‘Kosmische Werkingen’ (hoofdstuk 7) -1969-1970
Er bestaan uit de aard der zaak heel veel verschillende vormen van harmonie in het heelal. Een deel daarvan hebben wij reeds besproken. Nu hebben we ook de harmonie tussen mens en geest of tussen bepaalde sferen. Ik zou daarop vanavond wat nader willen ingaan.
De geest kan worden omschreven als een veld van energie, dat kan denken. Dit denken maakt het mogelijk zich een wereld voor te stellen. De voorstelling van die wereld wordt in het “ik” geboren. De projectie van die voorstelling naar buiten toe wekt associaties op. Associatieve reacties betekenen eigenlijk dus niets anders dan dat je bij een ander diens eigen denkbeelden en gedachten wakker roept. Dit zult u zich voor ogen moeten houden, als wij het hebben over de harmonieën, die mogelijk zijn met de geest. Want er zijn een aantal grondbegrippen, die de meeste mensen gemeen hebben. Het zal duidelijk zijn, dat ook een geest, die in een menselijke vorm heeft geleefd, bepaalde emoties en denkwijzen kent en van daaruit kan reageren.
Het is echter niet voldoende, dat wij alleen maar bepaalde grondwaarden gemeen hebben, want die worden op aarde overspoeld door de gewone dingen van alle dag.
Elke dag wordt u van alle kanten beïnvloed. De invloeden van uw eigen wereld zijn vaak zeer sterk. Stel nu eens, dat u door die invloeden innerlijk een bepaalde situatie bereikt. Dat is een kwestie van emotie en van daaraan verbonden ideeën. Op het ogenblik, dat die twee-eenheid (emotie en idee) bestaat, projecteert u een deel van die gedachten. Dat kunt u haast niet voorkomen. Dan zal elke sfeer onverschillig welke waarin die emotie en die gedachte op ongeveer gelijke wijze aanwezig is, kunnen reageren. Men zou kunnen zeggen. Hier is inderdaad een harmonie, die tussen een mens en een sfeer bestaat. Maar daarmee zijn we er niet, want wat gebeurt er?
De sfeer ontvangt de impulsen niet precies zoals u ze uitzendt. Het zijn prikkels, die van buitenaf komen. Het zijn a.h.w. geluiden waarbij je beelden moet maken, of beelden waarbij je het geluid zelf moet aanvullen. (Dit natuurlijk alleen vergelijkenderwijs gezegd.) Daardoor zal die geest of die sfeer reageren volgens de waarderingen, welke er in die sfeer bestaan.
Dat is heel wat belangrijker dan u misschien denkt, omdat in een sfeer de geesten langzaam maar zeker door onderlinge vergelijking zijn gekomen tot een soort grootste gemene deler van hun verschillende ervaringen en deze hanteren als een werkelijkheid. De grootste gemene deler van hun ervaringen is echter helemaal niet iets wat lijkt op wat er op aarde bestaat. Integendeel. Het is vaak een samenvoegen van geïdealiseerde vormen en herinneringen. Het is een weglaten van veel elementen. Het is een verwaarlozen van bepaalde voor de mens vaak heel belangrijke dingen. Kortom, het is een beeld dat niet strookt met het beeld van uw wereld.
Nu komt uw gedachte in die wereld terecht en wat is het resultaat? Die wereld reageert daarop. Maar ze reageert niet volgens het beeld dat bij u bestaat, maar volgens het beeld dat door de ontvangen gedachte in die sfeer is gecreëerd. En dat is dan een beeld dat zeer sterk vertekend is. Het is dus heel goed mogelijk, dat u in harmonie bent met een bepaalde geest of sfeer en dat er toch ergens een grote hiaat is. U zoudt kunnen zeggen: een begrips of een ervaringshiaat. Het resultaat is, dat de conclusies welke in die sfeer worden getrokken lang niet altijd stroken met de feitelijke toestand op aarde.
Voor de meeste mensen is dat een beetje onaangenaam om te horen. Dat kan ik ook best begrijpen. Men geeft er nu eenmaal de voorkeur aan dat de geest in de sferen precies weet wat er op aarde gebeurt.
Dat die geest precies zo weet te schatten en waarderen als dat op aarde gebeurt. Maar dat is niet zo. Een harmonie behoeft zelfs niet te bestaan met alleen een hogere wereld; ze kan evengoed met een lagere wereld plaatsvinden. Want hoger of lager is een differentiatie, die wij hier op aarde gebruiken om de verschillende groepen aan te geven volgens onze waardering. Zodra wij in de geest zijn, bestaat er geen hoger of lager. Er bestaat alleen een wereld, die we kunnen concipiëren en een wereld, die we niet kunnen concipiëren Overal waar een concept van die wereld mogelijk is, is dat voor ons een gewone wereld.
Je kunt dan wel zeggen “lagere wereld”, omdat je er actief in bent en een wat “hogere wereld”, omdat je er iets in leert. Maar dat is eigenlijk geen werkelijk onderscheid. Die werelden zijn in waarde precies gelijk, voor jou. Daarom kan een mens evengoed de meest negatieve wereld aanspreken; een wereld, waarin b.v. de angst de grootste gemeenschappelijke factor is van de aanwezigen.
Een mens, die daarmee harmonisch is, zal die angst ervaren; en die angst zal op de een of andere manier die mens gaan domineren. Een ander is misschien bang voor bepaalde verschijnselen. Treft hij een wereld, waarin die verschijnselen enorm gevreesd worden en doordat ze zo gevreesd worden zo vaak in verschijning treden dan ontstaat er een soort pessimisme, een feed back vanuit de geest, waaruit hij niet zonder meer kan ontkomen.
Ik ben hiermee begonnen om duidelijk te maken dat een harmonie met de sferen lang niet altijd betekent, dat nu ook alles menselijk gezien volkomen in orde is.
