Het kerstgebeuren (2001)

image_pdf

21 december 2001

Vooraleer ik aan de avond begin, wil ik jullie erop wijzen dat wij sprekers van deze groep, niet alwetend of onfeilbaar zijn. Wij hebben graag dat u zelf nadenkt over wat gebracht wordt.

Het kerstgebeuren hier, in onze contreien, is vooral gebaseerd op de oude christelijke gewoonten. Maar wanneer we wat vroeger kijken, wanneer we wat verder in de geschiedenis gaan, dan zien we dat het kerstgebeuren – het heette toen niet zo, het was in vele gevallen het feest van de zon; in andere contreien werd het nogal eens het bijlfeest genoemd; nog verder, bij de heel primitieven was het gewoon de terugkeer van het licht.

Het kerstfeest zoals u het nu kent, is eigenlijk maar een afgietsel meer, een zelfs heel pover afgietsel van wat het in oorsprong was. We zien wel dat de laatste tientallen jaren er terug een opgang bezig is in verschillende spirituele kringen om terug naar de oude waarden van het kerstgebeuren, of de terugkeer van het licht, te grijpen.

De terugkeer van het licht, beminde broeders en zusters, was voor de mens van over enkele duizenden en duizenden jaren een zeer belangrijk gegeven. In de tijd dat zich de eerste priesterklassen vormden – laat ons ze misschien beter nog omschrijven als de tovenaars of de sjamanen, alhoewel in deze streken dat woord niet erg gepast is – was het bijzondere eraan dat de mensen na maanden duisternis – en u moet zich goed voorstellen, het was niet zoals nu; de zonnestand was nog niet zo, het licht was ook anders, de aarde was nog meer omgeven door zware wolken, de ganse constellatie van uw stelsel hier, waar u nu in leeft, was toen nog enigszins anders.

En dan begrijpt u wel dat voor de mens die toen op aarde in ontwikkeling was, het opmerken dat het licht of de periode dat het licht was, verlengde, voor hen steeds een vreugde betekende, een zekerheid naar nieuw leven. Want zij hadden meestal maanden van duisternis gekend en in die duisternis betekende dat ook voor heel velen: dood. Zo krijgt u dat men bij de eerste Keltische beschavingen, bij de eerste druïdekasten men spreekt over de periode van de dood. De periode dat in de natuur alles tot rust komt, dat al het oude kan afsterven om plaats te maken voor het nieuwe.

Van daaruit zijn de eerste riten ontstaan dat de mens ging feestvieren op het ogenblik dat hij ervaarde dat het licht terug begon te klimmen. Er werden dan alle mogelijke dankriten gegeven, ten opzichte vooral van de god Zon alsook naar, wat men in die tijd noemde ’de Moeder Maan’. De Zon werd als vaderfiguur toen gezien, de Maan als de moeder van de aarde. Ook vanuit die verre tijd stammen de hedendaagse riten die in bepaalde witte heksenconventen nog plaatsgrijpen.

We zien dan een evolutie, ook de aarde gaat een enorme evolutie door. We krijgen dan een periode van de eerste grote bevolkingsgroepen, van de eerste grote rijken. Maar steeds is de terugkeer van het licht een feest gebleven. O, het heeft vele namen gekend, namen die op dit ogenblik op deze wereld ongekend zijn en ook van weinig of geen belang meer. Uiteindelijk is de essentie er altijd geweest: terugkeer van het licht, het nieuwe leven. Dat was belangrijk.

En om dan naar het kerstgebeuren te gaan, is de stap niet groot. 2000 jaar geleden komt a.h.w. een zeer belangrijke profeet op de aarde. Wij noemen hem ‘de Christus’. De persoon zelf speelt in dit gebeuren een mindere rol. Wat belangrijk was, was de boodschap. Een boodschap van vrede, een boodschap dat ieder mens gelijk is aan de andere. U moet zich goed voorstellen: 2000 jaar geleden zag de wereld er een klein beetje anders uit dan de huidige. Moord en doodslag was een normaal gegeven. Nu denken jullie: “Ja, vandaag is dat ook een normaal gegeven.” Maar, er is een verschil. Vandaag is moord en doodslag, al naargelang tot welke groep u behoort, een gelegaliseerde ingreep.

