1 februari 1971
U weet allemaal, wij zijn niet alwetend of onfeilbaar, wij verwachten van u dat u zelf nadenkt. En ik geloof dat dat bij het onderwerp van vanavond wel erg belangrijk is, omdat uiteraard het standpunt vanuit de geest en uit de stof nog wel eens uiteen wil lopen. Het onderwerp is: ‘De misdadiger en zijn slachtoffer’.
Dat klinkt als een 10-cents roman, die tegenwoordig geloof ik een gulden kost, maar het is een onderwerp, waar een hele hoop over te zeggen valt. De grote moeilijkheid is deze: wanneer je te maken hebt met iemand die een misdadiger is, dan heb je in negen van de tien gevallen te maken met iemand die dus anders reageert dan de gemeenschap. De situatie is dus eigenlijk zo dat menige misdaad geen misdaad zou behoeven te zijn, wanneer de instelling van de gemeenschap een andere zou zijn. En daar begint de grote moeilijkheid.
U leeft, als u het mij niet kwalijk neemt, in een soort economisch-sociaal-moreel korset van allerhande maatregelen en wetten en weet ik wat nog meer. Daarin heb ik voor een deel te maken met mensen die zich niet kunnen aanpassen of willen aanpassen op de één of andere manier. Zij doen dus dingen, die voor die gemeenschap niet aanvaardbaar zijn en zij heten dan misdadigers en als het niet zo erg is, wetsovertreders. De situatie wordt nog moeilijker, omdat we niet alleen te maken hebben met de misdadiger zelf, maar we hebben te maken met inwerking in de gemeenschap en dat betekent dus ook: met het slachtoffer. De moeilijkheid hierbij is wel, geloof ik, dat menige misdaad op zichzelf niet ernstig zou zijn, wanneer er niet een grote psychische druk zou staan op de mensen, om bepaalde gedragsnormen en gezagsnormen te accepteren.
Laten we een voorbeeld nemen. Een man is dronken, dringt ergens een huis binnen, verkracht daar een vrouw. Nu moet u niet vergeten dat hierbij dus in de eerste plaats te stellen is: de man is dronken. Het feit dat drankmisbruik aanvaard wordt door de gemeenschap, is dus al medeaansprakelijk voor hetgeen die man doet. In de tweede plaats: hij is ergens binnengedrongen. Wat was de reden? Heeft u misschien iets gezien? Is hij door anderen misschien gestimuleerd? Hij verkracht een vrouw. Op zichzelf is dit uitleven van die seksuele drang niet abnormaal. Het is een verschijnsel dat bij sommige mensen nu eenmaal bestaat, maar het is gelijktijdig een taboe. En dat wil zeggen dat het voor die vrouw een ontzettend vervelende belevenis is, omdat ze niet voor zichzelf kan zeggen: ach, wat komt het eropaan. En voelt zich bezoedeld, zij voelt zich aangetast en gekrenkt in al haar waardigheid, zij krijgt daardoor een psychische stoornis. Nu is het aardig om te zeggen: ja, die man is daar helemaal voor aansprakelijk. Ik geloof niet dat dat juist is. Er zijn allerlei omstandigheden die de man daartoe hebben gebracht. U kunt zeggen: die vrouw had het dan maar moeten nemen, maar dat kon ze ook niet, want zij is terechtgekomen in een gemeenschap die haar normen heeft geleerd, waardoor ze niet in staat was zich juist te verdedigen, de situatie dan maar te aanvaarden. Die vrouw is zenuwziek, die is jarenlang ziek. De gemeenschap zegt: ja, het is heel erg jammer voor haar. En de misdadiger is iemand die gerehabiliteerd moet worden; we moeten hem duidelijk maken dat hij dat niet kan doen en wanneer hij dus zijn straf heeft gehad, dan moeten wij toch weer zorgen dat hij weer als mens onder de mensen kan leven. Het resultaat is dat de gemeenschap heel veel moeite en grote sommen besteedt voor de misdadiger en dat aan de andere kant het slachtoffer erbij in het niet zinkt en wordt vergeten.
Een probleem waarover je geestelijk gezien waarschijnlijk wel het één en ander kunt zeggen. In de eerste plaats is elke gemeenschap die leeft vanuit een niet-reële, dus niet echte moraliteit, aansprakelijk voor alles wat er aan frustraties, psychosen, afwijkingen voortkomt uit deze opgelegde valse moraal. In de tweede plaats is die gemeenschap óók aansprakelijk voor alle gevolgen – geestelijk en lichamelijk – die daaruit ontstaan. Van mijn standpunt uit, zou men dus zowel de misdadiger als zijn slachtoffer zoveel mogelijk moeten rehabiliteren. Men zou dezelfde nazorg moeten gebruiken voor het slachtoffer als voor de misdadiger.
De situatie wordt nog moeilijker, want nu heb ik een voorbeeld genomen, waarbij uiteindelijk moraliteit en dergelijke ook een grote rol spelen. Maar er is nog iets anders. Vroeger had een mens bezit. Dat bezit verdedigde hij, want er was een soort recht van de sterkste nodig. Als hij dat zelf niet kon, dan moest hij iemand zien om te kopen om hem te beschermen. Wanneer die bescherming niet voldoende was, dan was zijn verlies niets anders dan een eenvoudige constatering van: je bent tekortgeschoten en zo werd het ook bekeken. Iemand, die alles kwijt was, was er niet blij mee, helemaal niet, maar hij zei tegen zichzelf: ik heb dus fouten gemaakt. Als ik ooit weer iets bezit, dan zal ik het niet weer doen.
Nu is er een gemeenschap gegroeid die langzaam maar zeker geprobeerd heeft alles te reguleren. Dat is heel erg mooi, dat had je in de oude stadstaten eigenlijk al. Daar werden alle rechten, tot die van de slaaf toe, hoe weinig er ook waren, vastgelegd en daar had men zich aan te houden. Maar die wet was in die tijd nog iets wat alleen gold binnen een bepaald gebied en dan nog alleen wanneer het gezag in staat was zich voelbaar te maken.
In deze tijd heeft men te maken met een gemeenschap die vertrouwt op bepaalde stellingen en regels als iets dat vanzelf spreekt. Wanneer je wordt aangevallen door iemand, dan doet hij onrecht. Dat je door je niet voldoende te verdedigen of niet in staat te zijn tot die verdediging zelf ook een zeker onrecht pleegt, komt niet in hen op. De ander is de schuldige. En, wanneer de politie tijdig ter plaatse zou zijn geweest, zou er niets gebeurd zijn, dus is ook de politie schuldig, niet jijzelf. Kijk, dit is een verkeerde mentaliteit. Het denkbeeld dat je je verplichtingen, ook ten aanzien van jezelf, op anderen af kunt schuiven, lijkt mij al verkeerd. Ik kan begrijpen dat een gemeenschap regels nodig heeft om volgens die regels te leven. Maar wat ik niet kan begrijpen, is dat men die regels als zo vaststaand, als zo zeker stelt, dat men geen enkele voorzorg pleegt te nemen om een overschrijding van die regels tegen te gaan. Men denkt gewoon niet na. Je kunt zeggen dat er zoveel ingebroken wordt dat bewijst hoe slecht de moraliteit van al die misdadigers is, ze nemen maar. Maar men vergeet er meestal bij te vermelden dat deze heren binnen zijn gekomen, doordat de achterdeur bv. een slot had dat je bij wijze van spreken met elke schroevendraaier open kunt maken, of dat de ramen open stonden. Ofwel dat men rustig adverteerde dat men voor lange tijd weg was, briefje onder de bel: melkboer, we zijn veertien dagen naar Zwitserland.
Nu kunt u natuurlijk zeggen: ja maar, het is toch de misdadiger die het verkeerde doet. Maar zou hij dat verkeerde zo gedaan hebben, wanneer een ander hem de mogelijkheid niet had gegeven? Het is voor het slachtoffer natuurlijk erg vervelend als je zo argumenteert. Een slachtoffer wil horen: je bent arm, je hebt meer recht op zorgen, begeleiding en steun dan de misdadiger. Is dat waar? Ik weet het niet. Ik geloof dat wanneer je de mens voortdurend beter beschermt, desnoods tegen zichzelf, je daardoor gelijktijdig de mens de neiging ontneemt om zijn rechten te verdedigen. En dat betekent dat hij loopt met een reeks illusoire rechten, die hij niet feitelijk meer bezit en die hij niet kan handhaven en het slachtoffer wordt in de eerste plaats van zijn eigen houding.