Er zijn enorm veel sferen. Theoretisch kun je zeggen: het aantal is oneindig. Elk van die sferen heeft harmonische mogelijkheden. Maar het is ook mogelijk, dat u met verscheidene sferen gelijktijdig harmonisch bent. Dan ontstaat er een zeer interessante relatie. Datgene wat in wereld A bij u angst opwekt, wekt in wereld B bij u vreugde op. Angst en vreugde scheppen bij u dan een gevoel van verwachting. Dat komt dan meestal niet uit, maar u heeft het gevoel: er moet vandaag wat gebeuren. Op die manier kan het werken.
Zijn er twee werelden, dan is het eenvoudig. Maar het kan zijn, dat u zodanige basiswaarden van bestaan heeft dat bijna iedereen, die als mens heeft geleefd, daarop kan reageren. Laten we zeggen, dat u vanuit duizend verschillende gedachtenwereldjes een projectie terugkrijgt. Dan heffen die elkaar op. En hiermee komen we aan een paar grondstellingen.
1. Een harmonie met een sfeer betekent slechts een wisselwerking tussen u en die sfeer, waardoor echter niet het verschil in waarde en daarmee ook de uitwerking van dit contact met de sferen zonder meer kan worden bepaald.
2. Naarmate u met meer sferen in harmonie bent, zal de beïnvloeding geringer worden.
3. Elk contact, dat wij met de sferen hebben, kan voor ons een actief en reëel contact worden op het ogenblik, dat een gelijke waardering tussen sfeer en wereld voor ons mogelijk is. Dat laatste klinkt heel vreemd, want dan zeggen de mensen: harmonie der sferen. Wij willen daarin opgenomen zijn.
Wij hebben echter een waardering nodig. In alle associatief denken wordt de waarde van de associatie bepaald door de eigen waardering voor het geassocieerde. Het is duidelijk, dat een mens altijd wel ergens in harmonie is met een bepaalde wereld of een bepaalde sfeer. En het zal u ook duidelijk zijn, dat naarmate een mens meer in contact is met het totaal van de menselijke sferen hij als mens minder wordt beïnvloed. Maar hij heeft wel de kans om, medewerking te verkrijgen uit alle sferen. Daarmee kom ik tot een stelling, die voor sommige mensen misschien wat dubieus is. Daarom moet u er maar eens goed over nadenken.
Op het ogenblik, dat ik met alle sferen of met zeer vele sferen een gelijkwaardige harmonie in mij kan bereiken, zal de kracht en de medewerking van het totaal van die sferen voor mij bereikbaar zijn, zonder dat ik hierdoor word beïnvloed. Wanneer mijn harmonie een groot aantal of alle sferen omvat, dan bezit ik een groot richtend vermogen voor de werking van die sferen op aarde en kan ik een groot aantal van die z.g. occulte, paranormale of wonderdadige fenomenen regeren en beheersen, zonder dat ik in mijn oordeel word vervreemd van mijn wereld.
Een figuur, die u hier ongetwijfeld kunt bijhalen, is Jezus. Jezus van Nazareth is tegenwoordig een figuur, die erg in de belangstelling staat en die een twistpunt begint te worden. Maar één ding is zeker, Als Jezus wonderen doet, dan doet hij dit omdat hij zegt één te zijn met de Vader. Maar de Vader omvat het geheel van de schepping. Het is een harmonie met een totaliteit. De beheersing is mogelijk zolang Jezus degene is, die bepaalt wat er gebeurd en ook de conditie vaststelt waaronder dat gebeurt. Er zijn daarvoor heel wat voorbeelden te vinden in de verschillende Evangeliën. Eén daarvan is b.v. een melaatse. Melaatsen komen Jezus tegen. Jezus zegt: “Gaat naar de tempel en toont u. Gij zijt gereinigd.” Een heel eenvoudige uitspraak. Maar er zijn noodzaken.
In de eerste plaats: de melaatsen moeten in harmonie zijn; zij moeten aanvaardend zijn t.a.v. Jezus. In de tweede plaats: Jezus moet de kracht of de macht weten te vinden uit de totaliteit om deze ziekte ongedaan te maken. En dat is heel wat.
De situatie wordt echter nog wonderbaarlijker, indien wij ons realiseren dat Jezus zeer veel verschillende dingen doet. Dat hij water in wijn verandert, is heel sympathiek (ik denk dat menig bottelier nog steeds probeert hetzelfde te doen), maar dat is iets, dat ook een goocheltrucje kan zijn. Daar zijn mogelijkheden voor. De wonderbare vermenigvuldiging van vis en brood. Ook daarvoor is een verklaring te vinden. Maar er zijn geen verklaringen te vinden voor Jezus’ zien van mogelijkheden, voor het opwekken uit de dood van een paar mensen. U kunt zeggen dat het allemaal sprookjes zijn, maar als u aanneemt dat het merendeel van die verhalen toch wel ergens een basis in de waarheid heeft, dan moet u toegeven: hier zijn heel veel verschillende feiten naar voren gekomen; en die feiten zijn alle wel onverklaarbaar, maar ze kunnen niet op precies dezelfde basis berusten. Dan is de enige conclusie die ons overblijft, dat Jezus in staat was met het geheel harmonisch te zijn, maar dat hij een selectieve harmonie kon beheersen. En als u zegt, dat dit onzin is, dan moet u zich dit maar eens voorstellen:
Er is een God. Die God maakt melaatsheid mogelijk. Jezus geneest bepaalde melaatsen, ofschoon misschien elke melaatse wel graag genezen zou zijn en er waarschijnlijk God ook om gebeden heeft, als hij gelovig is. Daaruit blijkt, dat de selectie van Jezus uitgaat. Het kan de kracht Gods zijn; het is Jezus die het doet. En hier kan ik mijn parallel vinden.
