Geestelijke broederschappen op aarde en elders

image_pdf

5  april  1976

Wij zijn niet alwetend of onfeilbaar. Het zal u bekend zijn. We hebben graag dat u zelf nadenkt. We spreken vandaag over: Geestelijke broederschappen op aarde en elders.

De sferen heb ik maar weggelaten, want je zou kunnen zeggen: de aarde is ook een sfeer. Maar dan rijst de vraag: wat voor een, licht of donker? Dat is moeilijk.

Goed, wanneer we het hebben over een geestelijke broederschap, dan begrijpt u wel dat het eigenlijk maar een naam is die we geven. We hebben het bv. veel over de Witte Broederschap; en dan denken de mensen aan een soort vereniging. Eigenlijk kun je het beter anders omschrijven. Een aantal wezens, die door ongeveer gelijk peil van bewustzijn, een gelijke instelling t.a.v. zichzelf en al wat met dat ‘ik’ verbonden is, komen tot een reeks handelingen en acties, welke ook buiten hun eigen kring gericht kunnen zijn, en daarmee dus een vervolledigen van hun eigen bestaan proberen te bereiken.

Dat laatste vinden we altijd een beetje vreemd. Men heeft het idee: de hoge geest komt alleen maar om cadeautjes uit te delen. Nu dat gebeurt wel eens een keer. Dat is hetzelfde als je een nieuw artikel lanceert, moet je ook nu en dan eens een paar proefmonsters uitdelen. Maar het gaat om de omzet. Dat is bij alle geestelijke broederschappen toch eigenlijk wel het geval. Wat beoogt men? Over het algemeen reactie scheppen bij de mensen waardoor ze met hun reacties de broederschap steunen en tegelijkertijd een bewustwording doormaken, waardoor die broederschap, althans de wereld die voor die broederschap aanvaardbaar is, sterker en lichter wordt. Dat is een situatie, die al heel lang bestaat. Wanneer we teruggaan tot de eerste witte priesters van Atlantis, dan hebben we eigenlijk te maken met mystici. Mystici, die spreken met de goden, dus met geesten. Ze streven ernaar om dat besef dat ze hebben, aan anderen over te dragen. Dat betekent dat voor hen in het leven geestelijke zaken belangrijker zijn dan materiële. Het resultaat is dat ze heel gauw buitenspel worden gezet door meer zakelijke priesters. Maar goed, daar begint o.m. de ontwikkeling waaruit de Witte Broederschap, indirect ook de O.D.V. (Orde der Verdraagzamen, red.), en dan Rozenkruisers en dergelijke geheime groeperingen, het logestelsel dus, zeker zover het samenhangt met de Egyptische riten. En in al deze gevallen is er sprake van een geestelijke groepering die probeert iets tot stand te brengen en van mensen op aarde, die misschien zelf niet eens precies weten wat het doel is maar die zich aangetrokken voelen tot die eenheid met die geest en daardoor in zichzelf bepaalde veranderingen van bewustzijn doormaken.

Laten we proberen om een paar van die Broederschappen – want het zijn er maar een paar die ik kan behandelen, want er zijn er vele – om die nu eens onder de loep te nemen. U zult het mij niet kwalijk nemen, dat ik ook de O.D.V. niet onvermeld zal laten. Dat is de ingebouwde reclameboodschap.

Witte Broederschap. Indeling: Zeer hoog bewuste, waarbij vele Meesters, wereldleraren e.d. Het is een groepering van de hoogste ingewijden, die elk voor zich eigenlijk een weg naar het Licht hebben gevonden en die weg naar het Licht is vreugde, dat is vrijheid, ook voor anderen, begaanbaar hebben gemaakt. Daaronder een betrekkelijk grote groepering, de z.g. Raad van personen, die op aarde hebben geleefd, vaak meerdere keren, die in de sferen nu de leer van deze wereldleraren en grootmeesters eigenlijk proberen na te trekken. Zij zien het niet meer als een leerstelligheid, dus een reeks van theorema’s, zij zien het nu eerder als een soort sfeertje, een gebondenheid waarbij verstand en emoties en al wat je maar denken kunt, eigenlijk een rol spelen, waardoor je elkaar als het ware gelukkiger, bewuster en sterker maakt. Onder deze groepering van de Raad, die al betrekkelijk uitgebreid is en niet een vast aantal leden heeft -het varieert heel sterk- vinden we de kleine groeperingen. De kleine groeperingen kunnen we onderscheiden in de groepering van op aarde gedeeltelijk ingewijden, dus de adepten, daarnaast degenen, die in de geest een bepaalde inwijding bereikt hebben. Het zijn over het algemeen entiteiten, die begrip hebben voor de kosmische orde waarin de schepping en waaruit de schepping schijnt te bestaan. Ook  zij zoeken dus dat Licht te vinden en ook zij beseffen dat er een zekere eenheid bestaat in de schepping, zodat een Licht dat schijnt in een fel contrast tegen een hoeveelheid duisternis in feite geen vreugde is en geen vrijheid, eerder een soort benauwdheid, waarbij je je voortdurend afvraagt hoe dat Licht naar het duister gebracht kan worden. Onder deze groepering vinden we ook zeer vaak de leiders van andere groepen. Bijvoorbeeld o.a. een van de vooraanstaande personen van onze orde Broeder Theodotus, een gekozen naam dus niet een vroegere naam, leeft dus in dit milieu van de grote ingewijden, degenen die onder de meesters proberen om het Licht kenbaar te maken, of moet je zeggen om een eenheid tot stand te brengen, waarbij je eigenlijk niet alleen meer denkt “ik” maar waarbij je in termen van “ons”, “wij” altijd denkt.

