15 februari 1977
Als je zegt: mens, dan denk je aan een gestalte. Maar de mens is meer dan dat. Een mens heeft het vermogen tot denken, dat weet u ook. En hij denkt verkeerdelijk dat hij het enige schepsel op aarde is dat denken kan.
Die mens heeft verder een aantal voertuigen, mooie naam voor andere mogelijkheden tot beseffen, tot bewust worden. Je zou dus kunnen zeggen, de mens is een wezen, dat eigenlijk maar voor een klein deel leeft in de werkelijkheid, die hij zijn eigen wereld noemt.
Een mens denkt ook vaak dat hij een vrije wil heeft, in die zin dat hij eenvoudig zelf alles bepaalt. Wanneer we proberen om die dingen wat nader te bezien, na te gaan, dan hoop ik u aannemelijk te kunnen maken, dat dat niet geheel het geval is. En ook waarom. Ik zal verder in dit betoog proberen om u iets duidelijk te maken van de paranormale of niet-normale delen van de mens, en ik hoop dat u daaruit zelf uw conclusies zult willen trekken.
In de eerste plaats: een mens wordt geleefd door zijn milieu, dat zal u bekend zijn. Men noemt dit plechtig wel conditionering. In de praktijk komt het erop neer, dat je denken en daardoor ook je reactie en je waardering voor je eigen wereld, voor een groot gedeelte bepaald worden door je omgeving. Hierdoor ontstaan bepaalde gevoelens van afkeer en aanvaarding, en deze zullen uw keuze in het leven voortdurend beïnvloeden. Dan weet u dat u genetische kwaliteiten bezit. Het voorgeslacht heeft ook bepaalde mogelijkheden en gevoelens vastgelegd in het lichaam, ook daardoor wordt u beperkt in uw mogelijkheden, en ook in uw voorkeuren gestimuleerd. Ook hier is de vrijheid van keuze een betrekkelijke.
Nu bent u bovendien geest, een beladen woord vaak. U bent een bewustzijn, dat al bestaan heeft, voordat u in de vrucht uw intrede hebt gedaan en mens bent geworden. Ook deze heeft ervaringen meegemaakt, en ofschoon dit niet parallel loopt met de normale psychologie, kunnen we toch wel zeggen, dat er eveneens bepaalde angsten, bepaalde voorkeuren in dit geestelijk deel van het ik bestaan. Deze hebben zowel op de wordingsgeschiedenis van de mens, in lichamelijke vorm, alsook op zijn gedragingen later eveneens invloed. Een mens is dus niet geheel vrij. Zijn keuze in het leven, zijn relatie met anderen wordt zo sterk vaak medebepaald door omstandigheden die hij zelf niet kan overzien of controleren, dat je moet aannemen: de mens is in zijn leven voortdurend weer in conflict innerlijk met het onvermijdelijke. Deze vaststelling brengt naar voren, ongeacht het feit, dat kosmisch gezien dus in de totaliteit van het bestaan, de mens wel degelijk een vrije wil heeft. Hij heeft namelijk de vrijheid voor zichzelf steeds die vormen en noodzaken te realiseren, die hij zelf verkiest, maar eenmaal een vorm of een wereld aanvaard hebbend, is hij, zolang hij daarin vertoeft, aan de wetten en normen van die wereld gebonden.
Nu zou dat voor een mens helemaal niet zo erg zijn wanneer niet alleen zijn denken en zijn redelijkheid een groot gedeelte van zijn geestelijk bestaan buiten beschouwing zou laten, of zou vervangen door geloofsnormen, emoties, die dan weer gerationaliseerd worden, zou vervangen misschien ook, door bepaalde filosofieën en interpretaties van het bestaan. Maar dat is redelijk.
Op een emotioneel vlak kun je die redelijkheid al niet helemaal meer verwerken en daar je geestelijk wel degelijk met een bepaalde bedoeling, met een bepaalde intentie bestaat, geestelijk bepaalde zaken bijzonder begeert, en andere weer bijzonder afwijst, bijzonder sterk afwijst zelfs, is het duidelijk dat de stoffelijke en redelijke gang van zaken voortdurend door die geest, door dat onbekende deel van de persoonlijkheid gestoord wordt. Nu is leven op zichzelf natuurlijk voor een mens een moeilijke kwestie. Je zou kunnen zeggen, een mens moet eigenlijk zo leven, dat hij voortdurend tevreden is met zichzelf, zoveel mogelijk gelukkig met de wereld waarin hij vertoeft, en daarnaast, volgens eigen besef, nuttig. Let wel: volgens eigen besef, dus niet volgens de normen die anderen opstellen.