Er zijn mensen die menen dat de misdadiger ziek is. Ik weet het nog niet, soms is de maatschappij ziek, soms is de misdadiger ziek. Wanneer die misdadiger ziek is, dan kun je natuurlijk zeggen: we mogen die zieke niet straffen. Maar aan de andere kant is de vraag toch ook wel: kun je door die misdadiger als zieke te behandelen, de misdaad beteugelen? Dat wil zeggen, het ingaan tegen een geldende reeks gedragsregels, want daar komt het op neer.
En dan meen ik te moeten zeggen dat dat niet waar is. Kijk eens, ik heb groot respect voor mensen die met psychiatrische rapporten en dergelijke een misdadiger nagaan, ontleden en voor hem de strafmaat en de wijze van bestraffen willen aanpassen. Ze bedoelen het goed. Maar doen ze het ook goed? Wanneer je weet dat je, als je een beetje abnormaal bent, je je gang wel kunt gaan, geloof ik niet dat dat tot zekerheid bijdraagt. En bovendien is het denkbeeld dat misdaad per se een ziekelijke uiting dient te zijn op zichzelf wel een beetje verkeerd. Want er zijn een hele hoop logische menselijke regels die niet passen in het maatschappelijk systeem en die daarom door geboden en verboden worden omgebogen tot wat anders.
De vraag is: waar blijft het slachtoffer? Ja, het slachtoffer kan, geloof ik, van de gemeenschap geen zorg verlangen. Het zou misschien mooi zijn wanneer die gemeenschap die zorg en aansprakelijkheid op zich zou nemen, maar daarbij zou ze ook toe moeten geven dat ze ook schuldig is aan de misdaad.
Er moet een rechtsverhouding blijven. Je zou het beter doen, geloof ik, door te zeggen dat elke mens volledig aansprakelijk is voor alle schade die hij bij anderen veroorzaakt. En als iemand zenuwziek is, dan kun je dat niet direct vergelden, maar je kunt op zijn minst zeggen: degene, die daarvoor de aanleiding was, die moet dan ook maar de kosten betalen. Je kunt zeggen, het is erg vervelend, maar een kind dat doodgereden is door een automobilist die niet oplette of een borrel ophad, dat kun je niet omzetten in een bedrag. Neen, dat geloof ik ook wel, maar toch zou m.i. die automobilist gewezen moeten worden op zijn aansprakelijkheid. En er zijn zoveel kinderen in Nederland of elders, die verzorging nodig hebben. Ik zou zeggen: een kind doodgereden? Goed, aansprakelijk voor het levensonderhoud en de opvoeding van een kind van dezelfde leeftijd dat geen verzorger heeft tot het moment van meerderjarigheid. Dat klinkt een beetje vervelend, vooral voor die automobilist, dat kost je méér dan een nieuwe wagen. Maar realiseer je eventjes dat de straf in overeenstemming dient te zijn met het vergrijp. Wanneer je een vergrijp aanneemt als zodanig, dan kan de strafmaat geen in feite willekeurige zijn, hoe mooi ze dan ook in wetsartikelen is vastgelegd. Ze moet in overeenstemming zijn met het misdrijf, anders heeft ze geen zin.
De relatie tussen een misdadiger en zijn slachtoffer is, geloof ik, over het algemeen niet aanwezig behalve door de daadstelling zelf. Want dat zou je moeten veranderen. De misdadiger zou moeten kunnen zien en begrijpen wat hij in feite heeft aangericht. Hij moet niet op een afstand worden gehouden van de gemeenschap, hij moet niet ergens worden opgesloten om verbittering voortdurend verder op te kroppen totdat hij vrijkomt en zich op de gemeenschap kan ontladen. Hij moet eenvoudig in het leven kunnen staan, maar geconfronteerd worden met de gevolgen van hetgeen hij heeft gedaan. Want dan ontstaat iets anders. Nu is er een verbittering bij het slachtoffer en veelal ook een verbittering bij de misdadiger. Op het ogenblik dat het slachtoffer gaat begrijpen wat de misdadiger bewogen heeft tot zijn daad, hoe de man is, denkt, voelt en beleeft, dan heb ik zo het gevoel dat heel veel van het leed en van de verbittering toch langzaam maar zeker een andere gestalte krijgt. Het is niet meer tegen één mens gericht. Dat wordt meer een begrip en misschien ook een strijden tegen feitelijk bestaande mistoestanden. En de misdadiger, die geconfronteerd wordt met hetgeen hij heeft misdaan, zal in het begin het daar erg moeilijk mee hebben, daar ben ik zeker van. Maar hij zal op den duur ook begrijpen wat hij heeft gedaan. En ik meen dat dat psychologisch en menselijk een betere invloed heeft dan de huidige methode van isolement of betalen.
Het leven van een mens is, geloof ik tegenwoordig wel goedkoop. Iemand die een moord heeft begaan, heeft kans om er af te komen met twee of drie jaar gevangenisstraf. Dan kun je zeggen: ach, dat is het me waard. En dat blijkt dan ook. Een man vermoordt een vrouw, omdat hij van de kosten af wil. Dat is op zichzelf iets krankzinnigs. Maar laat die man dan werken voor degenen die nagelaten zijn. Laat hem dan de zorg overnemen van degenen die hij ten gronde heeft gericht. Het is niet alleen voor hem een goede les, het is gelijktijdig voor anderen een goede les. Je kunt dat probleem niet zo oplossen.
Het gedrag van het slachtoffer is ook lang niet altijd in overeenstemming met wat men veronderstelt. Iemand wordt bestolen, daardoor verliest hij een eigen zaak. Dit is een feitelijk gebeuren dat heeft plaatsgevonden binnen de laatste vier jaar en hier in Nederland. De diefstal op zichzelf bedroeg, laten we zeggen, twintig mille. Door die 20 mille kwam de man in liquiditeitsmoeilijkheden, het bedrijf ging eraan. En de man was altijd eigen baas geweest, moest gaan werken bij een ander, kon dat niet verkroppen en is sedertdien enkele malen opgebracht wegens geweldpleging. Nu zul je zeggen: de dief heeft zijn klap gehad, hij is gepakt, heeft anderhalf jaar gehad, maar het geld is niet teruggekomen, dat had hij er doorgejaagd ergens aan de Riviera, geloof ik. De dief die kan zeggen na anderhalf jaar: nou ja, goed, ik ben terug. Die andere man zal met zijn bitterheid zijn hele leven moeten lopen. Dat is natuurlijk niet juist. Ik zou zeggen: laten we die dief niet veroordelen tot anderhalf jaar, maar tot een zolang werken, tot hij dit bedrag heeft vergoed. En laat de gemeenschap, nagaande wat er ontvreemd is en de betekenis daarvan, proberen dit te vergoeden door een voorschot, dat door de dief moet worden afgelost. Op die manier wordt stelen minder attractief, zeker als je gegrepen wordt. Want het is niet meer een kwestie die je met een paar jaartjes zitten, bij wijze van spreken op een punaise, af kunt boeten. Het is een kwestie geworden, waarbij je toch nog weer moet betalen, waarbij je met je tijd, met je levenskracht, maar ook met je geld, met je persoonlijke gebondenheden betalen moet. Ik geloof niet dat het slachtoffer in kwestie het helemaal gered zou hebben. De man zou inderdaad emotionele moeilijkheden hebben gehad, hij zou een tijdje in moeilijkheden gezeten hebben. Maar is het redelijk om te zeggen: die man is het nu eenmaal kwijt, dan had hij maar verzekerd moeten zijn. Ik geloof dat die verzekering niet een kwestie is van vrijwilligheid. Wanneer er een gemeenschap is, die je de illusie geeft dat je bezit zeker is, dan moet ze ook, wanneer die illusie op een gegeven ogenblik op welke wijze dan ook verbroken wordt, toegeven dat zijzelf daaraan medeschuldig is. Dan zou de man zijn bedrijf hebben behouden en het gezin zou in stand zijn gebleven. Hij zou niet voortdurend wegens geweldpleging zijn opgebracht en dus zeer waarschijnlijk een fatsoenlijk man gebleven zijn, ook voor de gemeenschap, in plaats van zoals nu, een ellendeling te worden, want dat is hij.
