Geestelijke ontplooiingsmogelijkheden

image_pdf

25 mei 1982

Geestelijke ontplooiingsmogelijkheden. Je moet dan eerst zeggen wat je onder geestelijk verstaat en daarna wat je als ontplooiing beschouwt. Onder geestelijk verstaan wij al datgene wat supermentaal is, met andere woorden datgene wat boven de logica uitgaat, datgene wat buiten de lichamelijke perceptie uitgaat, al datgene – kort en goed – wat niet behoort tot uw eigen normaal stoffelijke wereld en toch met uw eigen wezen onverbrekelijk verbonden is. Ik hoop, dat deze definitie zover aanvaardbaar is.

Dan ontplooiingsmogelijkheid. Ontvouwen, openvouwen. De meeste mensen begrijpen het waarschijnlijk een beetje verkeerd. Ze denken, dat ontplooiing betekent, dat ze er iets bij krijgen. Dat is helemaal niet waar. Het is gewoon de in je bestaande mogelijkheden beseffen, zodat ze deel uit gaan maken van je bewust leven en van je bewust gebruiken.

We kunnen nu over het onderwerp gaan spreken. In deze tijd leeft u onder allerlei nogal enerverende situaties en ontwikkelingen. Ik wil nu niet direct wijzen op het toenemende aantal werkelozen – in Europa staat Nederland heel dicht bij het Europees kampioenschap –  deze dingen zijn eigenlijk alleen maar de symptomen van een wereld waarin het besef van de mens langzaam maar zeker zo sterk is gericht op allerlei abstracte zaken en op bezit, dat voor de werkelijke menselijke ontwikkeling het menszijn, het verdiepen van de menselijke kwaliteiten, over het algemeen weinig tijd en weinig ruimte over blijft.

Geestelijke ontplooiing kan alleen ontstaan op het ogenblik, dat we uitgaan van aanvaarding. Dat is iets waarover men in deze tijd heel weinig schijnt te weten. Aanvaarding is namelijk niet een je neerleggen bij verdergaande en toekomstige ontwikkelingen, maar een uitgaan van de situatie zoals je die op dit ogenblik vindt voor jezelf en de wereld. Niet zeggen, dat het anders had gemoeten, maar je afvragen hoe het nu moet.

Pas wanneer je op een dergelijke manier dag in dag uit als het ware je leven afsluit en opnieuw begint, elke dag je afvragen wat je hebt gedaan, wat er naar jouw idee goed en fout was, elke ochtend jezelf weer afvragende: wat zou ik vandaag nu het beste kunnen doen, gezien de situatie waarin ik mij bevind, als je zo leeft, pas dan zul je als vanzelf ook beter leren je innerlijke waarden te gebruiken. Hoe meer je namelijk bezig bent met logica, met een ideaal, hoe groter de kans is, dat je aan de werkelijkheid voorbij gaat.

Je komt dan in een droomwereld. In de droomwereld zijn geen tegenstellingen meer, die voor jou afleesbaar zijn. Zeker, er is al datgene wat je verwerpelijk acht. Maar wat jij verwerpelijk acht is het niet altijd. Al datgene wat jij goed acht is lang niet altijd zo goed als je denkt. Je bent bezig met de illusie van bijvoorbeeld: alle mensen zijn solidair. Dat is helaas maar heel betrekkelijk waar. Dat kunt u zelf voortdurend zien. Menigeen vraagt zich eerst af: wat betekent het voor mij. Dan pas: wat betekent het voor anderen en dan heel uiteindelijk vraagt hij zich misschien nog eens af: zou ik er misschien iets voor over hebben?

Dergelijke illusies kun je gewoon niet blijven koesteren. Je moet kijken naar feiten. Feiten zijn er – dacht ik – om er mee te leven. Wie leeft met de feiten zal ontdekken, dat hij bepaalde duidingen gaat maken van feiten op grond van niet kenbare gegevens. Het is meestal het eerste symptoom van een werkelijke geestelijke ontwikkeling. Het is alsof je aanvoelt wat er gaande is. Zegt u niet, dat dat zo ongewoon is. Men heeft eens een onderzoek gedaan en men kwam vreemd genoeg tot de volgende conclusie: Bij grote treinrampen en vliegrampen was de bezetting van deze voertuigen tegen alle verwachtingen en vaak besprekingen in niet hoger dan 46 tot 53%. Dit terwijl de treinen en vliegtuigen normaal een bezetting hadden van vaak 60 tot 90%. Dat wijst er dus op, dat er onbekende dingen zijn, die werken. Goed. Doordat je leeft met de signalen van de dag, steeds uitgaat van de situatie zoals hij nu bestaat, niet wat er gisteren was en niet wat je verwacht, dat er morgen zal zijn, gaan die onbewuste factoren meespelen. Dan ga je ook begrijpen, dat de wereld groter is dan de zuiver zintuiglijke.