Wij kunnen uit de vele sferen, waarmee wij harmonisch kunnen zijn, er soms enkele vinden die het ons mogelijk maken iets te beseffen of iets tot stand te brengen. Maar zolang die sferen groot genoeg in aantal zijn, zijn wij een brandpunt geworden waarin ze samenkomen. In ons versmelten ze, de tegenstellingen heffen elkaar zonder meer op, wat er overblijft is een kracht, die het ego kan richten. Dat is een zeer interessant punt, omdat een harmonie met de sferen en met de werelden natuurlijk moet en zal berusten op een gemeenschappelijke mogelijkheid tot besef, tot associëren. Was dit alles, dan zou ik dit onderwerp waarschijnlijk niet eens hebben aangesneden. Maar er is meer.
Stel u eens voor, dat n.l. die sferen en werelden zich bewegen. Zij doen dit echter op verschillende manieren en vooral in verschillend tempo. Zij bewegen zich dus vanuit menselijk standpunt met verschillende snelheden en gedragen zich ongeveer als de sterren aan de hemel.
U zoudt kunnen zeggen: die beweging moet ook iets doen. Wanneer ik die bewegingen ken (ik weet dus de ontwikkelingswaarde van een bepaalde wereld, stel dat een mens dat zou kunnen weten), dan kan ik vooruit grijpen naar de ontwikkeling. Als ik verder moet zijn dan de mogelijkheden van vandaag, dan grijp ik naar een wereld die reeds verder is. Zij vult dan a.h.w. mijn onvermogen aan door mijn denkbeelden, mijn gedachten, mijn mogelijke associaties voor mij te hergroeperen. Op dezelfde wijze kan ik teruggrijpen naar een verleden. Er is dus de mogelijkheid om via die harmonie met de sferen de tijd te variëren, het besef te variëren en daardoor ook weer een groter inzicht te krijgen in de eigen wereld. Dat inzicht zou men met astrologische termen duidelijk moeten maken. Want wat is het geval ?
Wij kennen de Dierenriem. Aan de mensen geboren onder de tekens van de Dierenriem kennen wij bepaalde eigenschappen toe. Maar dat betekent ook, dat elk van hen een afzonderlijke afstemming heeft, een afzonderlijke harmonische mogelijkheid. Daarvoor kan ik u een aardige regel geven:
De harmonische grondmogelijkheid wordt bepaald door het eigen teken, maar de secundaire of de naar buiten toe optredende contact mogelijkheden worden bepaald door de ascendant.
De situatie is nu ongeveer als volgt: in de astrologie kennen wij tekens, die bij elkaar passen en tekens, die niet bij elkaar passen. Dat klinkt heel mooi en het zou theoretisch mogelijk zijn te zeggen: je moet het meest harmonische koppel samenbrengen” de mensen wier horoscopen precies kloppen. De Chinezen hebben dat gedaan, de Indiërs en Tibetanen deden dat ook. Dan brengen wij hen samen op een dag, die bovendien voor beiden even gunstig is. Uit die verbinding moet dan steeds een harmonisch mens voortkomen. Theoretisch. Praktisch moeilijker. Want de mens is, zelfs indien hij zijn horoscoop heeft uitgewerkt, niet te bepalen alleen op grond van die horoscopische basis alleen. Een mens heeft een ontwikkeling. Hij heeft een eigen manier van denken, een eigen milieu, een eigen achtergrond. Hij is dus een persoonlijkheid, die ondanks alles van het eigen type afwijkt. Hij wordt niet aangetrokken door b.v. de perfecte partner. Hij wordt aangetrokken tot iets, wat beantwoordt aan zijn denken en zijn idealen. Ook hier speelt de associatie een grote rol.
Wij zien dat in de maatschappij bepaalde uiterlijkheden worden bepaald door de waarde, die ze uitdrukken. Als ik u vertel dat dikke dames op de Fiji eilanden heel erg populair zijn, soms zelfs worden gemest om, toch vooral mooi lekker blubberig dik te zijn, dan zegt u. Hoe komen ze daartoe? Heel eenvoudig; niet omdat ze zich daar aangetrokken voelen tot die dikke dames, maar omdat dit betekent dat degene die het hoofd van de familie is, in staat is hen meer dan voldoende te voeden. Het is dus een kwestie van status en rijkdom. Maar daardoor is het op den duur ook een symbool van schoonheid geworden.
Op dezelfde manier gaat u ook in uw maatschappij krachtens uw geloof, familie en opvoeding, krachtens allerhande dingen die u niet eens allemaal kunt opsommen, iets waarderen. Uw waardering is niet gebaseerd op de grondharmonieën, integendeel. Ze is juist gebaseerd op associaties die u bezit. Daarom is die mooie theorie van alles precies bepalen volgens een harmonie, die wij uit de sterren kunnen aflezen, een beetje onzin. Het lukt niet. Als u de mensen het beste voorzet, zullen ze altijd kijken of er iets is wat zij niet mogen hebben, want dat willen ze dan. Zo zou men dus de regels van die harmonie niet mogen stellen op grond van de basiswaarden, maar op grond van associatieve mogelijkheden, associatieve verbindingen.
Dan zijn er weer enkele regels:
a. De mens heeft het sterkste contact met de dingen, die hij zozeer bewondert, dat hij daarin zichzelf zoekt terug te vinden.
b. De mens zal het sterkst gebonden zijn aan die waarden, welke hem een verhoging van waarde geven in eigen ogen.
c. Een mens zal het sterkst getrokken worden door die waarden, die het sterkst afwijken van hetgeen hij kent. Dat zijn drie eenvoudige regels, die overal gelden.
Of u nu woont in Kabouterstad, in Oranje Vrijstaat, in de Staat der Nederlanden of ergens anders op de wereld, die drie regels zijn overal van kracht.
