11 april 1958
Allereerst moet ik u vertellen, dat wij niet alwetend of onfeilbaar zijn. Wij leven in de Schepping. God is de Schepping en de kracht, die de Schepping leidt, ja, misschien nog meer dan dat. Alle kracht van de Schepper, zoverre zij in de Schepping wordt geuit, is te allen tijde rond ons. Wanneer wij in harmonie zijn met deze kracht, dan kunnen wij ons ook de Schepper zelf bewust worden. Dan ervaren wij dit als een erkennen van nieuwe waarden. Zo noemen wij dit het Licht. Diep in de mens is een vreemde kracht, die haast een geestelijk kompas lijkt te zijn. De mens wordt gedreven door zijn begeren, zijn verlangen en zijn noodzaak. Toch is er een richting, die voor hem de werkelijk belangrijke is, een verlangen, dat in feite de werkelijkheid van zijn leven is. Men zou kunnen zeggen, dat elke mens georiënteerd is op het Goddelijke op een zodanige wijze, dat hij zijn plaats daar binnen volledig in kan nemen. Zolang wij dit kompas in ons ontkennen, zolang wij als mens of geest menen, dat deze stille stem onbelangrijk is en mag worden verworpen, komen wij niet verder. Het Licht blijft ons een vreemde, legendarische waarde, die ons eigenlijk nooit schijnt te bereiken.
Indien wij echter gehoor geven aan deze innerlijke stem, die ons dwingt tot een voortdurend streven in een bepaalde richting, in ons een hoger weten schept, die onze drijfveer blijkt door alle sferen heen, dan zien wij, dat wij opeens verbonden zijn met krachten, die wij niet geheel kennen. Deze krachten openbaren zich in ons, soms op de meest zonderlinge wijze. Wanneer je met een hart vol verdriet zit, je meent dat je niet meer verder kunt, omdat je hele wereld in puin is gevallen en niets van waarde over schijnt te zijn, dan ontwaken er opeens gedachten in je, die je dan eigenlijk vreemd zijn. Het is, of je, door juist ingesteld te zijn en juist te streven, in jezelf een Licht kunt ontwaren, een vreugdige zekerheid, een wondere kracht, die je onbegrijpelijk voorkomt. Het is een ontwaken tot andere wereld en kracht. Zoals je soms op de wereld ineens uit je gewoonten op kunt schrikken, om je af te vragen: is het dan werkelijk waar, dat deze wereld toch zo mooi is? Er zijn ogenblikken, dat je wakker schrikt en tegen jezelf zegt: heb ik dan zo gefaald? Wordt mij dan in het leven zoveel goeds geboden, wat ik niet aanvaard?
Als je zo gaat denken, zo wakker schrikt, heb je met een bewustwording wel een eerste begin gevonden. Dan wordt het Licht voor je steeds meer kenbaar. Alleen, je kent het nog niet als een kracht rond je. Het is eerder, of je in een duistere kelder zit en door een klein venster naar buiten ziende een klein landschap ontwaart. Het is lichtend en schoon, maar je ziet nog niet, waar het licht vandaan komt. Je kent de zon nog niet. U begrijpt wel, dat dit beleven zonder meer voor ons niet aanvaardbaar is. Wij moeten dus uit de diepte naar boven komen. Wij moeten ons een nieuw doel en beter doel zoeken. Dit doel moet steeds liggen binnen het bewustzijn. Wij mogen er niet op vertrouwen, dat, wanneer wij zelf niet denken en handelen, andere krachten voor ons in zullen grijpen. Wij mogen niet aannemen, dat, wanneer wij nu alleen maar bidden: “God, doe dit even voor ons”, dat dit ook zo maar gebeurt. Zelfs indien Hij dit alles voor ons doet, dan zien wij nog niet, weten wij niet… Dan heeft ons leven weinig doel.
