De wetten der Harmonie

image_pdf

13 juli 1962

Wij zijn niet alwetend of onfeilbaar. De titel van deze bijeenkomst: De wetten der Harmonie en alles wat daarmee samenhangt. De wetten van harmonie stellen:

  1. Slechts die krachten, die t.o.v. elkaar harmonisch zijn, zullen elkaar kunnen erkennen en met elkaar kunnen samenwerken.
  2. Waar een harmonie bestaat, kunnen vele afzonderlijke eenheden samenwerken als één groot geheel. Het totaal is dan altijd meer dan de som van de onderdelen.
  3. Harmonie is mogelijk tussen hoogste en laagste waarden, waar in het hogere steeds het lagere mede bevat is. Zo kan ook de hoogste kracht zich in het lagere uitdrukken, terwijl de lagere kracht door een juiste instelling een contact – zij het beperkt – met het hogere zal kunnen verkrijgen.

Natuurlijk is er nog meer in deze wetten vastgelegd en er is zoveel meer over te zeggen, daar zij het natuurgebeuren, alle persoonlijke samenhangen en zelfs elke incarnatiecyclus bepalen. Voor heden wil ik volstaan met de drie door mij geciteerde regels. Elke harmonie die wij bewust tot stand brengen, ons daarbij richtende op het hogere, is een harmonie waarin hogere krachten tot uiting zullen komen. Elke disharmonie die in ons wezen bestaat en door ons wezen tot uiting komt, is een beperking van het contact met het hogere, of zelfs een verbreking van elk contact met het hogere.

Hier ligt een les die zeker ook voor iedereen die zich met esoterie bezighoudt, belangrijk is. Op het ogenblik dat u in uzelf streeft naar hoogste bereiking en bewustwording, zult u natuurlijk uw eigen wezen leren kennen. Dit wezen naar waarheid kennen, is alleen mogelijk wanneer het Ik in contact staat met een hogere werkelijkheid, met de kosmos zelf, met God. Om met die God in harmonie te kunnen zijn, zult u steeds de wereld waarin u leeft, moeten aanvaarden. Elke disharmonie die in uw eigen wezen bestaat, dient te worden opgelost.

Eerst wanneer u niet meer disharmonisch en met uzelf strijdig bent, zult u de volle Goddelijke werkelijkheid kunnen aanvaarden en daarin uzelf volledig kunnen leren kennen, voor wat u bent. Hetzelfde geldt voor de krachten, die ons gegeven worden, de wijsheid die wij uit de oneindigheid kunnen putten.

De contacten die wij kunnen leggen vanuit elke wereld en sfeer, met zowel de hoogste krachten in het Al, als de laagste sferen en de laagst gevallenen, is afhankelijk van de wijze, waarop wij innerlijk harmonisch leren zijn. Daar, waar wij een persoonlijke harmonie in onszelf tot stand brengen, kunnen wij onze krachten geven aan dat, wat lager staat, terwijl wij tevens in staat zijn krachten te ontvangen en zelfs vaak te putten uit alles wat boven ons staat. Wanneer ik naar wijsheid zoek in het Goddelijke, zal dit alleen een wijsheid kunnen zijn die niet door mijn eigen wezen beperkt wordt of aan banden gelegd. Op het ogenblik dat mijn persoonlijkheid eigen inzichten oplegt aan het hogere, zal dit hogere automatisch niet meer naar waarheid kunnen antwoorden op mijn vragen. Ik zal immers aan een deel van de waarheid die mij uit het hogere wordt geopenbaard, voorbij zien. Daarom dient men volledig open te staan voor de hogere krachten, zonder enige kritiek uit te oefenen of enigerlei beperkende bepaling te stellen.

Wanneer in u de mogelijkheid is gelegen om een mens te genezen, een wonder te doen, om de samenhangen en kosmische werkingen, of de ware inhoud van het eenvoudige leven te beseffen, zo kan dit alleen in volle vrijheid geschieden. Een esotericus die zichzelf niet vrij weet te maken van alle beperkingen, die niet voortspruiten uit eigen instelling op het Goddelijke, dwingt zichzelf om onwaarheid te beleven. Elke mens die naar krachten zoekt, die misschien langs magische weg krachten wil openbaren en daarbij vanuit eigen wezen aan de krachten die hij tracht te gebruiken, beperkingen oplegt, maakt het voor de hoogste krachten eenvoudig onmogelijk om binnen zijn wezen, of in het door hem gestelde doel de gewenste en meest juiste krachten te doen ontstaan. Nimmer kan de mens vanuit zijn beperktheid de harmonie met het hogere zelf bepalen. Hij kan slechts uit het totaal van zijn wezen – beperkt als dit is – zoeken naar een harmonie met de hoogste kracht. Ook voor de mensen onderling en voor de geest geldt hetzelfde.

