Energetische niveaus in mens en kosmos

image_pdf

2 april 1987

Er zijn twee schijnbaar strijdige beschouwingen ten aanzien van de mens. De een, die ook wij vaak aanhangen, stamt eigenlijk uit het vroege hindoe-geloof, en zegt: de ziel van de mens is God, de mens is daarom alles. De tweede is van een wat latere datum en heeft veel opgang gemaakt in bv. Griekenland en via Griekenland ook in de magie, de alchemie en wat dies meer zei, en deze stelt: de mens is een microkosmos.

In beide gevallen ga je uit van een analogie tussen de totaliteit en de mens. Wanneer wij proberen om dit te benaderen, dan moet ik vandaag allereerst uitgaan van het tweede standpunt: de mens is een microkosmos.

Wanneer wij kijken naar een sterrennevel dan ontdekken we daarin verschillende vormen van energie. We ontdekken verder dat deze vormen zich op verschillende wijzen manifesteren. Bv. er is een zeer sterke uitwisseling van o.m. ionen, elektronen en nog wat andere kleine delen in het centrum van het Melkwegstelsel. Hier vinden we ook een groot aantal sterren die op z’n minst genomen witte reuzen zijn en we vinden daarbij vele sterren die zeer weinig fluctueren omdat ze zich voortdurend voeden met de straling die ze ontvangen. Deze sterren op hun beurt sturen straling uit, maar dat is niet zo gek veel. Ze geven daarnaast enorme zwaartekrachtwerkingen af en zijn daardoor weer mede bepalend voor de loop van de sterren die rond dit centrum hun banen zoeken. Je zoudt kunnen zeggen: de kern is dus energie die het geheel van alle mogelijkheden en beweging in het stoffelijk heelal bepaalt.

De mens heeft in zichzelf een krachtbron. Deze krachtbron is normalerwijze door de mens niet of bijna niet aan te boren, dat geef ik graag toe, maar zij omvat een energie, die alle levensprocessen van de mens en zelfs een deel van zijn werking op de omgeving mede kan bepalen: ik kom daar later op terug. Kijken we naar de sterren die er omheen zijn, dan zien we dat tijdseffecten vooral optreden in een brede cirkel rond deze kern van reuzensterren. De afstand tussen de reuzensterren is betrekkelijk gering maar hier is de afstand wat groter en hier komt ook – voor het eerst zou je haast zeggen – de vorming van planeten tot aanzijn, terwijl er ook nog wat zwerfsterren zijn.

Tijd is een effect dat veroorzaakt wordt door versnelling in ruimte – of beter gezegd – snelheid in ruimte, gemeten aan de hand van de eigen zwaartekracht, of te wel de intensiteit van het eigen rotatieveld. We hebben ook in de mens een dergelijke vorm van energie. Wanneer u zich bijzonder sterk instelt op het een of ander, fantasie noem je dat dan, dan blijkt dat hierdoor je relatie met de omgeving gewijzigd wordt, maar ook dat door die vorm van concentratie, bewust of onbewust, verschijnselen als tijdsverloop voor jou kunnen veranderen. Dan wil ik verder helemaal niet gemeen worden, maar als u op kantoor hebt gezeten met het idee ik moet vanavond uit en de klok tikt langzaam naar vijf uur toe, dan doet hij over vijf minuten veel langer dan anders over een half uur. En aan de andere kant: wanneer je met een paar mensen heel gezellig samen bent, vergeet je de tijd, zeggen de mensen. Dan realiseer je je niet dat de tijd verloopt. Voor jou is er eigenlijk heel weinig gebeurd en gelijktijdig heeft het toch uren geduurd.

Wanneer je dat effect dus even vertaalt, dan kun je zeggen: wij kunnen via deze tweede energievorm, onze eigen relatie met de tijd verder bepalen, of verzwakken, versterken, versnellen. Dit is een van de effecten die mede betrekking kan hebben op bv. helderziendheid in ruimte en tijd. Gaan we verder in het Melkwegstelsel kijken dan ontdekken we dat er vertakkingen ontstaan. Er is geen sprake meer van een praktisch cirkelvormige werveling, er zijn uitlopers. Maar waar die uitlopers ontstaan nu, ontdekken we vreemde storingen in het magnetisch veld. Er komen daar in de buurt meer dan normaal magnetische stormen voor, die dus niet – zoals men wel eens aanneemt – alleen door zonnen veroorzaakt worden.