Maar dit is maar een zijdelingse benadering, want dat kun je alleen materieel beredeneren, en dus ook materieel stellen, maar die gevoelens die zullen heel vaak zeggen, je moet dit conflict doormaken. Het conflict wordt onvermijdelijk op het ogenblik, dat je niet in staat bent, om bijvoorbeeld je redelijk denken en je menselijke stoffelijke emotionaliteit aan te passen aan hetgeen je geestelijk bent en kunt. Je hebt dan frustratiegevoelens, en die frustratie werk je dan meestal uit door je energie en een waanbeeld van je persoonlijkheid te projecteren in een of andere taak, in een of andere mogelijkheid. Dat dit echter niet afdoende is, zal u duidelijk zijn, het conflict herontstaat voortdurend.
Nu kan een mens, ofschoon hij dat meestal niet weet, een groot gedeelte van zijn denkbeelden, zijn energieën en gevoelens overbrengen naar een andere toestand van bestaan. Wij noemen dat dan een geestelijke wereld, sommige mensen spreken over een uittredingswereld, en weer andere zeggen: ja het is een deel van het goddelijk zijn. Maar de naam doet niet veel ter zake. Het belangrijke is hier dat je dus als mens een uitwijkmogelijkheid bezit, en wat meer is, dat die uitwijkmogelijkheid eigen wetten heeft, eigen energieën bezit, en dat je wat op aarde onmogelijk is, in een dergelijke wereld misschien wel tot stand kunt brengen. Dan zal je niet onmiddellijk op aarde volledig veranderen. De aarde, alle materie, heeft een mate van traagheid. Maar wat je wel zult doen, is je eigen instelling in de wereld hierdoor veranderen.
Er ontstaat een verandering van emotionele benadering van de feiten, er ontstaat een ander inzicht in je eigen mogelijkheden, en alleen dat is vaak voldoende om je te helpen meer tot stand te brengen. Het zal u duidelijk zijn dat je die geestelijke waarde van de mens dus wel zeer bijzonder zou moeten beschouwen, om een beeld te krijgen, en van de vrijheid en van de gebondenheid die de mensen eigen is.
Ik wil dan allereerst wijzen op de uitstraling of aura die een mens heeft. Aangezien een aantal aanwezigen daar al voldoende over weten, zal ik proberen kort te zijn. De uitstraling bestaat uit een deel vitaliteit, en een deel warmte, eerste laag van de aura, daarbuiten een tweede laag die in feite zenuwspanning en emotionaliteit weergeeft, maar toch ook wel al een deel van het werkelijk ik meer aan het woord laat komen, en een derde, meestal buitenste laag van die uitstraling, waarin dus een groot gedeelte van de geestelijke persoonlijkheid mee tot uiting komt.
Wanneer je nu gewoon werkt met het binnenste deel van die aura, dan kun je daarin dus zien waar energie te veel of te kort is. Anders gezegd: je kunt bepaalde ziekteprocessen, ontstekingen en dergelijke daarin aflezen. Je kunt natuurlijk ook, omdat het een vorm van levensenergie omvat, in dit deel van de aura, opladen, kracht inbrengen, of kracht aftappen. Maar deze mogelijkheden zijn menselijk gezien eigenlijk maar beperkt, ofschoon er mensen zijn die als magnetiseurs en dergelijke, bewust of onbewust, van deze mogelijkheid gebruik plegen te maken.
Komen we echter in die tweede laag van de uitstraling, dan moeten we begrijpen dat emotionaliteit niet alleen maar is, zoals men wel eens denkt, een balansverandering van interne afscheidingen. Ze is wel degelijk ook een benadering, het ontstaan van begrippen, die met de gevoelens samengaan. Wanneer we te maken hebben met iemand die bijvoorbeeld psychometrie bedrijft, u kent de term waarschijnlijk, dat is in feite het aflezen van stralingen in voorwerpen. Dan hebben wij te maken met iemand die gebruik maakt van het tweede deel van de aura, en hij zal vaak, om het effect te versterken, daarbij plaatsen kiezen, die dus knooppunten van kracht en zenuwkracht, eigenlijk in de uitstraling bevatten. Heel vaak wordt gebruikt hierbij het middenrif, een mogelijkheid. Sommigen gebruiken de keelkop, waar eveneens een dergelijk centrum aanwezig is. Weer anderen prefereren het voorhoofd.
