30 september 1960
Aan het begin van deze avond wil ik u er graag op wijzen dat wij niet alwetend of onfeilbaar zijn. Eigenlijk had ik op deze avond over esoterie willen spreken, maar ik werd geïmponeerd door de slagvaardigheid in de UNO Er was daar een tamelijk brede heer die – schijnbaar bij gebrek aan woorden – met zijn vuisten te keer ging. Dit bracht mij tot overwegingen, over de verschillende systemen in deze wereld, ook al in verband met deze tijd. Ik zou dit willen noemen: Geen eenrichtingsverkeer.
Deze titel heeft niets met verkeersproblemen te maken. De kop is eerder bedoeld als een aanwijzing voor het denken van de mens. Wanneer wij op het ogenblik deze wereld bezien, zo blijkt ons, dat de daarin voorkomende systemen kunnen worden verdeeld in twee soorten. De eerste soort gaat uit van één enkel systeem met absolute onfeilbaarheid, terwijl de tweede soort meerdere meningen wil erkennen en uitgaat van een systeem waarin de meeste stemmen gelden. Beide soorten zijn overigens geneigd zich democratie te noemen.
In het eerste geval denk ik aan het Marxisme, zoals dit op het ogenblik in verschillende landen tot uiting komt. De tegenstelling, die vinden wij dan in de westelijke democratieën. Toch moet ik vaststellen, dat de invloed van Marx en Engels wel degelijk over geheel de wereld is doorgedrongen. Overal vinden wij toestanden, die ons doen opmerken: hier is toch wel iets van Marx’ ideologie verwerkt in een maatschappij, die verder geheel anders schijnt te denken.
Een voorbeeld hiervan is het heffen van hogere belastingen om zo te komen tot zekere sociale zekerheden en zorg. Ook werkelozensteun is in feite reeds in haar huidige vorm een marxistisch iets. Hetzelfde geldt voor staatsgaranties. Klaarblijkelijk heeft men uit de stellingen van deze mens het goede genomen en dit langzaam maar zeker in de praktijk gebracht. Toch wordt in deze gemeenschappen niet alleen voor het volk, maar ook wel degelijk dóór het volk geregeerd. De burgers hebben ook bij afwijkende overtuigingen zeggenschap.
Zien wij naar de landen van het zogenaamd oostelijk blok – een politieke groepering, die steeds meer over de wereld verbreid raakt – dan zien wij een regering, die weliswaar voor het volk wil regeren, maar zich tevens met absoluut gezag boven het volk plaatst. Het grote verschil bij een dergelijk geestelijk eenrichtingsverkeer is wel, dat men stelt: wij zijn de deskundigen, wij technici, wij politici, wij theologen – in sommige kerken – weten, wat goed is voor de mens… . De mens zelf heeft geen reden en geen recht zich met deze dingen verder bezig te houden. Hij is daarvoor toch te dom. Hij hoeft alleen maar te gehoorzamen. Dan komt vanzelf eens alles in orde… . Schijnbaar is voor deze stelling wel iets te zeggen. Wanneer wij voor een ogenblik – niet in ernst natuurlijk – uitgaan van het standpunt, dat de meeste mensen meer weten dan u, schijnt het op het eerste gezicht redelijk, dat de anderen u opleggen, wat voor u het beste is.
Dit geschiedt uiteindelijk met een kind ook. Indien een kind voortdurend moet gehoorzamen en geheel beschermd wordt opgevoed, verliest het zijn zelfstandigheid. In het leven zien wij daarvan voorbeelden. Het verwende jongetje/meisje komt, soms pas op 20 of 30 jarige leeftijd, onbeschermd in de maatschappij te staan en weet zich daarin niet te weren. Zulke mensen blijken dan hun hele leven ongelukkig te zijn, dan wel misdadig te worden. Zij kunnen nergens meer de zekerheid en bescherming vinden, die zij nodig hebben. Dit veroorzaakt vijandigheid tegen heel de mensheid. Wel zal men de wereld en het lot steeds aanklagen, maar nimmer zal men eigen schuld beseffen. Dergelijke mensen kunnen nooit beseffen, dat eigen handelen en reageren grotendeels voor de houding van de wereld aansprakelijk is. Zie eens naar een groot gezin, waarin Marietje van 6 jaar al op moet passen op haar jongere broertjes en zusjes. Marietje zal, als zij 10 jaar is, niet alleen als een echte kat van zich af kunnen bijten, maar zal ook na kunnen denken en kunnen rekenen. Dit Marietje komt ook in de wereld te staan, maar zij kan die wereld gemakkelijk aan. Zij zal gelukkiger kunnen worden en meestal beter slagen.
Zij dankt dit aan de fouten, die zij vroeger gemaakt heeft. Uit haar fouten heeft zij ook geleerd. Door de gevolgen van fouten te ondergaan, heeft zij een beter begrip voor de verhoudingen tussen Ik en wereld. Dit maakt u waarschijnlijk duidelijker, dat wij met een geestelijk eenrichtingsverkeer, een denken in één enkele bepaalde richting alleen, reeds vast lopen. Zeker, als er daar een gezag aan wordt vast gekoppeld.
Er zijn op het ogenblik mensen welke op technisch gebied veel beter zijn, veel verder door kunnen denken, filosofisch veel verder zijn en ethisch veel hoger staan dan de massa, maar wanneer men steeds maar weer geleid wordt, ontstaat op de duur een versuffing, een terugval naar kinderlijke onverantwoordelijkheid en een verstarring van denken. Dit betekent, dat de technici e.d., die later komen, geen werkelijke onderzoekers en denkers meer kunnen zijn. Dit worden wetenschappelijke dogmatici, die in feite niets nieuws aandurven, bang zijn voor veranderingen en daardoor vaak de meest infame maatregelen zullen treffen om hun maatschappijtje te kunnen handhaven.
Niet zonder redenen breng ik dit onderwerp naar voren. Wij allen weten, dat op het ogenblik de politieke spanningen betrekkelijk groot zijn. Zeker, het kan erger worden, want op het ogenblik is er nog veel bluf bij. De vraag zou kunnen rijzen, of men in het westen ook niet een meer dictatoriaal systeem zou moeten aanvaarden en één enkele sterke man gezag geven ten koste van alles. Nu al blijkt in vele landen de vraag te rijzen, of men alle kleine minderheden niet eenvoudig terzijde moet schuiven, of zelfs uitroeien, omdat de eenling, het individu, er niet meer zo op aan komt. Men meent voor alles het bestaande systeem met alle middelen te moeten handhaven. Zo deze vraag op politiek gebied zeer vaak en sterk optreedt, zo zien wij dezelfde vraag ook rijzen bij bepaalde religieuze groeperingen.
Het antwoord op deze heeft u van ons standpunt uit reeds gehad: Het is dwaas! Niet voor niets staat geschreven: “Hij, die leeft door het zwaard, zal door het zwaard omkomen. Wie leeft door het vuur, zal door vlammen worden verteerd… .” Dit zijn oude wijsheden. In China placht men te zeggen: “Wie leeft van het water, zal door het water worden gedood…” Dit dankt men aan de denker Chuan Wei. Deze was na lang denken nl. tot de conclusie gekomen, dat alles wat men tegen anderen gebruikt – ook tegen maatschappij of wereld – het eigen wezen boven alles beïnvloedt. Wanneer men een dergelijk middel eenmaal begint te gebruiken, zal men daarvan – zo meende hij – moeilijk afstand kunnen doen, omdat men daaraan zijn gevoelens van zekerheid en veiligheid ontleent. Zelfs indien men het gevreesde kwaad heeft kunnen verslaan door het gebruikte middel, zo zal men daarvan dan ook geen afstand meer kunnen doen. Men gaat het gebruiken ook zonder werkelijke reden en men gaat zolang verder, tot men zelf het slachtoffer wordt van eigen wapens, van de machten, die men zelf heeft geschapen.
In de geschiedenis zien wij dit verschijnsel steeds weer optreden. Er is een tijd geweest, dat Rome, door afstand te doen van zijn legioenen en rijkdom bekomen door plunderingen, maar zijn handel uit te breiden, zijn rijk had kunnen vestigen over heel de toen bekende wereld. Wat meer is: deze macht had men waarschijnlijk tot ver in de middeleeuwen kunnen handhaven. Maar het volk van Rome kon niet zo denken, het was té zeer gewend aan het geweld van zijn soldaten. Waar handel aantrekkelijk zou zijn geweest en steeds meer volken met Rome tot een verbond zou hebben gebracht, voerde het geweld tot verzet.
Zo werd o.m. de slag in het Teuteburgerwoud uitgelokt. Het verzet, in wat het huidige Duitsland is, het verzet in het Frankische gebied, het verzet in Brittannië was het gevolg van een té lang voortgezette veroveringspolitiek. Rome bleef voortdurend in oorlogen verwikkeld. Het ging onder door het zwaard, dat het als zijn enige werkelijke macht had beschouwd.
