Het recht van bestaan

image_pdf

1 februari 2008

Zoals gewoonlijk aan het begin van onze bijeenkomst, wij zijn niet alwetend, wij zijn ook niet onfeilbaar. Daarom blijft het steeds belangrijk dat u zelfstandig nadenkt over hetgeen gebracht wordt.

Ik zou graag het met u  hebben over: het recht van bestaan.

U leeft op het ogenblik in een maatschappij waar een mens in veel gevallen alleen nog maar spreekt over zijn rechten. Maar deze rechten in deze maatschappij behoren eigenlijk tot de oude visie van het Vissentijdperk. Wanneer we een beetje verder gaan doordringen in de nieuwe visies die Aquarius ons aanbrengt, dan gaan we opmerken dat deze rechten toch wel andere implicaties hebben dan dat de mens deze verondersteld. Wanneer ik zie dat in uw maatschappij iedereen het recht op rijkdom heeft, dan wil ik daar tegenover stellen, dat ook iedereen het recht op armoede heeft. Wanneer iedereen het recht op gezondheid heeft, heeft ook iedereen het recht op ziek zijn. Wanneer iedereen het recht op leven heeft, dan heeft ook iedereen het recht op overgang.

Zo zou ik nog heel veel zaken naast elkaar kunnen zetten. De ene zuil is hetgeen waar u direct ja zult klikken, en de andere zuil zult u de wenkbrauwen fronsen en zeggen: wat zegt de geest nu? Maar toch is het correct. Op het ogenblik hebben we veel incarnaties op deze aarde, vooral in de beschaafde gebieden, waar we u dus moeten onder rekenen, waar de mens alle mogelijke verzorging en rechten naar zich toetrekt. Vanaf u incarneert tot u terug overgaat, dat de maatschappij er voor gaat zorgen dat alles voor u zo vlotjes en zo gesmeerd mogelijk verloopt. Nu kan ik u toch wel zeggen dat met de nieuwe tendensen die zich ontwikkelen, dit steeds minder waar zal zijn. Want een leven dat vlotjes verloopt, waar alles u zomaar in de schoot geworpen wordt, is in wezen voor uw geest een zinloze ervaring.

We zien dan ook dikwijls dat in de westerse maatschappij incarnaties eigenlijk hun doel al voorbij hebben geschoten in de eerste levensjaren van het kind. Doordat het kind niet meer leert te vechten voor zijn bestaan, dat eigenlijk de geest zich afzondert, inkapselt, en gewoon afwacht tot het voorbij is. Want wat de huidige beschaafde, ontwikkelde, wetenschappelijke mens wel eens vergeet, is dat u geboren wordt en dat u hier op aarde rondloopt om ervaringen op te doen. En ervaringen kunt u enkel maar op doen door zaken te doorleven. Door tegenstellingen mee te maken.

Om misschien een oud voorbeeld te gebruiken: wanneer in de Middeleeuwen met een zwaard gevochten werd, dan was dat een ervaring. Wanneer iemand gedood werd, of doodde, dan was dat een zeer sterke ervaring. In uw moderne maatschappij, met de huidige wapens iemand doden brengt geen enkele ervaring teweeg. Integendeel. Alles gebeurt van op afstand, het is geprogrammeerd. Dit is een oud voorbeeld, maar het is nog steeds gangbaar. Hetzelfde geldt voor alles.

Er is niemand die zegt dat een stofmens in zijn leven geen geluk mag hebben. Hij mag zeer veel geluk kennen, zeer veel geluk meemaken. Maar wanneer het enkel geluk is dat hij kan meemaken, dan ontbreken er veel leringen en leerscholen. Daarom is het ook noodzakelijk dat er sommige zaken misschien eens tegengaan, dat er moet gevochten worden voor iets te hebben, voor iets te leren. Dat er een inspanning moet gebeuren. U weet zo goed als ik dat een mens die een inspanning moet doen om iets te bereiken, wanneer hij het uiteindelijk bereikt, zich veel beter gaat voelen dan degene die geen enkele inspanning moet doen en die het zo bereikt. Degene die het zo bereikt, zonder enige inspanning, heeft geestelijk gezien daarin geen enkele meerwaarde. Degene die heeft moeten vechten om hetzelfde te bereiken, zal geestelijk gezien een ervaringswereld hebben die veel groter is, veel intenser, dan de anderen.

Maar ook als we zien, in deze tijd, hoe de mensen niet meer ziek mogen zijn, dan zien we hoe de natuur zelf er tegenaan gaat. Omdat de aarde het niet meer accepteert. Een mens die een ziekte kan doormaken, zal dikwijls na de ziekte er veel rijker uit voortkomen. Hij zal ervaringen gehad hebben die hem bewuster maken. Er zullen misschien scherpe kantjes afgerond zijn, er zullen misschien ideeën in het ziektepatroon zijn opgekomen die anders nooit bij deze mens naar voor zouden zijn gekomen.

