De projectie van het astraal lichaam

image_pdf

4 september 1972

Wij zijn, zoals u bekend zal zijn, niet alwetend en ook niet onfeilbaar. Ik hoop dus, dat u zelf na zult willen denken over wat er gezegd wordt. Ons onderwerp van vandaag: De projectie van het astraal lichaam.

Een astraal lichaam is, zoals u weet, een fijnstoffelijk lichaam, dat over het algemeen in uiterlijk identiek is aan dat van de stof; een lichaam, dat na de overgang – tenzij het bijzonder bezield wordt, dus uitdrukkelijk in stand wordt gehouden meestal na kortere tijd vervaagt, vervluchtigt. Dit fijnstoffelijk lichaam maakt deel uit, zolang je in de stof leeft tenminste, van het geheel van je gedachteprocessen. Een deel van de astrale wereld is zelfs in de aura zichtbaar en het astrale lichaam, het zijn reflexen op die wereld, zorgt dan ook vaak voor bijzondere vertekeningen, die in kleur vaak tot uiting komen. Als ik mij niet vergis, is door Leadbeater indertijd een reeks van aura’s omschreven; in enkele daarvan komt, zij het misschien niet honderd procent juist, ook wel degelijk die astrale uitstraling, astrale vorm, mede aan de orde.

Wanneer een mens denkt, dan beweegt hij zich daarmee op een terrein, dat ook in de astrale wereld ligt. Wanneer je intens denkt, dan maak je dus als het ware een astraal beeld. Maar wanneer je nu denkt aan jezelf in een bepaalde situatie, dan is het mogelijk, dat het astraal lichaam, als een soort tweede lichaam, een soort tweede voertuig, gaat functioneren. Dat kan volledig onopzettelijk zijn.

Van de gevallen, die geregistreerd zijn, is er een uit Duitsland. Het betreft hier een kostschool. De meisjes, – het was een meisjesschool – zitten in de klas en een van hen kijkt naar buiten en ziet daar haar vriendinnetje wandelen. Dit vriendinnetje zat op dat ogenblik, zoals dat wel eens gebeurt, verscholen achter de rug van haar voorzitster – degene die voor haar zat, beter gezegd – te dromen. En ze droomde, zoals ze later dan vertelde, dat ze liever buiten was. Ze dacht: wat zou het heerlijk zijn, om in die tuin te lopen en ze meende, dat ze fantaseerde. Maar het wonderlijke is dus, dat anderen, – en dat bleef niet beperkt tot dat ene meisje, zoals u zult begrijpen – hebben geconstateerd, dat zij inderdaad buiten liep. Tot het ogenblik, dat het meisje in kwestie werd aangestoten, wakker schrok, waarop het beeld onmiddellijk vervaagde. Dit is geregistreerd indertijd door onderzoekers, men heeft het allemaal nagegaan.

En ik haal het aan eigenlijk, om u duidelijk te maken, dat de projectie van een astraal lichaam dus vaak volledig onwillekeurig geschiedt.

Ook wanneer een mens droomt, dan zien we soortgelijke verschijnselen. Wanneer u zeer intens droomt, kan het zijn, dat impulsen van uw droom worden overgebracht in het motorisch gedeelte van het zenuwstelsel. Met andere woorden, dat u gaat slaapwandelen. Maar het is even goed mogelijk, dat uw lichaam niet reageert, maar dat uw astraal wel reageert. In dergelijke gevallen krijgen wij te maken met dromen, waarin reëel waarnemingen worden gedaan, ofschoon men zich deze niet geheel weet te herinneren, meestal slechts fragmentarisch. En waarbij we dan ook nog te maken krijgen vaak met het oplossen van problemen.

Nu zijn die oplossingen lang niet altijd reëel, dat weet u, een droomoplossing is vaak geen oplossing. Maar in dergelijke gevallen worden meestal problemen opgelost, meestal met een kennis, die men voordien tijd niet bezat, men heeft kennelijk iets nagegaan. Allemaal een beetje ongeloofwaardig misschien voor de onderzoeker, maar het is iets, wat dus te bewijzen valt, wanneer wij ons alleen maar bezig houden met hetgeen de parapsychologie omtrent bepaalde droombelevingen heeft geconstateerd.

