17 oktober 1969
Bij het begin van deze bijeenkomst mag ik u er wel aan herinneren dat wij niet alwetend of onfeilbaar zijn. Ons onderwerp van heden is van meer actuele aard. Ik geef het de titel: Geest en gezag.
Schijnbaar zijn dit twee vreemde dingen om naast elkaar te zetten. Geest is innerlijk besef, gevoelswereld, capaciteit tot leven en erkennen. Gezag is eigenlijk de ontkenning van het terecht bestaan van een groot deel van deze verschijnselen die de geest veroorzaakt. Wie gezag uitoefent, maakt zichzelf hiermede nolens volens tot rechter over anderen, en hun daden tot een machtshandhavende factor. Toch is er op het ogenblik iets aan de gang, waarbij juist die twee waarden in het geding komen. Wanneer u ziet hoe overal de lijdende mensheid wordt vertreden – een gemeenplaats die in dit verband terecht gebruikt kan worden -, zult u zich wel eens afvragen hoe dit alles mogelijk is.
In de eerste plaats betekent geest niet welvaart, kan zij niet worden afgemeten in verzadiging, maar ten hoogste op aarde worden afgemeten aan een levensintensiteit. Er zijn zeer grote geestelijke ontwikkelingen mogelijk geweest in de meest benarde situaties, in de meest benarde omstandigheden. Hierbij wil ik u herinneren aan het feit dat de grootste ontwikkelingen van bv. Yoga, boeddhisme, een groot deel der hindoewijsheid en brahmaanse filosofie, voorkwamen in tijden van armoede, waarin de mensen ook wel degelijk steeds weer te lijden hadden onder geweld. Het is of de mens die zich los kan maken van een te materialistische levensbeschouwing, hiermede een soort mogelijkheid verwerft om ín zich iets te bereiken. Dit iets kan men dan moeilijk geheel omschrijven. Dit iets maakt kennelijk steeds de mensen die het gezag handhaven, macht hebben, legers kunnen bevelen, doodsbang voor enkele idealisten. Dat iets brengt wonderen tot stand.
Misschien zijn het in uw ogen geen echte wonderen. Maar is het eigenlijk geen wonder dat bijvoorbeeld in de Sovjetunie nog steeds een zelfstandige, niet aan de staatsprincipes zich bindende literatuur bestaat en, – zij het zeer beperkt – zelfs verspreid wordt, of naar het Westen kan worden gesmokkeld? Is het geen wonder dat in een Spanje dat toch wel degelijk een zekere dictatuur en onvrijheid op vele gebieden kent, de levenstrots en adel van vele Spanjaarden – ook de eenvoudigste onder hen – geheel bewaard kon blijven? Is het geen groot wonder dat de blijmoedigheid van leven kon blijven bestaan in de armoedekwartieren van Zuid Amerika en – nu wij het toch over wonderen hebben: is het geen wonder dat er, zelfs in landen met een apartheid en vele beperkingen voor de kleurling, steeds weer denkers, met een zeer persoonlijke benadering en menselijk van grote of tenminste redelijke importantie, opstaan – ondanks alles wat men doet om juist dit verschijnsel en de daarmede gepaard gaande ontwikkelingen in feite onmogelijk maken?
Wat ons dan meteen brengt bij ons probleem van vandaag: het ontstaan van een geheel nieuwe intelligentie. Overigens vind ik intelligentie voor deze nieuwe mensen eigenlijk een verkeerd woord. Het doet veronderstellen dat zij bijzonder intelligent zouden zijn. Dat is zeker niet waar.
Het gaat hier over een groep die een zekere zelfstandigheid van denken heeft gevonden, mensen die daardoor in staat zijn problemen te benaderen op een andere wijze, dan tot nu toe gebruikelijk was, en een zeker voorstellingsvermogen, een zekere fantasie bezitten, welke zich niet baseert op, en uit gaat van, het bestaande alleen. Deze nieuwe intelligentia treffen wij overal op de wereld aan. In Nederland kun je ze vinden – soms lang gelokt, soms meer VVD-typen en soms zelfs het leven meer met GVD benaderende. Wij vinden deze mensen ook terug in Duitsland, waar zich overal, zowel in de studentenwereld als elders, groepen van nieuwe denkers ontwikkelen. Gezien hun maatschappelijke bewogenheden worden zij volgens het huidige systeem vaak gegroepeerd als uiterst links, uiterst rechts en zo zij aan deze indeling niet geheel beantwoorden noemt men hen ook daar ondemocratisch, asociaal en dergelijke.
Wat dit laatste betreft, wil ik alleen maar opmerken dat, naarmate een democratie ondemocratischer van opzet is, zij het ook ondemocratisch zal noemen, wanneer iemand de brutaliteit heeft voor zichzelf te denken. Deze mensen komen in conflict met het gezag en de daaraan ten grondslag liggende macht. Maar macht is een beperkt iets. Ik weet niet, of u zich dit voldoende kunt realiseren. Het is aardig te zeggen dat de Nederlandse belastingbetaler voor iets maar weer moet gaan betalen. De gezagdrager meent dit te kunnen doen, omdat hij de macht heeft zijn heffingen in te vorderen, de aanslagen te berekenen enzovoort. Op het ogenblik dat er één belastingbetaler is die zelfstandig genoeg is om te zeggen: daaraan doe ik niet mee, dan verdien ik desnoods maar eens zeer weinig of niets, waar blijft men dan met zijn heffingen en berekeningen? Stel dat u naar een bepaalde plaats wilt. De politie verbiedt u dit en zegt u in een andere richting te gaan. U weigert niet, gaat niet in verzet, maar loopt een eindje om, om het van een andere kant toch te proberen. Misschien kan men u tijdelijk beletten uw doel te bereiken. Maar wanneer u het langere tijd volhoudt zonder ooit in daadwerkelijk verzet te komen tegen de machtsdragers, wordt het toch wel erg lastig voor hen. De macht die men ergens kan bezitten, is voor een zeer groot deel afhankelijk van de wijze, waarop die macht wordt aanvaard.
Gezag – en de daarmede verbonden machtsuitoefening – zal in feite alleen kunnen blijven bestaan, indien de machthebber voortdurend een soort overwicht weet te handhaven op degenen die zij willen beheersen. Overigens wil ik opmerken dat de huidige Nederlandse regering dit overwicht in de ogen van een betrekkelijk groot deel van het Nederlandse volk nog steeds bezit. Gezag en macht berusten in laatste instantie eigenlijk op de mogelijkheid anderen – hoe dan ook – te overtuigen van je recht tot oordelen, beslissen, eisen en daarmede ook van je recht om te belonen of te straffen. Op het ogenblik dat dit recht niet meer wordt erkend door grotere delen van de “onderdanen”, komt de gehele gezagsverhouding, de gehele machtsstructuur, in gevaar. Je kunt met een leger wel een heel volk in bedwang houden, zolang het volk maar bang genoeg is. Wanneer dit volk reageert met een eenvoudig ontwijken van de machtsuitoefening – geen verzet, maar een zich onttrekken aan de regels die in een gemeenschap worden gesteld – kun je daaraan meestal niet te veel meer doen. Het gezag zal zich eerst moeten aanpassen aan de nieuwe situatie, voor het weer doelmatig kan bestaan. Maar de anderen kunnen dan alweer verder ontwijken enzovoort. De mensen die zo bang zijn voor deze nieuwe geest van zelfstandig denken en reageren die over steeds grotere delen van de wereld vaardig wordt, zijn veelal mensen die vrezen dat hun meerwaardigheid of recht op meer dan anderen, hierin niet meer erkend zal worden – waarmede het recht op macht dat zij anderen steeds weer wisten aan te praten voor hen niet meer zou bestaan.
