15 februari 1982
Wij zijn niet alwetend of onfeilbaar en hopen dan ook dat u zelf zult nadenken over alles wat ter tafel wordt gebracht. Ons onderwerp voor heden dient van geestelijke aard te zijn. Ik koos als titel hiervoor: Fatum en voorbeschikking.
Zoals u weet zijn er heel wat mensen die menen dat hun lot in feite is voorbeschikt. In wezen hebben zij wel wat gelijk. Want wanneer je de spiraal van de tijd volgt, ontmoet je steeds weer dezelfde invloeden en daardoor ook steeds weer vergelijkbare ontwikkelingen en gebeurtenissen.
Anderen zijn voor het noodlot, voor de willekeurigheid der dingen. Zij zeggen: Ja, dat is alles wel heel aardig, maar er zijn toch wel heel grote verschillen tussen mensen die u meent als gelijk te moeten beschouwen als bv. Alexander en Attila de Hun of Napoleon en Adolf. Dergelijke figuren en historische invloeden zijn allen in feite een toeval, een product van hun omgeving en mogelijkheden en daar kun je toch niet omheen?
Houden wij ons bezig met het leven, met de mogelijkheid tot reïncarnatie en dergelijke zaken dan bestaat ook voor ons dezelfde moeilijkheid: indien wij bv. aannemen dat reïncarnatie een wetmatigheid is, zo zeggen wij in feite dat wij daartoe zijn voorbestemd.
Neem je dit niet aan, dan hoor je nog vaak genoeg beweren dat de mens bij zijn geboorte al bestemd is voor de hemel of de hel. Iets wat mij persoonlijk onaanvaardbaar is, daar ik meen dat de mens zichzelf hemel en hel schept en daarmede voor zich en anderen gemeenlijk al op aarde begint.
Maar indien je aanneemt dat er vaste wetten zijn, vaste regels, word je wel duidelijk dat de vele verschijnselen die wij kennen en hun herhalingen niet alleen regels zijn, maar zelfs een soort kringloop vormen.
Aan de andere kant zien wij bij het beschouwen van een enkele mens dat toevalligheden daarin vaak op een bijna krankzinnige wijze opeen worden gestapeld en ben je toch geneigd om te zeggen: veel in het leven is fatum, noodlot. Daaraan kun je niet veel doen.
Ik ben van mening dat deze schijnbare tegenspraak vooral veroorzaakt wordt door het feit dat men gemeenlijk niet bereid is een verschil te maken tussen de totaliteit van de dingen en de eenling, tussen de kenbare kosmos en zichzelf.
De totaliteit heeft altijd een soort gemiddelde waarde en deze kan je als ‘voorbestemd’ beschouwen. Zoals je 0p aarde mogelijk kunt zeggen: vandaag is de gemiddelde temperatuur 10°, maar over enkele maanden zal de gemiddelde temperatuur in dit land rond 18° zijn. Dat lijkt erop dat alles geheel gelijk is en dus voor alle deeltjes lucht voorbestemd.
Maar wacht nu eens even. Wanneer wij de moleculen in de lucht gaan bekijken, blijkt dat de temperatuur van een enkele molecuul afhangt van het aantal botsingen die deze heeft met andere moleculen. Wat erop neerkomt dat er moleculen zijn die bij een gemiddelde temperatuur van 10° een eigen beweeglijkheid vertonen die neerkomt op een eigen temperatuur van 2°, maar dat er anderen zijn in diezelfde luchtmassa die komen tot een vergelijkbare waarde van 15° of zelfs 20°.
Doordat je echter niet alles per molecuul maar als massa bekijkt, heb je aan de andere kant wel degelijk een gemiddelde temperatuur. Wanneer u het over de gemiddelde temperatuur hebt, blijkt u geen rekening te houden met plaatselijke afwijkingen, verschillen in beweeglijkheid, plaatselijke verschillen in uitstraling zoals deze steeds weer ontstaan. U zegt eenvoudig: de gemiddelde temperatuur is zoveel graden. Maakt u daarvan een broodwinning, dan gaat u werken voor het KMI en wanneer dat je niet lukt, kun je altijd nog gaan concurreren met Pelleboer.
Voor mij dwingt dit tot de conclusie dat er een groot verschil is tussen een beheersende wetmatigheid en de wijze waarop een enkeling zich binnen die wetmatigheid beweegt. Ik hoop dat u dit met mij eens zult zijn.
Dan kan reïncarnatie een noodlot zijn en toch gelijktijdig een wet zijn. Want die wet hoeft dus niet voor eenieder altijd een geheel gelijke betekenis te hebben. Je zou kunnen zeggen dat de een een molecuul met hoge beweeglijkheid of temperatuur is. Zo iemand zal binnen 60 jaren reïncarneren en kan dus nog meebetalen aan de schulden die de regeringen op het ogenblik op laten lopen, omdat zij niet weten hoe daarvan af te komen zonder gelijktijdig te veel aan populariteit te verliezen. En wanneer het even tegenzit, kom je dan nog net op tijd om verder te helpen met het opruimen van de rommel van de laatste wereldoorlog.
