14 oktober 1985
Goedenavond vrienden, ja, het is esoterische kring en we hebben inderdaad weer een gastspreker voor u gevonden. Iemand van de Fiji’s. In zijn tijd een tovenaar, raadsman en dergelijke nog vóór de blanken. Op het ogenblik eigenlijk iemand die zich bezighoudt met de bezieling van de natuur. Wat er precies allemaal uit gaat komen, dat kan ik u werkelijk niet zeggen; het is allemaal een kwestie van: de aarde leeft en het leven op de aarde moet in harmonie zijn met de aarde zelf, en dat soort dingen. Ik denk niet dat u met een dergelijk betoog zult worden lastiggevallen: de man vertoeft aan de grens kleur en wit licht dus dat gaat nogal.
En dan vind ik het ook natuurlijk erg interessant dat er op het ogenblik allerhande inwerkingen van zeg maar hogere werelden zijn, die ook proberen om die mensen mee te krijgen in een nieuwe richting. Het oude kan niet meer. Het is voorbij. Zoek je naar de innerlijke waarde van dit alles, dan kun je alleen maar zeggen: wanneer ik in mezelf een harmonie vind dan kan ik ontzettend veel verdragen. Dan kan ik heel veel dingen aanvaarden en ik kan er zelfs mee werken. Maar wanneer ik onverdraagzaam word, dan komt er een ogenblik dat ik meer tegenstand oproep, dan dat ik aan kan. En wanneer je dat innerlijk gaat begrijpen, dan zoek je naar dat punt, waar je innerlijk dan toch weer enige harmonie en enige rust kunt vinden. Dat is erg belangrijk: want zolang je innerlijk een zeker evenwicht bezit, kun je de wereld aan.
Er is een stelling die zegt: een groot gedeelte van de wereld wordt gemaakt door de gedachten van de mensen. En volgens mij is het inderdaad deels waar, want u interpreteert de wereld, u ziet de dingen niet zoals ze zijn, maar zoals u denkt dat ze zijn of zelfs zouden moeten zijn. Denkt u maar aan die Spaanse denker, die in Rusland gekomen, tegen een van de regeerders daar zei: Ik bewonder uw land zeer, vooral uw 5 jarenplan, dat doe ik al de laatste 20 jaar. Dat is een grapje misschien, maar het zegt ook iets. Als je je vasthoudt aan plannen, aan schema’s alleen, dan kom je nergens terecht. Dan blijft het uiterlijk misschien allemaal wel heel erg goed en heel erg leuk, maar er is geen achtergrond. Het is een schil, zonder ziel, zonder inhoud. Op het ogenblik echter dat je van de innerlijke kant uitgaat, dat je van binnenuit beleeft en waarmaakt, dan ontstaat precies het tegendeel. Dan ga je je wereld anders zien. Je gaat de krachten van die wereld op een andere manier beleven. Je bent er meer één mee. En dat wil zeggen dat je meer kunt, dat je meer tot stand kunt brengen dus, maar gelijktijdig dat innerlijk eigenlijk je kracht, je rust, je vermogen steeds toenemen.
Het is opvallend dat er de laatste tijd zoveel mensen zijn, die nogal wat slaapstoringen hebben. Ze worden midden in de nacht een paar keer wakker, ze worden niet uitgerust wakker, en wat dies meer zij. Ik noem nu maar een enkel fenomeen, er zijn er natuurlijk veel meer. Maar dit komt op het ogenblik meer dan één op tien voor. Ook in Nederland. Ga je kijken naar de reden ervan, dan blijkt dat die mensen innerlijk niet hun wereld kunnen aanvaarden, ze kunnen het niet verwerken. En zoek je de oorzaak, dan blijkt dat ze een beeld hebben gemaakt van die wereld, zoals ze zou moeten zijn, en een beeld van zichzelf, niet zoals ze zijn, maar zoals zij menen dat een ander hen zou moeten zien. Hier heb je dus een waanvoorstelling in feite. Die waanvoorstelling is niet erg genoeg om je werkelijk gek te verklaren. Duidelijk. Maar aan de andere kant is ze intens genoeg om zelfs je slaap, je ontspanning, je relatie met de wereld te verstoren. Stel daarvoor in de plaats: innerlijk evenwicht, dan weet ik wel (en dat krijgt u dan waarschijnlijk wel weer te horen), dat het dan gaat over harmonieën van nog veel omvangrijker aard. Harmonie met de wereld en harmonie met bepaalde sferen, maar ja of het nu harmonie is of dat het een ander orkest is, wat mij betreft komt het in de eerste plaats op jezelf aan.