Laten we nog een stap verder gaan; dan blijkt, dat het projecteren van een zogenaamd tweede lichaam, wat in feite een verdicht astraal is, wordt toegeschreven aan allerhande ingewijden, grote Yugins en dergelijke. We horen van een heilige man, die ergens ligt met vogelnestjes in zijn verwilderde baard. En terwijl hij daar aan het mediteren is, wordt hij 1500 km verder gezien bij mensen, waarmee praat, waar hij voortdurend dingen tegen zegt, waar hij dus normaal menselijk contact mee heeft. En dan verdwijnt hij daar onverklaarbaar en komt terug. Appolonius wordt overigens ook van iets dergelijks verdacht. Er wordt in bepaalde leringen gezegd; dat zijn verschijnen voor de Senaat van Rome, waar, zoals de overlevering vertelt, hij op een eigenaardige plotseling en onverklaarbaar verdween, in feite het optreden was met een astraal lichaam. Maar in deze gevallen hebben we te maken met bewuste projecties.

Deze bewuste projectie is natuurlijk moeilijk en niet zo gemakkelijk te leren. Toch zou ik, indien het u althans interesseert natuurlijk, graag het een en ander zeggen over de waarop je een astrale projectie reëler kunt maken.

In de eerste plaats moet u zich vooral realiseren, dat, vooral in de beginfase, er geen verschil is tussen dromen, dagdromen, dus een soort van fantaseren, en projectie. Dat de projectie reëel is, kun je hoogstens constateren aan de hand van feiten, namelijk het waarnemen van zaken, die je normaal niet zou kunnen waarnemen, het weten van dingen, die je normaal niet zou kunnen weten.

Ga je iets verder, dan krijg je waarschijnlijk ook contactmogelijkheden, bij deze contactmogelijkheden is dan het overbrengen van boodschappen inderdaad wel te doen en is het dus controleerbaar. Er is een ander, die kan constateren, of hetgeen u “gefantaseerd” hebt, voor die ander een gelijksoortige “fantasie” was. Hier zijn natuurlijk telepathische impulsen ook mogelijk, maar uittreding in het astraal kan hierbij vaak voorkomen.

Om dus tot die uittreding te komen, waarbij het astraal dus actief is, dient men zich te realiseren, dat de wil om het astraal uit te zenden, voor iemand die geen ervaring heeft, gelijk komt aan het verhinderen van enige astrale projectie. Je moet niet speciaal willen uitzenden, je moet als het ware in jezelf een wereld opbouwen, zodanig identiek met de bestaande wereld, dat je je daarin als in de normale wereld bewegen kunt. Neem dan waar en je zult tot je verbazing ontdekken, dat de waarnemingen, die je hebt gedaan, reëel genoeg zijn.

Een tweede punt. Om bewegelijk te worden, is het belangrijk te leren, dat het astraal niet aan menselijke beperkingen onderhevig is.

Het astraal bv. reageert praktisch niet op de zwaartekracht. Stel u dus voor, dat u bij voorbeeld boven een stad zweeft en kijk naar beneden. Op deze wijze leert u zich gemakkelijker bewegen. Denk niet – nogmaals – dat u in de beginfase controleerbare resultaten zult hebben. Dat komt – indien het komt – pas veel later.

Dan moet u er rekening mee houden, dat een astrale wereld zelf bezield is. Dat daar dus een groot aantal vormen en wezens zijn, waarin andere identiteiten zich uitdrukken. Op het ogenblik, dat u een astraal wezen ziet of constateert, dat u op een of andere wijze onaanvaardbaar lijkt, is het dus duidelijk, dat u tegen uzelf moet zeggen: Ik ben hier niet. Want de stelling van het feit impliceert het terugvlieden van het totaal van uw kracht naar uw eigen lichaam. Schade kan niet ontstaan. Die kan wel ontstaan, wanneer u dus de strijd aanvaardt. Kwetsuren toegebracht aan het astraal lichaam tekenen zich als traumata af in het stoffelijk lichaam. Als u dus een blauw oog krijgt in het astraal, dan heeft u grote kans, dat u een verdikking rond het oog, met of zonder verkleuring – dat staat dus niet vast, het is niet volledig identiek – hebt, wanneer u wakker wordt. Voorkom dus, dat u met blauwe ogen ontwaakt.