Kijk, dit zijn allemaal problemen, waar je natuurlijk geestelijk iets tegenover kunt stellen, want wat ik nu zit te prediken in de praktijk is iets wat bij ons in de geest onvermijdelijk wordt. Wanneer u iemand slaat, dan zult u dit slaan na de dood moeten herbeleven, niet alleen als degene die slaat, maar u zult ook de pijn bij het slachtoffer, de resultaten bij het slachtoffer, moeten verwerken. En op die manier bestaat er een rechtvaardigheid. Er is nu niet direct een straf, er is geen rechter bij ons die zegt: hoor eens, je hebt dat gedaan, nu moet je dat maar lijden. Neen, dat is ingeschapen, dat is deel van je leven. Elke daad die je gesteld hebt, moet je verwerken in zijn consequenties. En hierbij is dit vaak heel erg, of je het nu goed bedoeld hebt of niet. Als je het goed bedoeld hebt, dan kun je gemakkelijker zeggen: nou ja, het is jammer dat het mis is gegaan, volgende keer beter. Maar wanneer je het met opzet hebt gedaan, of helemaal niet over de gevolgen hebt nagedacht misschien, dan kan het heel hard aankomen. En ja, iemand die het dan niet verwerkt, die vlucht weg, die komt in een duistere sfeer te zitten, dat is op zichzelf straf genoeg, geloof mij. Maar waarvoor is het nodig dat dergelijke dingen in de geest bestaan? Zou dat niet veel beter in de stof kunnen worden gedaan?
Ik vind, dat uw wereld zo vol is van tegenstrijdigheden. Neem bv. de kinderbijslagregeling. Het is natuurlijk erg mooi als u zegt: er moet voor de kinderen gezorgd worden, maar in feite wordt er niet voor de kinderen gezorgd, maar voor de ouders. Vele kinderen betalen dan ook met hun betrekkelijk liefdeloos bestaantje voor de ijskast en de televisie van hun ouders. Dat komt inderdaad voor. Ik geloof niet dat die regeling juist is. Wanneer mensen een kind voortbrengen, dan zouden ze toch ook voor de opvoeding van dat kind aansprakelijk moeten zijn, zeker in een tijd, waarin het toch wel mogelijk is om nakomelingschap te voorkomen, wanneer je het absoluut niet wenst. Dus, hier zeg ik ook alweer: hier is een aansprakelijkheid. Nu kunnen we erg opgewonden gaan doen en zeggen: Ja, maar die onverantwoordelijke ouders, die kinderen slaan en mishandelen – kindermishandeling komt in Nederland heel wat meer voor dan u denkt – dat zijn eigenlijk misdadigers en dat moeten we dan weer goed maken aan die slachtoffertjes.
Kunt u goed maken dat een kind geen liefde heeft, dat hij bang is voor zijn vader en zijn moeder en hen haat? Kunt u er iets aan doen dat dat kind opgroeit tot een, wat u noemt, onmaatschappelijk of asociaal wezen? Dat kunt u niet.
Maar u kunt misschien wel uitgaan van het standpunt dat kinderen die niet gewenst zijn, dan ook maar beter niet komen. Dat is voor het kind heel wat belangrijker dan voor de ouders. En wanneer het kind hier slachtoffer is, dan is het weer slachtoffer van – neem mij niet kwalijk – de schijnheiligheid van een maatschappij, die zegt: ja, maar het kind is heilig. Wanneer er iets komt van een contact tussen twee mensen, dan moet dat verder gaan, dat is Gods wil! Ja, dat kan Gods wil nu wel zijn, maar dan moet men ook de volledige aansprakelijkheid nemen, want ik heb nog niet horen vertellen dat een kerkelijke instantie die de heiligheid van alle leven predikt, die tegen alle voorbehoedsmiddelen, tegen alle abortus en dergelijk is, zich bereid heeft verklaard om dan ook de zorg op zich te nemen voor alle kinderen die ongewenst geboren worden. Als dat zo was, dan zouden een hele hoop kerken op het ogenblik benzinestations of bioscopen of kerkgebouwen moeten worden, want dan zou er geen geld meer zijn voor alle pomp en praal. En vertelt u mij dan eens: Wie is er hier de misdadiger? Zijn het die ouders, of zijn het de mensen, die een klimaat hebben geschapen, waarin: als het kind nu eenmaal komt, dan moet het maar komen? Maar als het dan gilt en schreeuwt en ik hou er niet van en het is tegen mijn zin gekomen, dan sla ik het maar. Dat is niet zo’n grote zonde, weet u!
Nu ja, de misdadiger en zijn slachtoffer. Natuurlijk, ‘t slachtoffer lijdt vaak veel langer onder de misdaad dan de misdadiger. Maar, zou dat slachtoffer dan helemaal niets hebben kunnen doen. ‘t Is niet prettig natuurlijk voor het gezag, wanneer gewone mensen wapens gaan dragen. En toch denk ik dat heel wat overvallers, die dan soms ook nog mensen mishandelen, wel uit zouden kijken, wanneer ze wisten dat iedereen ergens bij de hand een pistool of revolver zou hebben liggen. Dat hij in staat zou zijn, om zich te verdedigen. Ik weet tenminste wel, dat het meerdere malen is voorgekomen dat dronken jongelieden, die graag een ander eens eventjes negerden – u weet, dat is een naam voor mishandeling, geweldpleging, openbare geweldpleging heet het dan – dat die, toen ze zagen dat de persoon in kwestie de bokshouding aannam, liever verdwenen. Met andere woorden, wanneer er middelen tot afweer aanwezig zijn, wordt een groot gedeelte van deze misdadigheid al onderdrukt. En dan geloof ik dat die gemeenschap de slachtoffers eerst maar eens moet leren, dat ze voor zichzelf op moeten komen. Dat is veel verstandiger dan de misdadigers vertroetelen, “opdat zij wederom in het sociale patroon kunnen worden ingepast”.
Nu heb ik een hekel aan sociale patronen. Het doet me denken aan een of andere cursus, zo’n naaicursus bv. De misdadiger is in vele gevallen in de eerste plaats eigenlijk een individualist. Dat klinkt een beetje vreemd, maar het is toch zo. Het is iemand, die zich niet wenst te voegen in al die regeltjes. En omdat hij dus geen gevoel heeft voor de geldende moraliteit, zal hij vele daden stellen die daartegen zondigen, die daar tegenin gaan en wordt als zodanig misdadiger. Hij wordt niet begrepen, hij krijgt niet de kans om zijn eigen weg te gaan en wanneer je dat probeert, dan komt hij ergens terecht, misschien in een jeugdgevangenis. Of misschien wordt hij eens afgerost door een paar politieagenten, dat gebeurt ook wel eens. Dat mag natuurlijk niet, dat gebeurt ook. En dan komt zo iemand op de duur te zitten met een absolute verachting voor en haat tegen de gemeenschap. Dan kun je zeggen: Ja, maar hij doet anderen zoveel aan. En dan zeg ik: ja, maar hoe velen hebben hem wat aangedaan?
Weet u, het is zo moeilijk om ergens te zeggen: hier ligt de schuld. Het is heel erg prettig om te zeggen: wij moeten meer zijn en doen voor de slachtoffers. Natuurlijk, de slachtoffers hebben de hulp en de steun inderdaad nodig. Maar voor de gemeenschap zijn ze van minder belang, weet u. Weet u, dat slachtoffer, dat is niet positief, dat slachtoffer heeft ondergaan, het zal zich er niet tegen verzetten. Het slachtoffer zegt niet: dat is gebeurd en nu ga ik achter die misdadiger aan. Dat legt zich bij de toestand neer, wordt zenuwziek, verarmt, verpaupert en verder niets. De misdadiger, die kan morgen een ander slachtoffer nemen, en nog één, en nog één, die zou steeds weer hetzelfde kunnen doen, die moeten we weghalen. Het gaat er niet om, dat we recht willen, we willen zekerheid.
Rechtspleging is in de eerste plaats niet het bestraffen van onrecht of het voorkomen van onrecht, het is eenvoudig het handhaven van de maatschappelijke zekerheden. En dat betekent dat de belangstelling direct gericht is op degenen die ertegen gaan, die moeten georiënteerd worden, die anderen lopen toch wel mee.
Dat is natuurlijk erg onplezierig. De mensen hebben het zo mooi uitgedacht, ‘t is zo’n erg humane maatschappij. Maar is die maatschappij werkelijk wel zo humaan als ze denkt. Je mag jezelf niet zijn. En wanneer je jezelf niet moogt zijn, tja, dan moet je dat op de één of andere manier in orde brengen. Maar hoe? Sommige mensen doen dat door bv. langs de kanten van de wet te gaan. Ze zijn individualisten en de wet is voor hen iets, wat je hanteert tegen anderen, een wapen dat je tegen anderen kunt gebruiken. Er zijn heel wat verschillende verzendhuizen en grote firma’s, grote ondernemers, bouwers en makelaars rijk van geworden. Ze zijn geen misdadigers, let wel. Zij doen het volgens de wet. Wanneer iemand u een huis verkoopt dat op in elkaar vallen staat en die kans ziet u aan te praten dat het 50 mille waard is en u koopt dat voor 50 mille, terwijl u het geld niet eens hebt, dan zijn ze nog zo goed met te zeggen: dat mag je wel afbetalen. Dan valt het huis in elkaar, maar die man heeft geen misdaad begaan. U zit in de ellende. Maar dat is geen misdadiger! Laat de koper maar uitkijken, dan had hij zo stom niet moeten zijn! Dan had je maar moeten zorgen, dat het wettelijk in orde was. Dat is geen misdadiger! Of misschien toch?
