19 april 1985
Aan het begin van de bijeenkomst moet ik er natuurlijk op wijzen dat wij niet alwetend of onfeilbaar zijn. Denkt u alstublieft zelf na. Het onderwerp is: Gnostische leer en beleving.
Wanneer we spreken over de gnosis of gnossis, dan hebben we het in feite over een mystieke kernleer die in het christendom een lange tijd een grote rol heeft gespeeld. Zij is beladen met symboliek, zij houdt zich bezig met vragen ten aanzien van de godheid, ten aanzien van het wezen van Jezus, zo goed als met de oneindigheid – de wijze waarop de mens eigenlijk in een eeuwige tijdskring circuleert en al die dingen meer.
Wanneer we naar een begin kijken, dan moeten we vóór het christendom kijken en dan ontdekken we dat er een groep magisch denkende mensen is die een deel van de Egyptische leringen heeft overgenomen. Deze mensen hebben indirect invloed gehad op gebruiken van de Esseense gemeenschap.
Dan zien we Jezus ten tonele verschijnen. Jezus heeft kennelijk een aantal riten voltrokken met zijn leerlingen, die niet algemeen bekend zijn geworden. Het best worden ze, geloof ik, nog aangeduid in het evangelie van Thomas, en het veel minder bekende Scriptum Evangelium van Archibaldus. In deze verhalen wordt o.m. verteld dat Jezus niet alleen de twaalf discipelen maar ook een groep van veertig volgelingen had, die hij bepaalde mystieke en, zeg maar, magische rituelen a.h.w. leerde. Met hen zou hij in de woestijn zijn geweest, riten hebben uitgevoerd, waarbij je o.m. in de vier windrichtingen bepaalde dingen doet.
De gnostici stammen voor een deel hiervan af. Er ontwikkelde zich, vooral in de Noord-Afrikaanse kerkgemeenschappen, een denken waarbij Jezus de hoge mens is en niet de zoon van God zonder meer. In dit denken is er plaats voor vragen. En daardoor ontstond een filosofie, die veel ontleend heeft aan bepaalde Griekse denkers, maar daarnaast ook een beroep heeft gedaan op oude Egyptische en Perzische wetenschappen.
Van de gnosis kunnen we zeggen dat zij eigenlijk leefde in de eerste christengemeenschappen, dat zij waarschijnlijk onder de invloed van de Paulinisten aanmerkelijk is afgenomen en uiteindelijk kwam tot verborgen groepen in kleine, eigen gemeenschappen die vanaf ongeveer 400, 500 voor Christus hebben geopereerd. Zij hadden als kenteken vaak de slang – de slang die zichzelf in de staart bijt. Voor hen waren verder bepaalde gemmen, gesneden stenen, van belang als kenteken en ook gelijktijdig als een soort magische amulet. Een van de meest bekende is de steen met het opschrift: Abraxos.
Wanneer we proberen hun leer na te gaan, dan komt ze veel meer overeen met hetgeen we bij de ‘Orde’ (red. Orde der Verdraagzamen) horen dan met de orthodoxe christelijke leer: “Alle dingen bestaan IN God” en niet: “God is alleen maar de voortbrenger van iets wat buiten hem is.”
In de tweede plaats: De tijd is een reeks verschijnselen en geen vaste norm of factor. De verschijnselen herhalen zich, behalve voor degene die de kern van de verschijnselen heeft gevonden. Hier zitten we ook weer tegen bepaalde boeddhistische stellingen aan.
Wanneer we ons afvragen hoe zij aan hun vele symbolen komen, dan moeten we ons realiseren dat de verbreiding van de gnosis ook heeft plaatsgevonden onder mensen en in tijden dat lezen niet een algemeen begrip was. In plaats van teksten werden waarschijnlijk oorspronkelijk vele voorstellingen gehanteerd. Men ging uit van het standpunt dat als je een symbool beschouwt en dit op je laat inwerken, daardoor IN jezelf een waarheid ontstaat. Die waarheid kan bv. zijn: de verbondenheid met de Christus en gelijktijdig de wezenserkenning van Jezus. Dit is een van de punten die rond 600 tot ongeveer 900 een heel grote rol heeft gespeeld.
Een ander interessant punt is de indeling van de aartsengelen. Het wonderlijke is dat we dat veel meer in de magie aantreffen dan bv. in het christendom. Dan zijn die aartsengelen er wel, daar horen we dan: ‘Dat is de aanvoerder van de heerscharen: Michael; dat is Gabriel, de bode, de Hermes van de hemel, zou je kunnen zeggen. Maar veel verder gaat het niet.
De aartsengelen worden in de gnostische leer niet als zuivere persoonlijkheden beschouwd. Zij zijn goddelijke wetten die aan het ritme van de tijd gebonden zijn. Daardoor beheersen de aartsengelen de uren, maar ook nog weer de dagen. Een dag heeft een bepaald karakter; dat wordt bepaald door de heersende aartsengel. In die dag wordt achtereenvolgens door een aantal aartsengelen een uur beheerst en zijn ze klaar, dan begint de volgende opnieuw, dezelfde reeks dus, tot de dag vol is.
Ook de heerser van de dag speelt hierin mee en op de uren dat hij het uur en de dag beheerst, is zijn invloed het sterkst, kun je dus met die kracht het gemakkelijkst in contact komen. De wijze waarop men dergelijke aartsengelen aanroept of vindt, doet een heel klein beetje denken aan de Indische methode. Er bestaan nl. symbooltekeningen voor en daarbij zien we bv. iets wat een heel klein beetje doet denken aan St. Joris en de draak. Dat blijkt dan het symbool van Michaël te zijn.
Er is een ander voorbeeld: iemand met een zandloper die gelijktijdig een soort ramshoorn in de hand heeft, en dat was dan weer het symbool van Uriël. Zo kun je doorgaan. Door het symbool te beschouwen, stelde je je in op het wezen van de kracht, die het uur of de dag beheerste. Je kon bepaalde mystieke meditaties het best beginnen door eerst te denken aan de kracht van de dag, aan de kracht van het uur en dan IN de kracht van het uur pas je werkelijke meditatie doen.
Meditatie en contemplatie hebben een grote rol gespeeld in de gnostische leerstelligheden en de uitingen daarvan vinden we terug in veel werken die toch hoofdzakelijk filosofisch en niet zozeer theologisch van aard zijn.