We gaan verder. Wanneer u eenmaal uzelf hebt aangewend, om dus deze onbewuste projectie te bevorderen, kunt u proberen om, terwijl u verdergaat met normale, misschien niet interessante dagelijkse bezigheden, u in te denken dat u elders gelijktijdig aanwezig bent. Dit is in het begin wat moeilijk, maar op de duur ontdek je, dat, zodra de inspanning, die je lichamelijk verricht, niet gelijktijdig een intensieve denkarbeid vergt, het mogelijk is, op twee plaatsen gelijk aanwezig te zijn en waar te nemen. Ik moet daarbij wel opmerken, dat de reactiesnelheid van het lichaam over het algemeen terugloopt tot ongeveer 60%. In sommige gevallen van intense identificatie met het astraal kan dat zelfs teruglopen tot 10%. Maar dan hebben we al te maken met een verhoogde bewustzijnsdrempel. Maar u moet er dus rekening mee houden, dat u het niet kunt doen aan het stuur van een auto bv. Daar zoudt u absoluut last van krijgen.

Hebt u deze oefeningen gedaan, dan zult u ook ontdekken, dat het moeilijk is om niet alle mensen, maar sommige mensen bewust te maken van uw aanwezigheid. Heel vaak gelukt dat het beste, wanneer je uitgaat van mensen, die je enigszins kent. Het is wel noodzakelijk, vooral in het begin, dat u uitgaat van een persoon, die u kent, of van een omgeving, die u kent. Beide is mogelijk. De personen, die u aanspreekt, kunt u het beste proberen aan te raken. Roep dus niet “Hé” maar klop iemand voorzichtig op de schouder. U zult ontdekken, dat in het begin de mensen naar u wapperen, of u een lastige vlieg zou zijn en geen aandacht aan u geven. Maar het feit, dat die reactie er is en dat ze aan uzelf te wijten is, brengt u dus al snel tot een groter zelfvertrouwen en daarmede ook tot de mogelijkheid om tot verdichting te komen. Dat wil zeggen, dat u in staat bent, om reëel aan te raken. De mensen voelen dat dan werkelijk. En bent u zover, dan kunt u zich voorstellen, dat u spreekt en de kans is groot, dat u, zij het met enige moeite, klanken of geluiden voortbrengt. Het vraagt enige oefening om werkelijk goed te spreken, omdat dus een membraan moet worden gevormd. En dat doet men dan in een astrale projectie meestal in de vorm van een verdichting, die lijkt op het strottenhoofd. En u zult ook ontdekken, dat het in dit geval wenselijk is, dat u meespreekt. Dus u spreekt zowel lichamelijk als met het astraal.

In deze gevallen blijkt het dus ook mogelijk op den duur, anderen te bereiken. En als u zover bent, dan behoef ik u geen voorschriften meer te geven, dan weet u het zelf wel.

Mag ik aannemen, dat dit tot zover duidelijk is? Eenvoudig genoeg, zou ik willen opmerken, wanneer je het vertelt. Het is iets moeilijker, wanneer je het probeert te doen. Het vraagt enig uithoudingsvermogen en het vraagt bovenal een zekere controle. Het is zo gemakkelijk om je iets voor te stellen en dan later te ontdekken, dat het niet waar is. Je moet dus jezelf blijven controleren en door negatieve controle proeven jezelf toch niet laten ontmoedigen.

U zult begrijpen, dat de astrale projectie slechts een deel is van de gehele uittredingscyclus. “Uittreden” betekent het bewustzijn verplaatsen middels één van de voertuigen, die de mens naast het stoffelijke kent, hetzij in de tijd, hetzij in de ruimte, hetzij in de dimensies, d.w.z. in andere sferen van werelden. Wanneer wij uittreden naar een sfeer, dan kan dit nimmer in astraal geschieden. Een astrale projectie kan alleen de astrale wereld en de stoffelijke wereld bereiken, daarboven is het voor het voertuig niet mogelijk, zich te handhaven en is geen voldoende uitwisseling van indrukken mogelijk.

In dergelijke gevallen is het wel mogelijk een zeer groot gedeelte van het levenslichaam te projecteren en hiermede kan men inderdaad in de sferen, bovendien vrij van de storingen, die een astrale projectie met zich mee kan brengen, contact opnemen met anderen, die overgegaan zijn of op soortgelijke wijze uitgetreden zijn.

Het zal u ook wel eens moeilijk vallen in het begin, om uit te maken, wie nu overgegaan is en wie uitgetreden is. En wanneer u er ooit toe komt, wil ik u wel een klein trucje leren. Wanneer u met een persoon contact hebt, let u op de kruinchakra en de zonnevlecht of het middenrif – chakra. U zult bij iemand, die nog op aarde is, hier een lichte trilling of fluctuatie zien. Dit komt, omdat hij met het lichaam verbonden is. En wanneer u nog iets verder gevorderd bent, dan ziet u, dat ze als het ware aan een touwtje vastzitten, zoals ruimtevaarders aan hun capsule.