Maar door het feit dat de mensheid op het ogenblik toch in deze geciviliseerde wereld dat allemaal niet meer hoeft door te maken, ziet u dat uw wereld van moment tot moment onverdraagzamer wordt. Van moment tot moment eigenlijk minder leefbaar. En men vergeet, men praat het ook liefst wetenschappelijk weg, dat een stoffelijk voertuig eigenlijk maar een gegeven is dat voor de geest tijdelijk bruikbaar is om zijn bewustzijn te verruimen. En dat uiteindelijk het de geest moet kunnen zijn die beslist van wat er gebeurt. Spijtig genoeg zien we aan onze zijde dat dit wel gebeurt in landen waar veel leed is, waar armoede is, waar in uw ogen ook achterstand is op wetenschappelijk gebied, waar de mensen nog primitief zijn of van voor uw tijd, maar daar zien we wel dat daar, wat geestelijke zaken aangaat, enorme ervaringen kunnen opgedaan worden. We zien ook dat in deze voor u eigenlijk niet-aanvaardbare gebieden juist de nieuwe filosofieën, zoals de Nieuwe Leer die de komende duizenden jaren de aarde zal besturen, of de basisfilosofie gaat zijn van de mensheid, dat deze juist in deze gebieden wordt gebracht en tot ontplooiing kan komen. Dat juist in deze gebieden men er oog en oor voor heeft. En we zien ook dat degene die deze filosofieën gebracht hebben zich niet aan het leven hebben vastgeklampt. Maar dat wanneer hun taak afgerond was, zij het lichaam achter zich hebben gelaten.

En wanneer u even de geschiedenis wilt nagaan, dan gaat u deze zelfde fenomenen ook zien bij alle hoogingewijden. Het meest gekende verhaal van u zal wel Jezus zijn, een figuur die optrad, zijn leer aan de mensheid heeft gegeven, en eens het gegeven was, heeft hij zijn lichaam ook losgelaten. U kunt wel zeggen: maar dat was met geweld en hij is gefolterd en gedood. Het maakt niet uit hoe u uit een voertuig stapt. Het is belangrijk dat u uitstapt, en dat u uw weg kunt verder gaan. En u kan dit verder bekijken naar al degenen die filosofieën hebben gebracht voor de mensheid, die een meerwaarde betekenen. Zij hebben allen, vroeg of laat het lichaam gewoon vaarwel gezegd. En meestal niet op een manier die door u westerlingen aanvaardbaar is.

Nochtans is het voor de geest van belang dat wanneer hij zijn taak heeft volbracht, wanneer hij de reden waarom hij gekozen heeft voor een incarnatie, voor een leven hier op aarde, heeft afgerond, dat hij het lichaam kan verlaten. Gezien dat ook in de geest er verschillende gedachten daarrond zijn, zal het voor iedere entiteit niet dezelfde manier zijn van werken. De ene zal proberen via een accident van het lichaam vanaf te geraken, de andere misschien via een ziekte. Maar wat zien we? Dat in deze maatschappij het recht op bestaan van de geest niet aanvaard wordt. Wanneer de geest wilt vertrekken, het lichaam wil achterlaten, dan gaat deze maatschappij proberen van dit tegen te houden, zo lang mogelijk. En dit kan in veel gevallen wel tot ernstige frustraties leiden. Niet bij degenen die reeds een serieuze weg in bewustzijn hebben gegaan, want die zorgen er wel voor dat het niet lukt. Maar voor degenen die in een beginstadium zitten, kan het soms wel moeilijk zijn. En kan het ook frustrerend zijn.

Daarom is het toch belangrijk dat in een groep zoals deze het besef moet aanwezig zijn, dat de geest de vrijheid moet hebben om zijn eigen keuzes te maken en vanuit die vrijheid te handelen. Ik begrijp wel dat dit soms voor sommigen zwaar valt. U bent nu eenmaal in de stof en een stoffelijk lichaam heeft de neiging van zich steeds te blijven handhaven. Het wil blijven bestaan. Dat zien we in de ganse natuur. Maar met dat verschil, dat in gans de natuur noch dier, noch plant, zich tegen verandering verzet, maar dit aanvaardt als een gewone noodzaak, een gewoon gebeuren. Een antilope op de savanne die gepakt wordt door een roofdier verzet zich niet, aanvaardt het. En gaat gewoon verder. En zo is het met vele zaken. Het groen dat groeit, dat geconsumeerd wordt door de grazers, heeft daar geen probleem mee, verzet zich niet. En denk niet dat een grasspriet niet graag groeit. Niet graag leeft. Of een mooie bloem niet graag geniet van de zonnewarmte. Dat zij dit aangenaam vinden vermalen te worden tussen de tanden van een planteneter. Nee. Maar zij beseffen en zij aanvaarden de cyclussen die er zijn.