In die tijd van de geboorte van Christus bezag men dat anders. Diegene die meester was, beschikte over leven en dood. Ik weet in de geschriften die jullie lezen en hetgeen wat nu verspreid wordt, kleurt men dat anders in. Wat jullie eigenlijk weten op dit moment over die periode, is een volledig herschreven geschiedenis, in vele gevallen door wat jullie hier noemen ‘de katholieke kerk’, maar ook protestantse groepen enz. hebben hun steentje ertoe bijgedragen dat wat u nu weet over die tijd, eigenlijk helemaal niet meer overeenkomt.

En daarom was in die periode de komst van de Christus, de komst van het licht zo belangrijk. In die periode geloofden de mensen, zij waren er heilig van overtuigd dat de goden nog op de aarde kwamen. Zij waren ervan overtuigd, en dat is voor jullie waarschijnlijk niet meer denkbaar, dat bepaalde mensen werkelijk goden waren, dat zij beschikten over goddelijke krachten. Goddelijke krachten, niet in de vertaling zoals jullie die nu kennen, maar in de vertaling van iemand die wonderen kan doen. Wonderen kunnen doen, daar kwam het op neer in die tijd dat u veelal het privilege had van bepaalde natuurzaken te kennen waar de anderen geen benul van hadden en dat u zo zeer spectaculaire resultaten kon behalen.

U moet weten dat er in die periode bepaalde priesterkasten waren die gewoon alle geheimen binnen hun groep hielden. Het was niet denkbeeldig dat iemand van buiten de groep ook maar in die groep intrad. Men hield het onder mekaar, alles bleef gesloten. Ook weer niet zo’n vreemd verschijnsel als u bekijkt dat u op het ogenblik bij de joden nog zo’n groepen hebt, volledig afgesloten. En dat u zelfs dat verschijnsel ziet bv. bij de druïden enz., vooral bij diegenen die in het toenmalige Engeland aanwezig waren, die volledig gesloten kasten vormden. Ook zij beschikten a.h.w. over leven en dood.

Vanuit gans die optiek moet u zien dat er een omwenteling plaatsgrijpt in het denken van de mensen. Een omwenteling dat het niet meer zo is dat u vanuit uw geprivilegieerde toestand kan beslissen wat een ander mens voor u kan betekenen. Dat u daar ineens krijgt dat denkbeelden ontstaan dat mensen aan elkaar gelijkwaardig zijn. Dat denkbeelden ontstaan dat u een ander kan dienen, kan helpen. Voor die tijd was dat een enorme verandering.

Men heeft die verandering, of die komst van Christus achteraf laten samenvallen met de terugkeer van het licht. Tot mijn spijt moet ik u erop wijzen dat Christus helemaal niet geboren is op het moment van de terugkeer van het licht. Dat hebben de kerken ervan gemaakt. Voor wie het interesseert, Christus zou volgens de huidige berekening van uw kalender geboren zijn in de maand mei, dus helemaal niet in december. Maar dit maakt weinig uit. Het belangrijkste is hiers dat het symbool van het kind dat het licht brengt, en hier niet alleen licht in zijn betekenis zoals men het vroeger bekeek, maar in de betekenis nu van een totale ommekeer van het menselijk denken. Een totaal nieuw gegeven: ‘Mens, heb elkaar lief, en heb uw God lief boven alles.’

Wanneer u de juiste uitspraken, wanneer u de juiste zinsneden van de Christus nagaat, ligt het wel even anders dan wat de kerken ervan gemaakt hebben. Maar dat is altijd al zo geweest, dat iemand die een bepaalde waarde op aarde bracht, dat al rap leerlingen en volgelingen aangepaste waarden creëerden, met als gevolg dat er weer machtsstructuren ontstaan.

Ditzelfde fenomeen heeft zich dan voorgedaan enkele honderden jaren later met wat u nu ‘de islam’ noemt. Ook daar zijn de woorden van die profeet door de kaliefen aangepast volgens hun mogelijkheden en volgens de macht die zij wilden. Ook daar is de leer verkracht geworden. En zo zien we dat over de ganse wereld.