  • Aan hun ogen, aan de pupil?

Neen, dat is weer een andere kwestie. Wanneer je dus in een astrale wereld contact hebt, dat kan dus zijn, met iemand, die je meent te kennen, dan is het altijd goed om op te letten op de ogen. Wanneer je namelijk de pupil leeg of zeer donker ziet, dan is het net alsof je in een diepte kijkt, dan is het beter het contact af te breken. De vorm mag dan de juiste zijn, de inhoud klopt niet. Ziet u daarentegen een normaal oog, of ziet u zelfs een oog, waaruit sprankeltjes licht schijnen te komen, dan is het contact aanvaardbaar. In het eerst genoemde geval, dus normale ogen, is het zeer waarschijnlijk, dat de identiteit, behorende bij die vormpjes, zich middels die vorm uit; in het tweede geval kan de vorm een masker zijn, maar moet worden aangenomen, dat degene, die door dit masker werkt of spreekt, in ieder geval behoort tot een lichtende sfeer of wereld. Dat is een betrekkelijk eenvoudige regel, maar het heeft met de projectie op zichzelf misschien niet veel te maken.

Dan zullen we nu nagaan, in hoeverre projecties mogelijk zijn in tijd. Projecties in tijd zijn mogelijk onder de volgende omstandigheden.

a) Er moet een voorkennis in het ik, hetzij compleet bewust, hetzij deels onbewust, bestaan ten aanzien van het tijdstip of punt, waarheen de projectie plaatsvindt.

b) Astrale verdichting is in deze gevallen zeer zelden mogelijk en dan alleen ten aanzien van personen en omgevingen, die men persoonlijk reeds gekend heeft, zij het dus in een jongere vorm.

In de praktijk betekent dit, dat je dus in de historie met een astrale projectie niet kunt werken. Het betekent verder, dat je ook met een geestelijke projectie zelden komt tot een volledige waarneming. De waarneming blijft altijd een beetje fragmentarisch en je zou kunnen zeggen, dat het effect van tijdwaarneming doet denken aan het beschouwen van een plaat, die steeds verandert, maar die belicht wordt door een traag werkende stroboscoop. Er zit altijd een zeker, hoe zal ik het zeggen, filmer-effect in, zoals u dat misschien kent van de zeer primitieve films.

Nu uittreding in ruimte. Wanneer uitgetreden wordt en een contact op astraal terrein wordt gemaakt met entiteiten, behorende tot andere stoffelijke of astrale werelden, zo is het mogelijk, deze te vergezellen. Het is mogelijk, theoretisch, dat u astraal leeft op een planeet, die hier misschien honderdduizend lichtjaren verwijderd is. Theoretisch, in de praktijk zal het zelden voorkomen. Ik wil daarbij verder opmerken, dat het een techniek is, die door een enkel zeer hoog begaafd en ook telepathisch ras in de ruimte wel gebruikt wordt om contact op te nemen met andere werelden en deze te observeren. Daarbij komt het soms, maar niet altijd, tot een verdichting en in enkele gevallen dus ook tot contacten met die andere wereld. Goed, dat is eigenlijk niet zo belangrijk voor u, dacht ik.

Projectie in ruimte. In het begin is een bekend uitgangspunt noodzakelijk. Later is het voldoende, dat u iets weet omtrent het punt van bestemming. U kunt nooit U verplaatsen astraal naar een punt, waaromtrent u in het geheel geen gegevens of contacten bezit. In de verst gevorderde vorm van astrale projectie moet hier wel worden ingerekend, alle kennis, die uit vorige incarnaties mogelijk bestaat. Dat zijn allemaal mogelijkheden. Eigenlijk is astrale projectie goedkoper dan een reisbureau.

U moet er verder rekening mee houden, dat de overdracht van  gegevens vanuit het astraal over het algemeen betrekkelijk moeizaam verloopt. Daar de mens, zoals hij op aarde leeft, niet geneigd is om de realiteit van dat astraallichaam zomaar te erkennen, remt hij zichzelf natuurlijk al af bij elke projectie, maar doordat hij het gevoel heeft, dat het eigenlijk niet zou moeten kunnen, dat het eigenlijk een beetje onmogelijk is, schakelt hij bovendien een filter in tussen de waarneming, astraal gedaan, en de mogelijke realisatie daarvan middels de hersenen.