Dan vinden we daaronder, dus in zeer veel verschillende graden van een bewustzijn, degenen die zich aangetrokken voelen daardoor en die streven naar een zekere wederkerigheid, die streven naar wat wij verdraagzaamheid noemen, wat in feite is: het bereiken van een eenheid in een verscheidenheid.

En daar horen dan weer op aarde mensen bij. Sommigen zeer ver gevorderd, anderen misschien net beginnende, ook bij hen bestaat de behoefte om jezelf waar te maken door meer te zijn dan je zelf ooit kunt zijn, door te behoren tot een diversiteit, waarin je juist dan door je eigen kwaliteiten en mogelijkheden, betekenis krijgt.

Het is duidelijk dat een groep als de O.D.V. dus wel bepaalde denkwijzen kent maar eigenlijk geen vaste leerstelling heeft. Er bestaan geen dogma’s.

Anders wordt het wanneer we denken aan de groepering het Priesterrijk. Het zgn. Verborgen Priesterrijk kan in zijn hoogste regionen gewoon worden beschouwd als één met de leiders van de Witte Broederschap.

Daaronder groeperen zich dus de ingewijden die een speciale taak hebben op aarde. Zij zoeken de mens bewust te maken van zichzelf en daarnaast van de mystieke geheimen en ook  wetmatigheden, die de kosmos regeren.

Onder dit Priesterrijk, dat dan ook weer in verschillende graden zou kunnen worden ingedeeld, vinden we een geestelijke groepering die betrekkelijk groot is. En deze groepering  probeert te beschermen en te inspireren.

Hun werk is voornamelijk gericht op leden van hun eigen genootschap, d.w.z. dat je dus veel verschillende groepen kunt krijgen die bij dat Priesterrijk horen – zij noemen zichzelf niet eens allemaal Rozenkruisers wel kennen ze allemaal ongeveer hetzelfde systeem. Zij gebruiken een vergelijkbare of gelijke symboliek en bij allen is kenmerkend het streven naar erkenning van jezelf en de mystieke beleving van het hogere ik.

Daarnaast kun je zeggen: we hebben het systeem van de loges. Misschien zou je het met een term, die u niet moet misverstaan, de vrije denkers kunnen noemen. Wanneer wij de kosmos opbouwen in onszelf, dan doen we dat aan de hand van de feiten die wij begrepen hebben.

Maar hoe meer wij begrijpen, hoe meer de kosmos in onszelf gaat gelijken op de kosmos buiten ons. Wij worden een intensief deel ervan, zoals dat in bepaalde maçonnieke loges wordt uitgedrukt: we zijn de recht behouwen steen, die op zijn juiste plaats in de tempel staat. Hier zijn ook weer veel geestelijke stromingen bij, maar omdat het vrij denken is, het is vanuit jezelf de waarheid zoeken en proberen die met anderen te delen, is er een veel minder sterke binding op het gebied van besef en bestreving. Wel blijken er sterke bindingen te zijn op grond van mystiek en vooral dus de mystieke belevingen en de riten, die ook de loges allemaal wel kennen. Die spelen dus een zeer grote rol, ook juist bij die contacten waarbij de geest een rol speelt.

Ik heb hier drie verschillende groepen besproken. De Witte Broederschap wordt al te vaak met de Theosofie geïdentificeerd. Dat is niet juist. Weliswaar is de inwijding op de openbaring waaruit de Theosofie is ontstaan, door leden van die Witte Broederschap, maar dat wil nog niet zeggen dat beide groepen identiek zijn. Wanneer we spreken over het Verborgen Priesterrijk, dan heb je het gevoel dat je alleen te maken hebt met de mensen van bv. de Rozenkruisers en soortgelijke groeperingen. Dat lijkt zo, omdat zij in vele gevallen de leringen doorgeven en gelijktijdig ook bepaalde krachten ontwikkelen, waardoor inwijding mogelijk wordt. Maar goed, er zijn ook vele andere groepen mee verbonden, en het Verborgen Priesterrijk heeft even zo goed een rol gespeeld in Tibet als bij de z.g. Priesters van Anubis in Egypte. Dus dat loopt ook door de tijden heen en je kunt niet zeggen: hier is het begonnen en daar is het geëindigd.

Een totaal andere vorm van geestelijke broederschap is te vinden bij godsdiensten. Een godsdienst heeft, zoals u weet, de neiging om dogmatisch te zijn. En wie zich volledig onderwerpt aan dogma’s van een kerk, komt tot een eenzijdigheid van beleving en eenzijdigheid van ontwikkeling, maar ook, en dat is misschien nog veel belangrijker, een eenzijdige reactie op geestelijke werelden. Hier kennen we een eigenaardig verschijnsel. Wanneer we te maken hebben met het katholicisme, het Rooms-katholicisme bij voorkeur maar ook de andere vormen van christendom, dan zien we dat hier over het algemeen een strenge dogmatische gebondenheid is.