En dan stellen wij:
Harmonieën zullen moeten worden bepaald door associatieve mogelijkheden. Dan zullen wij de bij ons opgewekte associaties moeten beschouwen als een afzonderlijk beeld, dat in ons is ontstaan, waardoor wij eveneens met sferen en werelden in contact en in harmonie komen en daaruit krachten kunnen putten. Het is niet zeker, dat onze associaties overeenstemmen met de eigen reacties en denkbeelden van de mensen, met wie we in contact zijn.
Als u wilt spreken over een magische werking, dan zoudt u moeten zeggen: de magie is helemaal niet gelegen in allerlei formules, ook niet in wat anderen zijn of betekenen; het gaat erom wat er in u ontstaat en welke harmonie daardoor voor u mogelijk wordt.
Nu zal dat zeker niet alleen het geval zijn bij mens tegenover mens. Wij kennen het verschijnsel van de melodische harmonieën, klankharmonieën en dergelijke. Als u een melodie vindt, die voor u een bepaalde betekenis heeft, dan heeft u daarmee de sleutel gevonden tot een bepaalde reactie in uzelf en dus een harmonie tot een bepaalde sfeer.
Stel, dat u tien verschillende deuntjes kent en erg mooi vindt. Maar het één is voor u droevig en treurig, het ander is bespiegelend, het derde is uitbundig, vrolijk enz., dan zult u door eenvoudig die harmonieën te spelen en er voor een ogenblik in op te gaan een harmonie tot stand brengen met een wereld, waarin de emotie, die u ondergaat, de sterkste associaties wakker roept. Daaruit volgt, dat vanuit die wereld dan de opgewekte impulsen terugkomen en u in uw gedachten een soortgelijk beeld geven dat is voortgekomen uit uw gedachten, gegroepeerd volgens de harmonische en associatieve waarden van die sfeer.
Ik kan melodieën en andere dingen gebruiken om harmonie te scheppen. In de harmonie blijft de associatie wel bepalend, maar kan dus creëren. Ik kan bewust harmonieën zoeken. Ik behoef geen harmonie te zoeken met een bepaalde sfeer. Het contact met de sfeer is automatisch op het ogenblik, dat ik in mij de inhoud draag, waarop die sfeer reageert. Dit lijkt natuurlijk weer een enorme veralgemening van regels, maar ik heb daar mijn redenen voor.
Als wij de kosmos als geheel bekijken, dan kunnen we zeggen: het is eigenlijk één grondwaarde, die gebroken wordt als het licht door een prisma en een regenboogeffect geeft. De ontleding vindt plaats in werelden, in sferen, maar ook in geestelijke gesteldheden. Wanneer wij zelf een bepaalde kleur vertonen, omdat wij deel zijn van de Oerkracht, brengen wij deze waarde over in elke wereld, waarin die kleur bestaat en domineert. Wij behoeven dat niet te doen; dat gebeurt doordat wij zijn. Het resultaat is, dat de selectie a.h.w. voor ons gebeurt. Het resultaat is ook, dat wij niet een wereld kunnen uitschakelen, als de waarde die in ons leeft in die wereld aanwezig is.
En dan trek ik maar weer enkele conclusies:
1. Zolang ik in staat ben op een algemene basis van ervaring een harmonie te bereiken met verscheidene sferen, zal ik meester blijven van de in mij ontstane associaties. Op het ogenblik, dat ik niet in staat ben deze associaties te zien als door mij te beheersen ofwel mij te zeer verbind met een enkele wereld of sfeer, word ik van daaruit gedomineerd. Ik ben geen meester meer van mijn reacties en handelingen.
2. Daar harmonie een zekere vorm van samenwerking inhoudt zeker als het gaat tussen de sferen onderling en werelden en sferen kunnen wij concluderen dat elke samenwerking kosmisch gezien betekenisvol is. Dat elke samenwerking bijdraagt zowel tot een bewustwording in die sferen als tot een beleving en tenslotte tot de bewustwording van de mens. Als wij dus selecteren of kiezen, doen wij dit niet, omdat dit waardevolle elementen zijn, maar wij doen het wel omdat deze elementen voor ons op dit moment belangrijk zijn.
Dan heb ik zo even al iets gezegd over het verschil in tempo en tijd. Er zijn sferen, die een tijd hebben, die veel sneller gaat dan die van de mensen. Een reactie uit een dergelijke sfeer komt dus volgens menselijk besef bliksemsnel. Maar een sfeer, die in tijdsbeleving trager is dan die van de mensheid, zal ook veel trager reageren. Daarom stellen wij:
Als wij met de z.g. vitale of snelle sferen in contact komen, zal een bijna onmiddellijke reactie volgen op elke uitgezonden gedachte, op elke ontstane harmonie. Indien wij echter te maken hebben met z.g. vertraagde of minder vitale werelden (daaronder kunt u zelfs Zomerland practisch helemaal rekenen; het zijn dus geen duistere werelden), dan zullen wij rekening moeten houden met een vertraging in de naar ons toekomende krachten en associaties, die gelijk is aan het verschil in tempo tussen onze wereld en die andere wereld. Voor dit laatste heb ik weer enkele punten, die misschien interessant zijn.
Als ik ontdek, dat ik bij een bepaalde toestand van innerlijk leven, van denken, van gevoel een reactie krijg, die echter pas één of twee maanden later komt, dan moet ik aannemen, dat dit was gebaseerd op een harmonie. Dientengevolge zal elke andere instelling en reactie, die op dezelfde basis plaatsvindt een zelfde vertragingsfactor in beantwoording en verschijnsel ten gevolge hebben. Als wij een wereld hebben, die bliksemsnel reageert, zullen mensen niet in staat zijn de reacties te verwerken, omdat deze zich a.h.w. verwarren met de afloop van de eigen uitgezonden gedachten. Er ontstaat een signaal verwarring en de mens krijgt associaties, die hij niet meer kan thuisbrengen. Hij zal dan wel krachten ontvangen, maar weet over het algemeen niet hoe die te richten. Daarom zal de mens, indien het gaat om een hier op aarde merkbare harmonie met op aarde kenbare resultaten daarvan, niet teveel moeten samenwerken met wat men wel noemt de hoogste, de snelste of de meest vitale werelden.