Je gaat begrijpen, dat zaken als mystiek en misschien kun je ook zeggen kunst in heel veel gevallen eigenlijk een verder grijpen zijn van een geest dan de redelijkheid zonder meer lijkt toe te laten. Ook hier wil ik graag een paar dingen noemen. Bijvoorbeeld: Einstein is een van de grootste wiskundigen van deze tijd. Einstein was ook een filosoof en op bepaalde gebieden zelfs met al zijn mathematica een mysticus. Het is deze samengaan van filosofie en mystiek, toegepast op de werkelijkheid zoals hij nu vertaalbaar en afleesbaar is, waardoor hij kwam tot de ontwikkeling van zijn zienswijze en zijn beruchte formules. Edison was geen wetenschapsmens in de zin waarin men wetenschapsmensen tegenwoordig vaak omschrijft. Eigenlijk was hij een beetje een dromer. Hij dacht steeds: wat zou het leuk zijn als dit of dat bestond. Aangezien hij niet geneigd was om boeken te schrijven en niet geneigd was om daar muziek van te maken, probeerde hij de dingen in de werkelijkheid waar te maken. Daarom is het helemaal niet zo vreemd, dat men hem de tovenaar van Mendelpark heeft genoemd, want deze man was niet logisch, hij was niet redelijk. Hij had de wetenschap wel in zijn dienst maar gebruikte deze niet om nieuwe dingen voort te brengen, dat kan ze trouwens maar heel zelden, maar gebruikte haar om nieuwe denkbeelden om te zetten in werkelijkheid.

Denkbeelden, die volgens de wetenschappers zelf, krankzinnig waren, maar die hij dan via vele proeven en ondanks alles wist hard te maken. Dit is ook al weer een bewijs, dat we ons in deze tijd zelf wel kunnen ontplooien, dat datgene wat in ons zit aan hogere waarde en kracht zelfs, wel kunnen ontplooien, maar dat dit alleen kan wanneer we ontkomen aan de dwingende gang van menselijke redelijkheid, van menselijke logica, van menselijke structuren en verschillende belangen. Je moet net boven de waarheid uitgaan om de waarheid te vinden, zou je kunnen zeggen. De waarheid van de mensen is altijd maar een deel van de waarheid, die je innerlijk beleeft. Wanneer ik u zeg, dat het belangrijk is je aan het einde van iedere dag af te vragen wat je nu wezenlijk gedaan hebt, wezenlijk tot stand hebt gebracht, dat je je op grond daarvan moet voornemen wat je met de omstandigheden van morgen zult proberen te doen, dan zeg ik dat juist omdat ook hier iets redelijks wegvalt.

De planning op langere termijn is hier niet bepaald bruikbaar. De ideologie, de theorie, de religieuze benadering is alleen maar bruikbaar in essentie – dus voor de gerichtheid van de persoonlijkheid, maar nooit als een schema waarbinnen de dingen zich gaan ontwikkelen en bewegen. Terugvallen op jezelf, ja zeker. Je moet dan ook terugvallen op andere waarden en waarderingen dan de doorsneemens kent. Neemt u me niet kwalijk, ik wil niemand beledigen als ik zeg de doorsneemens, u bent er ongetwijfeld boven verheven. Voor de meeste mensen is het heel erg belangrijk, dat het inkomen tenminste gelijke tred houdt met de gestegen kosten, om maar eens wat te noemen. Het is heel erg belangrijk, dat ze aanzien hebben, macht. Dat ze een baan hebben en al die dingen meer. Die dingen zijn alleen maar de uiterlijkheden, het zijn de versierselen.

Een kerk wordt gemaakt, door het gebed van de gelovigen, niet door de stenen waarmee je de tempel optrekt. Wanneer je dat gaat begrijpen, zeg je: in het leven moet ik iets anders brengen. Ik moet juist proberen die innerlijke waarde die in mijzelf leeft op de een of andere manier steeds weer ergens aan te voelen en zo goed mogelijk gestalte te geven. In deze tijd is dat vaak moeilijk. Ze zullen denken, dat je gek bent of ze zullen zeggen, dat je je verstand niet gebruikt of zelfs, dat jouw benadering van het leven absoluut a-logisch en gevaarlijk zelfs is. Ik kan het er wel mee eens zijn, tenminste als ik het standpunt huldig, dat wat er nu is, moet blijven. Ja, dan is dat levensgevaarlijk. Aan de andere kant, dat wanneer wat nu is blijft, iedereen kan uitrekenen, dat je stil blijft staan. Stilstaan betekent steeds vaster verward raken in een bepaald patroon van denken en handelen. Ontwikkeling is juist het tegenovergestelde. Het is het steeds weer doorbreken van bestaande patronen om meer omvattende patronen te ontwikkelen.

  • Wat is eigenlijk een mystieke beleving?

Een mystieke beleving is een onbeschrijfbare reeks van ervaringen, meestal vertaald in emoties en dan later gevangen in een aantal symbolen, die de werkelijkheid niet volledig weergeven. Onze mystieke beleving is een opgaan in een totaal van onze mogelijkheden of een groter deel van onze mogelijkheden dan we op dit ogenblik gebruiken. Dan zou ik zeggen, dat een mate van mystiek onmisbaar is voor een ieder, die in deze tijd tot ontwikkeling wil komen. Het mag geen opgelegde mystiek zijn van buitenaf, geen heilig verklaring van denkwijze, principes of systemen, maar een gevoelsbeleving waardoor je voor jezelf tot rust en aanvaarding komt en gelijktijdig in jezelf de kracht ontdekt om verder te gaan binnen beperkingen, die je voor een ogenblik vergeten bent.