Vragen.
Verborgen gebreken?
Juist, verborgen gebreken. Dat is een heel mooie maatregel, maar die blijkt steeds weer niet op te gaan. Er zijn andere methoden, dat weet u ook wel, waarbij de mensen geprest worden op allerhande manieren. Het is maar heel zelden dat een veroordeling na een rechtsgang die vaak veel geld kost ook nog, voert tot een werkelijke vergoeding, dat zult u met mij eens zijn. Dus, zijn die mensen nu geen misdadigers? Neen, dat zijn ze niet. Toch maken ze soms méér slachtoffers dan een misdadiger. U ziet hoe moeilijk het voor mij is om iets zinnigs te zeggen over misdadigers en hun slachtoffer. Er zijn slachtoffers van mensen die geen misdadiger zijn. En er zijn misdadigers, die, als je het goed bekijkt, eerder slachtoffers van hun slachtoffer zijn. Die uitgedaagd worden en wanneer ze dan iets doen, wanneer ze verkeerd reageren, de schuld krijgen. Het is zo moeilijk.
U kunt natuurlijk zeggen:, ja, we moeten uitgaan van de situatie, zoals die bestaat. En dan vraag ik me af, hoe die situatie dan wel is. Iemand wordt veroordeeld wegens oplichting, historisch feit. De man leent geld en belooft de mensen binnen een jaar een winst van 100%. Elk verstandig mens zou moeten weten dat dat nooit eerlijk kan zijn, hè. Dit is in Duitsland gebeurd. Deze man heeft kans gezien om dat op te bouwen, totdat hij de beschikking had over miljoenen. En als er wat binnen kwam, dan betaalde hij, wat hij betalen moest en dat ging een hele tijd goed. Maar, op een gegeven ogenblik viel de zaak in elkaar. De man had ettelijke miljoenen ergens op een bank staan in het buitenland. En al die mensen zeiden toen ineens: die man is een misdadiger, die heeft misbruik gemaakt van de kleine man. Die heeft bedragen van 100 mark, 10.000 mark …. aangenomen van ze met mooie beloften. Maar ik vraag u, zijn het niet eerder de mensen, die zonder iets te doen een dergelijke winst willen maken, toch wel begrijpende dat dat niet helemaal eerlijk kan zijn, niet meer schuldig dan degene die ze heeft opgelicht? Het is maar een vraag.
Nu kun je zeggen: ja, het zijn slachtoffers, ze zitten daar dan toch maar zonder hun spaarcentjes. ‘t Is waar. Je zou kunnen zeggen: er zou iets voor ze gedaan moeten worden. Als u dat vindt, dan moet u daar maar wat aan doen. Maar als u ‘t mij vraagt, krijgen ze alleen maar de straf voor hun ongezonde hebzucht, en krijgen straf voor hun eigen onverstand, voor hun onvermogen eigenlijk om te begrijpen wat er feitelijk aan de hand is. Iemand steekt z’n laatste spaarcenten in een onmogelijk avontuur en is het kwijt. Dat is erg vervelend natuurlijk. Maar, heeft de persoon in kwestie nu alleen maar naar de mooie verhalen geluisterd, of heeft men misschien ook getracht om zakelijk en redelijk te zijn. Zo niet, dan is het geen kwestie van beloven en ben je zelf net zo schuldig als degene die je oplicht.
Dat is precies hetzelfde als wanneer u een politieke partij hebt. U kiest, u hebt gestemd op een bepaalde man. Die man doet helemaal niet, wat hij allemaal gezegd heeft. Dan kunt u zeggen: we worden door de politieke partijen bedrogen. Dan zeg ik: meneer, u bent volkomen fout. U heeft die lui gekozen. Dan had u maar eens na moeten gaan wat ze waard waren, vóór u ze gekozen had. U had het waarschijnlijk wel kunnen weten. Als je dat zo zegt, dan zeggen ze: ja, daar heb je wel gelijk in, in de politiek is dat nu eenmaal zo. Maar als ik datzelfde zeg op het gebied van marktverhoudingen, dan is het weer niet zo. Wanneer ik u datzelfde vertel over de feitelijke zwendel die er met de bouw wordt gepleegd, dan zegt men: nee, dat kunnen we niet goed vinden. Dat er grote maatschappijen zijn, waarop ze rustig een winst berekenen van zeg maar 140%, ja, dat zijn zaken. Maar wanneer iemand u iets verkoopt en hij neemt te veel van u en u zegt, dat is het niet waard. Maar als u bij die grote firma gaat, dan zeggen ze: Ja hoor eens, daar hebben we niets mee te maken, dan had u beter uit moeten kijken. Maar bij de kleine man zegt u: het is oplichting. Hoe wilt u hier een onderscheid gaan maken tussen de misdadiger en zijn slachtoffer? Dat is mijn vraag.
De misdadiger is het product van de maatschappij, het slachtoffer ook. De misdaad wordt in de meeste gevallen mogelijk gemaakt of uitgelokt. U kunt zeggen: dat is niet waar, er wordt tegen niemand gezegd: ga maar eens een bank beroven. Neen, dat wordt tegen niemand gezegd, inderdaad, u heeft gelijk. En dus is degene die het doet, een misdadiger. Maar die misdadiger heeft wel gehoord dat je om mee te tellen, flink geld moet kunnen uitgeven en je moet vakantie hebben in het buitenland, je moet een auto hebben en je vrouw moet ook netjes gekleed gaan. En ja, dat kun je als eenvoudig mens niet verdienen. En dan neem je dat niet en zegt: nu ja, ik wil toch meedoen en je berooft een bank. Wie is nu de schuld? Misschien degene wel die deze dief, deze rover een volledig verkeerde maatstaf heeft bijgebracht van leven en levensgeluk. En dan kunt u zeggen: ja maar, dat arme slachtoffer, die vrouw, die daar neergeslagen is, wat daarvan? Het is een logisch uitvloeisel. De gemeenschap is schuldig, dan moet de gemeenschap het ook tegenover die vrouw goedmaken.
Wanneer er een misdaad is binnen een gemeenschap die pretendeert zekerheid te geven, is die gemeenschap aansprakelijk. Ik vind het een even grote misdaad, wanneer men belastinggelden verkeerd gebruikt, als dat ik het een misdaad vind, dat men van u geld aftroggelt. Begrijpt u? Daar is voor mij geen verschil tussen, maar ja, ik ben maar een arme domme geest, ik snap het niet.
Wanneer men een baby de trap afgooit en het kind is verder voor zijn hele leven spastisch, wat kan het slachtoffer dan doen.
Het slachtoffer kan er niets aan doen, maar ik heb daarnet al enkele opmerkingen gemaakt te dien aanzien.
Maar dat kind moet het zijn hele leven dragen, dat is toch verschrikkelijk?
Dat kind moet het dragen en de gemeenschap moet het kind dragen. Dat is de logische consequentie. De logische consequentie die ik probeer te trekken in al deze dingen, is deze, ik zal het nog een keer duidelijk formuleren:
Een groot gedeelte van de misdaden zou voorkomen kunnen worden, wanneer dus de maatschappelijke normen anders lagen. Daar de maatschappij haar normen boven alles stelt, moeten degenen, die deze normen stellen, de verantwoording van de gevolgen ervan dragen. En dientengevolge zou ik zeggen, heeft dat kind dus recht op verzorging. Het is jammer dat het slachtoffer is, het kind zal er mee moeten leven, inderdaad. Maar men kan proberen, er zoveel mogelijk goed aan te maken.
Kan daar nog karma bij te pas komen?