Het leven is er, om ons de wereld te doen kennen. Hoe verder wij trachten dat Licht tegemoet te stijgen, hoe groter ook ons overzicht wordt over alles, wat rond ons is. Je krijgt de beschikking over een kennen en weten omtrent alles, wat wij kunnen beschouwen en overzien. Het Licht is immers niet alleen maar een kracht zonder meer. Het is niet alleen maar dat intense gevoel van verheven zijn, of het innig, stille geluk van ontrukt zijn aan de wereld. Het is meer dan dat. Het is weten, het is kennen. Het Licht is de kracht, die alle Zijn regeert. Het is de kracht, die de atomen hun eigenschappen doet verwerven, die de bomen doet groeien en de sterren hun banen doet gaan. Deze kracht is het Licht. Hoe intenser ik daarmede één ben, hoe meer ik uit kan grijpen naar alle bewustzijn, dat in dit Licht aanwezig is. Dan put je onwillekeurig uit de mensheid alles wat voor jou nodig is. Dan grijp je naar de werelden van de geest, wanneer de mensheid niet voldoende antwoord heeft op je zoeken. Dan wordt elke behoefte tot weten in jezelf vervuld.
Je zult steeds streven, steeds zoeken. Want hetgeen je bevatten kunt, is nog niet voldoende om aan je verlangen, je innerlijke honger te voldoen, je wezen te verzadigen. Je verlangt meer. Maar steeds weer kun je blijven putten uit die oneindigheid. Niet slechts kracht, maar vooral bewustzijn. Dat is het belangrijkste. Bewustwording wordt door vele mensen alleen maar gezien als een proces van leren. Ik meen, dat dit niet helemaal juist is. Je zou beter kunnen zeggen, dat bewust worden, betekent steeds meer dingen binnen een geheel samen kunnen brengen.
Voorbeeld: een weide. Eerst ziet u alleen maar sprieten gras, zoals een mier dit ziet. Een woud van sprieten, waar tussen het leven krioelt en zich een weg zoekt naar de veilige woning, of de veste, waarin het volk zich heeft geborgen. Eerst spreek je van bomen, dan leer je spreken van grassprieten. Later zeg je, een grasveld, een weiland. Dan, hier is een deel van de wereld, dat samen met akkers en bossen en velden het leven betekent voor mens en dier. Groter wordt het begrip, het weten vordert en je spreekt van het lagere bewustzijn, dat zijn taak vervult, wanneer het het hogere bewustzijn draagt en voedt. Steeds verder groei je geestelijk. De details krimpen ineen, worden onbelangrijk. Je ziet de kleine dingen van de wereld evenmin als een piloot, die van grote hoogte op de aarde neerziet, een stad anders erkent dan als een nevelige vlek, waarin enkele lijnen misschien nog een stroom, of een hoofdverkeersweg aangeven. Je bent dan te ver weg van het kleine om alle details nog te zien. Je hebt overzicht. Je ziet de relatie tussen de dingen. Je ziet ook de relatie van de stof met geestelijke krachten. In dit erkennen vind je dan de werkelijke betekenis van het Licht voor jezelf. Je beleeft het op een geheel nieuwe manier. Licht is bewustzijn. Een bewustzijn, dat het ons op de duur mogelijk maakt, juist door het erkennen van de Goddelijke kracht, voor een ogenblik ons alle details ook te realiseren. Wij kunnen dan weer een ogenblik met de mieren onze weg zoeken tussen het gras. Wij kunnen een ogenblik met de mensen staan in de grote stad. Maar wij kunnen de wereld ook beschouwen als van de sterren: een enkele planeet, die eonen lang haar eigen baan blijft trekken rond de zon en zich met die zon reeds een voor mensen onvoorstelbare tijd voortspoedt naar een doel ergens in de ruimte. Terwijl je dit geheel leert overzien, terwijl je erkent, wat die baan betekent, terwijl je leert aanvoelen, wat het leven voor die wereld betekent, vind je ook jezelf.
