08 september 1975
Inleiding.
Deze esoterische bijeenk0msten hebben, zoals u bekend zal zijn, in de lopende periode een enigszins andere opbouw gekregen. Wij willen ons voornamelijk bezighouden met occulte filosofie en beschouwingen over het Goddelijke. Daarnaast zullen wij trachten ons bezig te houden – zover ons daartoe tijd blijft – met de waarden, communicatiemogelijkheden en verhoudingen, voornamelijk in de geestelijke sfeer.
Gastsprekers kunt u niet regelmatig meer verwachten, tenzij wij sprekers kunnen vinden, die ingepast kunnen worden in het programma dat wij voor deze reeks van lezingen hebben opgesteld. Dit heeft een reden. Wij hebben met het voortdurend aantrekken van gastsprekers de grote moeilijkheid ervaren om ons in de inleidingen aan te passen aan datgene wat zij hadden te brengen. Het is duidelijk dat een gastspreker graag zijn eigen specialiteit wil behandelen. Anderzijds wordt hierdoor de samenhang tussen de reeks van lezingen veel kleiner en wordt de leerinhoud daarvan o.i. enigszins beperkt.
Ik zou gaarne vanavond allereerst enkele beschouwingen met u houden over de waarden en betekenis van het Goddelijke, zoals dit zich voor ons manifesteert.
Het Goddelijke.
God is een naam. Dat zal u bekend zijn. God is het onbekende, gepersonifieerd door de mens, die in zijn denken altijd weer gebonden blijft aan menselijke vormen en menselijke voorstellingen. Maar wij zijn met die God verbonden. Ergens in ons – of wij mens zijn of geest – is er iets, dat zegt dat wij niet kunnen eindigen; dat wij eeuwig zijn ofschoon wij zelf het begrip “eeuwig” niet verder kunnen uitwerken of volledig begrijpen. Wij voelen ons verbonden en zeggen: Dit is God. Er zijn verschillende vormen van denken, die elk op hun wijze proberen dit raadsel op te lossen en een menselijke beschouwing op te stellen die de werkelijkheid nabij komt. Ik wil u een tweetal van thesen geven, waarbij ik mij verre zal houden van elke beschouwing, die uitgaat van een gepersonifieerde en persoonlijke godheid in kosmische zin.
De eerste stelling zegt het volgende:
“Het geheel van alle verschijnselen is illusie. Het komt voort uit een ons onbekende bron en al wat bestaat is opgebouwd uit de kracht welke die bron uitstraalt. Alles is afhankelijk van deze bron, kan zonder deze bron niet bestaan en is in essentie de kracht waaruit, naar wij aannemen, de bron zelf is opgebouwd of die althans deel van de bron uitmaakt.”
In deze stelling worden wij geconfronteerd met een directe verbondenheid. Ons bestaan is het bestaan van God in een voor ons kenbare vorm. Al wat wij beleven, al wat voor ons mogelijk is, is een direct deel van het Goddelijke, vloeit daaruit voort en wordt daaruit gevormd.
Wanneer wij deze stellingen naar voren brengen, dan moeten wij een bepaaldheid aannemen van alle mogelijkheden, alle leven en alle werkelijkheid. De vraag die hier rijst is vooral: Is er inderdaad een volledige voorbeschikking, predestinatie? De denkers aan wie ik voorgaande gedachtegangen heb ontleend, zijn daarvan overtuigd. Zij stellen:
“Daar het geheel van het Zijnde voortk0mt uit het Goddelijke, direct verbonden blijft met het Goddelijke en in essentie niets anders is dan het Goddelijke, zal het slechts datgene waar kunnen maken, wat door het Goddelijke daarin is gelegd. Daarmee is het geheel van alle verschijnselen en mogelijkheden, van welke wereld dan ook, voor elke persoonlijkheid volledig beschikt. Hieruit vloeit voort, dat wij onszelf niet kunnen veranderen. Hieruit vloeit voort, dat wij niets kunnen bereiken, dat niet voor ons bestemd is. Hieruit vloeit voort dat wij, hoe wij ook proberen, streven en werken, altijd uiteindelijk gebonden blijven aan datgene, wat wij zonder meer zouden moeten zijn.”
Ik kan het met deze stelling niet geheel eens zijn. Ik heb daarvoor mijn eigen redenen, die ik u eerst even wil noemen.
Op het ogenblik dat ik ontsta, ben ik weliswaar deel van de Goddelijke kracht, maar ik kan niet aannemen dat die Goddelijke kracht precies in tijdsvolgorde heeft vastgelegd wat moet gebeuren. Anders zou deze Goddelijke kracht in zichzelf voortdurend onredelijk zijn, zou in voortdurende tegenspraak met zichzelf komen en dit lijkt mij – vanuit mijn standpunt – onaanvaardbaar. Ik neem daarom aan, dat wij deel zijn van een Goddelijke kracht, daardoor verbonden met het Goddelijke.
Wij leven in een wereld, die bepaald wordt door het Goddelijke. Naar onze erkenning van de lichtende waarden en krachten in onze eigen wereld en andere werelden rond ons maakt uit, wat ons werkelijk ervaren zal zijn. Hierdoor wordt mede bepaald wat wij kunnen zijn t.a.v. anderen. Dit impliceert een bepaalde vrijheid van keuze en zeker niet in elke fase van ons bestaan een voorbeschikking. Het kan wel betekenen – en dat is iets anders – dat wij op den duur komen aan een einddoel, dat voor ons allen bestemd is en waaraan wij niet kunnen ontkomen. Welke wegen wij ook volgen, wij zullen eens het einde bereiken dat is vastgesteld. Ik zou hier eerder willen aanhaken bij een denker, die stelde:
“Het totale bestaan is een doolhof. U kunt op vele wijzen de verschillende fasen bereiken. Maar wilt u de uitgang bereiken, dan is er maar één. Alle wegen vloeien samen in éénzelfde doel, zo goed als alle wegen een gelijk beginpunt hebben.”
Er zijn natuurlijk denkers, die de relatie mens en het Goddelijke toch op een andere wijze benaderen. Zij gaan uit van het standpunt, dat mij persoonlijk althans sympathieker voorkomt. Zij zeggen:
“Wanneer ik een schepsel van God ben en ik neem aan, dat al wat ik kan zijn en kan worden in dit Goddelijke reeds bestemd is, dan is er geen reden voor mijn bestaan. Dan zou ik slechts de uitbeelding van het bestaande zijn en dit lijkt mij onaanvaardbaar.”
Dit lijkt mij – ook gezien vanuit het Goddelijke – met mijn beperkt begrip niet redelijk. Dan is er een andere mogelijkheid.
“Wij zijn delen van het Goddelijke, uitgezonden in een totaliteit van mogelijkheden om daarin door ons eigen gedrag te bereiken en te beseffen, te komen tot een uitbeelding van kwaliteiten, die het Goddelijke in zich kent, zodat het – zichzelf erkennende – komt tot een volledig beeld van de volmaaktheid, die het eigen is.”
Hier worden een paar dingen zonder meer gesteld. Bijvoorbeeld de volmaaktheid. God zou voor ons volmaakt zijn. Of deze volmaaktheid alomvattend is, kunnen wij niet nagaan.
Er wordt gesteld: God wil zichzelf kennen. De vraag is: Waarom? Wij weten het eenvoudig niet. Maar in ieder geval is het gebeuren hier niet volledig voorbestemd. Er is geen conditionering die vanaf het eerste ontstaan duurt tot het laatste moment van een persoonlijk bestaan, zo een persoonlijk bestaan ooit eindigt. Er is hier sprake van een aantal vrije belevingen binnen een bepaalde reeks van mogelijkheden. De vrije beleving, de wording van het ego, is hierbij niet alleen de uitbeelding geworden van de Godheid zelve, maar het betekent ook een manifestatie van de kracht van die godheid. Ik zal proberen om mijn redenen te geven, waardoor deze visie voor mij althans meer aanvaardbaar is. Hoe u daar zelf over oordeelt, is een kwestie die aan uw eigen overdenken moet worden overgelaten.