Zo is de mystiek voor ons eigenlijk wel mede een noodzaak. Nu zijn er mensen, die zeggen, dat mystiek los staat van de werkelijkheid. Dat is lang niet altijd waar. Mystiek kan wel degelijk deel uitmaken van de werkelijkheid. Ze kan soms meegedeeld en beleefd worden in zuiver materiële handelingen zoals eens in de eerste christengemeenschap de werkelijke verwantschap met elkaar en met God werd uitgedrukt in de agape, de liefdesmaaltijd, waarbij wel degelijk behoorlijk werd gegeten en niet alleen maar symbolisch en uit te verte. Onze mystiek is dus de wijze waarop wij de banden van het leven aanvaarden met de hogere bedoeling, die niet uitdrukbaar is alleen maar in redelijke termen waar geen verklaring voor te geven is, maar waarvoor wel een beleefbaarheid bestaat.

Met de mystiek wordt voor ons de tijd ook een beetje anders. Vergeeft u me, wanneer ik hier misschien de fout in ga, want uw wereld is toch wel een beetje anders dan de stoffelijke wereld, die ik eens kende. Ik stel het ongeveer als volgt voor: Je ziet de hele wereld en je gaat uit de problemen al datgene weg schrappen waar je geen directe invloed op hebt. Dus je gaat je stoffelijke invloed beperken tot datgene waarbinnen je feitelijk kunt reageren en handelen en waarmee je werkelijk meent iets te kunnen bereiken. Dan heb je al iets gedaan. Je hebt namelijk in plaats van een warrig beeld van een wereld wat je jezelf probeert op te leggen, je wereldbeeld teruggebracht tot een actie, een ontwikkeling waarin je zelf een rol speelt. Heb je dit eenmaal tot stand gebracht dan blijkt, dat door je manier van handelen en doen je zelf allerlei ervaringen ontstaan. Die ervaringen brengen dan weer allerlei onredelijke impulsen.

Laten we een van de meest simpele nemen. U hebt nog nooit gedaan aan paranormaal genezen. Op een gegeven ogenblik komt er iemand scheel van de hoofdpijn en groen van ellende bij u en ineens heeft u het gevoel, dat u er iets aan kunt doen. Dan moet je niet denken, dat u gek bent en het niet kunt. U heeft het gevoel, dat u er iets aan kunt doen en u zegt, dat u zult proberen hem te helpen. Of je dat dan wilt doen met handen strijken of alleen maar met je gedachten dat moet je zelf weten. Je voelt dat vanzelf wel aan. Leer te werken met die vreemde opwellingen in je, die in zichzelf wel degelijk een kracht uitdrukken. Wanneer je die krachten gebruikt dan ontplooi je eigenlijk een deel van de toch wel meer geestelijke persoonlijkheid. Je werkt met levenskracht. Je werkt misschien met astrale projecties. Misschien grijp je nog hoger en heb je bepaalde lichtkrachten uit je eigen persoonlijkheid geput. Je gaat dan ontdekken, dat de hele wereld om je heen – ongeacht de verschijnselen, dat is het belangrijkste – toch iets in zich draagt wat herkenbaar is. De herkenbaarheid van het licht van de kracht, die in jezelf bestaat in de andere.

Op het ogenblik, dat je beseft, dat je niet deel bent van een groot geheel waarop je geen invloed hebt, niet een molecuul in een monolitisch geheel, maar eerder een ster of een planeet, die danst ergens in een hemelruimte en met andere sterren en planeten voortdurend nieuwe configuraties scheppen. Dan oordeel je niet meer menselijk, dan denk je niet meer in systemen, dan reageer je op basis van harmonieën. Een harmonie, die in het begin natuurlijk alleen tussen mens en mens herkenbaar is zal steeds meer kenbaar worden met alle krachten, die er bestaan. Wat let mij om aan te voelen, dat er een kracht is in de zon, die tegen mij spreekt en waarop ik antwoorden kan. Want ook dat is ergens waar. Ook dat bestaat ergens. Wat mij betreft moogt u ook een praatje maken met Venus of Mars, als u maar niet denkt, dat Venus van Milo is en dat Mars ergens in Parijs een veldje heeft liggen. Het zijn niet de goden van de oude godenwereld zonder meer, maar het zijn wel degelijk invloeden. Het zijn harmonische krachten, die iets eigens bezitten. Wanneer je daar mee gaat communiceren, dan denk je: ik ben ook innerlijk in beweging. Een mens, die denkt, dat hij stil kan staan is een dwaas. De mens, die denkt, dat hij alleen naar buiten toe in beweging kan zijn is een nog grotere dwaas.