Nu hebben we over enkele harmonieën in de kosmos nog iets te vertellen.
Eén ervan is misschien de meest verwarrende voor de mens. U kent misschien de stelling van de werelden van mogelijkheden. Dat wil zeggen: alles, wat mogelijk is, bestaat ergens. Daarin bestaan wij ook, maar wij beleven alleen de mogelijkheid, die wij gekozen hebben. Dat is dan kort weergegeven. Er is een zeer uitvoerig betoog nodig om dat allemaal aannemelijk te maken.
Nemen wij voor een ogenblik aan, dat die stelling juist is en dat u haar kent, dan volgt hieruit dat ik vele werelden heb, waarmee ik in zekere mate harmonisch ben. Je kunt dus in de ene wereld getrouwd zijn en in de andere vrijgezel. In de ene wereld rijk, in de andere arm. In de ene wereld wijs, in de andere dwaas. Daar deze mogelijkheidswerelden in de kosmos reëel zijn, zou ik deze a.h.w. kunnen bezielen, indien ik maar een voldoende harmonie heb met de sferen of met de totaliteit. Daaruit volgt, dat elke droom, die gebaseerd is op de nu bestaande mogelijkheden, is waar te maken. Maar ze is alleen dan waar te maken, indien ik die mogelijkheid als een waarheid- sommigen zeggen ook een tweede werkelijkheid- kan behandelen en van daaruit ga reageren. De conclusie, die hier is te trekken, is ook weer betrekkelijk eenvoudig, als men het voorgaande accepteert:
Elke voor mij kenbare keuzemogelijkheid kan ik beschouwen als basis van alle verdere gebeurtenissen, mits ik bereid ben het geheel van de voor mij mogelijke harmonieën en de daarmee eventueel gepaard gaande krachten, in dit beeld te verwezenlijken en mij dus niet of zo weinig mogelijk te bemoeien met de bestaande omstandigheden- dit zolang de harmonie bestaat- en dus mijn bestreving op geestelijk of op occult vlak plaatsvindt. Hierbij is de kosmos ook weer bereid om ons elke mogelijkheid te geven. Er is een beeld voor te vinden.
U kunt zich misschien voorstellen dat u 20 foto’s in handen heeft. 20 foto’s van ongeveer hetzelfde moment. Zoiets als bij een filmopname. Een groot aantal daarvan is wazig. Eén is de scherpste. Enkele andere zijn herkenbaar, ofschoon wat vervormd, wat wazig. Andere zijn totaal uit focus, daar zie je alleen maar een nevel. Je weet dus niet wat er is. Dan kunt u zeggen: elk beeld, dat ik nog kan herkennen, kan ik door mijn reactie en willen de diepte en de helderheid geven van het scherpste beeld, mits ik bereid ben daarbij gelijktijdig te aanvaarden dat het nu scherpste beeld onzuiver wordt, verzwakt. Op die, manier kun je uit de kosmos, uit de mogelijkheden, onnoemelijk veel kiezen. Maar het is altijd in verband met het heden en in verband met de harmonische mogelijkheden, die je in het geheel, in de kosmos vindt.
Hier heb ik reeds genoeg gezegd. U heeft nu voldoende om over na te denken. Wanneer u zelf met deze dingen wilt experimenteren, moet u uitgaan van het standpunt dat u geen zekerheden nodig heeft. Dat is voor een mens iets krankzinnigs: geen zekerheid. Het is experimenteel, als ik mij iets kan voorstellen dat gebaseerd is op datgene, wat ik nu als werkelijkheid erken, dan zal ik alleen door de wil om het waar te maken de situatie zo veranderen, dat het waar kan worden. Maar ben ik niet bereid daarvoor deze werkelijkheid, die ik nu heb, op te geven, dan kom ik tussen twee stoelen te zitten en ontstaat er een werkelijkheid, die ik niet heb kunnen definiëren (zo’n vage foto dus) en die gaat dan mijn feitelijke wereld worden.
Harmonieën met sterren, met planeten, harmonieën met de zingende sferen, met licht en met alle kleuren zijn een uitbeelding van harmonie, maar ze zijn niet de feitelijke weergave ervan. De feitelijke harmonie is niet afhankelijk van de aanduiding, die wij eraan geven. U kunt muziek wel klassiek noemen, maar als het nu eenmaal een dodecatonale cacafonie is, dan blijft het een stoorgeluid en is het geen muziek. Op dezelfde manier is het benoemen van een invloed en het omschrijven ervan niet belangrijk. Wij hebben als mens of als geest voortdurend een harmonie of wij willen of niet met een aantal andere werelden of sferen alleen door ons leven, ons denken en ons voelen. Van daaruit komen impulsen op ons af, die niet in overeenstemming zijn met de waardering, van onze eigen wereld en ons eigen concept, maar die wel inwerken op dat concept. Zodra er een dergelijke reactie op ons denkbeeld komt, zal de energie of de vitaliteit, welke in die andere sfeer aanwezig is, invloed kunnen uitoefenen op ons. Daar wij dit alles zoveel mogelijk moeten blijven beheersen, is het verstandig om daarbij niet te ver te grijpen.
Een kracht gebruiken om een wonder tot stand te doen brengen, is geen kwestie van het doen van een wonder, maar van het aanvaarden van de mogelijkheid van het wonder, zelfs op dit moment. Hoe groter onze aanvaarding is, hoe reëler de beantwoording.
Nu zou ik willen besluiten met een paar opmerkingen, die u misschien wat vreemd vindt.