We zien daarnaast ook weer bepaalde anomalieën van tijd en we zien bepaalde stralingsstormen. Het betekent dat hier enorme energieën onder bepaalde omstandigheden aanwezig zijn. Zou een bepaald lichaam, een hemellichaam, of wat mij betreft een ruimtevaartuig deze streek op dat ogenblik passeren, dan zou het zeer sterk de effecten daarvan ervaren. Zou je tot een verplaatsing komen van één ster of één planeetje of maantje of wat dan ook, en je zoudt dat ineens daar buiten brengen, dan ontstaat er een enorme inwerking waardoor de geaardheid verandert, het planeetje zelfs een soort ster kan worden of in andere gevallen een zeer snelle pulsatie doormaakt en terugvalt en dan, heel klein natuurlijk, een zwart gat wordt. En als het een heel klein maantje is dan kun je meer van een zwarte porie spreken.

Wanneer wij in onszelf kijken dan blijkt dat we ook zoiets hebben. We hebben in onszelf n.l. bepaalde gebieden, door het onderbewustzijn bepaald, waarin we normalerwijze eigenlijk niet bezig zijn. Maar wanneer op een gegeven ogenblik door omstandigheden, door associaties of anderszins, iets van onze aandacht in dat bereik terecht komt, dan blijkt dat ook hier bepaalde storm‑ en stralingseffecten aanwezig zijn. We veranderen totaal onze reactie. In het lichaam wordt o.m. de samenhang van de interne secreties gewijzigd, de bloedsomloop verandert iets, de bloeddruk varieert heel sterk. En dan zeggen we: ja, we zijn bijna in shock. Maar die shock is niets anders dan het ondergaan van een te groot aantal invloeden tegelijkertijd zonder het vermogen te hebben bewust daarop te reageren. We ondergaan dus.

Gaan we nog iets verder dan komen we terecht in de armen van een Melkwegstelsel en in die armen zien we dus dat de banen nooit meer rond zijn. Bijna rond zijn ze bv. in de kern van het Melkwegstelsel zover daar een beweging is: die is meestal tamelijk traag. Hier is sprake van een snelle beweging, maar de baan is praktisch altijd parabolisch. D.w.z. het is een gebogen kromme. Het is geen rechte lijn, die alleen maar meetbaar is met de totale rotatie. Daardoor snijd je een groot aantal krachtlijnen, want een melkwegstelsel heeft ook zijn eigen magnetisch veld, zeg maar. Het heeft zijn eigen stralingsvelden. Doordat de baan nu afbuigt van de norm zul je meer dan normaal al deze krachten doorkruisen. Het resultaat is werkelijk bijna onrustbarend, om niet te zeggen: ontstellend.

Want wat blijkt: er zijn materiewolken die een grotere of een tragere oploop hebben of baan hebben, dan bv. de zon met haar planeten. Op het ogenblik dat ze zich daardoor beweegt, ontstaat er een grotere zonneactiviteit, maar er ontstaan gelijktijdig veranderingen in de baan, en eventueel afstand van planeten, en de straling is zo intens dat hierdoor allerhande chemische bijwerkingen ontstaan. Het is opvallend dat wij het merendeel van de beschavingen in de kosmos aantreffen, juist in die uitlopers van het melkwegstelsel, terwijl in het centrale gedeelte veel minder daar ontstane beschavingen voorkomen. Uitzaaibeschavingen komen er wel voor, vooral aan de buitenste rand.