Wij allen, binnen onze Orde, zijn vrij. Wij zijn geesten, die in het vrije Licht leven en een eigen weg kunnen gaan, maar vrijwillig samenwerken en daartoe bepaalde beperkingen, een bepaalde band, aanvaarden. Daarbij handhaven wij alleen onze eigen persoonlijkheid en eigen inzichten.

Wij zullen allen op onze eigen wijze de hogere krachten en het Goddelijke Licht ervaren. Toch zullen wij, door ons streven en doel enigszins te beperken, in ware vrijheid met elkaar samen kunnen werken. Door deze harmonie is het totaal van de Orde sterker en kan zij meer tot stand brengen, dan elk van de leden afzonderlijk, of alle leden als eenlingen tezamen ooit tot stand zouden kunnen brengen, zelfs indien zij in directe harmonie met het Goddelijke leven.

Gezamenlijk kunnen wij immers meer van de Goddelijke kracht ontvangen, een juistere harmonie vormen met het hoogste, die meer sferen en een groter aantal aspecten van werken, leven, kracht en wijsheid omvat.

Ditzelfde geldt ook voor de mensen. Wanneer u langs elkaar heen leeft, wanneer de medemensen voor u in wezen maar onbelangrijk zijn en u nimmer tracht om met hen waarlijk harmonisch te zijn, zult u weinig kunnen bereiken, zelfs wanneer u in geestelijk weten al ver gevorderd bent. Degene, die alleen in enkele ogenblikken van opvlammend enthousiasme harmonisch is met anderen, kan misschien reeds iets meer bereiken, maar het bereikte zal buiten uw invloed om zelfstandig buiten u voort moeten leven, want in dit geval kunt u dit zelf niet handhaven, of in stand houden. Waar de grote, de werkelijk juiste band is ontstaan, waar mensen een bepaald doel gezamenlijk in een zo volledige overgave nastreven, dat zij in dit doel vrijwillig tijdelijk zichzelf prijsgeven en desnoods offeren, wanneer dit noodzakelijk is, zonder ooit eigen persoonlijkheid in het geheel te verliezen, ontstaat een grootmacht vanuit het Goddelijke en kunnen werkelijke wonderen geschieden. Een werken en beleven volgens de wetten van de harmonie betekent een vloeiend verloop van de dingen. Wanneer ik harmonisch ben met God, zal nimmer opeens, of plotseling als een bliksemschicht, een waarheid in mij kunnen ontstaan. Eerder zal die waarheid langzaam in mij groeien, een bewustzijn zal kenbaar worden, dat zich steeds duidelijker en volmaakter openbaart.

Wanneer ik in het Goddelijke harmonie vind, wanneer ik in het Goddelijke een eenheid bereikt heb en iets wil veranderen in mijn wereld, zo is dit mogelijk. Dit zal steeds gebeuren langs een zo geleidelijk mogelijke weg en volgens een zo natuurlijk mogelijk proces. Geen ingrijpen tegen de wetten van de natuur en het natuurlijk verloop van de dingen in, doch eerder een afremming, of een versnelling, een beperking, of bevordering van krachten en werkingen die normaal zijn en al bestaan binnen mijn wereld.

Men dient te beseffen, dat de wetten van de harmonie voor ons allen bepalend zijn in alles, wat wij voor onszelf als geluk, wijsheid, bereiking en bewustwording beschouwen. Slechts de ware broederschap kan op de wereld tot bereiking komen. Slechts een eenheid, die volledig vrij is van alle vooroordeel, voert binnen tot in hogere waarheid. Daarom juist wordt er zo weinig uit het Goddelijke geopenbaard in deze dagen, waarin de mensen voortdurend tegen elkaar en zelfs tegen zichzelf verdeeld plegen te zijn.

