De Rozenkruisers

image_pdf

27 februari 1981

U weet het alles wel: u moet zelf nadenken, vergissen kunnen wij zo goed als uzelf. U dient zelf uit te maken waarover wij praten. Het onderwerp luidt: De Rozenkruisers.

De geschiedenis van het rozenkruis is in feite een eigenaardige: zoals bij vele inwijdingsgroepen die in deze tijd nog werkzaam zijn kun je het beginpunt stellen in een ver verleden, maar met evenveel tijd kun je spreken over de periode rond 1600, de tijd waarin zovele groepen en loges in Europa ontstonden.

Laat ons beginnen met de oude verklaring: in feite zijn de rozenkruisers een voortzetting van het werk van een speciale priestergroep die zich met magie bezig hield en haar voornaamste vestiging had in de Egyptische woestijn. Deze groep of school was zo oud, dat zelfs Mozes bij hen nog een tijd in opleiding moet zijn geweest. De groep noemde zich gemeenlijk: “de priesters van Sekhmet en Osiris”, terwijl later alleen de naam van Osiris wordt gevoerd.

Deze school ging – voor die tijd nogal wonderlijk – uit van de innerlijke mens en erkende daarbij geen werkelijke scheiding tussen ba en ka. Hun liefste stelling: er is maar één werkelijk ik. Dit moet je leren. Door dit werkelijke ik kun je de godenwereld leren betreden, maar ook achter de werkelijkheid van de godenwereld leren zien. Zij hanteerden ook bepaalde ‘geheimen’ die passen bij zelfs nog de meeste hedendaagse Rozenkruisers, zoals de bezieldheid van alle sterren en planeten. Deze bezieling werd overigens door hen “goden” genoemd. Daarnaast kenden zij reeds de z.g. kringloop licht – duister, waarin ook door hen reeds een onderscheid wordt gemaakt tussen het afdalende en het opstijgende leven, beiden als deel van één cyclus.

Een reeks van deze leringen vinden wij dan later weer terug in Griekenland en ook op Cyprus, zij het grotendeels ontdaan van het magische streven en met meer filosofische benaderingen. Van daaruit ontstaat – tijdens het Romeinse rijk – een groep in Rome die zich verbergt achter de Isisdienst, die immers in deze stad meerdere tempels bezat. Ook hier een groep, die nog wel de magische geheimen blijft naspeuren maar tevens een bepaalde filosofie verkondigt. Opvallend is, dat men in deze groepen meerdere alchemistische disciplines aantreft, terwijl leden van deze groepen zich ook bezig houden met een soort cijferleer.

Astrologie is ook dan – zoals voor velen in die dagen – een zeer belangrijke factor en uit de invloed van de ‘zielen en heersers’ van planeten en sterren wordt veel verklaard. Later gaat de school over tot het – althans uiterlijk – aanhangen van de christelijke beginselen en rond het jaar 1000 krijgt men ook vaste voet in een deel – het zuiden – van Frankrijk. Van hieruit verspreidt men zich al snel. Er ontstaan gescheiden loges die een gelijke basis kennen maar verschillende nadruk: een in Duitsland, daarnaast een z.g. Zwitserse loge die veel gelijkenis heeft met de huidige Californische groep plus een aantal kleinere aftakkingen waarbij de verschillen in het begin te verwaarlozen zijn, maar waarbij de afwijkingen sterker worden als gevolg van de veranderingen in mentaliteit bij adel én volk. Van belang voor deze groepen is ook de Franse revolutie en al wat daar op volgt.

