Geestelijke krachten en waarden

image_pdf

Wij gaan het hebben over de geestelijke krachten en waarden, die op het ogenblik rond ons allen bestaan. Daarbij speelt – althans voor een zeer groot gedeelte – de innerlijke mens en het innerlijk bewustzijn van de mens een grote rol.

Wanneer wij voor onszelf ergens een kracht kennen of aanvoelen, zo wordt dit in onszelf al snel tot een innerlijk zeker zijn, een zich verlicht gevoelen. Dat houdt nog niet in, dat wij nu opeens beter zien, wie en wat wij zijn, of ons doel opeens duidelijker beseffen Het is eerder een kracht, die onszelf beroert en ons zelfs innerlijk onrustig maakt, terwijl toch gelijktijdig men voor zich daarin een nieuwe zekerheid heeft gevonden.

De gedachte, dat de Goddelijke kracht rond en met ons is, heeft altijd een grote invloed gehad. Telkenmale hebben wij gezien, dat mensen, alleen door dit bewustzijn, zich konden onttrekken aan de schijnbare wetten der natuur, dat zij vriendschap konden vinden met de dieren en zelfs met planten. Het is niet gemakkelijk u het wezen van deze kracht duidelijk te maken. Toch moet ik trachten u over die krachten iets te vertellen en zo nodig u duidelijk te maken, dat die kracht werkelijk is en werkelijk rond u aanwezig is. In de eerste plaats grijp ik daarbij dan terug op mijn eigen ervaren en denken. Wat ik u hier zeg, is dus persoonlijk, het gevolg van een zuiver persoonlijk denken en ervaren. Ik leg u dit voor in de hoop, dat u daarover na zult willen denken.

Wanneer ik mijzelf in mijn uitingen bezie, blijkt mij, dat ik inderdaad hierin niet veel ben veranderd. Ik blijf mijzelf zo ongeveer gelijk. Aan de andere kant is er in mij nu een kracht ontstaan, waarmee ik eigenlijk nog niet goed raad weet, want zo is alle begin. U moet eerst aan de veranderingen, aan de nieuwe mogelijkheden, wennen. Vooral wanneer men in een periode van weinig kracht heeft geleefd, is de aanpassing moeilijk. De nieuwe kracht stormt op u aan, u neemt haar op en wordt er eigenlijk een beetje ziek van, zoals iemand, die lange tijd niet gegeten heeft en opeens een te rijke maaltijd verzwelgt.  Vele mensen en geesten zullen in een dergelijke toestand verkeerd hebben in de eerste uren na het ontstaan van deze kracht. Voor mijzelf ervaar ik een gevoel van vreugde, zelfs een gevoel van bevrijd zijn. Ofschoon u leeft in een lichte sfeer en in die sfeer alles geluk is, lijkt het mij, of er ergens een sluier is weggevallen, of er ergens een nieuw licht, een vreugdige nieuwe kracht is toegevoegd aan de wereld, die ik reeds overvol met lichtend geluk waande.

Dit licht maakt alle dingen kleuriger. Mijn eigen denken is scherper – niet anders, maar scherper -, terwijl ook de lichtende kracht mij – wanneer ik voor mijn taak naar een lagere sfeer, of tot de mensen ga – a.h.w. meer vaart geeft. Het lijkt mij toe, dat ik – vergelijkend gesproken – opeens meer kan doen in minder tijd. Dan denk ik, dat de kracht op zich wel voort zal zijn gekomen uit een vaste waarde, ontstaan zal zijn in gehoorzaamheid aan een vaste regel in de kosmos. Misschien zijn er wel wijzeren dan ik, die dit een bepaald ritme zullen noemen en u zullen vertellen, dat een dergelijke kracht eens in de zoveel 1.000 jaren optreedt. Zeker weten doe ik dat niet, wel weet ik met grote stelligheid, dat deze kracht alles in mijzelf tot uitersten heeft doen worden. De fouten, waar ik vroeger zo gezellig omheen kon gaan, zijn nu scherp en duidelijk tot uiting gekomen.