De mens, echter, die beseft, dat in hemzelf zich een voortdurend proces afspeelt, dat hij voortdurend op reis is in zichzelf tussen licht en donker, tussen duister en licht, dat hij wereld na wereld beleeft en verlaat in zichzelf en steeds weer in de nieuwe wereld een kracht en een mogelijkheid ervaart waardoor hij nieuwe werelden beter begrijpt, totdat hij uiteindelijk kan voorkomen, dat er een blinde plek is op het ogenblik, dat hij eventjes de perfecte harmonie kan proeven. Wanneer de mens innerlijk zover komt, dan is de uiterlijke wereld ook veel minder belangrijk. Het christendom heeft fantastisch mooie spreuken. “Heb uw naaste lief gelijk uzelf en God boven alles.” Ik ben hier geneigd om onze vriend Henri te citeren, die zegt, dat wat men in het christendom van de naastenliefde heeft gemaakt niet veel meer is dan dit: “Naastenliefde is de liefde, die een christen om Christus wil van zijn naaste meent te mogen eisen.” Het is maar een citaat, maar er zit veel waarheid in. De liefde, die wij voor de naaste hebben is een kwaliteit in onszelf, die niet door de naaste wordt bepaald, maar door onszelf alleen. God boven alle dingen liefhebben betekent niet, dat we God kennen. Het betekent alleen, dat we onbekende zaken met zo’n intensiteit kunnen beleven, dat we daardoor als het ware verbonden zijn met het onbekende.

Dat is God liefhebben boven alle dingen. Wanneer dan een naaste behoefte heeft aan het een of ander, dan zeg je niet: waarom zou ik het geven, kan het niet anders? Neen, dan is het noodzakelijk geworden voor je om te reageren op het behoeftepatroon van die ander zover als dat voor die ander noodzakelijk en voor jou volgens je wezen en krachten en mogelijkheden op dit moment bestaanbaar is. Werkelijke naastenliefde, werkelijke broederschap betekent heus niet de vrede op aarde waar een hoop mensen van dromen. Wanneer je geestelijke ontplooiing zoekt in deze tijd moet je niet dromen van vrede op aarde. Vrede op aarde is onbestaanbaar. Op aarde is het een voortdurende wisseling. Alle leven is ergens strijd. Het is misschien de strijd van het griepvirus om u voortdurend nog als gastheer in bedwang te houden. Het is de strijd van de vogel om aan de kat te ontkomen. Het is de strijd van de mug om verder te kunnen dansen tot dat hij voor nageslacht heeft gezorgd. Alles is strijd. Ook onder mensen is strijd. De uiterlijke vormen van uw wereld zijn gebaseerd op competitie, op een zoeken naar meerwaardigheid ten aanzien van de ander. Het is het voortdurende zelfbehoud, dat je aanspoort jezelf te zijn, zelfs ten koste van anderen.

Je kunt hieraan voor een deel ontkomen, maar nooit voor het geheel, want je leeft in de stof. Als je dat gaat begrijpen verzet je je ook niet meer tegen allerlei zaken, die in feite inherent zijn aan een stoffelijk bestaan, maar je probeert uit die waarden het edele te vinden. Het is zoals het in het oude Sanskriet staat geschreven: “Niets is de held, die niet meer strijden zal, maar het is de held, die zijn strijd sublimeert, zich niet meer afvragend: zal ik overwinnen of zal ik sterven, maar zich alleen afvragend: wat is de mij erkende wil van het hogere en hoe kan ik die uitdrukken?” Dat is de mogelijkheid in deze wereld om te verdienen.

Of deze wereld geteisterd wordt door atoomgevaar, chemisch gif of misschien dreigt in te slapen in een pseudo-vrede, die in feite niets anders is dan een vorm van een economische oorlog, maar dat doet niet ter zake. De uiterlijke vormen zijn voor ons nu eenmaal niet direct beïnvloedbaar en veranderbaar. Je kunt niet met één gedachte de wereld veranderen, maar je kunt jezelf veranderen en daardoor in jezelf boven de redelijke gedachte uit aanvoelen wat leeft in die wereld en dan jezelf zo juist mogelijk uitdrukken in die wereld. Je kunt ontkomen aan de beperking van de stoffelijke weg waar je ondanks alles aan gebonden bent en komen tot een voortdurend dieper beleven van een hogere kracht en waarde zodat je afstand gaat nemen van de onmiddellijke beeltenissen zelf op aarde en in de plaats daarvan langzaam maar zeker gaat inzien, dat je deel ben van een wordingsgang.

Inderdaad, van een algehele ontplooiing van kosmische aard. Ik weet, dat dit – wanneer je dit in deze woorden uitdrukt – in feite filosofisch is. Het is een soort speculeren op de rede. Ik kan dit alles niet zonder meer toegeven, maar wanneer het geloof het aanvaardt, aanvaard ik het helaas zonder meer. Dat wil zeggen zonder me af te vragen wat er aan verbonden is, wat de mogelijkheden zijn en wat de werkelijkheid is zoals je die zelf beleeft. Wanneer u het onderwerp stelt: de mogelijkheid tot geestelijke ontplooiing in deze wereld, de wereld van vandaag waarin u zit, dan kan het antwoord niet anders luiden dan: Mens probeer meer mens te worden, door meer een te worden met jezelf. Mens-zijn is niet alleen een uiterlijke vorm. Het is een innerlijke harmonie, die je existentie zodanig bepaalt, dat je daardoor enerzijds meer deel wordt van het geheel en anderzijds je meer bewust wordt van je eigen weg of deel van het geheel.

