‘Revolutie in de wereld’
Inleiding.
Als wij de geschiedenis van de mensheid bekijken, dan valt op dat we het ene ogenblik een top hebben van wat men mystiek en geestelijk leven kan noemen inclusief occultisme en het andere ogenblik een top van vooral technische ontwikkelingen. Dan zien we technisch veel vernieuwingen en een aanpassing daaraan van de maatschappij.
In de mystieke periode is de maatschappij in haar ontwikkeling bijna statisch. Als we verder gaan kijken hoe ongeveer het ritme verloopt, dan blijkt dat we te maken hebben met een ritme van zuiver 722 jaar. Daarnaast hebben we te maken met een periode van 2100, bijna 2200 jaar. Over het geheel dus een voltooide cyclus die ongeveer 22.000 jaar duurt. Niet alle perioden zijn even lang. Wat ik hier dus aangeef als tijd is eigenlijk alleen maar het gemiddelde.
Het is voor ons interessant omdat we ons op het ogenblik bevinden in een periode, waarin de techniek zichzelf eigenlijk voorbijloopt en gelijktijdig de mystiek aan het opkomen is.
De revoluties die gaande zijn, zijn zeker niet in de eerste plaats de sociale revoluties. Dat denken de mensen wel, maar een sociale revolutie is meestal het gevolg van denkbeelden. Als die denkbeelden voldoende passen bij datgene wat innerlijk in de mensen leeft, dan zijn het werkelijke en lange tijd aanhoudende veranderingen.
Dan kunnen we te maken hebben met een vernieuwing die eigenlijk meer filosofisch is opgezet. Denk aan de Franse revolutie: vrijheid, gelijkheid, broederschap. De mensen werden gelijk gemaakt, want als ze daarboven uitstaken, werden ze een kopje kleiner gemaakt. De broederschap was iets wat was opgelegd, maar van je familie moest je het wel hebben.
De Franse revolutie paste dus wel bij de behoefte aan verandering bij de mensen, maar in haar werkelijke opzet paste de Jacobijnse filosofie eigenlijk helemaal niet bij de werkelijke behoefte, de werkelijke inzichten van de mensen. Het resultaat was dat die revolutie met 10 jaar eigenlijk al helemaal bekeken was; toen was het alweer afgelopen.
Wij bevinden ons op het ogenblik echter in een tijd waarin de veranderingen voor een heel groot gedeelte juist worden bepaald door wat men innerlijke onvrede kan noemen. Ook sociale revolutionaire bewegingen blijken niet in de eerste plaats te gaan tegen de maatschappij al lijkt dat zo, maar ze gaan feitelijk tegen een soort innerlijk je niet kunnen waarmaken, niet kunnen leven in de wereld. Zo kun je zeggen, dat we in deze tijd te doen hebben met omwentelingen die alomvattend zijn. Een deel daarvan heeft zich reeds afgespeeld. Het zijn allemaal fasen.
Als wij kijken naar Nederland, dan zien we dat de eerste fase van de omwenteling eigenlijk begint omstreeks 1920. Ze zet zich voort tot ongeveer 1930. We krijgen dan een beetje een stabilisatie. In die stabilisatie is er toch weer de hunkering naar het gezag. In feite naar de gezinsverhouding met vader die het allemaal weet. Dat resulteert in de wereldoorlog.
Na de wereldoorlog zien we ineens het sociale gevoel van de mensen veel sterker functioneren dan voorheen. We zien gelijktijdig ‑ en dat is heel eigenaardig ‑ dat er een soort ontkerstening begint.
Ik zeg, eigenaardig, omdat je zou verwachten dat de kerken juist zouden volstromen. Maar neen, de kerken zijn eigenlijk meer voor manifestatie geschikt dan dat ze direct geloofsbeleving betekenen. Iets dergelijks zien we nu ook in Polen.
Van daaruit gaan we verder en dan blijkt, dat die sociale revolutie maar tot een bepaalde hoogte kan gaan. Belangrijke verschijnselen zijn bv. in Nederland geweest: de Maagdenhuis‑rellen, Provo, Oranje Vrijstaat. Zaken die voor een groot gedeelte alweer vergeten zijn. Hierbij ging het eigenlijk om een nieuwe mentaliteit. En om die mentaliteit aan de mensen voor te leggen was het provoceren ergens een noodzaak. Tegenwoordig is echter zoveel voor de mensen gewoon geworden, aanvaardbaar, dat ze heel moeilijk te provoceren zijn.
Oranje Vrijstaat zocht het in dichter bij de natuur, vrolijk zijn, kaboutertje spelen en dat soort dingen. Alsof men zich aan de dodelijke ernst van een geïndustrialiseerde maatschappij wilde onttrekken. Maar tegenwoordig zijn de mensen eigenlijk al voor een groot gedeelte losgeweekt. Hun belangstelling gaat veel meer uit naar het spelen dan naar het werken, Dat kun je op sommige kantoren zelfs heel duidelijk zien. Ook daarom is deze staat in de staat eigenlijk langzamerhand verdwenen.
0, er zijn modeverschijnselen, natuurlijk. The Flower People, de Punkers van deze tijd, de Hells Angels, de hele verslaafdheidscoterieën. Ze zijn allemaal tekenen van wat er gebeurt. De werkelijkheid waarmee we te maken hebben in die hele reeks is, dat de mentaliteit van het volk maar ook de geestelijke benadering van de problemen van het volk aan het veranderen is. En wel op een zodanige manier dat zaken, die 50 jaar geleden vaststonden tegenwoordig alleen nog in stand worden gehouden door een aantal Diehards. Dan krijg je een St. Michielslegioen dat eigenlijk nog roomser is dan de Paus, maar minder reizen.
De belangrijke invloeden kunnen we ook zien. We hebben een tijd gehad dat er allerlei sekten bijzonder sterk op de voorgrond traden. Dat waren Children of God tot de Hare Krishna toe. Al deze groepen waren druk bezig om zich in de maatschappij te manifesteren. Tegenwoordig blijken ze dat steeds minder te doen. Ze manifesteren zich eigenlijk buiten de maatschappij in hun eigen groepering. Ze zijn wel bereid iemand op te nemen of inzicht te geven in hun denken, maar het ronselen dat een tijd lang zo de gewoonte is geweest, is eigenlijk voor een groot gedeelte weer afgelopen.