Schep uit uzelf de juiste kracht, de juiste kleur, de juiste klank. Vrees niet, voor wat in het duister leeft, al zou zich Gormt Azathoth zelf aan u openbaren. Wat kan het u deren, wanneer u één bent met het Lichtende en de krachten van het Lichtende die in u bestaan? Dan zult u zelfs in de krachten van Azathoth harmonie ervaren en het Goddelijke ook in zijn wezen erkennen. Er zijn geen geheimen in de Schepping, die buiten de grote eenheid liggen. Zelfs niet de duistere en verworpen geheimen, die genoemd worden in het Necronomicon, zijn zonder Goddelijke waarden. Zolang u in harmonie bent met het Goddelijke, zal niets van dit alles in staat zijn uw wezen aan te tasten. Voorwaarde is, dat u steeds de harmonie zoekt en erkent in alle dingen. Wee de mens, die de harmonie ontkent, of niet wil aanvaarden. Deze immers is eenzaam en zal het slachtoffer worden van alle misleidingen. Deze staat zwak, omdat hij geen krachten heeft, waaruit hij putten kan, geen Licht, waarop hij zich beroepen kan, wanneer hij voelt, dat zijn eigen krachten falen. De mens, die de waarden van de harmonie ontkent, heeft geen enkel waar doel om naar te streven en hem blijven alleen de beperkte doelen uit eigen bewustzijn, alleen en volgens eigen beperkingen gesteld. Het doel, dat een mens zich uit zichzelf pleegt te stellen, is zo veranderlijk, dat een bereiken daarmee slechts zeer zelden mogelijk kan zijn. De waarde van de harmonie wordt vaak geheel verkeerd begrepen. Juist in deze dagen, nu op aarde de harmonie zo voortdurend bedreigd schijnt te zijn, is het noodzakelijk, dat wij allen haar wezen beseffen. U leeft en in u allen leeft een onbestemd verlangen naar het hogere. Terwijl uw wereld vol is van winterse verschijnselen en kilte, droomt u in uzelf van zonovergoten hemeltuinen. Terwijl uw leven vol is van zorgen, droomt u van de grootsheid en verhevenheid, die u maakt tot burger van een gouden stad, waar u, tredend op kristallen plavuizen, uw weg kunt gaan in waarlijk vorstelijke onafhankelijkheid. Deze dromen zijn deel van uw wezen, deel van uw doel, deel van de harmonie, die u dient na te streven. Deze dromen kunt u niet verwerkelijken vanuit uzelf, niet boven, of buiten een ander, doch alleen gezamenlijk met anderen. Daarom is er een band tussen ons allen, waarin wij ook allen de intense werking van het Goddelijke gevoelen.

Wanneer u hier op deze, uw wereld, intens geestelijk werkt en streeft, zo kan er een ogenblik komen, dat uw ziel spreekt tot de ziel van een ander mens, die u nooit ontmoet hebt, die u ook misschien nooit zult zien. Maar deze mens zal tot u spreken van hart tot hart. Wanneer uw eigen krachten dreigen te falen, zal zijn kracht naast de uwe staan en u helpen voort te gaan.

Indien u verlangt naar een geestelijke meester die u helemaal domineert en u zegt wat u moet doen, verlangt u naar slavernij, naar onbelangrijkheid en u kunt nimmer werkelijk iets bereiken. Indien u streeft naar leringen om zo uw eigen weg te kunnen gaan, wanneer u streeft naar geestelijk Licht en geestelijke waarheid, zal er een ogenblik komen dat er stemmen zelfs uit andere werelden in u gaan spreken. U weet dan niet of zij waarlijk leven en zo ja, vanwaar zij komen. Wanneer u dreigt te falen, wanneer u dreigt de innerlijke rust te verliezen, wanneer het u lijkt, dat u zelfs uw geestelijke bewustwording zult moeten staken, vindt u in die stemmen kracht en raad om voort te gaan.

