6 februari 1992
Mijn specialiteit op het ogenblik althans is de mensheid gadeslaan en blij zijn dat ik overleden ben, anders zou ik mij soms doodlachen. Kijk, wanneer je zegt: geestelijke vrijheid dan heb je twee dingen die je moet definiëren. Wat is geestelijk? Het is meer dan het mentale gebied, want de geest omvat meer dan alleen maar het denken. Dus het is een gebied van vrijheid dat zich verder uitbreidt dan de kenbare wereld. Ik dacht dat die definitie voor iedereen aanvaardbaar zou zijn. Als het niet zo is, commentaar is welkom.
Dan hebben we het begrip vrijheid. Vrijheid is een ideaal dat nooit waar kan worden. Want een ieder is gevangen in datgene wat hij zelf denkt te zijn. Denkt u daar ook even over na. En dan komen we vanzelf aan de vraag: Wat is geestelijke vrijheid?
Geestelijke vrijheid is terugkeren tot datgene wat wij zelve zijn. En dan zeggen er mensen: ja, dat is best, maar daar hou ik mij liever niet mee bezig, ik ben al blij dat de buren het niet weten, hè. Wat wij werkelijk zijn is een complex van gevoelens, van vooroordelen ook, van reacties, van gevoeligheden t.a.v. de wereld, van klanken, noem het maar op. We moeten eerst eens weten wat we zelf zijn, want dat is de beperking waaraan we gebonden zijn. Onze vrijheid kan alleen daar ontstaan, waar we eerst onszelf erkennen voor wat we zijn en aanvaarden voor wat we zijn. En dan is het makkelijk genoeg om te zeggen: ja, we horen in een groot geheel en daar hoort reglementatie, organisatie bij.. Maar een organisatie kan voor mij alleen dan werkelijk zinvol bestaan, wanneer ik me daar als mens of als geest deel van gevoel. Met andere woorden, wanneer ik zover mijzelf daarin weerspiegeld vind, dat ik in staat ben om daarin mijzelf te beleven. En als ik een geest ben – ja, ik ben er toevallig een, niet dat het opvalt hoop ik -, maar als ik geest ben, dan leef ik in een wereld waarin mijn eigen gedachten alles domineren. Ik ben dan in zekere zin geestelijk vrij, want ik kan alleen datgene ontmoeten wat in mijzelf bestaat. Het is een voortdurende confrontatie met alles wat in het geheel bestaat en waarvan ik kennis, waarvoor ik begrip, waarvoor ik aanvoelingsvermogen bezit.
En dan kun je zeggen, ja, dat is de hemel. Nou, het kan zijn, het ligt aan je eigen inhoud, het kan de hel ook zijn. Maar alles wat je zelf bent, vind je terug in die wereld die je geestelijk beleeft. Een mens op aarde wordt geconfronteerd met een wereld die althans niet volledig beantwoordt aan hetgeen wat hijzelf is en denkt en wil. En daarom is zijn vrijheid beperkter dan die van de geest, wanneer we dat zien als een vorm van zelfvervulling.
Aan de andere kant, door de confrontatie met zaken die niet geheel in zijn wezen verankerd zijn, komt hij tot een uitbreiding van zijn aanvoelings- en begripsvermogen. Zijn wereld groeit, maar om die wereld te laten groeien die in hem bestaat, zal hij voor lief moeten nemen, dat er overal contrasten, conflicten, tegenstellingen zijn. En dan kom ik in mijn poging om dus dat onderwerp een beetje vast te leggen, eigenlijk tot de volgende omschrijving: Geestelijke vrijheid is het vermogen steeds meer in jezelf te beleven en gelijktijdig steeds meer jezelf te zijn. Dat heeft dus niets te maken met vrij om te doen en te laten wat je wilt, dat is allemaal bijkomstig. Ik geloof dat een mens zijn consequenties moet trekken uit datgene wat hij wil zijn. Bijvoorbeeld: ik wil niet werken in een consumptiemaatschappij, betekent in feite ook: ik vergooi mijn recht om te consumeren. Ik wil niet mij bezig houden met, noemt u maar een willekeurig ding op, voor mijn part met sprookjes van Andersen, betekent eenvoudig: ik verwerp dit, maar dan maak ik mijzelf ook onmogelijk mij te beroepen op datgene wat erin ligt.
Vrijheid kan dus alleen bestaan, dacht ik, wanneer we reëel genoeg zijn om te beseffen, dat zolang er rond ons een wereld bestaat, ons hele bestaan van de wisselwerkingen in die wereld afhankelijk is. Alweer: erkenning, en dan zullen wij daaruit de consequenties trekken t.a.v. ons eigen gedrag. Kijk, ja, mag ik een keer een heel cru voorbeeld nemen: Jezus wist dat hij zou sterven. Hij wist dat op de Hof van Olijven. Voor die tijd had hij rustig weg kunnen gaan. Dus hij behoefde niet aan het kruis te sterven. Als je de dood kunt voorkomen en die desalniettemin aanvaardt of zelfs zoekt, wat is dat dan volgens de moderne termen: zelfmoord.