Een ander is in vergelijk onderkoeld traag. Die komt mogelijk over 1500 jaren eens kijken. Misschien zijn er ook dan nog wel een paar mensen op aarde die aardig zijn. Wie weet. Zoek je een gemiddelde, dan blijkt dit ergens tussen de 200 en 500 jaren te liggen. Omdat er een meerderheid is die binnen deze grenzen weer herboren wordt, is dit nu eenmaal het gemiddelde.
Je kunt nu wel, zoals sommigen doen, stellen dat de gemiddelde tijd tussen twee incarnaties rond 250 jaren bedraagt en dicht bij de feiten blijven. Maar dat betekent dan nog steeds niet dat u, wanneer u zou moeten reïncarneren, dit inderdaad eerst over zoveel honderd jaren zult doen. Zoals het betekent dat uw vorige incarnatie mogelijk veel langer of korter in het verleden ligt. En dat kan dan een heel groot verschil zijn.
Het is mogelijk dat er onder u nog zijn die wanneer zij in Egypte zouden gaan zoeken mogelijk nog de mummie kunnen vinden van het laatste lichaam waarin zij op aarde hebben geleefd vóór dit bestaan. En naast zo iemand kan er wel een zitten die bij het zien van een garibaldi onmiddellijk herinnert wordt aan de leider die hij tijdens een vorige incarnatie heeft gevolgd, terwijl de derde mogelijk stierf in de tijd van de eerste arbeidersbeweging in Nederland.
Ik probeer met dit alles in feite heel duidelijk te zeggen dat gemiddelden en algemene regels in feite het kader vormen waarbinnen wij ons bewegen. In zoverre is er dus feitelijk sprake van een soort voorbestemming.
Aan de andere kant, zo betoog ik, worden de bewegingen die wij binnen dit kader maken toch wel geheel bepaald door onze eigen persoonlijkheid. Wat erop neerkomt dat wij een groot deel van hetgeen wij zijn en beleven toch wel zelf in de hand hebben en verder bepaald worden door persoonlijke kwaliteiten die van de norm plegen af te wijken, zodat wij een soort persoonlijk noodlot kennen.
Ik besef dat dit alles wel eens moeilijk kan klinken. Want nu komen de mensen van de vrije wil en beweren: God heeft de mens een vrije wil gegeven. Waarbij ik dan altijd weer de neiging voel om hen te vragen of zij dit nu werkelijk geloven.
Het is een mooie algemene stelling: De Heer heeft de mens een vrije wil gegeven, de keuze om goed te doen of te zondigen. Want dit laatste laat men dan maar al te graag onmiddellijk op de eerste uitspraak volgen.
Ik zou hen dan willen vragen: hoeveel mensen denkt u zouden graag willen zondigen maar durven niet? En hoeveel mensen willen voor zich dingen die wel degelijk tot uw wereld behoren, doen er alles voor en krijgen die toch nooit? Hoeveel werkelozen denken niet steeds weer aan alles wat zij zouden doen wanneer zij eens vijf miljoen zouden hebben, of desnoods ergens eens vijf ton zouden winnen? Hoevelen onder hen doen niet alles, inclusief het besteden van gelden die zij in feite niet kunnen missen, om een kans te maken bij lotto, toto, loterij e.d.?
Maar daarom krijgen zij het nog niet. M.a.w.: je kunt wel willen wat je wilt, maar je zult nog steeds moeten leven en werken met de middelen en mogelijkheden die je in je leven hebt. Anders gezegd: Je kunt wel willen, maar niet doen. Daarom kom ik tegen uitspraken als de geciteerde in opstand en zeg: Een werkelijk vrije wil heb je niet!
Wat je wel hebt is een vrijheid van bestaan. En deze is niet iets wat door je wil en voorstellingsvermogen bepaald wordt. Het is wel degelijk bepaald door hetgeen je bent en de mogelijkheden die op dit ogenblik aan je persoonlijkheid verbonden zijn.
Je bent geen deel van een gemeenschappelijk lot zonder meer, je bent ook niet geheel gebonden aan een bepaald lot. Je hebt wel degelijk keuzemogelijkheden, maar die zijn beperkt. Dus niet zoals men in bepaalde kringen beweert over karma, zo in de geest van: je hebt in het verleden een olifant op de tenen getrapt, dat deed het beest zeer, dus zal in dit leven een olifant op jouw tenen trappen. Daaraan ontkom je eenvoudig niet.
Iets wat volgens mij kolder is. Vandaar dat ik ook een kolderiek voorbeeld nam, in de hoop zo extra duidelijk te maken hoe eigenaardig een dergelijke stelling wel is.
Of zo iets als: ik heb Jan in een vorig leven een blauw oog geslagen, dus krijg ik er nu een van Jan. Wat overigens een huwelijk vereist, dames, want dan is het een echtelijke twist. Anders wordt het al snel mishandeling. Maar laat mij daarop niet te ver doorgaan, anders krijg last met: “blijf van mijn lijf”.
Overigens vind ik dit een schitterend idee. Eerst zegt men: “kom aan mijn lijf”, maar als het resultaat dan niet geheel bevalt, roept men onmiddellijk weer: “blijf van mijn lijf”. Neem mij niet kwalijk. Het is natuurlijk een flauwe mop, maar is het ergens nietwaar?