Wanneer je in jezelf zoekt, wat vind je dan? Over het algemeen een hele hoop “ik zou willen dat” en “als dat maar niet”. Kijk met die dingen heb je weinig te maken. Morgen is nog niet gemaakt en gisteren is overleden. Je leeft vandaag. Wanneer je leert vandaag te leven, vandaag elke keer een beetje af te rekenen met allerhande dingen die je dan misschien verkeerd hebt gedaan, of waar je het niet mee eens was en je zegt: Goed, dat heb ik dus geleerd. Afgedaan. Dan word je vanzelf rustiger. Je denkt na over jezelf en je denkt na over de wereld, en onwillekeurig zoek je tussen die twee een evenwicht. Dat is een soort onbewuste drijfveer: De meeste mensen zoeken een evenwicht maar ze doen dat door te compenseren. Ze zijn bezig met een verleden. De fouten die daar zijn gemaakt, daar heb ik toch niets mee te maken, maar ik lijd eronder. Of met de toekomst: Ja, maar, ik zal in die toekomst dit of dat niet kunnen, of wel kunnen, en ik wil dit wel, ik wil dat niet. Kijk, die dingen helpen je niet. Vandaag is een harmonie. Wanneer je vandaag aanvaardt zoals het is, vandaag gewoon in je eigen denken voortdurend afhandelt, door te zeggen dat niet, dat wel, dan komt er een ogenblik dat je in harmonie gaat leven meer dan alleen met jezelf. Je hebt niet alleen voor jezelf een evenwicht gewonnen, maar ook met werelden om je heen. Dat is niet alleen de wereld van de mensen natuurlijk, het is ook de wereld van de geest. Het zijn werelden van allerhande krachten. En wanneer je in harmonie bent ermee, dan wil dat zeggen dat er een verbinding bestaat. En die verbinding zou kunnen voeren tot toename van je eigen energieën waar dat nodig is. Het zou ertoe kunnen voeren dat energieën gestabiliseerd worden. Dus dat een zeker innerlijk evenwicht tot stand komt. En zeer zeker zou het ook mogelijk worden, dat je eindelijk je verwantschap met de materie beter gaat begrijpen.
Er bestaat een oud verhaal over een jonge man, het was ergens in Nepal of Tibet, die de berg op ging en had vergeten voldoende eten mee te nemen. Toen kwam hij een oude wijze tegen met een staf, weet u wel, monnikengewaad en zo, en die jongen die vroeg hem: “Kan ik hier ergens iets te eten krijgen of vinden of heeft u iets voor me.” De man keek hem een beetje meewarig aan, wees met z’n stok op een rots en zei: “Waarom eet jij dan niet, er is toch tsampa genoeg?” (Tsampa is gedroogd vlees en vet) Deze jongeman greep toen in die rots en inderdaad: hij had tsampa. Hij at totdat hij genoeg had, laadde zijn tas vol er, toen ging hij verder. En, toen wilde hij toch kijken of het wel echt was. In z’n tas zat tsampa, en de steen was hier en daar een beetje uitgehold. Een krankzinnig verhaal natuurlijk, maar wanneer u zich nu eens realiseert dat dezelfde kracht die in u, in uw wil en in uw denken aanwezig is; de kracht is die de kleinste delen bij elkaar houdt, dan kunt u materie veranderen. Oh zeker, je moet een ingewijde zijn om zover te komen. Dus ik wil even voorkomen dat u oud zink neemt en stamelt: dit is goud, dit is goud, dit is goud, want dan komt er een ander die kijkt naar u en begint dan ook: hij is gek, hij is gek, hij is gek; maar theoretisch zou dat kunnen.