2000 jaar kerstmis, 2000 jaar, beminde broeders en zusters, van onderdrukking van de echte waarden. En nu denkt u: “Dat klinkt toch zwaar. U plaatst dat toch in een heel rare context.” Ik plaats dat speciaal in die context omdat wanneer we nu over kerstmis praten, tot onze grote spijt moeten vaststellen dat ook nu nog die waarden voor zeer velen teloor zijn gegaan. We spreken over kerstmis, het feest van de vrede, en we moorden er maar op los. O ja, het zijn geen christenen daar, het zijn andersdenkenden. Het komt zo nauw niet. We moorden en we doen maar, we onderdrukken dat er onrust uitbreekt, dat mensen geen eten meer hebben en winkels gaan plunderen. ‘Zij hebben het niet begrepen, wij wilden hen helpen.’

Dat de grote instellingen de mens wurgt en het leven onleefbaar maakt, dat is het huidige kerstmis. O, en ik kan veel zaken aanhalen die op de wereld gebeuren. En toch, beminde broeders en zusters, en toch leeft op vele plaatsen bij velen dat beetje licht, dat beetje harmonie en ontwikkelt het zich heel rustig. En langzaam maar zeker zien we dat steeds meer en meer mensen ertoe komen om rond deze periode, in plaats van enkel aan geschenken te denken, aan eten te denken, er even bij gaan stilstaan dat er mensen zijn die lijden, dat er mensen zijn die tekort hebben. Steeds meer merken we op dat er mensen zijn die bereid zijn een deel van wat zij bezitten, te delen met anderen.

En dan komen we tot de kern van het echte kerstgebeuren. De bezinning over: Wat doen we met ons leven? Leven we enkel en alleen voor onszelf? Leven we enkel en alleen voor onze bankrekening, voor onze luxe? Of kunnen we vanuit het beeld, misschien van dat kleine kindje, de geboorte van dat kindje dat we met kerstmis vieren, even onszelf vergeten en waar het kind voor staat, in ons opnemen en uitdragen naar onze naaste. En dan bedoel ik heus niet met ‘onze naaste’ diegene die ver weg woont. Ik bedoel heus niet: Stort op bankrekeningnummer zoveel, voor die of die actie voor die arme mensen. Nee, dan bedoel ik gewoon diegene die bijna naast u woont, die tekort heeft, waarvan u weet dat hij of zij misschien met die dagen in eenzaamheid zit, zich misschien nog niet kan verwarmen en misschien zelfs ook nog niet een stukje eten kan koken.

Want, beminde broeders en zusters, rondom u is op dit ogenblik meer armoede, meer treurnis dan dat u beseft. De maatschappij met al haar glitter verbergt zeer veel van die zaken. En dan is kerstmis een geschikte periode om even door al die glitter, door al die cadeaus, dat eten te kijken, dat even opzij te schuiven en te zien: Waar kan ik echt iets doen volgens de kern van wat het kerstgebeuren eigenlijk is. En wanneer ieder van ons maar een heel kleine geste doet, dan zal u opmerken dat kerstmis van dit jaar ietsjes stralender zal zijn, ietsje meer licht zal geven dan het vorige jaar.

Wanneer we even afstand kunnen doen, heel even maar van ‘dit is het onze’ en even delen met onze naaste, al was het maar met een vriendelijk woord, al was het maar, bij wijze van spreken, met een boterham met kaas, alleen al het feit dat dat gebeurt, daarvan zeggen we, doet het wonder opnieuw geschieden dat 2000 jaar geleden zou plaatsgehad hebben. En wanneer we dan even verder gaan, wanneer we dan ons vreugdig kunnen voelen en kunnen in ons de terugkeer van het licht, maar dan in de ware zin van het woord: de mens die ontdekt wie hij is, de mens die ontdekt dat hij of zij medemens is met al de anderen, deelgenoot op deze aarde, wanneer we dat kunnen voelen en wanneer we ons dan zo kunnen gedragen, beminde broeders en zusters, dan wordt u maar eerst deel, niet alleen van die waarde van de christelijke filosofie, van de waarde die een figuur als Jezus heeft gebracht 2000 jaar geleden, maar dan bent u tevens ook al in harmonie met de totaal nieuwe tendens die nu over de wereld gaat.