Dat heeft verder heel weinig te zeggen. Het gaat gewoon om het emotioneel aflezen van de uitstraling. Wanneer je die impulsief door opkomende begrippen vertaalt, dan kun je zaken weergeven die aan die voorwerpen aankleven. Maar je kunt meer doen, wanneer je nu ook het derde deel van de aura activeert.
Op dat ogenblik namelijk kun je de toestand die je als psychometrist in dit geval hebt doen ontstaan, emotioneel in jezelf gebruiken, om het geheel van je geestelijk wezen en vermogen, je werkelijke gevoeligheid, die weer een mate van redelijkheid bezit, te projecteren op degene of hetgeen waar je dus mee bezig bent.
Het kan een persoon zijn die op afstand is, het kunnen voorwerpen of toestanden zijn. Hierbij zal je heel vaak vergissingen maken, omdat de waarneming vanuit een zeer bepaald standpunt pleegt te gescheiden. Maar je kunt dan bijvoorbeeld, aan de hand van een voorwerp dus gaan zeggen, deze of gene persoon bevindt zich nu in Australië, Amerika of ergens anders. Waarbij dus niet de gehele zin als zodanig moet beschouwd worden. Het zou erg gemakkelijk zijn, maar men kan dus zeggen: oh deze mens bevindt zich op het ogenblik in de VS, bevindt zich in New Jersey, bevindt zich licht in moeilijkheden en beweegt zich de laatste tijd voornamelijk in een buitenwijk dat zich … noemt.
Dat kun je dus doen. Je kunt definiëren. Je definitie is dus niet zintuiglijk. Ze is bovenzintuiglijk. De aflezing komt vaak genoeg voor; en er zijn genoeg experimenten mee genomen, dat ik deze niet verder hoef uit te leggen, dacht ik.
Alleen wanneer het mogelijk is door deze instelling op een bepaald iets, waarnemingen op afstand te doen, daar komt het op neer, en soms zelfs in tijd en op afstand, dan is het ook duidelijk dat het eigen besef van de mens niet gebonden is aan zijn lichamelijke toestand.
En dat is erg belangrijk wanneer je meer bewust wordt. Op het ogenblik dat ik mijn eigen besef kan uitbreiden tot elk punt dat voor mij belangrijk is, ben ik ook in staat af te lezen wat de toekomst aan mogelijkheden biedt.
Ik denk hier bijvoorbeeld aan iemand die zegt: ja wat brengt die toekomst, ik zie een groot conflict, ik kan het niet helemaal definiëren, maar er ligt een villa in het groen, en daar achter zie ik dus iets nieuws ontstaan. Dat is gewoon mogelijk en dat ligt dan in de toekomst. Je kunt ook zeggen, ik zie allerhande verkeerde interpretaties en daardoor heeft men een verkeerde beslissing genomen, en dat ligt zo of zo ver in het verleden.
En dat is dus geen kwestie van een geest die dat doet. Het is de mens, want de mens beschikt over de kwaliteiten en de voertuigen die hij nodig heeft. Je kunt zeggen die mens heeft energie nodig. Goed, maar nu bestaan er geestelijke energieën. Wanneer je geen stoffelijke energie hebt, dan moet je die geestelijke energie pakken. En dat kun je alleen wanneer je je eigen stoffelijk bestaan als het ware vergeet.
Er zijn de laatste tijd heel wat vreemde dingen gebeurd, waarmee de wetenschap nog wel eens omhoog zit, en die ze deels dan ook afwijst. Ik denk hier niet alleen aan de eigenaardige resultaten die men behaalt bv. met accupunctuur, zowel met de naalden, als met het vervangend werken met elektrische prikkeling via vochtige plantjes. Maar ik denk evenzeer aan de wonderlijke neveneffecten die in bepaalde gevallen bij hypnose zijn ontstaan. De invloed die opeens toch kleur blijkt te hebben op bepaalde mensen, op hun gemoedsgesteldheid en eventueel zelfs op hun herstellingsvermogen, recuperatievermogen.