Een grote rol speelt ook de ommekeer in benadering en beschouwing van de medemens. Rond 1800 werken nog rond 15 afwijkende Rozekruisersgroepen die zich echter deels later weer samenvoegen tot een groter geheel. Een uitzondering vormen hierbij echter vooral de z.g. Goldkreuzer en de groep van de 11 verborgen priesters. Waarmee wij aan het einde van de oude geschiedenis komen, de ‘lijn van afstamming’.
De nieuwe geschiedenis luidt enigszins anders: Rond 1600 ontstaat opeens de geschiedenis van Christian Rosenkreuz: daarmede horen wij ook voor het eerst de naam ‘Rosenkreuzer’ gebruiken voor deze loges. Overigens is het waarschijnlijk dat zowel deze naam, als de gehele daaraan verbonden mythe te danken is aan de Duitse loge, toen bekend onder een indrukwekkende Latijnse naam als ‘Frater rosecrufifiarum aurum …’ en nog wat. Later wordt dit verhaal als een werkelijkheid gehanteerd en terug geplaatst in de historie.
Christian zou de grote meester zijn die leefde in Jezus’ tijd, Jezus gekend zou hebben enz. enz.. Overigens schuilen achter deze naam zeer waarschijnlijk een of meerdere personen die werkelijk geleefd hebben. Ik ben bereid aan te nemen dat men oorspronkelijk hun werken en leer met de naam Christiaan Rosenkreuz aanduidde. Maar van deze werkelijke gegevens blijkt al na korte tijd zeer veel verloren te zijn gegaan.

Oorspronkelijk zijn de werkelijke rozenkruisers mensen die zich vooral met alchemie en daarbij nadrukkelijk met de alchemie van de geest bezig houden. Maar mede door de mode van de tijd zien wij reeds rond 1700 dat de nadruk hierop minder wordt en dat men voornamelijk zich bezig houdt met de menselijke geest en de mogelijkheid voor de mens in contact te komen met hogere krachten.
Opvallend is hierbij dat de oude, door mij reeds in het begin genoemde leerstukken op de voorgrond blijven komen. Er bestaan nu nog folianten waarin men de oude emblemen, symbolen, aanduidingen en aanwijzingen kan aantreffen, zij het dat die a.h.w. begraven zijn in soms zeer fraaie symbolische tekeningen. Afschriften van deze folianten zijn overigens ook nu nog in verschillende rozenkruiser bibliotheken te verkrijgen. Bezien wij het streven van de rozenkruisers, zo blijkt dit zeer lofwaardig te zijn, maar sterk onder de invloed te staan van de plaatselijke grootmeesters. Wat wil zeggen dat de rozenkruisers in Nederland en ook in het Nederlandstalige België vaak wat anders denken dan Franstalige en dat het oorspronkelijke Engelse rozenkuis wat later een overwegende invloed zal hebben op de ontwikkelingen in Amerika, in deze dagen – vergeef mij, rozenkruisers – wat verwaterd lijkt en zich vooral bezig schijnt te houden met enkele cursussen en vele trucjes voor een eenvoudiger bewustwording.

De oude gebruiken en systemen blijven overigens ook hier wel bewaard. Zoals blijkt uit de nadruk op de kluis of ‘tempelruimte’ die je als volgeling nodig hebt, evenals de gewoonte om elkaar als frater of broeder aan te spreken. Een gebruik overigens dat te herleiden is tot de oudere Italiaanse groepen.
Aan de andere kant vind je bv. ook de oude kleine en grote arcana hier nog steeds terug in een vorm die weinig of niets afwijkt van de vorm waarin deze reeds in Rome en in Griekenland bestonden. De vraag waarvoor je dus komt te staan bij de rozenkruisers is dus zeker niet of zij nu werkelijk een zeer oude school zijn of niet. Al kunnen wij strijden over de wijze waarop en de tijd waarin bepaalde verhalen ontstaan zijn, zeker is en blijft, dat men wel zeer oude overleveringen bezit en daarmede ook nu nog steeds werkt. Dat dit werken dan zo hier en daar op een volgens mij nogal willekeurige wijze gebeurt, neem ik dan maar op de koop toe, zo goed als de wijze waarop men pleegt te werken met uitleggingen van de bijbel en de evangeliën. Zeker, er zit soms wel wat, in de door hen gegeven duidingen. Maar voor een groot deel is het toch volgens mij eerder een kwestie van een zoeken, waarbij men hierin een bevestiging van eigen levensopvatting, discipline en denken wil vinden in de heilige boeken.