Ik stel: Indien mijn leven bestemd is, dan heeft mijn leven geen zin. Indien mijn leven echter niet bestemd is, dan zal het zinvol zijn omdat al wat ik verwezenlijk, op welke wijze dan ook, voor mij een verrijking betekent en gelijktijdig mijn betekenis in het totaal (in het Goddelijke) zal veranderen. Het feit op zichzelf, dat ik kan veranderen, geeft inhoud aan mijn bestaan, terwijl de zekerheid dat al die veranderingen eens in het Goddelijke zullen zijn opgenomen als erkenning, bovendien ook het einde van mijn bestaan, zo er één is, niet doelloos en zinloos maakt. Niet het wegvagen van een gehele era van bestaan in een enkele ademtocht van een onbekende duistere godheid, maar een vorm die ontstaan is in het leven en die gecontinueerd blijft in het besef van die godheid en zo er ooit weer een schepping is, deel zal uitmaken van de scheppende behoefte en de scheppende uiting van diezelfde godheid. Mijn leven is dus zinvoller, maar er zijn meer redenen.
Wanneer u leeft in een bepaalde sfeer, een bepaalde wereld, of die nu duister is of licht, dan zult u in dit leven voortdurend dingen beseffen. U zult proberen daden te stellen. U zult proberen ontwikkelingen door te maken, maar ook te manifesteren buiten u. De behoefte, ook in de sferen van het geheel waartoe u behoort, deelgenoot te zijn, is voor mij reeds een bewijs, dat u al als geest en als mens een onverbrekelijk deel bent van een totaliteit.
Wanneer u leeft in het duister en u verandert uw eigen erkenning, dan verandert ook het duister in licht. Het duister op zichzelf als mogelijkheid is eeuwig, maar niet de gebondenheid aan het duister, die een persoon kan ervaren. Die kan veranderen. Wanneer ik verander, dan verandert de wereld voor mij. Dit kan wanneer er geen bestemming is. Wanneer ik bestemd ben voor het duister, dan zal ik toch wel in dat duister moeten blijven. Maar wanneer ik niet bestemd ben voor het duister of voor het licht, maar voor de ervaring ervan, dan zal ik hierdoor als vanzelf doorgaan van wereld tot wereld. Dan zal ik steeds weer die kosmos leren kennen en begrijpen. Dan zal ik, gaande door de lichtende bogen van de werelden, waarachter vorm verwaast en alleen kracht overblijft, nog steeds waarmaken in mijzelf en door mijn keuze, de inhoud van mijn wezen, maar ook mijn betekenis t.a.v. het geheel. En toch zal ik het zelf zijn die deze schrede doet.
Het zal u duidelijk zijn, dat op zijn minst genomen deze versie aantrekkelijker is voor iedereen, die zich bewust wil blijven van de zinvolheid van eigen bestaan en die de betekenis van eigen belevingen niet alleen wil zien als een vreemde toevalligheid, gedecreteerd door onbekende machten. Dit is het beeld waarmee wij ons vandaag bezighouden
Er is een kracht. Die kracht bestaat in mij. Die kracht bestaat in u. Maar die kracht is voor ons alleen kenbaar, wanneer ze gestalte krijgt in het gebruik van onze eigen vermogens. Wanneer ik niets doe, gebeurt er niets. Ik verander niet, de kosmos verandert niet. Alles blijft zoals het was. Wanneer ik in mij zoek naar een nieuw vermogen, een nieuwe kracht, dan zal ik alleen reeds door het zoeken de mogelijkheid, dat die kracht in mij ontstaat, dat ik in mij nieuwe kwaliteiten, eigenschappen en problemen erken, naar voren komen. Ik kan niet meer ontkomen aan de verandering op het ogenblik dat ik ze zelf schep. Er staat nergens dat ik die ontwikkeling moet voortzetten. Er staat slechts, dat wanneer ik een ontwikkeling begin, ik in mijn verhouding tot de totaliteit zelf een verandering onderga. Dat die verandering zowel te maken heeft met wat ik wel en niet kan doen, als met hetgeen ik beleef en besef.
Wat is de kracht die in mij bestaat? Wanneer de Goddelijke kracht in mij is, dan is theoretisch mijn potentie onbeperkt. Ik kan alles doen. Wanneer mijn besef niet alles kan overzien, kan ik niet alles doen. Misschien lijk ik in dit opzicht wel een beetje op dat meisje dat naar de botermarkt ging en kon maken wat ze wou (liedje van Wim Sonneveld). U moet wel eerst weten, wat u wilt maken. En 0m te weten wat u wilt maken, moet u beseffen dat het bestaat. Dat er een mogelijkheid is om het te maken. Dan kunt u, door uw eigen streven en werken, uw onderzoek, op den duur zover komen, dat u zeggen kunt: Nu heb ik iets gemaakt. Persoonlijk geloof ik niet dat ik ooit een dominee zou willen maken, maar er zijn andere zaken die de moeite waard zijn.
Wanneer u beseft: in mij is kracht en die kracht is theoretisch oneindig, dan komt u daardoor als vanzelf ook tot de vraag: Wat kan ik ermee doen? Ik kan met die kracht alles doen wat ik volledig kan beseffen. Dat betekent niet wat ik slechts terloops kan omschrijven, maar wel dat, waar ik met mijn wezen in op kan gaan. Laat mij u een voorbeeld geven.
U allen hebt hogere voertuigen. U allen behoort dus tot vele werelden. Hoevelen onder u zijn er in staat om al die werelden te betreden? Toch hebt u de kracht, u hebt de voertuigen en u hebt de mogelijkheden. Er ontbreekt slechts één ding. De afstemming waardoor een theoretisch besef tot een beleving kan worden en uit de beleving langzaam maar zeker een vermogen kan groeien om in andere werelden te handelen, te leren en vanuit andere werelden kracht uitoefenen. Het is altijd een geleidelijke ontwikkeling. U kunt nooit zeggen: Nu ben ik aan het eind. U kunt ook niet zeggen: Dit is het feitelijke begin. Er is een voortdurende ontwikkeling, waarin perioden van stilstand zijn, gevolgd door plotselinge veranderingen in besef, waardoor u bijzonder actief wordt en totaal nieuwe werelden binnentreedt, nieuwe gaven, nieuwe kwaliteiten ontdekt, nieuwe krachten leert gebruiken. Dan stel ik:
Wanneer – let wel, dit is voorwaardelijk gesteld – ik in mij het besef heb, dat de kracht aanwezig is en ik in mijzelf het besef heb, dat die kracht gebruikt kan worden, dan zal ik door het feit, dat mijn wezen zich concentreert op de mogelijkheid die kracht te gebruiken, in mijzelf een verandering tot stand brengen. Mijn concentratie op de kracht impliceert namelijk dat ik mij die kracht eigen maak. Ik ken nu de eigenschappen en kwaliteiten van die kracht niet volledig, maar mijn wezen gaat resoneren op die kracht. Er is een overeenkomst tussen datgene wat als potentie in mij leeft en datgene wat ik verder geestelijk en eventueel materieel nog ben. Het betekent dat eigenschappen die ik geestelijk of materieel bezit, gestimuleerd worden. Ze worden sterker. De kracht gaat zich daarin openbaren.
Maar dan leer ik ook anders ervaren. Ik leer anders zien, anders handelen. Ik beleef dus anders. Maar als ik anders beleef, dan zal ik ook nieuwe voorstellingen krijgen, waarin ik die kracht kan concentreren. Ik zal een beter beeld krijgen de mogelijkheid 0m die kracht, op een bepaalde wijze te manifesteren. Ik zal in staat zijn om die voor mijzelf om te vormen tot een licht in de duisternis. Tot kracht van genezing, waar ziekte is. Tot leven, waar de dood schijnt te heersen. Ik kan haar maken tot een stem die bewustzijn brengt, daar waar andere stemmen niet doordringen. Ik kan haar maken tot de speerpunt, die trekt door verre, onbekende sferen tot één punt waar ik zeg: Hier is voor mij de top van kracht bereikt en ik beleef de krachtexplosie van een werkelijkheid, die ik niet omschrijven kan. Maar die mijn ervaren van de gehele wereld, de sfeer waarin ik leef, zal veranderen en mij daardoor zal voegen in een nieuw geheel van werkelijkheid.
Het is gemakkelijk om te spreken over het Goddelijke, maar kunt u werkelijk spreken over het Goddelijke dan door hetgeen in uzelf leeft? Kunt u ooit iets waarmaken buiten datgene, wat in uzelf bestaat? Op dit moment? U bent gebonden aan hetgeen u nu bent. Mens of geest. In een ver verleden zult u in veel vormen over de aarde zijn gegaan. In vele vormen en werelden hebt u gezocht naar bewustzijn. Hebt u gezocht naar duisternis. Hebt u gezocht naar licht. Kortom, gezocht naar al datgene, waarin u meende voor uzelf betekenis te kunnen hebben. En nu, het verleden bijna vergeten zijnde, staat u met al wat u vergaard heeft en die kracht die in u is, op een bepaalde wijze tegenover het Goddelijke. Wat u nu bent, bepaalt hoe de kracht nu in u kan werken. De verandering die u nu doormaakt, zal bepaald worden door de mogelijkheden die in u liggen. Maar het bepaalt wel degelijk welke vermogens vanuit u kunnen uitstralen. Het betekent wel degelijk welke energieën, welk licht, welke mogelijkheid van werking t.a.v. anderen in sferen of werelden u kunt opbrengen. Dan blijkt ons, dat in al die levens en al die belevingen van het heden één kracht het Goddelijke het dichtst schijnt te benaderen.