Harmonie is de oplossing van een eeuwige strijd, die ons aller deel schijnt te zijn, zolang wij het harmonisch streven nog niet aanvaard hebben. Niet dat de harmonie de strijd met strijd beantwoordt, door alle strijdigheden als met geweld opeens ongedaan te maken. Zij neemt de strijd in zich op en verandert haar doel, haar waarde. Wat een strijd was, die voortkwam uit de zucht naar bezit, of het verlangen naar macht en eer, verandert in een strijd om geluk voor anderen, om waarheid en waardigheid voor anderen. Zo kan de strijd een deel worden van de werkelijke harmonie in de kosmos. Zo wordt zij tot een strijd van de mens tegen zichzelf, een strijd die hem helpt in zich tot volmaaktheid te komen. Zo ontstaat een steeds meer doelbewust streven en werken, dat in de plaats treedt voor het vernietigen en schaden van anderen.

Alle dingen zijn mogelijk, wanneer er een juiste band is geschapen. Wanneer u denkt en in uw gedachten leeft reeds werkelijk en intens de behoefte aan vrede, terwijl er op aarde vele andere mensen zijn, die – evenals u – denken aan vrede, zo ontstaat een soort harmonische keten. Dan zijn over de gehele wereld, het door dit gezamenlijk gedeelde, deze gedachten vereend. Dit is als een wolk van flitsende kracht, waarin zelfs de hoogste mogendheden uit de Lichtende werelden zich kunnen openbaren. Dan kan door hen die gedachtekracht zo gedirigeerd worden, dat er inderdaad vrede komt. Niet de vrede, waarvan u misschien heeft gedroomd. Uw stilte wordt misschien nog steeds verscheurd door luchtalarm, of misschien zelfs door het geknetter van wapens, maar de vrede, die werkelijk noodzakelijk is, de broederschap, waaruit eenheid kan groeien, wordt sterk bevorderd, zodat de strijd sneller zal eindigen en juistere resultaten zal brengen voor allen. Wanneer u bidt – eerlijk en oprecht, met geheel uw wezen – en anderen bidden op dezelfde wijze voor hetzelfde doel, hoeft u niet tot eenzelfde beeld van God te bidden. Belangrijk is, dat uw wezen waarlijk deze vrede begeert en zich waarlijk en volgens eigen beste weten tot de hoogste macht, waarin u gelooft, richt. Dan wordt een harmonie geboren, die een grote en goede macht inhoudt. Deze kracht kan dan wel veel op de wereld veranderen, zelfs wanneer u zelf daarvan in het begin niet al te veel zult bemerken, omdat alles geleidelijk gaat.

De belangrijkheid van de harmonie, van het juiste zoeken naar en gebruiken van de harmonische mogelijkheden, zal u duidelijk geworden zijn. Daarom geef ik u, uitgaande van de mogelijkheden en bereikingen van de esoterie, de volgende regels:

  1. Strijd nimmer. Het is beter onder te gaan, doordat men niet strijdt, dan door een strijden zijn harmonie met de kosmos te verliezen.
  2. In de tweede plaats: leef altijd voor anderen, nimmer alleen voor jezelf. U kunt slechts werkelijk leven en werkelijk eigen wezen leren kennen, wanneer uw leven u geopenbaard wordt in en weerkaatst wordt uit het leven van anderen.
  3. Derde punt: Omschrijf uw geloof nimmer al te nauwkeurig, maar weet, waarin u werkelijk vertrouwt, wat u werkelijk durft en wilt volbrengen. Wacht dan af, tot u geroepen wordt, zonder ongeduld, zonder verwijten. Op deze wijze zal u niet slechts een beter inzicht in uw eigen ik gegeven worden, maar daarnaast zal u vaak een taak worden gegeven, die – ofschoon men dit soms te laat beseft – belangrijk is voor de gehele broederschap der mensen.
  4. Vierde punt: Laat u nimmer bedreigen met demonen, duivelen, duister en kwaad. Want alles, wat u vreest, is in feite een deel van uzelf. Elke angst is het afsluiten van een deel van uw eigen wezen voor het leven en voor het Goddelijke Licht. Aanvaard het totaal zijnde. Zo immers alleen zult u waarlijk uw God kunnen aanvaarden. Uw God aanvaardende zult u uzelf kennen in Zijn wezen.
  5. Het vijfde punt: Wees vreugdig, wees vrolijk in uw leven, want slechts de mens, die in zich voortdurend de kracht van de vreugde draagt, zal in staat zijn het Licht van de hogere krachten te verdragen en met deze krachten waarlijk harmonisch te zijn.