Want binnen enkele jaren zal het verhaal van dat kindeke in Bethlehem waarschijnlijk zijn opvolging kennen en zal men spreken over de nieuwe wereldleer en de nieuwe wereldleraars en -meesters, die de aarde hebben bevolkt en bezocht en die hun leer nagelaten hebben. En weer op dezelfde wijze als 2000 jaar geleden zijn deze filosofen, deze brengers van licht op dezelfde wijze gekomen en verdwenen. Maar het verschil zal nu zijn dat door de kosmische tendensen, door de veranderingen die vanuit de kosmos deze aarde en dit zonnestelsel beroeren, dat deze nieuwe filosofieën een totaal nieuwe weg en mogelijkheid naar de mensheid zullen openen.

Daar ziet u, vrienden, dat duizenden jaren geleden kerstmis al gevierd werd onder een andere naam en dat we het binnen duizenden jaren het nog zullen vieren, zij het misschien onder een nieuwe naam. Maar de essentie zal dezelfde blijven: Heb uw naaste lief. Deel gul wat u gekregen hebt van uw Schepper, van uw Vader, met uw naaste. Besef dat u als mens op een aarde leeft die bezield is, dat u die aarde mag gebruiken, maar besef ook dat die aarde niet alleen van u is. Besef dat ieder die op deze aarde leeft, aan u gelijkwaardig is, evenveel rechten als plichten heeft. Besef dat niemand, maar ook niemand u kan zeggen: ‘Dat is de juiste weg, dat is de juiste regel; omdat ik het zeg, moet u die volgen.’ Wanneer dat gezegd wordt, antwoord: ‘Lieve vriend, dit is misschien voor u de waarheid, maar ik zie het even anders’, en ga verder.

Wil delen van alles wat u gekregen hebt. En dan zal u zien, dan wordt u in dit leven misschien niet een Eerste Minister of een senator, dan wordt u misschien niet, volgens de geschiedenisboekjes, een heel voornaam personage. Maar dan zal het leven voor u waarde gehad hebben en in de totaliteit van het bestaan zal dit leven een onuitwisbare plaats krijgen, waar degenen die gevochten hebben voor roem en macht meestal heel snel op herhalingsklas mogen komen. Dat, lieve vrienden, beminde vrienden, is ook de boodschap van kerstmis, de boodschap van licht.

U had misschien van mij deze avond verwacht dat ik meer over alle mogelijke tekeningen rond het kerstgebeuren zou gesproken hebben. O, dat kon ik gedaan hebben. Ik kon u verteld hebben wat er werkelijk gebeurd is bij de geboorte van Jezus. Ik kon u verteld hebben over de staatsstructuren enz. Ik kon u gezegd hebben dat het verhaal van die arme vrouw die moest bevallen in, volgens jullie hier, het stalletje – in werkelijkheid was het een grot – dat het niet zo’n arme mensen waren als u dacht.

Er zijn veel zaken over te vertellen en er is al heel veel over gezegd. Maar ik verkoos, beminde vrienden, ik verkoos voor deze avond even u te beroeren met de werkelijke waarden die kerstmis inhouden. Waarden die al duizenden jaren eigenlijk met de voeten zijn getreden en waar gedurende de ganse tijd steeds kleine groepen zijn geweest die ervoor gezorgd hebben dat het niet teloor is gegaan. Die ervoor gezorgd hebben dat de waarheid op aarde steeds weer de bovenhand kan halen. Ondanks alles wat er gebeurt, ondanks alles wat men ooit heeft geprobeerd om alles aan te passen volgens de machtsstructuren van diegenen die alleen maar aan zichzelf dachten.

Het is al een tijdje geleden dat ik op aarde geleefd heb. En het zal u misschien verbazen, maar ik heb ook tot uw machtsstructuren behoord. Ik heb ook aan een altaar gestaan. Ik heb ook a.h.w. mensen de angst op het lijf gejaagd door te preken over duivels en hel. O, ik heb gepreekt over kerstmis en over het kindeke Jezus, zeker. Maar ik heb moeten leren, langzaam maar zeker, dat wat ik met zoveel vuur verspreid heb, met zoveel overtuiging, dat het niet de boodschap was die het voorbeeld voor mij – en ik durf dat gerust bekennen, Jezus was mijn grote voorbeeld, maar ik heb het op aarde nooit begrepen – gebracht heeft.