Wat is typerend van die sekten? Bijna alle hebben ze, onverschillig of ze een christelijke basis hebben of een andere, een zeer op gezag gerichte structuur. Ze hebben daarnaast filosofieën die direct of indirect oosters zijn. Met andere woorden, steeds meer mensen hebben gekozen voor mystiek. Niet alleen de ouderen, maar vooral de jongeren. Men heeft gezocht naar een geestelijke vrijheid en een geestelijke mogelijkheid van leven waarvoor men een groot deel van de stoffelijke welvaart wilde opgeven.
Nu is dat natuurlijk iets wat je niet kunt verkopen aan de vakbonden, maar wat desalniettemin een feit blijkt te zijn bij een groot aantal mensen in Nederland. Men denkt anders over de dingen na. Het is deze omwenteling die een heel grote rol gaat spelen.
Als wij in deze cursus zo dadelijk alles gaan uitwerken, dan moeten we vanzelf ook spreken over de wijze waarop u zelf innerlijk verandert, bent veranderd en nog moet veranderen. We zullen moeten spreken over de sociale structuur die op het ogenblik nog steeds met de mond de solidariteit belijdt en in de praktijk een egocentrisme en egoïsme pleegt te manifesteren waarvan je toch wel ziek wordt als je het goed beschouwt.
Maar wat zit erachter? Wat is er in die sociale revolutie eigenlijk gaande? Men zoekt naar een maatschappijvorm, maar men heeft geen enkel pasklaar systeem. Het socialisme past niet bij de mensen. Het kapitalisme kan zich niet meer handhaven nu de mensen hun gezagsverhoudingen op een andere manier beginnen te benaderen. Wat er zal overblijven is tenslotte een mate van vrijheid. Want die vrijheid wil eenieder voor zichzelf hebben. Maar men zal ook moeten leren de daarbij behorende verantwoordelijkheden zelf te dragen. Zover is men echter nog niet.
Hoe gaat het met uzelf? Dat is de belangrijke vraag die we in deze cursus moeten stellen. Want er zijn zoveel zaken in jezelf die veranderen. Je kunt op een gegeven moment de zaak mystiek gaan benaderen en beleven. Maar hoe kun je dan de mystieke benadering en beleving weer uitdrukken in de wereld waarin je leeft?
Je hebt last van allerlei dromen. Droombeelden die je regeren misschien. Idealen die je nastreeft. Maar in hoeverre ben je nog in staat deze illusies te toetsen aan de werkelijke mogelijkheden?
Waar sta je in deze tijd? Dit is een zeer belangrijke vraag omdat het niet alleen maar gaat om een omwenteling die zich nu toevallig in Nederland of laten we zeggen in Den Haag en Scheveningen afspeelt. Het is een omwenteling die de hele wereld in haar macht heeft in die niet kan worden beantwoord met algemene maatregelen, algemene nieuwe normen of een nieuwe politiek en een nieuwe economische benadering. Ons onderwerp houdt zich bezig met omwentelingen die veel moeilijker te vatten zijn
Het gevoelsleven van een mens bijvoorbeeld. 0, het is gemakkelijk genoeg te gaan zitten op de stoel van een regeerder en te zeggen: dat is noodzakelijk. En zolang iedereen denkt: wat vader weet is goed en wat vader zegt is wet, gaat dat. Maar op het ogenblik dat iedereen zegt: hoor die ouwe nou weer eens praten, valt er een groot gedeelte van die zaken weg.
Een van de grote fouten van vele regeringen in de huidige tijd is dat ze niet begrijpen dat de gevoelens van een volk veel belangrijker zijn dan de ratio, de redelijkheid van een benadering. Dat je dus in de eerste plaats rekening moet houden met de gevoelswereld waarin de mensen leven.
Deze situatie ontplooit zich verder en verder. Als dat alles zou zijn, dan zouden we kunnen zeggen: Nu ja, er gaan misschien nog 50 jaar overheen en dan is er wel een dermate grote structurele verandering in de maatschappelijke opzet gekomen en hebben zoveel mensen hun eigen mystieke weg gevonden dat het wel weer een paar eeuwen zo kan doorsukkelen. Maar er gebeurt meer.
Wat ook een omwenteling is, is het steeds meer optreden van al die schijnbaar duistere geheimen die onder occultisme worden samengevat. Het gaat niet alleen om een medium dat spreekt, een helderziende die waarneemt of over een magnetiseur die kleine dingen doet en misschien een magiër die pseudo‑wonderen verricht. Het is de samenhang tussen al die dingen die belangrijk is.
Steeds meer mensen worden zich bewust van geestelijke waarden en geestelijke krachten. Dat betekent voor hen gevoelsmatig en ook rationeel een verschuiving van belangrijkheden, van waarden. Het is niet alleen maar een kwestie van, steeds meer mensen zien de geest; en steeds meer mensen zullen dus vrij en vrolijk overgaan. Wat het laatste betreft, bestaan er voor heel veel mensen nog voldoende schuldcomplexen om dat overgaan wat moeizaam te maken. Het is een kwestie van: wanneer je leeft met de wereld waarin geesten, onzichtbare krachten en machten een rol spelen, dan valt je redelijkheid weg. Niet in de zin van: wij worden onredelijk, maar: wij zijn niet meer bereid om alleen een stoffelijke redelijkheid te handhaven zonder gelijktijdig daarbij bovennatuurlijke krachten in te schakelen. Een neiging daartoe zie ik al in bepaalde takken van de wetenschap.
Als wij daar namelijk de nieuwste stellingen en verklaringen horen, dan zitten we eigenlijk dichter bij de mystiek dan bij de wetenschap. Er is iets aan het veranderen van binnenuit. De gevoeligheid van een aantal mensen wordt veel groter. De krachten die mensen leren gebruiken, aarzelend misschien voorlopig en met heel veel vijven en zessen, nemen toe.
Een aantal verschijnselen zoals telepathie, empathische gevoeligheid komen in zo’n grote mate voor en dat binnen een periode van laten we zeggen 30 jaar dat moet worden aangenomen dat, als ze zich in gelijke mate blijven vermenigvuldigen deze gaven over ongeveer 300 jaar algemeen zullen zijn. Maar reeds nu hebben ze een grote invloed. Ook deze omwenteling zullen wij erbij moeten betrekken, want het betekent dat de waarden van het leven anders worden benaderd.
Als steeds meer mensen contact met de geest krijgen, wordt het leven na de dood iets heel anders dan het tot nu toe is geweest. Dan is het niet meer een kwestie van: wij zullen opgaan naar een hemelrijk of wij zullen afdalen in de hel. Maar dan is het een kwestie van, wij moeten verdergaan. Als je al die omwentelingen tracht te beschouwen, mag je zeker deze geestelijke elementen niet uitschakelen.