Wanneer de gnostici echter langzaam maar zeker eigenlijk zich gaan verbergen in het christendom, komen ze ook in contact met andere groepen. We hebben bv. de zeer vroege alchemisten, die toen nog niet zo genoemd werden. De mensen die de krachten en de werken van de natuur op hun eigen wijze benaderen en die gelijktijdig innerlijk werken met krachten en naar buiten fenomenen proberen te veroorzaken.
Het is duidelijk dat wanneer de Kabbala bekend wordt in Europa, dat is rond het jaar 1000, ook deze indeling van de hemel, deze verdeling van krachten, de gnostici aanspreekt. Vandaar dat ze ook delen daarvan overnemen. Wat uiteindelijk ontstaat, is een soort compilatiewerk. Er is uit zeer veel verschillende richtingen al datgene bijeengebracht wat het denken van de eenheid, het denken aan de wet, de werkelijke wet, en de overwinning van de tijd, en daarmee van de zonde, eigenlijk in de hand kan werken.
Er zijn groepen geweest die heel erg ver zijn gegaan in hun poging om de zuiverheid van leer en leven te vinden, waardoor die eenheid met al wat buiten de tijd bestaat, gevonden kan worden. Zij brachten bv. bepaalde dingen uit het evangelie VOLLEDIG in de praktijk. Het resultaat is natuurlijk dat ze vervolgd werden en vervloekt. Want christenen vinden over het algemeen ieder een christen die met de mond belijdt. Degene die het in de praktijk brengt, vinden ze maar een verdachte figuur.
De werkingen van de gnosis zijn in feite werkingen van de krachten der natuur. Wanneer ik innerlijk een eenheid weet te verkrijgen met welke kracht dan ook, al dan niet benoemd, al dan niet via een symbool in mijzelf opgeroepen, dan ontstaat voor mij een ogenblik van identificatie met die kracht. Ik kan dan VANUIT God spreken. Sprekende stemmen, wat we ook bij andere sekten, tot the holy Mozes toe, gezien hebben, was oorspronkelijk ook één van de gebruiken bij bepaalde gnostische bijeenkomsten.
De mens, die de kracht in zich opneemt, kan genezen. Zoals Jezus zijn apostelen liet genezen, zo zal degene die zich één voelt met de Christuskracht, het wezen van Jezus doorgrondt, deze genezing ook zelf kunnen volbrengen. Het resultaat is geweest dat er een beweging is ontstaan die zich toch wel op de bekende evangeliën is gaan baseren. Maar die evangeliën zijn als het ware de gedragslijn. Naast die gedragslijn bestaan nog steeds de mysteriën, de mystieke geheimen, de verschillende zegels, de verschillende kentekenen en met deze stem je je af.
Het evangelie en ook de openbaringen, die later een grote rol zijn gaan spelen bij bepaalde gnostische bewegingen, hebben wel degelijk grote belangrijkheid en betekenis. Maar die betekenis is NIET die, welke theologen erin zoeken.
Wanneer je bv. zegt tegen een gnosticus dat het getal van het beest 666 is, dan zegt hij: “Natuurlijk”. Want het is het spiegelbeeld van degene die van God kan treden. Alles is een spiegeling.
De duivel is ergens ook God. Maar is het andere aanschijn van God. Wanneer je zegt: de demonische krachten, dan zeg je: ja, maar de demonische kracht is de kracht der engelen, die wij niet verstaan. Juist daarom moeten wij in onszelf keren. Moeten wij een beeld maken waarin dat evangelie voor ons niet alleen maar een leer is, maar beleving. En vanuit die beleving kunnen we dan wel wat bereiken.
Uiteraard zullen ook dergelijke bewegingen zich gaan splitsen. Het zal velen verbazen te horen dat in de Jezuïtische gemeenschap, zeker in de eerste eeuw na haar ontstaan, bepaalde gnostische methodieken gebruikt zijn. O.a. de meditatietechniek van Ignatius van Loyola is ontleend aan de in de gnostische gemeenschappen bestaande meditatietechnieken. Het is wonderlijk, maar waar.
Een deel van hun beredenering waarbij goed en kwaad eigenlijk niet bestaan, maar het doel alleen geldt, is ook, dacht ik, een vervalsing van de gnostische leer, die zegt dat de intentie bepalend is en niet het effect zonder meer. Dat hij die de waarheid zoekt, zich niet afvraagt wat goed en wat kwaad is, maar slechts de waarheid laat gelden. Dat dit later nogal misbruikt en verminkt is, ja, dat komt voor.
Sommige gnostische groepen gaan zich bezighouden met allerhande geheime leringen. We vinden een aantal Rozenkruisersgemeenschappen bv. die een groot gedeelte van de gnostische leer en het merendeel van die symboliek bewaard hebben. In Europa zijn er bv. de Rotkreuzer en een bepaalde afdeling van de Scottish Order of Free Maconry. Ook bij hen bestaan bepaalde indelingen en die indelingen zijn gebaseerd op de gnostische principes.
Je kunt dus niet zeggen dat de gnosis in deze dagen uitgestorven is. Integendeel, zij leeft, maar zij kan niet meer zuiver binnen het kader van het christendom leven. Omdat elke leer die de innerlijke beleving en de persoonlijke ervaring en verwerkelijking stelt voor elk dogma, eenvoudig kerkelijk niet aanvaardbaar is. Het is dus een nevenkerkelijke, maar toch zeer christelijke beweging geworden. Misschien vraagt u zich af wat er is overgebleven van de oude Perzische, Egyptische en andere leringen, die daarin verwerkt zijn,
De filosofieën zijn over het algemeen opgebouwd volgens de systematiek van Aristoteles. Ze zijn niet erg wetenschappelijk vaak, maar daardoor emotioneel bijzonder sterk geladen. Daarin zijn de gebruiken — en dan wijs ik weer op de symbolen, de zegels en ook bepaalde riten die soms worden volvoerd — te herleiden tot oude verborgen zonnemythen en zonnemagie, zoals die in Egypte heeft bestaan. Wanneer we kijken naar de wijze waarop men de strijd tussen goed en kwaad bv. benadert, dan blijkt dat we hier te maken hebben met filosofieën die in Perzië reeds bestaan hebben voordat men daar kwam tot de strijd tussen het licht en het duister, zoals die in die buurten verkondigd werd.