Wanneer men de menselijke geest wil vergelijken met het klaterende water dat zich stromende naar de zee des levens spoedt, zo zal het in het Licht van de Goddelijke kracht niet slechts eigen baan leren kennen, maar zo het dit Licht kan aanvaarden, daaruit bovendien een glinstering verwerven als van de kostbaarste edelstenen. Indien een mens koud en hard als ijs is, zal het wezen dat hij denkt te zijn, de reeks van eigenschappen waarop hij vertrouwt, dooien als ijs onder de zon. Dan zal de mens breken onder de invloed van het Goddelijke Licht, zijn begrenzingen overschrijden en niet meer weten, waarheen te gaan.

Indien wij spreken over harmonie, zal het u duidelijk zijn dat alles in het leven binnen de grote harmonie zijn plaats en betekenis heeft. Wanneer ik mijn woorden op de juiste wijze vlecht, maken zij bepaalde harmonieën kenbaar. Een gebaar, een ogenblik van stilte, kunnen kennelijk deel zijn van een harmonische werking en deze voelbaar maken. Niets is op aarde zonder zin voor degene die de harmonie zoekt en in zichzelf beleeft. Alle waarheid wordt binnen de harmonie geopenbaard. Binnen niets anders is deze openbaring mogelijk. Er is dan ook over de harmonie in de loop der tijden in wereld en sferen veel gezegd, geschreven en gedacht.

In Ternelet ligt de priester en sluimert. Verborgen in de grotten van de wereld wacht de Heer van de Wereld. Want ziet, er is strijd en verdeeldheid. Uit de verdeeldheid kan de priester niet spreken tot zijn God en kan de Heer van de Wereld het Licht van de wereld niet ontsteken. Maar als er rust gekomen is, zo zal de priester voorwaarts schrijden. Zijn stem zal een echo wekken in alle krochten der aarde en waar de mens verworpenheid en verval gevreesd heeft, zal de gloed zijn van een Goddelijk Licht en een bloei van de nieuwe waarheid. Waar harmonie is, spreekt God door Zijn priester en is zo vertegenwoordigd op aarde. Wanneer er op aarde rust zal zijn en stilte, dan zal de natuur huiveren. Achter zich laat hij de verborgen tuinen. En de raad, die met hem gevangen was in de verborgenheid, zal uitgaan over de wereld in vrijheid. Indien in de rust de harmonie nog niet volledig is, zal de Heer zijn boden roepen en hen uitzenden. Zij zullen hun bazuinen steken en werken op de wereld, tot de klank van de eenheid klinkt. Dan zal de Heer van de Wereld uitgaan naar de hemel, zijn teken zetten in het grote Licht aan de hemel en zijn stem zal weerklinken over de aarde: “Zo heb ik u herschapen tot rust en vreugde. Nu, weerklink met de kracht van de Schepper, wees adem van het levende en volbreng”.

Dit is een profetie, die reeds meerdere duizenden jaren oud is. Zij geeft, zelfs wanneer wij niet in haar waarheid en mogelijke vervulling wensen te geloven, toch de uitdrukking van alles, wat de harmonie kan zijn: Waar harmonie is, spreekt God. Waar harmonie is, ontwaakt de priester en wordt de Goddelijke kracht kenbaar geopenbaard. Waar harmonie is, wordt het afzichtelijke en vervormde herboren tot een Lichtende vreugde. Harmonie is het krachtigste wapen, dat de mens hanteren kan, om zichzelf te leren kennen, om zijn wereld te dienen en zijn eenheid met God bewust te ondergaan.

Ik ben u dankbaar voor uw gehoor en hoop, dat mijn woorden voor u meer kunnen betekenen, dan het klinken van wat regels. Leer uzelf kennen. Wees harmonisch met alle mensen. Tracht de waarheid te vinden en te uiten met alle gedachten en alle daden, opdat u – één met de wereld en bewust van de krachten, die in u leven – zult mogen volbrengen, wat noodzakelijk is om de heerlijkheid, de glans van het ware Licht als een vernieuwing af te doen stralen over uw wereld.

Vragen.

  •  Kan dan iedereen magische experimenten doen?