Het is voor ons een emotie. Een gevoel van tijdelijk het ik verliezen. Wij noemen het liefde in kosmische zin. Wij noemen het wel eens kosmische broederschap. Want wij geven graag aan alle dingen een naam. Het is het vermogen om even te vergeten dat u alleen bestaat. Het is het doorbreken van de eenzaamheid die u zelf bent, om zo in verbinding met anderen of andere werelden of sferen iets meer te worden, iets meer te zijn dan u beseft. Indien u mij een eigen vergelijking toestaat:
Wanneer wij staan tegenover het onbekende, met het geheel van onze mogelijkheden, lijken wij een camera. In ons is de gevoelige plaat van het bewustzijn. Wanneer door de juiste spanning in ons wezen de lens wordt geopend, dan zullen wij in één flits de wekelijkheid registreren. Onze eigen afstemming zal uitmaken wat op de plaat scherp afgebeeld is en wat slechts een vage aanduiding van vorm blijft. Wat wij op deze wijze verkrijgen, is werkelijk erg belangrijk. Wat wij op deze wijze verkrijgen, betekent het leren kennen van een nieuw land, van een nieuw gebied. Zodra wij alles wat wij hebben opgenomen, omgezet hebben in een nieuwe vorm, deel hebben gemaakt van onszelf, is het bewustzijn weer vrij. Het is weer een gevoelige plaat. Maar de camera is veranderd. De lens heeft andere mogelijkheden. Misschien dat de sluiter een andere tijd hanteert. Wij zien meer en nieuwe punten worden scherp afgetekend. Nieuwe krachten worden duidelijk afgebeeld en andere verdwijnen in de vaagheid, maar die kunnen we, omdat ze eens reeds door ons werden vastgelegd, onszelf te binnen brengen. De foto wordt vollediger.
Zeker, wij zijn geen echte camera. In de geest niet en in de stof niet. Maar wat doen wij anders dan voortdurend waarnemen wat bestaat en in onszelf dit verwerkende, ons aanpassen aan de toenemende mogelijkheden van de totaliteit? Dan kan ik alleen zeggen: De werkelijkheid waarin u leeft, die werkelijkheid met zijn licht en zijn duister, met zijn waaiers van kleuren of zijn vaal grijze dwalen vol somberheid, is maar één deel van de werkelijkheid die rond u bestaat. Ze is maar één deel van de kracht die u werkelijk bent.
Probeer te herkennen wat er aan vormen bestaat. Erken ze eerlijk en oprecht en open. Laat het op u inwerken. Niet alleen als mystieke beleving, maar als een aanpassing aan een werkelijkheid die alomvattend is. En dan – wanneer u dat gedaan hebt – kijk dan opnieuw naar deze kosmos. Stel u opnieuw in met alle kracht die in u leeft, deze schijnbaar oneindige kracht, op licht, op God, of sfeer, op wereld of op wat u maar wilt. Zie dan hoe het beeld verandert. Besef, dat in de verandering van hetgeen u ziet, beleeft en waarneemt, uw eigen wezen verandert en word u bewust.
Word u bewust, niet alleen van hetgeen u bent, maar ook van de kracht die in u schuilt. Leer de kracht die jij bent hanteren. Leer het wezen dat je bent te richten op al die punten van bekende en onbekende werelden, waarmee je verwant bent. Maak uzelf steeds meer waar. In elke wereld, in elke kracht, tot je tenslotte zeggen kunt: Ik ben wakker geworden uit mijn dromen. Ik heb een deel van de Goddelijke werkelijkheid beseft en beleefd. In die beleving en in die kracht zal ik – nu ondergaande wat het Goddelijke in mij is – leren wat ik ben te richten, zodat het beantwoordt aan alle dingen; één wordt met alle dingen en vanuit die eenheid mij bewust maakt van de Bron waaruit ik ben voortgekomen.
Dit betoog, dat voor velen van u een beetje op een preek lijkt, is gelijktijdig een werkelijkheid. Zeker, u denkt soms: Och, ik bedrieg de zaak een beetje. Dan blijkt later, dat het toch goed is. U denkt: Ik had het anders moeten doen. Want u kunt niet erkennen wat er werkelijk gebeurt.
Grijp naar de kracht in uzelf. Oriënteer u dan opnieuw. Zie wat er wezenlijk is en u zult ontdekken dat het goed is. U kunt niet teloorgaan, ook al denkt u dat. U kunt niet mislukken, ook al denkt u dat. Het enige dat u werkelijk kunt bereiken is het bewustzijn van uzelf, van de kracht in u en daardoor actief deel te zijn van de kracht, waaruit u voortkomt: van God.
Het gaat hier niet om de vraag of de Goddelijke werkelijkheid ver weg ligt. Zo min als wij kunnen debatteren over de vraag of de sferen veraf liggen of dichtbij. Het gaat er alleen maar om, of u in staat bent in uzelf veranderingen te ondergaan, waardoor u nieuwe werkelijkheden leert betreden. Of u dan in die nieuwe werkelijkheden in staat bent los te komen van uw oude opvattingen, uw oude denken en opnieuw bewust te leven met die andere kracht, met die andere wereld en daaruit uzelf op te bouwen.
Dit is geen preek: Het is een levende werkelijkheid. Wie onder u ooit zal gaan door de Poorten van Licht, ooit zal treden in de verre werelden, waarin vorm nog slechts een vergeten droom is en leven het intens vibreren van oneindige kracht, die zullen zeggen: Ja…. dit is juist. Degenen onder u, die zeggen, dat dit niet bereikbaar en niet waar is, laten zij beginnen te zien naar hetgeen er in hen woont. Laten ze op grond van dat wat in hen woont, proberen genegen te zijn al datgene wat rond hen kenbaar bestaat te aanvaarden. Dan zullen ook zij leren de onbelangrijkheid der illusie te verlaten en de levende waarheid van kracht te betreden. Het is voor iedereen mogelijk. Niet in dezelfde mate en op dezelfde wijze, maar voor iedereen.
Indien u wilt beginnen met esoterie, dan moet u niet beginnen met het ontleden van wat is geweest, maar met het beseffen van hetgeen is.
Indien u esoterisch-magisch wilt streven, zult u niet moeten uitgaan van de kracht, die misschien elders bestaat, maar u bewust moeten worden van de krachten die in uzelf berusten. U zult moeten leren die kracht te richten, opdat de waarheid steeds meer beantwoordt aan die alomvattende harmonie, die wij kosmische liefde of broederschap noemen, deze verbondenheid, waarin de eenheid van de schepping tot uiting komt binnen het geschapene.
De werelden van de geest.
Wij staan nu voor de situatie van de sferen. Het praten over de sferen is altijd erg moeilijk omdat de mensen ze indelen. Ik ben niet van plan om daar een nieuwe indeling aan toe te voegen. Ik zou graag allereerst met u willen spreken over ons wereldje, de wereld van de geest.
Als u innerlijk bepaalde toestanden beleeft, dan komt u met die wereld in aanraking en het is misschien wel prettig als u een klein beetje weet wat dit kan betekenen en hoe het in elkaar zit.
Zomerland.
Naar mijn mening de club van de gemeenschappelijke illusies. Wanneer u daar contact hebt met elkaar, dan spreekt u. U zegt geen woord. Niemand zou het ooit kunnen horen. Er is ook geen lucht. U denkt wel dat u adem haalt, maar ook dat doet u niet. Wanneer u daar dus bent, gaat alles voornamelijk telepathisch. U zendt elkaar gedachten toe en voor uzelf zet u dat om in het aardse beeld van een conversatie.
Als u met die sferen contact krijgt, dan zijn er nevenverschijnselen. Praat u telepathisch mee in Z0merland, dan zegt u niet wat u denkt dat u zegt, dan zegt u datgene wat u denkt, terwijl u probeert het anders te zeggen. (Ik weet niet of u de fijne nuance begrijpt). Dat wil zeggen, dat wat u ontvangt ook altijd reëel is. Wanneer iemand tegen u zegt: Ik heb de duivel gezien, dan betekent dat niet dat er een duivel bestaat. Het betekent wel dat die persoon voor zijn gevoel en zijn beleven de duivel gezien heeft.