Ik weet niet of u de ontwikkelingen in de wereld op de voet tracht te volgen. In dat geval wil ik u troosten. U ziet het waarschijnlijk dan nogal somber in. Zo erg is het heus ook weer niet.
Iemand die in deze dagen de krant leest, wordt haast zeker op de duur pessimistisch. Maar laat ons even nagaan wat er nu werkelijk aan de gang is. Wat bijvoorbeeld te zeggen van de moeilijkheden in de Arabische staten en vooral in Egypte? Het is wel zeker dat zij in de laatste tijd niet in de eerste plaats voortkomen uit bijvoorbeeld het bestaan van de Israëlische staat of economische oorzaken. Er is eerder sprake van een nieuw ontwakend besef, een soort geestelijk reveil dat moeilijk aan te pakken is, omdat het niet georganiseerd wordt. Exponenten daarvan treft men net zo goed onder de hasjiesj-eters, studenten, als onder de eenvoudige werkers. Een toenemende groep van burgers ziet het leven anders en beseft bijvoorbeeld langzaamaan het verschil tussen de regerende kaste met haar pretenties en levenswijze, en eigen bestaan. Zij zien ook wat de regerende kaste moet opofferen om haar pretenties te kunnen handhaven en steeds meer mensen menen dat het resultaat de moeite niet waard is. Deze groepen zijn onomkoopbaar, omdat zij niet begeren wat de machthebbers kunnen bieden. De gezagsdragers zien zich dan ook genoopt ten koste van alles de grote massa te overtuigen dat zij de enige redding vormen voor de moeilijkheden, waarin het land verkeert. Zij trachten eenieder duidelijk te maken dat zonder deze hoge heren en het machtsapparaat dat zij hanteren, geloof, goede zeden enzovoort, eenvoudig vernietigd zouden worden.
In India en Pakistan zien wij dergelijke mensen ontstaan. Ook hier vraagt men zich steeds af, of hetgeen men beweert te bieden wel de moeite waard is. Ook hier beginnen de gezagsdragers op een steeds vreemdere wijze te reageren. Gezien de grote afstanden kan men zich misschien wel voorpraten dat bijvoorbeeld de politie anders is in New Delhi dan in Amsterdam en ook geheel anders reageert. In feite is dit niet zo. Gezag wordt op de gehele wereld op ongeveer gelijke wijze gehandhaafd onder gelijke omstandigheden. In India en Pakistan hebben wij de laatste tijd in toenemende mate te maken met een verschijnsel dat – al is het economisch zeker niet nadelig – de machthebbers grote zorgen baart: de opbouw van niet ingeschreven en als zodanig niet geregistreerde coöperatieven. Zij ontstaan door een eenvoudig hutje bij mutje doen van de bewoners van bepaalde dorpen die hierdoor ongetwijfeld meer welvarend worden. Aan de andere kant wordt het de gemeenschap hierdoor mogelijk als eenheid op te treden en, daar afgunst niet meer tot verraad naar buiten toe kan voeren, een willekeurig inkomen op te geven.
Dat scheelt nogal in opbrengst, daar dergelijke dorpen alles wat zij besteden aan gemeenschappelijke voorzieningen en verbruiken, niet als inkomen zien. De opbrengst van de belastingen is hierdoor in sommige streken sterk geslonken en dit succes met de belastingen brengt steeds meer dorpen er toe dergelijke experimenten te wagen.
Nu is het zo: wanneer je een staat in haar belastingopbrengsten treft, gaat zij nog harder te keer dan de duivel, wanneer je hem een ziel uit de klauwen haalt. In deze omgeving treft men ook steeds weer meer mensen die als communistische agitatoren worden voorgesteld. Overigens zijn dit geen werkelijke communisten en beweren zij niet dat de mensen communisten moeten worden, maar vragen zich alleen maar luidkeels af waarom zij hard zouden werken, wanneer alleen anderen daarvan rijk kunnen worden. Hun reactie is: wanneer de rijke niets doet, doen wij ook niets en als hij meent dat hij ons iets moet ontnemen, dan nemen wij het vrolijk weer van hem af. Gelijke monniken, gelijke kappen. Het resultaat is een toenemende onrust in het gehele zuiden van Azië. In Turkije ziet men een dergelijk proces. Hier heeft men het voordeel dat in de afgelegen dorpen iemand die zo redeneert, vaak voor de dorpsidioot wordt aangezien, want de ouderen hebben daar nog veelal het gezag in handen en men is ongeletterd, waardoor men geen mogelijkheid heeft eigen situatie met die van anderen te vergelijken. In de grote steden – als bijvoorbeeld Ankara – ligt de zaak alweer anders en heeft men te maken met een gezagscrisis die eigenlijk voortkomt uit een geheel nieuw besef van leven bij de onderdanen van het gezag.
De ontwikkeling van het kleurlingenprobleem in de USA heeft in dit verband zelfs een aantal opvallende verrassingen opgeleverd. U zou misschien menen dat ook de vooraanstaande negers blij zouden moeten zijn met het feit dat zij steeds meer medestanders vinden onder de blanke bevolking van bijna alle staten. En er zijn steeds meer mensen die – om religieuze of om andere redenen – alles doen om de negers te helpen hen als volwaardig partner in het milieu te integreren. Wat blijkt nu? Negerleiders als bijvoorbeeld de leiders van de Black Power-mouvement zijn daarmede geheel niet blij. Integendeel. Zij doen alles wat zij maar kunnen, om de wederkerige erkenning en mogelijk vriendschap tussen blanken en zwarten te verhinderen. Het waarom is duidelijk. Er komen steeds meer jonge negers die een redelijke opvoeding hebben gehad en – al hebben zij dan niet de beste kansen in de USA – voor zich op sociaal terrein voldoende mogelijkheden zien.
Vaak gaan deze jongeren langere tijd op wat men de beatniktour pleegt te noemen. Zij trekken met andere jongeren door het land, stichten eigen kleine gemeenschappen en het enige, waarvoor zij zich werkelijk niet willen interesseren, is hetgeen de politieke leiders en idealisten hen voor zouden willen houden. Zij willen leven en vreugde in het leven hebben. Zij willen niet een auto en een ijskast hebben, maar willen plezier hebben. Zij wensen geen eerbetoon of lintjes te verdienen, maar wensen eenvoudig met andere mensen prettig te bestaan. Hun leuze is nog steeds: Let’s make love, not war. Het is duidelijk dat deze mentaliteit erg afgekraakt en streng bestreden wordt door eenieder die bij het in stand houden van bestaande geschillen, het bezitten, verkrijgen, of handhaven van macht belang heeft. De leiders van Black Power zoeken macht.