Er is dus kennelijk veel overgeleverd. En in een deel, maar niet het geheel van de gnostische beweging, gaat men zelfs nog een beetje verder. Men zegt: er is alleen maar de universele waarheid. Deze waarheid moet in elke uiting van die waarheid mede aan te treffen zijn. Bestaat dat niet, dan kan het geen waarheid zijn. Dan heeft het geen betekenis.
Er bestaat geen waarheid die hoger is dan een andere waarheid, want er is maar één waarheid. Waar ik de ene waarheid benader, onverschillig op welke wijze en vanuit welke richting, zal ik de eenheid met die waarheid ervaren. En daardoor uiting kunnen geven aan datgene wat ik binnen die waarheid moet zijn. U ziet, hier zitten we dus werkelijk wel met redeneringen en benaderingen die sterk afwijken van het normale.
Misschien mag ik hier een andere groepering erbij halen: In de Oudkatholieke Kerk vinden wij in feite roomse riten, zoals u weet. Daar is een zeer grote vergelijkbaarheid in het ritueel. Er zijn enkele uitzonderingen te vinden en één van de grootste uitzonderingen is de totaal andere benadering zowel van de intensiteit van de plechtigheid alsook van de verplichtingen aan de persoonlijkheid. Dus een priester bv. bij de Oudkatholieken is niet onderworpen aan de regels die een roomse priester wel op zich moet nemen. Op deze manier, zou je kunnen zeggen, is hier ook een deel van de gnostische waarheid bewaard gebleven inclusief de neiging om te zoeken.
In de gnosis zijn we niet alleen maar verlicht, neen, wij zoeken naar licht. En in het zoeken naar het licht zullen wij alle dingen willen beschouwen. We gaan uit van Jezus spreuk: “Onderzoek alle dingen en behoud het goede” Dat heeft Jezus ook al tegen zijn leerlingen gezegd.
In deze groep, maar ook in bepaalde christelijk magische groepen die je hoofdzakelijk in Engeland, in mindere mate in Australië en tegenwoordig ook in delen van de Verenigde Staten aantreft, heeft men de oude rituelen weer doen ontstaan. De aanroeping van God, eventueel gepaard gaande met een offer (meestal een bloem, soms een vruchtoffer) en voorafgegaan door de bekende aanroeping naar de vier windstreken ter erkenning van de heersende engelen en het afroepen van de Heilige Geest, de verlichting dus.
Hierdoor hebben we hier te maken met een soort nieuwe openbaringsgemeenschap waarin voortdurend nieuwe waarden naar voren worden gebracht. Maar die nieuwe waarden zijn geen dogma. Het enige dogma dat er bestaat, is: er is EEN God. Al het andere is in feite alleen maar formulering en de formulering zelf beleven in zijn wezen, betekent: de waarheid vinden die voor jou in de gnosis verborgen is.
Dat we daar dan ook gegevens aantreffen ten aanzien van bv. wedergeboorte – in een deel van de gnosis wordt dat zelfs sterk benadrukt – dat we aspecten aantreffen die weer doen denken aan, zeg maar, magie, ach dat is eigenlijk bijkomstig. Het gaat om de waarheid en als ik die waarheid zo beleef dat ik vanuit mijzelf op een bepaalde manier voel te kunnen en te moeten werken, dan heb ik daarmee voor mijzelf een verplichting geschapen, maar ik heb gelijktijdig in mijzelf een waarheid ontdekt. Wanneer deze beide in overeenstemming blijven, zal mijn werk de waarheid die in mij beleefd wordt, bevestigen.
Alle krachten in de natuur zijn volgens de gnosis in meerdere of mindere mate bezield, want ze zijn deel van God. Maar kun je nu zeggen dat je door verering van een steen of iets anders God kunt vinden? Neen, je kunt niets vereren. Je eert God omdat je door Hem bestaat, dat wel. Maar een verering of het iets hoger of lager stellen, zit er eigenlijk niet in. Er zit eerder in: een beleving, het vinden van MIJN waarheid. En dan gelooft men in de bezieling van sterren en van planeten, zo goed als van stenen.
Maar een planeetgeest is anders dan wij zijn, meer dan wij zijn. Ik kan de trillingen van die planeetgeest ervaren en op grond daarvan beseffen dat de waarheid, die ik op aarde ervaar, een gelimiteerde waarheid is. Het is dus een heel systeem en het zou me veel te ver voeren dat allemaal precies uiteen te zetten in eenvoudige termen, dat begrijpt u.
Wil je het geheel als werking zien, dan zou je kunnen zeggen: het is eigenlijk de werking van de zuurdesem, waar Jezus het over had. Je hebt maar heel weinig desem nodig en toch zal ze het brood doen rijzen en luchtig maken.
Zo is het met de gnostici. Zij zijn altijd een minderheid en ze zullen het altijd blijven. Want de innerlijke beleving en de weg die de gnostici proberen te volgen — inclusief het vinden van de eigen juiste structuur, eigen verbondenheid met de kosmos, eigen waarheid – is nu eenmaal niet voor alle mensen weggelegd. Maar de mensen die dit doen, zullen een eigen waarheid zo intens beleven, dat ze daardoor in staat zijn anderen de onjuistheid van de z.g. waarheden te laten inzien. En ik dacht dat dat een heel belangrijk iets is.
Andere werkingen die we van gnostici kunnen verwachten, zijn gebaseerd op hun meditatietechnieken, hun gebedstechnieken zou je ook kunnen zeggen. Waarbij je bv. bidt voor de vrede. Maar dan bid je niet voor vrede in het algemeen. Je bidt altijd voor een bepaalde vorm van vrede en zult eerst mediterend proberen die vrede te voelen opdat je, biddende daarvoor, ze gelijktijdig kunt uitstralen. Dat is gewoon techniek. Maar het werkt in veel gevallen wel. Ook hier weer: een sterke invloed, op welke wijze dan ook tot stand gebracht door een aantal mensen gelijktijdig, heeft een uitstraling waardoor zeer veel mensen, die er niets van weten en niets van begrijpen, er toch door beïnvloed worden. En dan is het geen dwingende invloed, maar het is het wakker maken van iets, wat in de ander leeft.
Een nogal bekend gnostisch leraar heeft ongeveer 600 na Christus gezegd: “Christus verkondigen, is voor de dwazen, Christus opwekken in de ander, is de taak van de bewuste.”