Hoe blijmoediger u bent, hoe vreugdiger de associaties in de verschillende werelden en sferen zijn, hoe vreugdiger dus ook de krachten en reacties, die u terugkrijgt. Iemand, die mistroostig is, maakt zichzelf mistroostiger door zijn mistroostigheid. Er is een versterkingseffect gelegen in deze harmonie met de kosmos en met alle sferen afzonderlijk, waaraan wij niet kunnen ontkomen. Maar één ding staat vast: elke impuls, die wij bewust geven, zal een versterking uit die sfeer en uit de kosmos met zich meebrengen.
Indien u voortdurend van het leven het slechtste verwacht, zult u het ongetwijfeld krijgen. U maakt het zelf waar. Indien u voortdurend blijmoedig bent, dan zult u weliswaar niet de beloning krijgen, die u menselijk gezien misschien verdient, maar u zult wel de veerkracht, de vitaliteit en de blijmoedigheid krijgen, waardoor het leven ondanks alles toch nog enorm veel biedt. En dat betekent dus, dat u door bewust uw gedrag en uw denken te wijzigen een gehele harmonie verandert en zo uzelf krachten en mogelijkheden verschaft, die volgens uw huidig denken en uw huidige toestand niet tot het onmiddellijk mogelijke behoren.
Wie mogelijkheden wil zoeken, zal daarvoor zelf het beginpunt moeten creëren. Is hij of zij niet bereid dit te doen, dan is er slechts een voortdurende versterking van de heersende tendensen.
Noot.
Als ik zeg dat u een waarde terugkrijgt, die niet gelijk is aan het door u erkende, dan dient u zich te realiseren, dat b.v. in een wereld van de geest waar niet gegeten en gedronken wordt eten en drinken bijkomstigheden zijn. Er kan dus niet worden gereageerd op een rijk voorziene tafel, bij wijze van spreken; wel op de bevrediging, die daaruit voortkomt. Maar aangezien voor de geest de associatie van een dergelijke bevrediging en vreugde ongetwijfeld een contact is, een vorm van communicatie, een beleving, zal hetgeen u terug ontvangt niet meer te maken hebben met de rijk voorziene of misschien ook negatief de karig voorziene tafel, maar het zal te maken hebben met een contact met uw medemensen of soms zelfs met een gevoel, een beleving, waarbij andere werelden of sferen betrokken zijn.
Er is dus geen vergelijkbaarheid van waarde en waardering tussen uw wereld en de andere sferen. Er is een associatieve gelijkheid, waarbij de associatie, die de andere u terugzendt als kracht en als denkbeeld voor u in feite een variatie op, of zelfs, een zeer sterke modulatie van de oorspronkelijke impuls betekent.
Vandaag.
Inwerkingen van deze tijd. Vandaag is de wereld het brandpunt van een aantal verschillende invloeden. Wij noemen enkele daarvan de rode straal, andere noemen wij een wijziging van het Saturnus- Jupiter effect. Zo kunnen wij verschillende aanduidingen geven voor hetgeen er vandaag gebeurt. Maar de praktijk van wat er vandaag gebeurt, wordt niet bepaald door deze invloeden van verre. Ze wordt bepaald door de menselijke reactie daarop.
Zo beschouwd moeten wij constateren, dat de onrust over de gehele wereld op het ogenblik klimmend is. Wij moeten constateren, dat er nog verscheidene moordaanslagen zowel in Azië als in Zuid Amerika mogelijk zijn in de komende 10 tot 15 dagen. Wij moeten constateren, dat vulkanische werkingen, aardbevingen e.d. zullen blijven optreden in de komende 10 tot 15 dagen.
Als wij dus de toestand van vandaag nemen, dan hebben we daarmee iets gezegd omtrent de situatie, zoals zij zich zal ontwikkelen. Meestal zijn de mensen niet bezig met vandaag. De man, die vandaag werkt, doet dit om aan het einde van de maand zijn huur te kunnen betalen of misschien de afbetaling te doen op die veel te luxueuze slee, waarin hij zich in zijn vrije dagen in verkeersopstoppingen zit op te winden, zodat hij eigenlijk, aan het heden te weinig aandacht schenkt.
Indien wij n.l. de invloeden van buitenaf allemaal kunnen analyseren, krijgen wij natuurlijk een beeld van de ontwikkeling. Maar als wij weten wat er vandaag gebeurt, dan weten wij ook wat wij morgen kunnen verwachten. Wij behoeven ons niet bezig te houden met hetgeen wij morgen willen doen, als wij ons maar kunnen bezighouden met hetgeen vandaag onvermijdelijk is geworden. En daarmee heb ik, geloof ik, een wat opportunistische levensbeschouwing gepropageerd.
De mens houdt niet van opportunisme. Hij vindt dat je de mogelijkheden moet creëren; dat je tot in de verre toekomst rekenend alles precies moet overwegen. Hij doet dit ook getrouwelijk en daarom loopt er in de wereld zoveel fout.
Opportunisme betekent gewoon: werken met de mogelijkheden, die je vandaag hebt. Niet met de mogelijkheden van morgen of van gisteren, maar eenvoudig met de mogelijkheden van vandaag. Als het vandaag mooi weer is en je hebt zin te gaan zonnebaden, doe het dan vandaag en zeg niet, “Ik zal morgen wat tijd vrij maken”, want in uw klimaat kunt u dan ongetwijfeld achter de kachel met uw sloffen aan zitten rillen en u beklagen over het feit, dat u nooit de kans krijgt op een zonnebad. Dit is voor de gehele wereld van belang.
Er zijn veel dingen, die je alleen vandaag kunt doen. Morgen zijn ze onmogelijk geworden. Zodra je je bezighoudt met dromen over hetgeen morgen mogelijk zal worden, is de mogelijkheid van vandaag en de gelegenheid om, iets waar te maken alweer voorbij gegaan.
Wat moet men dan vandaag zijn en doen? In de eerste plaats: besef, dat het altijd vandaag is. U kunt niet anders leven dan in het heden. Het heden brengt denkbeelden en mogelijkheden. Leer snel reageren, want u heeft meestal niet veel tijd u te bedenken. Maak liever twintig verkeerde beslissingen om er dan ook nog eens twintig goede te treffen dan dat u weifelend tussen beide tenslotte komt met een plan, dat over 40 jaar is verouderd voor het tot uitvoering komt. U leeft vandaag.