Het is jammer dat onder de mensen die overal ter wereld deze beweging erkennen en zeggen aan te moedigen, er velen zijn die eveneens hongeren naar macht. Een typisch voorbeeld daarvan is de wijze waarop de studenten in uw eigen land strijden voor meer inspraak op de universiteiten. De studenten willen meer te zeggen hebben over de wijze waarop zij kunnen studeren. Dat is redelijk. Zij zijn als het ware de consumenten, zodat niemand hen het recht zal kunnen ontzeggen over het product dat geleverd zal worden, ook wat te willen meepraten. Onder hen – en ouderen – zijn een aantal mensen die zeggen: hier is een mogelijkheid om vooruit te komen. Wanneer wij de studenten nu maar achter ons kunnen krijgen, kunnen wij de universiteiten gaan leiden en beheersen. Wij zullen dan uitmaken wat er verder zal gebeuren en wij krijgen zo macht. De studenten zullen ons volgen en gehoorzamen, dus wij worden de werkelijke macht in de universitaire wereld. Dat is het beroerde. Er wordt op deze wijze heel wat idealisme verbruikt en heel wat stuurloosheid omgesmeed tot macht van mensen die niets beter of slechter zijn dan de bestaande machthebbers, omdat ook zij zichzelf zoeken.
De werkelijke toestand ligt als volgt: een universiteit moet zo veel mogelijk kansen geven voor studie en onderzoek. Dit dient te geschieden op een wijze die zo goed mogelijk is aangepast aan de behoefte aan en van studiosi. Hiervoor is geld nodig. De middelen zijn niet onbeperkt. En nu kan niemand mij vertellen dat een raad, gevormd door een paar studenten, een amanuensis van een lab en een prof in de speciale weet-niet-kunde of iets dergelijks, gezamenlijk in staat zijn uit te maken hoe men met de bestaande middelen op zo economisch mogelijke wijze zoveel mogelijk aan alle redelijke eisen tegemoet moet komen. Dergelijke mensen zouden de zaak alleen kunnen laten slagen door steeds meer – in wezen onredelijke – eisen te stellen aan de gemeenschap, terwijl de baten van een dergelijke investering beneden de norm zouden blijven.
Een dergelijke vorm van inspraak is dus overdreven. Degenen die dit ambiëren, weten ofwel niet werkelijk wat zij zoeken, ofwel zij zoeken in feite alleen persoonlijk voordeel en persoonlijke macht. Zij misbruiken hiervoor het nieuw ontwaakte besef van jongere mensen die stelten: voor wat, hoort wat. Wanneer ik hard moet werken, wil ik ook gelukkig en prettig kunnen leven. Ik wil op mijn manier kunnen bestaan. De angst van degenen die gezag bezitten en de macht vertegenwoordigen, ligt in deze dagen niet in de eerste plaats in een vrees voor het teloorgaan van de bestaande organisatorische samenhangen. Men doet vaak wel alsof, maar in feite is dit niet waar. Het ziet er naar uit dat zij boven alles vrezen hun recht anderen te betuttelen te verliezen.
Voorbeeld: experimenten hebben bewezen dat een vrijlaten van de pornografie in de Scandinavische landen geen bijzondere uitbreiding daarvan of toename van zedelijk verval ten gevolge had. Men weet in Nederland zeer wel dat degene die die dingen zoekt, ook zonder wettelijke goedkeuring wel aan zijn trekken komt, al gaat het dan van onder de toonbank. Het is waarschijnlijk dat een vrijlaten van de pornografie in Nederland – na een korte golf van belangstelling voor het onbekende – geen werkelijke uitbreiding van de handel zou betekenen, terwijl de prijzen redelijker zouden worden en minder kosten voor controle van node zouden worden. Wanneer men toe zou geven dat niemand het recht heeft aan anderen te vertellen, of zij zich Eva in bikini met vijgenblad, of zonder dit mogen voorstellen en van andere dingen kennis zouden mogen nemen, verliest men “gezag”; dit is het recht anderen te vertellen wat zij wel en niet zouden mogen doen. Ik meen dat men zijn persoonlijke inzichten niet mag misbruiken om met machtsvertoon anderen tot de aanvaarding van die opvattingen te dwingen. Voor vele ouderen is reeds de golf van “toegestaan bloot” een aantasting van hun denkwijze en dus van hun gezag, hun recht anderen te betuttelen.
In Nederland handhaaft men vele overbodige instellingen en regels, alleen omdat degenen die daarmede te maken hebben, hun gezag, waardoor zij hun machtdrift kunnen bevredigen, niet kwijt willen raken. Er zijn wel steeds meer mensen die op dit gezag reageren met een: je kunt mij nog meer vertellen…. Het is jammer dat de verzetshouding die hieruit voortvloeit, hen er niet slechts toe brengt eigen weg te gaan, maar in vele gevallen voor hen de aanleiding wordt om juist datgene te gaan doen, waarvan anderen zeggen dat het niet mag, ook wanneer zij zelf het in wezen daarmede niet geheel eens zijn. Degenen die gezag uitoefenen, zouden zich moeten realiseren dat een verkeerd uitgeoefend gezag het tegendeel bereikt van hetgeen het nastreeft.
Voorbeeld: Nabij Gouda, op de uitvalsweg naar Boskoop, was een handwagen op de rijweg omgevallen. Een agent trad “regelend” op en signaleerde eenieder nadrukkelijk: Niet stil blijven staan! Doorlopen! Doorrijden…! Nu was er niets bijzonders te zien, zodat zonder de ijverige pogingen van deze man eenieder waarschijnlijk wel snel zijnsweeg was gegaan. De man moest al snel versterking aanvragen, omdat mensen bleven staan, automobilisten langzaam gingen rijden, of zelfs stilhielden, daar eenieder dacht: hier is werkelijk iets bijzonders aan de hand, hier is iets gebeurd, of, hier gaat iets gebeuren. Juist de nadrukkelijkheid van de agent in kwestie deed velen reageren met: dat moet de moeite van het wachten wel waard zijn die agent kan mij nog meer vertellen! Wanneer wij gezag, macht en machtsuitoefening beschouwen vanuit het standpunt van iemand die eigen geestelijke ontwikkeling, waarde en waardigheid het belangrijkste acht, dan zal men zich niet tegen het gezag gaan verzetten, men gaat eenvoudig zijn eigen weg.
Indien wij bijvoorbeeld kijken naar Zuid- Amerika, dan valt op dat in de meeste van die landen de geestelijke ontwikkelingen veel groter zijn dan zou kunnen worden afgeleid uit het verzet tegen het bestaande. Gaan wij na hoe dit in Egypte en de Arabische landen ligt, dan komen wij tot de conclusie dat de jongeren zich wel steeds meer onttrekken aan de illusies, de leuzen, de propaganda en het machtsgebruik van de staat, maar dat zij aan de andere kant niet bereid zijn te revolteren. Hun reactie is wel: Nasser, je hebt ongelijk, je bluft. Voor mijn part ga je op de maan zitten. Maar zij reageren niet: wij zijn bedrogen door Nasser, dus slacht hem af … Deze typische houding – zeker in deze tijd – maakt enkele ontwikkelingen in de toekomst waarschijnlijk en wettigt daarom enkele conclusies.