Degenen, die daaruit voortkomen, vormen groepen, en hun formuleringen en wijzen van denken zijn nog wel degelijk kerks en kerkelijk. Maar toch zoeken ze naar vrijheid. Zo blijkt bv. dat deze entiteiten, die dus uit het streng dogmatische christendom voortkomen, zich heel sterk manifesteren bij bepaalde vrijzinnige gemeenschappen en ook bv. in de oudkatholieke kerk. Hier zien we heel eigenaardige ontwikkelingen en uit het totaal van die kerkelijke groepen ook weer geestelijke broederschappen ontstaan, die proberen bijvoorbeeld eenheid tot stand te brengen. En dan komen we terecht bij degenen, die op de achtergrond, de geestelijke achtergrond staan, en die proberen de gelovigen met hun meditatietechnieken en belevingen te helpen.

Hier heb je dus ook alweer in het kerkelijke, groepen die werken, maar het blijkt nu dat naarmate de groep zelf eenzijdiger is in zijn benadering van de kosmos, het aantal hoge entiteiten, dat daartoe kan behoren, kleiner is. Ik hoop dat het duidelijk is zover.

Je kunt je nu af gaan vragen natuurlijk of dit voor elke godsdienst zo is. Ja inderdaad, we kennen dus zo goed geestelijke groepen, die vanuit een boeddhistisch standpunt werken als groepen die werken vanuit een islamitisch standpunt. En er zijn nog heel wat andere godsdiensten te bedenken, waarin dat ook een rol speelt.

In alle gevallen wordt getracht te inspireren soms openbaringen te geven, soms verschijnselen te wekken Alles samenvattend, geestelijke broederschappen richten zich op de wereld van de mens omdat ze in die wereld de mogelijkheid zien het Licht en de ervaringen, die belangrijk zijn voor die groep zelf, sterker te doen worden. Hun werken en ingrijpen is in feite het bevorderen van een grotere eenheid, waarin dus de kosmos, zoals die beleefbaar is voor een geestelijk ik, ontwikkeld kan worden. Nu moeten we proberen om nog een eindje verder te gaan.

Wanneer u te maken hebt met een geestelijke groepering, dan zijn er allerhande eigenaardigheden. Voorbeeld: Orde der Verdraagzamen werkt voornamelijk inspiratief, daarnaast door middel van verschillende mediums, en probeert op die manier het denken van de mens te scholen. We zeggen dat wanneer een mens vrij wordt in zijn denken, hij meer kanten ziet van een probleem, dan zal hij daardoor automatisch ook juister gaan reageren. Wanneer een mens geconfronteerd wordt met een situatie, die hij niet kan overzien, dan raakt hij al heel gauw dolgedraaid. Probeer die mens een inzicht te geven in de situatie van de wereld, waarin hij leeft. Inzicht in de geestelijke problemen en werelden waarmee hij te maken heeft. Dus hoofdzakelijk voorlichting en zoals u misschien wel gemerkt hebt, een tikje propaganda zo nu en dan.

Wanneer je nu echter kijkt naar wat je eigenlijk probeert te doen, dan zijn er strijdigheden. Wij kennen bv. een geestelijke groepering die ook in Nederland werkt. Men noemt zich de Broederschap van het Kruis. De groepering omvat zeer vele christenen, die net iets boven hun, laten we zeggen, benepen christendom uit zijn gegroeid in de geest. Als je als Leger des Heilsmens eens overgaat, en je zoekt het in een vrije benadering van iedereen om te redden wat er te redden is, kom je daar terecht. We kennen ook de z.g. Kosmische Orde van de Ank, die overigens, voor zover mij bekend, in Nederland één zeer kleine uitlaat heeft. Deze kosmische orde probeert om de contacten met de gehele kosmos mogelijk te maken. Er zitten enkele, ik zou haast zeggen, science-fiction aspecten aan vast, in hoofdzaak gaat het toch om het scheppen van een geestelijke eenheid en aanvaarding t.a.v. de kosmische krachten, die overal aanwezig zijn, en die in de geest en in de stof, ook  elders in de kosmos een rol zouden spelen.

Voorlichting is over het algemeen zeer mystiek, maar zij heeft weer de mogelijkheid om de mens iets mee te laten beleven en hem zo verder te brengen. En dan proberen we het altijd weer met sfeer, we proberen het met een zekere magie. We proberen kort en goed in een mens meer wakker te maken dan alleen zijn verstand.

Degenen die daar het sterkste mee gewerkt hebben, zijn eigenlijk wel de broeders die voornamelijk in Engeland de mystieke benadering van het leven en de kosmos hebben willen brengen. Ze hebben eigenaardige exponenten voortgebracht, Marian Baker is één van hen.  Ze hebben in alle gevallen eigenlijk getracht het onderbewuste van de mens aan te sluiten op een kosmische harmonie.