O, ik was volgens de normen een heel goede, een heel goede priester, want men vreesde mij. Ik stond boven mijn schapen, en ik heb moeten beseffen en moeten leren dat ik eigenlijk een slechte schaapherder was. Nu besef ik dat ik tussen mijn schapen had moeten staan, en niet erboven. Nu maar weer, na lange tijd, na zeer veel zoeken, om het mooi uit te drukken, besef ik de werkelijke waarde van de boodschap van degene die ik in mijn leven zo aanbeden heb.

En daarom, beminde broeders en zusters, daarom heb ik deze avond dit in deze context gegoten. Daarom laat ik u delen in de ervaring die ik ooit heb meegemaakt. Het is een ervaring geweest die mij achteraf heel veel tijd gekost heeft, om het in aardse termen uit te drukken, om mezelf terug te vinden. Want op het ogenblik dat ik dit tranendal verlaten heb – o, met de nodige luister, alles erop en eraan: een mis met pracht en praal – kon ik niet begrijpen dat de hemelpoort voor mij niet openstond. Want ik had een leven geleid in dienst van de Heer en ik had de anderen gedreven naar de Heer. Daar ook heb ik eerst moeten leren beseffen wat kerstmis betekent. Dat het niet is dat u naar mij moet luisteren, maar dat het is: Ik luister naar u. Dat het niet is: U zult aflaten kopen, maar dat het is: Ik geef wat ik bezit.

En dat alles heb ik langzaam maar zeker moeten ontdekken. En zo ook, beminde broeders en zusters, beminde vrienden, kan ik zeggen, is kerstmis voor mij echt kerstmis geworden. Is het voor mij het vinden van het licht geworden, het vinden van de weg die mij toelaat om steeds dieper door te dringen in het licht.

Beminde broeders en zusters, dit was de boodschap die ik u wou brengen. Er is mij gevraagd om de avond af te sluiten met een meditatie, en dit zal ik dan ook zeer graag doen.

Ik zal proberen om u deel te maken aan het gevoel wat kerstmis, de geboorte van het kind, de geboorte van de waarheid a.h.w., de geboorte van het licht voor mij op dit moment betekent.

Meditatie: Geef licht, harmonie en liefde door.

Enkele duizenden jaren geleden besloot de Vader, onze Vader, zijn zoon naar de wereld te sturen. Dat was niet zo gemakkelijk. Want de mens op de wereld was zijn Vader vergeten. De mens op de wereld dacht dat zij de heersers waren in het universum. Zij beheersten de planeet, die vlakke plaat waarop zij dachten dat zij door de kosmos a.h.w. zweefden. De bewoonde wereld stopte aan het einde van de oceanen en men had er geen probleem mee dat het water daar ook naar beneden ging. Want men heerste en was meester. En was meester over leven en dood. Men was meester over de natuur. En wat de koning, de keizer of de farao ook wou, dat gebeurde, daar was geen tegenspraak. Ieder aanbad hem.

En de Vader zag dit en dacht bij zichzelf: “Dit gaat te ver, dit was niet de bedoeling.” En hij stuurde zijn zoon. En op het ogenblik dat hij zijn zoon stuurde, ontstond er, heel ver in de kosmos, een enorme lichtmassa. En de astronomen, of astrologen misschien van toen, keken door hun kijkers en zagen in de kosmos ineens a.h.w. een vulkaanuitbarsting van licht. Zij waren gefascineerd en zij zagen dit afkomen met een enorme snelheid naar hun aarde.

En het is juist, een komeet passeerde de aarde op het ogenblik dat de zoon geboren werd. Want het was dat licht dat de Vader meegestuurd had dat de atmosfeer beroerde, dat de ganse aarde beroerde, dat de bezieling van de aarde a.h.w. deed trillen. En dat in elk hart van ieder mens a.h.w. een zaadje deed ontkiemen vanuit de nieuwe gedachte dat mensen er voor elkaar zijn, dat we elkaar moeten steunen, dat we elkaar moeten liefhebben.