- Naarmate een groter aantal mensen overtuigd raakt van de feitelijke nutteloosheid van een groot deel der normen in het huidige bestel, zullen steeds meer mensen zich daaraan onttrekken. Het kenteken van geestelijke rijpheid zal in de komende tijd waarschijnlijk zijn dat men weigert zich te laten organiseren. Dit betekent een toenemen van het aantal ongeorganiseerden op elk terrein. Daarnaast betekent het dat juist deze mensen zullen zoeken naar mogelijkheden tot vrij samenwerken en een in vrijheid samenleven. In alle landen zal dit tot conflicten voeren. De politieke partijen in de meeste landen zullen in de nabije toekomst te maken krijgen met een aanmerkelijk sneller verval van ledental dan tot nu toe, zij zullen hierdoor – evenals de vakbonden overigens – gedwongen worden tot een veel feller optreden, dan zij in wezen wensen. Mijn inziens zullen zij juist hierdoor hun eigen nutteloosheid nog uitbundiger bewijzen dan tevoren.
- Geloof bestaat in de huidige wereld krachtens een gezag dat zich een macht en zeggenschap aanmatigt – als zijnde de wil van god -, waarmede men de mens tracht te oordelen en door dreigingen met hel en dergelijke tracht te dwingen. Steeds meer mensen zullen in de komende tijd zich af gaan vragen, of er wel een dergelijke god bestaat en steeds meer mensen zullen zich af gaan vragen, of – zo er een god bestaat – deze een dergelijke machtsuitoefening gewenst kan hebben. Dit betekent niet slechts een steeds groter verloop in de kerken – dat is er al voldoende -, maar vooral ook een hernieuwde kerstening. Ik meen dat wij aan de grens van een nieuwe tijd van reformatie staan die niet slechts de christelijke kerk, maar bijna alle kerken zal aantasten. Men zal de macht en het gezag van de oudere leerstellingen betwisten en het recht eisen, volgens eigen inzicht te mogen leven op basis van heilige boeken, openbaringen en dergelijke. Dit zal tevens een grote verandering betekenen in de opbouw van bijvoorbeeld de priesterstand en het leraarschap binnen de godsdiensten.
- Er zal een toenemend aantal mensen zijn dat weigert zich te laten dwingen. Een toename van het aantal dienstweigeraars in alle landen kan bijvoorbeeld vanaf het volgende jaar en toenemende tot 1976 verwacht worden. Daarna zal men wel verstandiger zijn geworden. Ik zie trouwens niet in waarom men dienstplichtigen oproept, wanneer men voornamelijk behoefte heeft aan technici en meer heeft aan beroepsmensen, omdat de beroepssoldaat veelal ook meer de juiste mentaliteit zal hebben die nu eenmaal nodig is voor een militaire structuur. Naast de dienstweigering bij militairen zal, in grotere mate zelfs, ook dienstweigering of dienstonttrekking ten aanzien van het burgerlijk gezag kenbaar worden. Een steeds grotere minachting voor burgerlijke gebruiken zal hiervan bij de jongere generatie het geval zijn. Hierbij denk ik aan mensen, die eenvoudig weigeren een veroordeling van een gerecht te aanvaarden, die weigeren terecht te staan, die weigeren vrede te hebben met machtsgebruik van welke richting dan ook.
Ik denk aan mensen die slechts wensen hun eigen weg te gaan en daartoe eventueel bereid zijn alle tot nu toe geldende normen en rechten terzijde te stellen. Ik zie deze aantallen – buiten de jongeren om – ook toenemen bij de arbeidende bevolking die het gevoel begint te krijgen dat zij voor veel geschreeuw en heel weinig wol toch wel heel erg duur moet betalen. Dit zijn dan enkele ontwikkelingen die men zou kunnen rangschikken onder massapsychologische ontwikkeling.
Een andere reeks zou ik geestelijk willen noemen. Op het ogenblik dat men zich aan macht en gezag onttrekt, kan men dit niet doen zonder gelijktijdig ook verantwoordelijkheden te aanvaarden. In het begin zal dit verantwoordelijkheidsbesef bij de meeste mensen maar zeer klein zijn. Naarmate je verder gaat leven vanuit jezelf, en eigen krachten ook dieper ervaart vanuit de eigen wijze van leven, zul je ook steeds meer beseffen dat jezelf verantwoordelijk bent en ook aansprakelijk bent voor alles wat je doet. Dit zijn ervaringen die geestelijk zeer gunstige resultaten geven. Hierdoor kom je tot een zekere zelfbeschouwing en definiëren van eigen positie in en ten aanzien van de wereld. Het gevolg is een zelfkennis die direct of indirect ook zal voeren tot het vermogen geestelijke krachten bewuster en gerichter te gebruiken. Denk bij dit laatste niet voornamelijk aan occulte krachten, maar aan geestelijke gaven en krachten.
Ik stel dat zowel invloeden vanuit de geest, als een meer bewust leren gebruiken van de nu onderbewuste factoren in eigen ik in de nabije toekomst, steeds meer voor zullen komen.
Daarnaast stel ik dat de persoonlijke beleving van het hogere steeds vaker op zal treden, waarbij de vorm van minder belang is en de beleving zelf steeds meer essentieel zal worden geacht voor een werkelijk gelukkig leven. Dit zal voeren tot een geestelijk meer openbloeien naar het hogere dat voor steeds meer mensen leefbaar wordt. Dit alles, omdat men niet zonder meer alle gezag en macht zal ontkennen, maar deze waarden slechts in zoverre zal erkennen, als zij onvermijdelijk en essentieel zijn ten aanzien van zelfbehoud en kosmisch bestel. Hierbij is niet meer van belang dat zij een bepaalde denkwijze bevorderen of een bepaald systeem doen handhaven.
De geestelijke ontwikkeling zal ook voeren tot een veel sterkere integratie, tenminste onder groepen mensen die meer leren zichzelf te zijn. Het langs elkaar heen praten en het je tegen anderen beschermen door te schermen met de meest fantastische woordenbouwsels zal afnemen. Daarvoor in de plaats komt begrip, snelle en lijnrechte, duidelijke, communicatie en het wegvallen van vele pretenties. Daarvoor in de plaats zien wij een samenwerking die, mede door de rechtlijnige en volle communicatie die er de basis van is, tevens een bundeling van gedachtekracht zal betekenen. Dit laatste is van belang. Gebundelde gedachtekracht kan misschien wel niet altijd een beslissing afdwingen, maar zal toch wel degelijk de oorzakelijkheden enigszins van richting doen veranderen. Een dergelijke ontwikkeling meen ik met zekerheid te mogen verwachten binnen niet al te lange tijd.