De mensen worden dus geconfronteerd met het feit dat buiten het redelijke om, een andere wereld voor de mens bestaat, ook wanneer hij deze niet redelijk kan benaderen. En daar begint voor de doorsnee mens een groot conflict. Je kunt namelijk die bovenredelijke, die bovenzinnelijke werelden wel aanvaarden, maar dan wordt het geloof, en geloof betekent dat je in redelijke termen je eigen woorden, interpretatie en gevoelens weergeeft, en niet de feiten. Je kunt proberen het redelijk te benaderen, maar dan blijkt dat het fenomeen erg moeilijk te vangen is, om de doodeenvoudige reden dat elke mens het op een andere manier schijnt te ondergaan. En de resultaten die worden geproduceerd ook steeds weer afwijkend zijn. Dit is dacht ik, het probleem van een mens, die probeert om rationeel te leven. Het is duidelijk dat je in een menselijke maatschappij het wetenschappelijk denken nodig hebt, al is het alleen maar omdat je daardoor een houvast hebt, je kunt plannen maken, je kunt feiten ontleden, en je kunt eventueel herhaalbare proeven nemen, die uiteindelijk uitmonden in processen, dus in methode van werken. Maar dat kun je niet doen, zodra het over bovenzintuiglijke zaken gaat. Die zijn niet te vangen, en die zijn ook niet volledig constateerbaar. Er zijn nogal wat wonderlijke dingen aan de hand vaak. Laten we dit voorbeeld nemen, ik geef een voorbeeld, ik zal zo dadelijk vragen of u daarmee genoegen kunt nemen.
Er is kosmische energie. Goed, ik kan die kosmische energie aftappen. Dat zijn stellingen. Maar wanneer ik dat kan, en ik kan die energie projecteren, dan moet er iets kunnen gebeuren. Dat is niet alleen maar een kwestie van hoe je dat doet, met bepaalde kunstjes, gebaren, mantra’s het is gewoon een kwestie, hoe stel je jezelf in.
Nu stel ik: ik heb hier een lichaam dat niet mijn eigen is, daardoor word ik beperkt, dat is duidelijk, hoop ik. Wanneer ik als geest een bepaalde energie ontvang, kan ik die aftappen, ik kan ze via de aura van het medium, die op dit moment voor een groot gedeelte met de mijne is gemengd, en waaruit bepaalde persoonlijke delen nu ontbreken, uitstralen. Wanneer die uitstraling een gevoel of een herkenning, of een sensatie teweegbrengt, dan kan worden aangenomen dat ze bestaat. Ik wil deze proef nu nemen. Ik ben ervan overtuigd dat u zult denken: ja, zelfs wanneer het lukt, dan is dat toch een geest of een bijzonder mens die dat doet. Maar ik maak alleen gebruik van de mogelijkheden, die elke mens zelf bezit. Ik hoop dat u dat goed begrijpt. Ik zal dus geen enkele methode of geen enkel middel hanteren dat tot mijn eigen wereld behoort. Ik hanteer alleen de zaken die tot de materiële menselijke wereld behoren. Dan gaan we dus proberen.
Wilt u voor uzelf nu even afvragen of er iets is veranderd. Ik heb met beperkte middelen gewerkt, dat wil zeggen, dat ik hoofdzakelijk daar waar harmonieën bestaan, een gemakkelijk effect bereik, elders alleen een vaag gevoel. Kunt u deze proef aanvaarden als voorbeeld voor de energie die een mens kan tappen uit de kosmos.
U zwijgt, ik neem dus aan dat u zich uw oordeel voorlopig voorbehoudt.
Wanneer een mens in staat is om kracht op te nemen en uit te stralen, betekent het ook dat die mens zich, althans deels onafhankelijk kan maken van zijn stoffelijke noodzaken en mogelijkheden. Wanneer een mens in staat is een energie op te wekken, al is het maar in het gevoel van een spanning of een sfeer, zoals ik zo-even heb gedaan, dan betekent dit ook dat hij ontvankelijk kan worden voor zaken die hij redelijk gezien niet kan weten, en niet kan aflezen. Wanneer je dit in de gaten houdt, dan is het volgende misschien gemakkelijker te aanvaarden, gemakkelijker te beschouwen. Het aantal voertuigen van de mens is een kwestie van benoeming. Persoonlijk geef ik meer de voorkeur aan toestanden of bewustzijnstoestanden.