Ik betrap mijzelf er steeds op, dat ik minder netjes ben dan anders, dat ik scherper, te scherp, reageer. Waar ik vroeger misschien alleen innerlijk en zonder werkelijke belangstelling oordeelde, ontdek ik nu opeens, dat ik steeds weer met een scherp geformuleerd oordeel en zelfs soms met een definitieve veroordeling klaar sta.  Aan de andere kant ontdek ik, dat, waar ik tracht om te helpen, om anderen krachten te geven, het opeens is, of alles vanzelf gaat. Ik voel mij sterker. Soms denk ik wel, dat ik eigenlijk door deze geestelijke stroming word gedragen en als een zwemmer in het water ronddartel in iets, waarin leven en alle kracht voor mijn wereld ook werd geboren.

Ik vertel u dit om u duidelijk te maken, uit welk standpunt ik tot u spreek.

Ieder van ons, elke geest, elke mens, zal op zijn eigen manier denken. Ongetwijfeld zal ook een ieder op zijn eigen wijze op deze nieuwe krachten reageren. Wij leven immers allen op eigen wijze.  Wanneer ik u iets ga vertellen over die kracht, dan is dit voor mij natuurlijk volledig waar, maar wanneer u niet weet, hoe ik dit voel, hoe ik reageer, hoe ik ben, hoe ik dit alles zelf onderga en beleef, zal veel van hetgeen ik tracht te zeggen, voor u onduidelijk, of zelfs zinledig lijken. Dan is mijn betoog zinloos.

Ik hoop, dat ik mijzelf nu voldoende duidelijk heb voorgesteld om een beoordeling van mijn woorden en gevoelens mogelijk te maken. Daarom wil ik nu trachten die kracht enigszins te analyseren.  Indien wij elke dag leven uit God, geen adem kunnen halen zonder Hem, wanneer vrij zelfs geen gedachte voort kunnen brengen zonder Hem, is het niet noodzakelijk om van wat meer kracht dan normaal opeens een wonder te maken.  Wij mogen er natuurlijk blij mee zijn, maar moeten toch begrijpen, dat de kracht zelf, haar ontstaan, haar inwerkingen op zich , niets bijzonders zijn.  Deze kracht komt voort uit de regionen van de hogere en bewuste geest. Dat hebt u reeds eerder kunnen vernemen. Maar die hogere en hoogste geest moet die kracht ook ergens vandaan gekregen hebben.  Wanneer wij die kracht trachten te volgen tot haar werkelijke bron, zo ben ik er zeker van, dat wij een lichtspoor in de oneindigheid zullen aantreffen, dat uiteindelijk in de geheimzinnige bron van alle dingen, de onbekende Schepper Zelf, verdwijnt. Wanneer ik de uitwerking van de kracht naga, om zo haar aard te bepalen, valt mij allereerst op, dat wat vroeger halfduister was, nu doorzichtig en helder begint te worden. U kunt er a.h.w. doorheen kijken.

Taken en lasten, die vroeger zwaar leken, worden lichter. De waarden, die u vroeger maar licht hebt genomen, waarvan u de aard niet hebt erkend, worden opeens veel zwaarder. Typisch is hierbij, dat velen zwaarwichtig worden, ja, zelfs zwaartillend schijnen te zijn, maar gelijktijdig het gevoel hebben, dat zij de wereld uit haar voegen zouden kunnen tillen. Hebt u niet teveel zware lasten van het verleden meer op te lossen, dan voel u zich helemaal als een Hercules.