Wat betekent dat weer? Er is een situatie waarbij we zeer sterk reageren op al datgene wat om ons heen is. Ook de mens doet dit. Een mens kan ergens binnen komen en zeggen: ik ervaar een sfeer. Je komt de kerk binnen en bijna vanzelf word je rustig, het is hier zo vredig. Hoe kom je daarbij? De kerk heeft een eigen uitstraling – een gedachte-uitstraling van anderen – maar ze kaatst naar je terug. Op het ogenblik dat je je door dat veld beweegt, verandert je eigen situatie. Maar nu iets wonderlijks: als je in een dergelijke kerk binnenkomt, dan mag je voor de rest normaal atheïst zijn, dan voel je je dicht bij “God”. Op het ogenblik dat je je dan concentreert op die God, wordt het een beleefbare werkelijkheid, het is een soort trip. Dit zijn enkele van de energetische niveaus die we aantreffen in de kosmos als geheel. Daarnaast kunnen we natuurlijk nog even gaan kijken: hoe zit het in het zonnestelsel?

De zon heeft een zeer sterke invloed op alle leven. Wanneer u aan horoscopie doet: de plaats van de zon in de horoscoop kan bepalend zijn voor een groot aantal, vooral van de stoffelijke kwaliteiten, minder voor de mogelijkheden, maar vooral voor de kwaliteiten.

Gaan we kijken naar de verschillende planeten, dan blijkt dat hij bij 9 van de 10 mensen zeker, gelieerd kunnen worden met bepaalde lichaamsfuncties. Dus: bv. u hebt een slechte mars, dat zult u dan voelen in uw armen en benen. U hebt een slechte Mercurius, let op, want u bent nogal eens zwartgallig. Dat zijn simpele dingen en ik vereenvoudig het ongetwijfeld veel te veel op het ogenblik, zeker vanuit het standpunt van de horoscopie, maar wat overblijft is dit: er is een analogie te maken tussen het zonnestelsel en de daarin heersende verhoudingen, en de verhoudingen die in het lichaam bestaan.

Vraag: waarom zouden we aannemen dat dit alleen op het lichaam betrekking heeft? We weten n.l. dat wat in het lichaam gebeurt, invloed heeft op het ervaren, op het gevoel. En wanneer we nog een stapje verder gaan, dan zeggen we: ja, eigenlijk wordt ons denken voor een deel door ons lichaam bepaalt. En zegt u nou niet dat het niet waar is: als u kiespijn heeft, dan denkt u kiespijn, en niet wat anders. Dan zou dit betekenen dat onze voorstellingswereld bepaald kan worden door lichamelijke situaties, die mede voortvloeien uit de analogie die bestaat tussen ons en het planetenstelsel.

Dat brengt me dan tot een eerste punt dat ik belangrijk vind. Wanneer we kijken naar de doorsnee-mens, dan heeft hij een enorme afscherming. Afscherming tegen delen van de werkelijkheid (hij ziet en hoort ze niet). Afscherming tegen delen van zijn persoonlijke werkelijkheid (bepaalde delen van zichzelf kan of wil hij niet beseffen). Hij heeft een afscherming tegen zijn eigen geestelijke krachten (hij merkt ze misschien wel, maar hij zegt: dat is niet logisch, dus wil ik er niets mee te maken hebben).

Die afscherming is aan de ene kant nodig. Kijk, als u midden in een stralingsstorm terecht zoudt komen (ja, u gaat voorlopig de ruimte niet in, niet waar. Het enige wat ze op aarde goed doen, is zwammen in de ruimte maar voor de rest is het nog niet veel), dus: Stel, dat u met een ruimtevaartuig in een stralingsstorm terecht komt. Wat hebt u dan nodig? Een enorme afscherming. Waarom? Niet omdat die straling volledig vijandig is aan uw wezen, maar omdat u in zo’n grote hoeveelheid die straling niet kunt verwerken. Zoudt u het wel kunnen dan zou waarschijnlijk daardoor het geheel van uw wezen, inclusief het lichaam dus, veranderingen ondergaan die blijvend zijn. We hebben een afscherming dus wel nodig, maar aan de andere kant. De krachtbron die ín ons ligt, is de krachtbron die we in heel veel gevallen nodig hebben. Dan moeten we dus in staat zijn om op een gegeven ogenblik al deze afschermingen tegen de andere energieniveaus ongedaan te maken. Hoe je dat kunt doen? Ja, daar zijn methoden van yoga, bijv.. Er zijn bepaalde methoden van meditatie. Er zijn mystieke riten, die daar bij kunnen helpen. Altijd weer: de mens moet losgemaakt worden van zichzelve, van het beeld dat hijzelf is. Op het ogenblik dat hij dit bereikt, zal hij als het ware beroerd worden door iets anders. En nu weet ik wel: de meeste mensen maken dat in hun leven wel eens een of twee keer mee, maar dan is het per ongeluk. Wanneer je eenmaal gemerkt hebt dat een bepaalde vorm van meditatie of lichaamsoefening, bepaalde muziek of wat anders, u ontrukt aan uzelf en dat gevoel geeft van verbondenheid met iets onmetelijks, dan moet u proberen om dat regelmatig te doen. Want een groot gedeelte van onze reacties, ook van onze denkreacties, en indirect daardoor van onze geestelijke mogelijkheden is op aarde gebaseerd op gewoontepatronen. U weet dat misschien zelf: u hebt ooit leren schrijven, maar als u nu een A maakt, zegt u dan nog steeds tegen u zelf: “Streepje, haaltje, streepje, haaltje”? Dat doet u niet meer, want u weet hoe het gaat, uw lichaam weet hoe het gaat. U denkt het woord en u vraagt zich niet eens weer af hoe de letters er uit moeten zien, die komen vanzelf.

