, ook wel eens een trap van bewustwording genoemd?
In dat symbolische spel van lijnen is dat of een punt of een lijn tussen twee punten. Beide worden ‘weg’ genoemd. Als je dat nu omschrijft, dan zeg je: Ik heb een bepaald leven, een bepaalde ervaring, een bepaalde inhoud. Nu moet ik daarmee iets gaan zoeken waardoor dat geheel een andere, een betere betekenis krijgt en misschien ook nieuwe mogelijkheden brengt. En dan ga ik op weg. Dat is een pad; dat is het zoeken. Dan kom ik op een punt en ik zeg: Ja, dit is het. Hier vind ik het antwoord. Maar nu moet ik alles wat ik maar heb aangenomen voor mijzelf, gaan waarmaken. Daarom geeft men aan dit punt meestal een joodse letter en zegt men: Daarin woont een bepaalde Engel. Misschien dat er in de levensboom van een mens vele engelen huizen.
Waar het echter om gaat, is eigenlijk een fase van ontwikkeling, van denken. Je kunt dus nooit zeggen: Het gaat voor ons allemaal precies gelijk. Je moet zeggen: Wat ben ik, wat wil ik en hoe kan ik dat waarmaken? Dan ga je als vanzelf naar iets zoeken wat dat bevestigt. Maar het duurt even voordat je die bevestiging vindt. Maar heb je haar gevonden, dan komt er een periode van inkapseling, van zekerheid. In die zekerheid ga je nu alles wat je eerst zo hebt aangevoeld en aangenomen, omzetten in een levenspraktijk. Het kan zelfs je gehele gestalte betreffen. Sommigen zouden zeggen: Het betekent een voltooiing en een vernieuwing van karma.
Op een gegeven ogenblik zeg je: Nu weet ik het niet meer, er moet meer zijn. Met wat je geworden bent, ga je weer verder zoeken; en dat is dan weer een pad. Ga je dat pad, dan kom je op een gegeven ogenblik weer terecht op een inkapselingspunt en je zegt: Nu heb ik het gevonden. Maar als je denkt dat je het hebt gevonden, dan moet je eerst maar eens waarmaken wat het is.
De mens, die dat gaat begrijpen, zal ook wel beseffen dat de voorstelling met de drie wegen niet helemaal juist is. Dat heeft men zo gemaakt omdat het getal 3 een bijzonder getal is en ook omdat bovendien de opzet: een driehoek boven, een driehoek onder, plus nog een mogelijkheid voor tussenwegen, zodat er nog een ruitvorm in zit, een bepaalde symbolische betekenis heeft. Als je dit echter wilt omzetten in occulte waarden, in de geheime wetenschappen, dan kun je alleen maar zeggen: Als ik in ontwikkeling ben, poog ik ook voortdurend mijzelf waar te maken. Ik verander mijzelf niet maar ik probeer iets wat in mij bestaat zodanig gestalte te geven dat het helemaal te vatten is. Op het ogenblik dat ik het te pakken heb, denk ik dat ik er ben. En wat doet een mens die denkt dat hij er is? Die gaat op z’n achterste zitten en klopt zich op de borst. Dat mag je dan enige tijd doen maar dan kom je tot de conclusie: ik kan niet volstaan met datgene wat ik alleen maar in mijzelf heb ervaren; tiet moet mijn wereld gaan domineren.
In het occultisme zijn we ook altijd ergens heen op weg. Wij hebben een bepaalde persoonlijkheid, een bepaalde fantasie, bepaalde verlangens en gaan nu proberen die te verwerkelijken. Wij kiezen een bepaald punt dat voor ons belangrijk is en in 9 van de 10 gevallen is dat nog een tweeledig punt. Wij hebben namelijk iets wat we stoffelijk erg prettig vinden, we hebben iets wat we geestelijke erg aanvaardbaar vinden en proberen dan die dingen samen te voegen tot één geheel. Zo zijn de mensen nu eenmaal.
Nu ga ik dat waarmaken. Maar ik heb een hoop ervaring opgedaan. Ik ben niet meer dezelfde. Het is een theorie, die ik nu heb waargemaakt en daardoor leef ik anders. Dus kan die theorie voor mij ook niet meer helemaal werkzaam zijn en daarom moet ik eerst eens concretiseren wat er is. De levensboom bestaat in symbolische vorm uit een pad van theorie en een punt, dat op zichzelf een pad van praktijk is. Eerst wanneer de praktijk volledig is, kan weer de volgende theorie worden bevestigd. Een cirkel dus.