U zult begrijpen, dat in een periode als deze het zeer gevaarlijk is dergelijke wapens te gaan scheppen. In de eerste plaats kan men wel vredelievend zijn, maar wie een wapen schept, is ook geneigd het te gebruiken. Ten tweede zal men geneigd zijn dit wapen ook te gebruiken, wanneer het niet alleen een geheel wettige zelfverdediging geldt. Ten derde, zelfs indien men de eerste maal het wapen terecht heeft gebruikt, zal het moeilijk vallen van het zo gewonnen overwicht vrijwillig afstand te doen. Hierdoor dwingt men zichzelf een bepaalde en uiteindelijk fatale weg op.
Daarom is dit een pleidooi voor de kleine minderheden, een pleidooi voor de democratie. Godsdienstig is dit een pleidooi voor het zelfstandige denken, voor het voortbestaan van vele richtingen van denken naast elkaar, onverschillig, of dit nu grootse esoterische scholen zijn, of bekrompen kleine sekten. Hoe meer verschillende richtingen van denken er zijn, hoe beter. Juist de veelheid van meningen en het samenkomen, waar het noodzakelijk blijkt onder het motto “de meeste stemmen gelden”, geeft de mogelijkheid om tot een verdere ontwikkeling te komen. Uit elke groep, zowel de meest hoog esoterische, als de meest bekrompen groep, kan dan iemand naar voor komen die, door de strijd, die hij heeft moeten doormaken en het denken, dat hij noodzakelijkerwijze moest doen om in de wereld verder te komen en anderen te leren begrijpen, ook in staat is geluk, vrede en eenheid te brengen, in plaats van de mensheid verder te doen gaan op een pad, dat leidt naar zelfvernietiging of oorlog.
Vooral voor degenen, die zich met de esoterie van deze tijd bezig houden is dit punt wel zeer belangrijk. Wij kunnen op het ogenblik niet meer als kinderen – want het gebaar is kinderachtig – met de vuisten op tafel gaan slaan, omdat door anderen iets wordt gezegd dat ons niet bevalt. In deze dagen kunnen wij niet meer gaan saboteren of boos weglopen, omdat er een besluit wordt genomen, dat ons niet zint.
Wij zijn ook in deze dagen binnen de gemeenschap aansprakelijk en zullen binnen de gemeenschap moeten werken. Nu weten wij heel goed, dat er in de gemeenschap op het ogenblik vele factoren zijn, die geestelijk onaanvaardbaar blijven. Ik denk hierbij aan de methoden, waarmee men te grote zekerheden wil scheppen, de subsidiesystemen, die zelfstandigheid ondermijnen, de te ver doorgevoerde bewapening, enz. Wij weten, dat deze dingen in deze dagen niet passen. Wij weten, dat dit niet zo hoort te zijn en weten, dat wij het recht en zelfs de plicht hebben onze stem daartegen te verheffen. Wij weten ook, dat, indien wij trachten de baas te spelen over anderen en dezen geen vrijheid van denken meer laten, wij de wereld niet kunnen redden, maar zowel de anderen als onszelf tot ondergang doemen.
Vrijheid is het eerste principe van de Aquariustijd. Vrijheid is de eerste kracht, die werkzaam moet zijn en zal worden in deze dagen. Dit is ook duidelijk: in deze tijd, waarin u leeft, werkt Aquarius als de grote Schenker. Hij geeft aan ieder het zijne. Aquarius bevordert de techniek, maar ook het occulte. Hij bevordert de esoterie en de vrije gedachte, maar ook de kerkelijke mystiek. Aquarius geeft zijn krachten even goed aan de dictatoriale systemen als aan de democratieën. Hij ziet geen verschillen. Aquarius ziet slechts het Goede en geeft daaraan zijn krachten. Wat tot de oude tijd behoort, raakt hem niet, hij bestrijdt dit ook niet, maar richt zich bovenal op het geheel. Aquarius is niet in de eerste plaats een strijder. De invloed is er niet een van verdeeldheid, maar een, die voert tot het zoeken naar eenheid, het scheppen van een verband in het geheel.
Waarschijnlijk zouden wij allen graag zien, dat Aquarius eens even een einde maakte aan alle onzin, maar – helaas – dat doet hij niet. Aquarius weet beter dan wij, wat noodzakelijk is voor de mensheid, dan wij dit kunnen doen. Hij beseft, dat de mens niet gebonden kan zijn aan een groep, een systeem, een wijze van denken, of een inwijding. De Heer van Aquarius weet, dat het goede alleen in de veelheid tot uiting kan worden gebracht. Daarom de titel, die ik koos: Geen eenrichtingverkeer, ook niet in geestelijke zin.
Het lijkt zo schoon om geestelijk op te wieken naar een hogere sfeer om daar in het Licht te vertoeven als een hongerige vlinder, die in de zon door de wind wordt gedragen om zo nu en dan even te verpozen op een nectarschenkende bloem van nieuwe wijsheid. Dit lijkt zo schoon, maar gelijktijdig betekent dit voor de mens en de zich ontwikkelende geest een verliezen in eenzijdigheid, een verliezen van veel, wat voor een ware bewustwording noodzakelijk is. Het betekent bv. de stof verloochenen, ook waar zij zin heeft. Het betekent beheersing uitoefenen, waar deze geen werkelijke zin heeft, en daardoor onbeheerst blijven waar beheersing noodzakelijk, of tenminste begerenswaardig is. Wij willen allen immers gaarne geestelijk hoger op.
In deze dagen van spanning en grote verwarring op velerlei terrein is het m.i. dan ook goed, er eens over na te denken, wat in deze dagen zin heeft. Het antwoord is voor mij dan: het meest zinvolle en waardevolle in deze tijd is wel: begrip voor allen. Begrip voor allen betekent: begrijpen hoe een katholiek, vroom naar de communiebank kan gaan en een innerlijke verrukking kan beleven in iets, wat voor u misschien een grandioos mystiek schouwspel is, maar meer ook niet. Het betekent: beseffen, hoe een protestant naar een hel en verdoemenis krijtende prediker kan luisteren en daarvan onder de indruk kan zijn, terwijl voor u het geheel niets anders is dan een bombastisch gedaas. Begrijpen, dat de boeddhist evenveel wijsheid kan bezitten als jij en misschien meer. Begrijpen ook, dat de islamiet geen dwaas is, omdat hij zijn profeet en diens leer als het voornaamste deel van zijn leven heeft gekozen, ten koste van alles zijn leer volgende. Begrip hebben betekent ook: begrijpen, dat een communist even goed een mens is en even goed kan zijn als ieder ander. Begrijpen, dat er geen verschillen zijn, wanneer het erop aankomt, tussen Europeanen, Amerikanen en Aziaten, want dezen zijn allen mensen.
Ook hier dient men te waken over een eenrichtingsverkeer: wij weten, dat de basis van alle rassen gelijk is, maar er zijn toch verschillen. Voorbeeld: ik neem tien mensen. Ik geef hen allen hetzelfde materiaal, zoals bv. bij het bloemschikken, op de Floriade. Ieder heeft hetzelfde. De één maakt een statig werkje, dat voor een begrafenis past, de ander heeft een resultaat zó jolig, dat het alleen maar past te midden van Brabants bont. Weer en ander maakt iets, wat alleen in de superslanke chique van een modesalon thuis hoort. Elke mens is in wezen gelijk, maar ook heeft een ieder zijn eigen kwaliteiten en ontwikkeling. Dit mogen wij zeker niet uit het oog verliezen, wat juist in het nabije verleden nogal eens is gebeurd.
Voorbeeld: Congo en de vele andere staten, die op het ogenblik in Afrika hun politieke vrijheid krijgen. Zeker, de neger is even goed een mens als u. Hij verschilt in wezen in niets van u, maar hij heeft van zijn materiaal van het leven een eigen voorstelling gebouwd, die zo anders gerangschikt is, wat waarden betreft t.o.v. de uwe, dat hij wel in strijd moet komen met een systeem, dat op uw wijze van rangschikken is gebaseerd. Hij kan zich daaraan dan ook niet zonder meer aanpassen. Zelfs wanneer hij geleerd is, misschien docent is aan een universiteit, blijft hij een eigen wereldbeeld behouden, blijft in hem een eigen wijze van denken en een eigen benadering van geloof bestaan. Wanneer de neger uiteindelijk precies hetzelfde leert, wanneer hij deel uitmaakt van dezelfde esoterische school als u, blijft hij een ander dan u en verschilt van u in weg en wezen nog evenveel als u van de Aziaat, die mogelijk aan de andere zijde naast u staat. Er zijn ook daar verschillen.