Ja, karma zit er altijd wat bij, maar dat is weer een ander punt, daar had ik nog op terug willen komen. U zegt het nu, dus laten we het maar meteen doen. Kijk eens, karma kan dus een mens brengen in situaties, door zijn bewustzijn, door zijn achtergronden dus uit een vorig leven, waarin de kans groot is, dat hij het slachtoffer wordt van een misdaad. In zekere zin heeft hij dat dus zelf gekozen, hij is dus medeaansprakelijk. Maar er is iets anders. Dat is de relatie, die ontstaat tussen de misdadiger en het slachtoffer. Die is ook karmisch. De ander heeft iets gedaan aan u. In de geest moet hij dat ervaren, hij moet het verwerken. Vlucht hij weg in het duister, dan heeft hij een wrok tegen het slachtoffer, omdat het slachtoffer het hem onmogelijk heeft gemaakt, zijn eigen illusies in de geest voort te zetten. Zo iemand zal dus proberen om dat slachtoffer wéér te benaderen en misschien wéér te benadelen, Maar, door de benadering kan de zaak switchen, je maakt er iets aan goed, dan is de zaak uit de wereld, hè, dan is er harmonie. En zo kan het ook gaan met het slachtoffer, dat dus niet kan aanvaarden, dat er iets is gebeurd. En dat zal dus een haat houden. Dat zal de neiging hebben, wanneer het enigszins mogelijk is, te incarneren in de buurt van degene die de misdaad heeft begaan, om die hak terug te zetten, bij wijze van spreken. Ook dat gebeurt lang niet altijd, want de wrok, die je tegen een ander hebt, is dus geestelijk onaanvaardbaar. En je moet uitgaan van een zo groot mogelijke harmonie, het positieve zoeken, daar leer je uit, daar word je groter uit. Maar de tegenstelling, die je schept, die maak je dus kleiner. Maar inderdaad zijn deze waarden karmisch en kan een wrok tegen een slachtoffer dus inderdaad doorwerken in vele levens. U ziet, ook dit zijn relaties, waar je eigenlijk te weinig bij stil pleegt te staan.
Nu zult u begrijpen, dat wij in onze Orde een beetje anders denken over deze dingen dan u op aarde. Ik heb het aan het begin al gezegd, ik geloof niet dat een slachtoffer dan maar moet beginnen met de ander te haten of te verwijten. Ik zeg niet dat je moet zeggen: ach, wat ben je lief dat je die misdaad hebt begaan, dat is kolder. Maar je moet proberen zo iemand niet te haten en zo mogelijk het maar te vergeten. Je moet leven met dat wat je hebt en daar moet je zo goed mogelijk mee leven. Wanneer iemand dreigt een misdaad te begaan, dan geloof ik dus dat je daar tegenin moet gaan. Als iemand op het punt staat je te mishandelen en je ziet kans om die ander desnoods dood te slaan, noodweerexces eigenlijk, dan vind ik dat altijd nog verkieslijker boven het eenvoudig dan maar lijdzaam ondergaan, alleen een paar noodkreten slaken en voor de rest zeggen dat de wereld gefaald heeft. Ik geloof dat elke mens voor zijn leven zelf aansprakelijk is. En die aansprakelijkheid betekent niet alleen een aansprakelijkheid voor alle daden die hijzelf naar buiten toe stelt, maar ik meen wel degelijk, dat het ook is gelegen in de nalatigheden die hij heeft in zijn contacten met de buitenwereld, waarin je nalaat, je te verdedigen tegen iemand. Dan ben je zelf schuldig, omdat je niet het uiterste hebt gedaan om je te verdedigen. Wanneer je toelaat dat iemand een ander mishandelt terwijl je in de buurt bent, om welke reden dan ook, ben je medeaansprakelijk. Je had moeten proberen om die ander dat te beletten. Die mede-aansprakelijkheid gaat heel wat verder dan de meeste mensen denken.
Wanneer u zegt: ons leger moet optrekken en deze wrede vijand uitroeien, dan bent u allen, door het feit dat u dat zegt, medeaansprakelijk voor alle geweldplegingen die er gebeuren. En als u zegt, de Verenigde Staten moeten met alle geweld proberen in Vietnam een overwinning te krijgen, dan bent u allen hierdoor medeschuldig aan gebeurtenissen als My-Lai en dergelijke Dat klinkt voor ons vervelend, natuurlijk, we zijn allemaal zulke goede mensen en we menen het zo goed en we kunnen er niets aan doen. Maar de slachtoffers worden ook door u gemaakt, omdat u verkeerd denkt en verkeerd leeft.
En nu kunnen we zeggen: ja, maar dat heeft met het onderwerp weinig te maken. Ik kan me voorstellen dat er iemand zit die zegt: ja maar, waar blijft nu de werkelijkheid, waar blijft nu de verhouding tussen de misdadiger die dan toch eigenlijk vertroeteld wordt met reclassering en hulp om een baantje te krijgen en al die dingen meer en dat arme slachtoffer dat iedereen maar in de steek laat. Ik kan me voorstellen dat u dat zegt. Maar wat moet je daar dan van zeggen? Moet je zeggen dat er mensen zijn, die langer lijden onder de gevolgen van een misdaad dan een misdadiger zelf onder zijn bestraffing? Dat is een feit. Maar waarom? Hoe? Dat is belangrijk! Dan wordt er gepraat van: Wij moeten iets doen voor de arme slachtoffers van al die gemene misdadigers. Oh, dat klinkt mooi! Maar daar kom je niet verder mee. Denkt u werkelijk dat je het verlies van een kind goed kunt maken door een beetje extra bijstand? Denkt u dat een slachtoffer van een concentratiekamp door een mooi salaris, hoe heet het, door een mooi pensioen, iets geholpen kan worden om te vergeten? Neen, daar doe je niets aan, Laat die mensen hun leven maar leven. Maar zorg ervoor, dat er geen concentratiekampen meer komen, niet weer! Dat is verstandiger.
Ze zijn er alweer.
Daarom zeg ik: zorg ervoor dat ze er niet wéér komen en als ze er zijn, doe er wat aan. Het is natuurlijk erg mooi om te zeggen: wij mogen niet andere mensen discrimineren en dat is allemaal uit den boze, maar in feite doe je het allemaal, je discrimineert, zo van: die moet je niet serieus nemen. Een vrome katholiek die zit elke dag z’n knieën te verslijten in de kerk.
En die andere moet je ook niet au sérieux nemen hoor, die loopt de dominee achterna als een hondje, hij kwispelt alleen met het evangelie en verder niet. Zo zijn de mensen, zo denken ze. “En dat is een vuile communist, die vent die deugt niet, die is antinationaal, die wil de godsdienst om hals brengen, die wil alle mensen regeren. Zo redeneert men. En dan kun je zeggen: ja maar zeker, er zijn slachtoffers in deze gemeenschap, maar je kunt die slachtoffers niet teruggeven wat hen ontnomen is, of het nu zielenrust is of bezit of wat anders, misschien hun leven. Je kunt er alleen voor zorgen dat de omstandigheden veranderen. En om die omstandigheden te veranderen, moet je de maatschappij veranderen. Er zijn zoveel dingen waar ik – ja misschien vindt u dat ik een beetje vervelend ben, mag u gerust zeggen, maar ik probeer duidelijk te maken hoe ik dat zie hier, vanuit mijn wereld. Ik geloof dat je moet beginnen met elke mens aansprakelijk te stellen voor zichzelf. En dan volledig aansprakelijk te stellen voor alles wat uit zijn daden voortvloeit of hij het zo bedoeld heeft of niet.
Ik geloof dat je de bescherming van de maatschappij moet terugbrengen tot het minimum en de regeling door en de verplichting aan de maatschappij eveneens.
Ik geloof dat je de mens alleen sterk kunt maken, wanneer hij in staat is met misdaad af te rekenen. Wanneer hij in staat is onrecht niet alleen te zien en desnoods te verdragen, maar ook er iets tegen te doen. En dat kun je niet bereiken wanneer je iemand voortdurend meer beschermt. Laat mij een eenvoudig voorbeeld geven. De westerse mens wordt medisch uitstekend beschermd, zoals u weet, en hij wordt ingespoten tegen allerhande ziekten. Maar wat is het resultaat? Dat zijn lichaam zelf steeds trager en in steeds mindere mate afweerstoffen produceert wanneer er toevallig iets aan de hand is, wat niet via injecties of via antibiotica of iets dergelijks op te lossen is, of wanneer die dingen er toevallig niet zijn. Je maakt de mens kwetsbaarder door hem perfecter te beschermen. En dat is wel gebleken. En zou dit dan moreel, in de rechtsverhoudingen niet precies hetzelfde zijn? Hoe meer je een mens beschermt, hoe zwakker je hem maakt. Hoe zwakker je hem maakt, hoe eerder hij het slachtoffer wordt van iets dat niet voorzien was. En de misdadiger is iets, waar in het sociale systeem in feite niet voldoende voorzien wordt. En nu kun je zeggen ja, maar goed, die slachtoffers zijn er. Help ze! Help ze, wanneer ze zichzelf niet meer kunnen helpen. Help ze alleen maar net zo ver, dat ze zelf op hun pootjes kunnen staan, maar laat de misdadiger dan alles, wat daarvoor nodig is, opbrengen. Zeg niet tegen hem: jij gaat zakjes plakken, maar zeg rustig tegen hem: we zullen je lekker afzonderen, joh, je gaat maar eens in de mijnen werken bv., dan kun je aardig wat per dag verdienen en dan kun je op die manier je schuld afdragen.