Nu moet u goed begrijpen: een kosmische harmonie, die door het onderbewustzijn wordt bereikt, betekent dat je een meer directe relatie krijgt, niet alleen maar met die kosmos, maar met alle werelden of sferen die in die kosmos bestaan. Dat is voor een broederschap in de geest heel erg, want op deze manier kun je eigenlijk, zonder dat de mens daardoor vervreemdt van de wereld – hij blijft normaal redelijk reageren – die extra waarde geven, die men dan waarschijnlijk later ESP gaat noemen, extra-sensory perception, of paranormaal waarnemingsvermogen; een gevoeligheid die niet meer redelijk bewust benaderd kan worden, maar die wel een voortdurende  verrijking betekent van die gehele redelijke wereld van de mens. De stelling, waarvan men uitgaat, is eigenlijk deze: De grenzen, die getrokken worden tussen de wereld van de stof en de wereld van de geest, tussen de geestelijke sferen onderling, zijn niet waarlijk existent, ze bestaan niet echt. Zij zijn eerder onbegrip, angst of onvermogen tot aanvaarding, waardoor wij dingen van een komische werkelijkheid van ons proberen te verwijderen, terwijl zij anderzijds toch deel uitmaken van ons wezen en voor een volledige ontwikkeling bij ons ik behoren.

Ik hoop dat ik de stelling juist genoeg heb weergegeven. Wanneer je van dat standpunt uitgaat, dat het niet alleen gaat om het brengen van geestelijke boodschappen aan de mens; het gaat er eerder om, om die zo vrij te maken dat hij in geestelijke werelden en sferen ook lering op kan doen, dat hij de krachten die rond hem zijn aanvoelt, ook wanneer ze niet door zijn normale zintuigen waarneembaar zijn, en deze reactie dan vertaalt in een aanpassing van eigen redelijke reacties.

Hier kun je erg veel mee bereiken, en ik geloof ook dat er op aarde heel wat gebeurt dat eigenlijk alleen maar mogelijk is doordat de mensen op een of andere manier geleerd hebben iets van de grenzen al te overschrijden.

Voor andere groepen is het weer belangrijk om te zorgen, dat iets voor de mens direct kenbaar wordt.

Deze groepen, ik zal ze niet allemaal bij naam noemen, houden zich o.a. bezig met het inspireren van kunstenaars. Zij proberen invloed te krijgen op wat zij zien als de dwaasheid van de menselijke constructiezin, Zij gaan uit van het standpunt, dat doelmatigheid  niet altijd de vijand van de schoonheid behoeft te zijn, en dat alle schoonheid doelmatig is, zodra zij als zodanig ervaren wordt. Dergelijke groepen proberen als het ware in uw leven iets anders wakker te roepen, want wat is schoonheid. Schoonheid is de innerlijke verstilling gepaard gaande met een volledige aanvaarding van het beleefde. En waar dit tot stand komt heb je in feite ook weer een ogenblik, een resonantie met de kosmos, komische harmonie.

Je bent, zoals men dat vroom pleegt uit te drukken, door de schoonheid vaak onmiddellijk met God verbonden. Groepen, die zich daarmee bezighouden, ach die vinden het natuurlijk erg leuk wanneer er grote kunstwerken tot stand komen. Zij zijn ook degenen, die zich helemaal niet druk maken wanneer iemand zegt, dat Rembrandt de Sixtijnse kapel geschilderd heeft of een ander vertelt dat de Nachtwacht van Paulus Potter is, de man die eens bekend stond als de stier.

Kijk deze namen vindt men op aarde belangrijk, maar wat de mensen beleven dat is belangrijk.  Nu kun je zeggen, ja – ik had het nu over de Nachtwacht, waarschijnlijk omdat hij op het ogenblik veel los heeft geslagen bij de mensen – maar wanneer je daarnaar kijkt, dan is het niet alleen de bewondering voor de kunstenaar. Je dringt eigenlijk een ogenblik door de tijd heen. Je ontmoet op het doek mensen, waarvan je weet dat ze er niet meer zijn en die toch ineens zo erg levend worden. Het is of het kunstwerk ergens een overbrugging vormt tussen leven en dood. En wat dat betreft zijn er ook anderen, die dat hebben gedaan. Er zijn primitieven geweest, Van Der Weyden bijvoorbeeld, die eigenlijk in hun primitiviteit niet alleen het verleden deden herleven, maar die in de mensen vertedering wakker riepen. Zelfs iemand als een Grandma Moses is representant van degenen, die misschien niet altijd op een volledig artistiek verantwoorde wijze toch een enorme ontroering kunnen wekken. De vertedering, waarbij men onwillekeurig het goede uit het verleden in zichzelf tracht te herhalen en daardoor ook weer in zijn eigen wereld activeert door uitstraling van gedachten. Ik zou hier natuurlijk kunnen overgaan tot absolute kunstkritiek, maar het lijkt mij overbodig.

Alles wat je in de loop der tijden heen hebt gezien, heeft met de geest te maken en met de geestelijke broederschap. Want de wereld van de geest is niet zo gescheiden van de wereld van de mensen, als men zich dat kan voorstellen. U ziet mij nu op het ogenblik in een gestalte, die niet de mijne is. Ik was veel eleganter in mijn tijd. En u zegt nu: ja, dat zal dan wel een geest zijn. En u realiseert zich helemaal niet dat ik dadelijk wegga, maar dat ik dan ook in uw mensenwereld kan rondwandelen. En dat ik – zoals ik het ook nu probeer te doen – kan reageren op gedachte-uitstralingen, dat ik iets kan begrijpen van wat in uw wereld gebeurt, en dat ik misschien zelfs iemand zou kunnen aanstoten, ook al is dat dan een soort telekinese, en zeggen: “ho kijk uit sufferd” en zo misschien iemand wat ongenoegen kan besparen. Onze werelden zijn niet zo ver  gescheiden als u denkt. Daarom kun je ook veel moeilijker een lijn trekken tussen de geestelijke broederschappen in de sferen en in uw wereld. Het loopt eigenlijk door elkaar.