Wanneer u werkt in uw wereld, dan wordt u beheerst door de materie. Die materie heeft zijn vaste wetten. Die materie wordt bepaald door energieverhouding. Zelfs de werking en de samenstelling van massa kan uiteindelijk ontleed worden tot energie, tot kracht. Wanneer we dat doen, dan moeten we ook toegeven dat elke kracht in staat moet zijn om op de juiste wijze gebruikt, in de materie veranderingen tot stand te brengen.
Het is gebleken dat men het inderdaad kan doen. Transmutatie van metalen is technisch mogelijk. Het is niet commercieel haalbaar, dat zeg ik ook niet, maar het is technisch mogelijk. De energieën die daarbij gebruikt worden zijn zeer groot. Er hebben echter mensen bestaan die goud maakten, alchemisten. Velen denken dat het een sprookje is. Het zal voor velen inderdaad een sprookje geweest zijn dat ze vertelden. Maar de mogelijkheid bestaat. Indien de mens beschikking heeft over kosmische energieën en die juist kan bundelen, dan werkt hij wel met een andere orde van energie een andere frequentie, en eigenlijk een straling van zeer kleine delen die niet meer onder protonen, elektronen en dergelijke kunnen worden gerangschikt. Maar hij kan de verhoudingen veranderen binnen een atoom, hij kan de kwaliteit, het aantal elektronen in omloop, en zelfs de kernsamenstelling en waarde beïnvloeden. Dan kan hij dus hetzelfde doen als die grote machines.
Indien dit juist is, impliceert het dat de mens, die bewust is en toegang heeft tot het geheel van zijn vermogens, in staat is de materie te beheersen. Het lijkt me een belangrijke vaststelling. Deze mens gebonden aan de materie, heeft in zich het vermogen, die materie te beheersen. Maar er is meer. Wanneer we ons bezighouden met het leven der heiligen bijvoorbeeld, of met verhalen over Tibetaanse monniken en andere ingewijden, dan horen we regelmatig dat ze zweven. Een vorm van levitatie, levitatie die overigens ook op een andere manier is gedemonstreerd, o.a. door een Engelsman. Levitatie is in feite een uitschakelen, of tegenwerken van de zwaartekracht. Een mens kan zich dat voorstellen door reactie massa, maar tegenwoordig ook door magnetisme. We weten nu dat bij een wervelend magnetisme, waarbij een voldoende snelle verandering van polariteit in een elektromagneet wordt opgewerkt, men in staat is voor het magnetisme gevoelige voorwerpen, dus uit metaal vervaardigd, te doen zweven. Alleen er is veel energie nodig. Een mens die grotendeels uit water bestaat, zou daaronder volgens mij niet kunnen vallen. Maar hij heeft wel zijn eigen mogelijkheden. Hij kan zijn eigen aura veranderen. Hij kan die aura doen pulseren. Op het ogenblik dat dat gebeurt, ontstaat een nieuwe relatie met de massa waardoor hij wordt aangetrokken. Hij kan zelfs verder gaan dan dit en hij kan dus ook de beweging waarin hij gebonden is met die massa, doen wegvallen of veranderen. We krijgen dan de verplaatsing, waarbij iemand wegzweeft in een bepaalde richting en terugkeert.
Maar je kunt nog verder gaan, Je kunt het geheel van je eigen wezen ook onttrekken aan de gevoeligheid voor de normale lichtweerkaatsing. Dan word je onzichtbaar. Oh nee, geen onzichtbare man. Maar eenvoudig een verandering van structuur, waardoor de mens in feite zo doorzichtig is als glas, laten we zo zeggen, en zich gelijktijdig dan kan verheffen en verplaatsen.