Werkkampen, ja, lijken me in ieder geval iets beters dan gevangenissen. En nu zegt u misschien: ja, dat kan dan misschien het best in een concentratiekamp. Ja, ergens wel, maar ik geloof met één verschil. De mens die in deze, zeg maar afgezonderde wereld leeft en verdient, hoeft alleen maar te zorgen, dat hij, hoe dan ook, aan zijn verplichtingen voldoet en het is afgelopen. Hij kan desnoods ook op een soort erewoord vrij worden gelaten, zolang hij aan zijn verplichtingen tegemoetkomt. Doet hij dat niet, pak hem in zijn kraag. Het hoeft niet een kwestie te zijn van zo maar eens een enkele keer zeggen: we beboeten je.
Ik vind het krankzinnig dat bv. iemand een ander voor zijn leven ongelukkig omverrijdt met een auto – ik neem maar een voorbeeld – niet kwaadwillend, maar hij rijdt iemand gewoon overhoop, hij heeft niet uitgekeken of wat anders. En hij is schuldig. En dat hij dan vecht tot de Hoge Raad en zo, en er afkomt misschien met ontzegging van de rijbevoegdheid voor een jaar en een boete van een duizend gulden of zo. Je zou doodgewoon moeten zeggen, die ander is arbeidsongeschikt geworden en die zal verminderd arbeidsgeschikt zijn. Wanneer hij weer beter is: betaal het verschil maar bij. Dan kijken ze wel beter uit in het vervolg. Dan zouden ze wel beter uitkijken, inderdaad. Ik geloof dat je de hele zaak verkeerd bekijkt, wanneer je aan de ene kant zegt: die misdadiger is zo schuldig en aan de andere kant: het slachtoffer is zo arm. Ik geloof dat je werkelijk moet zeggen: het is de gemeenschap die de verhouding misdadiger-slachtoffer heeft gefixeerd. En wanneer ze die verhouding niet op een rechtvaardige basis kan fixeren, dan moet ze helemaal niet fixeren, maar eenieder de vrijheid geven om zich te verzetten. Wanneer iemand in je huis binnendringt, dan moet je niet zeggen: je mag de man dan aanhouden. Neen, als hij in je huis binnendringt, schiet hem desnoods maar dood, wanneer er gevaar bestaat. Dan wordt het uitgevochten.
Daar zijn heel eigenaardige voorbeelden van. Ik weet niet, houdt u van het Wilde Westen? Hebt u wel eens gehoord over de stad Abilene? Abilene was een heel ruwe veedrijversstad, waar dus elk weekend een aantal gunfighters-moorden voorkwam. Toen kwam er een sheriff, die ging niet meer debatteren of het wel of niet mocht en die ging het ook niet plechtig uitschieten of zo – daar hadden ze al te veel sheriffs mee begraven – die ging uit van het standpunt: ik ga jullie zonder wapens neerslaan. Dat deed hij dan ook inderdaad en het resultaat was dat er zoveel mannen een pak slaag kregen van ongewapenden dat men de moed niet meer had, om met pistolen te vechten. Het resultaat was dat in Abilene het aantal doden dus aanmerkelijk kleiner werd. En toen kwam er nog een sheriff en die heeft u waarschijnlijk wel gekend, hij heeft later een Western-show gevoerd, dat was wild Bill Hickok. Hij is een soort kermis-ondernemer geworden. Toen hij jong was, was hij daar sheriff geweest in Abilene en die deed nog iets anders. Die zei: zodra je binnengaat in een hotel, in een kroeg of waar dan ook, dan moet je je wapens afgeven. En eenieder in het hele dorpje, vrouwen inclusief, is verplicht buiten een wapen te dragen. Nou, en toen waren de wilde jongens weg want er was niets te doen. Je kon toch per slot van rekening niet beginnen met een vechtpartij of een roofpartij als de een of andere oude dame een pistooltje uit haar beurs haalde – en dat was meestal dan nog een Derringer – en pang zei.
Maar op die manier werd dus eigenlijk Abilene in nog geen vijf jaar van één van de moorddadigste en wildste vee stadjes tot een van de meest rustige centra. Nu kunt u zeggen, dat bestaat in deze tijd niet meer. Maar de situaties bestaan nog wel. Zeker, er wordt nu niet meer gevochten tegen Indianen om land en dergelijke, maar toch, moord en doodslag bestaan nog steeds en alleen een gemeenschap, die zich daartegen weet te verdedigen, kan die problemen oplossen. En je verdedigt je niet met een psychiatrisch rapport en niet met gevangenisstraf en ook niet met een boete. Je kunt je alleen verdedigen, wanneer je de consequenties zeer ernstig maakt. Zolang een slachtoffer niet bereid is de consequenties te dragen van een verweer, is het terecht slachtoffer. Zolang de misdadiger zijn persoonlijke behoeften en illusies niet op die wijze mag uitleven, is de gemeenschap voor een deel schuldig aan het feit, dat hij misdadiger is. En daar heb ik dan mijn conclusie hier. Mijn conclusie in deze is, dat vele slachtoffers schuldiger zijn dan de misdadiger, punt één. Dat de misdadiger in vele gevallen een slachtoffer is van de maatschappij, punt twee. Dat de oplossing van het probleem van de misdaad en van het slachtoffer niet kan worden bereikt door sentimentaliteiten en veel goede wil, maar alleen door hard volgens de feiten te werk te gaan. Je kunt kiezen voor een dictatuur, die maakt de misdaad over het algemeen ook tamelijk onmogelijk – in China zijn bv. praktisch geen dieven en geen bedelaars meer – maar daarvoor in de plaats is er natuurlijk ook heel weinig vrijheid over, of je kunt direct kiezen voor een grotere persoonlijke aansprakelijkheid. Ik meen dat men deze keuze zou moeten doen. De persoonlijke aansprakelijkheid, niet alleen voor de slachtoffers die je maakt, maar ook voor het verweer tegen de misdadiger, waar dit noodzakelijk is. Een omschakeling in deze richting zal, daar ben ik mij van bewust, in het begin vele slachtoffers vergen, maar het merendeel van hen zal zelf schuldig zijn aan dit slachtoffer worden. Vergeet dat niet. Daarna ontstaat een maatschappij, waarin het slachtoffer voor een groot gedeelte zekerheid vindt, waarin het aantal slachtoffers afneemt en waarin het aantal misdadigers terugloopt door de grotere mogelijkheid om vrijelijk en op je eigen wijze te leven. En daar moet u nu maar eens over nadenken.
Ik heb waarschijnlijk heel wat mensen ergens op de ziel getrapt. Ik heb dat niet opzettelijk gedaan. Maar u moet mij niet kwalijk nemen, wanneer ik eerlijk zeg dat vele vrome, religieus-gezinde mensen schuldig zijn aan de misdadigheid van degenen, die zij wilden dwingen hun geloof als een feit te aanvaarden, zonder dat die mensen het innerlijk geloof konden vinden daartoe. Ik meen gerechtvaardigd te zijn, wanneer ik stel dat een gemeenschap als de uwe in feite misdadigheid aanmoedigt door de wijze, waarop zij persoonlijke initiatieven en mogelijkheden voortdurend vermindert. Ik meen te mogen zeggen dat vele slachtoffers van misdaad ook hun eigen aansprakelijkheid uit het oog hebben verloren, hun eigen vermogens niet hebben gebruikt en zich verkeerdelijk hebben beroepen op een verdediging van een gemeenschap die niet op kon treden, terwijl ze hun eigen mogelijkheden tot verdediging buiten beschouwing hebben gelaten.
Maar dan die duizenden in de oorlog, die dat niet konden, die zich niet verdedigen konden? Hoe gaat dat dan?