En misschien is daarmee het wezen van deze toch sterk mystiek zijnde richting het beste uitgedrukt. Voor mij wel. Want al wat je doet, alle magie die je gebruikt, alle technieken die je leert, alle inzichten in de totale structuur van het zijn, hebben alleen maar ten doel: in anderen de Christus te laten ontwaken. Met andere woorden: de grenzen te doen wegvallen, de ketenen te slaken en de ziel in vrijheid te brengen opdat ze haar eenheid met het geheel kan beleven.
Wanneer er geen in wezen mystici zijnde volgelingen van gnosis zouden zijn, dan zou het christendom nog veel erger verworden zijn dan het is. Wanneer er geen mensen zouden zijn, die de moed hebben de bovennatuurlijke krachten in zich te ontdekken en in harmonie daarmee de wereld te beïnvloeden, dan zou de mensheid nog dichter bij het dierlijke peil zijn teruggevallen dan nu het geval is. Ze zijn werkelijk belangrijk.
Dat ze daarbij in vele verschillende vormen optreden en werken, dat doet minder ter zake. Ik heb zo-even de Jezuïeten aangehaald als een groepering die vooral in het begin eigenlijk vanuit gnostische technieken en, voor een groot gedeelte, denkbeelden werkten; ik zou hier ook kunnen wijzen op een groot aantal Loges. Niet op het geheel van bepaalde maçonnieke bewegingen, maar er zijn Loges in waarin je de oude gnosis kunt terugvinden.
Het wonderlijke is dat we iets dergelijks ook kunnen aantreffen bij bewegingen waarvan je zou zeggen dat die er een beetje vreemd aan zijn: de theosofie. Er bestaan bepaalde theosofische groepen, en wat dat betreft zelfs antroposofische groepen, die toch gelijktijdig deze oude innerlijke erkenning en leer blijven hanteren en daarmee werken.
Misschien kom je uiteindelijk toch weer bij de tempelbouw terecht, en dan blijft er alleen maar één ding over: Je kunt een tempel niet bouwen door stenen aan te dragen. Tenminste niet voor God. Je kunt alleen een tempel bouwen door een steen te zijn. Het ik moet niet proberen om iets tot stand te brengen, het moet proberen iets te zijn. En dat ZIJN, dat wordt mede bepaald door wat je IN jezelf erkent van de totaliteit. Wat je vanuit jezelf dan geeft, is niet anders dan de verwezenlijking van, zeg maar, het eeuwig Jeruzalem, of hoe je het noemen wilt.
Daarom kunnen gnostische denkers ook in elk geloof voorkomen. En misschien is dat wel een van de verbazingwekkendste dingen. Er zijn ‘joodse’, en ‘zeer religieuze joodse’ groepen, die in hun denken en hun gebruiken toch voor een deel op die gnostische praxis teruggrijpen.
We vinden op het ogenblik bepaalde hindoe groeperingen waarin vreemd genoeg alle dingen als Ramayana e.d. alleen maar de achtergrond zijn geworden, waartegen de mystieke gebruiken van de gnosis een rol spelen. In Japan zijn enkele groeperingen. Een daarvan is bijna spiritistisch, de ander is sterk gelieerd aan de ZEN-beweging, die eveneens toch iets van die oude symboliek hebben overgenomen, iets hebben overgenomen van deze oude procedures. Op hun eigen manier. En ze werken ermee.
Dan kun je zeggen: de leer van de gnosis is een leer, die geuit wordt in de vorm van een filosofie, maar die alleen waarde heeft wanneer ze beleefd wordt als een innerlijke vorm van eenheid met het AL. En haar werking is de meest verbluffende. Zij is het levende BELEVEN van God dat zich te midden van alle vormen, alle materialisme, alle dogmatisme blijft handhaven en zich over de gehele wereld verspreidt.
Laat mij daar voor mijzelf aan toevoegen dat ik, wanneer ik de praxis van de werkelijke gnostische groepen zie, het gevoel heb dat zij doen wat Jezus wilde dat men zou doen, toen hij zei: Ga uit en onderwijs alle volken.
Vragen.
De gnosis van de Goldkreutzers zou stammen van het ‘Verborgen Priesterrijk’. Zij leven in Zuid-Duitsland en Zwitserland. Kunt u nader aangeven bij welke steden?
Voor Goldkreutzer-organisatie zijn Genève, Basel, Heidelberg, Dusseldorf o.m. centraal. Er zijn echter nog meer plaatsen van bijeenk0mst. En, het is misschien niet algemeen bekend, maar in het oosten van Nederland bevindt zich eveneens Goldkreutzer-organisatie. En als ik mij niet vergis, zit er sinds kort ook een kleine groep vlak boven Amsterdam.
Wat is hun geestelijke praxis?
Het Verborgen Priesterrijk leunt in feite aan tegen de Rozenkruisersleer. Zij geloven o.m. in de kringloop van de ziel en beleven daar mystiek een aantal dingen van. Verder werken ze ontzettend veel met symbolen en kennen heel bijzondere boeken waarin allerhande symbolen en diagrammen zijn opgetekend. Zij werken hiermee soms magisch, soms pseudo-magisch, maar het merendeel van hun belevingen en bestrevingen is in feite mystiek.
Is hun leidmotief het innerlijk licht?
Dat is het bij praktisch al deze bewegingen. Het is een te algemene term. Wanneer we hen het meest juist willen karakteriseren, dan zouden wij zeggen: het innerlijk beleven van het ware licht is hun punt van uitgang en hun pogen is daardoor zelf het gouden licht uit te stralen.
Zijn de Essenen rond de geboorte van Jezus de voorlopers van de latere gnostici?
Daar is geen redelijk antwoord op te geven. De Essenen zijn eigenlijk ontstaan voor het eerst in Babylonische gevangenschap. Zij waren in die tijd kleine gemeenschappen die zich zeer exact aan de wetten hielden en aan bepaalde overleveringen. Daaruit is een eigen traditie ontstaan en het is bekend dat de Essenen bv. ook nog nederzettingen hadden die door henzelf werden beheerd in de buurt van Egypte, zo goed als in verschillende delen van Kanaäan, Israël. Deze groeperingen kunnen we dus zien als een soort kloostergemeenschappen die een eigen filosofie hadden, die in hun geloofsbeleving veel exacter waren dan de joden over het algemeen, en die gelijktijdig de wet niet zagen als iets wat boven alle dingen staat maar als iets wat de zin van alle dingen duidelijk maakt. Dat is dus de kern van de Essenen geweest. In zoverre kun je zeggen dat een deel van hun overleveringen ongetwijfeld ook deel is geworden van de Noord-Afrikaanse kerk en daarmee eigenlijk van het christelijk gnosticisme.