Dit alles ligt verborgen in het Licht. Ik ben bang, dat men heel vaak vergeet over het Licht te denken als een weten in jezelf. Toch is het dat ook. In vroegere tijden heeft men dit wel eens erkend. Maar snel werd het ook weer vergeten. Een van de grotere Griekse wijsgeren doceerde in de stoa eens: “In mij spreekt de stem der Goden en zij openbaren mij de waarheid van mijn wereld, die ik niet kende. Maar toch blijft de wereld mij gelijk… Deze wijsgeer voelde de waarheid van het Licht aan. Hij zocht naar een begrip van de wereld en vond het Licht, vond een bewustzijn, dat groter bleek, dan hij zich voor kon stellen. Op een onbegrijpelijke wijze voegen zich de feiten tot begrippen samen, rijen de woorden zich tot het juiste betoog (aaneen), zodat hij de leerlingen een inzicht in zijn denken kon geven. Vanuit zijn tijd en voor zich, noemde hij dit de stem van de Goden, want hij wist, dat de Goden alleen maar symbolen zijn van de verschijnselen van de natuur en de krachten die daar achter kunnen schuilen. Weet u, op deze manier vond hij voor zich een waarheid, die zijn wereld niet veranderde, maar wel het leven een andere inhoud gaf.
Dat is het nu juist, wat het Licht voor ons allen kan doen. Het Licht vinden is niet een ten hemel varen. Het is juist het aanvaarden van het werkelijke lot, terwijl je nog staat in de wereld. Als je dit nu doet op christelijke wijze, of volgens de wet van Boeddha, – een ontrukt zijn aan de wereld om tot haar terug te keren, lerarende, zonder ooit meer één te worden met het wereldse detail, – is onbelangrijk. Of je het modern doet, of zoals de oude priesters van Egypte deden door het ervarene om te zetten in een ritueel, of religieus spel, dat alleen weergeeft, wat je in jezelf ervaart, maakt geen werkelijk verschil uit. Het Licht blijft altijd hetzelfde: het Goddelijke, of kosmisch bewustzijn.
Nu is kosmisch bewustzijn een grote term. Maar toch zal de kosmos zelf ook een bewustzijn moeten bezitten, want het is de Schepping, is God. God leeft in alle dingen, God houdt alles in stand. Dan moet de kosmos zelf ook een bewustzijn zijn. Wanneer wij uit dit bewustzijn leren putten, worden wij ons van alle Zijn in de kosmos op andere, op nieuwe wijze bewust. Dan leven wij anders, denken wij anders, dan ziet ons de wereld er anders uit. Zo kunnen wij dan dragen met vreugde, wat voor een ander een vernietigend leed betekent. Dan kunnen wij arbeid verrichten, zoveel, dat het ieder ander zou uitputten en toch nog glimlachen en opgewekt verder gaan als ware alles een feest. Dan kunnen wij, al zijn wij dan misschien niet zo geleerd, soms waarheden vinden en zeggen, die grotere denkers van onze wereld doen duizelen en angstig doen vluchten met het verweer dat zal toch fantasie moeten zijn, dat is waanzin. Het Licht maakt het je mogelijk om, wanneer dat nodig is, door te dringen in de harten van de medemensen. Door te dringen ook in de sferen van Licht en duister. Het is een weten, dat het je mogelijk maakt de Schepping te hanteren. Het is een kunnen, dat het je mogelijk maakt om in de wereld de volmaaktheid te benaderen, zoals deze in je leeft.