Wanneer iemand zegt: Ik ben een hoge geest tegengekomen, dan staat helemaal niet vast dat die geest hoog is, maar wel dat die persoon het als zodanig heeft beleefd. Dat is één van de eerste dingen, die je moet onthouden wanneer je met Zomerland in contact komt. Alles wat daar wordt gezegd, is in feite waar. Wanneer iemand zegt: Ik heb de duivel gezien en hij denkt: ik zal mij interessant maken, dan zegt hij: Ik heb de duivel gezien. Is het niet interessant als ik doe alsof? Dan weet u dus waar u aan toe bent. Houd daar dus rekening mee.
In Zomerland zijn alle dingen die uitgesproken worden waar. Ook uzelf kunt niet anders dan waarlijk zeggen wat u bedoelt. Alleen wanneer u een medium gebruikt, of dit nu een mens is of dat u werkt met astrale voertuigen, dan is het mogelijk die uiting te vervalsen en daar weer iets van te maken, wat u wilt zeggen en niet wat u denkt. Een mens, die in Zomerland komt, zal daardoor vaak het gevoel hebben van: ik loop in een sprookjeswereld, want iedereen ziet die wereld een beetje anders. Iedereen heeft zijn eigen voorstelling en zijn eigen waarderingen. En dat ziet u dan. Want wat wordt uitgezonden zet zich ook om in wat men noemt visuele illusie. U ziet alles eigenlijk een beetje vreemd.
Begrijp mij goed, het is allemaal zuiver persoonlijk. Het heeft niets te maken met een onveranderlijke werkelijkheid. Het heeft gewoon te maken met datgene, wat die anderen menen dat er werkelijk zou zijn of wat werkelijk gebeurd is. Reageer daarom op die dingen altijd op een persoonlijk manier.
Wanneer u met iemand uit Zomerland te maken heeft, begrijp dan dat u te maken heeft met een persoonlijkheid, met iemand die wel degelijk weet waar hij het over heeft, maar die in zijn eigen denken en waarnemen beperkt is en zijn eigen illusies heeft, eigen waanvoorstellingen misschien. Wanneer hij die u presenteert, dan doet hij dat oprecht, maar u moet kritisch blijven, want u kunt niet zonder meer in een contact met Zomerland uw eigen besef en wereld laten vervangen door dat van een ander.
Nu zijn er verschijnselen in Zomerland, waar gloeiende betogen aan gewijd zijn: de lichtende zuil met de vele kleuren, die reikt van de aarde tot ver in de hemel, die zingt en gedachten uitstraalt, ons laat mediteren en al dat soort dingen meer. Nu moet u goed onthouden: kleuren hebben buiten de vormillusie waarmee ze verknoopt kunnen zijn een eigen betekenis en een eigen werking. Over die kleuren is al heel veel verteld. U zou er een heel schema van kunnen maken, een soort schaakbord van 16 x 16 en daar kunt u dan alle varianten op uitzetten.
Als u nu uitrekent hoeveel mogelijkheden er zijn, dan is dat ontstellend. Maar het belangrijke daarbij is niet dat er zoveel kleuren zijn, maar dat elke kleur een trilling vertegenwoordigt, een persoonlijke waarde. U zult ook op aarde op bepaalde kleuren anders reageren. U hebt uw eigen lievelingskleur. Wanneer u in kleur droomt, ziet u bepaalde kleuren. Wanneer u uittreedt zijn er bepaalde kleuren, die u bijzonder vaak zult tegenkomen en beleven, andere maar heel zelden. Dat wil gewoon zeggen dat dat een trilling is, waarop u afgestemd bent. Wanneer u nu contact krijgt met persoonlijkheden, die niet in het vormbegrip van Zomerland kunnen worden uitgedrukt, dan kunt u ze alleen nog maar vertalen in kleur.
Die kleuren zijn niet allemaal verschillende waarden, het zijn gewoon de eigenschappen van een persoonlijkheid. Wanneer u merkt, dat een bepaalde kleur in zo’n zuil u bijzonder aanspreekt, dan betekent dat, dat een bepaald aspect van die persoonlijkheid voor u iets betekent. Dan moet u niet zeggen: Dat is hetgeen God mij zendt. Dan moet u zeggen: Dat is datgene, waardoor mijn bewustzijn wordt uitgebreid.
Gaat u een stapje verder, dan komt u in wat ze wel eens Hoog-Zomerland noemen of ook wel het meditatieve Zomerland. Hier hebt u die dingen nog allemaal. Als u weet wat er allemaal voor fantastische dingen in dat Hoog-Zomerland zijn, dan staat u te kijken. U kunt er Turkse koepels vinden, minaretten, allerhande exotische dingen, waarvan de mensen denken dat ze bij geestelijke bewustwording horen. (Opvallend is, dat er veel divans bij zijn. Ik heb nooit geweten, dat je die voor geestelijke bewustwording nodig had, maar goed. Schijnbaar is dat de uitdrukking van een bepaalde ontspannenheid.) Als u daar terecht komt, dan hebt u heel vaak te maken (bij een uittreding zult u dat wel eens merken) met zwart-wit verhoudingen. U zult bv. binnenkomen in een ruimte en daar een vloer vinden die zwart-wit geblokt is. U ziet witte vlakken, afgezet met zwarte balken. Dan denkt u: het is hier wel wat simpeler geworden. Neen: hier zijn grenzen gezet. Licht en donker zijn grenzen, waarbinnen het bewustzijn zich afspeelt. Wanneer u communiceert met iemand en u wilt dat met licht doen, dan moet u niet op een donkere tegel gaan zitten en ook niet voor een donkere balk gaan staan. Kies een licht vlak als achtergrond of concentratiepunt.
Iemand die leeft in de kosmos, leeft samen met licht en duister. Er is niets wat er voor u niet bestaat. Het diepste duister ligt vlak bij het hoogste licht. Het is maar hoe u uzelf richt en afstemt. Duister is vooral in het begin erg lastig. Duister betekent geconfronteerd worden met de problemen van anderen, die u meestal dan nog niet kunt oplossen, omdat u nog niet voldoende begrip en wijsheid hebt. Wanneer u zich nu concentreert op wit, dan krijgt u een eigenaardig verschijnsel: het gaat gloeien. Het is net alsof het wit gaat trillen – net een beeldbuis die warm wordt, maar zonder signaal – en er komen kleurvlekjes in. Deze kleurvlekjes stabiliseren zich dan vaak tot vormen als stralen of symmetrische figuren. Kijk dan niet teveel naar die symmetrische figuren. Het is erg mooi als u een groen vierkant tegenkomt, waarin een zilveren driehoek is. Maar die vormen hebben niets te zeggen. Groen is een enorme aanvaardingskracht, waar levenskracht in zit en er is gelijktijdig een begrip van hoge wijsheid. Dat zijn de waarden. Als u zich nu niet op de vorm concentreert, maar u door de kleur laat overspoelen, dan stemt u zich daarop af. Door die afstemming ontvangt u denkbeelden – hoewel het veel meer is dan dat – waardoor u iets leert.
Het leren bestaat uit het absorberen van de kleuren, die u vindt in deze rustige wereld, waarin betrekkelijk weinig eigen kleur aanwezig is. Het is net het hooggebergte. Er is sneeuw, er zijn wat zwarte rotsen en wat grauwe rots. Er hangt misschien een blauwe nevelsluier, er staan een paar b0men die nog groen zijn, want zo denken de mensen aan bomen, maar dat is dan ook alles. De kleuren in Hoog-Z0merland zijn communicaties. Net zoals ik over de zuil al vertelde, hebben ze bepaalde eigenschappen. Maar als u gaat leren, dan hebt u geen contact meer met de totale persoon. Zomin als een onderwijzer, die u Engels gaat leren, begint te vertellen hoe u op de beste wijze rozen kunt kweken, ook al weet hij dat heel goed. Hij houdt zich bij het Engels.
Op dezelfde manier doet de entiteit dit waarmee u harmonisch wordt. Hij geeft u de kleur, die bij uw persoonlijkheid past. Hij geeft u die kleurencombinatie, waardoor u het sterkst gestimuleerd wordt en waarmee u het meest bereikt.