Wat wij proberen te doen in het geheel van deze cursus is eigenlijk u een beeld te geven van de menselijke, de sociale, de economische revolutie, maar daarnaast ook van de omwenteling in het menselijke denken, de veranderingen en aanpassingen in het menselijk gedrag.
Ik denk dat we ons ook zullen moeten bezighouden met een totaal nieuwe vorm van godsdienstigheid. In deze korte samenvatting, want meer is het niet, wilde ik u een beeld geven van datgene wat we in deze cursus hopen te doen.
uit de cursus ‘Revolutie in de wereld’ (hoofdstuk 1)- oktober 1983
De menselijke revolutie.
Op het ogenblik, dat een bestaande macht wordt bedreigd, moet er een tegenhanger zijn, een andere vorm van macht of machtspotentie die daarvoor in de plaats treedt. Tot op dit moment is in het menselijke bestaan macht een van de meest belangrijke factoren geweest. Soms is macht gekoppeld aan geboorte, aan de stand waarin men wordt geboren. In andere gevallen wordt zij gekoppeld aan bezit of misschien zelfs aan kracht en wapengeweld. Die macht is eigenlijk denkbeeldig.
De macht van een koning kan groot zijn, maar niemand houdt zich precies aan datgene wat de koning wil. Men probeert hem alleen voor te goochelen dat alles gaat zoals hij dat wenst. En iedereen die een kleinere macht heeft, zal proberen die macht onafhankelijk te gaan uitoefenen. Dat is gebeurd in de middeleeuwen toen vele baronnen, graven en ridders weliswaar zeer trouw waren aan hun koning of keizer, aan de andere kant geen enkele inmenging van deze regerende personen in hun eigen zaken duldden. Kwam die inmenging toch, dan was de trouw plotseling opgeheven en trokken ze op.
Dergelijke zaken kun je steeds weer zien als een verzet tegen een bestaand machtsapparaat. Want macht is nooit alleen in één persoon gelegen. Zelfs in de tijd dat de vorst de door God gezonden alleenheerser was in zijn rijk, was er rond hem een coterie van mensen die feitelijk bepaalden wat de vorst wel en niet zou kunnen doen, wat de vorst wel en niet wilde. Ze deden dat op een sluwe manier. Niet zoals het tegenwoordig parlementair gaat door te zeggen: dat doen we niet. Ze zeiden: wij zullen het doen, maar als het Uwe Majesteit goed lijkt, kunnen wij het ook anders doen.
Deze revolutionaire drang heeft in deze tijd juist geleid tot het uitkristalliseren van de machtsbehoeften bij vele enkelingen. Zij beseffen dat vaak zelf niet.
Als ik denk aan mensen als Reagan, Andropov of als u wilt kunt u Lubbers er ook bij betrekken, dan zien we mensen die er wel degelijk van overtuigd zijn dat zij het goede doen. Maar zonder het te beseffen wordt het goede meer en meer datgene dat hun eigen belangrijkheid en daarmee hun eigen machtsdrift bevestigt. We zien datzelfde in de structuren achter dergelijke mensen.
Dan denkt u nu misschien aan partijen e.d., maar de politieke partijen bevestigen weliswaar iemand op de plaats van macht, maar het besturen van de macht die hij uitoefent, geschiedt eigenlijk door het daarachter liggend ambtelijke apparaat. Ook in dat ambtelijke apparaat zijn veel mensen die volgens hun beste overtuiging dingen doorzetten ten goede van het volk, maar feitelijk omdat zij het zijn geweest die ermee begonnen zijn en dus hun eigen belangrijkheid in het geding is bij het voltooien van hetgeen zij voorstelden.
Wij zien dergelijke structuren ook kerkelijk optreden. Het is aardig genoeg om allerlei grappen te maken over de enorme reisbehoefte van de laatste Paus. Op zichzelf vind ik het hier en daar ook wel iets wat niet van enige humor ontbloot behoeft te zijn. De Paus die naar de mensen toegaat is iemand, die weet dat het niet meer voldoende is om alleen te bestaan. Hij moet kenbaar worden. Hij moet de gevoelens opzwepen. Hij moet dat enorme gevoel van mystieke eenheid tot stand brengen om daarmee het gezag van de hele kerkelijke structuur te bevestigen. Zeer veel van wat er op het ogenblik gebeurd in de wereld wordt bepaald door de machtsbehoefte van degenen die zich in een leidende positie bevinden.
De omwenteling van deze dagen is eigenlijk het steeds meer beseffen van de verschillende manipulaties. Eens zouden de mensen kritiekloos hebben aanvaard. Toen kwam er een tijd dat ze niet over gegevens beschikten om zich een eigen oordeel te vormen en zij zich daarom bij dat van wijzeren neerlegden.
Nu is er een tijd gekomen waarin de voorlichting van alle kanten de mensen overspoelt. Zelfs in de diepste rimboe is er nog wel een kleine radio waarop het ene ogenblik een staatsman spreekt en het volgende ogenblik missionarissen de boodschappen uitschreeuwen waarvan ze hopen dat het volk ze als absolute waarheid zal geloven. Maar omdat die boodschappen niet precies dezelfde zijn, zal degene die gaat nadenken ze gaan afwegen. Hij komt tot een eigen conclusie.
Het zich vormen van eigen conclusies is in de menselijks revolutie een van de belangrijkste dingen die men zich kan voorstellen. Want bij een evolutie van het menselijke ras moeten we langzaam maar zeker af van deze gebondenheid aan het gezag zonder meer. Wij moeten terug naar een besef van de feiten en moeten werken met de feiten en krachten die er zijn.
Het is duidelijk, dat de mens ook in zijn benadering van het leven als vanzelf op een andere manier gaat reageren en werken. In sommige gevallen reageert hij, dat is de mens eigen, benepener dan eigenlijk nodig zou zijn. In andere gevallen denkt hij misschien zo ruim dat de meeste mensen hem niet kunnen volgen. Veel van de z.g. openlijke moraal is aan het veranderen.
Als ik u wijs op de seksuele revolutie, de verschillende emancipatiebewegingen, als ik u wijs op de vele minderheidsgroepen die luidkeels om aandacht keffen in de hoop daardoor voor zich een grote belangrijkheid te verwerven, dan hebben wij te maken met mensen die nog wel eenzijdig denken, maar die voldoende geïnformeerd zijn om geen genoegen te nemen met de beslissingen van boven hen staande gezaghebbers.