Nu zou je dat bij veel mensen niet geloven, maar toch is het zo; ook zij leven vandaag. Dat wil zeggen, dat uw leven, maar ook uw geestelijke waarden en uw ervaringen vandaag worden bepaald en niet morgen. En dat impliceert ook dat een ieder, die op lange termijn zijn leven wil inrichten, alles doet behalve leven.
Wanneer de aarde morgen beeft (die kans is zeker niet uitgesloten), dan moeten wij ons morgen bezighouden met die beving. En overmorgen misschien met de resultaten ervan. En dan moeten wij dat zo snel mogelijk doen. Wij moeten ons daarbij niet afvragen, of er misschien nog een andere of betere manier zou zijn. Als er mensen worden gedood, kunnen wij dat betreuren, maar wij kunnen er niets aan doen. We zullen ons dus moeten realiseren waarom ze gedood zijn, en als wij dat vandaag weten, kunnen wij misschien morgen voorkomen, dat die noodzaak nog bestaat.
De hele wereld loopt voortdurend vast, omdat zij morgen geborgen wil zijn. Maar hoe kun je morgen geborgen zijn, als morgen nooit komt? U leeft altijd net tussen gisteren en morgen. Het is altijd vandaag.
Als ik op mijn eigen wijze mijn mening duidelijk mag maken, zou ik willen zeggen: Het is over het algemeen met uw reactie op de gebeurtenissen als met een verloving. Hoe langer het duurt, voordat er werkelijk iets van komt, des te minder er kans is dat er iets van komt. Het is met de reactie op de dingen altijd weer: wie het eerst komt, het eerst maalt. En omdat zo weinig mensen het eerst komen en zovele mensen het eerst willen malen, zijn er zo velen op deze wereld malende geworden.
Elke keer moeten wij weer constateren, dat de mens zijn verwachtingen beschaamd ziet, omdat hij niet heeft gerekend met vandaag maar met morgen, omdat hij niet heeft gereageerd op dit ogenblik, maar op datgene waarvan hij heeft verondersteld dat het binnen enkele uren waar zal zijn.
Opportunisme is misschien een kwalijke zaak in de ogen ván alle mensen, die hoge idealen koesteren. Maar in het koesteren van die hoge idealen ontnemen zij dan ook alle levenswarmte aan ieder ander.
Wij kunnen natuurlijk streven naar een marxistisch ideale wereld. Maar als wij daarnaar streven, dan is vandaag geen wereld meer om in te leven. Dan is het eigenlijk een soort dependance van de hel. En wie dat beseft en daarover hels wordt, moet niet de situatie aanvallen, maar hij moet begrijpen dat hij zich moet losmaken van de denkwijze.
Als u vandaag als een gelovig mens u bezighoudt met het lot van de christenheid over zoveel jaren, als u zich voortdurend bezighoudt met de vraag: wanneer eindelijk pastoor en kapelaan op de preekstoel hun verloofden den volke zullen tonen, dan houdt u zich bezig met iets, wat eigenlijk helemaal niet ter zake doet. Het is misschien beter te beseften, dat ook vandaag de geestelijkheid, buiten preek en biechtstoel om, waarschijnlijk de nodige mogelijkheden voor zichzelf weet te creëren, die met het begrip verloving misschien evenzeer gedekt zouden zijn of misschien zelfs verdergaande sociale termen vereisen. De praktijk is altijd dat wat nu bestaat de werkelijkheid is. Het debat over celibaat of niet zou eigenlijk moeten worden omgezet in: de realisatie van concubinaat of niet.
Als wij ons bezighouden met de noodzaak de kinderen op te voeden, dan kunnen wij beter zorgen dat zij vandaag iets leren en niet teveel ongelukken maken, dan dat wij hen nu laten loslopen, omdat wij al onze tijd nodig hebben om te zorgen voor de tijd dat ze op de universiteit zullen zijn. Waarschijnlijk zijn ze voor die tijd al bij de moderne stammen van “flower People” e.d. beland.
Wie feiten wil, moet uitgaan van de feiten van vandaag. En zo u mij toestaat, zou ik graag enkele feiten van vandaag opsommen.
Wat is er vandaag (7 april 1970) gebeurd? Er is een belangrijke ontwikkeling in de machtsstrijd rond het Kremlin. Gevolgen hiervan zullen o.m. blijken in een hernieuwde reeks troepenbewegingen bij de Chinese grens, verder in het weer op de voorgrond treden van bepaalde politieke figuren, echter met kennelijk beperkte bevoegdheid. Omdat wij weten wat er vandaag gebeurt, weten wij dus ook dat wij ons daarover niet verder druk behoeven te maken. En dat Bresnjew verkouden is, is geen wonder; met zo’n naam nies je immers voortdurend!
Als wij ons verder realiseren hoe er in verschillende landen in Zuid Amerika op dit moment een wederkerige neiging tot grotere hardheid is ontstaan en dat er vandaag plannen zijn gemaakt voor liefst nieuwe ontvoeringen, die binnen de komende drie weken zouden moeten worden uitgevoerd, dan kunnen wij wel rekenen op een verdere haastige uittocht van allerlei diplomaten. Zij immers vertegenwoordigen hun volk achter de linies, niet in de linies.
Als wij zien wat er in Nederland gebeurt, dan zullen wij de conclusie moeten trekken, dat binnenkort enkele fusies wederom, bekend zullen worden. De besprekingen daarover zijn vandaag reeds besloten. En wij zullen eveneens ontdekken, dat een bepaalde kapitaalsgroep grote moeilijkheden en minder subsidie krijgt, wat zel ook erg pijnlijk zullen vinden. Dat zijn de feiten van vandaag.