Hoe vinden wij dat Licht voor onszelf? Het is belangrijk, dat wij soms uit de beslotenheid van ons eigen zijn uit kunnen wijken naar deze grote wereld, die wij de Lichtende Kracht noemen. In de eerste plaats moeten wij weten, dat het Licht bestaat. Zonder dit Licht, zonder die kracht, zonder deze God, Die ons in stand houdt, heeft het leven geen waarde, heeft het geen zin. Dan wordt het slechts een roekeloos spel van onbeteugelde krachten, die door toeval een mens hebben geboren doen worden met alle lijden, met alle nood en de kleine vreugde, die zijn leven zijn, met daarna dan een sombere duisternis zonder voortbestaan. Dat kunnen wij niet aanvaarden. Dan moeten wij ook aanvaarden, dat de Kracht Gods rond ons is. Dan moeten wij aanvaarden, dat die God ons steeds nabij blijft.
Wanneer wij dit geloof hebben gevonden, moeten wij leren op die God te vertrouwen. Op God te vertrouwen is erg moeilijk. Want soms verlies je dingen, die je zo zeer op prijs hebt gesteld. Dan zou je opstandig willen worden. Soms ontdek je, dat heel de wereld anders is dan je meende. En je denkt bedrogen te zijn. Dat is dan bitter. In deze dingen moet je dan leren zeggen: toch aanvaard ik het Licht. Dan mag je je niet druk gaan maken over wat er morgen gebeurt, of wat er gisteren gebeurde. Je moet vandaag leven, vandaag, zonder meer. Het is het belangrijkste, wat er in een leven kan bestaan: vandaag te leven in vol vertrouwen op God. Wanneer je voelt, dat iets goed is, vraag je dan niet af wat de risico’s zullen zijn voor morgen. Volbreng het in de naam van die Lichtende Kracht. Dan zul je zien, dat die zich ook aan jou openbaart. Zoek je weg.
Wanneer je op de vragen van het leven geen antwoord meer weet, vraag dan rustig. Wees stil en vraag om een antwoord. Neem dan de gedachten, zoals zij komen, ook al lijken zij op het eerste gezicht misschien wat onredelijk en dom. Ook al zou je eigenlijk die eerste gedachten willen veranderen, omdat het zo, of toch zo nog beter zou zijn; neem de impuls, zoals zij je wordt gegeven en breng de impuls in de praktijk op een wijze, dat je er niemand door schaadt. Leef de kracht, die rond je is. Dan krijg je ook deel van het bewustzijn, dat in die kracht schuilt. Het Licht vinden en God vinden is alleen maar een kwestie van kunnen aanvaarden. Aanvaarden, dat je een taak hebt in het leven, ook al weet je niet precies welke. Aanvaarden, dat je elke dag weer dingen op je pad vindt, die voor jou nodig zijn en die je moet volbrengen, die je moet ondergaan.
Wanneer je dat accepteert, vraag dan niet meer naar morgen, of gisteren. Vraag niet, wat de prijs is, wat het kost, of wat ik ermee verdien. Neem de taak als een heilig iets, een heilig Licht ook, dat je gegeven wordt. Dan leer je het werkelijke Licht kennen.
Er wordt door ons veel over het Licht gesproken. Wij hebben verteld, hoe je soms de wereld ontrukt kunt zijn in een heerlijkheid zó groot, dat de geest er naar de aarde geen redelijk mogelijke herinnering van meebrengt. Maar, vrienden, belangrijker dan dat lijkt mij, dat je voortdurend uit die kracht kunt putten en dat je leert dit ook bewust te doen. Weten, weten en kennis verwervende, die in de praktijk kan worden gebracht en die je op de duur, door deze praktijk wederom, een nieuw bewustzijn kan schenken.
Dit betekent een juistere aanpassing van het “ik”, bij de volmaaktheid van het Goddelijke wezen. Licht moet je beleven. Ik hoop, dat u zelf zult proberen dat Licht te beleven en te aanvaarden.
Niet meer spreken dus over je leed en je zorgen, niet meer spreken en denken over de ziekte, die je misschien hebt, of de toestand, die je voor morgen vreest. Leef vandaag, doe wat je te doen wordt gegeven. Onderga, wat je wordt opgelegd, volbreng, wat je gegeven wordt te volbrengen.