En als we gaan kijken in kerken, in genootschappen, in groepen zoals de Orde, dan ontmoeten wij eigenlijk precies hetzelfde verschijnsel. Men wil graag luisteren. Er zijn mensen die bij deze Orde komen en die met alle aandacht elke les absorberen. Zij zeggen: er zit iets in. Maar gelijktijdig zeggen ze: Ik geloof niet dat het een geest is die doorkomt. Dat is natuurlijk een groot compliment voor het medium. Ik meen dat jij voldoende geëvolueerd bent om dat te beseffen.
Het gaat er dus om dat men luistert, dat men aandacht schenkt, maar zich in zijn oordeel niet laat bepalen door uiterlijkheden. Ja, in vele gevallen zelfs een eigen mening blijft handhaven tegen waarschijnlijkheid in, omdat er nog geen vaststaand bewijs te leveren valt. Dat wijst op een gaan van innerlijke wegen.
In jezelf moet je zoeken naar waarheid omtrent jezelf natuurlijk, maar zeker ook omtrent de wereld waarin je leeft. Daarbij ben je voor jezelf toch ook de enige hanteerbare maatstaf. Dat te begrijpen, te zoeken naar de waarheid van je eigen wezen maar gelijktijdig dan ook die erkende waarheid te gebruiken als een maatstaf voor alles wat er in de wereld gebeurt, is een steeds meer voorkomend verschijnsel. Dat wijst niet alleen op een geestelijke bewustwording. Het wijst ook op een mentaal en moreel wijzer worden.
Er is een tijd geweest dat ‘het recht van de eerste nacht’ werd beschouwd als zonder meer toekomend aan de landheer. Die tijden zijn voorbij. Niet omdat men dat recht op zichzelf zo verschrikkelijk vond, want er waren heel veel mensen die, gezien de bruidschat die daarmee gepaard ging, daar heus niet zo tegenop zagen als men het tegenwoordig wel pleegt voor te stellen. Men is anders gaan denken. Men is gekomen tot een morele revolutie die heeft geleid tot bv. vrijere seksualiteit in vele opzichten, maar ook in een veel bewuster stellen van eisen en het maken van een keuze.
Nog is de mens niet ver genoeg gevorderd om consequent te zijn en te begrijpen dat het stellen van eisen betekent, dat men ook zelf aan eisen moet beantwoorden. Deze kinderlijke neiging om zichzelf buiten het geheel te plaatsen bestaat nog steeds, maar ze wordt minder.
Wij zien in deze menselijke revolutie allerlei bestaande instanties wankelen. Het wantrouwen, niet alleen tegen politici maar ook tegen banken, tegen Internationals, tegen bepaalde industriële vormen neemt hand over hand toe. Het is niet eens altijd gerechtvaardigd. Maar dat het wantrouwen op zichzelf bestaat, betekent dat men zoekt naar een overzichtelijker, een begrijpelijker vorm van samenleving die tevens kan beantwoorden aan alle waarden die je in jezelf voelt. En dat betekent toch, meen ik, dat de mensheid zich temidden van een veranderingsproces bevindt.
Het is bijna zeker, dat er een periode moet komen van een lichte stilstand, een soort verpoppingsperiode. De mens van vandaag zal de vlinder van morgen zijn, de geestelijk vrijere, minder gebonden mens. Hij zal zijn contacten met de geest veel bewuster en intenser beleven dan op het ogenblik voorstelbaar is. Hij zal daarnaast vele waarden in zijn medemensen innerlijk zo aanvoelen dat hij eigenlijk geen behoefte meer heeft aan woorden en enkele klanken als een soort verbaal steno ter onderstreping kunnen dienen van datgene wat innerlijk reeds is geconstateerd.
De mens zal langzaam maar zeker uitgroeien boven zijn behoefte om ‑ mag ik het zeggen ‑ te liegen. De leugen is het meest gehanteerde maatschappelijke gebruik. Iedereen liegt. De grote liegen, de kleine liegen. Ieder volgens eigen mogelijkheid en vermogen. Niet omdat men elkaar wil bedriegen, dat zit er helemaal nog niet eens in, maar omdat het zo hoort.
Als de dominee de mensen misschien graag de zegen achterna zou geven, dan voelt hij zich toch nog verplicht om tijdens het gezang vroom de ogen ten hemel te slaan en daarna de zegen, zeer gedragen uit te spreken. Ook mijnheer pastoor voelt zich nog steeds gedrongen zijn celibataire status te verdedigen, ook als hij achter de schermen daar misschien wat anders over denkt.
De wereld verandert. Kloosterlingen doen aan balletdansen. Er bestaat zelfs een klooster dat op het ogenblik een vrouwenvoetbalelftal in het veld kan brengen. U lacht daarom. Maar je kunt toch wel je innerlijke wereld beleven en uiterlijk je aanpassen aan je eigen tijd? Vroeger kon dat niet. Nu kan het steeds meer. Vroeger was het heel belangrijk dat je precies deed wat een ander deed. Tegenwoordig is het belangrijk dat je jezelf bent. Dan vecht je ervoor om jezelf te kunnen zijn en zoals je bent enige erkenning te kunnen afdwingen.
Het is alsof de oude weg van de minste weerstand steeds minder wordt begaan. Er worden nieuwe snelwegen aangelegd. Snelwegen van anders denken, anders handelen, van feller reageren misschien, maar aan de andere kant ook van zelf meer doen. Dat laatste moogt u zeker niet vergeten. Er zijn steeds meer mensen die zelf de dingen doen, die in de laatste eeuw eigenlijk meer en meer worden gezien als de taak van een overheid.
De menselijke omwenteling betekent een omwenteling in gevoelen, in denken en in benadering. Ze zal zeer zeker daarnaast ook brengen een totaal nieuwe houding t.a.v. innerlijke zaken zoals innerlijke kracht, waarden, geweten. Het zal steeds moeilijker worden om een mens psychologisch zo te beïnvloeden dat hij zich weer tot eenvormigheid laat herleiden. Maar het zal steeds gemakkelijker worden om de mensen met een eerlijke benadering tot medewerking te bewegen op een vrijwillige basis. Daar zie ik eigenlijk het ochtendgloren van een nieuwe tijd.
Deze tijd heeft vele dwaasheden begaan. Denk alleen maar aan de atoombewapening met haar krankzinnige overkill. Denk aan de wapenindustrieën die op het ogenblik ongeveer 30 tot 40% van de omzet betekenen voor de geïndustrialiseerde landen en gelijktijdig, gezien de eigen bewapening, tussen de 40 en 60% van het volksinkomen opslokken. Dat zijn gewoon dwaasheden.