De juistheid van vele dergelijke interpretaties ligt m.i. niet veel hoger dan bv. bij de Jehovagetuigen. Maar dit is mijn persoonlijk oordeel. Je moet reëel blijven. Zijn deze groepen waardevol? Dat ligt toch voornamelijk aan jezelf. Rozenkruiser zijn is heus niet alleen maar een kwestie van behoren tot de groep en braaf de eerste oefeningen doen tot je uiteindelijk in de tempel een graadje krijgt. Trouwens, een dergelijk graadje blijkt bij heel wat leden in het verkeerde keelgat te schieten en dan te voeren tot de meest wonderlijke maar niet gefundeerde uitspraken. Werkelijk broeder of zuster zijn, betekent eerder een voortdurend werken aan jezelf en een steeds weer zoeken naar de waarheid achter de spiegel. Je zou moeten leren leven voor de werkelijkheid die schuil gaat achter de schijnwerkelijkheid waarmee je als mens steeds geconfronteerd wordt.

Overigens kan men ook wel vergeten dat alle stellingen die men verkondigt en alle formuleringen van de oude arcana letterlijk waar zijn. Ook hier wordt men steeds weer geconfronteerd met verkeerde verklaringen, oude mythen die verkeerd zijn begrepen enz.. Maar wat geleerd wordt over bv. de kringloop van de ziel sluit wel heel aardig aan bij de spiraal des levens, die wij als geest in deze tijd hebben leren ervaren als werkelijkheid. Denken wij aan de wijze, waarop de fasering van het bewustzijn wordt omschreven, dan komen wij vreemd genoeg terecht bij verklaringen die zelfs aansluiten bij de kwantumtheorie van de huidige wetenschappers. Er zijn dus inderdaad nogal wat wetenschappelijke aantoonbare zaken die afgeleid kunnen worden uit deze toch oude leringen. Maar van groot belang voor eenieder die deze leer wil gaan volgen is de vraag of men past binnen dit geheel, of men in staat en bereid is zich binnen het kader van de regels vrij te ontwikkelen.

Maak je jezelf niet tot geestelijke slaaf van een grootmeester of meester en ben je bereid heer te zijn over jezelf en vanuit jezelf, je naar de wereld toe te ontwikkelen, dan is het naar ik meen een zeer goede school. Nu zullen er mensen zijn die het mij kwalijk nemen dat ik de rozenkruisers niet onmiddellijk de grote inwijdingsschool heb genoemd enz.. Maar ik heb ook daarvoor mijn redenen. Veel ervan is uiteindelijk een soort zakelijke exploitatie geworden.

Niet alleen pleegt men van de leden in vele gebieden en groepen nogal stevige geldelijke bijdragen te verlangen, maar vele groepen kennen extra curriculaire activiteiten, waarbij men tegen een wel wat te ruime betaling bv. een tijdlang het ‘hoofdkwartier’ mag bezoeken en daar nog lessen mag volgen die niet voor allen even toegankelijk zijn. Toch wil ik hier niet spreken over exploitatie in de verkeerde zin. Wat dat betreft zijn er groepen die heel wat erger zijn dan de rozenkruisers. Maar ik meen toch wel, dat men zijn eigen tradities en vooral instanties in stand houdt, met te hoge bijdragen van leerlingen die daarvoor alleen wat te vage leringen in ruil ontvangen, lessen die in feite te zeer vrijblijvend zijn volgens mij.

Aan de andere kant is het opvallend dat bij bepaalde bijeenkomsten van de loges of groepen riten worden gehanteerd waardoor ook werkelijk lichtende en hoge krachten gewekt kunnen worden. Dit is niet in elke plaats even goed. Dat ligt kennelijk aan de leiding en aan degenen die van deze ‘kerkgemeenschappen’ dan deel uitmaken. Maar er wordt inderdaad een verhelderend en vaak zelfs wit licht opgewekt. En dit, dat moet ook ik erkennen, is erg belangrijk voor bepaalde ontwikkelingen in de mens. Maar nogmaals, je moet reëel blijven. Je kunt zeker niet zonder meer stellen dat de rozenkruisers van heden een lijnrechte voortzetting vormen van bv. het Egyptische verleden of wat mij betreft, tradities handhaven die nog stammen uit de tijd dat Jezus op aarde leefde. Wie iets dergelijks verklaart spreekt – bewust of onbewust – onwaarheid. Dus nogmaals, de bronnen zijn waardevol. Zien wij naar hetgeen er aan innerlijke vorderingen door mensen mee bereikt kan worden, dan moet je zelfs zeggen: vol van betekenis en zeer waardevol. Zien wij naar hetgeen men u zegt dat u als deel van deze groep mogelijk zal worden, zo ben ik geneigd al enige vraagtekens te plaatsen. Soms lijken de advertenties van de ancient order enz. enigszins op die welke een tweedehands autoverkoper zou hanteren. Men belooft u, dat u zult leren de maatschappij meester te worden, uw problemen op te lossen, kortom een ideale mens te worden.