Wanneer je regelmatig bezig bent om die innerlijke kracht in jezelf te manifesteren, om daarmee verbonden te worden dan zul je ontdekken, dat als je die sleutel eenmaal kent, het heel eenvoudig is. Je denkt aan de sleutel en de grenzen vallen weg, de ik‑voorstelling wordt als het ware tot iets onbelangrijks, de kracht wordt ervaren, de behoefte van de vage ik-voorstelling bepaald de vorm waarin de kracht zich manifesteert en: alles is in orde.

Het is bekend van een mysticus die dit regelmatig bereikt had, – overigens iemand die ook in de wetenschap en verder in de mystiek en de filosofie nogal bekend is geworden, een Europeaan – die werd op een gegeven ogenblik opgezocht door een soldaat (eerste wereldoorlog). Deze was volledig uitgeput en kwam daar dan aan. Die man keek hem eens aan en zei: Ach, ik zal kijken wat ik kan doen. Hij maakte geen gebaar, hij verstilde totaal en die soldaat voelde zich opgeladen met een enorme energie. Toen deed de gastgever zijn ogen weer open en was kennelijk zeer vermoeid. Op dat ogenblik werd er weer geklopt, weer visite. De man, uitgeput en wel, begroette zijn nieuwe gast en zette ze neer, ging naar de slaapkamer. Anderhalve minuut later kwam hij binnen: stralend van vitaliteit. Die man had geleerd hoe je het kunt doen.

Ik geef dit voorbeeld alleen maar om duidelijk te maken dat ook in deze moderne tijd er heus mensen zijn die op deze manier geleerd hebben met die energie-bereiken te werken. Maar ik waarschuw u wel: als je de kracht van de zon gebruikt, betekent dat nog niet dat je in de zon kunt kijken zonder blind te worden. Op dezelfde manier kun je dergelijke energieën in jezelf wel gebruiken, maar je moet niet proberen de kern daarvan te beleven. Ze zou het je onmogelijk maken om nog verder te functioneren. En nu we toch bezig zijn: er zijn zoveel van die gekke dingen. Neem nu bijv. de kleinste deeltjes. Laten we aannemen dat een atoom, een klein deeltje is, het is in ieder geval het kleinste gedeelte van een in eigenschappen kenbare vorm van materie. Er zijn mensen die kennelijk met atomen en moleculen kunnen goochelen. Er zijn echte goudmakers geweest. Echte alchemisten. En iedereen heeft geprobeerd hun recepten te volgen, maar het ging niet. Waarom? Omdat ze niet begrepen dat de kracht die gebruikt werd, geen stoffelijke kracht was. Want rond ons is een kosmos die ook weer bestaat uit, zeg maar, kleine zonnestelsels. En ook deze hebben hun eigen werking, hun eigen krachten, hun eigen machten. Ook zij hebben hun onderlinge stralingsuitwisseling en wat dies meer zij. Ook daar komen bepaalde magnetische stormen, zeg maar, voor. Ook daar zijn allerhande plotselinge kleine explosies. We spreken dan van kristallisatie‑effecten, van het ontstaan van haarscheuren en dat soort dingen. Maar het is doodgewoon een spanning die op een bepaalde manier tot ontlading komt en daarbij de normale samenhang in een atoom, of tussen verschillende atomen, ontbindt.