Ik heb eens iemand horen zeggen: “De boom des levens van de meeste mensen zit vol met nesten.” Dat is wel waar. Sommigen zeggen: “Dat zijn de nesten van de vogelen Gods.” Anderen zeggen: “Dat is iemand die in nesten zit en die ze dan maar in een boom legt.” Zeker is dat we met problemen zitten.
Nu kunnen we die problemen in een symbolische of in een naturalistische voorstelling van de levensboom plaatsen. Maar dan zijn het eigenlijk bijkomstigheden. Een probleem is namelijk niet iets, zoals de mensen plegen te denken, wat je alleen maar moet oplossen. Neen, je moet jezelf aanpassen aan het probleem want dan is de oplossing in jezelf gelegen; dat is de occulte waarde. Dus, als daar dan allemaal nesten zitten, dan moet ik mij daaraan aanpassen. En als je nu zegt dat de vogelen Gods nestelen in je levensboom, is daar wel iets voor te zeggen. Want wat gebeurt er?
Als ik bezig ben met een probleem en mij dus aanpas aan dat probleem om de oplossing ervan te vinden, dan schep ik een harmonie met iets, b.v. met de goddelijke Kracht. De mensen hebben hun voorstelling daarvoor. Als die toevallig in overeenstemming is met de algemeen gangbare, dan is het een engel die je bezoekt. En als het niet daarmee in overeenstemming is, dan is het de duvel die je bezoekt. Laat hen maar rustig praten.
Als u een harmonie heeft gevonden, dan is er een kracht die u inspireert. Die kracht kan u niet geven wat u niet reeds bezit, maar die kracht kan u laten zien wat u heeft. Het is a.h.w. een soort bankier die met een uittreksel van uw aandelenbezit naar u toekomt en zegt: Kijk, dat zijn uw beleggingen, dat zijn uw liquide middelen en dát kunt u doen. En dan moet u zelf nog beslissen. Op deze manier leren we dus ontzettend veel. Want wij nemen de beslissing, maar er komt steeds hulp van buiten. Hulp, die ons duidelijk maakt wat we kunnen doen en wat we helemaal niet kunnen doen. Er zijn natuurlijk altijd mensen die stom genoeg zijn om alles te willen doen wat ze niet kunnen. Die mensen betalen dan rekeningen die ze niet kunnen betalen; en dat betekent dat ze geestelijk in moeilijkheden komen. Maar de doorsnee mens zal zo’n inspiratie wel aanvaarden. En dan kun je zeggen:
Alles wat voor mij een probleem is, betekent de noodzaak om mijzelf te veranderen. Ik kan nooit een probleem oplossen door de wereld aan mij aan te passen. Ik kan dat alleen door mij aan de wereld aan te passen. Op het ogenblik dat ik mij aanpas aan de wereld en zo concrete of innerlijke problemen harmonisch benader, krijg ik een overzicht van wat ze inhouden en wat ze voor mij betekenen. Ik ben nog steeds vrij om mijn eigen beslissing te nemen, maar neem die nu op grond van in mij gelegde feiten.
Ach, het is allemaal schijnbaar zo gemakkelijk. Er zijn mooie verhalen over ingewijden: Ze kennen de boom des levens, ze zijn de boom des levens geworden, ze wandelen door de wereld en ineens zien ze alle geesten rond zich. Meestal kun je dat wel vergeten. Maar als het gebeurt, dan kan het alleen omdat de mens in kwestie zich aanpast, nooit omdat de geesten naar de mens toekomen.
Wanneer geesten of krachten u benaderen, dan is dat niet omdat zij naar u toekomen maar omdat u naar hen toe gaat. Hierop bestaat geen uitzondering! Bruggen tussen de werelden kunnen alleen worden geslagen indien u van uw kant de aanzet geeft voor de bouw van die brug. Wie de brug ten slotte slaat, daar kunnen we over vechten, maar als u geen houvast geeft, is zij er niet.