Dus je zou zeggen: ja, dan klopt dat niet wanneer we dat verheerlijken. Maar dat kan iets anders zijn: iemand offert zichzelf op om een ander te redden. Hoe vaak is dat niet gebeurd: u leeft hier aan de kust, denk alleen maar eens aan al die bemanningen van reddingboten die zijn omgekomen bij een poging om anderen het leven te redden. Dan offer je niet, omdat je sterven wilt, maar omdat er een noodzaak ligt in het lot van anderen. Het is een vrije beslissing. En als je dan zegt: ja, Jezus moest sterven, opdat zijn leer en al wat ermee samenhangt dus zou worden uitgedragen en dat was belangrijker dan het andere, dan kun je niet meer zeggen: het is zelfmoord, dan kun je zeggen: het is een offer.
Nu zal een gewoon mens heel vaak zeggen: ja, maar ik vind dit zo goed en zo mooi en nou moet de wereld dat maar aanvaarden. Er is zelfs een man geweest die was zo fanatiek voor de vrede bezig, dat hij tegen een ander zei: ‘En als jij nou niet ophoudt met je oorlogszuchtige praatjes, sla ik je de hersens in’. Want zo zijn de mensen dan. Maar wanneer ik tegen geweld ben, mag ik geen geweld plegen, ik mag er niet aan mee werken, ik mag het niet in stand houden. Dan trek ik de consequentie uit wat ik voel als waarheid of als ideaal.
Als je zegt: ja, ik geloof dat alle mensen gelijk zijn, dan moet je niet zeggen: daar loopt een idioot, want je hebt het over jezelf; alle mensen zijn immers gelijk. Die vrijheid om jezelf te zijn, betekent het aanvaarden van de consequenties van hetgeen je bent, ook in de gemeenschap waarin je leeft. En het wonderlijke is dit – en nu spreek ik weer even vanuit een geestelijke wereld, maar het lijkt mij een goede aanvulling op het voorgaande – wanneer jij dus consequent bent, dan offer je niet alleen, maar dan verleg je ook grenzen, in jezelf, maar ook elders. Wanneer een entiteit die in een hele prettige wereld leeft, afdaalt om een ander te helpen uit een duistere wereld omhoog te komen, dan is dat een offer in zekere zin. Het betekent dat je kracht en mogelijkheden verliest om een ander te helpen en dat je gelijktijdig, al is het maar tijdelijk, een beetje afstand doet van de lichtende vrijheid die je dan toch meende te kennen. Maar door dit te doen, word je je bewust van het conflict, het probleem van degene die in het duister is. En omdat je dit kent, kun je ook de tegenstelling ervan erkennen en aanvaarden.
Laten we het zo zeggen: als je een erge zondaar kent, kun je eindelijk een hoge heilige begrijpen. En daar zitten we dan op het grensje van wat voor ons de vrijheid beperkt. Wij kunnen niet onbeperkt offeren. O, we kunnen proberen onszelf te verliezen, maar je hebt uiteindelijk het leven als een gave gekregen, tenminste zo zie ik het. En als je op aarde leeft, dan is het verwerpen van die gave, tenzij je daar heel goede redenen voor hebt, onzin, dwaasheid en in feite een beperking van je mogelijkheden. Als je aan de andere kant in de geest leert om het lage te begrijpen, dan wordt daaruit door het ontstaan van de ervaringen en het begrip duidelijk dat er ook iets hogers moet zijn. Heel veel mensen brengen die dingen niet met elkaar in overeenstemming. Ze begrijpen niet, dat als je A zegt, dat B erbij hoort. Als men spreekt over de noodzaak van een groeiende economie, dan moet men ook begrijpen, dat men spreekt over de groeiende noodzaak dat er een economische crisis ontstaat. Als je spreekt over de welvaart van de wapenproductie, moet je ook op de koop toenemen, dat die wapens eens vernietiging zullen betekenen.
Je kunt niet het ene hebben en het andere niet. En zolang de mens dat niet begrijpt, zal hij nooit werkelijk vrij kunnen zijn. Hij zal die innerlijke vrijheid niet kennen, van een aanvaarding van zichzelf en het bestaan zonder voorwaarden te stellen. En hij zal ook de geestelijke vrijheid niet kennen, omdat hij voortdurend probeert alles af te weren wat niet bij denkbeelden behoort die hijzelf nog niet waar kan maken.