Wanneer wij nu ons realiseren dat we als mens uit materie zijn opgebouwd, dan moeten we ons ook realiseren dat de kracht die in ons woont, in staat is daarin grote veranderingen tot stand te brengen. En misschien kunnen we dan gelijktijdig ook gaan begrijpen hoe het komt dat we de tijd stil kunnen zetten voor onszelf. Wanneer we diep in onszelf schouwen en we wéten waar we naar willen kijken, dát is erg belangrijk, dan kunnen de scènes die voor anderen allang voorbij zijn, voor onszelf laten herleven. We kunnen scènes zien die voor anderen nog geen werkelijkheid zijn geworden: en voor een zeer groot gedeelte zal het juist zijn. Ik zeg: voor zeer groot gedeelte, omdat wij altijd uitgaan van hetgeen wijzelf zijn en onze eigen relatie met de totale kracht. Dat houdt in dat we bepaalde afwijkingen die in anderen bestaan niet volledig kunnen begrijpen of volgen. U ziet: helderziendheid in ruimte en tijd is eigenlijk een normaal effect, dat voortvloeit uit een bewust of onbewust gebruiken van de zogenaamde tweede energiesfeer, of het tweede energieniveau, dat in de kosmos en de mens gelijkelijk bestaat.

Proberen we dan nog een keer te kijken naar iets anders. Er is n.l. ook nog een leegte. Men zegt altijd: ja, er is een lege ruimte. In die ruimte zijn de sterrennevels, maar daartussen is niets. Maar, is niets nou of is het werkelijk niets? Wanneer we gaan kijken dan blijkt dat, zij het op een andere manier dan daar waar materie is, een soort stabiel krachtveld aanwezig is. Als je de geaardheid daarvan zoudt willen omschrijven dan zou je moeten zeggen, het is eigenlijk tempore gravitaal. Het is dus een combinatie van tijd en zwaartekracht, maar op een zo minieme basis dat het praktisch niet constateerbaar is. Het blijkt dat deze kracht waarin alles zich beweegt, voor een deel wordt opgesoupeerd door de materie, maar gelijktijdig door de materie voor een deel wordt aangevuld. Wanneer wij het hebben over onze ziel en over onze geest, het mentale eventjes dus niet als geest beschouwd, dan zitten we ook met een niets. Tussen ons en die andere werelden, waarvan we dan toch wel eens een keer dromen, is ergens een ruimte, er is niets. Ja, maar er is wel iets. Er is iets wat diezelfde inhoud bezit. Het is ook voor ons in zekere zin tempore gravitaal, omdat het n.l. al onze tijdsbelevingen omvat, en gelijktijdig daarin de zwaartepunten van die tijdsbelevingen mede bepaalt. D.w.z.: afleesbaarheid van deze schijnbaar ledige ruimte wordt groter naarmate de zwaarte, de betekenis zou je kunnen zeggen, van de tijdsgebeurtenissen die niet meer bestaan, voor het ik groter is geweest. Er is altijd een relatie tussen de ledige ruimte en de gevormde of materie‑ruimte.

In onze geest is ‘t precies hetzelfde. Tussen ons werkelijk ik en het stoffelijk ik, en het opgebouwde ik‑bewustzijn, bestaat een soort leegte. Het werkelijk ik houdt zich heus niet zo erg bezig met wat ben ik in alle incarnaties geweest, en zo. Maar in de ruimte die tussen beiden bestaat, wordt dit als het ware opgeslagen. Nu weten we dat wanneer een satelliet, of een ruimteschip misschien, in die lege ruimte zou komen, dat de condities daar sterk veranderen. Het gaat zover dat zelfs normale omgevingswaarneming niet meer mogelijk is, en dat je dus moet werken met analogieën, die bovendien nog steeds variëren, om te weten waar bv. je stoel is en waar de knop waarop je drukken moet. Tussen twee haakjes: het is geen sprookje, er zijn n.l. ruimtevaarders die deze poging hebben gewaagd.