Eén van de mooiste voorbeelden daarvan, dat zult u ook wel begrijpen, is het zgn. Wessacfeest. Ik neem aan dat deze term u bekend is?

  • Hoe is dat?

Wessacfeest, genoemd naar een riviertje in een tamelijk stijl bergdal, de Karakorum, maar daar vinden nu de bijeenkomsten niet meer plaats,  enige tijd al niet. Maar die naam is behouden gebleven. Nu kun je je dat Wessacfeest voorstellen als een zeer symbolisch gebeuren. Je kunt er ook praktisch naar kijken. Wat zie je dan? Mensen, die in de buurt wonen, mensen met een zekere geestelijke achtergrond, anders zouden ze daar niet wonen, enkelen die, om welke reden dan ook, in de materie de reis gemaakt hebben. Dat is vaak een heel verre reis; op het ogenblik bovendien tamelijk riskant. Die zijn er in de stof. Laten we nou eens zeggen dat er 500 mensen in de stof zijn, lichamelijk aanwezig. Maar dan heb je ook een aantal mensen die in de geest aanwezig zijn. Niet allemaal zo volledig bewust misschien, maar door uittreding. Hun geest heeft, terwijl het lichaam in rust is, dat lichaam verlaten, en op een of andere manier voelen zij zich aangetrokken tot het gebeuren; weten ze wat er gebeurt. Ze vormen eigenlijk een soort, ja, vleugels, een soort tribunes, maar ook uit de geest zijn er aanwezig, en die mengen zich daartussen, wanneer zij niet veel te maken hebben daarbij, dan vind je die daar gemengd. Er zijn vele werelden verenigd. Het kan zijn, dat stof – mens, geest van overgegane en een uitgetreden geest iemand, die nog leeft op aarde tezamen staan, samen beleven en samen spreken. Er zijn mensen in de stof, die staan in de z.g. maan. Dat is alleen maar een symbolische naam alweer voor de opstelling, omdat je nu eenmaal die twee vleugels hebt.  Het zijn degenen, die alleen kijken.

De deelnemers staan in een soort halve cirkel. Die noemen ze wel de maan. Daar staan mensen in de stof. Maar er staan er ook entiteiten bij uit verschillende grote geestelijke werelden, lichtende geestelijke werelden. Zij zijn daar bij elkaar. Je kunt dat niet zien als een opstelling in stoffelijke zin, het is een aanwezigheid. Daarvoor vind je dan wat men ook wel het carré noemt, voorgesteld als een vierkant, omdat het de uitdrukking is van de gelijkwaardigheid van alle werelden. Daar vind je ook iedereen door elkaar en kan een stoffelijke ingewijde staan te praten met iemand die allang weg is gegaan. Er staat misschien een John Smith te praten met Bramantus. Waarom niet.

Daarboven vind je dan weer wat men noemt het altaar. Het is geen echt altaar, maar hier is dus het punt van concentratie. Er zijn bepaalde personen bij. En daar is een enorme werking. Dan moet u niet denken aan schijnwerpers of een licht. Maar er is een trilling, en die trilling nu beroert iedereen op zijn eigen wijze. D.w.z. de hoog bewuste ontvangt veel meer daaruit dan degene, die er net voor de eerste keer bij komt kijken. Maar het is een gelijktijdige beleving van een gelijke kracht, waarbij men zich halfbewust meestal toch ook wel weer richt op die beleving van anderen. Er ontstaat een soort telepathisch spanningsveld en dat betekent dat iedereen, die erbij is, eigenlijk meer beleeft dan hij persoonlijk eigenlijk ooit zou kunnen verdragen. Hier zijn alle werelden bij elkaar.

En ga je kijken wat daar aanwezig is, dan hoor ik iemand fluisteren: dat is de Witte Broederschap. Ja, die zit er ook bij. Er zit een stukje O.D.V. tussen en er zitten Broeders van het Kruis. Er zitten barmhartige Zusters van Liefde ook tussen. Ja die hebben zich in de geest voortgezet. De stichteres was namelijk zeer feministisch en zeer liefdevol en ze heeft haar activiteiten in de geest voortgezet en werkt nu in het Franstalige gebied. We vinden daar het z.g. Verborgen Priesterrijk, maar we vinden ook de Laatste Openbaring der Engelen, wat ook een groepering is. Je kunt het zo gek niet bedenken, of het is er.

Kun je nu zeggen: het is het feest van de Witte Broederschap? Ja dat zegt de Witte Broederschap. Maar de anderen die erbij zijn, omschrijven het op hun wijze, maar het is het één en hetzelfde gebeuren; er is geen reële scheiding, niet van mensenwereld en of allerhande geestenwerelden. Er zijn geen laatjes, die opengetrokken worden, waaruit dan toevallig iemand binnenkomt. Neen. Het is een eenheid, omdat de kosmos een eenheid is.