Dat is de mens van het Vissentijdperk, zeker in de laatste eeuwen van dat tijdperk, maar al te graag vergeten. En zeker wanneer dat u ziet welke gedachtegangen er ontstaan zijn door de industriële revolutie, zien we dat nu de mens gekomen is op een punt dat hij heel ver afgeweken is van de doelstelling waarom een menselijk lichaam op deze planeet is ontwikkeld.  Maar dat tijdperk is afgesloten, het is voorbij. En langzaam maar zeker moeten we terug naar de essentie van een menselijk voertuig, van een menselijk bestaan. Moeten we kunnen aanvaarden dat we hier maar als doorgang aanwezig zijn, dat we hier de nodige lering opdoen, de nodige ervaring, die gebonden is, effectief, aan een stoffelijk zijn en die voor de entiteit of de geest soms moeilijk is, maar juist door zich te binden aan dit dierlijk voertuig hij wel deze ervaringen op zijn conto kan schrijven. En dan komt gewoon het moment dat de lering die hij zocht is afgerond. Dat hij alles heeft  ervaren wat hij zocht, wat hij kon ervaren. En sta mij toe daar aan toe te voegen dat dit bij een minderheid van in het Westen aanwezige mensen mogelijk is. Ik durf toch zeggen dat tot 80% van de westerlingen een leven eigenlijk overgedaan mag worden in een volgende incarnatie, omdat de geest er niet is in geslaagd de ervaringen op te doen die hij zocht, die hij dacht te kunnen ervaren. Maar die door het lichaam en door de entourage dat het lichaam heeft, eigenlijk geprogrammeerd, heeft geblokkeerd. Met alle gevolgen van dien. Dit klinkt misschien cru, maar dit is zeker voor wat de westerse mens aangaat een waarheid.

Nu zijn er voor de meesten nog mogelijkheden, dankzij de wijzigingen die in de kosmos optreden, ook als gevolg hebbende dat de denkpatronen wijzigen, om op het laatste moment toch nog bepaalde ervaringen mee te kunnen nemen, alvorens men in zijn bestaan verder gaat. Daarom is het belangrijk dat u met de kennis die u hebt u zoveel mogelijk te distantiëren van de huidige mentaliteit. En wanneer u kan, wanneer iemand u hulp vraagt in een moeilijke toestand, wanneer een leven ten einde loopt, dat u niet meewerkt aan de huidige mentaliteit van: we zullen alles proberen om dit zolang mogelijk aan te houden. Dit klinkt misschien hard, maar toch is dit, volgens ons althans in de geest, naar onze broeders toe die terug willen komen, de meest juiste houding.

Langzaam maar zeker zal bij de mens wel het besef groeien dat de geest ook recht op bestaan heeft. En dat het niet enkel het dierlijke lichaam is dat recht op leven heeft.

Daarom was het toch van belang dat we even dit onderwerp naar voor schoven. Dit doortrekken over het ganse leven: een mens, een geest, heeft recht op zijn ervaringswereld. En misschien zal ik het met een ander woord zeggen dat in deze maatschappij niet graag gehoord wordt: het is de plicht van de mens, van de geest, van tijdens zijn leven zoveel mogelijk ervaring op te doen, om, wanneer hij terug naar onze zijde komt, rijker in bewustzijn zijn weg verder te zetten.

U vindt het allemaal normaal wanneer een kind naar de school gaat, dat het zijn best doet. Dat het kind leert. Of dat het kind dat graag doet of niet, maakt niet uit, het kind moet leren. U vindt het erg wanneer een kind het niet doet en een jaar moet overdoen. Dat vindt u niet gepast, u zult het kind daarop wijzen, eventueel zult u het zelfs nog straffen. Dat vindt u heel correct, en heel normaal. Maar wanneer het gaat om de echte lering, om hetgeen wat voor u echt van belang is, dan, ineens is het in de meeste hun ogen niet van toepassing. Ziet u met welke twee maten en gewichten u uw eigen leven benadert en bekijkt?

In een tijd als deze, waarvan u weet dat oorzaak en gevolg snel op elkaar volgen, is het toch voor ieder van u van belang dit goed te laten doordringen. U te distantiëren van alles wat uw eigen geest eigenlijk tegenwerkt. U werkt allemaal zo graag met krachten, met energieën, met het Licht, met de kracht van de Vader. Maar hebt u er ooit bij stilgestaan dat wanneer u met het Licht werkt, met de kracht van de Vader, dat u dan in vele gevallen juist het tegenovergestelde doet van wat u denkt te doen. Hebt u er al bij stil gestaan hoe dikwijls een mens bidt: ach, God, help toch deze of gene, dan zeg ik het nog zo, want velen bidden God: help mij, doe dit voor mij. Hebt u er ooit bij stil gestaan of nagedacht dat als God werkelijk zou ingrijpen zoals u het verlangde, wat er de gevolgen van zouden zijn? Wees blij dat in vele gevallen God niet thuis geeft. Want er zouden heel veel mensen, die zulke gebeden in de kosmos gooien, zeggen dat God de duivel was wanneer hun gebed verhoord werd. En dat kan toch ook de bedoeling niet zijn.