Leef steeds weer vandaag, zo goed je kunt, terwille van de God, waarin je gelooft. Dan heb je de zekerheid, dat het je altijd zal worden mogelijk gemaakt de taak te vervullen, die je werd opgelegd. Deins niet terug, wanneer er iets op je pad wordt gelegd, wat je vreemd lijkt. Deins niet terug voor anderen, of zij nu veel lijken te weten, dan wel onwetend en ruw schijnen. Deins niet terug, wanneer er beproevingen op je pad komen. Zij zijn immers deel van je taak, deel van je leven.
Vraag je nooit af, wat dit betekent voor je “ik” en je wensen. Volbreng de taak, die je wordt gegeven vandaag zo goed je kunt. Dan zul je ontdekken, dat steeds meer de wereld rond je tot een levend Licht wordt, waaruit je de kennis en de kracht wordt gegeven om ook reeds in deze wereld de honger naar bewustzijn te verzadigen. Dan wordt het je mogelijk gemaakt om het contact steeds weer na te gaan, zoals het je in werd gegeven; een zoeken naar God, dat eindigen moet in de volmaaktheid.
Dat is de zin en inhoud van mijn betoog. Niet veel misschien, maar toch voldoende.
Vragen.
In de sferen onderscheidt men niet tussen heden, verleden en toekomst. Toch komt het voor, dat sprekers een spreekbeurt moeten laten passeren, omdat zij elders bezet zijn. Het aanzien van hogere geest wordt beschreven als een zich verplaatsend lichtverschijnsel. Tijd en ruimte schijnen in de sferen dus te bestaan. Zijn deze begrippen daar absoluut, of maken zij deel uit van het persoonlijkheidsbegrip?
Tijd en ruimte zijn relatieve waarderingen, zeker zodra wij in de geest komen. Dit houdt in dat geen vaste maatstaf kan worden aangelegd. Men kan echter spreken van tijd, waar het bewustzijn niet in staat is zich op één ogenblik (van) een punt van concentratie gelijktijdig alle andere punten van “zijn” te realiseren. Ook kan worden gesproken van ruimte, waar – ofschoon de afstand tussen punten niet meer of moeilijk kenbaar is – niet twee punten gelijktijdig erkend, of bereikt kunnen worden.
Er is dus wel een ruimtelijk bestaan?
Ruimte is iets, wat u meten kunt, voor ons niet. Voorbeeld? Wanneer u (als geest) zich in Amsterdam bevindt en u kunt door een gedachte meteen in New-York zijn, dan is het ruimtelijke begrip geheel anders, dan het op aarde bestaande. Aan de andere kant blijft het verschil Amsterdam New-York bestaan. In feite ben ik dus, zodra ik mij van N.Y. bewust ben, even ver daarvan verwijderd als in het geval van een normaal afgelegde reis. Maar ik kan wel in een breukdeel van een seconde in Amsterdam terug zijn. Het is mij niet mogelijk geheel gelijktijdig in beide plaatsen te zijn. Zo ziet de ruimte er dus voor ons uit. Het is ruimte, maar zij blijkt, voor zover wij dit na kunnen gaan, afhankelijk van denken. Dus in feite is hier klaarblijkelijk meer sprake van een persoonlijkheidsbewustzijn dan van een feitelijke afstand zover het de geest betreft.
Tussen geest en wereld bestaat een zodanig verschil van bewustzijn, dat mens en geest slechts beperkt met elkaar in contact kunnen komen. Uw kennis omvat echter niet alleen de wetenschap, maar zelfs wat letterlijk in de courant staat. Zou u willen verklaren, hoe dit komt? Hoe komt u aan uw boekenkennis?
Wij kunnen aan de hand van wat de mens denkt, ons een beeld vormen over al wat er in de wereld geschiedt. Dit geldt voor elke geest, mits zij met het menselijke denken in contact is.