Het wezen dat zich onzichtbaar van de ene plaats naar de andere begeeft, in een onvoorstelbare snelle tijd. Herinnert u zich misschien wat is vastgelegd over Apollonius, Apollonius, de leraar, was in Rome gedaagd. Hij werd uiteindelijk vrijgesproken, en volgens de mensen van die dagen was hij op hetzelfde ogenblik bijna opeens aanwezig bij leerlingen op het strand bij Ostia. Normalerwijze had hij daar een uur of meer voor moeten gebruiken, wanneer hij van het gangbaar vervoer had gebruik gemaakt. Wat is er aan de hand. De man verdwijnt, bij het gerechtshof, hij verandert zijn eigen relatie met de materie, en herstelt die op de plaats waar hij wil zijn. Het werkelijk verloop zal waarschijnlijk enkele minuten hebben gekost, en zal niet volledig gelijktijdig zijn geweest dat zijn sprookjes natuurlijk. Want zo moet een modern redelijk mens wel tegenover dergelijke verhalen staan. Maar als u dan zo redelijk bent, moet u me ook vertellen hoe het komt, dat dergelijke verhalen overal voorkomen. Zelfs in het evangelie, waar wordt verteld hoe Jezus na zijn dood op de ene plaats verdwijnt, en op de andere plaats even plotseling verschijnt. We vinden dat terug in elk geloof, maar daarnaast in vele legenden. Er zijn zelfs volkssprookjes waarin dit element mede een rol speelt. Moeten we dan zeggen dat dit alleen maar een fantasie is uit de rassenziel voortgekomen, of mogen we misschien aanvaarden dat, ook gezien het voorgaande, de mens wel degelijk over die mogelijkheden beschikt. Maar dan is de mens van de materie alleen afhankelijk en gebonden aan die materie, door het feit dat hij niet in staat is, zijn beheersing over die materie zich te realiseren, en vooral ook de beheersing over zichzelf op de juiste wijze te gebruiken, om in die materie zo te zijn, te reageren, zich te plaatsen, als hem volgens eigen vrije wil, dit nuttig of noodzakelijk voorkomt.
Een mens is geen almachtig wezen, dat niet. Er zijn wetten waar hij aan zal moeten gehoorzamen. Maar een mens is zeker niet zo beperkt als het schijnt.
De gebondenheid van de wil van de mens ligt voor een groot gedeelte in het feit dat hij niet in staat is het geheel van zijn eigen capaciteiten voldoende te gebruiken. Laten we nog een stap verder gaan, voordat ik deze inleiding beëindig.
Elke mens heeft het vermogen alle feiten op te nemen en te registreren Het blijkt dat het aantal registreerbare details zo groot is, dat men het haast niet overeen kan brengen met de inhoud van de normaal gebruikte delen van de hersenmassa, vooral de herinneringscentra. Wanneer een mens daar bewust over beschikt, spreekt men van fotografisch geheugen. Het blijkt dat mensen die in trance worden gebracht, hypnotisme dus, ondervraagd, gehele bladzijden terug kunnen lezen, van een manuscript, dat ze slechts oppervlakkig gezien hebben, en van de inhoud of betekenis waarvan ze zich niets herinneren. Overigens een techniek die op het ogenblik door bepaalde geheime diensten ook gebruikt wordt. Misschien wel leuk om dat te weten.
Ik stel nu, de mens neemt een onnoemelijk aantal gegevens op, in zijn brein. Hij gebruikt er maar een zeer klein deel ervan. Hoe komt dit.
- Hij selecteert. Alleen die feiten die op dit ogenblik met zijn eigen belangstelling en zijn vooropgestelde mening stroken, zou hij direct tot zijn bewustzijn toegang verlenen.
- Al datgene wat niet strookt met hetgeen wat hij aanvaardbaar of aangenaam vindt, wordt verdrongen, het komt terecht in het zogenaamde onderbewustzijn.
- Op het ogenblik dat de grens wegvalt, tussen bewustzijn en onderbewustzijn, iets wat bij elke mens incidenteel voorkomt, beschikt hij plotseling over gegevens die hij volgens zijn eigen besef, nooit kon weten. Hij is geneigd om dit aan geesten toe te schrijven, aan goddelijke inspiratie of iets dergelijks. In feite heeft hij alleen toegang gekregen tot een deel van zijn eigen wezen.
Ik stel dit: de mens heeft een veel grotere besefsinhoud dan hij gebruikt. Het is juist de eenzijdigheid, waarmee hij het totaal van zijn besefsinhoud hanteert, waardoor hij zichzelf belemmert in het gebruiken van zijn eigen geestelijke vermogens en krachten.