Vanuit kosmisch standpunt zijn die verschillen belangrijk, juist door die verschillen kunnen wij komen tot een bewustwording. Op het ogenblik, dat wij geen begrip tonen voor gelijkheid en tevens voor het bestaan van deze verschillen, gaat veel van de inhoud van het leven voor ons verloren. Ofwel wij komen in de wat zoetelijke groepen van ijveraars terecht, die menselijkheid en gelijkheid voor alle mensen preken, groepen, die – zo er onderscheid is – deze alleen bij zichzelf willen zoeken. Of wij komen bij groepen terecht, die zichzelf prompt uitroepen tot een meesterras, waaraan al het andere zich maar heeft te onderwerpen.
Geestelijk is de toestand precies zo. Ik haalde u voorbeelden aan van bepaalde geestelijke groeperingen. Laat ons daar eens verder op ingaan. Zou een vrijmetselaar, ondanks de geschillen die hij heeft met de kerkelijke wetten van Rome, niet esoterisch en geestelijk en even bewust een evenzeer ten goede strevende mens kunnen zijn, als de Paus van Rome zelf? Zou de priester, die zo bang is voor die duivelse maçons, niet in zich even eerlijk en even mystiek naar verlichting kunnen zoeken als degenen, die hij verwerpt? Zal de Rozenkruiser met zijn wetenschappen, nu werkelijk zoveel verschillen van de eerlijke spiritist, die toch ook esoterisch verder zoekt te gaan, zij het, dat hij een geheel andere weg daartoe kiest? Zij zijn in wezen gelijk. De verschillen, die er tussen de groepen bestaan, moeten wij dan ook niet zien als een uitdaging, of een reden tot strijd. Wij moeten deze verschillen zien als een lering voor onszelf.
Zo het mij mogelijk ware, zou ik graag alle godsdiensten van de wereld in de etalage willen zetten; zoiets als een uitstalling van dameshoeden. Elk op zijn eigen standaard. De eerste met een kwikje en een strikje; de tweede met een veertje, de volgende met een plooitje, een ander versierd met een kantje. Deze hoeden zijn allen verschillend, maar als je ze goed bekijkt, vertegenwoordigen zij één mode. Wanneer de dames in de hoedenwinkel binnen komen, dan past voor de één de hoed met het kwikje, dat haar een zekere charme geeft. Er komt een andere dame binnen. Wanneer zij hetzelfde hoedje opzet, lijkt het opeens de schoorsteen van een sleepboot in feesttooi. Al is de basis van alle hoeden gelijk, alleen door de kleinere verschillen is het mogelijk ieder een passend hoofddeksel te geven. Zo is het ook in deze tijd. Alles, wat wij zien op godsdienstig, economisch, sociaal en politiek gebied, kunt u beschouwen als deze hoeden in de etalage. Alles draagt het kenmerk van deze mode, van deze tijd. Wij moeten beseffen, hoezeer die eenheid onder de uiterlijke verschillen toch leeft. Wij moeten beseffen, dat het nooit een kwestie kan zijn van slechts één weg, één model voor de wereld, ook wanneer er maar één weg, één model is, dat ons past. Begrip is in deze dagen dan ook voor alles noodzakelijk.
Daarnaast is er een steeds groeiende noodzaak tot samenwerking. Aquarius brengt belang- stelling voor alle dingen, hij richt zich tot geheel de wereld. Er is geen reden om te zeggen: nu zal opeens de tijd van de geestelijke wetenschappen komen en de stoffelijke wetenschappen gaan teloor en krijgen een trap achterna. Dat is dwaas. De geestelijke wetenschappen zullen zeker sterker naar voren komen, maar in de Aquariusperiode kunnen zij pas werkelijk iets betekenen, wanneer zij a.h.w. huwen met de stoffelijke wetenschappen. Slechts zó is groei mogelijk. De mens, die ook hier eenrichtingsverkeer nastreeft, geestelijk of stoffelijk, begaat een grote fout en zal daardoor zichzelf en anderen schaden.
Laat ons nu even de aandacht wijden aan de geestelijke ontwikkelingen. Ik denk, dat velen onder u in de laatste tijd een toenemende neiging tot studie in zich hebben ontdekt. Zo zal het velen zijn, of de boeken, de artikelen en tijdschriften eenvoudig u toe worden geworpen en u steeds weer zult moeten zeggen: “Ja, daarvan zou ik meer willen weten. Dat is toch interessant.” Ook dit is een uitvloeisel van Aquarius, die een algemeen gerichte belangstelling geeft. In deze tijd, juist in deze dagen – ook de komende zes maanden nog – schenkt hij allen een klimmende belangstelling voor onderzoek en studie. Is die studie – nu geestelijk gezien – goed of kwaad?
Wanneer wij die studie gebruiken om ons geestelijk leven en ervaren te belasten, zijn wij als dwaze ballonvaarders; wij nemen steeds meer ballast in en kunnen van de stof niet meer loskomen. Elke mens heeft een zekere geestelijke elan. Dit kan hem omhoog voeren tot boven de stoffelijke wereld, invloeden doen ondergaan, nieuwe inzichten doen verwerven en innerlijk Licht geven. Daardoor kan men geestelijk a.h.w. ten hemel varen. Maar wij hebben van dit elan niet meer dan een bepaalde hoeveelheid. Elk heeft een eigen hoeveelheid bewustzijn, waardoor hij eveneens een eigen deel heeft aan het kosmische Licht en de kosmische krachten.
Wie dit beseft, zal ook begrijpen, dat men nooit naar méér weten moet streven, dan op het ogenblik voor het Ik werkelijk bruikbaar is. Studie is goed, zeker in geestelijk opzicht. Houdt u zich in deze dagen bezig met nieuwe filosofieën, zoveel u wilt, maar begrijp goed, dat een te veel aan nieuwe vragen een té grote ballast kan zijn, die je uiteindelijk naar beneden haalt en het geestelijk stijgen onmogelijk maakt.
Dan gaat het met de nieuwe vragen in het Ik juist als met bepaalde regeringsproblemen: er is een probleem. Men gaat dit bestuderen. Tot zover is alles goed. Men moet uiteindelijk weten, wat men doet, wat men beslist. Nu blijken er 25 verschillende oplossingen mogelijk. Hieruit rijzen nieuwe vragen en moeilijkheden. Nu stelt men 25 commissies aan, elk weer met hun eigen comités en sub-sub-commissies, die elk een van de vragen gaan onderzoeken. Tegen dat men zover is, dat de vragen opgelost zijn, dat de verschillende zienswijzen en ontdekkingen gecoördineerd zijn, is het veelal reeds zó laat, dat men reeds eerder een willekeurige oplossing heeft genomen, dan wel dat het probleem allang niet meer bestaat. Stel als voorbeeld, dat iemand ziek is. De eerste arts stelt een maagklacht vast, maar is niet helemaal zeker. Hij roept een ander in consult. Deze stelt als diagnose een nierklacht. Men is het niet eens en haalt een derde specialist er bij. Stel verder, dat men nu eerst eens gaat debatteren, wat de kwaal uiteindelijk zou kunnen zijn. Tegen de tijd, dat zij besluiten door een proefondervindelijk onderzoek de reacties van de patiënt te testen, blijkt dat deze al gesuccombeerd is.
Dit is een voorbeeld en geen smaad op de medische stand. Daar zal zoiets niet zo snel gebeuren. Maar op elk ander terrein komen deze dingen steeds weer voor, ofschoon de vragen, waarom het gaat, de goede mogelijkheden, die men heeft voor de wereld, vaak veel belangrijker zijn dan een enkel mensenleven ooit kan zijn. Vaak tracht men dan een status quo te handhaven, waarin men noch meester over zich kan zijn, noch werkelijk begrip omtrent de toestand kan verwerven. Zo blijft men dan staan bij het verleden, terwijl de tijd verder vliegt met de snelheid van de havik, die een kuiken aanvalt. Ook mensen onder elkaar hebben vaak een dergelijke neiging. Zij zouden graag gezamenlijk er over gaan zitten debatteren, waartoe het zou kunnen voeren, wanneer men deze of gene geestelijke les eens in de praktijk zou gaan brengen. Ook dan zijn vele oplossingen mogelijk. Het is beter een van de erkende mogelijkheden onmiddellijk te kiezen en tenminste te proberen, hoe dat gaat, dan zonder voldoende kennis van zaken te blijven praten, tot het te laat is.
De neiging tot studie, die ik u reeds noemde in persoonlijke zin, brengt ook overal op de wereld binnen groepen de behoefte bepaalde problemen nader te gaan bestuderen. Laat ons hier onthouden, dat het bestuderen van bepaalde problemen alleen dan zin heeft, wanneer wij daaruit een redelijk inzicht in onze eigen mogelijkheden kunnen verwerven en vrijelijk en naar eigen neiging uit de erkende mogelijkheden een keuze doen om aan de slag te gaan. Het is beter fouten te maken, maar tenminste te werken, dan geen fouten te maken, maar ook niets te doen voor alle mogelijkheden tot zelf beslissen ontvalt. In deze dagen is de neiging tot besluiten niet groot. U zult zelf bemerken, dat u vaak besluiteloos zult zijn, om dan weer fel te reageren op a, b of c. Daarbij zal u verder opvallen, dat, wanneer het er op aankomt voor uzelf een blijvende en duidelijke conclusie te trekken, u hiervoor zult terugschrikken.