Nu wij dit alles hebben bezien, moeten wij ons afvragen hoe het dan zal staan met het verweer van degenen die macht hebben, of aan een star gezag hangen. Zij zullen het persoonlijk leven voor en uit jezelf, volgens eigen normen en vanuit hun eigen besef, zeker niet goedkeuren en zullen dus op moeten treden hiertegen. Ik voorspel u dan ook in de nabije toekomst in tenminste zeven landen op deze wereld, waarvan drie in Zuid-Amerika en vier in Afrika overname van de macht door militaire groepen en het stichten van zeer sterke dictaturen – althans pogingen daartoe. Verder concludeer ik dat een groot aantal zogenaamde democratische landen met een zo grote gezagscrisis zullen worden geconfronteerd dat zij, zelfs middels een compromis geen uitweg meer zullen kunnen vinden. Men zal er naar de macht grijpen en met de beste bedoelingen overigens, op dictatoriale wijze meer bevoegdheden aan de regeringen toekennen.
Verder voorzie ik dat mensen die geen in en uit meer weten, ook economisch grote klappen zullen krijgen. Je kunt natuurlijk zeggen: de zwevende markt was slechts een voorafschaduwing van een binnenkort geheel zwevende aardse economie, maar zelfs wanneer dit feitelijk steeds meer gaat gebeuren, zult u daarvan niet al te veel bemerken. Wel meen ik dat het systeem dat op het ogenblik bestaat – basering op zogenaamde goudwaarde met een vaste koppeling – binnen twee jaren doorbroken zal worden. Ik meen dat de eerste tekenen van deze ontwikkeling aan het begin van het volgende jaar al zichtbaar zullen zijn. Er zijn heel wat vreemde ontwikkelingen te verwachten. Wanneer de angst voor een vrijere geest rond zich grijpt, dan meen ik dat dit ook zijn werking moet hebben in bijvoorbeeld E.E.G., Benelux-verband en dergelijke. Er zijn zoveel dergelijke verbanden te noemen dat de wereld van heden haast een verbandkamer gaat lijken. Bij elke moeilijkheid in economisch of politiek opzicht ontstaan er immers weer nieuwe verbanden. Binnen dergelijke bondgenootschappen kan men steeds meer onenigheden verwachten. Om duidelijk te maken dat zij hun macht terecht uitoefenen, zullen vele staatslieden niet kunnen volstaan – in eigen ogen – met het eens flink de mantel uitvegen van de snotneuzen die menen hun eigen wegen te kunnen gaan, maar zij zullen tevens duidelijk moeten maken dat zij overal in de wereld van belang zijn.
Dit voert tot pogingen eigen standpunten en inzichten ten koste van alles aan anderen op te leggen, ook in internationale groeperingen. Zo leeft u dan in een wereld, waarin een nieuwe geest zich ontwikkelt, waarin elementen die wij nu nog geestelijk plegen te noemen, steeds meer de nadruk krijgen, onafhankelijk van materiële omstandigheden. Maar gelijktijdig is dit een wereld, waarin mensen bang zijn dat zij hun rechten, hun gezag, hun wijsheid, hun mogelijkheid anderen hun inzichten en wil op te leggen, te verliezen. Het zal een krankzinnige tijd worden.
Een eindoplossing voor dit alles is in de komende jaren niet te voorzien. Zij zal ongetwijfeld komen. Maar vergeet niet dat macht niet alleen uit legers, politie en dergelijke bestaat. Zij bestaat evenzeer uit fabrieken, verkooporganisaties, kapitaal, de beheersing van bepaalde dingen als vervoer of werkkrachten. Al deze dingen zijn macht en vormen de basis van gezag.
Zij geven degenen die ze beheersen, zekere voorrechten. Geloof mij: het is niet zo belangrijk om werkelijk rijk te zijn en alles te hebben. Het is voor de meeste mensen veel belangrijker iets meer te hebben en te zijn dan anderen. Dat aspect zal nog lange tijd strijd veroorzaken. Ik meen dat wij niet alleen te maken zullen hebben met een soort ondergrondse beweging van “ik ga mijn eigen gang” mensen. Ik meen eerder dat wij te maken zullen krijgen met een separatie van de maatschappij in twee verschillende vlakken. Het ene vlak zal een schijnbaar perfecte orde handhaven, maar zich ten aanzien van degenen die geen orde wensen, gedragen of zij er niet zijn. Nu ja, zo ongeveer als de zedenpolitie van Amsterdam, zich gedraagt tegenover de walletjes: zoiets van “leven en laten leven”, maak het ons niet lastig, doe niet te gek, dan doen wij of wij niets zien.
Daaronder een in aantal sterk toenemende tweede laag van mensen die niet direct asociaal zijn, maar zich de sociale bewogenheid en verplichtingen dan toch wel op een geheel andere wijze denken dan de gezagshandhavers. Deze laatste groep zal in toenemende mate een sterk trekkende en vlottende bevolking gaan vormen, daar de meesten van hen geen lust meer hebben trouw ergens 25 jaren te werken, tot zij met hun AOW en hun ontslag een gouden horloge of zoiets krijgen. Deze mensen zullen hun eigen weg gaan en vaak stellen: wij zien wel, waar wij terecht komen. Wij geloven niet in grenzen, dus trekken wij ons daarvan zo weinig mogelijk aan.
Wij geloven niet in de noodzaak veel bezit te hebben en kapitalen te verzamelen, dus gaan wij eenvoudig onze wegen, – of wij nu geld hebben of niet -, zoals wij het aangenaam vinden. Wij zullen wel zien hoe het ons dan verder gaat. Je zou deze mensen misschien met een Engelse term” the-happy-go-lucky-people” kunnen noemen. Deze onderlaag van de maatschappij zal zich verder onttrekken aan beheersing door het gezag. Aan de andere kant zullen deze groepen steeds belangrijker en zelfs noodzakelijk gaan worden voor de blijvende machthebbers. Men zal hen dus steeds meer dulden.
Het is onvermijdelijk dat deze onderstroom, van wat ik de vrijere mensen zou willen noemen, de oevers van de schijnbaar zo gehecht geordende maatschappij ondergraaft. Misschien dat dan uit dit stenen tijdperk der theoretische giganten en kolossen weer de stroom van werkelijke ontwikkelingen kan ontstaan die niet technisch, maar menselijk zijn. Een panta rhei dat niet alleen maar slaat op de tijd, maar ook op de voortdurende verandering van de mens, zijn waarden en besef en daardoor zijn geestelijke groei betekent. Mij dunkt dat deze ontwikkelingen onvermijdelijk en zelfs noodzakelijk zijn, wanneer de mensheid nog langer op deze wereld wenst voort te bestaan.
Dit was mijn onderwerp. Misschien had u liever iets anders gehoord, maar het is belangrijk. Want u leeft in een wereld waarin de schijnbaar onbelangrijke onderstroom van deze dagen binnen zeer korte tijd – zeg binnen 10 jaar – in nu nog onvoorstelbare mate toe gaat nemen. Het is niet belangrijk, welke partij u kiest, maar u dient wel te beseffen wat er aan de gang is. Dan misschien kunt u ook beseffen hoe uit schijnbaar tegen alle sociale, morele en andere opvattingen van deze tijd ingaande groepen, deze toch groot geestelijk bewustzijn en zelfs geestelijke vernieuwing tot stand kunnen brengen.