Dan zou u de mensen willen zeggen: Maak u maar geen zorgen de kracht is er, alles komt in orde. …. Deze levende kracht kunnen wij verder terugvinden in vele oude gebruiken. Wanneer u tracht een naam te vinden voor deze lichte kracht, ontdekt u, dat alle passende namen reeds deel uitmaken van esoterische beschouwingen en geheimleren en wel door alle tijden heen. In de kabbala vinden wij namen, waarin deze kracht precies omschreven is. In menig oud geloof ontdekken wij een God, Wiens geheime naam het licht van heden geheel weergeeft, zodat dergelijke Goden in de oudheid waarschijnlijk een soortgelijk licht aan hun ingewijden hebben gegeven.  Daarom zeg ik dat het licht eeuwig, of tenminste oneindig oud is. Maar wanneer het u beroert, maakt het u nieuw. Daarmee wil ik niet zeggen, dat ik onmiddellijk en geheel vernieuwd ben. Maar de ervaring leert mij, dat, wanneer ik naar een hogere sfeer op tracht te gaan, dit licht mij een uithoudingsvermogen geeft, dat ik voordien niet bezat, een veerkracht, die mijzelf ongeloofwaardig voorkomt.

Wat mijzelf betreft, toen ik het licht aanvaardde, had ik het gevoel, dat een geheel nieuwe tijd voor mij aanbrak. Ik heb alle ervaringen van een lang verleden terzijde gesteld. Ik heb mijn karma op een hoop gegooid en gezegd.  Dit interesseert mij niet meer. Nu ben ik vrij van die last en kan ik eerste werkelijk in het hogere opgaan. Wanneer ik intens genoeg naar het hogere streef en de hogere krachten beschouw, tekent zich de laatste tijd voor mij daar een steeds duidelijker beeld af, dat – naar ik begin te beseffen – ik vreemd genoeg zelf ben. Wanneer ik dan nog eens kijk, krijgt dat zelfde beeld 1.000 andere gezichten. Dan zie ik inderdaad een lijdende Christus op Golgotha, maar ook daar erken ik iets van mijzelf in. Niet dat ik hiermee zeggen wil, dat ik Hem gelijk ben, maar in mijn gevoelens, in mijn wezen, is iets, dat mij zegt: Ik hang daarmee aan het kruis, want het offer, dat Hij daar brengt, de manier, waarop Hij leraart, werk en leeft, is deel van mijzelf geworden. Kijk ik weer, dan zie ik misschien een heel eenvoudige mens of geest, iemand, waar nooit iemand op heeft gelet….     Of ik zie misschien een geest, die eigenlijk nog voor korte tijd in het half duister doolt? Maar kijk ik goed, dan denk ik weer ja, maar dat ben ik toch?   Dan zeg ik, dat ik de lasten van die ander wil dragen. Hieruit vloeit voor mij zeer veel kracht voort, maar de eisen, die het licht mij stelt, worden eveneens veel groter.

De eigenschap van dit licht schijnt dus niet alleen licht of bewustwording te betekenen, maar houdt wel degelijk ook een gevoel van eenheid, een begrip van samenhorigheid in, dat een begrip van verantwoordelijkheid voor anderen doet toenemen., Naar ik meen, zal de inwerking van dit licht, deze kracht, voor u ongeveer de zelfde zijn. Denk dus niet, nu is er licht, nu is er kracht, nu zijn de zorgen voorbij, nu is het streven afgelopen, want nu wordt er voor mij gezorgd. En denk vooral niet bij uzelf met de kracht, die ik nu krijg, ga ik al mijn problemen oplossen, nu zal ik eens alles voor mijzelf duidelijk, helder en klaar formuleren, mijn eigen wezen geheel naar waarheid erkennen en omschrijven, om dan te zeggen, God, daar sta ik nu.

U denkt, dat misschien wel in de eerste tijd, maar het is werkelijk toch niet zo. Voor elke last, die u terzijde werpt, ontdekt u al snel, komt een andere last, die u vanuit de wereld op u neemt.

Dan zult u waarschijnlijk, net als ik, gaan geloven, dat dit licht ergens deel is van ons eigen wezen, een deel van ons eigen innerlijk, dat nu scheper en duidelijker tot uiting komt, maar er ook voordien toch wel altijd geweest moet zijn. Dan erken ik voor mijzelf.  Waar ik maar beseffen kan, dat er tussen mij en andere delen van de schepping een eenheid bestaat, daar is een werkelijke eenheid voor mij ontstaan. De band is werkelijkheid.  Dit is dan het wezen van deze kracht, die mij instaat stelt een ziel uit het duister op te trekken en te zeggen: Vrees niet, want zie, wij zijn één. Kijk niet naar uzelf, kijk naar mij, want wij zijn werkelijk een. Uw fouten, uw ellende zijn ook deel van mij.