Zoals de dames die roepen dat je baas moet zijn in eigen buik. Iets waar ik het geheel mee eens ben wanneer het bv. gaat over hetgeen een paus over je buik algemeen wil bepalen. Aan de andere kant moet men toch wel begrijpen dat in een samenleving waarin men heteroseksueel leeft deze leuze toch maar een zeer beperkte waarde heeft. Zodat het niet gaat om het baas zijn, maar om het ontkomen aan consequenties wanneer men dit even niet was. Want je kunt per ongeluk de pil vergeten hebben en dan zit je er maar mee. Maar dan is het ook je eigen schuld of mede je eigen schuld en zou je de gevolgen daarvan niet zomaar en zonder meer terzijde moeten schuiven. Waarop de betrokkenen waarschijnlijk geneigd zijn op te springen en uit te roepen: Zo bedoelen wij dit niet. Wij willen zeggen dat je vrij moet zijn.
Maar bent u dan werkelijk wel zo vrij? Je hebt je eigen temperament. Er zijn nu eenmaal mensen die altijd weer erg vriendelijk en gelaten werken, terwijl anderen al nijdig beginnen te worden wanneer zij maar menen te veronderstellen dat er ergens een reden daartoe zou kunnen komen. Dat soort mensen vloekt bij wijze van spreken al lang voor er geslagen wordt.
Men roept dat dit dan wel waar is, maar dat die mensen dat dan moeten kunnen beheersen. Mooi. Maar kunnen zij dit werkelijk? Je zult bv. de pastoors niet de kost moeten geven die uiterlijk kunnen zeggen dat dat niet strookt met de wil van onze Lieve Heer, terwijl zij innerlijk eerder de ene gvd na de andere afdraaien. Want dat ligt bij mensen die een dergelijk gezag begeren maar al te vaak in de aard. En dat kun je dan uiterlijk wel maskeren, maar je kunt het niet wezenlijk veranderen. Een zeker noodlot zit er dus meestal wel in.
Aan de andere kant kies je wanneer je incarneert je eigen voertuig. En wanneer je nu eenmaal een lelijke eend hebt gekozen om mee te gaan rijden, heb je niet veel redenen om je over de vering te beklagen, al is die niet zo perfect als in een luxe Mercedes of een Cadillac.
Toch: je kiest je eigen voertuig. Dat is wel zeker. Maar waarom kies je juist dat voertuig? Omdat je behoefte hebt aan een bepaalde uiting. Zoals op aarde de een graag in een sportwagen wil rijden en de ander de voorkeur geeft aan een klein wagentje dat zeer wendbaar is in de stad, terwijl nummer drie juist een luxe wagen wil hebben waarin je comfortabel een lange afstand kunt afleggen, zo zal ook hier de keuze mede bepaald worden door eigen inhouden en hetgeen men zich voorneemt te gaan doen.
Die keuze is echter weer het resultaat van alle ervaringen die je tot dan toe hebt opgedaan. Wat erop neerkomt dat je bij incarneren wel degelijk gebonden bent aan een norm, maar dat die norm niet buiten je wordt bepaald, maar in jezelf schuilt.
Je kunt nu wel stellen dat die innerlijke norm vergelijkbaar moet zijn met of zelfs gelijk moet zijn aan de gemiddelde norm van de mensheid. Maar bekijk je het dan, dan zie je dat daar niets van deugt. Dat klopt eenvoudig nooit.
Zeker, de mensen hebben altijd wel gedaan alsof alles uiteindelijk op het zelfde neer zal komen. Zo zegt men bv. dat God de armen zal lonen voor hun lijden, maar wel eerst in de hemel.
Mogelijk, maar de duivel schijt wel altijd op een grote hoop. Wanneer je kijkt naar deze wereld, dan zijn het altijd weer de onrechtvaardigen die het meeste geluk hebben en er altijd weer goed van leven. Nu kun je wel beweren dat je tegen die prijs niet wilt leven, maar een beetje lieg je dan ook. In feite blijkt er geen vaste regel, geen vaste werking van oorzaak en gevolg te bestaan die je bindt aan het leven volgens vaste normen. En daarom ging het mij met deze tirade.
En zelfs wanneer men niet al te kieskeurig is, blijkt er een vreemd noodlot een grote rol te spelen. Er was bv. een Italiaans jongetje dat schijnbaar een mooie loopbaan voor zich had, maar dan wel binnen de maffia. Zeker, dat jongetje kon aardig zingen en ook wel acteren. Maar dat zou niet veel veranderd hebben wanneer hij niet toevallig was aangelopen tegen iemand in de maffia die ook nog wel eens iets deed in de amusementssector, een van zijn bandleaders opbelde en sprak: Probeer het maar eens met die jongen. Die jongen noemt men nu wel: Old Blue Eyes.
Nu kun je wel roepen dat dit dus alles toeval was. Maar dat is ook niet waar. Die jongen heeft heel hard moeten werken om het zover te brengen. Alleen de kansen die hij in zijn leven enkele malen kreeg stamden van deze relaties. Zowel stem, acteervermogen als het toch wel groot doorzettingsvermogen dat deze man demonstreerde in dit leven, kwamen echter overeen met zijn eigen persoonlijkheid, zijn eigen geaardheid.