Vragen.
Zal de misdadigheid door dit alles nog verder toe nemen?
Natuurlijk! Wat de meeste mensen niet schijnen te begrijpen, is dat misdaad eveneens machtsgebruik of machtsuitoefening is, zelfs indien het geboren wordt uit een verzet tegen bestaande verhoudingen of machten. De dief die geld steelt, doet dit niet om de maatschappij te straffen, maar om zelf geld uit te kunnen geven. Dus: om door het gebruik van geld gelijkheid met de bezitters te verwerven. Het verschil tussen een politieagent en een gangster ligt niet in het feit dat zij aan andere zijde van de wet staan, maar da zij in wezen hetzelfde op een andere wijze nastreven. De agent streeft een orde na die, volgens hem, de maatschappij beter maakt; de gangster streeft een orde na, waarin hijzelf er beter van kan worden. Beiden huldigen de stelling: wanneer het mij goed gaat, zal het anderen zeker niet slechter gaan.
Ik wil dit verduidelijken. De grote misdadigers van het ogenblik, de gangsterkoningen, de capo maffiosi en dergelijke, zijn in wezen grote zakenlieden. Zij hebben een eigen rijk, regeren dit met hun eigen wetten, heffen belastingen, kortom, doen precies hetzelfde wat een staat doet, en bedrijven politiek. De overeenkomst blijft duidelijk bestaan, zelfs indien men stelt dat de gangsters zich van machtsmiddelen bedienen die een staat onaanvaardbaar vindt – behalve in oorlog – en de gangster is in oorlog met de gevestigde orde. U spreekt van een toenemende golf van misdadigheid. Zouden wij misschien ook kunnen stellen dat bij een toenemen van de noodzaak de materiële welvaart als enig geluk te propageren, de overdrijving van de betekenis van geld, bezit en het bereiken van voldoening op elk terrein ten koste van alles in de belangstelling te plaatsen, tevens de pogingen van mensen deze dingen ten koste van alles voor zich te verwerven, toe zal nemen?
Wat de groten doen en propageren – al formuleren zij het anders – is aansprakelijk voor een weerkaatsing van hun gedragspatroon bij de kleineren. Dezen zullen dan – op eigen klein niveau – proberen in de praktijk te brengen wat zij van de groten leren. Wanneer de groten geweld beschouwen als een redelijk middel om hun zin te krijgen, of zelfs hun macht aan te tonen, kun je van de kleineren niet verwachten dat zij daardoor vreedzamer worden. Wanneer de groten redeneren: alles wat je hebben wilt, is noodzakelijk, dus moet een ander de kosten maar dragen, dan zullen de kleineren ook zo redeneren. Indien u dit een juiste verklaring acht – en er is minstens zeer veel voor te zeggen – zullen wij ook mogen stellen dat de vernieuwing eerder de misdaadgolven zal doen afnemen dan toenemen.
Gezien de huidige toestand, moet u er mee rekenen dat de eerste vier jaren een sterke toename van de zogenaamde misdadigheid zal tonen, gelijktijdig met de neiging van hogeren hun macht en gezag sterker tot uiting te brengen. Bovendien: wanneer je eenmaal begint uit meer ideële gronden een agent tegen de grond te werken, is het geen grote stap naar het tegen de grond werken van een kassier onder het motto: daar neem ik tenminste nog iets van mee. Vergeet niet dat, wanneer ik mij eenmaal op punt a tegen de maatschappij verzet, het mij steeds gemakkelijker – en gerechtvaardiger – voor zal komen, dit dan ook maar op punt b enzovoort te doen. Wanneer ik mij uit de maatschappij terugtrek om mezelf te kunnen zijn, zal ik mij niet in wezen tegen de maatschappij verzetten, maar ik zal niet meer op haar oordeel en eisen reageren. Ik zal zeggen: ik heb er geen zin in, ik doe niet mee, ik loop wel een straatje om. Kortom, de misdadigers zijn in wezen niet degenen die een wettelijke vernieuwing nastreven, maar degenen die hunkeren naar bezit en betekenis in het kader van de oude maatschappij.
Zijn deze uiterlijke dingen niet gebonden aan richtlijnen die positief zijn vanuit de astrale wereld?
Positief in dit verband zou als geestelijke begrip kunnen worden gehanteerd, maar niet vanuit het gangbare stoffelijke standpunt. Wees eerlijk: de ontwikkeling naar een meer persoonlijke en verantwoordingsbewuste leefwijze – die zich onttrekt aan de betutteling en bepalingen door anderen – wordt vanuit het huidige stoffelijke standpunt als anarchistisch en daarom als zeer negatief beschouwd. Toch is dit een der dingen die wij geestelijk zeer op prijs stellen, omdat de mens die zelf leeft en voor zichzelf aansprakelijk is, zijn eigen geluk schept en eigen lasten draagt, ook de mens is die bewust en intens leeft, bewust ervaringen opdoet en daardoor ook geestelijk intenser deel zal hebben aan het stoffelijk bestaan en zo een groter bewustzijn bereiken zal. In die zin zijn er positieve beïnvloedingen, maar eerder van een geestelijk niveau, dan vanuit de astrale wereld. In de astrale wereld krijgen immers alle menselijke begeertebeelden van enige kracht tijdelijk gestalte en hebben zij invloed. Overigens meen ik dat – kosmisch gezien – een negatieve ontwikkeling, in de zin van onjuist, niet denkbaar is, maar dat alle ontwikkeling uiteindelijk harmonisch zal blijken te zijn.
Hoe moet ik de mensen van de machtsgroepen dan begrijpen?
Het zijn geen duivels. Voorbeeld: uw ministerpresident (Piet) de Jong is een kleine man die het gevoel had zich te moeten laten gelden om te bewijzen dat hij evenveel waard is als een grotere man. Daarin is hij geslaagd. Zolang hij voelt dat hij zich kan laten gelden, is hij de beste man ter wereld. Indien dat niet het geval is, dan wordt hij onredelijk en is hij bereid eenieder op te offeren. Dit weet hij waarschijnlijk zelf niet…. Napoleon werd uiteindelijk ook keizer, omdat hij een klein ventje was dat door iedereen werd uitgelachen. Dit bracht hem er toe alles en eenieder op te offeren aan eigen grootheid. Mensen als bijvoorbeeld een Verolme hebben zich niet alleen omhooggewerkt en spelen niet alleen een spel. Zij willen ook erkend zijn door anderen, niet alleen voor hun bezit, maar als goede gevers, beschermers, vaderfiguren.