Maar men zegt u daar niet bij, dat dit u tenminste 20 jaar van hard werken gaat kosten, plus vele ontzeggingen, plus een zekere aanleg zonder welke u met deze riten en leringen niet verder zal kunnen komen. Hoe de zaak verder gaat? De rozenkruisers zijn in ieder geval een groep die, hoe beperkt en besloten zij ook moge schijnen, zoveel lichtende waarden omvat dat men haar niet kan uitsluiten van de toekomst. In tegendeel. Zeker is zelfs dat sommige delen – niet alle – van deze groep ook nog sterke banden ervaren met een geestelijke groep die bekend staat als het verborgen priesterrijk. De pretentie dat leden van dit verborgen priesterrijk mede de leiders en voorzitters van de rozenkruisers op aarde zouden zijn, ontberen echter elke grond. De band echter bestaat in vele gevallen.

Alles te samen zou ik zeggen: indien u bereid bent er veel tijd aan te besteden en zeer ernstig aan uzelf te werken. Wanneer u echter niet gelooft dat je bv. alleen maar door te staren in een spiegel met een brandende kaars daarnaast, bewuster kunt worden en bereid bent veel offers te brengen, dan kunt u – zij het in vele jaren – hier een grote geestelijke rijkdom en een behoorlijk hoog bewustzijn verwerven. Ik stip hierbij onmiddellijk aan dat er ook andere systemen bestaan, waarbij mits men zich evenzo inzetten wil en evenveel tijd wil besteden, diezelfde mogelijkheid eveneens aanwezig is. Ten tweede wil ik opmerken dat de rozenkruisers door hun sterk verweven zijn met de christelijke tradities, voor vele christenen mogelijkheden bieden die men in de verschillende oosterse systemen niet zo gemakkelijk zal vinden. In deze op zich even waardevolle leringen treft de westerling niet die analogieën aan die men door opvoeding, conditionering, gewoonte gemakkelijk zal begrijpen en aanvaarden.

Hiermede heb ik dan kort het een en ander gezegd over de rozenkruisers. Hun groei en ontwikkeling? Ach, ik heb enkele schetslijnen aangegeven, maar in het verleden is het heel erg moeilijk aan te geven waar iemand nu precies bij behoorde. Kijkt men bv. naar een man als Goethe zo hoort men, dat deze maçon geweest zou zijn, alchemist zou zijn geweest, rozenkruiser geweest zou zijn en ook nog andere groepen beroepen zich er op, dat hij behoorde tot hun groep. De man was ongetwijfeld een mysticus en heeft zeer waarschijnlijk tot een loge behoord maar welke, dat weet niemand precies. Dat zouden wij hemzelf dan moeten vragen.

Hou er dus rekening mee dat u bij het benaderen van deze inwijdingsscholen en groepen even kritisch dient op te treden als u tegenover ons behoort te zijn. Gebruik uw hersens. Wanneer de dingen voor u werken kunnen zij u helpen. Werken de dingen echter niet voor u, dan kunt u beter ergens anders uw geluk gaan proberen. Wat voldoende zou moeten zijn.

Vragen.

  • Kunt u nog aangeven welke soort mensen volgens u het meeste kunnen hebben aan deze richting?