En langzaam maar zeker, vanaf dat moment, vanaf het ogenblik dat dat kindeke geboren is, ontwikkelde zich langzaamaan dat licht. Maar alras voelden de heersers dat er iets fout was, in hun visie, want ze verloren de macht en de kracht over de mens, en heeft men geprobeerd gedurende duizenden jaren steeds weer het licht uit het hart van de mens te halen. Maar wonder boven wonder, dat licht kwam steeds terug. Wat men ook probeerde, het licht kwam steeds terug.

En ook vandaag de dag zien we dat ondanks alles wat men probeert om het licht op deze aarde te doven, er steeds meer licht komt. En hoe meer men probeert om de aarde a.h.w. te vernietigen, hoe vruchtbaarder, hoe meer lichtend deze aarde wordt.

Dit is de kracht van dat kind dat daar geboren is, 2000 jaar geleden in een grot. Dat kind, dat dat licht in zich droeg, het meebracht van de Vader. Dat kind, dat dat licht later als volwassene heeft uitgedragen. Dat a.h.w. door hetgeen wat hij voor de mensheid gedaan heeft, het licht in onze harten heeft verankerd. En het is enkel maar wanneer wij de moeite doen om ons hart te openen, om het licht vrij te laten, dat het werk van dit kindeke van 2000 jaar geleden heden ten dage nog zijn waarde en zijn kracht heeft.

Er is geen greintje van de waarde van de kracht van dit licht af gegaan, integendeel. Steeds sterker en steeds duidelijker zal het licht zijn bij degenen die het willen erkennen. En wanneer we nu even de moeite doen om allen in ons hart te kijken, even de moeite nemen om het licht te voelen stralen in ons hart en het gewoon vrij te laten en te zenden naar degene waarvan wij denken: Kijk, deze mens kan een beetje licht gebruiken. Laten wij dan, in de naam van dat kindeke dat 2000 jaar geleden voor ons op deze wereld is gekomen, dat licht vrijgeven, dat het licht zijn weg vinde en zo bij zeer velen ook hen beroert zodat zij weer op hun beurt dit licht aan anderen kunnen doorgeven.

Beminde broeders en zusters, ik vraag u even in volledige stilte te denken aan dat licht. En plaats diegenen die u graag wilt helpen in dit licht, zonder enige verplichting van aanname, maar gewoon omdat u wilt geven, omdat u wilt delen in de vreugde van dat licht met uw naaste, met uw medemens. En overdenk dit even in stilte.

Beminde broeders en zusters, ik dank u voor uw medewerking. U zal opmerken dat wat u nu gegeven hebt, wel degelijk is aangekomen en wel degelijk de anderen beroerd heeft. En wanneer u nu in de komende dagen gewoon even terugdenkt aan wat we hier gedaan hebben, wanneer u in de komende dagen af en toe even terugdenkt aan het licht, terug dat licht deelt met uw naaste, wanneer u in de komende dagen de harmonie en de liefde voor de ander en met de ander laat primeren op al het feestgedruis, op alle eetpartijen, dan zal u, misschien voor sommigen voor de eerste maal, de ware betekenis van het gebeuren van 2000 jaar geleden in de kern van uw wezen ervaren.

Want vergeet niet dat de Vader ook in u aanwezig is. Dat ieder van ons deel is van de Vader en als dusdanig ook deel is in het gebeuren van zijn zoon: de geboorte en alles wat hij heeft meegebracht in deze wereld. En dan zal u in de komende maanden en zelfs jaren als mens u waardevoller gaan voelen omdat u beseft dat u betekenis hebt voor anderen, dat u kan delen met anderen, dat u anderen lief kan hebben.

Beminde broeders en zusters, beminde vrienden, dit was de boodschap die ik u hedenavond wou brengen. Vanuit de grond van het geleende hart a.h.w. – want het is niet mijn hart, het is maar een geleend op het ogenblik, maar het doet niets af aan wat ik u wens – wens ik u een heel lichtende, en ook een vreugdevolle, liefdevolle kerst toe. En ik hoop, ik hoop dat u nog vele malen de terugkeer van het licht zal mogen vieren, maar dat u toch telkens even wanneer het gebeurt, terugdenkt aan wat u hedenavond is gebracht.

Het licht zij met jullie. Ga in vrede.

image_pdf