U ziet het, het is een onderwerp waar je een beetje je hoofd bij moet schudden. Als ik naar de mensen kijk – dat doe ik ook wel eens, ik heb alleen een ander standpunt – dan valt mij steeds weer op, dat de mensen, die geloven aan datgene waarvan ze weten dat het niet bestaat, eigenlijk mensen zijn, die wegvluchten voor het weten van wat ze zelf werkelijk zijn. U vindt het misschien krankzinnig wanneer ik het zeg, maar als ik mensen zie, die bezeten zijn van macht, dan vraag ik mij af hoe het komt dat zij die macht nodig menen te hebben om zichzelf te zijn, om iets te betekenen. Je betekenis is eeuwig wanneer je jezelf bent. Als je macht nodig hebt voor die betekenis dan houdt het alleen maar in, dat je jezelf niet kunt aanvaarden zoals je bent, jezelf niet durft te erkennen zoals je leeft en in jezelf de waarheid niet durft te vinden, die deel is van jouw wezen.

Als ik kijk naar al die mensen, die zoveel bezit nodig hebben, dan vraag ik mij af of het werkelijk dwingend is. Bezit is een bijkomstigheid. Het is precies hetzelfde als die mensen, die nu zeggen: ach, wat moet dat worden, waar gaat het naar toe met die economie? Als het zo door gaat kan ik niet eens naar het buitenland met vakantie volgend jaar, wat een ellende. Voor die mensen is vakantie misschien leuk, ofschoon je hier al zo gauw aangebrand bent, dat je heus niet ergens anders in de zon hoeft te gaan liggen branden. Wat werkelijk nodig is, dat is wat je nodig hebt om jezelf in stand te houden. Dat is voedsel om je lichaam in stand te houden. Rust opdat je altijd weer fris van geest verder kunt gaan. Wat je nodig hebt is materiaal om in jezelf te denken, te geloven. Die dingen heb je nodig. Die kun je niet krijgen in een of ander warenhuis. Er is geen discountzaak, die dat verkoopt, ook al zijn er wel sekten, die zich als zodanig proberen voor te doen.

Wat wij nodig hebben is doodgewoon een aanvaarding van vandaag in de wetenschap, dat wij vandaag moeten werken met wat we nu zijn; wat we nu kunnen en wat we nu in onszelf moeten proberen te vinden. Wat er aan kracht en aan weten is boven alle logica desnoods waardoor we meer tevreden kunnen zijn met onszelf en een juister gevoel kunnen ontwikkelen voor het zijn waarvan we deel uitmaken. Ik meen, dat uw tijd die mogelijkheid inderdaad biedt. Ik meen, dat de opzet van sociale en andere structuren, economische structuren het heel erg moeilijk maken voor een mens zich deze mogelijkheid te realiseren. Men wordt teveel door uiterlijkheden in beslag genomen. Men laat zich teveel meeslepen door de al dan niet vermeende problemen en vervaagt zo zijn eigen begrip voor de directe noodzaak tot harmonisch zijn tot waar men zelf bestaat. Maar mogelijk is het.

Als ik kijk naar de toekomstige ontwikkeling dan wijst uit, dat allerlei sociale zekerheden, die de mens meent te bezitten zullen worden aangetast aan alle kanten. Als ik het simpel zeg bedoel ik dit: u hebt een luxe huis voor uw gemeenschappen gebouwd met zodanig slecht materiaal, dat de schimmel en de rot er nu voortdurend en onhoudbaar in komt. Dit betekent, dat je je los moet gaan maken van alle zaken die ideëel en socialistisch zijn, want het is niet waar te maken. Je kunt niet meer met en vanuit de gemeenschap opereren, je moet als mens vanuit jezelf en met jezelf en met de harmonieën, die je in de gemeenschap vindt, iets tot stand brengen. Daarom zullen de mensen in deze dagen steeds verder terug moeten vallen op hun innerlijk.

In het begin zullen ze dat doen met hun logica totdat ze ontdekken, dat de logica hen bijna gek maakt. Als je logisch redeneert is deze wereld in twintig jaar ten einde. Ze weten in zichzelf, dat het leven niet in twintig jaar ten einde kan zijn. Dan moeten ze die a-logische, die onlogische krachten aanvaarden, die eigenaardige stemmen, die in jezelf spreken. Die piekjes van licht, die eigenlijk tegen alle rede in je toch even blij maken of je opeens toch energie geven op het moment waarop je dacht, dat je niet meer verder kwam. Dat zullen steeds meer mensen moeten ervaren, maar in die ervaring zullen ze gaan grijpen naar die geestelijke harmonieën, naar die werkelijke ontplooiing van het net boven het redelijke omdat het alleen voor hen zo mogelijk is de wereld, die ze redelijk aantreffen of aanvaarden en desondanks er iets mee te doen.