Wanneer je met dieren te maken hebt, kan je het dier beheersen. Omdat je aanvaardt wat het is, het bewustzijn a.h.w. aanvoelt van het dier en daar je eigen bewustzijn tegenover zet. En dan kun je wilde dieren beheersen. Je kunt graan beter of slechter laten groeien. En je kunt zelfs, wanneer je een beetje gevoelig bent, voor luchtstromingen en wat er allemaal aan de hand is, zeggen: nou, laat het hier regenen en laat het daar even droog blijven. Krankzinnig? Ja, natuurlijk. Alleen voor grote heiligen. Maar wanneer u die innerlijke harmonie vindt, en daardoor een contact weet te vinden met uw wereld, met alles wat er om u heen is, dan gaat in uzelf een begrip daarvan ontstaan. Dan bent u in staat om met uw wil, met uw denkbeelden, andere wezens a.h.w. te helpen, de planten om te groeien, het dier om zich zo te gedragen dat er geen vijandschap behoeft te ontstaan. En zelfs de materie aan te zetten tot die kleine wijzigingen waardoor ze niet meer gevaarlijk is voor een mens of misschien zelfs voor de mens nuttig is. Dat zijn dingen waar je natuurlijk aan onze kant weinig over praat. Dat is ook duidelijk, want we zijn van de materie af. Maar nu ik met deze gastspreker te maken heb gekregen, ben ik me bewust geworden van die eenheid die achter de uiterlijkheden ligt. En het is deze eenheid, voor een ogenblik misschien door mij beseft, die mij ertoe brengt om u juist dit als inleiding voor te leggen.
Ik wil u helemaal niet over wonderen vertellen. Het grootste wonder is tegenwoordig als je een eerlijk mens vindt, weet u dat. (Ja, vooral in officiële kringen). Het gaat er helemaal niet om, om buitenissige dingen tot stand te brengen. Het gaat er alleen maar om eerst eens zelf een verbinding te vinden met de wereld, waardoor je werkelijk in het heden kunt gaan leven, waardoor je werkelijk met je wereld verbonden bent zonder door je wereld beheerst te worden, of je wereld te willen beheersen. Dat je kunt functioneren als een deel van het zijnde. Ik denk dat dat in de komende jaren steeds belangrijker gaat worden. Uiteindelijk, de grenzen zijn zo’n beetje overschreden, dat weet uzelf ook wel. De meeste mensen zijn aan de ene kant nog grove materialisten en aan de andere kant zijn ze er ongelukkig mee. En waarom? Omdat zij beginnen te beseffen dat de innerlijke wereld, zij noemen het dan vaak een emotionele, maar ze omvat natuurlijk ook allerhande geestelijke invloeden, niet meer in harmonie kan zijn met de ontwikkelingen zoals ze vandaag plaats vinden. En dan moet je een keuze doen. Oh, je kunt kiezen voor geweld en zeggen: ik zal het met geweld beter maken, maar dat verstoort alleen maar harmonie. Je kunt ook zeggen: Ik ga in mezelf zoeken naar de kracht, waardoor ik tenminste met mijn deel van de wereld wat ik ken een gevoel van verbondenheid kan beleven. En uit die verbondenheid ga ik verder opbouwen wat voor mij en voor die wereld belangrijk is.
Ja, ik was bijna in vuur geraakt, ontdek ik. Dat is eigenlijk vreemd, je ontmoet een entiteit ‑ ik heb hem nog nooit gezien voordien ‑ je wisselt wat beelden uit, of denkbeelden, en op een gegeven ogenblik begint het in jezelf te gisten en te kolken en te koken en dan zeg je: ja, maar ik moet ook zoiets kunnen begrijpen, ik moet het kunnen beleven en je probeert het. Eh dan: ja, dan is er iets, je kunt het niet omschrijven, je denkt ja, dat iets dat moet ik nu gebruiken, daar moet ik nu mijn inleiding mee maken. En als je het dan goed bekijkt, dan wordt het een lange inleiding, waar misschien hier en daar wat inzit. Moeilijk.