Voorbeeld: In de afgelopen 2 maanden zijn er vele echtparen geweest, die strijd hadden en vele harde woorden zijn gevallen. Waarheden als koeien zijn gezegd. Men heeft in vele gevallen gezegd, dat men uiteindelijk niet samen paste en dat het beter zou zijn te scheiden. Het eigenaardige is, dat deze besluiten niet ten uitvoer worden gebracht, waar men ook het onjuiste van eigen standpunt niet heeft erkend. Op het ogenblik kalmeert het overal weer een beetje. De felste wederkerige kritiek valt weer weg. Waar er verdraagzaamheid was, zijn deze verschillen gelukkig op een redelijk vlak gebleven. Maar waar men niet verdraagzaam was, ontstond er heel wat herrie en dreigden de grootste ongelukken. De vrede keert wel weer. Vreemd genoeg zullen deze mensen, voor zich, uit het gebeurde al te weinig praktische conclusies trekken. Al te zelden komt het voor, dat men erkent: Ik ben wel enigszins in mijn recht, maar die en die fout heb ik toch ook gemaakt. Laat ik daar eerst eens iets aan doen… Meestal tracht men verder te gaan, of er niets is gebeurd.
Wanneer wij geestelijk verder willen gaan, zullen wij ook maar al te vaak tegen dingen aanlopen, waarvan wij toe moeten geven: dit is van mij, of voor mij, niet goed, ik kan dit niet goed praten… Een veel voorkomend zelfverwijt zou kunnen luiden: ik interesseer mij zeer voor esoterische zaken en ga er helemaal in op, tot ik mijn boek heb dichtgeklapt. Dan ga ik verder zonder er enige lering uit te trekken en blijf in wezen precies zoals ik voordien al was. Sommigen zijn tenminste nog eerlijk genoeg zich af te vragen: heeft al dat geestelijk denken en streven voor mij wel zin, er komt immers toch niets van? Zou u een dergelijk gevoel hebben, vraag u dan eens af, wat u zou kunnen doen. Probeer niet in eenmaal een heilige te worden. Dan word je hoogstens een schijnheilige. Zeg tegen jezelf: Eén punt in mijn wezen wil ik nu verbeteren. Eén punt zal ik overdenken. Desnoods heb ik er vrede mee, wanneer ik ook maar een klein breukdeel van kracht méér kan verwerven, een klein breukdeel van inzicht verwerven. Tot ik dit heb bereikt, zal ik al het andere laten, zoals het is. Stel: Ik weet, dat ik dit kan verbeteren, dus zal ik juist dit verbeteren. Mijn gedrag, mijn denken en innerlijk beleven zal ik in dit opzicht wijzigen…. . Wanneer ik deze dingen meer en meer zo ga denken en ook meer mensen zo zouden gaan denken, is er de mogelijkheid, dat er een oplossing komt voor vele problemen, die op het ogenblik nog als een wurgende molensteen rond de hals van de wereld hangen. Dan is er ook voor ons zelf de kans, dat wij eindelijk eens enigszins los komen van de sfeer, waarin wij vastgeroest waren van die wereld, waarvan wij ons niet los konden maken.
Aquarius brengt nog meer. Zoals ik reeds opmerkte: Hij bevordert technische interesses. D.w.z., dat uw belangstelling vaak zal gaan in de richting van noviteiten, van handigheidjes, dingen, die u zelf kunt doen, denkbeelden, of beelden, die buiten het normale vallen, maar gebruikswaarde hebben enz. enz. Iemand, die geestelijk gaat streven, zal dit misschien terzijde willen leggen als voor het Ik niet passend. Wie dit doet, verloochent daarmee een deel van deze tijd. Ook materiële vernieuwingen zijn op het ogenblik voor u belangrijk. Ook de krachten van de materie hebben in deze dagen iets te zeggen. Ook hetgeen u stoffelijk kunt veranderen en verbeteren, ook al heeft het geen enkele samenhang met uw idee van geestelijk streven, is deel van een esoterische bewustwording binnen het kader van de nieuwe Meester en de nieuwe Kracht. Ook hier moet ik mijn slagzin van vandaag herhalen: geen eenrichtingsverkeer. Dat geldt zeker voor hen, die zich willen gaan baseren op de nieuwe wereldmeester.
Een kleine en overigens onbelangrijke publicatie – een ingezonden schrijven in het blad Look, waarbij twee kleine foto’s waren geplaatst – heeft de eerste aandacht gericht op deze nieuwe wonderdoener. Het voor de schrijver opzienbarende was, dat een mens ondanks een zuiver westerse academische vorming, zich toch kan gedragen als een geesteszieke inboorling, letterlijk, zoals het er stond. Ik kan mij voorstellen, dat velen in deze groep zeggen: “Wij hebben belangstelling hiervoor en wij zouden de nieuwe meester willen leren kennen”. Van die nieuwe wereldleraar zult u in de komende tijd steeds meer te horen krijgen. Niet alleen van ons, maar door vele stemmen over heel de wereld. Reeds in het volgende jaar kunnen wij rekenen met versterkte actie van verschillende zijden, waarbij de klank van de nieuwe leer overal, ook in het westen, gehoord zal worden. Dit zowel binnen als buiten de kerken, zowel in groepen als deze, als in groepen, die hun heil meer zoeken in de studie van occulte verschijnselen. Die tijd komt. Voor u geldt ook hier: geen eenrichtingsverkeer. Klampt u niet alleen vast aan de nieuwe wereldleraar. Hij geeft u a.h.w. een reisplan voor de toekomst. Hij tracht u duidelijk te maken, waar het geestelijk op aan komt, maar hij geeft u niet het recept, waarmee u uzelf, of geheel de wereld, op eenmaal zult kunnen veranderen en verbeteren. Zeker geeft hij u niet de oplossing voor uw huidige problemen.
Vergelijk: de apostelen volgden Jezus zónder voorbehoud, maar diezelfde apostelen waren steeds weer bezorgd over de mogelijkheid, nieuwe kleren te krijgen, wat meer eten te krijgen. Zij maakten zich vaak zorgen, dat zij geen onderdak zouden vinden. Wanneer het stormde, zeiden zij niet: “Dit is Gods wil, de meester is met ons, dus is het goed”, maar riepen in wanhopige angst uit: “Heer, wij vergaan”. Zoals deze leerlingen waren, die dan toch vlak bij deze Meester, deze Bron van Goddelijk Licht en Goddelijke Kracht stonden, zo bent u ook. Stelt u zich dan niet voor, dat u uw wereld achter zult kunnen laten met al haar problemen en alleen voor het geestelijke zult kunnen leven. Weet wel, dat uw stoffelijk leven met alles, wat het inhoudt, u steeds sterker kan maken en dichter tot de waarheid en het Licht kan brengen.
Wij allen hebben gezien, hoe de staatslieden bijeen zijn gekomen in de UNO, Castro, Nakroema (? Red.), Chroesjtsjov en Eisenhower enz. Al deze mensen zijn eigenlijk gekomen op het grafmaal bij de dood van een illusie van wereldeenheid; hun redevoeringen betekenen eigenlijk een breken van de UNO en haar kracht. In Genève is er ook zoiets gebeurd. Vijf jaar later bleek, dat de Volkerenbond geen levensvatbaarheid meer had. Zij bleef bestaan als een grafteken van vele goede voornemens. De besluiten, die men in deze dagen neemt, zijn zeker niet besluiten, die de wereld kunnen redden. Ook niet, wanneer Hammarskjöld uiteindelijk zijn vrijheid van handelen krijgt. De UNO is een arena geworden, waarin men voor het aangezicht van de wereld om eigen belangrijkheid strijdt, terwijl de maatregelen, die worden genomen, uiteindelijk niet veel meer betekenen dan een circusoptocht, die juist vóór het einde van de voorstelling komt. Het klinkt misschien onnodig bitter, wanneer ik dit zo zeg, maar het is waar. Andere eenheden – NATO – staan er ook heel wat slechter voor, dan men misschien denkt. Ik wil hier niet alleen rekening houden met de eigenzinnigheid van de Gaulle, maar wijs ook op de aspiraties van de groeiende Duitse weermacht en de oude Duitse Kriegsmarine, die haar vroegere grootheid terug tracht te krijgen. Het aandeel van deze Duitse eenheden binnen dit verband wordt steeds groter. Deze dingen kunnen goed gaan, wanneer er meer gemeenschappelijke belangen dan strijdpunten zijn. Hoe moet dit zo dadelijk gaan, wanneer in Duitsland de situatie verandert, of wanneer de wereld zich niet meer blind kan houden voor alles wat er gebeurt in Algerije?