Hoezeer echter deze achtergrond hem bepaald heeft in zijn emoties en neigingen, kun je nog steeds zien in de wijze waarop de man zoekt zich bij een clan, een besloten groep te voegen en daarin te streven naar een belangrijke of zelfs eerste plaats.
Deze man is dus wel degelijk in zijn leven, maar ook in zijn emotionele opmaak, gebonden aan bepaalde regels en waarden. Toch kun je niet stellen dat dit nu toevallig de norm is voor het gedrag van deze mens, eerder het tegendeel. Hij heeft kennelijk een eigen noodlot. Hoe dit uitwerkt, blijkt echter sterk afhankelijk van de wijze waarop hij zijn eigen mogelijkheden gebruikt.
Indien u het zover met mij eens kunt zijn, komen wij nu op een gebied dat gevaarlijk kan zijn. Want niet eenieder heeft natuurlijk mogelijkheden en kwaliteiten die algemeen aanvaard zijn. En de mensen zijn nog steeds geneigd te stellen: wat wij allen aanvaarden, is dus goed en wat wij niet willen aanvaarden is dus fout.
Maar wat is voor mij goed? Datgene waardoor ik alles wat er in mij schuilt aan mogelijkheden zo volledig mogelijk kan gebruiken en zo bewust mogelijk kan hanteren. Daarbij gaat het er dan niet om of anderen dit nu wel goed vinden, maar doodgewoon om de vraag of ik het beste maak van mijzelf en mijn mogelijkheden.
En dan lijkt het er weer op dat er toch een algemene regel bestaat die stelt: alleen degene die zo volledig mogelijk gebruik maakt van zijn eigenschappen en mogelijkheden op eigen terrein, doet daardoor een optimale bewustwording op.
Waarop natuurlijk weer vele mensen op willen staan om uit te roepen dat dit niet geheel kan kloppen: want, wanneer eenieder maar zou doen wat hij het beste kan, zou er niet veel op deze wereld gebeuren. Want wat de meeste mensen het beste schijnen te kunnen: is niets doen. Nu ja, die mensen spreken natuurlijk zonder het te beseffen allereerst voor zichzelf. Zij vergeten kennelijk dat er ook mensen bestaan die eenvoudig niet rustig stil kunnen zitten.
Een mens die krachtens zijn kwaliteiten en eigenschappen van zich het beste maakt wat hij daarmede kan bereiken, beantwoordt aan zijn levensdoel. Hij is geïncarneerd, heeft dit voertuig gekozen.
Je kunt nu wel beweren dat veel karma is, maar die mens wordt niet geremd door allerhande ontwikkelingen van vroeger. Hij heeft wel in overeenstemming daarmede capaciteiten gekozen en gekregen.
Nu ja, dan kan de een goed koken, de ander goed breien, de derde is een wonder in cijferen en de vierde heeft het inzicht dat het hem mogelijk maakt rommel te kopen die voor de een niets waard is en de ander kostbaar acht.
Wanneer je dit dan doet, maak je gebruik van hetgeen bij de keuze van de incarnatie mede als kwaliteit van het voertuig voorop heeft gestaan. De basis was: dat zou ik graag willen, dat zijn de ervaringen die ik op zou willen doen.
De mensen roepen dan weer: maar er zijn toch op het gemiddelde gebaseerde wetten. Natuurlijk zijn die er. Ik geloof ook wel degelijk dat er een kosmische wet is die voor ons geldt en voor ons betekent dat het een voor ons goed betekent en het andere kwaad.
Maar dit zijn normwetten. Dat wil zeggen dat wij, wanneer wij alle dingen die goed kunnen zijn en alle dingen die kwaad kunnen zijn bij elkaar tellen en zo een gemiddelde bereiken waardoor het ons mogelijk wordt tussen beiden een grens te trekken.
Maar iedereen is anders, heeft andere kwaliteiten en mogelijkheden. Wanneer je hiermede rekening wilt houden, blijkt opeens dat er geen absolute normen meer te stellen zijn, dat de grenzen vaag worden.
Zeker, wij zijn deel van een kringloop, die kringloop is bepaald. Maar in die kringloop is de verwezenlijking van onze persoonlijkheid niet gebonden aan algemene normen, maar aan de zeer persoonlijke kwaliteiten en de wijze waarop wij daarmede verder kunnen gaan.
Voor een geestelijke ontwikkeling is dit volgens mij een punt dat niet zonder belang is. Wij zijn zo snel geneigd het oordeel van anderen te aanvaarden en a.h.w. op onze rug te laden. Anderen zeggen dat wij niet deugen, dus deugen wij niet – zo denken wij dan.
Wie geeft hen het recht te zeggen dat wij niet deugen? Wij deugen voor hen niet. Akkoord. Maar deugen wij voor onszelf? Wat kunnen wij doen – en dan feitelijk? Dus niet praten, fantaseren en plannetjes maken, maar werkelijk doen. Wat kunnen wij aan anderen geven, overdragen, tot stand brengen, aandoen desnoods?
Al die dingen tezamen maken uit wat wij zijn en werkelijk betekenen. Dat heeft niets te maken met het oordeel van een ander. Wanneer men tegen u zegt dat u in uw leven grote fouten hebt gemaakt, trek u er maar niets van aan. Alleen wanneer u zelf het gevoel hebt dat u een fout hebt gemaakt, ligt de zaak anders en wordt het tijd na te gaan of u misschien uw wijze van leven en denken toch ietwat moet gaan aanpassen. Maar alleen dan.