Waren de Essenen niet een afgescheiden groep van de Edomieten?
Nee. De Essenen zijn in feite een gemeenschap die uitgaat van de heiligheid van het goddelijke in alle dingen en dus niet alleen in de tempels, en de mogelijkheid om als mens, in reinheid levende, die goddelijke kracht volledig te ervaren zoals eens de profeten gedaan zouden hebben. Dat is dus de basis ervan. Het betekent dat zij niet uit bepaalde stammen zijn samengesteld, maar dat zij eigenlijk een doorsnee vormen van het jodendom. Zij stellen ook geen afkomsteisen voor degenen die erbij behoorden en behandelen ook geen overleveringen van bepaalde groepen met een bijzondere voorkeur, maar in tegendeel, zij proberen juist de zuiverheid te bewaren van de overlevering van de wet en van de geschriften.
Is het waar dat Jezus voortkomt uit de Essenen?
Maria, Josef en ook Anna, de zuster van Maria, en haar echtgenoot behoorden tot wat je zou kunnen noemen ‘een derde orde van de Essenen’. D.w.z. degenen die de Esseense praktijk wel beleefden, maar dit niet deden in de afzonderlijke gemeenschappen, maar gewoon levende tussen anderen. Dus Jezus heeft in zekere zin altijd tot de Essenen behoord. Alleen al door zijn geboorte en daarna ook door de wijze waarop hij in de tempel, zeg maar, zijn bar mitswa (red. joods overgangsritueel) deed. Een verder belangrijk punt is dat tijdens de vlucht naar Egypte, Maria en Josef werden opgevangen en enige tijd verborgen gehouden door Esseense gemeenschappen, zodat in de eerste levensjaren van Jezus ook zeer sterke Esseense invloeden rond hem hebben bestaan en mogelijk ook zijn eigen denken hebben beïnvloed.
Is er enige band/verbinding tussen de gnosis van de late Middeleeuwen in Italië en Spanje en het Verborgen Priesterrijk?
Als ik zelf een directe aanhanger van de gnosis was, dan zou ik u zeggen: kan er meer dan één waarheid bestaan? Want er is maar één alomvattende waarheid. Het Verborgen Priesterrijk is een uitdrukking van die waarheid op een bepaald niveau met een bepaalde bedoeling en als achtergrond gelijktijdig ook het scheppen van een bepaalde scholingsmogelijkheid. Als zodanig is het een verkonding van de waarheid. Maar ik heb u al gezegd in mijn inleiding dat de ontwikkeling van het gnosticisme wel heeft moeten leiden tot een verval van de groepen die probeerden zuiver volgens de christelijke leer te leven — zoiets als de Essenen dus hebben gedaan t.a.v. de joodse leer, die zijn vervolgd en verdreven. Wat overbleef kwam dus o.m. onder invloed van Kabbala, van alchemie en wat dies meer zij. Hierdoor is het een menging geworden en je kunt zeggen dat ook de Rozenkruisersgemeenschappen een uitkristallisering zijn van de verborgen leringen en filosofieën uit die tijd, die later op een andere manier, vnl. in Parijs, gevoerd hebben tot het ontstaan van de eerste Maçonnerie.
Er is dus tussen al deze dingen een verband te leggen. Maar elke richting heeft weer zijn eigen voor en zijn eigen tegen. Daarom kun je niet zeggen: ze zijn gelijk. Maar je kunt wel zeggen: er is tussen al deze groepen altijd een wisselwerking geweest en, ongeacht de maçons die ik daardoor misschien een ogenblik zou kunnen choqueren, bestaat er in de kern van de leringen — en dan denk ik bv. aan de Loge van het Grootoosten — een sterke binding met bepaalde vormen van Rozenkruiser zijn. En er zijn ook in de benadering van de tempelriten vergelijkingen te trekken t.a.v. bepaalde ingewijdenbijeenkomsten van de Rozenkruisers. Dus, er is een relatie. Er is in sommige gevallen een gelijkheid of een vergelijkbaarheid. Het wil echter niet zeggen dat je het Verborgen Priesterrijk kunt stellen als patroon van het gnosticisme bv., of omgekeerd. Het zijn gewoon delen van de waarheid die elk op hun eigen wijze werken, maar die elkaar daardoor in de loop der tijden elkaar ontmoeten en vaak beïnvloeden.
Leidt een totaal afwijzen van alle godsbeelden, die ons door mensen als juist worden voorgehouden, niet tot de mogelijkheid de waarheid omtrent God te vinden, aangenomen dat men dit wenst?
Hoe begint het ook weer……. ‘Gij zult geen gesneden beelden voor mijn aangezicht stellen.’ Beelden met woorden zijn ook gesneden beelden. Want ze brengen in de verbeelding uitdrukkingen te pas. God is niet omschrijfbaar; probeer het dan ook niet. Nee, ik ben het met u eens dat de mens die God kan beleven zonder hem te humaniseren, vormen toe te kennen, zijn kwaliteiten menselijk te willen omschrijven, het dichtst komt bij een beleving van de grote waarheid, maar die dan altijd zal moeten vertalen naar zijn eigen wijze van leven en denken, zover het zijn eigen mogelijkheden en praxis betreft.
Is het nu werkelijk zo moeilijk om als schepsel je Schepper en Onderhouder te vinden, dat al die mystieke rituelen nodig zijn? De band is er toch?
Als schepsel zou je je Schepper kunnen vinden wanneer de Schepper buiten je stond. In het gnosticisme zeggen we: “We leven IN God”, niet “We leven DOOR God” — dat is een groot verschil. Wanneer je deel bent van een groot geheel, dan kun je dat geheel niet zonder meer overzien, ook al reageer je volgens de normen van dat geheel. Een voorbeeld: een mierenvolk bestaat wel degelijk uit individuen. Ze werken volgens vaste regels, maar er is een denkende kern en deze rond de koningin over het algemeen verzamelde groepering is het in feite, die zowel de krijgers als de werksters motiveert. Hun schijnbare instinctieve handelingen komen wel degelijk voort uit een overleg. Dat overleg is dan bindend voor degenen die het ondergaan, maar zij reageren wel degelijk elk op hun eigen wijze.