Wanneer ik dit alles zeg, zo voelt u dit misschien als iets droevigs. Toch meen ik dat deze onvolkomen dingen moeten sterven, opdat er meer volkomen banden kunnen bestaan, i.p.v. een belangenstrijd binnen een zogenaamde eenheid van kleine landjes en een belangenstrijd onder het mom van recht door grote landen, die daarbij de kleintjes een trap achterna geven, meen ik dat deze tijd een eerlijkere verhouding vereist. Zeg niet, dat deze verklaring niet juist is. Ik denk hierbij aan het optreden in het geval Congo tegen de daar nog te lande vertoevende Belgische troepen. Het zonder meer en opeens uitdrijven daarvan was – ook gezien de verdragen tussen België en Congo – niet gerechtvaardigd, ongeacht de eisen van Lumumba. Wat de UNO deed was geen rechtvaardige handeling, maar een gebruik maken van het recht van de sterkste, een verdedigen van de belangen van de gemeenschap tegen het recht van een kleinere mogendheid. In Hongarije lag de zaak anders. Daar was het een grote mogendheid, die optrad. Daar greep de UNO, noch iemand anders in. Bitter, maar waar.
Deze dingen kunnen de mensheid niet verder brengen. Wat de mensheid wel verder kan brengen, is een, in uiterste wanhoop, de grenzen laten vallen. Eens in wanhoop aan eigen voortbestaan, eindelijk eens er niet meer over spreken of een bepaalde groep nu katholiek is, of protestant, communist of socialist, of iets anders. De oplossing kan alleen worden gevonden, wanneer men eindelijk beseft, dat men voor vrede in de wereld, voor het behoud van welvaart enz. offers moet brengen, niet alleen van geld, maar ook van eigen overtuigingen en inzichten.
De mensheid moet leren voor hetgeen zij verlangt, vrijwillig de prijs te betalen en niet steeds weer te wachten, of men het begeerde misschien van anderen kan afpersen, of op andere wijze ten geschenke kan krijgen. Het zal nog wel enkele jaren duren, voor wat ik u voorzegd heb, werkelijkheid zal worden, maar de tekenen hiervan zien wij reeds vandaag. De komende tijd zal steeds meer de nadruk leggen op het brengen van werkelijke en zelfs grote offers, wanneer je werkelijk iets wilt bereiken.
Een groot deel van de mensheid zal hardhandig wakker worden geschud uit de kinderlijke gedachte, dat je je koekje op kunt eten en het toch nog kunt bewaren. In feite betekent dit alles niet meer of minder dan dat de geestelijke instelling van de mens zal moeten veranderen. Deze verandering zal ook stoffelijk tot uitdrukking moeten worden gebracht. De mens moet begrijpen, dat alles in de wereld zijn prijs heeft. Dat alles in het leven verworven kan worden, maar, dat je daarvoor moet werken, daarvoor met tijd, met welvaart en desnoods met je leven, voor moet betalen.
Aquarius is gul en geeft. Hij schenkt met ruime hand, maar om zijn gaven te kunnen aanvaarden, moet je eerst de nieuwe tijd, de weg van de Meester van Aquarius moeten aanvaarden. De universaliteit, die Aquarius kenmerkt, zal moeten worden aanvaard, vóór de gaven, die Aquarius de mensheid schenkt, ook inderdaad zin krijgen. Werkingen, die niet beantwoorden aan dit vrijelijk en zelf voor het verlangde offeren, voeren, mijn vrienden, tot grote conflicten in de komende tijd. Conflicten, die ook u nu reeds kunt voorzien, die kenbaar zijn aan tekenen, die ook u nu reeds overal kunt lezen.
Misschien zal dit alles u ertoe brengen uzelf eens af te vragen: heb ik wel het recht van het leven iets te verlangen, zonder dat ik daarvoor de prijs ook betaal? Verdergaand zult u zich dan af gaan vragen: wanneer ik iets verkrijg, wat ik verlang, ben ik dan ook zonder een onmiddellijke noodzaak toch niet verplicht de prijs daarvoor eerlijk te betalen? Dit alles is een kenteken van deze tijd. Het laatste punt hangt eigenlijk samen met recht en gerechtigheid. Aquarius – of zo u dit prefereert: de Meester van Aquarius – is een meester van recht en rechtvaardigheid voor de wereld, zowel als voor de enkeling. Recht en rechtvaardigheid kunnen alleen gewaarborgd worden, indien een steeds grotere eerbied voor de rechten van anderen tot uiting in ons denken en streven komt.
Op het ogenblik, dat iemand gearresteerd wordt op grond van verdenking en men deze gaat verhoren, zonder daarbij hem allereerst gewaarschuwd te hebben voor de gevolgen van een bekennen, of – in Nederland gebeurt dit zo vaak niet, maar elders nog regelmatig – zelfs de verdachte aframmelt en kwelt om een bekentenis te verkrijgen, is in de ijver om het recht te handhaven, het recht zowel als de basis van rechtvaardigheid, waarop het dient te rusten, geheel gebroken. Bedenk wel, de door mij geciteerde praktijken komen niet alleen in één enkel politiebureau, ergens op de wereld voor. Er zijn rechtbanken, waar men de wetten en het recht interpreteert en zelfs in zijn tegendeel doet verkeren, omdat – naar men meent – sociale of economische belangen met deze beslissing beter gediend zouden zijn. Men vergeet, dat men het recht, de wet, daarmee breekt en de rechtvaardigheid verloochent.
Ook op internationaal niveau zien wij een spelletje, waarbij werkelijk recht steeds weer terzijde wordt geschoven om een belangeneenheid te verkrijgen. Men stelt belangen hoger dan rechtvaardigheid en eerlijkheid. Vlakbij zien wij een voorbeeld hiervan. Japan weigerde de ‘Karel Doorman’ officieel te ontvangen. Natuurlijk was het voor Nederland dwaas een schip met juist die naam te sturen. Toch zou men de ontvangst door hebben laten gaan, indien men niet aan Indonesië gebonden was. Niet, dat men een hekel heeft aan Nederland, of bang is voor Indonesië, dat niet. In Japanse ogen was het beter het kleine en ver afliggende Nederland te beledigen, dan een mogelijke kans op een aandeel in de Indonesische markt te verspelen. Overal, waar u rond ziet, zijn er voorbeelden te vinden van dergelijke handelingen; van z.g. recht, dat in feite geen recht meer is, waar rechtvaardigheid geen enkele rol meer schijnt te spelen. Overal rond u kunt u rechterlijke en andere beslissingen zien, die gebaseerd worden op wetsinterpretaties, waarbij noch van ook maar enige integriteit t.o.v. de wetsinhoud gesproken kan worden. Overal is sprake van een – overigens vaak goed bedoeld – opportunisme.
Zó staat de wereld ervoor. Denk nu na, wat het betekent, als een dergelijke wereld onder het gezag komt van een Heer van Recht en Rechtvaardigheid – iets, wat Aquarius zeker is. Een dergelijke meester neemt met deze praktijken geen genoegen. Hij kan dit niet dulden. Dientengevolge zullen juist deze verworven voordelen steeds weer in hun tegendeel moeten verkeren. Een zekerheid van een economie, of stabiele beurs, die zo wordt verworven, zal moeten breken. Een veilig zijn tegen misdaad zal op deze wijze zich wreken in een perverteren van een groot deel van de maatschappij die zich zo beschermen wil. Een trachten het op een akkoordje te gooien tussen je begrip van recht, je hoog geestelijk inzicht en hetgeen naar je meent, stoffelijk nu eenmaal in juist deze vorm noodzakelijk is, voert tot onheil. Bewuste strijdigheden met waarheid en recht betekenen in toenemende mate het even bewust ondergaan van steeds strengere consequenties.
Verder houdt dit in, dat veel van hetgeen Aquarius biedt, voor degenen die zó denken en handelen, niet toegankelijk kan zijn. Veel van de gaven, die deze tijd brengt, zullen niet kunnen worden aanvaard en genoten omdat waarlijk recht én werkelijke rechtvaardigheid niet bestaan. Ook dit zal in de komende dagen steeds meer zijn stempel gaan drukken op maatschappelijke verhoudingen, zowel als op de verhoudingen tussen staten en statenbond, tussen kerken en religieuze of esoterische groeperingen.