Het belangrijke hiervan is, dat de kleur het overdragen is van een bepaald deel van de inhoud van een andere persoonlijkheid. Wanneer u één kleur kunt ontvangen en alleen die ene kleur ziet, dan is dat erg mooi, maar het betekent wel, dat u erg eenzijdig bent. Hoe meer kleuren u ziet, achtereenvolgens of soms gelijktijdig, hoe groter uw vermogen is om de inhoud van een hogere persoonlijkheid op te nemen.
Probeer in Hoog-Zomerland nooit de zaak te beredeneren. Die beredenering laat u maar volgen wanneer u weer thuis bent. Absorbeer dit. Hierdoor zal er iets in uw denken veranderen. U krijgt nieuwe voorstellingen en nieuwe beelden. Zeg ook niet: De voorstellingen, die in mij ontstaan zijn werkelijkheid. Dat is ook niet waar. Maar zeg: Dit is voor mij een uitdrukking van wat ik heb geleerd. Wanneer iemand bv. droomt over de kleur zilver en hij denkt dat het gewoon een manestraal is waarop hij door de ruimte glijdt, dan moet hij niet denken dat hij een kosmische schuiver heeft gemaakt, maar dan heeft hij doodgewoon een begrip van aanwezigheid gekregen. Meer niet. Dat kunt u niet beredeneren. U kunt alleen zeggen: Ik heb mijn eigen situatie bepaald.
Een mens, die het bepalen van zijn eigen situatie leert, zal later ontdekken dat hij ook kan uittreden; niet alleen naar een bepaalde sfeer waar hij vaak aan het handje wordt meegenomen, maar werkelijk zelf.
Mag ik een paar tips geven voor het geval u zover zou zijn? Het is namelijk erg interessant om dat te doen.
Stel u voor, dat u zich bevindt op een punt midden tussen aarde en maan. Kijk eerst naar de aarde, draai u 0m en kijk dan naar de maan. Kijk dan, maar van de zon afgewend, naar de sterren. Laat dit eens op u inwerken en u zult heel waarschijnlijk – want u bent dan geest en heel gevoelig voor bepaalde dingen – een aantal lijnen zien. Die lijnen zijn de kosmische velden (de kosmische krachten), die in uw aards heelal een grote rol spelen. Het zijn invloeden die van bepaalde planeten en sterren kunnen uitgaan. Soms ziet u zo’n lijn naar de aarde trekken, neem het in u op. Ze hebben meestal kleuren. De kleur kunt u zo’n beetje gissen. Als het bloedrood is, dan is dat een erg onrustige invloed. Ziet u een stralend blauw, dan is dat hoger bewustzijn. Is het een beetje gedempt donkerblauw, dan denkt u: die straal brengt wat bezinning en droefgeestigheid.
Zo kunt u doorgaan. Het belangrijke hierbij is, dat u geleerd hebt, dat er krachten zijn die u als mens niet ziet en niet kunt bepalen, maar die u als uitgetreden geest wel kunt zien.
Wanneer u dan verder de aarde bekijkt zult u zien, dat die aarde er anders uitziet dan bv. op een foto van een satelliet in omloop. Ze heeft sterke stralingsvelden op sommige plaatsen. Het is net of ze daar lichtjes hebben staan. Andere plaatsen zijn tamelijk donker. Soms lijkt het iets op een oceaan; terwijl je denkt: daar zou vaste land moeten liggen of omgekeerd. Alles wat u ziet aan vormen is onbelangrijk. Heden en verleden lopen op zo’n punt wel eens door elkaar heen. Maar waar u licht ziet, is er een enorm intense activiteit. Kijk naar de kleur van het licht en u weet een klein beetje wat er op aarde aan de hand is. Dat is gemakkelijk, als u tenminste die fase van uittreding bereikt hebt. Voor sommigen duurt het even. Stel het u maar eens voor. Probeer het eens.
Dan gaat u verder en voor het eerst – meestal doet u dat pas wanneer u een paar keer die stralen en werkingen hebt gezien – gaat u naar de zon kijken. U zult dan ontdekken, dat het geen verblindend licht is, maar een gloed, waarin goud en rood en een soort brons-tint door elkaar lopen. Dat geeft de werking van de zon aan. Maar als u dan heel goed kijkt ziet u ook, dat het lijkt alsof er bepaalde grote gestalten zijn. Bij de zon zult u dan, als u uittreedt, dat het gemakkelijkst zien.
Sommige van die gezichten zijn erg mooi. Het zijn net engelen. Fixeer dan één van die figuren en zeg alleen maar iets van: Dank u. Of: Wat mooi. Of: Schoonheid. Meer behoeft u niet te zeggen. Ziet u nu een flonkering – het is meestal of er een paar glittertjes in de buurt komen – dan weet u, dat die ander u een boodschap teruggeeft. In het begin zult u het niet verstaan. Maak u daar geen zorgen over. U moet eerst door vele uittredingen leren dat te begrijpen, dan weet u, dat u in contact kunt treden met geesten die in de zon leven. Op aarde zijn er ook geesten. Maar dat is een beetje moeilijker voor u, 0mdat u in de stof zit en dan snel te veel onder die invloed daarvan zou komen.
De tweede proef.
Neem een plek in Zomerland in gedachten. Dan moet u niet zeggen: ik ga naar een boomgaard met bloeiende appelbomen – die kunt u wel vinden – maar dan zit u in een illusiesituatie. Stel u een bepaalde kracht voor of een bepaald woord. Kracht stelt u zich voor met kleur. Een woord kunt u zich voorstellen als een klank, die bv. voor u veel betekenis heeft. U kunt het ook wel voorstellen als een woord, dus als een betekenis. Concentreer u daarop. Probeer uw geest daarheen te sturen. U zult ontdekken, dat u dan contact maakt met entiteiten die behoren tot de hogere Zomerlandsfeer, maar ook vaak met meesters, die in die sfeer actief zijn met lering te geven. Hebt u een contact, wees dan een beetje passief. Laat het op u inwerken en pas wanneer u voelt, dat er een antwoord of een verklaring van u gevraagd wordt, reageert u, maar niet voor die tijd. Op die manier hebt u als mens een aardige mogelijkheid in Zomerland die lessen te krijgen, die u nodig heeft om verder te gaan.
De wereld van kleuren.
Er is verder een wereld die veelkleurig is. Als u die voor het eerst betreedt, hebt u het gevoel dat u in een soort psychedelische koker terecht bent gekomen. Het is een koker met voortdurend wisselende kleuren, waar u doorheen schijnt te vallen. Het heeft een sterk hypnotisch effect, vooral de eerste keren dat u het meemaakt. Stel dat het de loop van een geweer is en u kijkt naar de ziel, dus naar dat kleine vlekje dat niet kleurig is. Concentreer u daarop en een groot gedeelte van de kleuren verdwijnt. Er blijven er enkele over.
U wordt namelijk omgeven door alle uitingen van bewustzijn die mogelijk zijn wanneer uw vorm is weggevallen. Op het ogenblik dat u zich concentreert op het hoogste wat daarin kenbaar is – want dat doet u in feite – zult u uzelf afstemmen. Door die afstemming verdwijnen alle aspecten, die voor u op dit moment niet belangrijk zijn.
Wanneer u ziet dat een groot gedeelte van die kleuren is weggevallen, kunt u communiceren, kunt u gaan praten. Dan kunt u heel rustig vragen aan bv. een mooi rood, geel of blauw kleurenvlak: Wie bent u? Hier mag u zelf initiatief nemen. U krijgt antwoord. Zeg dan rustig wat u zoekt. Omdat u die kleur als de belangrijkste hebt beschouwd uit de aanwezige kleuren, zal niemand boos worden, maar zal wel iedereen reageren op datgene, wat u in het kader van de kleur hebt gekozen. Daardoor wordt de les bepaald die u krijgt, maar ook het bewustzijn en de kracht, die u daardoor kunt verwerven.
Na enige ervaring leert u die kleurenwereld betreden en wordt u niet meer zo gekweld door dat kokereffect. Het is er nog wel volledig, maar het gaat heel snel voorbij.
Dan krijgt u te maken met wat ik kransen zou willen U ziet het wel eens op schilderij: allemaal kleuren naast elkaar met twee of drie lichtbogen in het midden. Meestal is het middelpunt goud, soms een halve krans – dat is de zon en is de werking, die uw hele persoonlijkheid betreft, ook uw energie – soms is het een hele krans. Dan is het een hoog geestelijke waarde, waardoor eigenlijk de geest alleen volledig beroerd wordt en de overige effecten alleen maar naar de stof kunnen afvloeien.