Het is deze zelfde oriëntatie en de emotionele bijwerkingen die daardoor ook vaak ontstaan, welke het hem onmogelijk maken om van de kosmische krachten en energie, waar hij wel degelijk uit kan putten, gebruik te maken op die ogenblikken dat hij ze werkelijk van node heeft. Dan mag mijn eindstelling zijn, dat de mens in deze tijd zichzelf vaak, bewust of onbewust, verminkt, om maar te kunnen passen in die beperkte wereld die hij zijn werkelijkheid noemt. Dat elke mens die niet aan die normen zichzelf bindt, grotere mogelijkheden, krachten en vrijheden krijgt, maar gelijktijdig daardoor, en dat is voor velen het grote bezwaar, buiten de normale menselijke wereld schijnt te staan. Hij wordt de vijand van eenieder die zich aan zijn eenzijdigheid vastklampt.
De mens van heden, beschikt over voldoende inhoud en mogelijkheden om deze wereld in een periode van enkele honderden jaren zo totaal te veranderen, dat ze het paradijselijke weer benadert. Hij zal dit waarschijnlijk niet doen. Maar de eenling die zich bewust wordt van zijn eigen krachten, die zich bewust wordt van zijn eigen gevoeligheid en mogelijkheden, zal door het hanteren van zijn zogenaamde paranormale vermogens, het putten uit de zogenaamde kosmische krachten, in staat zijn voor zich de wereld zodanig te beïnvloeden en te veranderen, dat zijn eigen relatie met het gehele menselijke bestaan er een wordt van vrede en harmonie. En juist daardoor zal hij ook steeds meer kunnen reageren op het geheel van de mensheid waartoe hij behoort, zowel als op alle sferen of werelden of toestanden, waarin hij deels mede bestaat, ook zonder dit stoffelijk geheel te kunnen beseffen. Hebt u commentaar?
Broeder, theoretisch is dit alles wel mogelijk, maar is dit praktisch te realiseren?
Praktisch is het mogelijk voor iedereen, maar er zijn zoveel dingen die praktisch voor iedereen mogelijk zijn, alleen is de vraag of iedereen bereid is, de consequenties te aanvaarden. Want het is duidelijk dat een gebruik van geestelijke krachten gelijktijdig betekent de mogelijkheid tot concentratie, een je afsluiten van bepaalde stoffelijke zaken, op het ogenblik dat die je kunnen storen. Veel mensen willen juist dat niet. Het betekent dat je veel van je zekerheden verliest. En heel veel mensen hebben alles liever dan onzekerheid. Want de geestelijke waarde kun je niet vertalen in een stoffelijke zekerheid, of je moet het tot een soort particulier godsgeloof omvormen. De reden dat velen dus ook afstand doen, is de angst dat zij geconfronteerd worden met een wereld waarin de God die alles precies regelt en weet, voor hen niet meer zo bestaat en waarbij dus ook de leiding die krachtens die God wordt gegeven, voor hen minder betekenis heeft. Het betekent dat heel veel mensen bang zijn om de zekerheid van een stoffelijk bestaan en stoffelijke waarden en verplichtingen in te ruilen voor een besef waarin in feite alleen harmonieën en krachten een rol spelen, en waarbij de materiële binding in feite niet meer of minder wordt dan een voorbijgaande bevestiging van het eigen bestaan. Het is daarom voor vele mensen heel erg moeilijk, maar het is voor iedereen mogelijk, alleen de een zal eerder en sneller kunnen reageren dan de ander.
Het is opvallend bv. dat de hedendaagse jeugd en dan reken je dus mensen tot max. 25 jaar, in zeer vele gevallen, een grotere gevoeligheid hebben. Zij worden echter nog te sterk door hun redeneerdrang beïnvloed. En daardoor komen ze dan vaak tot een vlucht die niet redelijk is, hetzij in bepaalde extreme theorieën, hetzij in allerhande drugs of andere zaken die men op aarde wel uitspattingen noemt. Maar zij blijken, gemiddeld dus, drie keer zo veel mensen die bewust van deze vermogens gebruik kunnen maken, op te leveren dan de generatie voor hen.