Geen enkele mens kan de wereld opeens veranderen. U kunt geen rechtvaardigheid tot stand brengen in de wereld. Wel kunt u naar beste weten en kunnen steeds rechtvaardig zijn. Ook rechtvaardig zijn, wanneer dit een zelfveroordeling inhoudt, of consequenties met zich meebrengt, die u niet aangenaam zijn. Ook rechtvaardig zijn, door u van oordelen te onthouden zolang u geen zekerheid hebt. Dit betekent ook een terzijde stellen van eigen vooroordelen en ideeën, wanneer men beseft, dat deze inzichten en waarden voor anderen wel eens niet, of niet zo zouden kunnen gelden.
Het geestelijk licht wordt op de wereld steeds sterker en sterker, ook voor u. De geestelijke kracht, die op deze wereld ook voor u bruikbaar wordt, vermenigvuldigt zich dag na dag. De tijd, dat er wondertekens kunnen zijn, is niet ver meer af, indien er slechts mensen zijn, die innerlijk de moed en de kracht op kunnen brengen aan het wonder te geloven, het wonder te aanvaarden en het te volbrengen zonder daarbij aan zichzelf te denken. De tijd, dat het schijnbare toeval sterker is dan alle menselijke berekeningen, dan alle gekonkel ligt niet meer jaren weg, maar ten hoogste maanden. Bedenk dit alles wel en richt u zelf daarnaar. In deze dagen wordt u zeer veel geboden, vooral in geestelijk opzicht. In deze dagen wordt ook in u steeds meer de nadruk gelegd op hetgeen voor u en uw ontwikkeling het meest belangrijk is. In deze dagen kunt u innerlijk de kracht ervaren van een nieuwe tijd met grotere harmonie. Een universele kracht, die niet slechts eenheid brengt, maar ook het bewustzijn van die eenheid en een bewustzijn daarvan in alle sferen. U zult deze dingen moeten aanvaarden, want uw wereld als geheel kan deze dingen nog niet aanvaarden. Zij zal de gevolgen moeten ondergaan van haar eigen systemen, haar eigen acties, die niet juist waren. U kunt als eenling nu reeds beginnen Aquarius, tijd van Licht, van wijsheid en van kracht, van geestelijk bewustzijn, innerlijke vrede en geluk, vanuit uzelf uit te dragen over de wereld.
Vragen.
Wij hebben veel gehoord over de heerser van de nieuwe tijd, maar waar blijven de voorbeelden van de heerser der Vissen?
Ik zou kunnen zeggen: “Wee degene, die voortgaat, maar terugziet: hij stoot zich aan alles, wat hij op zijn weg ontmoet.”
De Heerser van de Vissen bracht een geheel andere tendens: de uitdrukking van het geestelijke in de stof. De Heer van de Vissen heeft u bv. een kunst geschonken, waardoor het mogelijk werd vele van de edelste gevoelens van de mens, zijn bewuste denken en zoeken om te zetten in woorden, beelden en klanken. Hij heeft ook de mensheid geschonken de middelen zich een wereld te bouwen, die vele mensen kan dragen en toch een redelijke welvaart geven. Hij gaf u verder ook de middelen om, zodra u er rijp voor was, uw wereld kleiner te maken en zo met vele volkeren en rassen in kennis te komen. Al, wat hij u schonk, was hoofdzakelijk een materiële uitdrukking van het leven. Daarnaast heeft hij u een aanwijzing gegeven van de wet, die de geest moet gaan, maar de nadruk lag toch in hoofdzaak op de stof.
De Meester van het Vissentijdperk, die zich thans heeft teruggetrokken, wilde de mens wel de weg van de kosmische liefde tonen, maar wist dat hij daarvoor eerst slechts rijp kon worden, wanneer hij vele materiële en sociale veranderingen onderging. Hij heeft deze nieuwe tijd en de nieuwe meester de werkplaats gelaten om het werk te doen, dat noodzakelijk is. Hij heeft de machines gebouwd, waardoor de nieuwe meester het volbrengen van zijn taak mogelijk wordt. Hij heeft de mensheid langs de weg van materie en geestelijke lering in een toestand gebracht, waardoor zij kan gaan aanvaarden en kan gaan begrijpen wat haar anders te hoog en te abstract zou zijn. Zo heeft de afgelopen periode veel voor de mensheid betekend.
De mensheid, niet begrijpende, dat dit alles een geestelijke achtergrond moet blijven behouden, heeft dan de geestelijke waarden geheel overboord gezet en zich geheel gebaseerd op het stoffelijke weten en de menselijke beperkingen. Dit laatste kan Aquarius niet dulden. Wat nu bestaat, is niets anders dan het instrumentarium, waarmee de Meester van de komende tijd de harmonische mens kan bouwen.
U gebruikte zo even het woord zelfvernietiging. Ik meende, dat dit individueel niet bestond.
Zelfvernietiging is mogelijk. Het is de mens/geest niet mogelijk geheel het eigen bewustzijn en de kern van eigen leven uit te blussen. U kunt bv. de hele wereld vernietigen. Laten wij het ergste eens stellen. Er zijn op een plaats 270 – 280 atoombommen opgeslagen van de soort, die ongeveer gelijk komen per stuk aan 200.000 ton TNT. Laat die allen tegelijk exploderen. Dan barst de aardkorst open, weg mensheid! Weg menselijke kunst! Weg cultuur! Weg zeden! Weg ook ideeën, lucht, dieren en planten. Alleen gloed blijft, zó fel, dat zij misschien ook elders nog leven aantast en verstoort. Méér blijft niet. Dit noemen wij dan zelfvernietiging.
Wat blijft over? Het bewustzijn van alles, wat hieraan deel heeft gehad. Alles, wat hier de oorzaak mede van is geweest, blijft zich bewust van hetgeen het zichzelf heeft gedaan, want bewustzijn kun je niet uitblussen. Nu gaat dit bewustzijn zich inkapselen om aan deze schuldenlast te ontkomen. Men wil met niemand meer contact hebben, niets meer zien. Het zelfverwijt is niet uit te schakelen: lk heb hieraan mee gewerkt. Het is míjn uitvinding, die men hiervoor heeft gebruikt. Wij hebben ons niet verzet tegen deze dwaasheden, toen het nog tijd was, enz. enz….
Iedereen blijft een lange tijd aan deze pijnlijke eigen wereld ingekapseld. Maar de tijd gaat voort. Er komt een ogenblik, dat de geest deze beslotenheid niet langer kan volhouden. Dan zoekt zij zich weer een wereld. Maar wat blijkt er dan beschikbaar te zijn? Een amoebe, die in het water jaagt. Daaraan ben je, met je té grote bewustzijn, gebonden. Met de geesten, die daar regeren, tracht je deze wezens sneller te vormen en juist te boetseren. Je zou de evolutie willen versnellen, maar je leven is alweer voorbij. Terug naar de stof en nog eens terug, steeds weer. Eindelijk is er een wezen met enig begrip. Je meent dan, nu opeens een ideale beschaving te kunnen opbouwen. Maar tot je schrik ontdek je, dat de oude woestheid er nog is, dat je bewustzijn nog niet van zelfzucht en eigenwaan gereinigd is. Dan begint de gehele lijdensweg van voren af aan. Misschien zul je nu slagen. Misschien! Maar alles, wat je op aarde was, heb je vernietigd! Dát alles zul je opnieuw op moeten bouwen.
Vergelijking! Een mens is als een kathedraal. De fundamenten zijn gelegd door een machtige Bouwmeester. Uit Zijn kracht, gevormd door je eigen streven, vormen zich daden en gedachten, tot zij omhoog ranken als een woud van gotische pilaren en bogen. De dromen en fantasieën van de mens worden tot glazen, kunstig gekleurd, waardoor het licht van de oneindigheid, oneindig gevarieerd, maar steeds zijn wezen openbarend, zijn licht werpt op de stenen vloer. Dan zegt de mens: Niet groot genoeg is mijn tempel. De gedachten breken. Het dak stort in. De pilaren worden gebroken…. Hij kan zelf geen ander fundament leggen. Wanneer hij alles afgebroken heeft, zo zal hij alles ook weer op moeten bouwen, vóór hij de oude glorie kent en eens te meer in zich de nog door gedachten gekleurde spiegelingen van Gods werkelijkheid kan dragen.
Dat is het beeld. Misschien weet u nu, wat ik bedoel met zelfvernietiging. Zelfvernietiging is niet een jezelf voorgoed uitblussen. Er bestaat geen eeuwige nacht, waarin je kunt vluchten. Er bestaat niets waarin alles wegvalt, waarin alle gedachten sterven en niets meer overblijft. U zult altijd weten, wát u bent. Zelfs indien u uw herinneringen gedood hebt, stuk na stuk, zo zult gij nog weten wat gij zijt. In de plaats van hetgeen u gedood hebt, in en rond uzelf, is dan een pijn van leegte, die men voortdurend gevoelt. Geheel ten ondergaan kan men niet. Maar alles, wat u bereikt hebt, wat u geworden bent en verder kunt zijn, de belofte, die vóór u misschien reeds vlak bij ligt, kunt u vernietigen. Daarmede vernietigt u tevens uzelf, zover u uzelf hebt helpen bouwen. Wat u kunt vernietigen is het bewustzijn, dat uit uzelf is voortgekomen. Maar wat God u gaf, de kern van het bewustzijn en de levende kracht zelf, kunt u niet vernietigen. Dat kan slechts Hij, Die deze waarden geschapen heeft. Maar Hij doet het niet, want Hij heeft Zijn Schepping lief.