Wanneer u met die kranseffecten te maken krijgt, onthoudt dan één ding: elke krans die u ziet is een poort waar u doorheen kunt gaan. Nu kunt u bewust naar dat gouden vlak gaan. Hierdoor zullen alle stralen, die u er omheen hebt gezien, als ringen op u inwerken. Uw eigen beleving verandert. U wordt er meestal erg emotioneel van.
Dan hebt u daarboven alle stralen, die naar alle kanten uitstaan zoals bij zo’n ouderwetse zonneklok. Die stralen hebben allemaal verschillende kleuren. Deze kleuren gaan inwerken. De andere kleuren zijn filters, die bepalen wat mogelijk is als u dat goud nastreeft. De andere stralen zijn boodschappen. U wordt in een emotionele status gebracht. Het verandert, het voelt allemaal vreemd aan, u bent er ondersteboven van.
Nu gaan die verschillende stralen kijken wat er in die mens of geest harmonisch is en die gaan bij u dingen stimuleren. Het is dus niet dat ze iets zeggen, maar ze maken dingen wakker in u. Onder deze invloed kunt u zich bv. sterk bewust worden van delen van vroegere levens die belangrijk zijn geweest. U kunt zich bewust worden van de mogelijkheid iemand in bepaalde lagere sferen te helpen. U gaat zich realiseren
dat u andere gaven heeft en dat u die ook kunt gebruiken en ontwikkelen. Dat is hier het effect.
Iedereen die zo’n stralenkrans ziet, geef ik de raad: probeer het geel, die kern, te benaderen. Alleen indien die kern heel donkerblauw of zwart is – en dat komt voor – dan mag u er niet heengaan. Draai u in gedachten om en zoek het licht. Niet dat het gevaarlijk is, maar dat is voor u te chaotisch. Het zijn trillingen die u niet kunt verwerken. Het zwart absorbeert alles en laat alleen de essentie over. Indien u daarmee geconfronteerd wordt en u zou daarop ingaan, dan zou veel van u geabsorbeerd worden en blijft er alleen het essentiële over. Maar u bent een mens en u bent complex. Of u bent een geest en u leeft in een bepaalde sfeer. U hebt nog bepaalde voorstellingen en illusies nodig, anders bent u a.h.w. een kind geworden, dat alles opnieuw moet gaan leren. Daarvoor bent u nog niet rijp.
Iemand, die deze kleurwereld doorgaat, zal vaak ook geconfronteerd worden met iets wat op gezang lijkt. Muziek der sferen zegt men wel. Het lijkt op een windharp met een heel groot kerkorgel er achter. Vele stemmen zingen er zonder dat u ze kunt verstaan. Die muziek en die klanken laat u rustig op u inwerken, ze geven sfeer en achtergrond. Probeer niet te verstaan wat ze zeggen, want het zijn woorden die u niet kunt begrijpen. Laat ze maar over u heen gaan en zoek naar die lichte kleuren of als het even kan een halve boog of een cirkel.
Als u kleuren ziet, die niet bij u passen en waarvan u zeg: Ik vind ze niet mooi, vermijd ze. Het wil niet zeggen dat ze slecht zijn, maar voor u zijn ze op dat moment disharmonisch. Contact ermee zou voor u eerder verlies van kracht en bewustzijn betekenen dan winst.
Dan heb ik nu het meest gezegd over de sferen en over datgene wat we nodig hebben om de communicatieproblemen later te kunnen verwerken. Wanneer u er meerdere malen in geslaagd bent 0m als mens of geest die gouden kern te bereiken, dan ontdekt u dat u een nieuw innerlijk evenwicht vindt. Dingen die belangrijk waren, worden onbelangrijk. U gaat een heel nieuw leven zien. Heel nieuwe ervaringen vinden. Als mens zult u daar verstandelijk en emotioneel nog wel eens mee vechten, want u hebt uw oude gewoonten, maar u verandert.
Wanneer u dit hebt doorgemaakt en niet eerder, zult u ontdekken, dat er kransen zijn waarvan de kern wit is, maar geen gewoon wit. Het is ook niet zilver. Het is eigenlijk een soort levend niets, maar lichtend.
Wanneer u deze dingen ontmoet (het zijn meestal geen volledige kransen, het zijn soms poorten en in andere gevallen lijkt het meer op een soort trap) ga er naartoe. Probeer dat licht te bereiken. Dat licht is namelijk de tijdloosheid. Tijdloosheid betekent toegang krijgen tot het geheel van uw geestelijk geheugen. Het betekent voor mens of geest toegang krijgen tot alles wat u ooit geweest bent en het toenemend besef van alles wat u ooit kunt zijn.
Als u hier wordt aangesproken, moet u antwoorden; er is dus geen keus. Aangesproken worden betekent in een dergelijke situatie dat antwoord verplicht is. Het antwoord mag nooit verder gaan dan de vraag. Misschien krijgt u de gekste vragen. Het is wel eens gebeurd – ik weet dat van iemand die die weg ging – dat hij de vraag kreeg: “Ben je God?” Het antwoord daarop was: “Dat weet ik eigenlijk niet.” Gevolgd door een betoog. Het contact werd verbroken. Die persoon is toen raad gaan vragen bij een hogere geest. Deze heeft hem toen gevraagd: “Wat denk je als je zo’n vraag krijgt?” “Ja, ergens in mij is God.” zei hij. “Nou, dan moet je dat zeggen.”
De volgende keer heeft hij dat gezegd: “Ergens in mij is God.” Toen werd hij zich ineens bewust van een enorme verbondenheid. Het leek alsof hij door spinnenwebben met allerlei dingen verbonden was. Het was een rijkdom van ervaring, die niet te omschrijven is, die ook niet tot iets terug te brengen is wat in de sferen thuishoort. Het is de eerste ervaring van kosmische verbondenheid.
Die stemmen zijn entiteiten. Deze entiteiten heeft u misschien al in Zomerland ontmoet. U bent ze misschien op aarde al tegengek0men. Er zijn ook entiteiten, die op aarde in stoffelijke vorm leven en toch dat hoge bewustzijn behouden. Het zijn er maar een paar, maar ze zijn er. Zo’n entiteit helpt u om kosmisch besef te bereiken en dat kosmische besef is het enig belangrijke. Degene die u wat vraagt en u antwoord geeft, is gelijktijdig uw veiligheid. Hij is uw bewaker, uw hoeder, inwijder of welke naam u er ook aan geven wilt. Wanneer u namelijk in die kosmische verbondenheid terecht k0mt, zou u soms uw persoonlijkheid daarin kunnen verliezen. Maar als hij u heeft aangesproken, dan zorgt hij ervoor, dat dat niet kan gebeuren. U k0mt dan terug. Daarom is er ook geen reden om bang te zijn, maar kijk a.u.b. eerst of iemand iets zegt.
Als u die trap opgaat of die poort wilt doorgaan, is er iemand die iets zegt. Geef antwoord. Wanneer vraag en antwoord zijn gegeven, al zijn ze schijnbaar zinloos, dan is daarmede de verbinding gemaakt, waardoor uw wezen in zijn huidige vorm blijft voortbestaan en gelijktijdig een besef kan krijgen van het tijdloze.
In deze wereld is de communicatie – want daarover gaat het – altijd weer sterk afhankelijk van 0mstandigheden. Het blijkt dat naarmate wij hoger k0men, voor ons het antwoord belangrijker wordt. We moeten aangesproken worden. We mogen iemand wel attent maken op onze aanwezigheid, maar de ander moet de reacties in de hand houden. Waarom dat zo is?
Als ik als geest met u spreek, dan moet ik dat doen in voor u verstaanbare termen. Het is duidelijk, dat de helft van wat ik gezegd heb, vergelijkenderwijs is. Ik kan u toch niet beschrijven hoe het precies is. Een entiteit, die met u contact opneemt, weet in hoeverre hij kan antwoorden op dat wat u bent in zijn besef. H0e hoger die entiteit is, hoe belangrijker het is dat hij u geeft wat u nodig hebt. Daarom is het belangrijk, dat hij het initiatief behoudt. Iemand die de bergen beklimt en tegen zijn gids zegt: “lk weet het wel, kom maar achter mij aan” , die noemt u een idioot. Waarom zou u dan geestelijk, wanneer er gidsen en leraren zijn, proberen om vooruit te gaan, om het zelf te bepalen? Laat die ander maar vertellen wat u wel en niet kunt.
Schema.
Mensen onder elkaar kennen onbewust telepathische impulsen, een deel van hun inspiratie is evenzeer een telepathische impuls.