Dan zeg ik, dat deze tijd in zichzelf, juist door de ondergang van haar al te complexe structuren, die ze al te snel met al te veel droombeelden heeft opgebouwd, steeds meer mensen zal confronteren met de innerlijke waarheid en zo de geestelijke ontplooiing van de mens in de toekomst steeds verder uitbreiden, ja deze op den duur noodzakelijk maken voor een ieder, die geestelijk en mentaal gezond wil blijven.  Begint met een enkeling, maar het zal de massa moeten zijn die het doet. De massa is een scheldwoord voor alle eenlingen, die je niet van elkaar weet te onderscheiden. Goed nadenken. Natuurlijk begint het met eenlingen, maar de wereld is opgebouwd uit eenlingen. Alle massaliteit ontstaat altijd uit een verdwazing waarin men niet meer zichzelf is en zich bewust is van zichzelf, maar zich mee laten slepen door de denkbeelden van anderen, door de gevoelens en emoties van anderen zonder zich ook maar af te vragen wat de werkelijkheidswaarde daarvan is binnen de eigen persoonlijkheid is. Wat u ziet als de massa, is geen massa.

Het is als met zand. Je kijkt er naar aan de zee en je zegt: het is strand, maar probeer eens een gat te graven in de duinen. Het blijkt, dat het zand voortdurend door blijft stromen. Je kunt het duin niet zonder meer geheel veranderen. Het zand gaat reageren. Elke korrel kiest dan een eigen baan, volgens de eigen omstandigheden. U ziet alleen het massale effect en u zegt, dat het zand voortdurend langs de kanten afloopt en dat u daardoor een half duin af zou moeten graven om een put te krijgen, die tot het grondwater reikt. Misschien kunt u het zo begrijpen. Daarom heb ik bezwaar tegen het gebruik van het woord “massa” alsof men wil zeggen: nou ja, er is iets verwerpelijks en een paar eenlingen steken daar boven uit.  Ik bedoelde eigenlijk, dat het begint met eenlingen. Langzamerhand wordt het een massa. Het wordt geen massa, dat is het hem juist. Het blijven eenlingen. Zodra de mens zich los kan maken van de illusie, dat hij deel is van een massa en zich dus meer bewust wordt van zichzelf als een unieke persoonlijkheid, laat ik het zo zeggen: Hij gaat werken met de kwaliteiten, die in die unieke persoonlijkheid zijn. Dan ontstaat in feite een ontmaskering van alles wat massa heet.

We zien dan opeens, dat ons hele contact en de massa in zijn samenhang zelfs bepaald wordt door harmonieën die ontstaan. Hoe bewuster die harmonieën zijn, hoe bewuster tijdelijk massale verschijnselen in feite de uitdrukking worden van een harmonie. Je kunt niet zeggen, dat de eenling alles verandert, maar je kunt wel zeggen, dat de verandering in de eenling mede de aanduiding in de verandering is in het geheel.

  • Opmerking over persoonlijkheid. Wat is persoonlijkheid?

U kunt het dan misschien als volgt formuleren. De gehele mensheid is een persoonlijkheid in die zin, dat door het menszijn het behoort tot een zeer bepaalde ontwikkeling en bewustwordingsgang welke bepaald wordt door het wezen menszijn, zodat er een algemene harmonische waarde en norm bestaat waardoor alles wat binnen het mensdom bestaat als mens zich zal moeten voegen. Dit neemt niet weg, dat elke mens binnen dit geheel een persoonlijkheid is.

  • Het mensdom is dan de beperking waarbinnen de persoonlijkheid behouden blijft zolang ze zich wil blijven beseffen volgens de normen van het menszijn. Praktisch onverstaanbare opmerking.

Dat is niet volledig juist. Door de televisie wordt u in zoverre beïnvloed, dat uw denken, dat wil zeggen uw beredenering, uw emotionele benadering als mens op materiële basis en op basis van redelijke normen als mens mee gericht en bepaald kan worden. Tot zover ben ik het met u eens. Wanneer ik met u spreek, dan heeft dat een mate van suggestieve beïnvloeding ten gevolge. U volgt mijn argumentatie. Wanneer u er naar luistert bent u tijdelijk niet volledig in staat uw bewuste en onbewuste innerlijke elementen daartegen af te meten. Op het ogenblik, dat het is afgelopen, behoudt u wel een herinnering aan fragmenten van wat ik hier gedaan en gezegd heb. Maar welke fragmenten en herinneringen behoudt u nu? Dat is heel eigenaardig. U onthoudt die dingen, die passen bij uw beeld van wereld en persoonlijkheid. Anders gezegd: Ook wanneer u nu niet selectief luistert, zult u wel selectief herinneren. Wat meer is, door die selectie zult u uw eigen persoonlijkheid scherper omschrijven ook ten aanzien van de orde.

  • Opmerking over daden, die je normaal niet zoudt doen, maar wel doet door beïnvloeding.