Dit houdt tevens in, dat wij ook de normaal aardse gebeurtenissen en bezigheden kunnen leren kennen, wanneer ons dit de moeite waard lijkt. Ons blijkt nu, dat op aarde boeken, geschriften en couranten in het denken van de mens een zeer belangrijke plaats in kunnen nemen en dan de persoonlijkheid aanmerkelijk kunnen beïnvloeden. Wij bestuderen de gedachten, die als gevolg van het lezen o.m. op kunnen treden en komen zo tot een beeld, dat niet ver van uw werkelijkheid verwijderd zal zijn. Willen wij in staat zijn u op de juiste wijze te benaderen, dan moeten wij immers ook weten wat u beroert?
De intensiteit, waarmee de mens opneemt wat hij in de kranten leest, is weinig sterk. Ik kan mij moeilijk voorstellen, dat dit een contact met uw wereld teweeg brengt.
Mag ik u erop wijzen, dat wij, indien wij dit zouden wensen zelfs zouden kunnen af lezen, wat sommige mensen gevoelen bij het lezen van advertenties, en zo de inhoud van gehele advertentiepagina’s van de kranten zouden kunnen leren kennen. Er zijn altijd wel genoeg mensen, die zich over een bepaald onderwerp opwinden. Wanneer wij die mensen dus vinden, is het bericht, waarover het gaat voor ons geheel afleesbaar.
Verwarren en verbijsteren de gedachten die van de wereld dwarrelen u niet? Mij dunkt, dat het moeilijk moet zijn daarin een draad te vinden.
Mag ik opmerken, dat juist het feit, dat wij allen uit uw wereld zijn voortgekomen, ons een grote mogelijkheid schenkt de draden te ontwarren en de feiten te begrijpen? Daarnaast bestaat voor ons een mogelijkheid om in zoverre afstand van deze wereld te nemen, dat een opgevangen impuls op vele andere punten getoetst kan worden. Ik meen wel, dat de verwarring voor ons nooit zo groot zal zijn, als u lijkt. De bijkomstigheden, die u verwarren, vallen vaak voor ons weg, zodat de hoofdzaken duidelijker kenbaar worden. Wij nemen slechts de details op, indien wij menen, dat wij daardoor grotere samenhang duidelijker tot uiting kunnen doen komen.
Voor het opnemen van menselijke gedachten is concentratie onzerzijds nodig, tenzij op aarde in concentratie aan ons wordt gedacht.
Er werd gezegd, dat u sedert 1200 met uw werk bezig bent, doch in die tijd zonder trancemedium werkte. Hoe werkte u dan?
Ik behoorde zelf in die tijd nog niet tot deze groep. Zij werkten toen o.m. door op te treden als verschijning, het wekken van dromen, het beïnvloeden van bewuste mensen – inspiratie waardoor eveneens resultaten konden worden bereikt. In die dagen werden dergelijke verschijnselen, dromen en inspiraties van grotere waarde geacht dan heden.
Waren er in die tijd priesters, die u gemakkelijk kon bereiken?
Ik vrees, dat u bij het stellen van die vraag een verkeerde voorstelling van het toenmalige priesterdom doet blijken. Op de 100 priesters waren er in die dagen ongeveer 8 à 10, die goede priesters waren. Van hen waren dan nog weer 6 à 7 zo bekrompen, dat zij niet bereikbaar waren. Anderen konden bereikt worden, indien zij vrijwillig meewerkten en niet te zeer gebukt gingen onder de vreemde bevelen van hun – soms van een priesterlijke taak zich nauwelijks bewuste – meerderen. Automatisch schrift werd in die dagen praktisch niet gebruikt, omdat schrijven in die tijd een zeer bijzondere kennis was. Het getekende letterschrift, dat bestond, was voor ons zeer moeilijk te hanteren. Een enkele keer is dit wel gebeurd.