Denk aan de methode waarmee men heeft geprobeerd voor zichzelf voorrechten te verwerven en de concurrentie van anderen uit te schakelen. Dat zijn eveneens dwaasheden tot en met. Maar die dwaasheden kun je niet handhaven.
De mensheid zal, gezien de omwentelingen die al plaatshebben, binnenkort voor de keuze komen te staan: wil ik mezelf afzonderen en alles zelf doen op eigen verantwoordelijkheid of wil ik werkelijk deel zijn van een geheel, maar dan zonder voorbehoud en zonder beperking. Dat die keuze moeilijk zal vallen is zeker. Maar de menselijke omwenteling, deze revolutie die zich in de mens afspeelt met alle uiterlijkheden daarvan en alle opstandige weerkaatsingen in zovele landen, is volgens mij het begin van een werkelijke wereldrevolutie.
Een wereldrevolutie die niet stoelt op een systeem, op een denkwijze, maar die stoelt op een innerlijke rijping van de mens en daardoor, tot een aanpassing van diens geestelijk zowel stoffelijk bestaan aan een nieuw besef, een nieuwe eenheid, een nieuwe samenwerking.
Hiermee heb ik eigenlijk zo goed ik kon de eerste stappen gedaan van deze cursus. Ik zal heel wat gezegd hebben dat u eigenlijk wel wist. Maar ik hoop, dat u ook wilt letten op het verband waarin het is geplaatst.
Dit is als eerste les een soort wegwijzer, die kant gaan we uit. Die kanten zullen we in de toekomst steeds duidelijker moeten belichten bij elk nieuw onderwerp waarmee we proberen de revolutie van de mensheid dichter bij de mens te brengen die zich temidden van dit proces bevindt.
Dit tweede gedeelte van de cursus is bestemd voor het nader toelichten van die facetten welke u onbegrijpelijk of belangrijk vindt. Indien u in deze eerste lezing reeds punten heeft gevonden waarop u een nadere toelichting wilt hebben, kunt u deze nu noemen. Wilt u een bepaald vervolg van de lezing horen, dan kunt u dat ook kenbaar maken.
Vragen.
Een nadere toelichting over: de mens zal voor de keuze komen: wil ik mij afzonderen en alles doen op eigen verantwoordelijkheid of wil ik werkelijk deel zijn van een geheel. Is dit een keuze die men moet maken of kunnen deze beide sporen elkaar aanvullen?
Op dit moment is er sprake van twee sporen. Staat u mij toe lichtelijk te corrigeren t.a.v. het door u gestelde: Als we te maken hebben met vredesbewegingen, emancipatiebewegingen, milieubewegingen en wat dies meer zij, dan hebben we toch eveneens te maken met een zich afzonderen in een bepaald denkwereldje. Alleen, de uiting ligt veel meer in het aanklagen van de wereld, terwijl juist de meditatie etc. voert tot een totaal buiten beschouwing laten van de wereld. Maar beide hebben veel gemeen.
De meditatiebewegingen, die in vele verschillende soorten tegenwoordig opgang maken, gaan voornamelijk uit van het vinden van innerlijke rust. Die innerlijke rust is echter alleen te bereiken door een toenemende onverschilligheid ten aanzien van al datgene wat niet met die rust direct te maken hoeft. Het is dus een wereldontvluchting of wereldverwerping. En zoals dat altijd gaat met religieuze en dergelijke bewegingen, er zijn mensen die zien dat de behoefte van de mens om te ontvluchten aan een wereld die hij niet aan kan, via cursussen e.d. een heel aardig inkomen kan opleveren. Dan behoef je nog niet eens 63 Rolls Royces te kopen. Je kunt het desnoods met 1 ook stellen.
De andere bewegingen strijden in feite voornamelijk voor een persoonlijke erkenning ook al wordt dat niet helemaal begrepen.
De vredesbeweging strijdt voor vrede. Ze berust op de angst voor de huidige situatie en de mogelijkheden van een oorlog, dat zal duidelijk zijn. De mensen echter, die op deze wijze op de voorgrond treden en dat regelmatig doen (ik spreek dus niet over de volgelingen die soms een keer meedoen), worden daarnaast gedreven door de behoefte zichzelf kenbaar te maken. Zij willen zich onderscheiden door een afwijkend standpunt in te nemen.
Als we kijken naar bepaalde minderheidsgroepen die zich op een dergelijke manier manifesteren, dan weten we dat zij feitelijk datgene wat zij zeggen voor te staan eerder schaden dan bevorderen. Maar de manier waarop ze optreden geeft hun het geval van belangrijkheid, van eigenwaarde en gelijktijdig een rechtvaardiging voor het verwerpen van elk argument dat niet strookt met hun denken en hun gevoelswereld. In beide gevallen zou ik willen spreken van ontvluchting.
In het eerste geval in een geestelijke richting. In het tweede geval echter in een maatschappelijke eenzijdigheid die langzaam maar zeker aan alle werkelijke toestanden en feiten voorbij pleegt te gaan.
Ik ben het daar niet mee eens, zeker niet wat de milieubeweging betreft. Die wijst de mensen toch op ernstige situaties.
Uw reactie is voor iemand van een dergelijke beweging zeer begrijpelijk. Zij vloeit namelijk voort uit de wijze waarop men denkt en redeneert. U heeft uzelf als voorbeeld aangebonden. Ik hoop niet dat u het mij euvel duidt, als ik de milieubeweging nader ontleed.
De milieubeweging wil enerzijds toch ook profiteren van al datgene wat alleen mogelijk is dankzij de voortdurende milieuvervuiling. Men wil redelijk goedkoop eten, leven en wonen. Men wil voor zijn streven de nodige subsidies hebben. Men wil a.h.w. zoveel mogelijk de kans krijgen zijn eigen mening naar buiten te brengen ten koste van anderen. Neemt u mij niet kwalijk, maar dat is de praktijk.
Ik heb geen verwerping van de milieubeweging uitgesproken. U meent zich te moeten verdedigen, terwijl dat helemaal niet nodig is. Dit is kenmerkend voor vele van dergelijke groepen. Wij stellen de feiten zoals ze zijn. Je kunt niet gelijktijdig een schone wereld hebben en welvaart. Daarvoor is de bevolking op aarde op het ogenblik veel te groot. Als je die feiten niet onder ogen wilt zien en voor jezelf kiest voor een leefwijze die sterk afwijkt van die van anderen en daarin de rechtvaardiging vindt om anderen verwijten te maken, dan moet je je toch eens afvragen of je eigen leefwijze misschien mede mogelijk is gemaakt juist door al die processen die je probeert te bestrijden.