Geestelijke vrijheid zou ik bijvoorbeeld op aarde als volgt kunnen omschrijven: geestelijke vrijheid is het ontstaan van een geloof, een zekerheid of een doelbewustheid in jezelf, mits je bereid bent zelf deze waar te maken. Dus niet het evangelie prediken aan anderen, nee, zelf leven volgens het evangelie. Niet anderen voorhouden hoe ze rationeler moeten denken en leven, maar het zelf doen. Niet zeggen dat iedereen de buikriem aan kan halen en gelijktijdig je eigen salaris verhogen. Dat gebeurt ook nogal eens. Niet zeggen dat er regels nodig zijn voor het verkeer en gelijktijdig zeggen: maar ik ben zo belangrijk, voor mij bestaan ze niet.
Eerst zelf zijn, dan pas het verdere. Dan krijg je een vrijheid, omdat je niet meer in tegenstelling of strijd staat met jezelf. Wanneer je jezelf aanvaardt dan is het ook veel gemakkelijker om de wereld te aanvaarden. En dan leer je veel meer in die wereld. Je verliest de dingen die onbelangrijk zijn. Hoeveel mensen leven niet met illusies? Hè, dat is een papiertje, zeggen ze: geld! Ja, zo heet het nou toevallig, maar wat is het waard? Als je het opeet, is het minder waard dan een stukje kauwgum, ook al staat er duizend of tienduizend op. Het is dus alleen wat waard, omdat anderen ook denken dat het iets waard is. En de enigen die wéten dat het niets waard is, zitten in instellingen die dat gedrukte geld uitgeven.
Begrijpt u wat ik bedoel? En zo komt dan de economie tot stand, maar wat is die economie? Is zij nu werkelijk een bestel, een reeks wetmatigheden, welnee. De economie is gewoon: aannemen dat wat er is, wel zal blijven. Een zeer ambtelijke instelling misschien, maar gelijktijdig een voorbijgaan aan het feit dat mensen anders zijn en veranderen. Als je je bezig houdt met sociale wetenschappen, dan moet je je niet alleen bezig houden met wat er nu is, je moet de mensheid begrijpen, want anders kom je voor veranderingen te staan die je niet aankunt. Leven is daarom belangrijker dan prediken of berekenen.
De geestelijke vrijheid zou in moeten houden dat elke mens toegang heeft tot elke vorm van godsverering, zolang hij maar in een god gelooft. En niet gebonden wordt aan het aanvaarden van bepaalde profeten, openbaringen, dogmata, maar gewoon: God mag zoeken, overal waar men zegt dat God is. En dat is natuurlijk pijnlijk. Wat doet een kerk zonder lidmaten, hè. Maar een lidmaat van een kerk is iemand die bij een vereniging hoort. En niet noodzakelijk iemand die het ideaal van die kerk uitdraagt. Dat is met politieke partijen ook zo. Een politicus is niet iemand die in de praktijk alles waar maakt waar hij over spreekt. Hij is iemand die anderen verzamelt om in een gedeelde illusie te streven naar iets waarvan hij zelf weet dat het niet haalbaar is. Haalbaar, ook zo’n mooi politiek woord, weet u dat? Ja. Ja, als vroeger iets haalbaar was, betekent het dat je het mee kon nemen in de winkel. Als iets tegenwoordig haalbaar is, dan betekent het doodgewoon dat je de idioten kunt laten geloven dat het iets anders betekent dan het betekent, zodat je het door kunt zetten tot iedereen eraan gebonden is voor ‘ie het beseft.
Een groot verschil. ‘Ja, taal is eigenlijk net Babel tegenwoordig’. De mensen denken dat ze hetzelfde zeggen, maar bedoelen ze hetzelfde? Democratie, wat betekent democratie? Kunt u mij dat zeggen? Iemand die geestelijk vrij is, kan het u zeggen. Het betekent dat het volk regeert, hetwelk onmogelijk is, omdat de delen van het volk niet eens in staat zijn zichzelf te regeren. En anderen spreken over dictatuur. Wat is dictatuur anders dan het zich neerleggen van een massa bij besluiten waar ze niet achter staat en de verantwoordelijk daarvan dan afschuivende op een of meer personen. Je kunt niet zeggen dat er ooit een collectieve schuld bestaat. Als je dat aanneemt, dan zul je nooit geestelijk vrij zijn. Je moet aannemen dat elke mens die je ontmoet, elke geest waarmee je contact maakt, ook zijn eigen schaduwzijde heeft en heus niet alleen de goede waarmee hij loopt te pronken. Je moet bereid zijn om die beiden te aanvaarden en als je dat niet meer kunt, dan is er maar een oplossing: dan kies je je eigen weg en laat je de ander zijn eigen weg gaan.