En toch, als inleider moet ik zeggen: er zijn bepaalde dingen, bepaalde krachten, waar je niet omheen kunt. Meestal ga je er eigenlijk een beetje aan voorbij, je beleeft ze misschien wel, maar ach het is niet zo belangrijk. Of je hebt andere dingen te doen, en je moet met dit rekening houden en met dat. Dan komt er iets of iemand en die roept dit in je wakker, en dan opeens besef je: hé, ik ben iets kwijtgeraakt, dat ik ooit gehad moet hebben. Iets van eenheid, iets van vervuld zijn, van een volheid. Wat kan ik daar nu aan doen? En ik denk dat dit de vraag is die ik u als inleider mag voorleggen. Geen belangrijke vraag. U weet het: de inleider babbelt de tijd vol, totdat de sfeer goed genoeg is en de gastspreker klaar genoeg en dan gaan we pauzeren en dan komt de gastspreker en dan kan de inleider later misschien te horen krijgen dat hij ook nog iets interessant gezegd heeft. Maar dat gebeurt niet al te vaak hoor, onder ons gezegd en gezwegen. Maar als inleider vraag ik u: hebt u in uzelf nou werkelijk niet soms dat gevoel: er mankeert iets en ik kan er wat aan doen. Niet in de wereld, in uzelf. Probeer dan geen droom op te bouwen van: ik zal even…, je haalt er de Here Jezus bij, of een hoge geest, of wat anders, (oh ja, het werkt ook hoor, en soms is het nog echt waar ook), maar vraag je alleen eens af: Kan ik misschien dat tekort eindelijk omschrijven. Wat is het, wat in mij die leegte veroorzaakt? En heel vaak zult u dan moeten concluderen: ja het is net of er in mijn wereld een stuk ontbreekt. Ik leef bepaalde dingen niet meer. Ik zie, ik begrijp, ik doe de dingen niet meer, zoals vroeger misschien. En vraag je dan af, kan ik dat op een andere wijze oplossen? Want dat is het belangrijke punt. Je kunt niet terug naar het verleden, maar het tekort is ontstaan doordat je dingen verloren hebt, die je in het verleden had. En dat wil zeggen dat in het heden deze dingen in een andere vorm wederom bereikbaar, toegankelijk moeten zijn. Dan weet je waar je naar kunt gaan zoeken.
En zoek dan niet wanhopig: “Als ik dat niet vind, dan ben ik mislukt, dan gaat het niet meer”. Maar vraag u gewoon af: “Is er niet een kleinigheid misschien waar ik iets mee kan doen”? Al is het maar een enkel stofje. Elke dag een stofje en voor je het weet heb je ook een hele hoop, een hele berg. Juist door de kleine dingen voortdurend te doen, kun je in jezelf het gevoel van eenheid, maar ook van volledigheid versterken. Je kunt er mee leven, je kunt er mee werken en dan denk je er niet over maar je bent het, dan begint het punt waarop je dan misschien andere inwijdingen ook nog verder kunt doormaken. Want de meeste inwijdingen zijn alleen maar een aanloopje naar het evenwicht. Maar als je werkelijk evenwicht hebt, dan is inwijding niet meer iets wat je gegeven wordt. Dan is het iets wat zo vanzelfsprekend ontstaat, dat je het pas bemerkt, wanneer je een ogenblik ondanks jezelf terugkijkt naar het verleden. Het is een tijd waarin krachten proberen u te helpen. Het is een tijd waarin de wereld in beroering is, maar diezelfde wereld op dit ogenblik hunkert naar een nieuw evenwicht, naar een nieuwe balans, waarin alle leven weer opgenomen kan zijn. Geen ouderwets paradijs: Adam en Eva zijn allang naar het naaktstrand verbannen, maar gewoon een nieuw paradijs. Een wereld, waarin vijandschap niet meer bestaat, waarin angsten en vooroordeel langzaam wegsmelten. Een wereld waarin je niet meer leeft met de zorgen voor over‑ over‑ overmorgen, maar waarin je geleerd hebt om vandaag te zijn wat je kunt zijn. En daaruit voor jezelf de zekerheid put dat ook morgen zijn mogelijkheden en zijn kansen zal geven.
U kunt het, maar u moet beginnen met u af te vragen: waar schuilt in mij het tekort, dat is de onevenwichtigheid die op het ogenblik een rol speelt, en als je die dan eenmaal hebt gevonden, dan kun je verder gaan door te zeggen: is er iets wat ik daarmee, of zelfs om dit iets te verminderen, kan doen? Want uw leven zal altijd bestaan uit dingen die samenvloeien: het innerlijk beleven en het uiterlijk doen. Zonder dit is uw bestaan op aarde betrekkelijk zinloos. Maar als je werkt vanuit een innerlijke harmonie, dan zal wat je doet inderdaad die harmonie bevorderen, ook al zullen anderen dat misschien nog niet beseffen, maar jij ziet het, jij bemerkt het, jij leeft het. En wat je vanuit jezelf leeft, dat is het belangrijkste, want dat is het begin van de eenwording van geest en stof, van aarde en leven op de aarde. Een verbondenheid die uiteindelijk de band met de sterren niet uitsluit. Dat is het begin, die vraag heb ik u voorgelegd en daarmee heb ik mijn taak als inleider zo goed als ik kon, volbracht.