Ja, en daar krijg je weer dat typische dus. Wanneer ik zeker weet dat ik mij tegen een onrecht verzet en daarvoor bestraft wordt, dan moet ik het dus maar niet doen. En dan moet ik mijzelf wel beschouwen als een slachtoffer van dat onrecht. U vergeet één ding. Wanneer je die kogel dan kreeg, dan kom je met een gevoel van gerechtvaardigdheid in ieder geval aan onze kant. Dan is het geestelijk veel eenvoudiger om weer tot geluk te komen. Je bereikt er niet zoveel mee. Het menselijk leven is niet zoveel waard. Maar de daden van de mens, het besef van de mens, datgene, wat je meeneemt wanneer je overgaat, dat is het belangrijke. En dat wordt over het hoofd gezien. lk zal u één ding zeggen: de Joden in Warschau hadden met hun opstand kunnen slagen, wanneer niet een deel van de machtshandhavers in feite Joden waren geweest en daardoor hebben bijgedragen tot de ondergang, niet slechts van de verzetsmensen daar, maar ook van het getto als zodanig, maar ook van zichzelf. Wanneer mensen rustig in de rij staan om vermoord te worden, zoals in Auschwitz, kun je zeggen: dat is toch wel bitter, inderdaad. Maar ik geloof dat wanneer die mensen hadden gezegd: “Dan willen we tenminste sterven op waardige wijze”, en een paar van hun beulen, ook al werden ze onmiddellijk neergeschoten, eenvoudig hadden omgebracht, dat er heel wat anders zou zijn gebeurd. Het is de lijdzaamheid van het slachtoffer dat de misdadiger zijn mogelijkheden geeft. Vergeet u dat niet. Vergeet u niet dat in diezelfde concentratiekampen de slachtoffers elkaar hebben vermoord om een kans een dag langer te leven. Dan kunt u zeggen: “Ja, ‘t is treurig”, dat is het. Maar is het dan ook niet treurig dat die mensen niet de moed hebben gehad om dan, wanneer je dan toch moet sterven en je weet dat het bijna onvermijdelijk is, dan in ieder geval niet te sterven nadat je eerst anderen van je eigen mensen van hun redelijke mogelijkheden hebt beroofd, maar dan eenvoudig de vijand, degene die je dit wil aandoen, althans in gevaar hebt gebracht. Het is die lijdzaamheid die volgens mij de slachtoffers mede-slachtoffer maakt van zichzelf. En dat vergeet men.
En ik dacht, in Polen is dat ook gebeurd.
Dat is inderdaad gebeurd. Ik wil u hier nog wijzen op een heel eigenaardig geval, dat is namelijk in Treblinka geweest. Daar waren een aantal joodse jongemannen, die zagen – dat was nog in de tijd van vergassen met auto’s – dat ze vergast zouden worden en die hebben toen eenvoudig een aanval gedaan. Ze zijn er in geslaagd twee van de gasauto’s in brand te steken, het merendeel van hen werd neergeschoten, sommigen bleven gewond achter. En nu een heel eigenaardig iets. Een paar van deze jonge mensen leven op het ogenblik – ze zijn ouder geworden – in Israël. En waarom? Omdat zelfs de Duitsers respect hadden voor mensen die dat durfden. En daardoor zijn ze getransporteerd, ik weet niet langs welke kampen, maar ik weet in ieder geval wel, ze zijn bevrijd door de Amerikanen. Een geval, dat niet algemeen bekend is, maar dat hier als een illustratie kan dienen.
En nu nog iets vreemds. Deze Joden hadden een zekere verachting voor een deel van hun eigen volk gekregen. Ze hebben gewerkt, toen ze in Israël kwamen, bij een zeg maar soort terreurorganisatie nog. Ze waren onder de eersten, die daar immigreerden en ze hebben het respect pas gevonden voor het Jood-zijn en het volk, omdat Joden daar voor hun rechten durfden op te komen. Ik weet niet, of dit niet symptomatisch is, dit verhaal, voor het hele probleem.
Het Christendom leert toch lijdzaamheid, zich als een lam ter slachtbank laten leiden. De Mattheuspassion is één verering van het lijden en het lijdzaam zijn.
Ja, en als dat nu werkelijk waar was, dan zou ik er misschien nog vrede mee hebben. Maar volgens mij is het christendom één der meest agressieve godsdiensten ter wereld.
Ze preken lijdzaamheid!
Ze preken lijdzaamheid, ja juist, en dat is nu de dwaasheid. Weet u, het is zo: wanneer ze op de linkerwang slaan, kunnen ze zich vergissen, dus keer de rechter toe. Slaan ze daar ook op, dan verwachten ze het niet en dan kunt u misschien recht in het midden een neus in een andere vorm brengen. Dat is voor mij het christendom. Verdraagzaamheid, dat is: beseffen dat een ander anders kan zijn. Dat is: accepteren dat een ander andere problemen heeft, andere denkwijzen, andere leefwijzen en behoeften, maar dat wil nog niet zeggen, dat je de vloermat voor een ander speelt. De verering van een Job kan ik voor mij begrijpen, wanneer het gaat omdat zijn God, dus de kracht, die hij aanbidden moest, die hij aanvaarden moest, de oorzaak was van zijn ellende. Maar wanneer diezelfde Job een voorbeeld moet worden, als hij het van mensen neemt, dan is hij voor mij iemand, die zijn plaats op de mesthoop nog niet eens verdient. Dat klinkt misschien gek.
Nu zit je bij de ‘Verdraagzamen’ en dan wordt er zoiets gezegd. Ja.
Ze moeten toch ook eens leren zelf te denken?
Ja. Je moet jezelf verdedigen, nooit ten koste van anderen, maar je moet jezelf verdedigen. Je bent mens en je hebt recht op een menselijk leven. Dit leven moet je nooit ten koste van anderen leven, dat is verkeerd. Je moet ook nooit proberen anderen aan jezelf te onderwerpen. En wanneer anderen trachten om jou te onderwerpen, heb je het recht om je te verdedigen. Bezit is niet belangrijk. Wanneer iemand er om vraagt, geef het hem. Maar wanner hij het probeert te nemen, zorg ervoor, dat hij het nooit meer in zijn hoofd haalt.
Dat is verdraagzaamheid. En dat is volgens mij ook de essentie van het christendom. De meeste mensen vergeten dat Jezus ook wel lijdzaam was tegenover zijn rechters, daar had hij zijn reden voor. Maar dat hij het zeker niet was tegen de geldhandelaren en de handelaren in offertjes in de tempel.
Tweede deel.
Voor we verder gaan, wil ik in ieder geval dit even zeggen. We zijn in die eerste helft schijnbaar veel van het goede spoor afgedwaald, dat kan ik mij wel voorstellen, maar aan de andere kant hebben we ook een heleboel dingen bij elkaar gebracht en dat is altijd een heel dankbaar iets, omdat blijkt eigenlijk uit allerhande dingen, hoe elk onderwerp, welk je ook neemt, vervlochten is met alles in de mensheid. Je kunt nooit zeggen: dit blokje hoort er niet bij.
Vragen.
Als we de fixatie van misdadiger en slachtoffer door de maatschappij buiten beschouwing laten en uitgaan van de aansprakelijkheid voor zichzelf, dan blijft er toch nog wel echte misdaad over of vindt er nu in de geest rechtspraak plaats. Als het slachtoffer zich echt niet kon verdedigen, moet hij dan het hem aangedane maar accepteren, zien te begrijpen. Bedoelde u vóór de pauze, dat hij dan maar wraak moet zien te nemen?
Neen. Je moet eenvoudig uit kunnen gaan van dat, wat is. Het onvermijdelijke moet je leren aanvaarden, omdat door die aanvaarding een besef omtrent het leven ontstaat, dat geestelijk erg belangrijk is. Er bestaat geen rechtspraak in de geest. Ik weet wel dat ze u een goede God verkopen, die als rechter zit en de zieltjes dan in schapen en bokken scheidt, maar die rechtspraak is eigenlijk ingebouwd in de mens zelf. Daar is geen rechter voor nodig, omdat je bij elke recapitulatie van een leven geen onderscheid kunt maken tussen jezelf en anderen. Heb je anderen goed gedaan, dan ervaar je dat op dat moment zelf als iets goeds, als iets prettigs.
Heb je anderen kwaad gedaan, dan ervaar je dit ook zelf als kwaad, als onaangenaam en moet je het overwinnen. En wanneer je dit dus kunt, dan heb je een nieuw besef van leven gekregen, waardoor je in een lichte sfeer gemakkelijk verder kunt. Wanneer je dat op een gegeven ogenblik weigert, dan is het enige wat je kunt doen: wegvluchten voor de waarheid. Maar dat is ook alle besef van waarheid uitsluiten, terwijl je toch voor jezelf niet weg kunt vluchten. Dat is de ellende van het leven in een duistere wereld, waarbij je vaak probeert steeds meer uit te sluiten, tot je op een gegeven ogenblik niet verder kunt en dan, zonder je wil, toch weer wordt geconfronteerd met het totaal van wat je bent. Dat is wat je zou kunnen noemen een hel. Maar het is een hel die niet gelegen is in datgene wat God decreteert, maar wat eenvoudig gelegen is in je weigering om de werkelijkheid omtrent jezelf te aanvaarden. Ik hoop dat het duidelijk is.
Er is dus compensatie, volledige compensatie, kun je dat zeggen?