Dit zijn problemen die misschien schijnbaar met het onderwerp weinig samenhang hebben, schijnbaar. Maar als u geestelijk vrij wilt zijn, dan moet toch eerst in uzelf vrede en rust kunnen vinden. Hoe kunt u vrede en rust in uzelf vinden, wanneer u uzelf niet aanvaard zoals u bent. Niet zoals u zou moeten zijn of zoals het misschien voor anderen zou moeten lijken, maar werkelijk wat u bent. Wanneer u dat accepteert, dan hebt u de eerste belangrijke stap gezet. En dan zeggen de mensen: ‘ja, en dan mediteren wij, wij verzinken in de kosmos’. Ja, dat is best, maar je blijft er niet, je komt weer terug. Dan is het bereiken van die kosmos het beleven van krachten die ook in jezelf zijn. Dan is het bereiken van die kosmos het erkennen van wetmatigheden die in jou bestaan en die als deel van jezelf een deel uitmaken van je gevangenis, van je beperking. Streven naar het niet-zijn is allemaal erg mooi. Maar niet-zijn, dat zou betekenen dat alles wat je gedaan hebt, wat je bent, alles wat je doet, zelfs je streven naar het niet-zijn, zinloos is. En wij wezens die op een weg zijn, wij willen toch graag het gevoel hebben dat we vooruit kunnen komen, dat er ergens iets bereikbaar is. Dan moeten wij zoeken naar datgene wat wij in en vanuit onszelf kunnen waarmaken. Want dat zijn de enige dingen waar je werkelijk wat mee kunt beginnen.
Wij moeten nooit proberen om anderen van ons gelijk te overtuigen en dat is ook niet nodig, zolang wij innerlijk van ons eigen gelijk overtuigd zijn. En wanneer we twijfelen aan onszelf, moeten we die twijfel uitvechten. Niet zeggen: daar moet een deskundige komen om het op te lossen, want die is niet gelijk aan onszelf, die kan de oplossing niet geven, we moeten het innerlijk doen. We moeten beseffen dat het wereldje waarin we leven, uiteindelijk een wereldje is dat ook bepaald wordt door ons denken, ons doen, onze voorstelling van wat zou moeten en niet zou mogen. Pas wanneer we dat gaan begrijpen, kunnen we misschien een paar van die grenzen doorbreken. Pas dan kunnen we eindelijk zeggen: ik zit niet meer in mijn ei-schil braaf te wezen, – of ondeugend; heel veel mensen vinden dat leuker dan braaf te zijn, ja, maar goed, en dat ligt er ook maar aan wat u ook ondeugend noemt natuurlijk.
De werkelijkheid buiten ons bestaat wel, maar we zien haar en we beleven haar, we kennen haar zeer onvolledig. Dat zult u toch met mij eens zijn. U weet nooit wat er werkelijk aan de hand is. U weet alleen wat men u zegt wat er aan de hand is of uw interpretatie van hetgeen er aan de hand is en door u wordt gadegeslagen. En of u daar gelijk in hebt of niet, zult u nooit weten. Zoek dan eerst de innerlijke wereld zodanig te maken tot een eenheid dat je vandaaruit naar die werkelijkheid doorbreekt, omdat je niet oordeelt of veroordeelt, maar alleen de analogen met je eigen wezen in die andere wereld gaat beseffen zonder ze een gelijkvormigheid of een gelijkluidendheid op te leggen.
Ja, ik zit eigenlijk te dazen, hè. Nou ja, als u vindt dat ik dingen heb gezegd die niet juist zijn, één roep is genoeg en u bent aan het woord, dat weet u, ja. Want wat ik u geef is mijn wereld. En ik weet niet of dat de uwe is, misschien ziet die van u er wel anders uit en misschien kan ik nog wat leren ook over uw wereld. Geestelijke vrijheid is het groeien naar een steeds omvangrijker begrip. Een steeds verder ingaan op werkelijkheden. Het is het samengroeien met anderen zonder jezelf te verliezen. Het is het erkennen van voor jou bestaande banden of wetten zonder daardoor jezelf geketend te voelen, omdat je weet dat ze mede uit jezelf voortkomen. En dan kun je vrij denken. En dan is het helemaal niet meer belangrijk of sinterklaas ooit heeft geleefd of uiteindelijk een per ongeluk gecanoniseerde middenstandsheilige is geweest die nu weer tot zijn oorspronkelijke beroep is teruggekeerd. En dan is het helemaal niet belangrijk meer of al die profeten nou zo geweest zijn als ze het nu vertellen of niet. Dan is alleen belangrijk wat zij ons te zeggen hebben, d.w.z. wat zij in ons wakker roepen. En dan is het helemaal niet meer belangrijk of we God nou ontmoeten of niet en zeker niet belangrijk of hij nou wel een baard heeft of niet. Zo min als het belangrijk is of engelen nou wel of niet kunnen dansen op de punt van een speld; met naaldhakken zou je soms zeggen, het is mogelijk, hè. Je moet gewoon je realiseren, het gaat niet om de details, het gaat om de beleving van het geheel. En hoe meer ik het geheel beleef, zover het voor mij toegankelijk is, hoe groter de kans wordt dat mijn wereld groeit.