Bij u is het zo dat wanneer u, op welke wijze ook, met een deel van uw bewustzijn terechtkomt in die schijnbare leegte, alles wat in u is verandert voor uw waarneming. Het kan alleen veranderen aan de hand van hetgeen u bent, of te wel uw werkelijke inhoud – wat uw werkelijke beleving is – maar dingen die een groeiproces zijn geweest, worden nu fase na fase beleefbaar. We spreken dan over het beleven van reïncarnaties bv., en dat soort dingen. U ziet: er zijn heel wat energetische niveaus in de kosmos, en wanneer we de mens daarmee vergelijken, vinden we een groot aantal analoge verschijnselen in de mens. Dat gaat zelfs tot de enorme krachten die de kern van het Melkwegstelsel als het ware beheren, en regeren voor een deel, en de kracht die in onszelf leeft en die we over het algemeen beseffen.

Een groot gedeelte van de zogenaamde paranormale verschijnselen zijn direct of indirect uit de wisselwerking te omschrijven, te bepalen, en af te leiden. Dat brengt me tot een tweede punt dat ik dan weer belangrijk vind. U bent in een voortdurende wisselwerking niet alleen met uw bewust waargenomen omgeving, maar met het geheel van alle krachten waarbinnen u zich bevindt en beweegt. Ook wanneer u niet in staat bent die krachten vast te stellen, en daardoor te bepalen welke van die krachten u zult ondergaan. U herinnert zich waarschijnlijk dat we nogal eens spreken, – ja, het is dan een soort geestelijk weerbericht, geloof ik – over: binnenkort komt er een rood-invloed.

Tussen twee haakjes: u zit betrekkelijk gelukkig, want binnenkort zien we een geel-invloed en dat wil zeggen dat de meesten van u erg vitaal en levenslustig zullen zijn, maar let u wel op dat u niet te veel uitgeeft want gelijktijdig valt de beheersing voor vele mensen een deel weg. Goed, dat was terzijde. Wij geven dat dan in kleuren weer. In feite zeggen we: mensen, voor de meesten van u zal het milieu, zeg maar het schijnbare niets waarin u zich beweegt, op deze manier werkzaam zijn voor u. U doorkruist een bepaald gebied waarin deze invloeden werken. Omdat wij niet alleen maar gebonden zijn aan stoffelijke verschijnselen, verwerken we daarin ook nog geestelijke invloeden. Het is erg belangrijk dat u begrijpt dat de omgeving sterk mede bepalend is voor alles wat u bent en vooral uw reacties, maar dat u nooit een reactie kunt vertonen die niet op welke wijze dan ook tot uw wezen behoort. U kunt dus nooit reageren buiten datgene wat u bent, maar wel op grond van de inhoud, van alles wat u bent, inclusief alle voorgaande belevingen en ervaringen, ongeacht of deze bewust beleefd worden, in het onderbewustzijn schuil gaan of zelfs eigenlijk behoren tot het niemandsland tussen het feitelijke ik en het geprojecteerde ik op aarde. En nu ik dat gezegd heb, heb ik gezegd: er is ook geestelijk iets gaande. Nu spreken wij natuurlijk wel eens over “een geestelijke zon”, maar dat is ook maar kolder, hè. Een geestelijke zon, dat is alleen maar een vergelijking. Maar er bestaan krachtbronnen van zuiver geestelijke aard, die op een of andere manier te maken hebben met onze eigen ontwikkeling. Ik wil niet zeggen dat we daar in de ziel aan gebonden zijn, maar in ons bewustzijn wel, omdat dat ook op bepaalde geestelijke krachten bij voorkeur reageert.