Er is een volledige compensatie, inderdaad. In de eerste periode, vlak na de dood, dat is meestal een dag of drie, veel langer duurt dat niet, maar daaruit bestaat dus een besef, een manier van denken alleen, die je wereld weer bepaalt en de waarde van de wereld, waarin je vertoeft. En dat betekent dat er in de geest wel een compensatie is, maar niet de compensatie, die menselijk gezien rechtvaardig zou zijn, maar de compensatie die voortvloeit uit je eigen besef omtrent je wezen en je beleven.
Steeds weer blijkt dat de straffen volgens onze normen ex-kampbeulen geen inzicht bijbrengt in de grootte van hun misdadigheid en ik meen dat dit ook voor vele anderen geldt. Waarom hen niet laten ondergaan, wat zij anderen aandeden, teneinde zo die harde kant van onbegrip te breken: Geweld en wreedheid is toch de enige taal, die zij verstaan en gebruiken?
Ik weet niet of dat redelijk is. Kijk eens, wanneer een ander een beul is, geloof ik nog niet, dat je jezelf daartoe moet verlagen om beul te worden. De grote moeilijkheid ligt hier niet in die kampbeul, want die komt toch wel aan zijn trekken. Al heeft hij misschien voor zichzelf niet zoveel kwaad gedaan als hij volgens u gedaan heeft. Maar hij komt aan zijn trekken, en heeft hij meer gedaan dan u meent, dan krijgt hij het ook thuis. Hij wordt met zichzelf geconfronteerd.
Maar op het ogenblik dat u gaat wreken, want daar komt het in feite op neer, wanneer u wilt wreken tot een juist besef, dat is alleen: ik wil, dat die man kruipt. En dat is nu net wat hij vroeger ook wou van die gedetineerden of – hoe heette het – arbeiders in gruzelementen waarden? Dus, ik geloof, dat je dat niet moogt doen. Wanneer een kampbeul gevaar oplevert, doordat hij weer iets dergelijks begint, moet je zorgen dat hij dat niet kan, maar wat hij gedaan heeft op zichzelf, daar kun je niets aan veranderen. Daar moet die man mee leven. En je kunt proberen die man duidelijk te maken dat het verkeerd is, maar als dat een deel van zijn leven is geweest, dan zal hij dat niet toegeven, zelfs al beseft hij het: omdat een mens er maar zelden toe gebracht kan worden, toe te geven dat wat hij is en wat hij betekend heeft, van nul en generlei waarde was. Ik geloof niet dat je dat van een ander moogt vergen.
En ik meen dan ook dat de wraakzucht, die men heeft ten aanzien van dergelijke mensen, hoe begrijpelijk misschien ook, misplaatst is vanuit een geestelijk standpunt. En dan heb ik daar natuurlijk nog het nodige bij. Ik wil alleen maar opmerken dat er in Duitsland concentratiekampen en ook Jodenvervolgingen waren in de tijd dat de Nederlanders Olympiade gingen vieren. Dat men in had kunnen grijpen, vele malen van buitenaf – voor die bewuste periode, ik meen 1959 – en dat men het niet gedaan heeft om velerlei redenen. Dat men wist wat er aan de hand was, gevangenen vrij kon kopen en het om allerhande redenen niet gedaan heeft. En als ik dat bekijk, dan krijg ik toch niet de indruk dat alleen de kampbeulen schuldig waren. De Nederlanders hebben ook de treinen weg zien gaan en misschien zijn er mensen geweest, die er wat tegen gedaan hebben. Zeker, ze hebben wat demonstratief gestaakt. Maar heeft iemand werkelijk de moed gehad, op een enkeling na, om te zeggen: dan breken we desnoods die hele spoorbaan op. Dat hebben ze niet gedaan. Zo is het elders ook geweest. Degene die uit angst dergelijke dingen heeft geduld, is medeschuldig. Ik geloof dat je dat ook moet begrijpen. Ik wil zelfs verder gaan. Ik geloof dat in vele gevallen de behoefte om tegen dergelijke mensen hard op te treden, niet alleen voortkomt uit wraakbehoefte, maar ook ergens uit schuldgevoelens, die men op die manier onderdrukt. Tja…
Zoals er verliefdheid op het eerste gezicht bestaat. En het innerlijk herkennen van een reeds bestaande verbondenheid, zo schijnt iets dergelijks ook tussen misdadiger en toekomstig slachtoffer te kunnen bestaan. Is dit karma, zo niet, wat dan wel.
Nu, ik zou zeggen, dat is in negen van de tien gevallen sensitiviteit, Wanneer er een relatie bestaat tussen beiden, dan is dat heel vaak een begeerte-haat-relatie. En een begeerte-haat-relatie werkt dus zeer sterk in op de aura, geeft daarin een zeer bepaalde vertekening. Wanneer die op een persoon gericht wordt, voelt die persoon het. Op het ogenblik echter dat ze beantwoord wordt, ontstaat inderdaad een verbondenheid en zal bij voldoende sensitiviteit één van beiden of zouden beiden kunnen voorzien wat gaat er gebeuren. Ze zouden op grond daarvan dan de relatie kunnen breken. Maar dat gebeurt zelden.
Wat is een begeerte-haat-relatie? Kunt u een voorbeeld geven?
Ja, laten we een heel eenvoudig iets nemen. Een jongen kijkt naar een meisje, een meisje kijkt naar een jongen. Nu haat ze hem eigenlijk, omdat hij haar niet neemt op haar eigen waarde. Gelijktijdig begeert ze hem, omdat hij haar dus een zeker overwicht toont, dat komt vaak voor. Ja, dat zijn geen Dolle Mina ‘s waar ik over praat. Aan de andere kant beleeft de man de vrouw als iets wat hij begeert in vele opzichten, maar aan de ander kant is er een verplichting die dreigt te komen en die verplichting haat hij. Zodat meestal bij de kennismaking tussen twee jongelui reeds al gesproken kan worden van een begeerte-haat-relatie. Dit kan op elk niveau van leven voorkomen en in elke verhouding een rol spelen. Dus ook zelfs in zuiver zakelijke relaties, bij ideële relaties, zelfs bij gesprekken kan het een rol spelen. Men begeert het gesprek en daarmee dus de aandacht van de ander, omdat men meent zichzelf hierdoor te kunnen bewijzen, maar gelijktijdig haat men de ander omdat men bang is dat hij kan bewijzen dat je minder bent dan je zou willen zijn.
Een chromosoomtekort schijnt wel aangemerkt te zijn als een eventuele oorzaak, een erfelijke oorzaak van misdaad.
Ja, dat is natuurlijk wel heel aardig, maar een chromosoomtekort kan dus niet bestaan, zoals u weet. Een chromosoom is in zichzelf nl. een gesloten keten. We kunnen dus hoogstens spreken van een chromosoombeschadiging die erfelijk is. En dan kan hierdoor een gedrag ontstaan of een gedragsnorm die afwijkt van de maatschappelijke. Indien u dit als misdadigheid of aanleg tot misdadigheid beschouwt, hebt u gelijk. Maar het is dus niet zo dat dit van geslacht tot geslacht zonder meer wordt overgeleverd; en wel omdat in een chromosoom, zoals u weet, een groot aantal mogelijkheden is vastgelegd, waarvan dus op een gegeven ogenblik, wanneer twee chromosomen samenkomen, een selectie ontstaat, zodat het niet nodig is dat in het volgende geslacht beschadiging op welke wijze dan ook een rol speelt, al zal zij aanwezig zijn en zelfs volledig in de eigenschappen kan worden weggedrukt. Ze komt dus niet tot uiting. Bij een verdere menging, dan krijg je weer een nieuwe chromosoomcombinatie, waarin ze zwakker wordt. Maar we zien dus wel dat een dergelijke beschadiging dus in het tweede geslacht misdadigheid brengt en dan bv. weer in het zesde of zevende diezelfde eigenschappen naar voren schuift. En dat is dan een desoriëntatie, op welk terrein dan ook, ten aanzien van de gemeenschap of de waarden van de gemeenschap, want dat is misdadigheid. Dat is dus inderdaad waar, maar verder dan dat gaat het niet. Dus geen erfelijkheid van mens op mens.
U bent vaak zonder het te beseffen misdadiger, omdat u uitgaat van uw eigen maatstaf tegenover anderen, ook waar deze recht hebben een eigen maatstaf te bezitten. Als u in de komende tijd u realiseert dat eenieder het recht heeft op zijn eigen gedachten, zijn eigen leven, zolang hij anderen niet schaadt, zult u uzelf bedwingen, waar u anders uit zou barsten en daardoor uzelf menige barst besparen.