Niet omdat ik groei, maar gewoon omdat ik meer contact krijg met meer delen van wat dan achter al die schijnwerkelijkheden ligt. Als u mij zegt: geestelijke vrijheid, dan antwoord ik u: ‘Zoek in uzelf’. Daar ligt de ene wezenlijke vrijheid die u kunt vinden. En ik zeg ook tot u: Zoek vanuit uzelve naar de weerkaatsing van die vrijheid in u, in uw wereld, in anderen, in het andere, mijnentwege in een zonsondergang of in een blaadje gras of wat je maar zoeken wilt.
Zoek jezelf in het andere, leer jezelf kennen door de relatie die je aangaat met de waarnemingen die je doet, hoezeer beperkt en bedrieglijk ze ook kunnen zijn. Zoek naar jezelf in de uiting die in jezelf groeit aan de hand van al datgene wat je hebt beleefd of waargenomen of wat zich in jezelf afspeelt. Probeer niet anderen te verbazen of te overrompelen, probeer oprecht te zijn, uit te drukken wat je bent. En dan mag je elke weg kiezen die je wilt. Meditatiegroepjes, best, het kan helemaal geen kwaad. En wanneer de mensen daardoor die innerlijke rust gaan vinden en vanuit die innerlijke rust leren hun wereld op een andere manier te beleven, prima.
Gaat u vaak naar de mis of zit u liever naar een preek te luisteren, nou ja, dat hoeft u tegenwoordig niet meer in een kerk te doen, hè, de televisie doet het de hele dag, maar .. doe het. Als u er iets in vindt, het maakt niet uit of u over God spreekt als de Here, onze lieve Heer, Allah of wie dan ook, wanneer je hem maar beleeft. En probeer te begrijpen dat alles een geheel is. Je kunt het niet determineren zonder er het leven uit te halen. Dat is een van de fouten die we in de wetenschap vaak tegenkomen. Men probeert te ontleden en te ontleden en pas wanneer men probeert te construeren, komt men misschien tot werkelijke resultaten. Zolang je ontleedt, kom je nergens. Maar wanneer het ontleden wordt tot een kennis waarmee gebouwd kan worden, heeft ze een betekenis.
Recht en rechtspraak, het is een schitterend iets en ik denk in elke gemeenschap wel op een of andere manier onvermijdelijk. Want je moet nu eenmaal een samenleving vormen. Maar recht bestaat niet. Recht is een voorstelling, geen feit. En plicht, plicht bestaat ook niet, zij is een voorstelling, geen feit. Maar wanneer ik iets erken als plicht, is het mijn wezen dat mij dwingt die plicht te vervullen. En wanneer iets mijn wezen als een recht beroert, dan zal ik de verwezenlijking van dat recht moeten zoeken zonder daardoor de rechten of mogelijkheden van anderen te verstoren.
We moeten begrijpen, maar hoe kun je begrijpen, wanneer je afgaat op uiterlijkheden? Het Oostblok ervaart op het ogenblik met pijn dat een verkeerde interpretatie van hetgeen Marx en Engels theoretisch hadden uitgedacht, kan voeren tot een enorme kater, waar misschien heel Europa binnenkort ook nog aan lijdt. Alle welvaartsgedachten, zoals de uwe, die op afbetaling wordt verworven, zoals u misschien weet. Want je leent steeds meer om steeds meer aan anderen te geven en gelijktijdig belast je die anderen steeds zwaarder om de rente te kunnen betalen over datgene wat je ze gegeven hebt. Dat is toch onzin. Ik bedoel, al die dingen moeten we zien in hun werkelijk verband.
Handel in illusies is er genoeg in de wereld. En iedereen zal u wel het gevoel van uitverkoren zijn of van innerlijke zekerheid kunnen verkopen, wanneer u uw eigen voelen en denken stilzet. En alleen laat werken op bevel en volgens richtlijnen. Maar werkelijke vrijheid, vrijheid van denken, vrijheid van voelen, vrijheid ook om tot uitdrukking te brengen wat je bent, kun je alleen maar van vinden ín, vanuit en door jezelf. Niemand kan u dit geven, geen goeroe, en zolang de schepping bestaat zelfs, geen God. Want een God die zichzelf ontkent, is geen God.
Begrijpt u wat ik bedoel. De schepper is door zijn schepping gebonden aan hetgeen hij geschapen heeft. Maar je kan kiezen: het geheel wegnemen of het aanvaarden zoals het is, want anders komt hij in strijd met zichzelf en dat is zelfvernietiging. Op die manier blijft over, gewoon voor ons kleine stukjes van een onmetelijkheid, onze geestelijke vrijheid, de vrijheid waarin ons geloven, ons dromen, ons denken, ons emotionele bestaan, alles tezamen een uitdrukking vindt. Niet in hetgeen anderen zijn of doen, maar in hetgeen wijzelf zijn en doen en misschien dat we dan een enkele keer verheugd kunnen zeggen: de wereld geeft me antwoord. Hebt u commentaar?