Ik mag natuurlijk nog even doorbabbelen, dat is altijd zo (we zijn nu al weer bijna aan een pauze toe), maar wat ik zeggen wilde heb ik eigenlijk gezegd, ja. En dan kan ik u natuurlijk nog vertellen: ja goed, deze man droeg dus een zeer bijzondere mantel, die was nog uit veren gemaakt, en hij had in zijn leven een reputatie van een grote wijze en men geloofde dat hij later terugkwam om wijzen en tovenaars en zo bij te staan. Men dacht dat hij aan mensen die op zee verdwaald waren soms ineens verscheen om hen de weg te wijzen. Hij is een legende geweest en misschien is hij het nog wel hier en daar. Maar een dergelijke legende leeft verder. Hij wordt ook wijzer. Hij zal verder gaan langs het pad waar hij eens op gekomen is, natuurlijk. Maar hij gaat samenhangen anders beleven anders bekijken. En wanneer je daardoor zover kunt komen dat je bijna alle onderscheid en vorm achter je kunt laten om eenheid te beleven, nou, dan heb je het aardig ver gebracht. En misschien dat daarom zo iemand veel beter dan ik het ooit zou kunnen doen, u iets kan geven van harmonie, van verbondenheid, van vrede. Dat is het eigenlijk. Juist omdat hij, denk ik, het niet meer nodig vindt om allerhande dingen te zeggen. Omdat hij u gewoon mee wil nemen in zijn eigen uitstraling en u daardoor duidelijk maken wat mogelijk is. Probeer het maar, onderga het maar.
Dat is altijd zo hé? Gastsprekers moet je ondergaan, weet u. Probeer ze te begrijpen, of te volgen dan verlies je de helft van wat ze geven, maar als je aanvaardt wat ze zijn, dan zul je een hele hoop van hetgeen ze gezegd hebben later toch wel terugvinden.
En dan beginnen wij dus zo het nieuwe seizoen. Er zijn natuurlijk enkele technische moeilijkheden. Ik weet niet of een gastspreker daar gemakkelijk mee klaar komt, maar wij zullen aannemen dat dat dan met een beetje hulp wel zal gaan. Daarom wens ik u nu een aangename pauze en misschien een licht begrip of zelfs een begin van harmonie en als u al verder bent, misschien eindelijk het vermogen om die ene stap innerlijk te doen waardoor je wereld plotseling weer levend, begrijpelijk en harmonisch wordt. Ik dank u voor uw aandacht.
De Gastspreker.
De weg van de wijsheid is de weg van het begrijpen. Daar waar geen begrip bestaat, is geen wijsheid. Al wat je weet, gaat verloren, verstuift als het schuim van de branding. Maar wat je begrijpt, is deel van je, en jij bent deel van dat wat je begrijpt.
Alle leven is verbonden. De zee kan woeden en doden, maar de zee voedt en draagt. De zon kan kwellen, maar ze geeft ook vruchtbaarheid. En zo is ook de mens. De mens kan doden en vernietigen, maar toch is het ook de mens die schept en opbouwt. Wie doordringt in de waarheid van leven en van zijn, leert begrijpen dat de zee en de bomen, de rotsen en de planten, de mensen, de dieren deel zijn van één geheel. De maan is deel van de aarde wanneer zij haar koestert, en wanneer haar zilver verbleekt voor het goud van de zon, is de zon deel van de aarde.
Dat wat je beseft, ben je. Dat wat je begrijpt, is niet slechts deel van je, maar het is ook de beheersing die in jou berust voor al wat minder bewust is dan jij bent. Het is de kracht die jou richt, in het hogere bewustzijn, dat rond ons leeft. Soms zijn er plaatsen, waarop de krachten van de wereld bijzonder sterk samenvloeien en zich uiten. Plaatsen die verboden zijn, omdat een mens die nog niet begrijpen kan, die kracht niet kan doorleven, zonder gelijktijdig daardoor afgezonderd te worden van alle andere. Zoals het levende leven van de aarde door de atmosfeer straalt, de toppen van bergen kust, soms rust in grotten, zo is de eeuwige kracht eveneens in vele lijnen en vele mogelijkheden aanwezig, zowel op de aarde als in alle andere werelden die een wezen maar beseffen kan.