De keuze die gemaakt moet worden is er niet een voor een schone wereld, een schoon milieu of geen milieu. De keuze die gemaakt moet worden is: kan men de vervuiling dermate beperken dat gelijktijdig een mate van welvaart voor de huidige wereldbevolking mogelijk blijft en dat het daardoor de verschillende groepen met hun eigen geneigdheid mogelijk blijft zich te voeden, te kleden en te werken op een manier die voor hen aanvaardbaar is.
Ik geef toe, dat de milieubeweging in bepaalde opzichten gelijk heeft. Ik stel aan de andere kant dat zij heel vaak conservatief denkt en dus wil behouden wat is, zonder te beseffen dat ze daarmee gelijktijdig een vernieuwing, die in vele opzichten optreedt bv. verandering van plantengroei onder invloed van wat men beschouwt als milieuaantasting, eenvoudig terzijde schuift. Men wil behouden wat is en men wil niet aanvaarden dat er een verandering plaatsvindt die op zichzelf een nieuw evenwicht in de natuur en t.a.v. de mens zou kunnen betekenen.
Ik heb nu deze argumenten hier gebruikt niet om te zeggen dat de milieubeweging fout is.
Dat is dwaas, want als niemand aan het milieu denkt, dan zullen er veranderingen optreden die men te laat beseft en waar men dan geen raad weet. Maar we moeten begrijpen, dat de milieubeweging alleen kan functioneren in een technische maatschappij die een zekere mate van welstand mogelijk maakt. Er is hier een samenhang die meestal wordt ontkend.
Als ik verderga op de oorspronkelijk gestelde vraag, dan kom ik tot de conclusie dat op dit ogenblik eigenlijk alle groepen die u heeft genoemd zich isoleren in meer of mindere mate. Maar in een verre toekomst, die misschien nog niet eens zo heel veel jaren van u verwijderd is, zal de keuze moeten zijn: wil ik mijzelf dienen of het geheel dienen?
En dan is de dienstbaarheid niet een kwestie van wat u voor het milieu wilt doen of wat u voor de mensheid wilt doen. Dan is het de vraag hoe u het best kunt functioneren, opdat het geheel van de mensheid een mate van geluk, van innerlijke vrede kan kennen en daarnaast zijn eigen stoffelijk bestaan op een redelijke wijze kan voortzetten.
Wie zich afzondert denkt misschien als ik het in staatkundige termen zeg, protectionistisch. Dat zijn mensen die zeggen: er moet natuurlijk bezuinigd worden, maar van ons salaris blijf je af. Dat zijn de mensen die uitroepen: wij moeten wereldwijd een menswaardig bestaan mogelijk maken! En gelijktijdig uitroepen: maar onze staalindustrie moet worden beschermd! Zij begrijpen niet dat deze dingen strijdig zijn. Het zijn de mensen die uitroepen dat Europa een eenheid moet vormen en als een eenheid moet optreden en die gelijktijdig hun grenzen voortdurend onder voorwendsels sluiten om zo hun eigen producten op de eigen markt te beschermen.
Een dergelijke tweeledigheid zal niet meer mogelijk zijn. Als je zegt: één Europa, dan zul je ook moeten aanvaarden dat de nationale regeringen een groot gedeelte van hun gezag en hun belangrijkheid kwijtraken; dat de grenzen worden gesloopt, dat een vrij verkeer van burgers mogelijk is tussen alle landen die behoren tot dat Europa. Je kunt niet het een wensen en het ander niet zonder gelijktijdig de eenheid teniet te doen.
Als u dat als mens doet, dan betekent het dat u dus wilt samenwerken met andere mensen, dat u samen met anderen verschillende geestelijke richtingen wilt beschouwen, dat u de gebruiken van anderen wilt aanvaarden als gelijkwaardig aan de uwe of dat u in een zelfrechtvaardiging u afsluit voor al datgene wat anders is. En dat u zegt: wij horen hier thuis, die anderen niet. Wij eten erwtensoep. Waarom moeten anderen dan het een of ander stinkend Indisch gerecht eten? Want daar komt het tenslotte op neer.
Degene die de anderen verwerpt, stelt grenzen. Maar niet aan de anderen doch aan zichzelf. En dit zal steeds sterker worden naarmate in de wereld de gevoeligheid van de mensen groter wordt en daardoor de harmonische mogelijkheden, die op het ogenblik vaak door verschil van huidskleur, van gedrag e.d. nog belemmerd worden, steeds groter worden. Dan kun je alleen nog maar kiezen voor een isolement of voor een werkelijk meeleven en meewerken in het geheel. Dan kun je niet meer denken aan je eigen voordeel alleen, want dat kan slechts bestaan in samenhang met het voordeel voor allen.
Wie alleen zijn eigen voordeel zoekt, zal ontdekken dat dit hem weliswaar wordt toegestaan, maar dat hij daarvoor alleen verantwoordelijk is, dat niemand hem bijstaat, dat niemand hem gehoorzaamt, dat slechts zeer weinigen zich door een dergelijke persoon laten misleiden. Vandaar deze uitspraak van de vorige spreker.
Het zal tenslotte gaan om de keuze of je wilt opgaan in het geheel en met dat geheel samen steeds meer mens wilt worden of dat je je eigen denkwijze en je eigen belangen zozeer wilt dienen dat je bereid bent je af te sluiten van de gehele wereld. Nu denk je misschien nog dat de wereld jou dan nog zal volgen, maar ze zal dat niet doen. En dan ben je alleen. Is dit een voldoende antwoord?
Zijn er ook meditatie of soortgelijke vormen die helpen om van dat geïndividualiseerde af te komen naar een alomvattende benadering?
Ik geloof, dat ook hier weer een zekere misvatting heerst. U maakt verschil tussen het geïndividualiseerde en de benadering van het totaal. Maar het totaal is opgebouwd uit individuen. Elke mens heeft zijn eigen kwaliteit, zijn eigen geaardheid, zijn eigen kundigheid, zijn eigen innerlijk leven, zijn eigen geestelijke voorgeschiedenis. Dat betekent dat die mens alleen volgens datgene wat hij is en kan op de juiste wijze met anderen kan samenwerken.