Deze mensen willen en kunnen niet anders denken dan dat hetgeen zij doen terecht geschiedt, zelfs wanneer zij later anderen voor hun houding, daden enzovoort de rekening moeten presenteren. De machtsdrift vloeit veelal voort uit de behoefte een innerlijk gevoel van mogelijk minderwaardig, of onwaardig zijn, op te vangen en weg te werken. Compensatiedrang voert tot machtsdrang. De machtsdrang voert tot het – al dan niet terecht – stellen van een gezag, waardoor de machtshandhaving gerechtvaardigd wordt en bij kan dragen tot eigen gevoel van belangrijkheid en gerechtigheid. Dit betekent ook dat, naarmate men het gevoel heeft dat de eigen belangrijkheid en macht door anderen niet aanvaard wordt, men ook tot wredere en meer omvattende middelen zal grijpen om aanvaarding af te dwingen en eigen macht tot uiting te brengen. Men sticht concentratiekampen niet alleen om anderen op te ruimen, maar ook omdat men door het feit dat men dit kan doen, zichzelf – en naar men hoopt ook anderen – het bewijs levert hoezeer men macht heeft en belangrijker is dan anderen.
Daar moet toch meer achter zitten? Dit is toch niet een gewoon menselijk verschijnsel?
Dit is een menselijk verschijnsel dat voortvloeit uit de beginperiode der mensheid. De mens stamt uit een kudde of klein stamverband, te vergelijken met een roedel jagende wolven, een leeuwenfamilie enzovoort. Hierbij geldt het recht van de sterkste en bij de mensen ook langzaam maar zeker het recht van de handigste. Zij vormen de top, zij worden bewonderd, gehoorzaamd, zij beheersen de zaak. Of zij iets terecht of ten onrechte doen is daarbij niet van belang. Zij zijn waardig, zij zijn groot. Later maakt men hen ook onsterfelijk, kent men hen eigenschappen toe van goden enzovoort. Dit begrip van waarde, waardigheid en grootheid, niet aan de hand van een persoonlijke bereiking, maar als resultaat van de kracht, de macht die men in de stam uit kan oefenen, is blijven bestaan. Zelfs in de tijd der Cesaren werd de machthebber een soort god genoemd. Grootheid, goddelijkheid, recht werden tot voor zeer korte tijd geïdentificeerd met het bezitten van macht. Gezag was: een kwestie van macht en pretentie, niet van persoonlijke verdienste. Vindt u het dan zo wonderlijk dat deze denkwijze die mogelijk zelfs heriditair in het ik is vastgelegd en bovendien in vele gezinnen nog steeds met de paplepel wordt ingegeven, – vader is vader, daarom heeft hij gelijk – ook nu nog velen beheerst? Men zal zich daaraan eerst moeten ontworstelen. Het is niet zo dat de mens die alleen zichzelf wil zijn en vanuit zich waardig wil leven, vanuit het standpunt van de mensheid normaal is. Verering van macht kan men eerder normaal noemen. Indien wij de geestelijke ontwikkeling daar niet tegenover zouden kunnen stellen, zou alleen de strijd om macht, gezag, aanzien, voor de mensen zin aan het leven kunnen geven. Omdat je innerlijke waarden en krachten bezit als mens, kun je in de plaats van dit alles een gevoel van deelgenootschap vinden. Dan pas zie je in hoe belachelijk de rest is.
Nu wordt alleen de macht die bestaat, aangetast, en in de plaats daarvan ontstaat een nieuwe macht.
Dat macht wordt aangetast en nieuwe macht daardoor ontstaat, is normaal. Maar op het ogenblik dat macht wordt aangetast, zonder dat vanuit degenen die de macht aantasten, een nieuwe orde en machtsverhouding wordt gesteld en anderen opgedrongen, is er iets bijzonders aan de hand. Dat zien wij meer en meer: ontkenning van macht en gezag, zonder dat men dezen voor zich opeist. Degenen die de heersende macht trachten te verslaan, zijn vaak erger, dan degenen die zij de macht ontnemen. Daarom is de enige hoop gevestigd op de mensen die geen macht begeren en slechts tegen macht en gezag opstaan, wanneer wij terecht kunnen zeggen: “Ik dwing niemand, maar ik weiger anders te leven dan ik zelf juist acht en verzet mij daarom tegen elke poging mij anders te doen leven”.
Korte formuleringen (esoterie)
Vandaag zou ik de geestelijke achtergronden moeten belichten, maar mijn tijd is wat beperkt.
Daarom zou ik het met wat korte formuleringen af willen doen.
De wereld is – kosmisch gezien – één geheel. Je kunt dat geen mens werkelijk duidelijk maken, voor hij het menselijk bestaan heeft verlaten.
De geest is de essentie van het menselijke bestaan, maar de meeste mensen geloven dat pas, wanneer zij toch geen kans meer zien om wat te verdienen.
De kracht van de geest is de grootste kracht die de mens op aarde bezit. Hij is er, helaas, zo zuinig op dat je er haast nooit iets van bemerkt.
De meeste mensen die naar vrijheid streven, proberen alleen maar anderen gevangen te zetten.
De meeste mensen die gevangen zitten, stellen zich vrijheid voor als de gevangenschap van anderen.
Zij die vreugde zoeken, vergeten daarbij vaak dat zij die naar zelfkennis streven, dit doen in de hoop zo te kunnen bewijzen dat anderen minder waard zijn.
Degenen die voortdurend bezig zijn met de geest, doen dit veelal, omdat zij met de materie de nodige moeilijkheden hebben.
Dat zijn wel geen leuke waarheden, maar zij zijn in ieder geval grotendeels waar. En daar jullie ook over macht en gezag hebben gesproken, zou ik daarover enkele punten nog nader willen formuleren.
De macht is het geweld dat je gebruikt om je geestelijke onmacht te verbergen.
Geestelijke macht is datgene, waardoor je zonder geweld, de waarheid van je eigen wezen aan anderen kunt duidelijk maken.
Begrip is datgene wat je dient op te brengen voor anderen. Zodra je het van anderen eist, schiet je daarin zelf tekort. Wie van anderen eist, is veelal zelf niet bereid tot geven. Wie zelf veel geeft, zal zelden van anderen iets eisen. Want zij die geven, weten dat zij door te geven, zelf zijn en zullen zichzelf niet verloochenen door van anderen te eisen. Maar zij die gewend zijn te eisen, beseffen niet hoezeer zij – door hetgeen zij eisen – zichzelf prijsgeven aan anderen.
De mensen streven op het ogenblik naar de sterren, omdat zij bang zijn het op aarde niet meer te kunnen redden. De grote vraag is, of een mens die de sterren bereikt zonder eerst orde op zaken te stellen, het op aarde ooit wel zal kunnen redden.
Hij die wegloopt voor een probleem, lost het daarmee nog niet op. Maar hij die een probleem oplost hoeft niet meer weg te lopen.
De aarde omvat zoveel uitdagingen en problemen van grotere omvang en orde dan de sterren, gerekend in de termen van het menselijk welzijn van het ogenblik dat ik mij afvraag, waarom er zovelen zijn die het belangrijker vinden om naar de sterren te streven.
Het verschil tussen een astronaut en een kosmonaut is kort gezegd het volgende: een astronaut is een bourgeois kosmonaut.