Het klinkt allemaal een beetje vreemd als je het zo vertelt. Dan krijg je het gevoel dat ik eigenlijk minder zeg dan ik zou willen zeggen. Een betoog als dit moet een mate van redelijkheid behouden. Zelfs al is wat je zegt onredelijk, dan moet je het nog op een redelijke manier weten voor te stellen. Ik probeer dat. Maar wat kan ik u vertellen van die flitsen, die over en weer gaan. Van die eigenaardige huivering, die eigenlijk gelijktijdig een beroering en een gedeelde gedachte, die in de sferen onderling voorkomt tussen de sferen, maar ook tussen de sfeer en de aarde mogelijk is.

Het is veel minder belangrijk dan u denkt hoe een geestelijke broederschap zich noemt. Het enige belangrijke is de harmonie, die ze bezit. De eenheid, de volledige wederkerige aanvaarding, de wijze waarop ze openstaat voor het geheel van het Al en al het levende daarin, en vanuit zich probeert om al het levende dan ook de erkenning mogelijk te maken van die eenheid. Dat zijn de dingen, die wij vertellen.

Er zijn een onnoemelijk aantal geestelijke groepen. De geestelijke groepen uiten zich op aarde, maar soms dan blijkt dus dat je beter het oude hoofdstuk af kunt sluiten. Dan neem je dus een andere aanduiding voor hetzelfde werken, je gaat gewoon verder.

Want namen zijn niet belangrijk. Het is een mentaliteit, zouden de mensen zeggen. Wij zeggen het is inhoud en harmonie, waardoor de broederschap in de geest wordt bepaald.

Maar het is precies hetzelfde wat reflecteert bij u in de stof. De meeste mensen hebben een heel verkeerde voorstelling van zaken. Bv. men denkt aan die O.D.V., die Orde der Verdraagzamen wat overigens alleen onze naam is voor het Nederlandstalige gebied, die komt hier naar beneden om alle mensen verdraagzaam te maken. Nu als we dat zouden willen, dan zouden we beter kunnen stoppen. Eerlijk waar. Het gaat er niet om om die mensen verdraagzaam te maken in een volledige aanvaarding van alles. Het gaat er om om mensen te laten zien dat er een vergelijkbaarheid, een gelijkwaardigheid kan bestaan tussen henzelf en anderen. Weet u, de Orde probeert – u vergeeft mij de opmerking; de formulering is voor sommigen niet geheel prettig – maar wij proberen de kaalhoofdige ouderling tot een geestelijke aanvaarding te brengen van het langharig tuig en omgekeerd, zonder daarbij de eigenschappen van één van beiden te willen aantasten, maar hopen in beiden een begrip voor de ander en de waarde van de ander wakker te maken. En nu zult u zeggen: ja goed, dat zijn jullie. Maar dat doen toch al die anderen ook, je moet je altijd uitdrukken en het formuleren in overeenstemming met de mensen tot wie je spreekt. Als je bij een gemeenschap komt van mensen, die sterk kerkelijk zijn ingesteld, dan kun je daar geen conference van maken, dan moet het een preek worden. Als je in contact komt met mensen die juist de enghartigheid en de plechtstatige formulering ontvluchten, dan moet je proberen om juist die conference te brengen, maar dan met de inhoud, die ook in de preek lag.

Ja, het is natuurlijk iets wat je je moeilijk kunt voorstellen. Stelt u zich voor: Daar komt de dominee of de pastoor de preekstoel op stommelen, hij schraapt zijn keel zoals dat dan gaat; “Beminde gemeente. Ik was juist op weg naar de kerk en toen zag ik daar een politieagent staan vloeken.  Ik zeg tegen hem: “Wat vloekt u, vriend.” Toen zegt die agent: “Ik ben aan het oefenen, want mijn zoontje heeft een slecht rapport.” Als je dat gaat vertellen, zegt iedereen: die vent is gek. Nu vind ik het ook geen geslaagde mop, maar geslaagde moppen verwacht je in een kerk niet. Dus dat kan niet, zegt men. Maar waarom kan het eigenlijk niet? Kun je niet met een grap even dicht bij God staan als met een plechtig woord. Soms geloof ik zelfs wel eens dichter. Plechtige woorden hebben de neiging zich tussen de mens en de werkelijkheid te schuiven. De grap maakt de mens bewust van de werkelijkheid en de hoge kracht, die er in schuilt. Zo denk ik tenminste. Het is bij verschillende van ons in de Orde een opvatting, ofschoon niet iedereen het tot het extreme doorvoert, zoals onze vriend Henri. Henri zei eens een keer, dit mag ik misschien ook citeren. Hier is wat meer reclame voor de Orde, hoor. Dat mag u rustig weten. Hij zei eens een keer: Kijk eens, een Orde-lid is iemand, die geleerd heeft te lachen om opmerkingen, waarvan hij de juistheid erkent, maar gelijktijdig de bespottelijkheid beseft. Ik geloof dat dat eigenlijk hier waar is. Maar wat hier waar is, kan ergens anders wel helemaal anders liggen. Waarom zou je hier spreken in plechtstatige termen. Dat is niet nodig. Aan de andere kant is er hier een zekere emotionele noodzaak. Je moet wat proberen uit te dragen, dat verder gaat dan het woord alleen. En dat doe je dan. Ergens anders, daar moet je misschien weer dichten. Of je moet het zoeken in een wonderlijk stemgebruik.