En dit impliceert volgens mij dat er een mentaliteitsverandering gaande is in de gehele wereld, waardoor dit voor iedereen gemakkelijker toegankelijk zal worden, zonder daaruit direct grote conflicten met eigen wereld, en zekerheidsbehoefte te verwerven. Indien dit het geval is, dan kunnen we zeggen dat op betrekkelijk korte termijn, laten we zeggen, nog dertig jaar verder, althans voor een groot gedeelte van de mensheid, zonder meer dit alles verwezenlijkbaar is. Dat impliceert dan ook dat de mens rijper wordt, meer zichzelf wordt en minder het stoffelijk beperkt wezen zal zijn, dat hij op het ogenblik voornamelijk nog in zichzelf ziet.
Broeder, hoe kan men, voor zichzelf, beslissen of men die … krachten kan oproepen en gebruiken?
Je moet kracht niet roepen, je moet kracht beseffen. Je moet kracht niet gebruiken, je moet je wezen instellen.
Kijk je kunt het natuurlijk zo doen, ik kan gaan aanroepen, incanteren en al wat erbij komt. Op dat ogenblik kan ik ook spanningen wekken.
Dat wil niet zeggen dat die spanningen meer of minder zijn, want alles wat ik in feite doe, is deels suggestief, dus het scheppen van een illusie, deels is het eenvoudig een kenbaar maken of zichtbaar maken van een proces, dat zich ook zonder dit naar buiten te brengen, in mij kan afspelen. Dan heb je dus die mensen die dat doen, bv.:
Tot U oh Heer van Licht richt ik mij, geef mij Uw Kracht, geef mij Uw Lichtende Zekerheid, en Uw Werkelijkheid. En laat mij deze uitstralen op dezen, die hier aanwezig zijn. Dit bevestig ik in Uw Naam, oh Heer.
Dat is dus uiterlijk. Nu kan ik datzelfde, ik heb het zo-even gedemonstreerd, innerlijk doen. Ik kan het met elk gebaar doen, ik kan het met elk besef doen, omdat voor mij het niet nodig is te roepen tot een persoonlijkheid. Ik kan ook zeggen: Hier ben ik deel van kracht, kracht en zoals ik ben een deel van alles wat hier is, straal ik die kracht naar u uit. Dat zij in u harmonie moge brengen, tegenstellingen op moge heffen. Precies hetzelfde. Ik geef u hier alleen maar een demonstratie. Er zit veel kracht achter natuurlijk. Maar waar het om gaat is dit: in het eerste geval richt ik mij tot een andere persoonlijkheid, spreek uit naam van die andere persoonlijkheid. Oud magisch gebruik. In het tweede geval erken ik mijzelf als deel van een bestaande kracht, en richt vervolgens door mijzelf en mijn eigen wil, die kracht, daar waar ik meen dat ze werkzaam moet zijn. Wanneer u dus zegt, hoe kunnen we er gebruik van maken, dan is er maar één ding: probeer alles even zover te vergeten dat je het gevoel krijgt dat je deel bent van kracht. In het begin is het een beetje moeilijk, je moet zoveel opzij zetten. Maar op den duur is het een automatisch proces waarbij het erkennen van de kracht het gevoel van de kracht impliceert.
En als je dat hebt, kun je die kracht op elk punt richten, mits, en dat is belangrijk, mits je dit in harmonie doet. Dus je moet het niet doen in een afwijzing, want dan kun je niets bereiken.
Zelfs wanneer je wilt vernietigen, moet je dat wat je wil vernietigen aanvaarden, voordat je dat met geestelijke kracht tot stand zou kunnen brengen.
Nou vrienden, dan geloof ik dat we hiermee dit eerste gedeelte kunnen besluiten. Onthoudt u een ding goed: u hoeft het niet eens te zijn met wat ik u gezegd heb.
Ik hoop toch dat u er enige aandacht aan zult schenken.
U bent mens. U bent als mens veel meer, en u beschikt over meer krachten en mogelijkheden dan u uzelf gemeenlijk toelaat te beseffen. Dat heb ik willen zeggen.
Wanneer u denkt dat er ook maar enige reden is, om iets van hetgeen ik gezegd heb, waarschijnlijk te achten, probeer dan eens of u zelf van deze zogenaamde paranormale krachten en ervaringen op kunt doen. Want wanneer u vollediger mens wordt, kunt u uw betekenis kosmische mens ook beter uiten en zult u ook gemakkelijker meester worden en over de omstandigheden die u nu schijnen te dwingen
Ik hoop dat u dit zult willen overwegen.