Het is een regel waar, vooral uit religieus standpunt, veel tegenin te brengen is. Er zijn godsdiensten en de meesten van hen stellen dat God wil wat de mensen willen dat God zou willen t.a.v. degenen die anders leven en denken dan degenen die zeggen te weten wat God wil. En als je luistert en hoort wat volgens hen God wil, kan ik mij zelfs voorstellen, dat God zelf daar wild onder wordt.
Laat ons eens een paar hangijzers bekijken. Wat is in feite het verschil tussen heteroseksualiteit en homoseksualiteit? Zeker: de uiting. En wanneer je vooral de nadruk wilt leggen op voortplanting is hetero natuurlijk nog steeds de beste methode. Niet meer de enige, omdat men daarop kennelijk in deze dagen al enige wetenschappelijke trucjes heeft gevonden.
Maar wat maken hetero of homo zijn uit wanneer wij uitgaan van de menselijke relatie? Dan heeft het niets meer te maken met de praxis, maar in de eerste plaats met hetgeen daardoor voor de omgeving ontstaat.
En dan kun je volgens mij altijd nog beter te maken hebben met iemand die volgens zijn geaardheid leeft, dan dat men te maken krijgt met iemand die voortdurend bezig is om een deel van zichzelf te verdringen en daardoor ook gelijktijdig anderen aan te vallen, te veroordelen en te schaden in hun persoonlijke sfeer.
Elk partikeltje in de wolk van lucht met zijn gemiddelde temperatuur heeft een eigen temperatuur, daardoor een eigen gedrag, een eigen bewegingstempo.
Moeten wij dan aannemen dat wij ten opzichte van een schepper – zo wij die postuleren – nog minder zijn dan een molecuul in de lucht, of dat wij meer zijn omdat wij ons een bewustzijn aanmeten dat wij vaak schromelijk overschatten en waardoor wij ons boven alles verheven menen te moeten voelen, omdat wij niet in staat zijn na te gaan of een dergelijk bewustzijn mogelijk ook elders bestaat?
Het lijkt mij een voorbeeld van een te zeer homocentrisch denken, wanneer je je eigen wijze van leven en denken, je eigen methodieken gaat uitroepen tot het enig juiste. Ik ben bang dat alle eenzijdigheid op de duur bovendien de neiging heeft zichzelf te vernietigen.
Indien er iets is wat wij niet willen en wat, kosmisch bezien, ook niet behoort tot het kosmische plan, dan is het toch wel juist deze overbodige vernietiging, dit teloorgaan van onze totale inhoud, onze totale mogelijkheid.
Maar dan moeten wij ook durven zeggen: er is een fatum, een noodlottigheid, waardoor eenieder van ons iets anders is, elk van ons een eigen tempo kent, eigen mogelijkheden en ook wegen heeft. Wegen die hij dan ook moet gaan.
Eenieder moet volgens eigen normen en waarden reageren, omdat alleen zo de gemiddelde temperatuur van onze gaswolk tot stand kan komen, het werkelijke zijn of doel van de schepping bereikt kan worden.
Zeker, het is goed dat wij hier geen jongelingen bij hebben of fervente EO-ers en dergelijke. Want die zouden waarschijnlijk een lichte beroerte krijgen wanneer je zegt dat voor de volvoering van het plan Gods bv. hetero en homo beiden noodzakelijk zijn, dat voor de volvoering van het plan Gods de goede mens en de zondaar beiden noodzakelijk, ja, zelfs onontbeerlijk zijn.
Zoals ook menige vrijzinniger christen begint te rillen wanneer je zegt dat Judas Iscariot noodzakelijk was voor het gebeuren rond Jezus, dat zonder een Judas er nooit een kruisdood en verlossing geweest zou kunnen zijn, althans niet op deze wijze. En erger wordt het nog wanneer je de mening verkondigt, dat Judas daardoor ook een zekere verdienste moet worden toegekend.
Want Judas is en blijft voor hen de grootste zondaar. Maar die Judas was onontbeerlijk in het geheel. Zoals er in de wereld altijd weer beulen zijn, hopen zelfs. Maar in de ontwikkeling van de mensheid zijn zij gemeenlijk onontbeerlijk en brengen zij reacties tot stand die zonder hen nooit zouden zijn voorgekomen. Dan is het niet onze zaak hen te veroordelen, 00k al aanvaarden wij hetgeen zij doen vanuit ons eigen standpunt niet. Dan is de enige vraag die hier werkelijk van betekenis is, de vraag: of zij zo zichzelf, hun ware ik, waarmaken of zich in wezen iets voorgoochelen en niet zoeken naar hetgeen zij zelf zijn, maar naar macht, voldoening of rijkdom die zij menen te verkrijgen door anderen te onderdrukken, ofschoon zij, geconfronteerd met hun daden, dezen gelijktijdig als een innerlijke belasting ervaren.