Maar hoe je het ook doet, je moet jezelf overdragen aan een ander. En zoals je dit doet naar de mens toe, zo doe je dat ook vanuit de geest. Je maakt een band tussen alle werelden. En degenen, die dat op een bepaalde manier uiten, heten dan een geestelijke broederschap. En die broederschap brengt dan bepaalde  denkbeelden voort, en die denkbeelden die worden in een soort dogma samen getimmerd tot een half-esoterisch, half-mystiek kerkje zonder direct geloof. Maar waar ligt het verschil? Is het belangrijk of je theosoof of antroposoof bent? Is het belangrijk welke kerk u nagaat, is het belangrijk op welke manier u zoekt naar de werkelijkheid van uw wezen, de werkelijkheid van uw God, of is het belangrijk dat u leert te beleven? Is het belangrijk hoe je de kosmische kracht, de liefde of hoe dan ook noemt? Is het belangrijk dat je ze kunt ervaren, is het belangrijk, dat een bepaalde groep een naam heeft of is het belangrijk, dat ze vanuit het hoogste probeert als het ware de kracht naar de mensen toe te sturen?

U spreekt over een geestelijke broederschap. Ja, mijne vrienden, dan moet je juist daar eigenlijk op letten. Dat betekent, dat ik mijn onderwerp zo langzamerhand afrond.

Wat is belangrijker dan alles wat je zeggen kunt? Wanneer je kijkt naar het aantal broederschappen in de geest, en ik probeer dit even op menselijke wijze te tellen, dan kom ik tot ettelijke miljoenen. Nu ja, we hebben ook een behoorlijk bevolkingsaantal. Geen aanwas, meer spoeling. Het gaat weg naar de aarde, het komt terug en moet schoongemaakt worden, en gaat weer verder. Dus kijken we naar de groepen, die op dit moment voor deze wereld werkelijk belangrijk zijn, dan komen wel altijd nog tot een getal rond 500. Als we kijken naar de leringen die er uit zijn voortgevloeid, dan kunnen we zeggen dat alle varianten even samengeteld tot één geheel: we komen tot ongeveer 25 verschillende richtingen op aarde. Al die richtingen doen in feite hetzelfde. Als je Jezus wilt gaan zien als de man van de wetenschap, het weten van Jezus wilt uitdrukken in je eigen leven en beleven, is dat zoveel anders dan de man die voor de spiegel gaat zitten en probeert de waarheid van zichzelf te zien in het schamele licht van een kaars. Ben je dan werkelijk zoveel anders dan degene, die tijdelijk als een derde zuil tussen de zuilen staat en zichzelf beschouwende, probeert de weg te vinden. Het maakt toch geen verschil uit?

En zijn al die mensen dan ineens beter, wijzer of minder wijs dan degene die languit gestrekt in kruishouding voor een altaar ligt en roept tot God? Zij zijn allemaal hetzelfde. Hoofdrichtingen, zeker. De één zoekt het in Zen, de ander grijpt terug naar de geheimen van de yoga. En weer een ander zoekt het misschien in de vergeelde folianten waarin oude filosofen hun gedachten hebben neergeschreven. Hoe het ook zij, ergens zijn ze gelijk, want ze zijn op weg naar hetzelfde doel. Alle wegen voeren tot één waarheid, er is maar één weg. Die weg omvat het totaal van de mensheid, omvat het totaal van de sferen. Het begin ervan ligt steeds in het onbesef van jezelf, en het einde is het besef van jezelf als deel van de totaliteit. Dat is de werkelijkheid.

Geestelijke groeperingen in overvloed. Op aarde, broederschappen in de geest, genootschappen, openbaringsgroepen, die zijn er plenty. Maar als je op het strand staat, vind je dan belangrijk om te zien wat het basismateriaal is van elke zandkorrel. Dat zijn ook heel wat verschillende materialen, of zeg je: dit is het strand en door het strand kom ik aan de zee. Geloof dat je het zo moet zien. Broederschappen in de geest in de sferen, broederschappen op combinaties van beide werelden, voortdurende wederkerige beïnvloeding tussen wereld de geest, zelfs de hoogste, en de menselijke wereld, zij vormen tezamen alleen maar de weg, die we kunnen volgen om in die oceaan van oneindigheid het Licht te vinden. De enige werkelijkheid is die, die overblijft wanneer we de illusies van vorm en ook van onze eigen belangrijkheid achterlaten.

  • Wat is de wereld van uw eigen beleving?