U kunt dan, in ruimte en tijd, natuurlijk verdere experimenten uithalen, maar, indien ik u een zeer eenvoudige raad mag geven, begin gewoon met de familie. Ga dus eens kijken hoe het staat met Ome Henk en Tante Truus, of desnoods, ga eens kijken, of de kinderen wel zoet naar bed zijn gegaan. Probeer enkele punten te constateren. Enkele punten kunt u, vooral wanneer u daar ook materieel in geïnteresseerd bent, meestal ook terugbrengen. Controleer die gegevens. U zult tot uw verbazing ontdekken, dat u veel meer kunt, dan u dacht.

De uittreding naar hogere geestelijke sferen, waarbij, zoals gezegd, het astraal geen rol kan spelen, kan op verschillende wijzen bereikt worden. Enkele daarvan zijn vormen van contemplatie in feite, het  je verzinken in een beschouwing. In andere gevallen is het mogelijk dit te doen, door bepaalde denkbeelden voortdurend voor jezelf op te bouwen en daarin een samenhang te brengen. We krijgen dan een soort moedra.

Een andere methode, waarbij u ook die uittreding kunt bevorderen, is het gebruik maken van gelijkluidend blijvende spreuken, dus een repeterende spreuk, als het ware; of u daar nu het Om mani padme hum voor gebruikt of een weesgegroetje of mijnentwege: verdorie, verdorie verdorie, dat maakt veel minder uit, dan u denkt. Het gaat hier om de monotonie, waarbij de bewustzijnsdrempel verandert en waardoor dus bepaalde factoren van de eigen geest, die op het lichaam invloed hebben, vrij kunnen komen. Zij zorgen voor de afstemming.

Afstemming op hogere geestelijke sferen is, vooral in het begin, zeer moeilijk. Probeer niet een uittreding te maken naar een hoge geestelijke sfeer, wanneer u niet eerst met gewone werelden en sferen contact hebt gehad. Zo het onbewust gebeurd, dan beschikt u ook wel over de middelen om veilig terug te komen, alleen zult u over het algemeen weinig gegevens met u brengen.

Wanneer u dus een eerste projectie waagt, zou ik u willen aanraden concentratie op zomerland, zomerland-idee, zo mogelijk daarbij iemand betrekkende, van wie u aanneemt, dat deze overgegaan is en in het Zomerland kan vertoeven. U kunt zich in deze gevallen ook nog wel beroepen op geleidegeesten en dergelijken. Hierdoor krijgt u eerst de vaardigheid. Want deze dingen zijn niet gemakkelijk. Het zijn geen spontaan optredende zaken op het ogenblik dat de mens met zijn denken en willen daarop controle wil uitoefenen. Er zijn veel dingen, die je onbeheerst gemakkelijk doet. Op het ogenblik, dat je ze wilt herhalen, blijken ze duivels moeilijk te zijn. Dit is hier zeer zeker het geval. Indien u een eenvoudig voorbeeld wilt hebben ik zeg dus niet, dat het de enige juiste weg is:

Ik stel mij voor, dat u behoefte hebt een uittreding te proberen waarbij de astraal moet worden uitgeschakeld, dus met een van de hogere lichamen. In dat geval moeten wij ons concentreren op iets, wat symbolisch is, en niet direct met de stof in verband staat. Wij kunnen daarvoor bij voorbeeld nemen een heilige vorm, een kruis, een ster, de halve maan, dus symmetrische of asymmetrische figuren, mits het simpel blijft. We kunnen daarvoor verder gebruik maken van het beschouwen van een bloem bv., maar we moeten wel elk bewust beschouwen van het leven of het materiële zoveel mogelijk uitschakelen. Dus, als het even kan, ergens in beschouwing van iets, wat een beetje abstract is. Wanneer je in je beschouwing bezig bent, tracht het denkbeeld van een persoon of een wereld te verbinden aan het symbool. Het symbool wordt die wereld. Indien u het gevoel hebt, dat u inslaapt, probeer niet wakker te worden. Laat uzelf gaan. Indien, wat voor kan komen, enkele zenuwtrekkingen ontstaan, laat ze, het is niet belangrijk. Hierdoor bereikt u afstemming. Deze afstemming wordt dan meestal gevolgd door een gevoel van sluimering en een vaag, soms zwevend gevoel. Altijd is er sprake van een ogenblik van enig lichamelijk gevoel. Sommige mensen denken: ik lig in watten, een gevoel wat een beetje doet denken aan een ether, andere mensen hebben het gevoel, dat ze omhoogstijgen, weer anderen hebben alleen maar het gevoel, dat ze ergens in een kist liggen of dat opeens ergens in een open vlakte liggen. Trek u daar niets van aan.