Na de dood bestaan er in Zomerland, en ook in verschillende meer duistere werelden, contacten die in feite telepathisch zijn. Een telepathisch contact in een lichte wereld bevat altijd waarheid. U kunt in een antwoord niets anders zeggen dan de waarheid. Wilt u die niet spreken, dan moet u zwijgen.
Alles wat in een lichte wereld ontvangen wordt, geeft naar waarheid de visie van de persoonlijkheid. Daarom moet u daarvan alleen nemen wat voor u belangrijk is. Alles wat u opneemt in Zomerland geeft aanleiding tot zelf denken en zelf experimenteren.
Besef, dat bij elke gedachte een kracht behoort. Probeer die kracht terug te vinden in de boodschap die u ontvangen hebt, in het antwoord dat u hebt uitgestraald. U zult hierdoor ontdekken, dat u meer mogelijkheden hebt door het projecteren van vormen bijvoorbeeld, maar ook door het projecteren van krachten om de contacten met anderen beter te bepalen.
Gaat u naar een hogere wereld waarin u lering krijgt (Hoog-Zomerland), onthoud dan dat u zelf het initiatief neemt. Want een laag bewustzijn moet zijn eigen afstemming zoeken voordat het in contact kan komen met een hoger bewustzijn.
Komt u in de werelden daarboven, onthoud dan: in kleuren mag u alleen reageren op de kleuren die voor u sympathiek zijn. Het is net als met bepaalde spijzen: er zijn mensen die uitslag krijgen als ze garnalen eten. Nu is dat mooie, roze kleurtje dat u eigenlijk niet zo leuk vindt voor u geestelijk gezien net zo iets als garnalen; u zou er last van kunnen krijgen.
Hier kiezen wij zelf het contact, maar de boodschap die wij krijgen, wordt voor een groot gedeelte al door de ander bepaald.
Komen wij op een punt, waar wij met meerdere krachten in meer kosmische combinatie te maken krijgen, dan is het voor ons erg goed dat wij leren te ondergaan. Ondergaan is erg belangrijk. Ook hier zullen wij zelf de eerste stap moeten zetten. Wij zullen zelf moeten uitmaken of we wel of niet een bepaalde beleving of harmonie aanvaarden. Dat is onze vrijheid. Maar wanneer wij dat eenmaal doen, dan moeten wij heel goed begrijpen dat wij nu moeten opnemen wat er gebeurt.
Krijgen wij een raad van iemand, die zich als onze geleider of gids opwerpt, of een kracht die ons misschien omringt als een soort beveiliging, dan moeten wij daarop reageren volgens onze eigen inhoud. Als die kracht zegt: “Het is gevaarlijk”, dan mag u rustig zeggen: “Het kan gevaarlijk zijn, maar ik wil slagen of ondergaan.” Dan zegt de ander: “Goed, ik zal u helpen zo goed ik kan.”
U moet nooit denken, dat een ander uw wil mag beheersen, zelfs niet in de hoogste sfeer. Maar u moet wel beseffen, dat wat de ander zegt, voortkomt uit een erkenning van waarden en omstandigheden, die voor u nog geheel duister zijn, die u niet gemakkelijk nazoekt.
Nu komen wij op een heel belangrijk punt.
U leeft op aarde en zit in de stof. U bent een paar keer uitgetreden en u hebt contact gehad. U bent misschien door een poort gegaan en u hebt dit contact op aarde nodig. Het betekent wel, dat het contact beperkt moet blijven tot hetgeen u lichamelijk – als het om kennis gaat mentaal – kunt verwerken. Onthoud dit goed: er is een beperking bij.
Wanneer u zich de kracht voorstelt, hetzij de kleur van de poort die u bereikt hebt, hetzij de stem die u hebt gehoord, de trilling die u hebt opgevangen, dan zal een eenmaal gemaakt contact daardoor onmiddellijk hersteld worden. Het is dus geen kwestie meer van: wil die ander mij wel of niet. Het contact is er. Dan kan die ander altijd nog zeggen: Ik reageer niet of wel.
Druk alles wat u wilt t.a.v. een dergelijke kracht s.v.p. zo eenvoudig mogelijk uit. Er zijn mensen die de behoefte hebben om, als ze een hogere kracht zien, in Bijbelse termen te gaan spreken. Het is wel mooi, maar u kunt het beter laten. Probeer gewoon uw gedachten uit te zenden in woorden, want u bent een mens op dit ogenblik. U vraagt uw wens of zegt uw probleem. Het antwoord ontstaat dan vaak in een soort ritmisch komen van woorden. Als u werkelijk krachten hebt, die bij een gouden poort liggen, dan zult u heel vaak het idee hebben van: nu vraag ik 0m antwoord en wat ik doe is een gedichtje maken. Maar dat gedicht is een antwoord. Het is niet alleen maar een paar woorden, er staat een boodschap in. Denk er maar goed over na, dan komt u er wel achter. Maar het is vooral een gevoel. Het gevoel en de betekenis, die er in ligt, moet u tezamen gebruiken. Dat is de energie waarover u beschikt. Dat is de mogelijkheid, die er voor u op dit ogenblik bestaat.
Als u dank wilt uitzenden – wat ik mij kan voorstellen – dan zegt u tegen zo’n geest: “Wat vind ik het ontzettend prettig.” Dan moet u niet zeggen: “Dank u wel.” Zeg doodgewoon: “Kijk naar mij. Ik ben blij.” En als die ander daarop antwoordt, voelt u even zo’n tinteling over u heen gaan. Het is net een koude rilling, al loopt er dan niemand over uw graf. Het is doodgewoon dat uw zenuwstelsel is afgetast en de ander heeft daarmee te kennen gegeven: Ik heb deel aan uw leven.
Onthoud, dat geesten veel meer deel hebben aan elkaars leven dan voor een mens denkbaar is.
In alle sfeer en alle wereld, zelfs in de duistere werelden van isolement, waar contact bestaat, bent u veel intenser met elkaar verbonden dan stoffelijk ooit denkbaar is. Daarom is elke poging om een contact op te nemen met de geest in feite het tot stand brengen op geestelijk niveau van die eenheid. U kunt deze niet beperken. U kunt bv. niet zeggen: Nu moet het een stukje sneeuwen. Het is een sneeuwbui of niet. De sneeuw kan dicht of minder vallen. Dat hangt van de omstandigheden af. Zo is het daar ook.
In contacten met vooral hogere geesten moet u aanvaarden wat als antwoord komt en het zo goed mogelijk verwerken. Omdat een ieder in de geest zich altijd bewust is van de mogelijkheden en vermogens van een ander, zult u op aarde nooit impulsen krijgen die verdergaan dan uw ogenblikkelijke bereiking.
Hoe wekt u de meeste kracht? De meeste kracht wekt u door uw gehele persoonlijkheid op één bepaalde ervaring of één bepaald woord te concentreren.
Een mens krijgt een maximum aan kracht, wanneer hij zijn bewustzijn tot een beperkt gebied terugbrengt. Hierdoor stelt hij namelijk een groot gedeelte van zijn persoonlijkheid voor die kracht open en krijgt hij ook de grootste mogelijkheid 0m die kracht, eenmaal opgenomen, later op gelijksoortige wijze, dus weer met concentratie op één gebeuren, één woord enz. uit te stralen. Hoe beperkter het eigen ervaren is op het moment, dat men zich afstelt op de kracht en hoe beperkter het eigen ervaren is op het ogenblik dat men de kracht uitstraalt, hoe groter de kracht is die men ontvangt en kan uitstralen en hoe intenser de gerichtheid, de werking zal zijn van alles wat men uitzendt.
Wanneer ik op deze wijze werk, heb ik randverschijnselen. Als u zwemt komen er aan de rand van het bassin golfjes. Zo gaat het ook als u werkt met een kracht. Hetzij bij het ontvangen, of bij het zenden. Er ontstaan golfjes. Die golfjes die zo kabbelen k0men in uw bewustzijn. Altijd wanneer ik werk met geestelijke krachten zullen er in mijn bewustzijn associaties ontstaan. Deze associaties kan ik niet beschouwen als een volledige waarheid, maar ze zijn voor mij wel een omschrijving van de kracht waarmee ik werk. Daarom is het erg belangrijk, dat u die voorstellingen goed in de gaten houdt. Wanneer u nl. weet wat die voorstellingen zijn, dan kunt u door ze te reproduceren soms een concentratie krijgen op krachten, die u anders – dankzij vroegere uittredingen en andere belevingen in de geest – niet meer als mens kunt bereiken. Dus concentratie op randverschijnselen.