We leven nu eenmaal in veranderlijke tijden. Maar in deze tijd heeft ieder de mogelijkheid van te gaan naar de essentie van zijn of haar leven en dit waar te maken. Alleen is het nodig van een klein beetje de moed te hebben van u buiten de huidige maatschappij te plaatsen. Niet dat u een revolutionair moet worden, maar gewoon dat u de weg volgt die uw innerlijk, uw aanvoelen, u weergeeft. En dat u zich niet laat leiden door de maatschappij die voor alles wel een regeltje vindt of een voorschriftje. Want hoe meer dat u daarin meegaat, hoe verder u afdrijft van de doelstelling van uw incarnatie.

Alles wat hier naar voor is gebracht kunt u terugvinden in de Nieuwe Leer. Zelfs vindt u deze basis terug in de oude filosofieën. Of dat u nu de leer van Christus bekijkt, of de leer van de Boeddha, of nog verder teruggaat, de leer van Osiris, hetgeen wat ik hier gezegd heb is niet nieuw!

Alleen voor deze periode, deze overgangsperiode, is het nodig dat het regelmatig terug eens opgerakeld wordt. Omdat door de wisseling van tijdperk en het einde van een tijdperk, bij velen de waarde en de basis van het leven is verloren gegaan in alle menselijke voorschriftjes die uw maatschappij, voor een klein deel daarvan, heel aangenaam zouden moeten maken.

Maar hebt u ook al opgemerkt dat degenen die in deze huidige maatschappij het zo gezegd gemaakt hebben, het zo gezegd heel aangenaam kunnen hebben, dat deze mensen meestal zeer ongelukkig zijn. Hebt u al opgemerkt hoe degenen, de machtigen der aarde, eigenlijk heel arme wezens zijn? En hoe dikwijls juist degene die moet vechten voor zijn bestaan, in vele gevallen kan genieten van zijn of haar leven. Kan genieten van de kleine dingen der natuur.

Want weet u, wanneer u God zoekt, dan gaat u God niet vinden in de tempels, in de kathedralen, in de paleizen van de kerkprinsen. Daar is God allang gedood. Maar God gaat u wel kunnen vinden in de mooie bloem die je toevallig langs de weg ziet staan. God gaat u kunnen vinden in een vriendelijk woord dat door een medemens gezegd wordt. God gaat u kunnen vinden in zaken waar je het niet verwacht. In de mens die daar oog voor heeft, deze maakt van zijn leven een weg in bewustwording. En zal wanneer hij het bestaan verder zet in de sferen, de meerwaarde van die bloem, van dat mooie woord kunnen valideren. Terwijl de anderen, die de idee hadden dat zij de macht over de volkeren hadden, dat zij continenten konden besturen, dat zij hun wil konden opleggen, eens zij ook terug zijn van waar zij vertrokken zijn, tot hun verrassing moeten vaststellen dat zij waarschijnlijk terug moeten gaan om opnieuw te proberen de juiste weg te vinden die hen kan verder helpen. Want anders blijven zij gewoon in het duister of het nevele en hebben zij geen mogelijkheid om in het Licht verder te evolueren.

En ik weet dat voor de meesten van u op het ogenblik er zware tijden aanwezig zijn of voor de deur staan. En gezien de algemene evolutie die bezig is, en de veranderingen die op aarde gaande zijn, kan ik niet tegen u zeggen: mensen, het is voorbij. Integendeel. Je staat aan het begin. Maar, wanneer u de zaken kunt aanvaarden zoals ze zijn, wanneer u ze de waarde kunt geven die ze werkelijk bezitten, en wanneer u vanuit hetgeen wat u aanvoelt als juist kunt handelen, dan zal al wat er gebeurt voor u de mogelijkheid inhouden om daar een meerwaarde in te bereiken. Zodat wanneer u uiteindelijk ook eens aan het einde van uw leerjaar komt, voor de één al wat sneller dan de andere, maakt toch niet uit, voor iedereen komt er toch op een bepaald moment een einde aan een leerjaar, dat u dan met een werkelijke kennis en ervaringswereld aan onze zijde kunt komen. Waardoor u niet alleen voor uzelf in uw bestaansweg verder kunt, maar dat u ook voor uw medebroeders een meerwaarde kunt zijn. Een uitdrukking kunt zijn van hetgeen wat mogelijk is wat je kunt leren, wat u kunt opnemen in een leven in de stof. En zo bent u niet alleen tijdens uw stoffelijk leven een bron, een waardevolle bron voor uw medemens, wanneer u tracht gewoon er voor uw medemens te zijn, maar bent u ook een meerwaarde voor uw broeders in de geest. Niet alleen zolang u in de stof leeft, maar ook wanneer u de stof achter u laat en met de opgedane kennis en ervaring aan onze zijde uw weg verder gaat.