Maar de feiten van vandaag zijn ook, betekenen ook, dat die oude man, die nu eens niet aan sterven denkt, vandaag nog die ene gedachte zal neerschrijven in de late avonduren, die over enkele jaren vele mensenlevens zullen beïnvloeden. Vandaag gebeurt er van alles. En of die dingen morgen iets zullen betekenen, weten wij niet. Maar wij weten wel, dat er vandaag mogelijkheden zijn geweest, die niet vervuld worden, maar ook dat wij bepaalde mogelijkheden zelf voorbij hebben laten gaan.
Vandaag is het complex invloeden anders dan gisteren en anders dan morgen. Maar vandaag zijn het de invloeden, waaronder wij laboreren. Het zijn die invloeden, welke onze vitaliteit bepalen. Het zijn die invloeden, welke de snelheid van ons denken of de verstrooidheid (die natuurlijk alleen uit geleerdheid voortkomt) bij ons origineren. De reacties op vandaag zijn de enige werkelijkheid, die wij bezitten. Alles, wat er in de toekomst gaat gebeuren, ligt mede vast in de gebeurtenissen van vandaag. Alles, wat gisteren is gebeurd, is samengevloeid in de toestand, waarmee u vandaag moet rekenen.
Ofschoon ik daarmee enigszins zondig tegen mijn eigen regels, zou ik u iets willen zeggen over morgen; dat wil zeggen: de komende paar dagen. Want voor mij is de tijd meer een eenheid dan voor u en daardoor beleef ik haar ook enigszins anders.
Houdt u er rekening mee, dat voor velen van u de noodzaak zal ontstaan in de komende paar dagen een beslissing te treffen. U zult uw houding zelf moeten bepalen. Doet u dat niet, dan zullen anderen die voor u bepalen en zult u waarschijnlijk later zeggen, dat het leven toch maar onrechtvaardig is. U zult in de komende paar dagen worden geconfronteerd met vele ongevallen, grotere en kleinere. Vooral bij de kleinere zullen velen van u waarschijnlijk zelf betrokken zijn.
Dat betekent, dat u er rekening nee moet houden, dat u wat sneller reageert dan normaal. Want als u het zo doet als altijd, komt u net te laat en dan heeft u de klap al te pakken.
Dat betekent, dat de invloeden, die er vandaag zijn, voor u morgen gaan betekenen dat vele mentale benaderingen anders moeten zijn. U heeft uw problemen op een bepaalde manier voor uzelf geformuleerd. Herzie die formulering. De meesten van u zien niet precies wat de problemen van de laatste paar dagen in feite betekenen. Probeer af te stappen van de manier, waarop u erover heeft gedacht. Bekijk het opnieuw, want de komende dagen geven niet alleen negatieve , maar ook zeer positieve mogelijkheden. Wie namelijk fris en origineel kan reageren op de kleine veranderingen in omstandigheden, die voor bijna elke mens onvermijdelijk zijn, zal een betere toekomst voor zich zien en wat belangrijker is: in elk heden een grotere kracht en een grotere zelfverzekerdheid gevoelen.
In een zo wisselende reeks invloeden als deze tijd kent, is het erg belangrijk dat wij steeds rekening houden met het heden. En als ik u iets heb gezegd over het heden dat binnenkort komt, dan is dat misschien niet helemaal rechtvaardig tegenover degenen, die dit lezen als het te laat is. Het is geloof ik mijn overigens niet geheel ontwikkeld gevoel van rechtvaardigheid, dat mij ertoe brengt ook nog een paar opmerkingen te maken voor de toekomst; het morgen niet van over enkele dagen, maar het morgen van laat ons zeggen over ongeveer 40 dagen.
Er is een plotselinge ommekeer. De dingen zien er opeens anders uit en u bent geneigd om nu ook maar meteen eens even door te bijten. Kijkt u uit! Wie probeert te forceren, betaalt zelf de rekening; en die komt hoog. U kunt over 40 dagen geen problemen veranderen of forceren door uw houding niet te herzien. Pas u aan bij de situatie, zoals ze ontstaat. Neem die als onvermijdelijk aan. Eerst dan zult u erin slagen er iets goeds van te maken.
Over 40 dagen ook is er voor vele mensen de kwestie van ontgoocheling. Illusies komen niet uit, het lot in de loterij is een niet, de melkboer vergeet te bellen en de giro stuurt haar afrekening aanmerkelijk later in dan u had verwacht. Alles lijkt traag. Indien u zich daarover ergert (het is een periode van bijna 10 dagen, waarover ik het heb), dan
zult u daardoor juist domme dingen doen. Wees bereid pas op de plaats te maken op die punten waar u niets aan kunt doen of veranderen – ook indien anderen de oorzaak zijn van de vertraging en besteed al uw energie aan die paar dingen waaraan u wel iets kunt doen. Want grote dingen zijn in ontwikkeling. Maar of u daaraan deel zult hebben, zal voor een groot gedeelte door uw besef van het heden en de mogelijkheden daarvan worden bepaald.
En daarmee meen ik een ieder zijn pondje vlees te hebben gegeven, ofschoon ik u niet verwijt dat u lijkt op Shylock. Ik zou mijn betoog willen eindigen met drie commentaren:
1. De meeste mensen, die zich opwinden, verspillen hun kansen terwijl ze aflopen. Want met hun mogelijkheden is het afgelopen, voordat ze beseffen dat de opwinding overbodig is.
2. Een ieder, die uit het heden het beste maakt, heeft van morgen niet veel te vrezen. Maar wie vandaag probeert van morgen het beste te maken, bereikt vandaag niets en is morgen teleurgesteld.
3. Er zijn zeer vele regels, die bepalen hoe u zou moeten zijn in de ogen van anderen. Een dwaas houdt zich daarmee bezig. Een wijze vraagt zich af wat hij is, kan zijn en wil zijn in eigen ogen en met eigen middelen.