Wie zijn individualiteit wil verloochenen om op te gaan in het geheel, grijpt te hoog. Hij grijpt naar een toestand van beleven die pas mogelijk is, wanneer een volledige geestelijke bewustwording zich heeft voltrokken.
Aan te nemen dat velen op aarde dit binnen afzienbare tijd zullen bereiken lijkt mij Utopia, schoon, maar ver weg en onbereikbaar als Luilekkerland.
Dus, wanneer u mediteert, dan moet u niet gaan mediteren in een gemeenschap of in een discipline zonder meer. U moet mediteren volgens hetgeen er in u leeft. U kunt dan met anderen een gezamenlijk uitgangspunt vinden, maar uw betekenis voor het geheel, al zegt u geen woord en straalt u alleen iets van uw gedachten uit, wordt bepaald door hetgeen u zelf bent.
Op het ogenblik dat u delen van uzelf onderdrukt, vermindert u uw waarde voor het geheel. U moogt niet verwachten dat het geheel u zal volgen in datgene wat u denkt en voelt. U moet ook niet verwachten dat het geheel u zal kunnen dwingen om zo te voelen en te denken als het geheel. Maar samen met allen kunt u elk voor zich en volgens eigen kwaliteit bijdragen tot een kracht die dermate harmonisch is dat ze allen omvat en daardoor ook velen kan bereiken
Een van de grootste vloeken die het menselijk denken werd opgelegd heet Dogma, leerstelligheid, of ze nu van filosofische, socio-economische, politieke of religieuze geaardheid is. Want alle dingen die algemeen worden gesteld, worden door ieder afzonderlijk en op een geheel andere manier verwerkt. Als je nu die verwerking weigert, weiger je de vruchtbare kracht van degene die op zijn wijze werkt te aanvaarden ter versterking van de mogelijkheden van het geheel.
Mits die kracht als zodanig is gericht.
De kracht van het geheel is niet gericht. Zij is omvattend. En zelfs als de krachten tegen elkaar gericht zouden zijn in intentie en uitstraling, zullen ze een verandering van evenwicht tot stand brengen dat voor allen ervaarbaar en beleefbaar is en dus een verdere bewustwording, een verbetering van eigen instelling en misschien ook een beter besef van eigen mogelijkheden met zich brengen.
Een heel relaas over milieu, enz.
U ziet de zaak wel verkeerd. U bent overigens handig om van het ene onderwerp naar het andere te draaien.
Als je gelooft in een milieubeweging moet je jezelf niet zien als de brenger van de enige waarheid. Beschouw je liever als een stem die roept in de woestijn Dat lijkt mij voor de milieubeweging trouwens de beste benadering. Je brengt je boodschap, omdat ze voor jou belangrijk is.
Maar je veroordeelt anderen niet, omdat ze je mening niet willen delen. Je kunt wijzen op de gevaren die er zijn, opdat anderen weten wat die gevaren zijn, maar verwacht niet dat anderen jouw oplossing daarvoor dan als de enig juiste zullen accepteren. De verwachting dat anderen alles zullen zien zoals je het zelf ziet, betekent een isolement. Als je daarentegen probeert je eigen manier van leven en denken zo duidelijk mogelijk kenbaar te maken zonder daarom de ander te verwerpen en tevens beseft dat je in je eigen manier van leven en denken toch ook een grote afhankelijkheid kent, al wil je die vaak niet erkennen, t.a.v. de anderen die het niet met je eens zijn, dan kom je verder. Want of het nu milieubeweging of meditatie is, het gaat hier niet om de vraag wie gelijk heeft. Dat maakt men er al te vaak van en dat voert dan tot dogmatisme. Het gaat om de vraag; hoe je, uitgaande van wat je zelf bent, wat je zelf beseft en met volledige aanvaarding en respect voor anderen in hun overtuigingen, kunt bijdragen tot het geheel.
Wanneer u dus automatisch die draai maakt, dan komt dat omdat u voor uzelf de vraag stelt: die milieubeweging heeft toch gelijk. Waarom zou dat dan niet kunnen, want dan valt de bodem eruit.
Mijn beste vriend, op het ogenblik, dat u niet bereid bent, uw afhankelijkheid van anderen te erkennen, heeft uw idee geen bodem. Maar als u beseft, dat het een kwestie wordt van wisselwerking waarbij u volgens uw beste weten, uw beste kunnen ‑ of het nu meditatief, contemplatief of sociaal‑actief gebeurt ‑ uw bijdrage levert, dus zonder verwerping van anderen, dan komt u tot het inbrengen van uw eigen persoonlijke waarden in het geheel.
Wij hebben betoogd dat het gaat om individuen niet om groepen, laat staan om een geheel dat als een bijen‑ of een mierenstaat regulerend, allen aanpast aan één principe. Juist onze verscheidenheid betekent menselijk en geestelijk de creativiteit en de inwijdingsmogelijkheid die wij allen toch beschouwen als zo begeerlijk en zo noodzakelijk. En daar ligt dus, meen ik, het duiveltje op de loer. Want als ik geen absoluut gelijk heb, dan heeft het geen zin om er iets aan te doen.
Als ik zelf de juistheid erken en aanvaard en op grond daarvan zo goed als het mij mogelijk is samenwerk met anderen zonder mijzelf te verloochenen, dan voeg ik de waarden die in mij leven, de krachten die in mij bestaan bij de krachten en de waarden van het geheel. Niet als een tegenstelling, niet als een corrigerende factor zonder meer, maar als een eenvoudige bijdrage tot een vergroting van een algemene mogelijkheid en een algemeen bewustzijn.
Zou u in het kort kunnen samenvatten dat je beter in de wereld dan in je eigen omgeving onvrede kunt brengen, wanneer eind oktober in Den Haag de vredesdemonstratie plaatsvindt.
Als wij ons realiseren dat er in bepaalde gezinnen ruzie is over de vraag of men wel of niet zal gaan, ben ik toch wel geneigd om vrede in het gezin als belangrijker te beschouwen. Weet u, een demonstratie voor de vrede is in feite een demonstratie van onvrede en angst.
Maar vrede die je brengt in je eigen omgeving, is een versterking van de mogelijkheden van de eigen omgeving en gelijktijdig een geestelijke versterking voor allen die bij die vrede betrokken zijn. Zo gezien, als u mij de keuze laat, kies ik dus voor de vrede in uw eigen omgeving.
Maar als die vrede daar bestaat, lijkt het mij niet onjuist om uw angst en uw onvrede aan anderen duidelijk te maken. Niet vanuit het standpunt: ik weet alleen hoe het moet. Maar vanuit een standpunt van: je hebt ook met mij te maken. Wil je alsjeblieft rekening houden met mijn behoeften, mijn angsten en niet alleen met je eigen dromen.