U zou kunnen zeggen, het is een dubbele validering. Niet enkel in de stof, maar ook in de geest. En neem van mij aan, als geest kan ik u zeggen dat het aangenaam is terug in de sferen te komen met een meerwaarde. Wanneer u kan zeggen van: kijk, dat heb ik daar nu toch kunnen realiseren, dat deel van hetgeen wat ik wou bereiken, heb ik uiteindelijk toch kunnen bereiken. Dan voelt u zich dankbaar dat dit mogelijk is geweest en dan kunt u op dat ogenblik ook weer ietsje meer van het Licht aanvaarden, zodat u weer enkele stappen verder kunt op de bewustzijnsweg van uw bestaan.

Deel 2.

In het tweede gedeelte gaan we van start met de vragen die eventueel gerezen zijn en die je nog wilt stellen; dus mag ik vragen dat de eerste vraag naar voor wordt gebracht?

  • Broeder, vorige les (18-01-2008) is er gesproken over overgang en over het loslaten. Heeft de geest het moeilijker om over te gaan bij iemand die karakterieel, van nature uit, enorm vasthoudend is?

Kijk, kort gezegd: hoe bewuster de geest is, hoe gemakkelijker hij het lichaam zal loslaten. Hoe minder bewust de geest is, hoe moeilijker hij het lichaam zal loslaten, omdat de onzekerheid kan primeren van wat er gaat komen. Dat is eigenlijk het ganse geheel.

Wat het stoffelijk lichaam aangaat, heeft daar eigenlijk weinig mee te zien. Het stoffelijk lichaam zal van nature uit steeds verzet plegen tegen de dood omdat dit voor het lichaam geen aanvaardbare keuze is. Daardoor krijg je ook dat in vele gevallen, bij een langzame overgang, men soms waarneemt dat het lichaam angstverschijnselen en zo verder naar voor schuift. Dit moet je echter bekijken als zijnde een dierlijke, instinctieve reactie van het lichaam. Het is, als het ware, geprogrammeerd in de cellen. Dit heeft echter niets te maken met de geest die verder gaat.

  • Ik hoor wel eens mensen zeggen: “Die of die is al jaren overgegaan en in geval van nood staat die mij bij.” Moet ik dat zien als zijnde een gids of is het een illusie?

Er zijn zeer veel mogelijkheden. Het is altijd mogelijk dat bepaalde geesten een zeer sterke harmonie hebben die over de grenzen van de stof heen gaan. Het kan best zijn dat een bepaalde entiteit, over de grens van leven en dood heen, contact houdt met een mens, de entiteit die die mens bevoertuigt, en dit kan dan voor die stofmens omgezet worden in beeldvorming van een gekende. Anderzijds kan het ook zijn dat er bepaalde oude bindingen bestaan, die ook over deze grenzen heen, gewoon verder gezet worden. Er zijn zeer vele mogelijkheden.

Echter, het merendeel van de contacten zal gewoon zijn wanneer de mens een bepaald idee uitstuurt of een bepaalde gedachte projecteert, het moet niet bewust zijn, naar de geest van dit of dat, maar gewoon een gedachte, want een gedachte is in wezen een trilling en gaat veel verder dan alleen maar de hersenen. Dan kan het best zijn dat een of andere entiteit, die op dat moment daarmee bezig is, de harmonie aanvoelt en daarop reageert en dus helpt of bepaalde ideeën geeft en zo verder.

Je mag niet vergeten dat tussen de kosmos en de stof de mogelijkheden eigenlijk oneindig zijn. Een ander aspect, en dat wil ik er tot slot nog bijvoegen, en dat zullen de meeste onder u wel al eens gelezen of gehoord hebben: er zijn redelijk wat entiteiten aan onze kant, zeker diegenen die behoren tot de afhalers, of die zich daar toch een tijd mee bezig houden, die enorm handig zijn om zich anders voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn.

Voor de ouderen onder u is er het voorbeeld van onze vriend Henri, die regelmatig zijn vleugeltjes aantrekt en zijn engelenkleed om een of andere goedgelovige christene over te halen die anders niet wilt meegaan. Maar dat is het gekende voorbeeld. Maar in wezen is het ook dikwijls zo dat anderen zich ook kunnen manifesteren als een andere persoon of een idee van: het is tante die of het is nonkel zus, en zo het gemakkelijker maakt om, bij wijze van spreken, een overgang te realiseren of ook het gemakkelijk maakt voor diegenen die nog in de stof zijn een boodschap door te geven die aanvaardbaar is. Het is heel eigenaardig maar voor de mens, wanneer hij of zij de idee heeft dat de heilige maagd hem verschijnt en een boodschap geeft, dan zal die boodschap veel gemakkelijker aangenomen worden dan wanneer er een verschijning is van een oude buurman, die ze ooit gekend hebben en het leven nogal luchtig oppakte. Dan zou men zeggen: “Ga weg, demon!”

  • Broeder, hoe kan men het juiste moment van overgang vaststellen?

Kijk hier, een mens in de stof heeft het heel moeilijk om vast te stellen wanneer de geest het lichaam definitief heeft verlaten. Maar, en hier moet je weer opletten, voor een geest bestaat tijd noch ruimte.