Uittreden kan elke mens. Bewust uittreden kunnen weinig mensen. Als u uittreedt, onthoudt dan dit: U kunt alles zijn, zeggen en doen, maar u kunt alleen antwoord krijgen volgens het bewustzijn van degene met wie u spreekt, want u werkt in feite weer telepathisch. De kracht en de gevoelens die u uitzendt slaan op uzelf terug en ook op de ander. De voorstelling die ontstaat, zal voor de ander een soort droom zijn. Voor uzelf is het iets, dat u meestal voor een groot gedeelte vergeet. Daarom is het erg belangrijk, dat wanneer u uittreedt in uw eigen wereld – dus contact 0pneemt met mensen in de stof of met mensen die pas zijn overgegaan – dat u zeer duidelijk tegen uzelf zegt, wat u wilt gaan doen. Wanneer u dus die associaties krijgt (daar krijgt u ook randverschijnselen bij), dan moet u in dit geval zeggen: Die associaties geven het contact weer, de toestand, die het contact mogelijk maakt, maar niet de inhoud.
Intensiteit van uw eigen denken en voelen wordt vaak door begeerte en door angst bepaald. Dat weet u. Als ik wil werken met de geest, moet ik geen dingen nemen waarvoor ik bang ben. Vermijd uw eigen angsten. De meeste mensen zijn niet tevreden met zichzelf of vrezen bepaalde aspecten in zichzelf. Vergeet deze delen van uzelf. Probeer uzelf desnoods als een ideaal-gestalte te denken en in de uittreding in het contact met de sfeer vanuit die ideaal-gestalte te werken. Het komt toch bij uw werkelijk ik terecht. Niet bij het ideaal. Maar hierdoor vermijdt u dat u grote angsten hebt en u vermijdt ook dat u te intense, stoffelijk bepaalde begeerten hebt. Het resultaat is, dat wat u ontvangt zuiver is. Wanneer u het uitstraalt is dat precies hetzelfde.
Probeer u nooit een hoge geest zonder meer voor te stellen. Het is erg attractief 0m te denken: nu wil ik wel eens praten met bv. Spinoza, Jezus, de Boeddha. Wanneer u namelijk probeert zo iemand in uw gedachten op te roepen, dan gaat u zich een voorstelling maken. Die voorstelling kan astraal misschien wel tijdelijk verwezenlijkt worden. Maar u weet nooit wie er dan praat. Geen voorstelling van hoge persoonlijkheden. Vraag u wel af: welke gevoelens heb ik, wanneer ik denk aan ….. noem maar op: Spinoza, Jezus, enz. Dat gevoel moet u uitstralen. Het antwoord dat u op dat uitgestraalde gevoel krijgt, is nl. uw reactie op de ander. En uw reactie op de ander is iets, waar de ander gemakkelijk op kan inhaken. Want er zit iets van hemzelf in, al is het maar weinig. Daar kan hij op antwoorden. De voorstelling is iets, waarop een ander pleegt te antwoorden, namelijk iemand die past bij uw voorstelling. Ook hier weer: zorg dat u zich niet teveel bedriegt.
Als u droomt kan dat betekenis hebben. Niet alle dromen hebben een gelijke betekenis. Maar wanneer u nu met een dergelijke persoonlijkheid in contact komt, dan gaat u soms dromen. Het gekke van zo’n droom is meestal, dat ze een samenvatting geeft waarbij u iets bent met licht, met donker en met licht. Het is net een sandwich. Nu zeggen de mensen: Ik moet door het duister heen. Dat is niet waar. Het is zo:
Die twee punten licht geven aan wat is en wat kan worden. Het duister is de verandering. De verandering ziet u als duister omdat ze niet volledig beseft wordt. Concentreer u op de twee lichtende fasen. Probeer de beelden daarvan of de kleur te begrijpen en laat het duister erbuiten. Hierdoor zult u de richting vinden, die u in uw besef, in uw uitstraling, in uw vermogen de aura te richten a.h.w. nodig hebt 0m de lichtende fase, die wordt aanbevolen, inderdaad te bereiken. En deze betekent dan heel vaak een plotselinge ontdekking van nieuwe mogelijkheden.
We hebben dit nu gedaan. Het lijkt alsof er veel materiaal verschaft is, dat u ten dele wel kent en dat ten dele buiten uw werkelijkheid valt. Maar u krijgt in de k0mende periode een aantal lezingen over die sferen en die kleuren. Als iemand u zegt: Ga door de Witte Poort, dan begrijpt u het niet, tenzij u zich realiseert wat er met die Witte Poort bedoeld wordt: de poort van het tijdloze. Het is voor u dus belangrijk, dat u die voorstellingen doorneemt. Zelfs wanneer u ze hebt doorgewerkt is het toch wel goed om eens even na te gaan, hoe dat zit met de associaties en die contacten. Het is grondstof, het is materiaal, dat u nodig hebt om een volgende keer, datgene wat kan komen, te kunnen begrijpen.
Nu wil ik sluiten en ik zal proberen wat sfeer en kracht te krijgen. Ik zal dat meditatief, associatief doen. Dat geeft een sfeer weer waar u misschien iets aan hebt. Als u iets van een sfeer te pakken heeft, probeer het vast te houden.
Meditatie.
Het korenveld is de zee. De zon is graan. Somberheid breekt als bros aardewerk. Eén ster… nog een ster… heldere sterren. Dc sterren zijn sterker dan de zon als je ze begrijpt. Duisternis tussen de sterren. De poort waar je doorgaat om bij licht te komen.
Dromen is soms werkelijkheid proeven. Ik proef de werkelijkheid van sterren en van licht. De hele kosmos leeft. Ze is een kloppend hart van iets dat ik niet ken. Het ritme van dat hart leeft in die sterren. Het ritme van dat hart wuift mee in het graan. Dat hart is als een bloem die opengaat en zich weer sluit. Het is dag en nacht. Het is een jaar. Het is leven en dood. Het is oneindigheid en tijd tegelijk.
Het heelal klopt als een hart. Het hart van iemand, die ik niet ken. Ik weet niet wie en wat ik ben, maar in mij bonst diezelfde klop. In mij herken ik iets van al wat ik zie in de zee van graan, in het licht van de sterren, in het goud van de zon, in het duister tussen de sterren. Ik weet niet waar het begon en waar het zal eindigen, maar het ritme heeft mij gepakt. Het ritme van een licht, dat altijd weer en overal toch weer aanwezig is, dat voortdurend zichzelf wordt en vanuit zichzelf een ritme, dat mijn zijn bepaalt.
Achter mij ligt een schrede, die ik vergeten ben. Voor mij ligt een weg, nog onbekend. Ik ken nog niet de bestemming waar ik heenga, maar ergens pulseert de eeuwigheid. Ergens omspoelt zelfs de gang van tijd iets dat ik voel aan kracht, die soms haast knellend dwingt, dan zich vrij ontspant en dan weer komt met een golf van kracht, totdat ik zelf mij voel als een kuiken in de hand van een mens, die het teder behoedt en streelt en stelt op een warme plaats, opdat het groeien kan.
De eeuwigheid is onbekend. De tijd is iets dat je niet overziet. Daartussen, in een schijnbaar niets pulseert de kracht; pulseert een licht dat soms een ogenblik gezien, mij doet beseffen hoeveel ik ben en hoe gering tegelijkertijd.
Ik droom van mijzelf als één fragmentje, uitgestraald door de eeuwigheid in tijd en levend met de klop van dat wat werkelijk leeft, groeiend tot mijn eigen zijn hetzelfde ritme heeft en antwoordt op de kracht, die is en leeft rond mij.
Vrij ben ik, omdat ik ben één kracht, één ritme met de kosmos zelf. Het kloppend hart van het onbekende. Dat hart dat mij omgeeft en heel mijn leven is. Dat is…. dat is…. dat is de werkelijkheid, die door de schijn heen altijd weer bestaat.
Afsluiting.
Dat is de sfeer, die ik u vandaag even heb willen laten proeven. Ik weet niet of ik erin geslaagd ben. De hele kosmos, dat is het beeld dat ik u heb willen geven: het kloppend hart. Het is een ritme en wij moeten leren op dat ritme te antwoorden, omdat wij zelf dat ritme geworden zijn. Precies hetzelfde ritme. Soms bestaat dat voor een ogenblik. En wanneer wij dat hebben, weten wij pas werkelijk wat wij zijn.
Dit is het einde van de eerste cursus esoterie met alle daaraan klevende mogelijkheden en fouten.