Een schepsel is een deel van een dergelijk geheel. Het bewustzijn ervan noemen we God. Het kan zich niet onttrekken aan de richting die door de kern van het geheel wordt bepaald, maar blijft toch dit alles op zijn eigen wijze beleven en op zijn eigen wijze reageren en ondergaan. Het resultaat is dat het deel nimmer in staat is het geheel volledig te overzien en te begrijpen.
Daarom kun je als mens je God wel beleven, maar je kunt hem niet vinden. Want dat zou betekenen dat je je Schepper absoluut zou kennen. Maar je kunt zijn Wezen — zover je er deel van bent — bewuster in jezelf beleven. En daardoor je deel-zijn van het geheel beseffen, en misschien langzaam maar zeker je begrip zo uitbreiden dat je althans enig begrip krijgt van al datgene wat die Schepper in wezen is.
Om dit in jezelf te ervaren, en niet voor iets anders, zijn al die eigenaardigheden, die riten en zo nodig. Ze zijn een hulpmiddel. Ze kunnen door andere hulpmiddelen worden vervangen. Het is niet de enige weg, maar het is een door de praktijk bruikbaar gebleken weg. Wat je ontdekt, is echter nooit je Schepper. Mensen die denken dat ze hun Schepper kennen of kunnen benaderen, zijn mensen die hun Schepper tot een supermens gemaakt hebben en in hem al datgene projecteren, wat ze in zichzelf missen. En dat betekent dat zij in feite een illusie benaderen en niet de werkelijkheid.
Kende ook Paulus die door u, menen wij, niet al te hoog wordt gewaardeerd ook niet tot op zekere hoogte een geheime leer? Paulus spreekt immers van een ‘opgenomen zijn in de tweede hemel’.
Om dat allemaal te begrijpen, moet je eigenlijk Paulus kennen. Paulus was een nogal hysterisch man. Hij was verder een man met vele angsten voor de wereld en voor zichzelf. Hij is tentenmaker, zeker, maar daarnaast is hij als Saulus ook de man die voortdurend in de tempel debatteerde en die voortdurend probeert zichzelf te bewijzen tegenover de ouderen, de geleerden van het geloof. Wanneer hij dan op weg naar Damascus een aanval krijgt en daarin een beleving, waarvan we het al dan niet goddelijk zijn verder eventueel in twijfel mogen trekken (dat moet uzelf bepalen), dan ontstaat een, let wel, hysterische blindheid. Een verschijnsel dat ook in deze dagen bekend is. Maar nu beter bekend in zijn oorzaak, en dus niet tot mirakel wordt gemaakt.
Het resultaat is dat hij zonder het misschien zelf te beseffen, wordt opgenomen door christenen. En Jezus had zijn leerlingen bijgebracht hoe je iets van je eigen kracht aan een ander kunt geven. De genezing van Paulus is in zekere zin wonderdadig, omdat ze buiten de in zijn tijd bekende mogelijkheden om gaat.
Het resultaat is dat hij bekeerd wordt, en wanneer hij ontvlucht, is hij een even fervent aanhanger geworden van het christendom als hij er eens tegenstander van was. Hij beleeft allerhande dromen. Deze droombelevingen kunnen we o.m. vergelijken met de visioenen, die Mohammed heeft gehad, een epilepticus. Het wil niet zeggen dat ze irreëel zijn, het wil wel zeggen dat ze sterk door de persoonlijkheid worden gekleurd en in feite een weergave zijn van innerlijke belevingen, eerder dan een feitelijke ervaring.
Paulus wordt door deze dingen gedreven en zijn behoefte om zich te laten gelden en zo als het ware zijn eigen onzekerheid te verdrijven, speelt een heel grote rol in zijn optreden. O.m. zijn optreden in Antiochië is wel degelijk dat van een man die een beetje exhibitionist is bijna. Die dingen doet niet alleen maar vanwege het geloof, maar gewoon om zelf te laten zien dat hij iemand is. Want anders had hij zijn oorspronkelijke doel wel gevolgd en was hij werkelijk gebleven bij joodse gemeenschappen, zoals hij in vorige steden had gedaan.
Als je dus Paulus volgt op zijn weg, dan kunnen we hem niet ontzeggen dat hij een oprecht volgeling van Christus is. Kunnen hem ook niet ontzeggen dat hij veel heeft gedaan voor de verbreiding van het christendom. Maar wij kunnen daar onmiddellijk aan toevoegen dat hij in feite probeert om zichzelf boven de apostelen te stellen door de regels uit te vaardigen waaraan hij verlangt dat zij zullen gehoorzamen, al zegt hij het heel beleefd.
De eindconclusie is dat Paulus een gedreven persoonlijkheid is met een innerlijke grote onevenwichtigheid en een grote geldingsdrang. En dat daardoor zijn interpretatie van het christendom er een is die fanatisme in de hand werkt en gelijktijdig naastenliefde terugbrengt tot een verschijnsel dat je alleen toepast omdat je daardoor je wil kunt doorzetten. Maar niet als iets wat je verplicht bent tegenover eenieder zonder meer. En dat is het grote verschil in het optreden van Paulus, wanneer we dat bv. vergelijken met Simon Petrus.
Van Johannes is te weinig bekend, anders zou men ontdekken dat deze nog veel mystieker en eigenlijk nog veel christelijker heeft gedaan. Ons bezwaar tegen Paulus ligt dus niet in de man zelf, ook niet in de praktijk van de man, maar wel in het feit dat men zijn brieven en zijn denkwijze die dus die van een onevenwichtig, hysterisch en eenzijdig persoon zijn, heeft gemaakt tot basis van een kerkelijke ontwikkeling en tot fundament heeft verklaard van elke benadering van het evangelie. Dat is ons bezwaar tegen Paulus.
Is Paulus opnieuw geïncarneerd?
Zover ik weet tweemaal, en ik weet niet of hij er beter af gekomen is; hij behoort nl. niet tot mijn kring van bekenden.
Zal de gnosis in Aquarius opnieuw toegang in de kerk vinden, Rooms Katholiek en/of Protestant?
Dat betwijfel ik zeer. Ik denk dat steeds meer gelovigen toegang tot de gnosis zullen vinden. En dat is heel iets anders. De kerk in zichzelf is een structuur; een structuur is iets anders dan een wijze van leven. Een geloof is een wijze van leven. De gnosis geeft de middelen om op je eigen wijze datgene wat IN jouzelf als waarheid leeft, te ondergaan, te beleven en uit te dragen. Niet meer als een leer of als een dogma, maar als een kracht die vanuit jezelf uitstraalt.