We spreken dan bv. over de Heer der Stralen, we hebben dat vroeger al eens uitvoerig gedaan, en dan zeggen we: ja, de één behoort tot de rode straal, de ander tot de blauwe straal. En als je kijkt wat er op het ogenblik is: een hele hoop tot de laserstraal (ja, die bestaat overigens niet, behalve bij de mensen). We proberen dan te zeggen: je behoort tot een bepaalde invloed. Om het eenvoudig te maken personifiëren we die invloed. In feite is het een geestelijk complex, dat vergelijkbaar is misschien met de verschillende werkingen van de kern van het Melkwegstelsel, of in andere gevallen, wanneer het wat minder intens is, met de werkingen die in de kern van de aarde plaats vinden en die zich op bepaalde plaatsen voortdurend manifesteren, volgens regels die, menselijk gezien, aan de oppervlakte niet geheel te berekenen zijn, en dat betekent dat u ook nog hebt te maken met een geestelijk heelal. Maar dat geestelijke heelal kan alleen invloed uitoefenen op al datgene wat ermee verwant is. M.a.w.: op alle geestelijke factoren die binnen welk levend wezen of zelfs dode materie ook, zouden kunnen bestaan. Alle geestelijke vormen worden daardoor beïnvloed.

En dan is het eenvoudig om aan te nemen dat we dan ook een soort zonnestelsel hebben van die soort, maar dat is nou weer een keer niet waar. Wat betreft deze geestelijke invloeden zou je eerder kunnen spreken eigenlijk van een reeks golfverschijnselen, die in zichzelf een bepaalde karakteristiek bezitten maar die sprongen maken, dus die bepaalde delen als het ware steeds overslaan. Bij deze golfkarakteristiek krijgen we dan dus te maken met het feit dat degene die zich in de golf op een hoogtepunt of laagtepunt bevindt daarvan sterk de invloed ondergaat, een langere duur. Terwijl degene die op een nullijn, bv. als we aannemen dat het een zwabberlijn is, een meander, voor mijn part, die op de nullijn is die invloeden kort ondergaat en ze dus alleen als bepaalde stimuli zal ervaren.

Zit je beneden, dus dat je de grote invloed ondergaat, dan word je tijdelijk daardoor gedomineerd. We zeggen ook: de geestelijke ontwikkeling van een wezen dat in de stof is, zal over het algemeen slechts incidenteel beïnvloed worden door de fluctuaties van geestelijke kracht die zich rond ons afspelen. Maar de mens die in meditatie is, en dus los staat van zijn wereld, of de mens die in de geest verkeert, zullen beiden die invloeden veel sterker ondergaan en daar ook bepaalde wetenschap, bepaalde vermogens e.d. ontwikkelen zonder dat dit hun eigen verdiensten of schuld is.

En daaruit volgt, beste vrienden, dat er niet alleen een hele hoop energieniveaus zijn, maar dat al die energieniveaus te maken hebben met onszelf, en dat is het belangrijke van de zaak. Het is natuurlijk leuk als je weet hoe de samenhangen zijn tussen de sterren, maar het wordt pas interessant wanneer je begrijpt dat deze samenhangen in jezelf een rol spelen.

Uw bewustzijn zoudt u, geestelijk gezien, kunnen vergelijken met materie. De verschillende centra van dit bewustzijn zoudt u kunnen vergelijken met zonnen, of planeten zelfs. Daar buiten is “de lege ruimte”. Die lege ruimte omvat echter al datgene wat u geweest bent en een groot gedeelte van datgene wat u worden kunt. Ze bevat n.l. de aanwijzing voor uw gerichtheid en daarnaast het totaal van de beelden die daarbij behoren. U bent nooit alleen datgene wat u nu bent. U bent altijd een conglomeraat van al datgene wat geweest is en van het grootste gedeelte van de toekomstige mogelijkheden. Let wel: mogelijkheden, en niet zondermeer vaststaande ontwikkelingen. Wie dit begrijpt kan misschien een beetje meer vrede hebben met zichzelf.

Alles wat is heeft je gemaakt tot wat je bent. Wat gebeuren zal wordt beperkt door hetgeen je geworden bent nu. Als dat niet aanvaardbaar is: grijp in jezelf, zoek naar de kern van je kracht en je zult in staat zijn een groot gedeelte van die dingen die volgens jouw bewustzijn niet juist zijn, te corrigeren. Alleen de beperking van je bewustzijn beperkt de mogelijkheden die je hebt om met deze centrale kracht te werken.

image_pdf