In de eerste plaats mensen die niet al te goedgelovig zijn en toch van zichzelf uit een zekere mystieke inslag hebben. Ten tweede moeten het mensen zijn met een behoorlijke wilskracht, daar het rozenkruiser zijn, ook lichamelijk bv. qua dieet en onthouding van bepaalde genotsmiddelen nogal eisen stelt. Ook de nodige meditatie en het dagelijkse zelfonderzoek kunnen aan de eerlijkheid en vasthoudendheid van de leerling hoge eisen stellen. Ten laatste dien je iemand te zijn, die er werkelijk de tijd voor heeft of voor kan nemen. Dat klinkt mogelijk vreemd, maar je kunt het rozenkruiser zijn nu eenmaal niet afdoen in vijf minuten voor het slapen en nog enkele minuten tussen de maaltijd en het begin van het nieuws op de televisie. Het vergt werkelijk behoorlijk wat tijd om de lessen goed in de praktijk te brengen en daarover dien je hoe dan ook te kunnen beschikken. Voldoe je aan al deze voorwaarden dan kun je je verder nog afvragen: Ben ik een zeer orthodox christen? Is dit nl. het geval dan bestaat de kans dat u met bepaalde delen van de leer in moeilijkheden gaat komen. Bent u niet bepaald orthodox maar in uw gevoel een diep belevend Christen echter, dan kunt u aannemen, dat voor u hier een weg ligt die kan voeren tot meerdere mystieke belevingen.
In grove trekken geef ik hiermede weer, wie voor deze leringen geschikt zouden kunnen zijn. Maar de enige die kan beslissen of deze leer werkelijk voor u geschikt is, bent u na kennismaking toch altijd zelf. Besef ook dan, dat u zeer intens u bezig dient te houden met uw innerlijke belevingen, terwijl u enigszins maar nooit geheel en zonder meer, af moogt gaan op hetgeen uw meerderen in de orde u leren en u omtrent uw werken en leven zeggen. Zij geven u aanwijzingen, maar hun beoordeling kan nooit bepalend zijn voor de betekenis van de belevingen in uzelf. Wat voldoende dient te zijn.

  • Ik heb van de grootmeester gehoord dat deze orde steeds weer 90 jaren passief, slapende zou zijn en dan weer 90 jaren actief.

Ik ben het daarmee niet geheel eens. Wanneer wij zien naar de grote geestelijke werking van de rozenkruisers, zo ligt die tussen 1860 en 1950. Daarna is de orde geestelijk veel minder actief geworden behalve in haar wervingscampagnes. Ik zou zeggen, dat er in het bestaan en werken van deze orde wel steeds weer verschillende fasen te zien zijn, veranderingen van optreden en activiteit dus. Maar om deze nu precies in perioden van 90 jaren in te delen is voor mij, met mijn kennis van feiten, niet goed mogelijk. Hieraan kan worden toegevoegd: in deze tijd kan het rozenkruiser zijn voor vele mensen een bron zijn van verlichting, een pad dat tot bepaalde bereikingen kan voeren, maar ook nu is het niet het enige pad. Ik wil zelfs verder gaan en stellen, dat degenen die eenmaal de werkelijke innerlijke verlichting ervaren zich ook nu niet meer zullen kunnen binden aan de systemen en regels die nu vaak als de meest belangrijke door de rozenkruisers worden verkondigd. De grootmeester zal het met dit alles wel niet eens zijn daar dit handelt over zijn denken, zijn geloof. Ik kijk echter alleen naar de feiten, zo goed mij dit mogelijk is en moet u dan ook dit antwoord geven.

  • Is er in de historie een verbinding geweest met de vrijmetselarij?