De grote moeilijkheid bij noodlot en voorbeschikking ligt in het feit dat wij altijd willen kiezen voor het een of het ander. Zoals wij in het leven de wetten en regels altijd weer willen kiezen, of voor het een, of voor het andere en niet begrijpen dat het ene het andere niet kan uitsluiten. Dat juist omdat er een voorbeschikking is, voor elke persoon ook een soort noodlot moet bestaan, dat wanneer je bv. streeft naar een algehele sociale zekerheid er gelijktijdig sprake zal moeten zijn van een begrenzing van de aparte zekerheden, zodat tussen voorziening en geheel een relatie blijft bestaan.
Vele mensen kunnen dit eenvoudig niet bevatten, zij willen het niet vatten, niet begrijpen. Maar hoe kun je geestelijk bewust worden wanneer je een groot deel van je mogelijk erkennen verl00chent? Vertel mij dat dan eens!
Hoe kun je, wanneer je eenmaal sterft, werkelijk zeggen: hier ben ik en ik aanvaard mijn nieuwe wereld volledig, wanneer je een wereld hebt geschapen die in feite een volledige vervalsing is van wat voor jou wezenlijk draaglijk is?
Hoe kan je je bewust worden van het Al, wanneer je voortdurend bezig bent bepaalde delen van het Al, zelfs wanneer je verklaart die lief te hebben, van je af te trappen zo hard je maar kunt?
Daar gaat het vanavond enigszins om. Weet u, ik geloof dat wij uiteindelijk eens allen te samen zullen komen. Uiteindelijk. Er zal een ogenblik zijn dat alle verschillen werkelijk wegvallen. Er zal een ogenblik zijn waarop wij zelfs geen mogelijkheid meer hebben tot uiting, maar alleen nog zijn, samen met al het andere.
Wanneer dit zal ontstaan? Wie weet het? Hoe het zal ontstaan? Wie kan het uit de turbulenties van eigen leven begrijpen en omschrijven? Maar eens, dat geloof ik vast, zal het zo zijn.
Wij zien voorbeelden genoeg die hierop duiden. Wanneer wij de natuurkundige processen die op het ogenblik overal controleerbaar en proefondervindelijk steeds weer geconstateerd kunnen worden nu eens zouden gaan toepassen als mogelijk model voor de mensheid, dan zouden wij wel tot de conclusie komen dat overal eens stilstand op zal treden, ook in de mensheid. Maar wij zouden ook beseffen dat die stilstand alleen mogelijk is wanneer een voldoende homogeniteit ontstaan is, zoals wij dan begrijpen dat die homogeniteit in feite alleen bereikt wordt door alle reacties van kleinste deeltjes die in het proces zijn betrokken.
Daarom ben ik zo vrij te zeggen: Wanneer je denkt dat je als mens in die kosmos zo ontzettend groot bent, dit terwijl je nog niet eens een luis op de vlo in de haren van de wereld bent, dan overschat je jezelf. Dan probeer je jezelf los te maken van een kosmische ordening die bewijsbaar bestaat.
Dan spreek je over voorbestemmingen die alleen uit je fantasie voortkomen, die geen feit zijn. Zo je al voorbestemd bent, is dit als deel van het geheel en volgens de regels die voor dit geheel gelden. Daarbij kun je geen enkel deel van dit geheel verwerpen of uitschakelen.
Aanvaard dit dan en aanvaard daarmede dan ook de noodzaak tot diversiteit, tot botsingen die mede bepalend zijn voor alle processen die zich afspelen. Aanvaard de noodzaak voor je eigen zijn en desnoods het anders zijn van anderen.
Aanvaard vooral ook de noodzaak voortdurend op elkander te reageren en zie in alle tegenstellingen toch weer het geheel. Want eerst wanneer je dit begint te begrijpen, kun je langzaam als een voorafschaduwing van hetgeen eens zal komen, innerlijk reeds iets ervaren van die eenheid, die rust, die vrede.
Dan, eerst dan, is er geen noodlot meer. Dan is er voor ons ook geen voorbestemming meer, maar alleen nog eenheid.
Voorbestemming, fatum, wat zijn zij in wezen anders dan woorden om de dingen aan te duiden waarover wij niet verder na willen denken? Juist, zoals woorden als vrijheid en slavernij alleen maar woorden zijn die wij proberen te hanteren om een verschil te scheppen dat niet eens wezenlijk bestaat.
Wij leven vanuit de verschillen die wij scheppen. Maar onze geest leeft uit een eenheid en zal deel moeten worden, ook bewust, van een eenheid. Laat ons dan beginnen om de verscheidenheid te aanvaarden om zo, vanuit die verscheidenheid, althans voor ons enig begrip van eenheid reeds te verwerven.
Dit is dan het denkbeeld dat ik u op deze avond voor wilde leggen. Indien u het niet geestelijk genoeg vond, mag u nu protesteren. Was het volgens u niet juist of u niet duidelijk, u mag het nu kenbaar maken en mij zo nodig op de vingers tikken. Hebt u iets te zeggen?
Vragen
Bij reïncarnatie kiezen wij dus het voertuig. Kun je daarbij dan het gehele vervolg van dat leven overzien?