Esoterie: Bepaalde aspecten van de leer van yoga.
Dit in verband met de bewustwording van de mens.
Het zal u bekend zijn, dat yoga in zichzelf een reeks van systemen bevat, welke onder meer ook gebaseerd zijn op lichaamsoefeningen en lichamelijke ontwikkeling, waarbij alles in de richting van beheersing voert, zó nadruk gevende aan de mogelijkheden tot geestelijke vrijheid en geestelijk verdergaan. Voor de westerling is over het algemeen de yoga, misschien een klein deel van de hatha-yoga, niet zonder meer bruikbaar. Ik ben mij ervan bewust, dat deze – voor de meesten van u vreemde materie – wat technisch klinkt. Toch voel ik mij verplicht u op enkele punten te wijzen, die uw eigen bewustwording aanmerkelijk kunnen bevorderen en daarnaast ook belangrijk kunnen zijn voor de oriëntering van het Ik t.o.v. de wereld.
Indien ik de wereld bezie, zo moet ik beseffen, dat ik een rol speel, die ik op aarde niet geheel zelf zal kunnen bepalen. Gebonden aan omstandigheden zal ik veel moeten volbrengen, dat besloten werd in een vorig bestaan, dan wel mij werd opgelegd door hogere krachten, die ik onvolkomen ken of besef. Waar het mij soms onmogelijk is mij aan bepaalde stoffelijke handelingen te onttrekken en het mij onmogelijk is aan bepaalde structuren en handelingen mij te onttrekken, ook bepaalde handelingen, of een deel hebben in structuren, die tegen mijn eigen geestelijk denken en weten ingaan, zo dien ik mij hiervan los te maken.
Is de stoffelijke uiting onvermijdelijk, zo zal ik mij bewust moeten splijten in twee delen. Aan de ene zijde komt dan de geest, met zijn kennis van het Ik, zijn begrippen van eigenwaarde, zijn begrip ook van kosmisch bestaan, en aan de andere kant de meer dierlijke stof, die gedwongen is bepaalde wegen te gaan en deze kán gaan, zonder dat ik mij daarmee geheel één hoef te gevoelen. Op deze wijze kan de mens ontkomen aan geestelijke gevolgen van stoffelijke dwang. Op deze wijze is het hem verder mogelijk om daar, waar bepaalde stoffelijke factoren niet uit te schakelen zijn, toch de geestelijke integriteit geheel te behouden en een juist inzicht in de kosmos niet te bezoedelen door een één-zijn met onjuiste stoffelijke handelingen. Dit schijnt enigszins sofistisch.
Menig westerling zal onmiddellijk opmerken: “Waartoe voert dit? Wanneer ik stoffelijk a doe en geestelijk b, waar blijf ik dan?” “Gaat dan niet elke morele standaard teloor?” Het antwoord op deze vraag is gelegen in de techniek, die bij het zich afzonderen van onvermijdelijke stoffelijke handelingen dient te worden gebruikt. Er mag geen enkele eigen vrije wilsuiting in de stof zijn gedurende de tijd, dat men geestelijk als slecht beschouwend op wil treden. Er mag geen sprake zijn van angsten, begeerten, of een zich gebonden gevoelen. Eerst dan kan werkelijk de kern van het karma-yoga worden uitgevoerd en zal een geestelijke bevrijding plaats vinden, ongeacht de banden, die ons stoffelijk kunnen binden. Natuurlijk is het moeilijk deze toestand te bereiken. Het vraagt oefening en een voortdurend zoeken naar de weg van het niet werkelijk deelhebben aan….
Wanneer wij ons deze weg als een doel stellen, om zo vrij te worden van vele noodzaken in de materie, die ons geestelijk tegenstaan, zo kunnen wij uitgaan van enkele regels, door mij mede genomen uit de leringen van enkele andere vormen van yoga, o.m. de raja-yoga. Men moet waarlijk voor zich kunnen zeggen: “Ik vrees niet, want dat, wat ik ben, kan niet vernietigd worden. Ik begeer niet, want niets kan mij werkelijk en blijvend verrijken. De korte tijd van leven en bestaan op aarde is te onbelangrijk, om mij met dit leven zelf voortdurend bezig te houden.”
Het innerlijk kennen en aanvaarden van deze regels brengt de mens reeds tot een zekere geestelijke onafhankelijkheid. De mens, die beseft, hoe kort hij te leven heeft, hoe weinig hem feitelijk ontnomen kan worden, de mens, die beseft, hoe klein het lijden is, dat hem door anderen zonder de medewerking van eigen angsten en gedachten kan worden aangedaan, bevrijdt zich snel van vele beperkingen in het leven, terwijl hij geestelijk vrij is.
Het zal u bekend zijn, dat menige yogi in staat is pijnen en smarten te verdragen, waaronder een ander zou bezwijken, terwijl hij geheel ongedeerd te voorschijn kan treden uit geweld en krachten, die anderen zouden vernietigen. Ik doel hiermee niet mensen, die ter wille van godsdienstige opvattingen zichzelf kwellen en het vergroeien van ledematen e.d. te bevorderen. De voorbeelden, waarop ik hier duid, betreffen mensen, die door anderen, of door omstandigheden buiten hun eigen macht gekweld en gemarteld worden, maar hun geest uit het lichaam terugtrekken. Ook dit berust op de methode die ik u in andere zin reeds als doel van het karma yoga aanhaalde. Ook hier geldt: besef de eigen onbelangrijkheid, besef, dat het voor het werkelijke wezen niets ter zake doet, wat er stoffelijk gebeurt. Want u bent eeuwig. In de eeuwigheid is een jaar, ja, zelfs een mensenleven minder dan de vleugelslag van een kolibrie, minder dan een enkele vleugelbeweging van een bij in volle vlucht. Dit als mens te beseffen is moeilijk. Wanneer men zich dit voortdurend voor ogen houdt, zal men toch op de duur aan de stof minder betekenis gaan hechten. Men zal niet meer gedragen worden door zenuwspanningen en onevenwichtigheden, die soms aangenaam zijn als een sensatie, maar toch in de meeste gevallen uiteindelijk onaangenaam zijn voor het Ik. Voorbeeld, men speelt bv. biljart, schaak, voetbal. Zodra ik mij hartstochtelijk in dit spel werp, zal het voor mij een zekere ontspanningswaarde hebben. Ik zal, wanneer ik werkelijk in vuur ben, in staat zijn het spel onpersoonlijk en toch goed te spelen. Zolang ik buiten het spel blijf en mij daardoor niet mee laat spelen, heb ik een overzicht, dat de speler nooit heeft.
Een tweede weg, die tot vrijheid van begeren en angst kan voeren, is voor de mens een kennen van eigen wezen. Een westerling komt er over het algemeen zelden toe elke spier van zijn lichaam afzonderlijk te voelen. Voor een kennis van eigen lichamelijk bestel is dit belangrijk. Praktisch iedereen kan na enige oefening elke spier voelen, wanneer hij zich daarop voldoende concentreert. Voor een westerling is het eenvoudigste begin: één enkele beweging van de vinger maken. Concentreer u hierop en tracht te voelen, welke spieren daaraan allemaal meewerken. Men tracht de bewegingen van de kleine spieren in de vinger, de spieren in de hand te voelen en zal zelfs ontdekken, hoe de pezen aan de pols hun spanning veranderen en in de arm een enkele spier mede wordt gespannen. Neem deze spierreacties als een beeld in u op en tracht vervolgens alle betrokken spieren te ontspannen, zover als u kunt. Een zuiver stoffelijke methode. U kunt dit doen met elke beweging, alzo alle spieren langzaamaan kennende en beheersende. Na enige tijd kan elke spier, die bewust beheerst wordt, reeds worden ontspannen, of gespannen door de gedachte alleen. Eerst daarna kan men hetzelfde trachten toe te passen op de erkende automatismen in het lichaam. U kent onbewust uzelf zeer goed, maar denkt er verder niet over na. Wanneer u een beweging wilt maken, zo stelt u de daarbij betrokken spieren achtereenvolgens en geheel juist in werking, u maakt een beweging, een gebaar, een mudra. Dit schijnt instinctief.