En wanneer ik de ontkerstening zie, als ik de wanhopige methoden zie waarmee de kerken proberen hun gelovigen en aanhang alsnog te binden …..: Aan de ene kant vaak door de verdoemenis dan maar tijdelijk te vergeten en zoete broodjes, compleet met sociale zorg, te bakken, en aan de andere kant door enorme spektakels te organiseren op kosten van de toeschouwers, dan zeg ik tegen mezelf: “Dit is een wanhopige poging een gezag te handhaven dat in wezen bij vele gelovigen al niet meer bestaat. Dat is een poging om door uiterlijkheden te vervangen wat aan innerlijke waarde en uitstraling ontbreekt.”
En dan ben ik ervan overtuigd dat het aantal gelovigen in de kerken, werkelijke gelovigen, gebondenen dus, afneemt en dat gelijktijdig het deel van praktiserende en werkelijke christenen in deze wereld in Aquarius zal toenemen. Het is een wat persoonlijke visie, maar ze wordt door velen aan onze kant gedeeld.
Heeft u zich bij uw leven op aarde met de gnosis beziggehouden?
Neen.
U had het over de windrichtingen. Wat is het verschil tussen groepen die de vier elementen hebben?
Bij de elementen gaat het om delen van de natuur. ‘t Is een oude definitie: het is datgene waaruit het leven en al het bestaande is samengesteld. Daarbij richt men zich tot aspecten van de schepping. Maar de overlevering van de vier windrichtingen is veel ouder en is waarschijnlijk terug te vinden in de tijd van het eerste Atlantis, vóór de eerste ramp, waarin het keizerrijk bestond. Toen was het een soort imperium uit de hoogste vorst, die ook wel de vorst van het Westen werd genoemd, terwijl elke andere windrichting een troon was. Op deze tronen zaten de onderkoningen. En wanneer er een verzoek werd naar voor gebracht, werd er gebogen naar het Westen – later is dat het Oosten geworden, zoals u weet door de zonaanbidding – en daarna in elke andere richting. Sprak je, dan sprak je allereerst de opperheerser aan en richtte daarna het woord naar elk van de vorsten afzonderlijk. Daaruit is de bezwering van de windrichtingen voortgekomen.
Iets daarvan kunnen we nog terugvinden in de Chinese mythologie, waarin de hemelse keizer vier winden als uitvoerders en onderkoningen heeft. Waarbij men zich eveneens richt tot de hemelse keizer en daarna tot de vier winden.
Wat kan dat in een groep in de praktijk betekenen, want ik ken wel het gebruik van de elementen, maar niet van de vier windrichtingen.
Wat het betekent, is sterk afhankelijk van de inhoud van de groep. Ik kan het principe en de werking ervan niet volledig uitleggen binnen dit korte bestek, maar om het heel simpel te zeggen: Wanneer je je richt naar de vier windrichtingen, dan probeer je in feite het gehele — en dat is in gnostische zin het hemelse rijk, het goddelijke rijk — te benaderen door elke nacht die erin heerst, te erkennen. Het je richten naar de windrichtingen en het eventueel naar elke windrichting spreken van een bepaalde bezwering, wil dus zeggen dat je deze kosmisch uitdrukt.
Wanneer je per richting daarbij specialiseert, maak je duidelijk dat je elk van die krachten afzonderlijk kent. En dat je een groot aantal aspecten van het geheel oproept tot een harmonisch samengaan met datgene wat jij ten aanzien van de kernkracht probeert te zijn. Het houdt in dat het in zeer vele rituelen en magische rituelen van uitermate groot belang is, mits men daarbij beschikt over de nodige kennis. De praxis daarbij is gericht op het manifesteren van de oerkracht of hoogste kracht, door alle aspecten tijdelijk in jezelf te verenigen.
Kan het zijn dat de filosofie van Spinoza iets heeft van de gnosis? Zijn daar invloeden van geweest?
Er is geen directe invloed geweest in zijn leringen van het gnosticisme, maar er zijn in zijn lering invloeden te vinden van bepaalde mystieke groepen, zoals de verschillende Loges, die in die tijd hebben bestaan, waarvan een deel als invloed mee is gekomen o.a. uit Portugal en Frankrijk. Daarnaast heeft hij ongetwijfeld met alchemisten contact gehad. En er bestaan ook uit de tijd dat hij leefde een aantal manuscripten, waarin over het bezoek van dergelijke alchemisten in Europa en zelfs in Nederland, Amsterdam, wordt gesproken. Het is heel waarschijnlijk dat een man als Spinoza ook hen ontmoet heeft en daardoor mede beïnvloed is in zijn formulering van denkbeelden. Waarbij we niet mogen vergeten dat hij met een sterk joodse opvoeding en achtergrond tot iemand is geworden, die zich van de gebondenheid aan een bepaald godsbeeld los heeft gezegd om gelijktijdig te komen tot een benadering van een totaliteit. En dit in zichzelf zou je dan kunnen zien als een zoeken naar de gnosis. Het is dus geen ‘beïnvloeding door’ zonder meer.
Alle theologen baseren hun godskennis op de bijbel, het onfeilbare geïnspireerde woord Gods, en toch zijn er onderling grote verschillen. Ik heb ook een lezing van een professor in de theologie gehoord, die zich beklaagde dat tussen hem en zijn collega’s verschillen waren omtrent de exegese van een bepaald woord. Iemand uit de zaal vroeg toen: “Waarom vraagt u het God zelf niet?” Ik vond dat toen een meesterlijke vraag, maar de professor was toen bijzonder in de war.
Ongetwijfeld, want als je iets aan G0d kunt vragen, kan iedereen het doen. Waar blijf je dan met je geleerdheid? Laten we één ding niet vergeten: de theologie is in wezen geen wetenschap. Het is een pseudowetenschap, die zich baseert op het uitleggen van zaken, die in zichzelf grotendeels onbewezen zijn. En dan kunnen we de bijbel uitleggen door bv. in het Oude Testament historische waarde terug te vinden. Dat is inderdaad mogelijk. Er zijn mensen geweest, die zeiden: “Het is onmogelijk geweest dat Salomo zulke grote stallen en zoveel dieren had” — de ruïnes ervan zijn gevonden! Men heeft gezegd: Het is onmogelijk dat dit en dat is gebeurd. Men kan aantonen dat het gebeurd is!