Ik weet wel, dat dit een beetje overdreven en sentimenteel klinkt. Maar daardoor heb ik dan toch maar dat contact. Daardoor kan ik dan toch maar een ander helpen en redden.  Zo kunt ook u, dank zij deze kracht, anderen helpen en redden. Dit geldt niet, wanneer u allereerst blijft denken “ik”. Maar wanneer u leert zeggen en beseffen: In die ander leef ook ik, ik herken daarin mijzelf, zo red en help ik ook mijzelf, is haast alles mogelijk.

Want u helpt en redt in wezen uw eigen ik, zoals u dit in anderen herkent. Probeer bv. anderen te helpen, om die dingen te overwinnen, die u ook in uzelf nog moet overwinnen en bestrijden. Dan is het licht een stuwende kracht, waardoor u de veel zwaardere lasten van deze tijd kunt dragen. Hetzelfde geldt voor de wijsheid. Bij ons in de sferen zijn er vele leraren. Wanneer u het innerlijk pad volgt, ontdekt u, dat er zelfs kosmische krachten zijn, die lering geven en zo een soort poort vormen. Wie binnen gaat, vindt een soort hoge school. Daarin kunt u opeens vele nieuwe dingen leren en vindt u een nieuwe overtuiging en nieuwe waarden. Men leert niet slechts zichzelf beter kennen, maar bereikt ook een beter begrip van het Al, van de kosmos.

Gaat men tot een dergelijke kracht zoals vroeger: “Gij zijt de leraar, ik ben de leerling”, dan blijft alles bij het oude en komt. men ondanks de nieuwe kracht niet verder. Maar durft men zeggen:  “Leraar, het licht dat in U leeft, woont ook in mij, het goede dat ik in u erken, is ook deel van mijn wezen”, dan vloeien het weten, het besef, de kracht van de leraar en de eigen kleinere mogelijkheden en krachten voor een wijle samen. Dan vloeit de wijsheid van de ander geheel in u over. Dan worden uw eigen fouten onbelangrijk. Dan is lering snel en begrijpelijk verkregen. Ook in dit opzicht is het licht van deze dagen een zeer positieve kracht, vrienden.

Toen mij de opdracht werd, gegeven u op deze avond wederom over dit licht te spreken, heb ik erover gedacht een sfeer te wekken met gebruik van magische rituelen enz. Uiteindelijk heb ik echter neen gezegd.  Wij allen, die hier samen zijn, vormen ook zonder rituelen ergens een eenheid. Ik herken in u iets van mijzelf, zoals u ongetwijfeld ook iets van uzelf in mij zult herkennen. Laat ons daarom liever gezamenlijk zeggen: Ik geloof in de lichtende kracht Gods, die in deze dagen ook op de wereld is geopenbaard!

Meer behoeven wij werkelijk niet te doen om deze kracht te ervaren. Misschien hoopt u alleen maar op het werkelijk zijn van deze kracht. Misschien vertrouwt u er niet geheel op. Maar ik zeg u: In mij is dit licht, in mij is deze kracht. Daarin ben ik sterk. In mij leeft dit licht, niet in woorden of begrippen; ik kan haar u niet geheel omschrijven. Maar zij is er. Omdat ik geloof in deze kracht is zij in mij een voortdurende bron van sterkte.

Voor u geldt precies hetzelfde: In u is deze kracht evenzeer als in mij. Laat ons dan gezamenlijk vanuit die kracht volbrengen. Laat ons de rede voor een ogenblik opzij zetten, laat voor ons de werkelijkheid zijn. De lichtende kracht werkt en spreekt in ons. Wanneer eenmaal dit licht in mij leeft en werkt, zal ik de oude wijsheid weer opvatten. Maar allereerst wil ik leren leven en werken uit het licht, zo deel hebbende aan het eeuwige Zijn.

image_pdf