Alles wat je zoekt en tracht te beleven en waar te maken„ bestaat in duizenderlei vormen. Wij kunnen niets zijn, niets doen en niets worden wat er niet reeds is. Alleen, het is voor ons nog niet echt en we maken het dan voor onszelf waar. Laat mij u een eenvoudig voorbeeld geven:
Als er geen giro is, kunt u geen overschrijving doen. Dus als u iets wilt overschrijven en er is geen giro, dan moet u eerst een giro-systeem uitdenken of een andere oplossing zoeken, een postwissel b.v.
In het normale leven begrijpen de mensen dat ook wel. Maar zodra het gaat om occulte waarden en al die geheimzinnige bewustwordingen, mystieke mogelijkheden, begaafdheden, magie, dan moet het ineens anders zijn. Ik kan alleen werken met wat er is, nooit met wat er niet is. Ik kan niets scheppen wat er niet is. Ik kan slechts beseffen dat iets bestaat, ofschoon ik het tot op dat ogenblik niet heb opgemerkt. Dat is een van de grote geheimen van het hele bestaan.
Die levensboom is mooi. En voor degene die hem kan lezen, geeft hij werkelijk een beschrijving van wat de mens is, wat hij kan zijn en wat hij kan doen. Maar als u een ander symbool hanteert en dat is voor u waar, dan bestaat dat ook voor u. Een symbool is de aanduiding van een werkelijkheid, die we niet helemaal kunnen uitdrukken. En dat wil zeggen dat ze er toch moet zijn. Hoe komen we tot het symbool? Door te beseffen dat er iets bestaat. Pas als we gaan beseffen dat het bestaat, kunnen we werken en krijgt het symbool inhoud; dan wordt het zelf iets. Dat is nu met de levensboom ook het geval.
Als je de levensboom wilt waarderen en je wilt ermee werken, dan moet je begrijpen hoe het in elkaar zit, dan moet je weten hoe allerlei filosofen eigenlijk voor zich een systeem hebben opgebouwd van de gehele hemelwereld, alles hiërarchisch uitgedrukt, met precieze functieverdelingen en hoe je daar bij behoort. Dan eerst krijgt de levensboom betekenis. Maar als je hem zo bekijkt, dan kun je daar alles aan verbinden. Het blijft voor jou wel werkzaam, maar dan is het niet meer die levensboom.
Nu zult u zich afvragen: Hoe komt het dan dat al die oude rabbi’s in hun kabbalistische geschriften precies wisten uit te drukken hoe het daar in de hemel in elkaar zat? Het antwoord is eenvoudig: ze wisten het niet, maar ze voelden dat het zo moest zijn. Voor hen was het een uitdrukking van samenhangen die op aarde bestonden, al datgene wat voor hen bestond in hun denken en in hun relatie met de Thora, met het geloof, de belevingen die ze hadden met de mensen van andere geloven, andere volken. Dat alles kwam samen in deze opbouw van een hemel met allerlei rangen, standen en functies. Hun levensboom was een poging om duidelijk te maken hoe je met die rangen en standen kon werken. Het was a.h.w. een recept en niet alleen maar een mooie voorstelling van de bewustwording. Het berustte erop dat een mens met zijn mogelijkheden, wat hij was, wat hij wilde, in contact kon komen met één van die entiteiten in de hemel. We zouden dus kunnen zeggen: met een bepaald deel van het Goddelijke. Van daaruit ontstond er een wisselwerking tussen die mens en die entiteit in de hemel en zo werd de mens tot diens peil opgetrokken. De levensboom is dus eigenlijk een zeer gecompliceerd opvijzelingssysteem.
Als we aan de andere kant zeggen: De mensen gebruiken tegenwoordig dat symbool heel anders, is het daarom dan minder valide? Ik zou zeggen dat het net zo geldig blijft. Want dat is nu juist het mooie: Wij zien in de kosmos een bepaalde mogelijkheid, een bepaald bestaan. Wij geloven erin. En of dat geloof nu helemaal juist is of niet, ach, wij kunnen niets denken dat niet ergens in de totale kosmos bestaat. Het is alleen maar de vraag of wij het voor onszelf concreet kunnen maken.