Moeten wij ook niet teveel kijken, alleen maar onszelf bekijken, maar wat anderen doen, hoe anderen zich gedragen?
Gaat u dat wat aan? Wanneer een ander medemensen dwingt of schaadt en wilt zich ertegen verzetten, mij best. Maar zolang anderen gewoon hun eigen wegen gaan, hun eigen leven leven, dan is geestelijke vrijheid evenzeer hun recht als het uwe. Het is natuurlijk leuk om te zeggen, ja, maar ik vind het mooier als iedereen een das draagt, en een stijve boord, en dan misschien nog een chapeau clac op zijn hoofd. Maar ja, wat gebeurt er dan? Die ander kan zich daarin niet bewegen, dus de das wordt een strop. Het stijve boord geeft zijn wurgpogingen op en dient als springveer en een chapeau clac verdwijnt tot de clac alleen over blijft.
M.a.w. woorden, wat u past, past een ander niet. En als u het niet gelooft en u hebt misschien kinderen thuis, probeer ze eens uw pak aan te trekken, dan zult u zien hoe belachelijk het is. En als u zelf wat klein geschapen bent en u hebt toevallig iemand in de buurt die uit de kluiten gewassen is, vraag hem eens uw kleren aan te trekken, u zult zien hoe belachelijk het is. Is het dan nog niet veel belachelijker van anderen te eisen dat zij zullen leven volgens de waarden die u innerlijk als juist aanvaard hebt en die u zelf misschien grotendeels niet eens waar maakt.
Nee, regels veranderen. In een maatschappij zijn er regels. En die regels en wetten zijn noodzakelijk: Waarom? Omdat al is het geen levend wezen misschien in uw zin van het woord, een maatschappij nu eenmaal een instelling is, die krampachtig probeert zichzelf in stand te houden in zoveel mogelijk de vorm waarin zij bestaat. En dat kun je niemand kwalijk nemen, ook die maatschappij niet. Maar dan kun je niet zeggen: ja, maar ik weet het beter, doe het zo. Anders dan kom je ook in de verleiding om te roepen: we gaan puin ruimen. En dan laat je uiteindelijk puinwoestijnen achter je. Doe dat niet. Leef uw eigen leven, op uw eigen wijze, maar wel zo, dat u dit zelve voelt als een volledige uitdrukking van uw wezen. Dat u niet zegt: ja, het gaat om regeltjes of niet, dat u zegt: zo voel ik het leven, zo maak ik het waar en ik zal niemand anders de vrijheid ontnemen om evenzo zichzelf te zijn.
Om een vriend van mij te citeren: ‘Het schoonste sociale systeem is eigenlijk het anarchisme. Maar helaas, anarchisten zijn veelal mensen die anderen willen dwingen om de dingen te doen die zij goed achten, zonder ze zelf in de praktijk te brengen. Ze zijn nog geen meester over zichzelf, terwijl ze anderen trachten te beheersen’. En dat is helaas waar en daarom kan het niet. Maar het wil niet zeggen, dat wat er nu is, zoveel beter is.. Zoals een dame in mijn tijd eens zeide: ‘Weet je, de vorm van een nauw geregen korset is natuurlijk wel erg mooi, maar je krijgt vapeurs’. Datzelfde heb je als de wetgeving zich teveel met het leven en de mogelijkheden van een burger gaat bemoeien bijvoorbeeld. Dan krijgt de gemeenschap ook vapeurs, nietwaar? En datzelfde gebeurt, wanneer u uw kinderen niet eerst de bescherming geeft van een doelmatigheid. – En dat betekent voor een kind wel degelijk discipline, want het moet leren dat het als gemeenschapswezen met een gemeenschap rekening heeft te houden -. Maar daarnaast dat het recht heeft om zelf te denken, zelf zijn vragen mag stellen en desnoods geen antwoord zal krijgen, maar de vraag is toegelaten. Dat het zijn eigen denkbeelden mag hebben, ook als u die misschien minder goed vindt.
En zo moet de vrouw leren dat zij de gelijke is van de man, niet zijn meerdere, al zou ze dat vaak graag willen zijn. En de man moet leren dat hij niet de meerdere is van de vrouw, al gedraagt hij zich heel vaak wel of een klein stukje vleselijk verschil alle verschil in status uitmaakt. En in zekere zin is het waar, maar dan zitten we met een taalkundige puzzel, hè? Want anders zijn, betekent niet meer of minder zijn. Maar jezelf zijn betekent ook dat alles wat je voor jezelf opeist, voor jou iets is wat een ander voor zichzelf eveneens mag vragen. En als we zover komen, komen we verder. Ik hoop dat het een voldoende antwoord is.