Degene, die er rijp voor is, kan magische experimenten doen. Wanneer u zich voor magie en experimenten op dit terrein interesseert, dient u allereerst wel een behoorlijke stoffelijke kennis hiervan te verwerven. Want in de stof is veel hierover geschreven. Bepaal u daarbij tot de witte magie. Wanneer u voldoende kennis hebt opgedaan, heeft u iemand nodig, die u helpen kan om deze dingen te begrijpen. Daarna hebt u behoefte aan een meester en leraar, die bereid is u met uw experimenten te helpen en a.h.w. elk experiment voorlopig onder zijn supervisie te doen geschieden. Bent u zover gekomen, dan hebt u alleen nog instructies nodig om zo juist en nuttig mogelijk te werken. Deze zullen u dan, zij het waarschijnlijk uit andere dan de stoffelijke wereld, wel gegeven worden, zodat het op den duur mogelijk zal zijn uw magische kennis en mogelijkheden zelfs uit te breiden buiten alles, wat daarover op aarde reeds bekend is. U ziet wel, dat het niet zo heel erg eenvoudig is. In principe kan elke mens een magiër worden. Er is niemand, die het werkelijk niet kan. Zelfs in principe kan elke mens paranormaal begaafd zijn, al gebruiken maar zeer weinig mensen deze gave werkelijk. Maar om deze waarden goed, gericht en bewust te gebruiken, daarbij alle er in schuilende gevaren te vermijden, is het noodzakelijk een goede leider te hebben, zij het direct vanuit de geest, zij het langs mediamieke weg, zij het in de stof.

  • Doen wij niet vaak onbewuste magische handelingen?

Inderdaad, maar dat is het ellendige: onbewust. Er was eens een fee, die een beetje kon toveren, maar zelfs zij was zich daarvan niet bewust, zodat allerlei factoren bij de resultaten een rol speelden. Deze fee had eens behoefte aan een liter melk. Zij was zich niet bewust van de dingen, die zij deed, zodat zij door haar stemming werd beïnvloed. Zij kreeg dan ook geitenmelk, die zij niet lustte. De fee werd boos en wilde de melk het raam uittoveren. Zij was zo nijdig, dat zij alweer haar stemming liet overheersen. De melk bleef staan, maar wel hing er opeens een kikvors aan de neus van de burgemeester van Elfenstad. Hierover wond de fee zich wel erg op. Onzeker van zichzelf en nijdig trachtte zij het kwaad ongedaan te maken, maar door haar onzekerheid en woede gebruikte zij te grote krachten en explodeerde. M.a.w.: onbewust of halfbewust gebruik maken van magie voert in vele gevallen tot onvoorziene gevolgen. Men gebruikt immers te snel en onvoorzichtig krachten, die men niet kent en niet kan beheersen, waardoor men het slachtoffer wordt van de krachten, die men zelf – bewust of onbewust – heeft opgeroepen.

Voorbeelden:

Mensen, die een eenvoudig gebod volledig oprecht uitspreken, maar niet begrijpen, wat zij eigenlijk vragen. Dan kan het gebeuren, dat zij bidden: “God, geef mij absolute vrede en rust op deze wereld”, en dan gaan zij dood. Dan willen deze eenvoudigen in de sferen niet meer in Gods liefde geloven, want zij hadden vrede gevraagd en nu zijn zij dood. Zij beseffen niet, dat zij alleen op deze manier absolute vrede kunnen verkrijgen voor alles, wat op de wereld geschiedt.

2: De eedsformule heeft magische achtergronden. “Zo waarlijk helpe mij God almachtig”. Men zweert, dat alles, wat men zeggen zal, de volle waarheid is. Maar er kan wel eens iemand zijn, die dit zo oprecht gemeend zegt, dat hij daardoor de kleine onwaarheden, die hij onbewust, of zonder nadenken vertelde, waar maakt, of zal moeten maken. Het gevolg is, dat zo iemand aan vele consequenties vast zit, waar hij de oorzaak niet van beseft en waaraan hij zeker bij het uitspreken van de eed nimmer had gedacht. Al te vaak horen wij mensen, die op deze wijze verkeerdelijk – onbewust – magische werkingen oproepen, zich dan erover beklagen dat het hen zo slecht gaat in het leven. Anderen krijgen alles om niet, zij moeten voor alles lang werken en sparen en worden dan nog in hun verwachtingen bedrogen. Daarom is het, zelfs vanuit een zuiver menselijk en persoonlijk standpunt, goed, wanneer u er iets van af weet.

image_pdf