Nu is de levensboon niets anders dan de uitdrukking van dit ene feit: een mens, die een geloof heeft en dat intens en volledig wil waarmaken, zal proberen om de kracht waarin hij gelooft a.h.w. naar zich toe te trekken. Dat kan hij niet, daarom gaat hij zelf in de richting van die kracht waarin hij gelooft. Op het ogenblik dat hij een persoonlijke identificatie bereikt met die kracht, verandert de inhoud van zijn bewustzijn en zal hij een ander deel van kosmische waarden en werkingen en mogelijkheden ervaren.
Wat kunnen wij mensen, geesten, wij heel eenvoudige wezens nu doen? Wij geloven in bepaalde dingen. Wij willen bepaalde dingen, andere dingen willen we weer niet. Laten wij maar uitgaan van onze voorkeur. Die voorkeur betekent toch wel iets. Daarmee voelen we ons prettig. Als we iets anders gaan doen, dan hebben we altijd het gevoel: nu ja, we brengen een offertje om verder te komen. Kijk eens, iemand is krankzinnig als hij entree blijft betalen terwijl hij gemakkelijk door het hek kan lopen om de voorstelling te zien. Dat is mijn opvatting van de zaak. De meeste mensen hebben dat gat in het hek wel, want ze hebben allemaal een contact met de oneindigheid.
Waarom moeten wij precies weten welke weg wij kiezen, als wij maar weten dat de kracht waarop we ons beroepen, waar we naartoe willen gaan, lichtend is; dat de uitdrukking die we zoeken er niet een is van tegenstelling, van botsing en teleurstelling, maar van harmonie. Zolang wij die kant maar uitgaan, komen we vanzelf bij een nieuwe werkelijkheid; dan verandert ons wezen, dan verandert ons denken.
Wij moeten niet blijven hunkeren naar dingen, die niet waar worden. Dat is nu ook weer een fout die een mens maakt. Een mens heeft zo het gevoel: ik ga die kant uit en nu moet dat komen. Ik heb dat in mijn tijd meegemaakt. Er was een heel groot park. In dat park was een mooie vijver met een fantastisch mooie begroeiing langs de oevers. Nu waren er mensen die daar naartoe wilden. Ze merkten dan dat ze er niet kwamen en namen een andere weg. Ten slotte kwamen ze toch altijd bij die vijver terecht. Maar er waren ook mensen die zeiden: Dit is de juiste weg, dat voel ik. Ze gingen dan verder en kwamen bij de andere uitgang van het park uit.
Wij kunnen niet alles waarmaken wat we willen, want als we dat proberen te doen en ons gefrustreerd voelen als dat niet gaat, dan zijn we op een gegeven ogenblik net zo ver als toen we begonnen. Wij moeten beginnen met datgene wat we willen en dat streven we na. Maar als dat nu niet gaat, dan komt er altijd wel een splitsing in je leven, een kans om een andere kant uit te gaan. En dan zeggen we: Als het kennelijk zo niet die harmonie, die schoonheid geeft die ik verlang, dan zoek ik het eens in deze richting. En als we steeds blijven zoeken naar harmonie, maar elke keer als we ontdekken: dit wordt verveling, dit wordt leegte, ook inderdaad afslaan, dan maken we toch nog waar wat we wilden; misschien anders dan we hadden gedacht. Want harmonieën worden niet bepaald door vorm maar door inhoud. Harmonieën zijn voor ons de meest belangrijke dingen.
Bouw je eigen boom des levens maar. Je hebt alle kanten om uit te gaan. Er zijn dingen die je niet kunt en niet wilt en er zijn dingen die je graag wilt en ook werkelijk kunt. Kies in de richting van hetgeen je wilt en van hetgeen je kunt. Begin daarmee, maar zoek daarin harmonie. Op het ogenblik echter dat dat frictie geeft, dat dat een voortdurende verslechtering schijnt te zijn van je harmonische toestand, zoek dan een andere weg.
De boom des levens is een naturalistische voorstelling. Hij kent een oneindig aantal takken en vertakkingen. Misschien wijk je zelf wel eens af van de stam. Dat geeft niet, want er is altijd wel weer een weg terug. Je kunt altijd weer naar de hoofdbestemming terugkeren, maar je kunt nooit een kloof overspringen die groter is dan je eigen harmonisch vermogen.