De wereld van mijn beleven is de wereld, waarin gedachten soms als levende trillingen je aanspreken, waarin belevingen die je nog niet kunt verstaan als wonderlijk kleurenspel voortdurend je omringen, zodat je verstomd bent van een schoonheid, die je nog niet kunt vertalen. Dat is mijn wereld. Een wereld waarin je eigenlijk je gedachten zo volledig deelt, dat je soms niet eens meer weet wie denkt, ben ik het of is het de ander? Maar je weet wel bedenken is, waar het is of vreugde of beleven. En die kleuren, die we bewonderen. Het is maar vergelijk natuurlijk. Deze wisseling waarin de schoonheid caleidoscopisch voortdurend zichzelf vernieuwt, die je met vreugde en toch verbazing voortdurend ondergaat. Het is iets waarin we een teken vermoeden. Het is of het letters zijn, die we niet kunnen lezen. Soms kan je een letter lezen, dan begrijp je het. Dan ben je zo blij. Dat is mijn wereld.

  • Als je iets in een broederschap vastlegt, loop je dan niet het gevaar om gauw in dogma’s  te vervallen, zoals in de kerken?

Nu, helaas wel. Ik zou het eigenlijk zo willen stellen. Wanneer je dus in een broederschap samenwerkt, zijn regels noodzakelijk. Maar ze zijn zoiets als een verkeersreglement. Het is een poging om het verkeer in de broederschap een zekerheid mee te geven waarbij echter de regels niet zonder meer altijd juist zijn, maar de regels helpen ons totdat we zo ver zijn gekomen, dat we weten waar de regel toegepast moet worden en waar we haar kunnen verwaarlozen. En dan komt er ook geen dogma. Dan begrijp je: het is eigenlijk een methode van werken. Op het ogenblik dat je er een dogma van maakt, dan zeg je eigenlijk: ik wil dit niet zelf zijn en niet beleven. Daarom fixeer ik het als een waarheid, die onaantastbaar buiten mij staat en ik ontleen aan mijn erkenning van die waarheid de belangrijkheid, die ik in mijzelf niet bereiken kan. En ja, er zijn altijd in elke broederschap, in elke groepering mensen, die denken dat de regels hen belangrijkheid op aarde geven. Dat is niet waar. Belangrijkheid op aarde kunnen ze alleen aan zichzelf ontlenen.

De regels zijn er alleen maar om ervoor te zorgen dat ze dit zo doen dat anderen daaraan deel kunnen hebben en dat er geen gevaren voor grote botsingen zijn. Wanneer je de werkelijke grondregels van bv. het ‘Grote Oosten’ nagaat, maçonnieke regels, dan blijkt eigenlijk dat het gaat om een gedrag, niet om een geloof. Dat het niet gaat om onveranderlijke regels, maar dat het gaat om de regels waardoor de broederschap in zich zo hoog kan komen te staan, dat die regels overbodig zijn.

Kijken we naar de groepering als de Rozenkruisers bv. Ja dat vindt u misschien wat vreemd, maar de meesten kennen die, dus daar kun je gemakkelijker iets over zeggen. Ja Kennedy is aan onze kant ja, maar dat is weer wat anders. Kijk eens, er is een grondorde natuurlijk, er zijn bepaalde regels of wetten. Wanneer je terecht komt in de Rozenkruiserij, dan leer je iets over de kringloop van de ziel. Dat is erg belangrijk. Het is belangrijk, dat je begrijpt dat dit alleen maar een fase is, dit is niet totale existentie. Maar als je dan eenmaal weet dat het die kringloop is, moet je je daar zoveel mogelijk van bewust worden, en niet hier blijven staan met een verheerlijkt idee: nu weet ik dat het een kringloop is, dus nu hoef ik verder niets te doen. Op dezelfde wijze kun je de grote geheimen van het Al doorgronden, de bezieldheid van de totaliteit en de verhoudingen van kracht en de werking van de kosmische wetten, de grote en de kleine arcade.

Maar wanneer je die beschouwt als een wetenschap, waar je je aan vast moet klampen, dan ben je fout. Het gaat hier om de erkenning van waarde, waarmede je een persoonlijke harmonie hebt en kunt bewerkstelligen. Iets waar je bewust deel aan kunt hebben, en zodra je streeft naar dit bewust deelhebben, dan heeft het meer zin. Er zijn veel mensen, die denken, dat het belangrijk is dat ik iets weet. Luister, als u weet hoe u goud moet maken, en u hebt het materiaal niet, wat hebt u dan nog?

In de broederschappen die te veel dogma’s hebben en die zich te sterk op die dogma’s beginnen te beroepen, ook theosofische groepen doen dat heel vaak, dan heb je eigenlijk te maken met mensen, die zeggen: wij kennen het geheim van het goud maken en dat we het niet kunnen maken, is niet belangrijk, als we het maar weten. Maar ik zeg: het is beter het niet te weten hoe en toch het goud te maken, steeds weer, dan het totaal van de kennis te bezitten zonder ooit iets er mee te kunnen doen. Het dogma is de rem op je ontwikkeling op het ogenblik dat je deze dogma’s niet gaat beschouwen als een punt van uitgang, een regelmaat waardoor je anderen kunt begrijpen en met anderen kunt samenwerken, maar ze gaat zien als een zekerheid, waaraan iedereen en alles gebonden is.

Dan vrienden, blijft mij nog dit over. Ik wens u allen een prettige gezegende avond, en ik hoop dat u achter het vele wat ik u gezegd heb iets hebt aangevoeld van de grote werkelijkheid waarin we leven, een eenheid, die we moeten beseffen voordat we weten wat we zelf zijn.

image_pdf