Het lichaam kan nog een teken van leven geven in zogezegd comateuze toestand. Dat zijn de fysieke verschijnselen van het lichaam, maar het is voor de stofmens heel moeilijk om dit juist te plaatsen.

Kijk, het is al meer gebeurd dat we in groepen op aarde hulp gaven bij overgang voor mensen die in wezen al begraven waren. Dan kun je zeggen: “Ja maar, wat wil dat nu zeggen?”

’t Is heel simpel. Omdat in de sferen tijd niet bestaat, kun je dit doen en kan je door zoiets uit te voeren, het moment van overgang voor diegene die overgaat, veel lichter, veel gemakkelijker maken. Je mag niet vergeten dat voor de geest de entiteit, die het lichaam verlaat, eens dat het lichaam verlaten is, er geen ruimte meer is. En daardoor krijg je de mogelijkheid dat zo’n hulp heel intensief kan overkomen. Voor de stofmens is dat natuurlijk moeilijk te vatten, want die denkt: “ach, die persoon is al 14 dagen begraven of verast,” noem maar op …

Anderzijds heb je soms ook, dat gebeurt ook wel, dat mensen reeds lange tijd zijn overgegaan, in menselijke tijd laat ons zeggen: tientallen jaren, en dat deze nog steeds vast geankerd zijn aan de plaats van overgang. Als het lichaam begraven is, blijven ze meestal bij de restanten; is het lichaam verast, dan zullen ze meestal in de omgevingsbeelden blijven, die zij zich herinneren van hun leven. Ook hier kan dan, vanuit een groep als deze bijvoorbeeld een soort reddingsessie gebeuren waardoor de entiteit duidelijk wordt gemaakt dat zij eigenlijk niet meer in de stof aanwezig is, zelfs geen ankerpunt meer heeft in de stof. Dit zijn zaken die je misschien in de toekomst nog wel zult kunnen toepassen met jullie groep.

Je mag niet vergeten dat er een groot verschil is tussen wat een bewustzijn, dat gestuurd wordt door de cellen van uw hersenen of wat de geest naar voor brengt. Het kan best zijn dat iemand reeds aan onze zijde is en dat deze toch, bij wijze van spreken, nog praat met diegenen die aan het ziekbed zijn, eventueel zelfs sterke angstscènes voor de dood heeft en zo voort. Maar daar is al een volledige splitsing tussen de entiteit en het stoflichaam. Maar het stoflichaam, zolang de gouden koord niet definitief is onderbroken, zal proberen alles te doen om te leven, om te blijven existeren. En daar hoort bij dat er kan gesproken worden, dat er kan geroepen worden, dat er pijn kan gevoeld worden en zo verder. Echter, en dit is toch ook voor u belangrijk te weten: de pijn die dat lichaam voelt, behoort tot de stof, niet meer tot de entiteit. De entiteit, die al aan onze zijde is, om het zo te zeggen, in onze sferen, heeft met deze zenuwreacties of deze pijnen niets meer van doen.

En het hangt gewoon af van de kracht van de geest, het bewustzijn van de geest, voor het breken van de gouden koord. Velen houden de gouden koord nog als een laatste ultiem uitwijkmiddel in stand wanneer ze de idee hebben: “we redden het niet aan de andere kant.’ En dan krijg je soms de vervelende fenomenen dat mensen begraven worden en dat de geest, bij wijze van spreken, die niet ver genoeg staat om het ganse plaatje te kunnen vatten, in een ontzettende paniek slaat. Met als gevolg dat je dan dikwijls een inkapseling hebt en dat de overgang zeer moeilijk wordt.

Je kunt niet, en het is nodig dat je dat goed beseft, een scenario schrijven dat voor ieder mens gelijk is bij overgang. Ieder mens gaat op zijn eigenste wijze over. En bij de ene verloopt dat heel soepel, zonder enige weerstand, bij de ander zit daar wel wat meer weerstand in. En het is niet, en dat is toch belangrijk, het is niet omdat het lichaam niet meer levensvatbaar is, dat de overgang reeds voltooid is.

Ik kan bijvoorbeeld zeggen, dit klinkt misschien heel onwaarschijnlijk in jullie oren, dat op het ogenblik in de sferen er nog steeds soldaten van ’1914-’1918 rondlopen, die uit de loopgraven zijn geklommen en die naar de vijand toe marcheren en die nog steeds in de mist ronddwalen en niet bereid zijn van enige hulp te aanvaarden, op deze huidige moment. En dan spreken we toch bijna een eeuw na het gebeuren. Zij zijn nog altijd overtuigd dat zij aan het vechten zijn. Zij vechten continu en blijven vechten. Er zijn zo nog voorbeelden gekend, hoor. Maar ik wil gewoon dit maar aanhalen, omdat dit voor deze streken misschien toch een gekend gegeven is. Er gebeuren van die zaken; het is allemaal niet zo simpel.

Wanneer de geest ver genoeg is en de geest wil aanvaarden, dan gaat het redelijk vlot. Maar in sommige gevallen, dikwijls door haat of andere zaken, wenst men het helemaal niet te aanvaarden.