Het zijn zintuiglijke reacties op een werkelijkheid, die zintuiglijk onverklaarbaar is.

Er ontstaan nu denkbeelden. Laat die denkbeelden nu zoveel mogelijk vorm aannemen. Vraag u niet af, of u wel of niet aan het fantaseren bent, in deze fase. Later tijd genoeg om daarop in te gaan. Wanneer het beeld zich ontwikkeld heeft, tracht contact op te nemen met de levende wezens, die u ontmoet, mits u deze niet vreest. Dit laatste is zeer belangrijk. Neem nooit contact op met een wezen, waarvoor je bang bent. Angst voor iets anders kan voeren tot contact met één van die wezens, mits men het gevoel heeft, daar bescherming te kunnen vinden.

Sommigen van u kennen misschien het in de uittreding nogal voorkomende verschijnsel van de zogenaamde “grijze pij” of “grijze broeders”. Deze vaak wat aan monniken herinnerende figuren zijn in feite projecties van een hogere sfeer. Zij dienen als een concentratiepunt voor een entiteit, die in moeilijkheden is en hier wordt dan ook heel vaak raad gegeven. Blijkt, dat de moeilijkheid ergens ook in het materiële ligt, dan zien we wederom een vreemd verschijnsel. Dan belooft de entiteit vaak, u een nieuwe, andere naam te geven. Die naam zoekt men dan soms zelf uit, men zoekt dan wat moois uit, maar dat is eigenlijk niet belangrijk. Belangrijk is dat mensen u anders gaan noemen. Er ontstaat meestal een nieuwe variant van uw eigen roepnamen, in sommige gevallen krijgt u een bijnaam. Deze is dan voor u belangrijk, want deze is mede de sleutel, waardoor u wederom met die entiteit in contact kunt komen, wanneer het nodig is. Het is een band tussen u en een projectie van een hogere wereld, die u overigens zelfs in de astrale sfeer kan benaderen en kan helpen, wanneer dit nodig is.

Wanneer ik nu denk aan de westerling, dan denk ik ook aan iemand, die de neiging heeft om te verklaren. Het is het technisch denken, het alles proberen te reduceren tot een mechanisme, hoe esoterisch van aard dit ook zij. Indien u met projecties van hogere voertuigen of het astraal succes wilt hebben, dient u niet naar die verklaringen te zoeken. Zeker niet in de periode, waarin u zich met deze projecties bezighoudt. Zoekt u naar een verklaring, doe dit dan eerst nadat u meerdere projecties geprobeerd en voltrokken hebt en neem dan enigen tijd rust, zodat de verklaring eerst haar belangrijkheid kan verliezen, voor u verder gaat. De mens laat zich namelijk door deze kennis, het foefje, het handigheidje enorm imponeren. Hij krijgt het gevoel, dat hij alles beheerst. En daarbij is het zelfs voor iemand, die regelmatig uittreedt naar andere sferen, niet mogelijk alle factoren en alle krachten, die er op kunnen treden, te kennen. Het resultaat is dus, dat u gewrongen gaat reageren. Als ik een vergelijk mag maken: Wanneer u valt en u ontspant zich bij die val, u rolt mee, dan gebeurt er niets, althans zo weinig kwaad als maar denkbaar is. Op het ogenblik echter, dat u, om welke reden dan ook, u spant of de val tegengaat, ontstaat grote schade. Ik dacht, dat dit een bekend feit was.

Nu zien we precies hetzelfde, wanneer we denken, dat we weten, hoe we moeten reageren, dan reageren we niet op het geheel van de omstandigheden, maar op een deel ervan en kunnen ten val worden gebracht door een enkele kleinigheid, die we niet begrepen hebben of niet gezien hebben. Dan zijn de resultaten vaak een zenuwschok. In enkele gevallen kan er soms zelfs een soort reumatische pijn uit ontstaan, die langere tijd u kan blijven teisteren, terwijl je anders hoogstens met een gevoel van onbehagen en een korte hoofdpijn, die na een uur verdwijnt, weer in uw lichaam terug kunt keren. Het is dus erg belangrijk, dat u zich niet met dat mechanische proces bezighoudt.