Ik kan me u ook moeilijk als een kraker of iets dergelijks voorstellen, dat geef ik direct toe, maar wanneer u daarin betrokken wordt op een gegeven ogenblik, dan betekent het, dat bepaalde elementen van uw redelijkheid bijvoorbeeld of van uw normale gevoel zijn uitgeschakeld. De daden, die u onder die invloed tot stand brengt zijn dus niet volledig uw daden. Waarom laat u zich door die massa beheersen? Omdat het beter is voor u, aanvaardbaarder, om in een massa op te gaan  en u zo gesteund te voelen door het geheel en gelijktijdig uw belangrijkheid aan het geheel te ontlenen dan u bewust te blijven van hetgeen u zelf bent en van hetgeen zich in geheel afspeelt. Dat is dus een kwestie van een geestelijk nog niet voldoende ontplooid zijn. We hebben het er nu ook niet over, dat de mensen in deze tijd geestelijk ontplooid zijn. We hebben het over de mogelijkheid om je in deze tijd geestelijk te ontplooien.

Ik heb geprobeerd aan te tonen, dat die mogelijkheden wel degelijk bestaan. Ik heb geprobeerd er op te wijzen, dat de toekomstige ontwikkelingen voor zover ik die vooruit kan zien, in feite voor de mens dit terugkeren naar het persoonlijk zijn, naar de persoonlijke harmonie en de bovenredelijke persoonlijke waarden, steeds noodzakelijker worden wil men zichzelf blijven en dus niet verzinken in een soort stupor waarin men uiteindelijk nog slechts een soort mierenbestaan kan voeren en alleen nog maar door uiterlijke prikkels en lichamelijke noodzaken wordt bestuurd.

  • Dus moet je je tegen de maatschappij afzetten? Waarom?

Op het ogenblik, dat ik mij afzet tegen de maatschappij, neem ik een standpunt in ten aanzien van de maatschappij. Dit wil zeggen, dat ik – ofschoon met een andere gerichtheid – in mijzelf beperkingen tot stand ga brengen, die vergelijkbaar zijn met de beperkingen, die in die maatschappij bestaan. Dientengevolge moet ik niet staan tegenover de maatschappij, maar moet ik los staan van de maatschappij. Ook niet er boven, maar los. Ik ben mijzelf. Ik ga uit van hetgeen er in mijzelf leeft, van de noodzaken, die van mijzelf uitgaan. Ik gebruik de kracht en het besef – ook al weet ik niet waar het vandaan komt – dat in mijzelf aanwezig is en de maatschappij is dan datgene waarin ik dat wezen probeer uit te drukken. Niet door haar te bestrijden of door haar te bevorderen, maar door mijzelf daarin kenbaar te maken volgens het wezen wat ik in mijzelf besef.

Luistert u nog eens heel goed. Je kunt de maatschappij niet veranderen. Je bent jezelf en de uitdrukking van jezelf vindt je niet door tegen of voor die maatschappij te zijn, maar door je eigen innerlijke erkenningen en waarden binnen het kader van die maatschappij uit te drukken, zonder je te laten belemmeren door het oordeel, dat die maatschappij over je zou vellen. Wanneer je dit doet zul je ontdekken, dat er veel meer mensen zijn, die dit doen. Hetgeen uw maatschappij een massa noemt is heel vaak een soort kunstmatige gestalte, die gelijktijdig als een soort vermomming wordt gebruikt door velen, die zichzelf zijn en die proberen tot een zuiver persoonlijk leven te komen.

  • Geldt dit nu ook voor een maatschappij in, laten we zeggen, Afrika?

Een maatschappelijke vorm, onverschillig welke, is een weergave van iets wat in een volk woont. Neem me niet kwalijk, dat ik hier weer even onze vriend Henri citeer: Elke volk krijgt de regering, die het verdient. Wat zijn jullie dan een rotvolk. Het gaat toch niet om de uiterlijke vorm? Wat voor u onaanvaardbaar is, kan in een andere maatschappij, een ander land normaal zijn. Het gaat er niet om wat uiterlijk en volgens uw normen iets betekent, het gaat er om hoe de mensen dit innerlijk beleven en op welke wijze ze onder deze omstandigheden zichzelf kunnen zijn en in zichzelf geestelijk en anderszins het een en ander tot ontwikkeling brengen. Nu zijn er een heleboel wonderlijke conclusies te trekken. Het is u misschien niet bekend, dat er in de Sovjet-Unie kapitalisten zijn. Het is toch waar. Er zijn inderdaad mensen, die zich opofferen en alles met iedereen delen zover zij kunnen, in een kapitalistische maatschappij. Er zijn landen waarin men buitengewoon vrijdenkend zegt te zijn en waarbij discriminatie als een vloek wordt beschouwd en ze toch wel toepast. Er zijn ook landen waarbij de discriminatie zoals u dat noemt, ontaard is in een zodanig kaste-bewustzijn, dat het voor u onaanvaardbaar is. Maar voor de mensen zelf vormt het in feite een stimulans om te beantwoorden aan bepaalde geestelijke en materiële normen enerzijds en anderzijds om aan zichzelf te werken om de beperkingen van hun huidige kaste te overwinnen.