Wanneer u een auto kiest, weet u dan te voren al precies welke reizen u ermee zult maken, welke pannes u wachten, enz.? U hebt er mogelijk wel een idee over. Maar of u uiteindelijk werkelijk langs al die wegen waaraan u dacht naar Parijs gaat, of toch nog tegen alle verwachtingen eerst in Bonn terecht komt of in Brussel zult blijven steken, weet u niet te voren.
Iemand die incarneert kiest zich een voertuig met bepaalde mogelijkheden en kwaliteiten, met een bepaalde geconditioneerdheid. Hij kiest hiervoor omdat dit alles hem in overeenstemming lijkt te zijn met al datgene wat hij voelt als noodzaak.
Hij kiest dus op grond van een plan dat hij heeft voor dit leven. Of hij dit geheel of deels door zal kunnen voeren, moet nog steeds blijken, ook al zal dit grotendeels mede afhankelijk zijn van de wijze waarop hij de kwaliteiten van zijn voertuig weet te gebruiken.
Hij weet dus niet welke eigenschappen dat voertuig heeft?
De grondeigenschappen kent hij, de sfeer van de omgeving kent hij eveneens. Maar hij kan zich vergissen. Wanneer u een nieuwe auto koopt, kan er ook wel eens iets fout zitten. De startmotor blijkt het niet bepaald goed te doen, er is iets met de dynamo, de ventilatie laat te wensen over enz. enz.
Dat alles kan u ook bij een splinternieuwe wagen overkomen. U kunt misschien wel veel nagaan, maar alles kunt u niet ontdekken en zien. Daarvoor hebt u eenvoudig de tijd, de lust, de middelen en de kennis niet. Op ongeveer dezelfde manier staat een geest er voor die zich een nieuw voertuig kiest.
Kun je het woord noodlot niet veranderen in lot, weg, plan van jezelf? Ik vind het zo noodlottig klinken.
Je kunt het natuurlijk wel doen. Maar loopt u dan niet weg voor een begrip? Wanneer wij het woord veranderen, veranderen wij daarmede nog niets aan de feiten. Ik geef graag toe dat ik het woord fatum koos omdat het alliteratief klinkt naast voorbestemming. Noodlot is de nederlandse term voor dit begrip.
Wij gebruiken deze term eenvoudig om aan te geven dat wij ergens niet geheel vrij zijn en geregeerd kunnen worden door het onverwachte. lk meen dat dit zo is en dat wij dit feit eenvoudig zullen moeten aanvaarden. Wij moeten eenvoudig willen aanvaarden dat onze vrijheden maar zeer beperkt zijn, zoals onze mogelijkheden steeds weer beperkt zijn en onze vrijheid van wil – door zo velen zo vaak geroemd – in feite op menig gebied een lachertje blijkt te zijn.
Eerst wanneer wij dit aanvaarden, komen wij verder. En hoe wij dit dan aanduiden… nou ja, noem het mijnentwege ontwikkelingsweg. Dat klinkt ontzettend mooi en lijkt wat op ontwikkelingshulp. Die overigens ook vaak neerkomt op het verder voeren van degenen die al vet zijn, opdat de armen beter kunnen creperen. Niet altijd, dus, maar vaak.
Daarom geloof ik persoonlijk niet dat het veel zin heeft het geheel anders te noemen. Vraag u liever niet af of noodlot u te noodlottig klinkt, maar eerder of de feiten mogelijk juist zijn die ik naar voren heb gebracht.
Want het gaat om die feiten, om een tendens die ik probeerde u duidelijk voor te leggen. Daarover moet u zich een oordeel vormen en u niet te veel door emoties laten beïnvloeden, zodat u blijft steken bij: “noodlot klinkt zo naar, laat ons het maar lot noemen.”
Zeker, lot doet meer denken aan een loterij en daarin kun je aardige prijzen winnen, dat is waar. Maar vergeet dan niet dat die mogelijkheid eerst voor je bestaat wanneer je je lot betaald hebt. En geloof mij, voor alles wat je op je weg tegenkomt, betaal je. Want anders haalt het niets uit.
Dat is toch juist karma, dacht ik.
Vaak hoort men dit, uitgaande van de stelling dat wij ons lot zelf en geheel of grotendeels veroorzaken. Laat mij dan vooropstellen dat zelfs binnen de hindoewereld ruim 70 verschillende omschrijvingen van het begrip karma bestaan. Opvallend is hierbij dat zij vaak ver van elkander afwijken. Er zijn zelfs stellingen waarbij de tijdens het voorgaande leven behaalde bewustzijn bepalend is voor de aard die men in een volgend leven kan aannemen. Wat erop neerkomt dat je ook in elke soort dier kunt incarneren op grond van deze regel.
Wij omschrijven dit begrip echter als volgt: karma is de conditionering die ontstaat tijdens een bewustwording, welke dan onze mogelijkheden en bewustzijn in de geestelijke wereld, maar ook later bij incarnatie, geheel of grotendeels zal bepalen.
Let wel: dit heeft dan niet te maken met daadgebeuren, het heeft te maken met bewustzijn, bewustzijnsontwikkelingen, eenzijdigheid of veelzijdigheid van besef en zo meer, of minder inzicht e.d.