Bovendien, laat ons eerlijk zijn. De mens weet voor alle dingen verklaringen en vele van die verklaringen zijn proefondervindelijk en bewijsbaar juist. Maar op het ogenblik, dat hij het menselijk gedrag probeert te verklaren, blijkt, dat hij voortdurend factoren over het hoofd ziet en vallen zijn verklaringen over het algemeen vaak naast de werkelijkheid. Laten we dan ten aanzien van een wereld, die veel verder gaat dan de menselijke emotionaliteit en het menselijk denken alstublieft niet proberen te komen tot een mechanisch wetenschappelijke benadering. Deze is mogelijk ten aanzien van de verschijnselen, niet ten aanzien van het proces.

Wanneer u uittreedt in een astrale wereld, wordt u geconfronteerd, zoals ik u al heb gezegd, met vele verschillende wezens en vormen. Onthoudt u daarbij, dat de vorm nooit helemaal echt kan zijn. De vorm is altijd de weerspiegeling van een denkbeeld. Een mens heeft een voorstelling van zichzelf. Deze voorstelling projecteert hij astraal. En in het door mij geciteerde geval van het meisje, dat buiten liep en gelijktijdig in de klas zat, was het meisje buiten precies zo gekleed als het meisje, dat in de klas zat, wist, dat zij gekleed was. Bij het nadere onderzoek zal de projectie waarschijnlijk iets fraaier zijn geweest dan het model, de mens verfraait vaak zichzelf. Maar een algemene gelijkenis blijft dus bestaan. Maar op het ogenblik, dat ik iets projecteer, dat niet vormgebonden is aan een ik-identificatie, maar bv. aan een emotie, dan kan het giftig zijn, het gemeen en nijdig zijn er toe voeren, dat u astraal in verschijning treedt als een of andere wurgslang. U kunt misschien degene, die op aarde door u als een draak ervaren wordt, astraal als draak benaderen. U moet dus goed begrijpen: die vorm, bij een astrale projectie in de astrale wereld, is niet vast. De vorm is niet bepalend voor het wezen, in de eerste plaats maar wel voor de ik-voorstelling van het wezen plus de ogenblikkelijke intentie van het wezen.

Het is ook erg belangrijk, dat je die dingen in de gaten houdt. Anders denk je: hé, daar staat een lantaarnpaal, wat doet die hier? Daar kunnen eigenaardige conflicten uit voorkomen; als u mij toestaat een anekdote te vertellen op dit terrein.

Ik weet dus, dat was een jongeman, die nogal onbewust overigens astraal projecteerde in de astrale wereld. Hij noemde dat zelf: gekke dromen.

Hij had dus dat trucje van de verandering te pakken gekregen de vormverandering, waarmee je ook in sprookjes altijd geconfronteerd wordt, zoals u weet. Je verandert van het één in het ander. Er is iets dergelijks gebeurd. Vermoedelijk omdat de jongeman die voorstelling kende uit één of ander verhaal. Hij zag inderdaad een paal staan.

Ik weet niet meer of het een lantaarnpaal was, maar hij zag in ieder geval een rechte zuil staan en hij zei tegen zichzelf: als ik nu een hondje was, zou ik mijn poot oplichten. Waarbij deze praktische gedachte astraal in een astrale werkelijkheid werd omgezet. Waarop de zuil veranderde in een laars, die het hondje een trap gaf.

Het klinkt als een sprookje, maar in de astrale wereld is dat volkomen reëel. Iemand is een aanvaller en u ziet hem met een zwaard komen. U verandert zelf in een schild en hij kan niets doen.

Het zijn dingen, waarvan u al te vaak hebt gehoord in sprookjes. Vele sprookjes – ik denk o.a. aan vele van de Duizend en één Nacht, maar evengoed aan bepaalde volkssprookjes, denk bv. aan de Babajarensprookjes van de Russen – zijn ergens geënt op ervaringen, die de vroegere mens ongetwijfeld in veel sterkere mate heeft gehad ten aanzien van het astrale. En een groot gedeelte van deze verhalen maakt duidelijk, dat de mensen, die ze vertelden, iets geweten moeten hebben over astrale projectie en de daarbij heersende omstandigheden.