Je kunt zeggen, dat de ontwikkelingen die tot beide groepen hebben gevoerd deels gelijk zijn, deels parallel lopen. Dit tot ongeveer 1570 – 1580. Eerst daarna zien wij een splitsing waarbij de maçonnerie – en dat is oorspronkelijk vooral een vakbroederschap, vergeet dit niet – mystieke boventonen gaat krijgen en nieuwe wegen gaat zoeken. Daaruit komen verschillende loges voort waarvan voor u naar ik meen, de meest belangrijke de Grand Oriënt zal zijn. In diezelfde periode zien wij – echter onder een ander soort mensen – ook de rozenkruisers actief worden. Van een parallel kan dan niet meer worden gesproken, ofschoon in enkele gevallen z.g. rozenkruisers optreden als leiders van andere loges. Vanaf die periode is er een divergerende ontwikkeling omdat de maçonnerie uitgaat van zelfkennis en een structurele bouw die ook berust in de eigen wereld. Terwijl de rozenkruisers zich meer en meer in het rijk van de symboliek terugtrekken met uitzondering van de astrologie. Ook nu geldt voor de vrijmetselaar nog steeds, dat de wel behouwen steen ook actief moet zijn in een welbehouwen t.a.v. de wereld, want zonder dit deel hebben aan de wereld kun je niet tot de innerlijke tempel behoren en daarin geheel juist passen. De rozenkruiser van deze dagen zoekt nog steeds meer naar het verborgene, naar het mysterie. Wat hij in de wereld doet vloeit alleen daaruit voort, verder houdt hij zo veel mogelijk enige afstand daarvan.
Op grond van het gemeenschappelijke verleden bestaan er ook nu nog vele parallellen en kan men elkander meestal zeer goed begrijpen. Dat ben ik met u eens. Maar van een identieke ontwikkeling kun je niet spreken.

Zo zien wij bv. dat de veelal gnostische ideogrammen die in 1600 – 1700 voor de rozenkruisers erg belangrijk zijn en steeds meer worden, die belangrijkheid niet meer bezitten in de kringen van de maçons, waar zij eerder als een soort zegel worden gezien. Worden de geheimen, riten en vooral de symbolen bij de rozenkruisers steeds meer geheim en belangrijk, bij de vrijmetselaars fungeert dit alles steeds meer als een soort verpakking voor de gemeenschap, het begrip, de zelfkennis en samenwerking ook, die men zoekt. Al durf ik het niet met zekerheid te zeggen, ik denk ook niet dat het charter van Keulen werkelijk veel te maken heeft met de ontwikkelingen in beide groepen. Wel houden de beide groepen elkaar nogal eens de hand boven het hoofd en werden in bv. Engeland, Denemarken en Nederland in het verleden vaak rozenkruisers ook als gast door de maçons ontvangen in enkele gevallen zelfs in tempeldiensten. Er is echter geen sprake van uitwisselbaarheid van denkbeelden of van leden. Er is volgens mij sprake van twee afzonderlijke groepen die wel een gemeenschappelijk erfdeel hebben, maar steeds weer trachten hun onderlinge samenhang, maar ook hun verschillen te definiëren. Dit blijkt uit verschillende samenkomsten en daar opgestelde akten.

  • Geldt uw verhaal voor alle zich Rozenkruiser noemende groepen?

Bijna allen. Ik kan zeker hier niet stellen dat de ene groep wel goed is en dat de andere niet deugt. Maar één ding moet u wel onthouden. De werkelijke rozenkruisers werken volgens het oude systeem van de inwijdingsleer, wat wil zeggen dat je er geen lid van kunt worden, maar wel eens als gast en later mogelijk als aspirant kunt worden uitgenodigd.

De werkelijke rozenkruisers kennen ook geen zaken als contributie e.d. maar werken op een geheel vrijwillig tot stand komende basis van gemeenschappelijkheid die heel wat verder reikt dan in de meeste loges en zich zo noemende verenigingen nu feitelijk het geval is. De kosten die men maakt bij de werkelijke groep worden geheel bestreden uit vrijwillige gaven. Dit omvat ook de bibliotheken die er zijn. U kent het verhaal wel, wanneer je in een dergelijke bibliotheek komt en een boek vraagt dat op de geheime lijst staat, dan gebeurt er ongeveer het volgende: ik geef niet de werkelijke nu geldende wachtwoorden. De bibliothecaris vraagt nogmaals naar de titel van het werk dat u wilt lezen en informeert vlak daarna: “O, weet u misschien hoe laat het is”? De aanvrager antwoordt dan bv. “Het is het juiste uur”. In dat geval krijg je waarom je vroeg. Maar wanneer je bv. antwoord dat het net tien minuten na vier uur is dan kun je beter meteen naar huis gaan.

Daarmede zijn wij kennelijk klaar met dit onderwerp.

image_pdf