Dan is zo’n kaste-maatschappij onder die condities geestelijk gezien voor die mensen meer aanvaardbaar dan een westelijke opvatting zonder enige discriminatie: wees maar wat je wilt en doe maar wat je wilt, omdat die mensen daardoor de stimulus ook innerlijk aan betekenis te gewinnen, zouden verliezen. Daaruit vloeit dus mijns inziens voort, dat je niet kunt zeggen, dat een bepaald regeringssysteem slecht is of dat het goed is. Het is wat de mensen er van maken. Geloof me dat er evenveel gemoord en gemarteld wordt in de naam van de democratie en de vrijheid als in de naam van de totalitaire heersers of het enig juiste systeem. Laten we dat beseffen, dan zullen we ook weten, dat een maatschappelijke vorm, een staatkundige structuur, in wezen alleen maar een soort puddingvorm is, die bepaald wordt in zijn kwaliteitssmaak, zijn inhoud door hetgeen er in zit en dat zijn de mensen.

Waar mensen bereid zijn elkaar te martelen, daar wordt gemarteld. Of het in de naam van de inquisitie is of omdat de voetbalclub verloren heeft. Zolang u dat in de gaten houdt zult u misschien minder over staatkundige systemen willen denken en iets meer over de menselijke drijfveren, die – wanneer we de motieven beseffen – misschien de mogelijkheid in zich bergen om iets te verbeteren. Verander niet de vorm, maar bevrijdt de mens van zijn slavernij en eigen gevoelens van onwaardigheid, onvermogen en onbetekenend zijn door hem zoveel mogelijk zijn innerlijke kracht te laten beseffen. Wat natuurlijk zeer abstract is en in de geest gemakkelijker gezegd is dan op aarde gedaan. Dit hierbij aangetekend, dat ik dit onmiddellijk toegeef.

  • Vraag over de “beruchte” formules.

Ze zijn inderdaad berucht omdat ze vooral door die mensen worden geciteerd, die de feitelijke betekenis niet eens kennen. De meest idiote mensen schreeuwen, dat E = MC2, ze weten niet eens wat E is, laat staan wat M en C zouden moeten betekenen. Hoe je er toe komt weten ze al helemaal niet, maar het betekent voor hen wel een ding: ergens is er het gevaar van de atoomontbinding. De dood van de tijd. Ze weten niet waar ze het feitelijk over hebben. In die zin zijn dergelijke formules en ook bepaalde andere uitspraken van filosofen en godsdienstleraren zelfs, berucht. Je zoudt kunnen zeggen, dat Jezus boodschap: gaat uit en onderwijst alle volkeren, een van de meest berucht uitspraken is, die Jezus ooit gedaan heeft. Want is dit niet de rechtvaardiging geweest van mensen om hun gevoel van onbetekenend zijn door zogenaamde zendingsdrang, vaak met geweld en geweer, om te zetten in een gevoel van goddelijke verhevenheid en gelijktijdig van meester zijn over het lot van anderen.  Heeft hij het werkelijk gezegd? Hij heeft het inderdaad gezegd. Maar hij heeft het gezegd in een wat andere samenhang dan men vermoedt. Men heeft hem namelijk gevraagd: “Rabbi of Rabboni, waarschijnlijk zal het wel Rabboni geweest zijn, het waren de leerlingen, gij hebt ons zo veel gegeven. Maar wat is het nut daarvan?” Toen heeft hij geantwoord: “Wel, gaat uit en onderwijst alle volkeren en spreekt van de Vader en van alle wonderen, die ik gedaan heb uit zijn naam.” Dat is de meest juiste weergave, ofschoon het een vertaling is uit het Hebreeuws. Naar het Nederlands toe zal het wel enige manco’s vertonen. De leerlingen hebben dat opgevat letterlijk als “gaan”.

Ze zeiden: “Ja maar, als we gaan wat dan?” Toen heeft Jezus ook nog iets gezegd, en dat vergeten ze er heel vaak bij te zeggen: “Neem geen tweede paar schoenen mee, ga en breng de boodschap.” De leerlingen: “Als ze niet luisteren?” “Dan ga je naar het volgende huis.” De leerlingen: “Als ze daar niet luisteren?” “Dan ga je naar de volgende stad.” De leerlingen: “Waar zullen we dan eten?” Jezus: “Daar zal God voor zorgen.” Met andere woorden, vertrouwen. Het enige wat het christendom heeft ontwikkeld is een voortdurend wantrouwen in elke christen, die een woord anders durft te duiden dan je het zelf doet. Neemt u me niet kwalijk als ik het zo zeg. Dergelijke uitspraken zou je terecht berucht kunnen noemen. Er zijn er heel wat meer.

Om nog maar eens zo’n beruchte te noemen: “Maar sapristi, het zal toch wel gaan.” Van wie het is moogt u zelf uitzoeken, het is een bekende Nederlander.  Ik hoop voor u, dat u die innerlijke kracht en wijsheid vindt, waardoor u zich even vrij, vreugdig en licht zult mogen voelen als ons is gegeven in de ogenblikken, dat wij rusten van het werken in andere werelden

image_pdf