Niet alles is te begrijpen, maar alles kan gevoeld worden, kan innerlijk beleefd worden, en door het beleven ontstaat een eenheid, en uit die eenheid wordt een begrip gebouwd. Zo ga je altijd verder, steeds meer één met de krachten die je toch beheersen, steeds meer bewust van het doel dat niet slechts jou, maar het geheel van de schepping omgeeft.
Er is kracht, maar die kracht is teder als een streling van een lichte bries. Er is kracht en soms is zij vernietigend als een vuur brakende vulkaan. Als je één bent met de kracht, is het niet haar verschijningsvorm, die jou treft of beheerst: het is haar wezen waarmee je één bent, en dan is de bries gelijk aan de vulkaan. De tegenstellingen van mensen en werelden vloeien samen in de kracht, vloeien samen in de eenheid. Er is geen weg tot de waarheid die oneindig is, indien niet de kracht en het besef van de kracht en het begrip voor de kracht in jou bestaat.
Ik ken vele werelden. En ik heb vele geesten gezien die niet behoren tot uw aarde. En in hen allen heb ik het ene gevonden dat waarlijk spreekt, waardoor begrip mogelijk blijft: de kracht waaruit ze leven. Het is deze kracht die mij er voortdurend toe beweegt verder te leven. Het is deze kracht die mij er voortdurend toe beweegt verder te gaan en gelijktijdig meer werelden te beroeren.
Eens was ik als een jonge loot ver van het bos gevallen, in eenzaamheid armetierig, en angstig opgroeiend. Toen werd ik verwant met de wind, met de regen en ik groeide voorspoedig. Toen werd ik deel van de aarde en ik droeg vrucht. En toen kwam het tij, de bliksem sloeg mij neer, maar zie: de vruchten bleven bestaan en werden jonge bomen. En terwijl ik verder zweefde in een onbegrip en nog steeds banden daarmee gevoelde, ontdekte ik: niet bomen waren ontstaan, maar een klein woud. Toch is er elke boom zich van zichzelf bewust. Maar samen vormen zij iets wat meer is en groter. En zo heb ik geleerd niet de ene te willen zijn, maar het te beseffen dat ik deel ben van een groter geheel.
Ik heb mijn wegen gezocht, geleid door de kracht in mij, geleid door het gevoel. Ik heb gezocht naar de wetten, ik heb gezocht naar de wijsheid van de ouden en ik heb ze niet gevonden. Wat ik gevonden heb waren vele wegen. Wegen die elk voor zich anders zijn en toch dezelfde eenheid vertonen. Ik heb ze leren begrijpen. En ik heb banen gezien als platforms waarop mensen leven, opgestapeld boven elkaar en ik heb ze ontmoet die daar leven en ik heb gevonden dat het platform niet bestaat, dat het plateau niet bestaat maar dat de mensen bestaan, die daar leven. Maar ik heb hun leven willen begrijpen, ik heb hun zijn willen beseffen, in al wat er mee samenhangt. Ik heb gevonden dat zij allen één zijn, maar nog niet in staat zijn de eenheid te beseffen, of datgene wat in hen werkt te begrijpen.
Je leeft op de wereld, je bent mens en niemand kan u vragen om meer te begrijpen en te beseffen dan dat wat behoort tot uw wereld. Maar in uw wereld bestaat de kracht, in uw wereld bestaat de verbondenheid, in uw wereld is het werkelijke leven zoals in alle werelden, zoals overal, waar bewustzijn bestaat. Leef dan niet slechts uzelf, wees deel van alle dingen. Probeer de zon, de maan, de wind, de zee, het land, het woud, het gras, de planten te zien als een deel van uzelf. Want daar waar wij de eenheid beseffen, zijn wij verbonden met het ene. Daar waar wij onze wegen gaan, volgens onze aard en ons wezen, beseffende dat wij slechts aanvullen in uiting wat leeft in allen, daar vinden wij vrijheid.
Vrij zijn is deel zijn. Waar zijn, is geen uiting, maar de erkenning van verbondenheid in jezelf. Er is harmonie, ook wanneer zij uiterlijk afwezig schijnt. Er is wat je verbindt, ook al lijkt alles je te scheiden. In jezelf kun je beseffen dat je deel bent van de kracht, dat je deel bent van het leven, dat je verbonden bent met alle dingen. Zelfs wanneer het schijnt of ze je bedreigen.