U mag niet vergeten dat, wanneer je een primitieve incarnatie hebt, dat wil zeggen: incarnaties die de eerste, tweede, tiende incarnatie zijn, waar dat de binding naar het dierlijke nog sterk in de geest aanwezig is, deze aanvaarden dikwijls het gebeuren niet, met alle gevolgen van dien. Men probeert dat steeds weer op te vangen en te begeleiden, maar wanneer een entiteit zich in zichzelf keert en weigert te erkennen wie hijzelf is, kan er niemand bij. Je bent niet verplicht om het Licht te aanvaarden. En voor sommigen duurt dat wel eeuwen eer ze beseffen dat ze daaruit kunnen, spijtig genoeg. Maar gelukkig is dat niet de meerderheid.

  • Broeder, het lijkt er op alsof het dierlijke zijn, het lichamelijke zijn, als het ware een persoonlijkheid van zichzelf heeft.

Klopt, klopt. Kijk, een menselijk lichaam bestaat uit cellen. Die cellen zijn eigenlijk allemaal kleine wezentjes die samenwerken en één geheel vormen. En dat geheel is dat menselijke voertuig. En wanneer die cellen goed samenwerken, is er iets aan te vangen met dat voertuig. Op het ogenblik dat er twist ontstaat tussen de cellen, dan weet u dat er ziekte ontstaat. De geest gebruikt dat voertuig. Maar dat voertuig kan, dankzij zijn structuur zelfstandig denken, kan zelfstandig beslissingen nemen, kan zelfs zo ver gaan dat het weigert de invloed van de geest te aanvaarden. Dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel zegt de geest: “ja jongen, dan ga je zelf maar verder en ik laat het voor wat het is”. En dan zie je dat een mens plots in mekaar stuikt: hartinfarct, herseninfarct, noem maar op, het is gedaan. Ik zeg niet dat dit bij elk hartinfarct de oorzaak is, maar het kan. Ofwel heb je een geest die dit niet aankan, die ook een vorm van angst heeft om dat lichaam toch maar los te laten, omdat dat op dat moment zijn zekerheid is en dan zie je dat er van alles kan gebeuren, dat voor de geest eigenlijk niet aanvaardbaar is. Maar toch durft de geest het niet loslaten.

Ik zou het zo kunnen zeggen: u hebt een wagen, u stapt in die wagen en onder normale condities gaat u als chauffeur bepalen wat mogelijk is. Maar ik heb me laten wijsmaken dat tegenwoordig jullie technologie al zo ver gevorderd is dat wagens al computergestuurd kunnen rijden, dat er van alle mogelijke computergegevens inzitten. Stel nu dat u in uw wagen stapt en dat de computer van die wagen zegt: “nu ga ik met u rijden en ik rij waar ik wil”. En u wilt bijvoorbeeld naar Rotterdam rijden en de wagen zegt: “neen, ik rij naar Kopenhagen.” Dus, de wagen vertrekt met u erin. U hebt dan misschien de mogelijkheid om te zeggen: “ik duw op de rem, ik trek de handrem aan, ik stap uit en jij blijft staan waar je staat.” En je laat de wagen voor wat hij is, want hij wil toch niet beantwoorden aan wat jij wenst.

Dat is waar ik zeg dat de geest de mens loslaat. Maar het kan zijn dat je bang bent en dat je denkt: “Ja, ik zal hem maar laten rijden, want ja, als ik hier uitstap, waar sta ik? Ik sta misschien midden in de polder. Waar moet ik naartoe? … Dus je blijft in de wagen zitten en de wagen rijdt met u naar Kopenhagen, waar je helemaal niet moest zijn, want u had een afspraak in Rotterdam. Begrijp je? En gezien een menselijk lichaam verder staat in ontwikkeling dan uw moderne computer, gezien wel degelijk de cellen van uw lichaam kunnen bepalen waar zij naartoe willen, is het niet moeilijk te begrijpen dat er soms wel een beetje een conflict kan ontstaan tussen de entiteit, die het voertuig bevoertuigt en die het eigenlijk wilt sturen, en het voertuig zelf.

Als iedereen voldaan is, dan is het moment gekomen om de avond af te ronden. En ik zou graag deze avond met jullie afronden met het opwekken van een beetje kracht voor ieder van jullie. We leven nog in een winterse tijd, alhoewel als je buiten kijkt, zou je het nu niet direct zeggen, maar goed. Maar met een winterse tijd bedoel ik eigenlijk een tijd van duisternis, een tijd van kilte. Maar wees gerust, na elke duistere periode, na elke kille periode, komt er een periode van licht, een periode van warmte, een periode van zonneschijn. Maar ondertussen is het nodig dat we ons wapenen met enige vitamientjes om wat weerstand te hebben tegen al die winterse kwaaltjes.

Meditatie: Krachtsopbouw.