Ik hoop niet, dat u het mij kwalijk neemt, dat ik dat even erbij vertel. En zonder nu anekdotisch voort te gaan geloof ik wel, dat ik u er op mag wijzen: de vorm in de astrale wereld is voortdurend veranderlijk. Een geestelijke projectie in hogere voertuigen echter kan alleen wezens inhoud weergeven. Vorm is hier niet bepalend, maar de wezens inhoud is onherkenbaar en astraal kun je nog een deel van je wezen naar voren schuiven. Maar laat ik het zo zeggen: Je kunt astraal een politicus zijn, maar in een hoger voertuig kun je alleen eerlijk zijn. Diplomatie in een hogere sfeer is niet mogelijk. Diplomatie in een astrale sfeer is wel mogelijk. Bij een projectie, die astraal plaats vindt maar in de eigen wereld, beschikt men over de voordelen van vormvergadering van de astrale wereld. Want een verdicht lichaam kan eveneens vorm wijzigen. Overigens, wanneer u eenmaal een verdicht lichaam hebt leren afscheiden, dan zult u ook wel ontdekken, dat een bewuste poging nodig is, om die vorm te wijzigen en te veranderen. Maar je kunt er daar inderdaad dus veel mee doen.

Een ander punt, waar u rekening mee dient te houden, is het volgende. Wanneer u verandert astraal in een dier – dat is denkbaar – dan zult u nog altijd als mens waarnemen, tenzij u betrekkelijk recent als dier op deze wereld geleefd hebt. In dat geval is het mogelijk, dat u de visuele ervaring van het dier en daarbij de waarneming van het dier u voldoende herinnert om astraal de waarnemingsmogelijkheid in te bouwen. Normalerwijze doe je dat niet. Dus je blijft als mens waarnemen. Je blijft jezelf, ongeacht de vorm, waarin je jezelf projecteert.

Dat is misschien ook wel interessant om te weten.

Nu wil ik zo langzamerhand gaan afsluiten. Onthoudt u nu verder het volgende:

Op het ogenblik, dat wij ons projecteren in de richting van een sfeer, kracht of wereld, die niet omschrijfbaar is en wij geen concreet punt kennen, is het alleen mogelijk, deze te beleven als een vaagheid of een straling. Dat is punt één. Punt twee: Bij een astrale uittreding blijft de gevoeligheid voor gedachten bestaan.

Dit brengt moeilijkheden met zich mee, want, wanneer u zich astraal beweegt te midden van de mensen, dan hoort u minder, wat ze zeggen, dan wat ze denken. Het is wel eens moeilijk, wanneer je dat terugbrengt, om dan de zaak goed te sorteren. Houdt u er dus rekening mee, dat ze niet alles hebben gezegd, wat u hebt gehoord, bij wijze van spreken. En u kunt dus ook niet voorstellingen bezien, zoals een mens ze ziet, ook niet in een astraal voertuig. U kunt naar een museum gaan, u kunt mensen waarnemen, u kunt de uitstraling, de astrale vorm waarnemen van een schilderstuk, maar die astrale vorm is mede door de aandacht van vele beschouwers gevormd. Het resultaat is, dat wat u waarneemt, niet identiek is met het eigenlijke doek.

Film zult u over het algemeen onvolledig waar kunnen nemen. Het spijt me voor u, maar er is geen mogelijkheid om goedkoop naar de bioscoop te gaan. Theater is waar te nemen, maar de tekst van het theater vaak zeer moeilijk, omdat acteurs lang niet altijd denken, wat ze in de persona, die ze voorstellen, zeggen. Het is natuurlijk krankzinnig, wanneer Julia stamelt: ‘Romeo, o mijn Romeo, maar ze denkt: als we nu opschieten, haal ik de laatste trein’. Toch komen deze dingen zeer veel voor.

U moet zich dus realiseren, dat wanneer u begint met astrale projectie, u binnentreedt in een wereld, die aan andere normen beantwoordt dan uw eigen wereld. Elk ogenblik, waarop onbehagen wordt ervaren, waarop angst ontstaat, is er één antwoord: Ik ben daar en daar: Bv. Ik lig in bed en ik slaap of: ik zit achter een of andere machine te werken. Kortom, realiseer u, dat u stoffelijk aanwezig bent en zo mogelijk hoe. Dit betekent een zeer snelle identificatie, waarbij de projectie als vanzelf ongedaan wordt gemaakt. Het betekent ook, dat aantastingen, die u astraal kunnen bereiken, op dat ogenblik u niet verder kunnen lastigvallen.

image_pdf