Als u mystieke belevingen wilt? Best. Maar als het nu niet mogelijk is om bij God op visite te gaan, zoek dan alleen maar eens dat ogenblik dat u het gevoel heeft dat alles licht en vrolijk is. Sluit de ogen en laat u een ogenblik in dat gevoel van rust drijven. Zeg nu niet dat dit geen mystiek is. Dit is ook mystiek. Dit is ook een mystieke uitdrukking.
Tracht niet uw eigen voorstellingen waar te maken, maar datgene waar u werkelijk naar hunkert; maak dat waar. En als het zich manifesteert, hoe dan ook, probeer het te beleven, proef het, onderga het. En met die nieuwe waarde in u, met dat nieuwe begrip, met die nieuwe beleving ga verder.
Dat, vrienden, is de werkelijke achtergrond van de levensboom. We kunnen kringlopen van het menselijk leven tekenen dat je er ziek van wordt. De spiraal des levens, de kringloop van leven en dood, de kringloop der werelden, het rad van bestemming en ervaring en al dergelijke dingen meer. Wij komen er echter niet verder mee. Zoals iemand niet verder komt met een landkaart, als hij geen middel heeft om zich voort te bewegen. Wat wij nodig hebben, is eerst een middel om ons voort te bewegen en dan zullen we misschien de landkaart kunnen gebruiken. En als we de ene kant niet uit kunnen gaan, laten we dan desnoods de andere kant nemen, maar laten we verdergaan en niet stil blijven staan.
De levensboom zegt het ons: Wij wortelen inderdaad in chaos, in het ongevormde en vanuit de vorming trekken we verder, ons besef vertakkend misschien, onze belevingen voortdurend weer afwisselend, maar steeds meer in ons de vorm krijgend, die behoort bij harmonie. En als we de perfecte harmonie in ons hebben bereikt, dan is onze levensboom compleet, want dan heeft hij een brug geslagen tussen de chaos en de vorm. Dan heeft hij de nieuwe wereld toegankelijk gemaakt waarin de werkelijkheid en de kracht bestaat, die je als mens nog steeds niet hebt kunnen ervaren. Dan heb je ook de eenheid gevonden en de zekerheid die je begeert. Wat meer is, dan ben je in staat om met twee voeten op de grond te staan, desnoods midden in het aardse leven met al wat erbij behoort en toch gelijktijdig de eenheid van de oneindigheid in jezelf te ervaren.

Kracht

Kracht is. Kracht is niet zichtbaar. Kracht wordt pas zichtbaar als ze werkt.
Ik ben kracht. Ik leef in kracht. Maar die kracht is niet zichtbaar, tenzij ik werk met die kracht.
God is een naam. Kracht is een naam. Licht is een naam. Die namen kunnen belangrijk zijn als ik erin geloof. Maar als ik er niet mee werk, dan zeggen ze niets. Alleen wat ik zelf doe, maakt de kracht kenbaar. Hoe kan ik een kracht aanroepen of vereren, die niet kenbaar wordt? Laat mij de kracht kenbaar maken, die ik aanroep, die ik waarmaak. Laat mij de spanning in mijzelf opwekken en uit mij manifesteren. Laat mij niet vragen om het grote wonder, indien ik daar niet rijp voor ben. Laat het kleine wonder, het kleine beleven voldoende zijn. Laat mij daaruit bouwen.
Kracht is. Kracht is alom. Kracht is in mij. Kracht is werkelijkheid. Maar kracht, die zich niet toont, kan ik niet beleven. Kracht, die niet werkt in en door mij, is voor mij een illusie. Laat mij bewust deelnemen in de kracht en werken met de kracht en voortbrengen uit de kracht opdat ik, bevestigend met de kracht wat ik ben de kracht bevestig in mijzelf en zo besef dat de kracht alom is, dat de kracht is.
Kracht is de werkelijkheid waarvan ik zelf deel uitmaak.
Dit is een korte meditatie. U kunt die eens voor uzelf herhalen. Als u dat doet en u heeft de gelegenheid, zeg de woorden voor uzelf al is het maar zachtjes. Misschien dat u met verbazing ontdekt, dat dan de klanken ook nog iets doen en u zich ineens bewust wordt dat u toch meer kunt dan u dacht.

image_pdf