Het verschil tussen een christen en een gelovige is het feit dat de eerste in de praktijk brengt wat Christus gepredikt heeft, zonder misschien daarom in hem te geloven, terwijl de gelovige het meestal allemaal wel gelooft.
Het verschil tussen de eeuwigheid en deze tijd is de conceptie die de mens van de tijd heeft.
Vandaar dat hij zo veel eeuwigheden pleegt te wachten, terwijl hij tijd zou hebben om meer te doen.
Een bureaucraat is iemand die zichzelf onderdanig maakt aan een systeem en als zodanig tracht te fungeren als een radertje in de grote machine. Hiermede stelt hij zichzelf en anderen in staat om degenen die zijn machine niet van node hebben, kapot te maken.
Voorgemalen burgers zijn het perfecte voer voor stemmenzoekende politici.
Dan is er op het ogenblik een neiging om alles in reclametermen in te kleden. Ik wil enkele kreten slaken in reclametaal die mijn inzichten duidelijker kunnen maken.
Wie geestelijk vooruit wil komen, leve met de coöperatie, ga uit van eigen besef en geweten zonder ooit anderen aansprakelijk te stellen. Coöperatief streven op basis van persoonlijk besef wast uw ziel witter dan wit. Zij die witter dan wit wassen, zijn degene die vlekken te verbergen hebben.
Er bestaan vele idealen die de fouten der mensen witwassen in de ogen van anderen, zonder daarbij als een enzyme de werkelijke fouten op te lossen, of tenminste aan te tasten.
Economie is de enige juiste vorm van zakelijke geneeskunde: zij onderdrukt alle symptomen, laat de ziekte voortbestaan en houdt zo de molens draaiende.
Om modern te zijn: denk steeds linkser, terwijl je zelf steeds rijker wordt. Want dat is pas een echte woefblaf voor een woefblafblaf…Maar het blijft een hondenleven.
Om het nog anders te zeggen: juist degenen die links denken en rechts leven, voeren een waar hondenleven zonder het te beseffen. Daarom blaffen zij ook zo hard.
Wat zoudt u hiervan denken? Neem eens een stukje zelfkennis uit het vuistje. Goed voor u!
Wie eigen zonden niet wil erkennen en als zendeling de zon der waarheid wil doen schijnen, moet oppassen, want hij heeft boter op zijn hoofd. Echte bóóóóter!
En dan deze: Eens wat anders: voor het eerst in originele verpakking in Nederland: oosterse filosofie bereid op westerse wijze. Luister wat de Chinese kok ervan zegt: “Bah!”
Zoekt u eerlijk naar geestelijke rijkdommen? Begin dan eerst zelf iets te doen aan uw geestelijke armoede. De hemel is geen spaarbank en keert geen interest uit. Doe daarom goede daden die deel kunnen zijn van jezelf. Want wanneer je tracht dergelijke dingen op rekening uit te zetten, kom je later bekocht uit.
Zij die nu hard werken om een plaats in de hemel te verwerven, zullen zich later waarschijnlijk afvragen waarvoor zij eigenlijk zoveel betaald hebben.
Zij die nu trachten mens te zijn volgens beste weten en besef, weten het zelf misschien niet, maar zij verdienen zich waarlijk een plaats in een echte hemel.
Als de duivel ooit op aarde als mens rond zou moeten dwalen, zou hij waarschijnlijk kiezen uit de volgende beroepen: politicus, bisschop, of advocaat. Weet u waarom? Neen? Dan moet u er eens over nadenken. Dan hebt u tenminste ook iets te doen.
Een vriend die een harde waarheid zegt, wordt vaak je felste vijand. Een vriend, van wie je harde waarheden kunt verdragen, betekent voor jou meer dan maar een vriend. Hij is voor jou als een deel van jezelf.
Degenen die gelooft in anderen, doet dit veelal, omdat hij niet voldoende in zichzelf vertrouwt.
Degene die in zichzelf gelooft, vertrouwt anderen maar zover, als hij zichzelf vertrouwt. Bij iemand met zelfkennis is dat meestal niet ver, maar meestal toch wel ver genoeg.
Als u de geest dezer tijd wilt begrijpen, moet u om te beginnen eens vergeten dat u van gisteren bent.
Als u de goddelijke waarheid wilt erkennen in de onvolmaakte mensenwereld, moet u proberen de grote samenhangen te zien in plaats van voortdurend zich over de kleine rotdingen op te winden.
Zijn er bezeerde zielen in de zaal? Ja? Bedenk dan: een klein beroep op de verdraagzaamheid en goddelijke liefde in uzelf, plus de voldoening dat u die beiden bezit, zijn een pleister op elke gewonde ziel.
Waarmede ik een groot aantal hatelijkheden gespuid heb, zelfs in een betrekkelijk hoog tempo.
Sommige daarvan vinden jullie niet leuk, andere wel. In enkele gevallen heb ik zelfs mensen zien lachen op een wijze die zelfs de stomste boer met de ergste kiespijn onmogelijk zou kunnen verbeteren. In ieder geval probeerde u te lachen……
Laat mij eens een der grootste wijsheden verkondigen: durf te lachen om jezelf en het belachelijke rond je te zien, zonder alles belachelijk te vinden wat er bestaat, zeker niet zodra het niet strookt met je eigen denkbeelden.
Wie lacht om zichzelf, kan de waarheid omtrent zichzelf verdragen, zal daardoor de waarheid omtrent de wereld beter beseffen en beter in waarheid leren leven. Slechts hij die in waarheid leeft, zal waarlijk, geestelijk, beter beseffen hoe te leven om de werkelijk geestelijke waarden en waarheden als een gelukzaligheid in zich te proeven.
Daar zou ik het maar even bij laten. Misschien had u liever een glas sherry gedronken. De meeste mensen drinken liever sherry dan waarheid. Zelfs zou je kunnen zeggen dat heel wat mensen sherry en dergelijke drinken, omdat de waarheid hen te sterk is.
Vrienden, wij hoeven de waarheid omtrent onszelf zeker niet te adverteren. Wanneer wij ze maar beseffen. Wij kunnen de waarheid gebruiken zonder ze eerst nadrukkelijk aan andere te verkondigen. Het is beter de waarheid die je bent, te leven, dan de waarheid die je meent te bezitten, aan andere te geven en daardoor jezelf te verdrinken in de onwaarheden die je nodig hebt om je waarheden door anderen aangenomen te krijgen.
Waarmede het tijd is geworden voor een slotwoord:
Als je denkt, is er altijd een gedachte die de achtergrond is van de gedachte die je denkt. Wie de achtergronden van zijn gedachten kent, begrijpt zijn eigen gedachten beter en zal daarom beter weten hoe hij denken moet. In de komende dagen heeft u daar waarschijnlijk wel iets aan.
Wanneer het u weer eens tegen zit en u denkt iets, vraag u dan eens af: waarom denk ik dit nu juist? Want als je dat eenmaal weet, kun je meestal aan de tegenslagen wat doen en valt het leven je weer mee. Dan vind je zelfs in jezelf soms de stilte, waardoor je alle schijn van rumoer en lawaai in de wereld kunt doorstaan en verdragen.
Dit was dan werkelijk het einde.