Zover ik het vanuit mijn standpunt kan nagaan, zijn inderdaad deze factoren steeds weer van beslissende invloed op de keuze van een voertuig wanneer men gaat incarneren
Hoe kan reïncarnatie gerijmd worden met het toenemend aantal mensen op de wereld? Indien er alleen reïncarnatie is, moet het aantal mensen toch hetzelfde blijven?
U maakt de fout aan te nemen dat eenieder die als mens incarneert dan reeds te voren als mens geleefd moet hebben. Dit is niet geheel juist. Wanneer je bewust geleefd hebt als vos, kun je zeker een volgende maal als mens incarneren en misschien in de zakenwereld nog een heel goede carrière maken.
En wat aantallen betreft: hoeveel diersoorten hebt u niet uitgeroeid in de laatst halve eeuw? Indien wij alleen uitgaan van de vermindering in aantallen bij de warmbloedige gewervelde dieren – insecten en andere soorten laten wij dus buiten beschouwing – dan zijn er reeds nu voldoende zielen in voorraad om de mensheid nog met meerdere miljarden toe te laten nemen voor het bevolkingsaantal werkelijk weer minder zal moeten worden gezien de gangbare incarnatiecyclus van de mens.
En indien u dit onaanvaardbaar acht: kijk eens naar de mensen. Dat is zo bij de beesten af dat je bijna alleen daarom al zou aannemen dat vele mensen van heden in hun vorige incarnatie nog geen mens waren en eigenschappen van hun vroegere vorm nog steeds meedragen. Want zij schijnen door instinctieve drang zodanig beheerst te worden dat hun gedrag vaak bijna onmenselijk is.
Dat wijst toch in de richting van een bepaald normgedrag. Is het volgens u beter naar een gemiddelde norm te streven dan eens flink uit de band te springen?
Dat is een leuk strikvraagje. De gemiddelde norm waaraan wij anderen afmeten. In mijn voorbeeld van de wolk sprak ik van hogere en lagere temperaturen. Uit mijn betoog is echter ook duidelijk geworden dat er een gemiddelde is, waarvan de eigen kwaliteit of temperatuur van de verschillende bestanddelen sterk kan afwijken.
Wanneer u uit de band wilt springen, wil ik u toch aanbevelen binnen de bandbreedte te blijven. Anders stel je jezelf daarmede buiten de mensheid en alles wat je uiteindelijk rest is je eigen ellende. Er zijn trouwens tegenwoordig heel wat mensen die juist dit aan de lijve moeten ervaren.
Laat mij het zo formuleren: jezelf zijn is nooit slecht. Maar wanneer je een menselijk voertuig hebt, heb je al een voldoende genetische conditionering om dierlijke lusten en instincten niet zonder beperking tot uiting te laten komen. Doe je dit toch, dan doe je dit in feite ondanks de in je voertuig ingebouwde grenzen en beperkingen.
Luister, je kunt natuurlijk met een lelijke eend zonder verdere voorzieningen ook wel proberen te racen. Maar rij je daarmede te lang met een te hoge snelheid, dan draai je de motor kapot en maak je nog ongelukken ook.
Ik stel niet dat u zich altijd volgens de norm moet gedragen. In tegendeel, u hoort hier telkens weer dat u uzelf moet proberen te zijn. Gezien de norm, de gemiddelde waarde, kunt u daar dan wel een eind onder of boven zitten. Maar bij alle botsingen die voorkomen, bent u mede afhankelijk van de norm binnen het waarin u zich beweegt. Z0lang u dit maar aanvaardt, mag u voor mij uit de band springen zoveel u maar wilt, mits u daarbij nog maar binnen de brede band van menselijkheid en menselijk bestaan blijft.
Maar wij moeten gaan besluiten. Ik heb u beelden en voorbeelden voorgelegd en denkbeelden. U moet die zelf maar eens overwegen en vergelijken met de feiten in uw eigen bestaan.
Wanneer u echter tot een conclusie komt, zal dit volgens mij ook betekenen dat u beseft dat u niet voortdurend door het noodlot kunt worden achtervolgd. Er kan u niets overkomen wat niet ligt in uw eigen wezen of veroorzaakt wordt door uw daadwerkelijk verloochenen van uw eigen wezen.
Zoals u zult beseffen, dat er voor u geen absolute voorbestemming bestaat in de zin van een vastgesteld lot en een vastgestelde ontwikkeling, zodat u in elke fase van uw bestaan zult moeten bouwen met hetgeen u bent, u hebt en kunt.
Dat ons einddoel misschien – wie zal het met zekerheid zeggen, maar zo geloof ik – een volledige eenheid met het Al betekent, zo houdt dit nog niet in dat deze reeds nu voor ons geheel te verwezenlijken zal zijn.
Laten wij dan leven met onze innerlijke werkelijkheid, maar ook met de realiteiten van de wereld waarin wij bestaan. Eerst wanneer wij dit doen, zullen wij onze geestelijke bewustwordingsprocessen op de voor ons meest juiste wijze kunnen voortzetten, zullen wij kunnen beantwoorden aan de waarden van hetgeen na de dood overblijft en verder zal gaan om mogelijk weer en zelfs vele malen te incarneren.
Dan zullen wij kortom de zin van het menszijn voor onszelf verwezenlijken. En alleen wanneer wij voor onszelf de zin van het menszijn verwezenlijken, doen wij waarlijk iets voor de mensheid.