De weg van het leven heet vrede. Niet de vrede naar buiten toe, die soms lafheid is, soms alleen zoeken naar eigen gewin, naar eigen heil. Maar in jezelf moet vrede zijn. Waar je innerlijk de vrede vindt, daar zijn alle werelden versmolten. Waar je innerlijk de vrede hebt, daar heb je je deel zijn met alle dingen. En in je wezen spreekt Al tot jou, en uit jouw beperkt besef probeer je het Al te beantwoorden. Wanneer ik de staf eens hief, dan zei ik: dit is de macht der goden. Als ik nu de hand hef, zeg ik: het is de kracht die ons vereent. Dat is het verschil.
Lang heb ik gedroomd van vormen, van zeeën, van eilanden, van oceanen die rijk waren aan vis, van mensen in dorpen, die blij en vrolijk waren. Ze zijn weggevaagd, want zij bestaan niet buiten mij. In mij bestaat dat wat ik buiten mij wil zien en beleven. Eenheid is een moeizaam te bereiken besef, maar het vergoedt al wat je moet doen om het te bereiken. Torst de kracht van de wereld niet op je schouders, want terwijl de wereld jou draagt, draag jij de wereld. Verhef je niet boven anderen. Jij die je verheft, maak je ondergeschikt. Dien, niet als dienaar maar een die slechts de eenheid wil bevestigen, wat hij zelf is en doet. Daar ligt de sleutel tot het waar begrip, tot ware besef. Denk niet dat je meer bent dan een ander, want je bent niet waarlijk meer dan iets waarvan je alleen maar deel bent. Denk niet dat je minder bent dan een ander, want hoe kan een deel minder zijn dan dat waartoe het behoort?
Begrijp wat je bent: een wezen zonder grenzen, een wezen zonder wereld, en een wezen dat 10.000 werelden de zijne kan noemen. Besef wat je bent, mens. Jij bent de kracht van het leven, en als de banen van kracht zich uitstrekken door het Al, zo zijn ze niet meer of minder dan jij bent. Als de krachten van de aarde een grillig netwerk vormen, en je wordt er door beroerd, zeg niet: Dit is meer dan ik ben, of minder, maar zeg: dit ben ik. Want je bent alle dingen, zelfs die welke je nu verwerpt of vreest. Je bent één met alle dingen, ook die welke je niet kent of niet begrijpt. Mens, je bent deel, niet slechts van een mensheid of van een ras. Je bent deel van datgene waaruit sterren geboren worden en nevels in vreemde wervelbanen door het schijnbaar ledig voltrekken.
Het is verleidelijk om priester te zijn. Het is verleidelijk om wijze te zijn, maar als je dat wilt zijn: wees voorzichtig dat je je niet afzondert en zo je wijsheid tot dwaasheid wordt. Ik zeg u: Eén is alle kracht, één zijn alle dingen, zoals ook het leven uit de zeeën is gerezen, zoals de lucht uit de vulkanen werd gebraakt, zo ademt het onbekende en maakt ons tot wat we zijn. Deel in de kracht, deel in het leven, deel in de werkelijkheid waarvan je deel bent en die je zelf bent. Slechts zij die weten in zich deel te zijn, zullen bereiken wat nodig is om als mens of geest datgene waar te maken, wat deel is van hun taak, van hun licht, van hun werkelijkheid.
Wij die verbonden zijn, wij die deel zijn van het ene, wij die onze weg zoeken, langs de plateaus waarop mensen leven, wij zijn het leven zelf, want het leven is in ons. Uit het leven en levende wordt ons de kracht geboren, waardoor wij scheppen wat in ons leeft, waarmaken wat in ons wordt beseft en voortbrengen wat het onvermijdelijk begin is geweest van ons aller bestaan.
Jij bent deel van de kracht. De kracht is deel van u. Er is niets anders dan de kracht. Leven en daad zijn vormen. De kracht is het zijnde zelf. Wees dan deel van het zijnde zover gij kunt. Verwerp niet en bevestig niet, maar besta. Besta en besef, opdat het begrip in u worde tot ware wijsheid, dat het weten u verlate voor het werkelijk begrijpen. Dan zult ge hoe en waar gij uzelf ook meent te vinden, de eenheid in uzelf beleven en uit het beleven de vrede ondergaan die ons allen is voorbestemd.