Ik ben het niet helemaal met u eens. Dit bedoelde ik eigenlijk ook niet met mijn vraag. En nu wilde ik vragen: moeten wij een ander niet onmiddellijk oordelen of veroordelen?
Als u het zo formuleert en u luistert naar mijn antwoord, dan weet u dat u niemand kunt oordelen of ver- of beoordelen anders dan krachtens uw eigen normen. En dat u wanneer u dit uitdrukt, de vrijheid van de ander beperkt, zodat u dergelijke dingen alleen kunt doen ten aanzien van uzelf, A. En B: indien de ander door de vrijheden die hij voor zich opeist, de vrijheid van anderen onmogelijk maakt of op zijn minst genomen ernstig aantast. Dat is toch duidelijk?
Zou u iets willen zeggen over dwangdenken?
Ja, dan zitten we eigenlijk dicht bij de zomertijd, hè, dan bloeien de dwangneuroosjes het weligst, heb ik gehoord… Maar dwangdenken, één denkbeeld nemen om daarmee het andere denken en weten in feite te beheersen. Monomanie dus. Eén gedachte, één denkbeeld boven alles stellen en alles daaraan onderwerpen. Waarom doe je dat? Omdat er in jou andere beelden, waarden en denkbeelden bestaan die je niet durft aanvaarden, waar je bang voor bent, omdat je bang bent, dat, wanneer je die dingen aanvaardt, hierdoor je eigen relatie met de wereld zal veranderen. Dwangdenken is in negen van de tien gevallen een vlucht, heel vaak in belevingen van het verleden, soms ook gewoon in een of andere theorie die onbewezen blijft om daardoor de verantwoordelijkheid voor je eigen leven op anderen af te schuiven. En dat is direct of indirect altijd wel waar.
Er zijn mensen die anderen willen dwingen op een bepaalde manier te denken en waarom doen ze dat? Als ze zelf waar zouden zijn, dan hoeven ze een ander niet te dwingen, want de waarheid spreekt altijd wel. Dus hun eigen onwaarheid gebruiken zij om een dwang tot stand te brengen, waarbij de ander niet meer het recht heeft, de mogelijkheid niet meer heeft en uiteindelijk zelfs de kans niet meer krijgt om zelf waar te nemen en te denken. Men projecteert een bepaald beeld en dat beeld is dan, hoe zullen we zeggen, meestal emotioneel bepaald en bepalend. Je kunt het krijgen door conditionering, maar je kunt het ook wel degelijk krijgen door gewoon wat je bent of geweest bent en dingen, delen daarvan die je wilt ontvluchten. Dus dwangdenken is eenvoudig een ontkenning van een deel van hetgeen je zelf bent, hetzij op instigatie van anderen, hetzij uit angst voor je eigen werkelijkheid.
U stelt dat de mens vastzit aan bepaalde beperkingen en wetmatigheden die voor hen gelden. Kun je je werkelijk niet bevrijden van die begrenzingen?
Niet zonder jezelf te verliezen als mens. Het menszijn impliceert gebonden zijn aan bepaalde menselijke kwaliteiten, eigenschappen en wetmatigheden. Op het ogenblik dat u geboren wordt, begint u te sterven, nietwaar, niet dat je er veel van merkt, maar het is toch wel zo. En op het ogenblik dat je denkt ben je gebonden aan de denkmogelijkheden waarover je beschikt. Op het ogenblik dat je voelt ben je mede gebonden aan de genetisch reeds bepaalde evenwichten van de interne secreties. En zo kunnen we nog een eindje doorgaan. Dus het is gewoon zo. En wilt u zich daarvan bevrijden, dan moet u zich van het menszijn bevrijden. Maar dan houdt u ook op mens te zijn.
Werkelijk jezelf zijn kan wellicht met een pijnlijk proces van loslaten gepaard gaan. Hoe meer je nu vanuit je werkelijke zelf leeft, volgt hieruit dan dat je in de werkelijkheid steeds meer die dingen creëert, die voor jezelf noodzakelijk zijn?
Als ik dat zuiver stoffelijk moet beantwoorden, dan is het antwoord: nee. Je creëert niet zonder meer al datgene wat je nodig hebt, maar je creëert de mogelijkheden waardoor het voor jou werkelijkheid kan worden. Anders gezegd: de innerlijke bevrijding kán teweeg brengen het vermogen om de wereld anders te zien, daardoor de mogelijkheden die in die wereld vloeiend kenbaar bestaan, op een andere wijze te gebruiken en zo delen te vervullen van datgene wat u innerlijk zelf als een noodzakelijke aanvulling in die wereld gevoelt.
Als er een stoffelijke scheiding is wegens omstandigheden tussen twee mensen die elkaar liefhebben, blijft er dan toch een intense verbinding als er behoefte aan is; hoe kun je er emotioneel het best mee omgaan, op welke manier je hierop instellen en in het contact illusie van werkelijkheid onderscheiden?