Men kan niet aantonen dat de tijdstippen, die men in de bijbel aanhoudt, volledig juist zijn. Je kunt dus zeggen: de Bijbel, zeker het Oude Testament, is historisch juist. Maar je kunt niet bewijzen dat het van God komt. En daar zit juist de grote moeilijkheid. Op het ogenblik dat je iets aanneemt en jezelf niet meer het recht toekent om te onderzoeken of die aanname terecht is en in hoeverre ze terecht is, dan kom je terecht in zelfmisleiding. En zelfmisleiding is helaas de oorzaak van het dogmatisme in het geloof.
Omdat vele mensen hun dogmata anders plegen te stellen – dat is eenvoudig een anders stellen van prioriteiten binnen hun geloofswereld — komen ze dus tot geheel verschillende uitspraken. Maar waarom zou die man zich erover verbazen? Wanneer er in Delft zelfs een gevecht in een kerk is geweest tussen twee theologen die ruzie hadden over de vraag : hoeveel engelen kunnen er dansen op de punt van een naald? Terwijl ik mij niet voor kan stellen dat enige engel, die toch in de hemel is, er behoefte aan kan hebben op de punt van een naald te dansen ….. Dergelijke onzinnigheden komen eruit voort! Bekvechten over de betekenis van een woord! Maar met dat alles vergeten ze een hele hoop dingen, o.a. dat Jezus heeft gezegd: “Ik ben u het einde van het oude verbond.
Dat wil zeggen dat het nieuwe verbond nooit op uitleggingen van het Oude Testament, maar alleen op beleving en erkenning van het Nieuwe Testament gebaseerd mag zijn. Maar dat vergeet men liever. Want in het Oude Testament kun je de verontschuldigingen vinden voor het niet opvolgen van datgene wat het Nieuwe Testament van je eist.
Niets is verborgen buiten datgene wat wij voor onszelf verbergen. Alles is waar, buiten datgene wat wij voor die waarheid stellen om eraan te ontkomen. De kern van alle leven is WAARHEID. Maar de verschijnselen van het leven zijn geen waarheid. Zij zijn de uitleggingen die wij geven aan een waarheid, die we gelijktijdig niet willen erkennen.
God is de kern van ons leven. Maar ook van al datgene wat er om ons heen bestaat. Wij leven in de waarheid, maar die waarheid zullen we pas erkennen op het ogenblik dat wij onszelf niet meer boven, onder of naast het andere stellen, maar onszelf beseffen als deel van een geheel.
Wij hebben grenzen geschapen tussen leven en dood . Maar toch is leven: een vorm van sterven. En sterven is een geboorte tot het leven. Leven en dood zijn een en hetzelfde: verschijnselen van de waarheid, die leven is. Maar wij beoordelen de verschijnselen, we verwaarlozen de waarheid !
Wanneer wij de werkelijkheid zien, weten wij: de tijd is ons beleven. Maar ons beleven is geen waarheid. Omdat al ons beleven tezamen slechts een punt is in een oneindigheid, die waar is. Zo moeten wij erkennen dat buiten alle dingen het ENE bestaat. Omdat de voorstelling der dingen niet waar is. Maar de waarheid omvat ook ons en alle dingen. Nu niet meer als vormen of tegenstellingen, maar als een eenheid die de spiegeling is van het enig werkelijke.
Een mens heeft eens gezegd : “God droomt en werelden worden geboren.” Misschien zijn wij de dromen van de dromer, we weten het niet, maar zeer waarschijnlijk zijn wij zelf de DROMERS die de droom bouwen, die degene die ons inzicht en aanzijn bracht, niet wenst.
Terugkerend tot de eenvoud van ons wezen, maar ook tot de waarheid van ons beleven, is noodzakelijk. Wij kunnen niet het een verwerpen en het ander aanvaarden! Tenzij het gaat om uitleggingen van mensen, want dat zijn illusies. Ieder van ons zal de werkelijkheid wat anders ervaren. Want ieder van ons is een deel van die werkelijkheid, maar los gezien daarvan heeft hij nu eenmaal verschillen en andere relaties.
Daarom is het zo belangrijk, dat wij onze persoonlijke band met die eenheid vinden. Niet om persoonlijk meer te worden, maar om een juistere uiting te zijn van de eenheid in het deel ervan, dat wij toch vormen. Daarom roepen wij de krachten, daarom beleven wij de werkelijkheden, daarom zenden wij onze gedachten uit, daarom gaan wij van wereld tot wereld en keren soms terug, daarom zijn wij wat we zijn. Omdat wij als delen van de eenheid moeten leren waar te maken wat de eenheid is in dat deel dat wij zijn.
Pas waar de illusies sterven en IN ons de waarheid aanvaard wordt, niet slechts herkend, bloeit ook voor ons het gevoel van verbondenheid op waardoor WETEN en DENKEN overbodig worden, daar het EEN ZIJN in zichzelf al omvat aan bewustzijn, wat voor ons noodzakelijk is.
Het zou een kleine gnostische filosofie of predicatie kunnen zijn. Het is een benadering van de waarheid zoals ook ik die vaak beleef. Zoals velen van de Orde die beleven. Het wil niet zeggen dat een ander meer of minder is, omdat hij anders is. Het wil alleen zeggen dat wij, oordelend uit de maatstaven van onze waan, verschillen kunnen constateren, kunnen verwerpen of aanvaarden. Maar dat wij in de kern van ons wezen niet kunnen verwerpen of aanvaarden, maar slechts kunnen zijn.
Het is vanuit die waarheid dat we leven. Het is vanuit die waarheid dat ik heb geprobeerd vandaag het een en ander toe te lichten. Of het goed of kwaad was, mag u zelf bekijken, want u hebt ook uw eigen illusies en oordeel.
Ik kan alleen maar besluiten met de hoop dat we niet zullen zoeken naar de richting die ons verlost, maar dat we zoeken naar de kracht IN ons, die ons vatbaar maakt voor de waarheid en onze illusies langzaam af doet sterven. Totdat we eindelijk leven in de werkelijkheid: die is kracht en tijdloosheid en alle tijd tezamen. Die is: Alle dingen, en niet: wat wij nog kunnen erkennen tegelijk.