Er is een tweede zijde aan de beweging: wanneer ik de beweging uit kan voeren, moet ik ook een ontspannen van de daarbij betrokken spieren tot stand kunnen brengen. Leer uzelf te ontspannen, spier na spier. Daardoor leert u uw eigen lichaam beter kennen en tevens beter beheersen. Dit brengt tevens begrip mee voor het feit, dat niet de spier, het lichaam zelf het belangrijkste is, maar de gedachte, en de wil, van waaruit de beweging ontstaat. Wie eenmaal deze eigenschappen heeft, weet tevens, dat hij in staat is spieren te bevelen om niet te voelen. Hij kan zijn hart bevelen langzaam te kloppen, of snel te gaan, zolang het lichaam zich daarbij aan kan passen. Men beheerst ook geheel de ademhaling en kan zelfs het tempo, waarin het bloed bepaalde delen van het lichaam doorstroomt, versnellen of vertragen, de voeding, die aan deze delen wordt toegevoerd vergroten of verkleinen.
Een westerling zal zelden alle oefeningen geheel uit kunnen voeren. Het voor hem belangrijke kan hij wel bereiken: het besef meester te zijn over eigen voertuig. Gedachte en wil zijn in feite de meesters van het lichaam. Zij maken het ons mogelijk in de stof te beleven en te bereiken, of aan bepaalde stoffelijke krachten te ontkomen. Wanneer wij ons in de gedachte sterk weten, bezitten wij tevens de wetenschap, dat er een onaantastbaar terrein binnen het Ik bestaat, waarin wij ons te allen tijde terug kunnen trekken. Dit maakt de stoffelijke beleving minder waardevol. De stof wordt een ervaring, maar er is geen gebonden zijn meer.
Misschien vraagt u zich af, wat dit alles te maken kan hebben met de kern van alle esoterisch streven: zelfkennis. Het Ik is deel van de kosmos. De kosmos is een persoonlijkheid, die wij niet geheel kunnen overzien. Het Ik heeft, ontdaan van vertroebelende begeleidende verschijnselen als bv. spierreacties, gebrek aan concentratie en een niet beheersen van de zintuigen, een zekere gelijkenis met de kosmos. Er bestaat een directe parallel tussen het deel, dat wij ziel of bewustzijn noemen, en het eeuwige zelf. Alles, wat wij zonder angst of begeren, in vrijheid van de kleine wereld, of werelden, in onszelf erkennen, bestaat evenzo in God, in de kosmos. Door nu steeds meer van die God en de kosmos te beseffen, worden wij ons ook steeds bewuster van het feit, dat wij binnen het kosmische geheel een zeer bepaalde taak hebben. Wij beseffen, dat wij bestemd zijn om bepaalde dingen te doen en door te maken. Dit ‘bestemd’ zijn bepaalt voor ons verder, wat wij verder binnen die kosmos feitelijk zijn. Zo rondt zich het beeld van kosmos en Ik af.
De wijze zal nooit trachten in het besef van deze kosmische verhoudingen boven de mensheid te staan, of boven bv. de stoffelijke normen van leven. Hij zal beseffen aan het leven in alle aspecten steeds innerlijk gebonden te zijn door het bewustzijn, dat deze waarden binnen hem voortbrachten. Zo u zich ook vrij maakt van alle angsten en begeerten, zo geldt nog: bevrijdt u nimmer van mededogen, van het besef van en om alle lagere leven, het besef van de heiligheid in alle bestaan en alle ervaring, die in het leven op kan treden. Besef deze waarden evenzeer in het laagste dier en uw grootste vijand, als in degene, die u het meest bewondert. Door dit beseffen van het al in mededogen, zult u dé benadering in goedwillendheid, die vanuit de kosmos t.o.v. het schepsel bestaat, in uzelf herscheppen. Dan krijgt uw wezen een taakbetekenis in samenhang met de Schepping. Er is geen vijandschap meer, met ongeacht welk deel van de Schepping. Integendeel heerst de broederschap overal. Zo ontwaakt de ziel tot een steeds groter besef van de Eeuwige en zichzelf.
Besef verder, dat de daad op zichzelf onbelangrijk is, tenzij zij tevens de drager is van de gedachte. Zodra de gedachte, of het spel van gedachten samengaat met de daad, is de daad belangrijk geworden, omdat dan ons wezen, of een deel daarvan, in de daad is uitgedrukt. Wij zullen leren onze gedachten daar te zenden, waar het belangrijk is, dat zij zijn. Ons erkennen van eigen wezen en de taak, die wij in de kosmos vervullen – zelfs ons aanvoelen van een mogelijke taak – maakt het ons mogelijk onze geest niet slechts te uiten in eigen wezen en leven, maar tevens in alles, wat deel uitmaakt van het groot levende.
Een waardig mens is een mens die in zich zijn God kent of draagt. Niet elke mens, die waardig is, zal de zin erkennen van hetgeen hij stoffelijk doormaakt. Zoek uw zelfkennis niet in de eerste plaats in hetgeen u stoffelijk doormaakt, want dit kan gebonden zijn met een ver verleden, of met behoeften en noodzaken in de wereld rond u. Besef uw geestelijke waarde. Laat de stof daarvan zoveel mogelijk de uiting zijn. Juist zo kunt u de toetssteen worden, waaraan anderen een geestelijke genezing kunnen ervaren door een erkennen van waarheid, dan wel een oordeel zullen spreken over zichzelf. Want ook door een waar oordeel over het Ik kan de mens tot nieuwe wijsheid worden gebracht. Dat, wat u in de geest bent, is boven alle dingen belangrijk. Zoeken in jezelf om tot een belangrijkheid te komen betekent een persoonlijk streven; ook wanneer men deze belangrijkheid vooral voor anderen zoekt, zo blijft dit een vorm van begeren. Een eenzijdigheid van denken en zelfs van ontplooiing van het Ik.
De yogi, die in het hoogste bereiken langzaam maar zeker zijn weg vindt, zal erkennen dat ook dit eigenlijk zonder zin is. Gelijkenis: Eén, die meester was over zichzelf en zijn geest vrijer kon zenden naar andere plaatsen, zodat hij zich zelfs twee malen kon tonen in het zijn, had zich teruggetrokken in een kluis in de bergen. De dagen bracht hij door met overpeinzingen, het inademen van het kosmische zijn rond hem. De nachten, gesteund door het gebedskoord en rustende, bestemde hij om in zichzelf door te dringen en de Eeuwige te erkennen, die in hem leefde. In deze dagen noemde men hem heilig. Doch eens werd men zeer geprikkeld en toonde men zich zeer ontsteld: hij, die heilig genoemd was, keerde terug van de hoogten naar de dalen. In de steden speelde hij als de jongeren, wier rijkdommen toelaten de gedachten te verdringen. Hij kwam in de huizen van vermaak, lachte en dronk. Achter de oren droeg hij bloemen, als een jonge bruidegom. Daarop zeiden de mensen tot elkaar: “ziet, deze deed zich voor als een heilige, maar hij is slecht geworden, zijn wijsheid is vergaan als sneeuw voor de zon”.
De wijze zweeg. Eenmaal, toen één, die hem zeer liefhad, hem dit alles voorhield en zijn wijze van leven verweet, veranderde zich geheel zijn wezen. Stralende van macht sprak hij tot hem, die hem had aangeklaagd: “Beseft gij dan niet, dat leven leven is, onverschillig hoe gij leeft. Niet, wat ik doe, of wat ik ben in uw ogen, is belangrijk. Dat, wat ik in mij als deel van de kosmos ken, is het enig belangrijke. Dit in mij dragende, en komende onder u, heb ik u meer gegeven dan ik u ooit had kunnen geven op de berg. Want daar hebt gij mij geëerd en meende u in mij een herborene, of een Godheid te zien. Hier, levende onder u, zult gij mij moeten aanvaarden als mens en kunt gij, indien gij niet verblind zijt door uw vooroordelen, toch mijn Licht en mijn kracht erkennen.”
Wie zich voor het bereiken in zijn leven op anderen beroept, wordt tot dwaasheden verleid en zal in dwaasheid sterven. Wie anderen een leiding en een steun geeft, waardoor zij zich gebonden achten, drijft hen, waar hij hen het eigen denken en streven neemt, uiteindelijk tot de afgrond. Slechts wie zichzelf durft te zijn en blijven in alle werelden en vormen, nimmer anderen dwingend hem te zien als hoger en beter, maar hen, die zoeken, hen steunende in hun zoeken, voldoet aan de eeuwige wet!
Sommigen, deze woorden horende, zijn met hem gegaan en hebben de wetten van het leven geleerd. Velen noemden hen dwazen. Uit hen is een Orde ontstaan, die nu nog leeft over de vele stammen van India. Daaronder vindt men Bengali, Kashmiri, Afganistani als de strenge mannen uit het noorden. Alle broeders leven als mensen onder de mensen. Wanneer zij terugkeren naar de eenzaamheid om hun eigen krachten terug te vinden, zo doen zij dit in het verborgene. Want de waarheid is ook hier: Wie zich boven anderen verheft, verleidt de anderen, als zichzelf.