In deze zin wens ik die vredesdemonstratie alle succes en zeer vele aantallen demonstranten toe. Maar als dit gaan moet ten koste van de rust en vrede van de mensen zonder meer, dan verwerp ik haar. Ik ben een tegenstander van degenen die zozeer voor de vrede zijn dat ze degenen die wagen de juistheid van hun opvatting te betwijfelen in elkaar slaan.
Er worden toch wel argumenten uit de vredesbeweging naar voren gebracht dat anderen die daaraan niet meedoen niet zo vredelievend zijn en dat men op de een of andere manier zich gedwongen voelt om zich teweer te stellen. Omdat als men dat niet doet en alleen maar zou uitstralen dat dat die anderen toch niet zou aanspreken.
Ik ben het tot op zekere hoogte met u eens. Ik wil er alleen op wijzen dat u ook met uw zichtbare demonstratie, zolang u zelf de vrede bewaart, zeker de anderen er niet toe kunt brengen meer te veranderen dan de woorden die zij spreken.
In Europa gaat de omwenteling waarover de vorige spreker sprak geleidelijk. Er zijn ook landen waar als reactie tegen ongewenste machtsstructuren radicale omwentelingen plaatsvinden, vaak met geweld. Voorbeeld: Nicaragua. Heeft u ook iets te zeggen over die vorm van revolutie in deze cursus?
Ze is misschien onvermijdelijk, maar zeer te betreuren. Want degenen die zich met geweld verzetten, zijn zij die de moed niet hebben om eenvoudig niet meer mee te werken. Zij, die het geweld leiden, zijn degenen die eigenlijk voor zich de macht begeren die zij in de anderen als misbruik verwerpen.
Hier is in de eerste plaats geen sprake van een sociale omwenteling, helaas. Er is eerder sprake van een ideologische strijd die nog niet eens uit het volk zelf voortkomt, maar in feite door andere grote mogendheden in het volk werd geïnjecteerd om daarmee de eigen strategische machtsposities te vergroten of te verdedigen. Dit betekent dat ik dergelijke revoluties niet zie als een werkelijke oplossing voor problemen die de mensheid op het ogenblik beroeren en ook niet zie als een vernieuwende invloed, maar als een gewelddadige en te betreuren afschaduwing van een machtsspel dat voor een groot gedeelte over een aantal jaren toch voorbij moet zijn.
Andere sprekers hebben op deze bijeenkomsten het voorbeeld van China ingebracht als een goede ontwikkeling in de richting van broederschap in de ontwikkeling van de Aquarius‑periode. Die ontwikkeling van China is toch gebaseerd geweest op zo’n gewelddadige revolutie.
Correctie. De ontwikkelingen in China zijn voortgekomen uit
a: een totaal andere sociale structuur dan in Nicaragua of elders
b: tijdens een oorlog, namelijk de oorlog tegen de Japanners, is er aanleiding geweest tot deze revolutie;
c: door een in eigen belang misbruiken van de mogelijkheden van de massa door een bepaalde groepering. Daaruit is de eerste culturele revolutie met ‘De lange Mars’ voortgekomen.
De lange Mars op zichzelf met al zijn gevaren betekende een totale verandering in mentaliteit maar ook van wereldbeschouwing voor allen die daaraan deelhadden, inclusief Mao. Vanuit deze denkbeelden heeft men het sociale experiment tenslotte opgezet en langzaam maar gestaag volvoerd.
Het aantal slachtoffers dat na de stabilisatie van de revolutie is gevallen is in verhouding tot wat bv. in Rusland is gebeurd of de wijze waarop het westen van Amerika is overgenomen door de blanken, zeer gering geweest. Wel hebben velen hun veronderstelde waardigheden en rechten verloren. De culturele revolutie ‑ die later op gang is gekomen had op zichzelf zin en betekenis, maar werd ontkracht doordat een bepaalde groepering daaraan een persoonlijke macht probeerde te ontlenen en de voorzitter in die tijd niet in staat was deze machtsgreep te voorkomen of ‑ te beperken. Het gehele resultaat wijst op een vernieuwing van maatschappelijke structuur die zeker, als je de oorspronkelijke situatie bekijkt, van een ontstellend grote omvang is.
Hier is echter geen sprake van arbeiders die het hebben gewonnen. In feite is er sprake geweest van een integratie van de intellectuelen en zelfs van de bezitters die over talenten beschikten in de gemeenschap en daardoor een cultureel geheel, dat vele rangen en standen en vele verschillende afkomsten gezamenlijk omvatten. Dit in tegenstelling tot de revolutionaire benadering als genoemd in Nicaragua maar ook in vele andere landen van zowel Latijns‑Amerika als Afrika.
Ik hoop dat ik heb duidelijk gemaakt waar het verschil ligt. Zullen we deze politieke discussies dan hiermee beëindigen?
Ik geef toe dat dit eerste onderwerp de vragen rechtvaardigen. Ik hoop echter dat als we een volgende keer ons zullen moeten bezighouden met de geestelijke revolutie de vragen dan ook werkelijk alleen daarop zullen slaan.
Meditatie.
Leven is beseffen. Beseffen te leven is vreugde. Verwerpen van leven is niet alleen smart, maar ook het sterven van vele banden en bindingen die je geestelijk en stoffelijk kent.
Daarom is het belangrijk dat je het leven liefhebt, dat je anderen liefhebt. Daarom is het belangrijk dat je niet uiterlijkheden als bepalend beschouwt voor jezelf of voor anderen, maar alleen datgene wat je met anderen samen kunt beleven, kunt begrijpen, kunt benaderen, geestelijk misschien als een grote waarde kunt voortbrengen.
Onze taak als mens is bewustwording. Maar wij kunnen niet bewust worden dan alleen door de wereld waarin wij leven. En vanuit die wereld waarin wij leven, zullen wij niet slechts een persoonlijke stijging kunnen veroorzaken, maar eerder een grotere verbondenheid met al datgene wat met ons bestaat.
Daarom is leven het belangrijkste, al het andere is bijkomstig. Daarom is de vreugde van het leven iets waar elke mens steeds weer moet van proeven ondanks negatieve invloeden. Want de werkelijke revolutie van de mensheid moet voeren tot een levensbesef dat niet meer wordt bepaald door uiterlijkheden maar door de innerlijke erkenning van bestaan in relatie tot het andere.