De eenheid die geestelijk bestaat, kan niet teniet worden gedaan, omdat beide personen van elkaar allerhande kwaliteiten overnemen. En dat wil zeggen dat daardoor ook geestelijk deze gelijkheid blijft bestaan, zelfs na de dood, en ongeacht welke omstandigheden of stoffelijke scheidingen dan ook. De op meer materiële emoties gebaseerde gevoelens kunnen door scheiding worden veranderd of teniet gedaan. Ze zijn in feite illusies zover ze niet de uitdrukking zijn geworden van een geestelijke eenheid. De geestelijke eenheid echter heeft de stoffelijke uitdrukking niet van node om te bestaan. Hoe ermee om te gaan? Besef wat de geestelijke, niet stoffelijke, betekenis van de ander voor u is, wat u erdoor geleerd hebt, en wees bereid dit ten allen tijde te erkennen, ook tegen de persoon zelf wanneer u die toevallig zou ontmoeten. Verder, probeer nimmer terug te gaan naar wat is geweest. Het verleden terugvinden is onmogelijk, omdat elke gebeurtenis u verandert en dat voor anderen evenzeer geldt. Ten laatste, wees vrij in uw leven en benadering op grond van uw eigen persoonlijkheid en besef dat aangegane bindingen van geestelijke aard nimmer geheel teniet kunnen worden gedaan. Voldoende?
In de New Age beweging is een toenemende belangstelling waar te nemen voor tantra. Is deze weg voor de westerling aanbevelenswaardig om tot zelfrealisatie te komen?
Daar kun je verschillend over denken. Het ligt aan je afstamming, je opvoeding, de godsdienst die je hebt gehad etc. Maar het tantrisch denken op zichzelf is een weg die voor alle mensen te volgen is. Men moet zich echter heel goed voor ogen houden dat de overgave aan het tantrisme volledig dient te zijn wil men daar resultaten mee bereiken.
Welke les kan de mens uit de geschiedenis leren?
Dat altijd de overwinnaar een held is, verder niets, tenzij men zich wil realiseren uit de geschiedenis dat helden, heersers, edelen en rijken altijd hun roem hebben verworven door het bloed van ongenoemden dat rijkelijk werd vergoten.
Wat is een goede innerlijke houding in verband met de toekomst?
Trek je niets aan van wat is geweest. Leef vandaag. Werk vandaag met de mogelijkheden die je vandaag bezit en maak plannen misschien voor morgen, maar niet voor het volgende jaar, want alles komt toch anders dan je had gedacht.
Blijven boeken een belangrijke rol spelen als informatiedragers en middelen om kennis te verspreiden?
Dat hebben ze gedaan vanaf de tijd dat de eerste geheimen op papyrus werden neergeschreven en het is aan te nemen dat dat nog wel enige tijd zal duren. U moet één ding niet vergeten: je kunt altijd een boek lezen, maar een computer kan alleen werken wanneer er de nodige energie aanwezig is en gelijktijdig de nodige onkwetsbaarheid tegen magnetische storingen die overigens op aarde in de komende 40-50 jaar wel eens aardig zouden kunnen oplopen.
Zal het kunstmatig klimaat dat de mens zich aan het scheppen is, op den duur grote gevolgen hebben voor de omvang van de wereldbevolking?
Ongetwijfeld. De mens is bezig een klimaat te scheppen, waarin hijzelf niet meer kan leven, terwijl de insecten in vele gevallen daar aanmerkelijk beter vanaf komen. Het is dus denkbaar dat vooral vissen en insecten de overlevers zullen zijn wanneer de mensheid verdwijnt.
Bestaan er hoogbewuste rassen, waar veel verlichte geesten leven en men desondanks geen ruimtevaart kent? Hoeft groot technisch vermogen geen gelijke tred te houden met geestelijke ontwikkeling?
Ik zou zeggen dat hoogtechnisch vermogen in vele gevallen een rem blijkt te zijn op geestelijke ontwikkeling. Er zijn inderdaad van dergelijke rassen en wie de geest beheerst heeft geen ruimtevaartuig nodig.
Waarom is het voor de mens zo moeilijk om zichzelf te aanvaarden?
Omdat hij bang is dat een ander hem dan zal zien zoals hij is.
Ja, maar waarom is hij daar dan bang voor?
Omdat hij zichzelf wel kent, maar het zichzelf niet wil toegeven.
Dus dat is dan een van de eerste stappen om toch werkelijk kennis van jezelf te krijgen?
Klopt.
Maar jezelf kennen betekent toch ook zien dat het ontzettend complex is, dat er heel veel verschillende facetten in aanwezig zijn…
Mag ik u een heel eenvoudige raad geven? Vermijd complexiteit waar mogelijk, door vereenvoudiging krijgt u hanteerbare waarden en begrippen, terwijl complexiteit altijd verwarrend werkt en tot misvattingen voert.