En daarom zou ik graag hebben dat u nu heel rustig u ontspant en dat u vooral even al uw dagelijkse beslommeringen en problemen loslaat en zeker de problemen van anderen. Daar kunt u toch niets aan doen. Dat is toch maar een illusie dat hij de problemen van anderen zal kunnen oplossen. Laat dit even allemaal los, ontspan jullie even en dan gaan we samen de kracht opbouwen, die we dan rustig kunnen gebruiken in de komende tijd.

Vader, in Uw naam zijn wij hier samen. Vader, Gij hebt ons de mogelijkheid gegeven om hier samen een eenheid te vormen, om hier samen één te worden met het Licht, dat Gij aan ons schenkt. Dit Licht, dat symbool staat voor de vernieuwing, voor de vooruitgang, voor de evolutie, dit Licht dat ons bewustzijn mogelijk maakt. Laat dit Licht ons doorspoelen, als het ware. Laat dit Licht één worden met ons. Laat deze ruimte schitteren in de glorie van dit Licht, zodat alles in ons bestaan door dit Licht omkleed wordt, waardoor we een betere kijk, een helderder beeld krijgen op wat zich afspeelt rondom ons. Dat we inzicht krijgen waarom wij meemaken wat we meemaken. Dat we doorzicht krijgen in de gebeurtenissen waarbij we betrokken zijn.

Dat dit Licht de harmonie tussen ons versterkt, opdat we beter zien en schouwen hoe wij één zijn met elkaar. Dat het Licht ons duidelijk maakt dat wij allen behoren tot dezelfde Bron, tot hetzelfde Lichaam, tot dezelfde Vader. Dat deze Vader de goedheid heeft gehad ieder zijn eigenheid te geven, maar toch de mogelijkheid om samen één krachtig geheel te zijn. Deze verwantschap, deze eenheid, de kracht van de harmonie, dit leggen we vast in onze ziel, de kern van ons wezen.

En laat ons beseffen dat, wanneer er één van ons ziek is, wij allen ziek zijn. Maar laat ons ook beseffen dat wanneer één van ons gelukkig is, wij allen gelukkig zijn. Laat ons beseffen dat wanneer één van ons in harmonie is, wij allen in harmonie zijn, wanneer één van ons in het Licht is, wij allen in het Licht zijn. Want wij zijn één, één in de Kracht van de Vader, de Vader Die ons dit alles gegeven en geschonken heeft.

En dan kunnen we zeggen dat deze kleine lichtparel in de kosmos zich verbindt, één is met alle anderen, die ook één zijn in dit Licht. En dan is misschien dit kleine lichtje, dat hier in deze oneindigheid flikkert, het deel, het onontbeerlijke deel, het onafscheidelijk deel van het kosmische Licht, het Licht dat Aquarius is, het Licht dat deze heerser in deze uithoek van de kosmos laat schijnen, omdat hier de nieuwe mogelijkheden, de nieuwe krachten kunnen ontwikkelen, zodat alle gelijkgestemden, broeders en zusters, die dit Licht kunnen aanschouwen, die dit Licht kunnen bezitten, de mogelijkheid hebben de leringen op te doen die nodig zijn om de weg verder te zetten door de tijd, door de eeuwen heen, door de kosmos heen.

De weg van het Licht, die uiteindelijk zal uitmonden in de Bron van Licht; de Bron van Licht die het alchemistische goud vertegenwoordigt; de Bron van Licht die het levenselixir afgeeft; de Bron van Licht, die ons allen opneemt om ons zo te brengen bij onze ware ‘Ik’, ons ware Bron, een Bron, een Licht, een Kracht, een Werkelijkheid, die mens noch geest in deze sfeer kan vatten. Maar die wel door mens en geest in deze sfeer kan aangevoeld worden. En juist dit voelen is de kracht van de werkelijkheid, is de sleutel voor de poort, die voor ons open kan gaan om het uiteindelijke resultaat van het bestaan te ervaren.

Deze Kracht zij bevestigd. Deze Kracht is nu in ons midden aanwezig en deze Kracht kan doorgegeven worden. Neem nu in uw gedachten iemand, iets, geest of mens, waar u deze Kracht wilt mee delen. Breng deze in gedachten en wees één in Kracht, wees één in Licht, wees één in Liefde, wees één in Harmonie. Stel er geen beelden bij, stel er geen vragen bij, handel gewoon. Laat deze Kracht gewoon zijn werk doen, laat dit Licht gewoon de taak volvoeren die door de Vader is voorzien. En dan zal je opmerken dat je beschikt over mogelijkheden die je nooit had kunnen dromen, dat je beschikt over krachten, die sterker zijn dan het leven zelf. Want je bent één met het Licht en je bent één met de Vader, je bent één met de Schepper. Je bent één.

En vanuit die eenheid kun je geven, geven, geven.

En wanneer nu deze Kracht is uitgevloeid, wanneer ieder zijn deel heeft gekregen, dan zeggen wij: dank, dank aan de Vader, Die dit mogelijk maakte, dank aan het Licht, dank aan de Harmonie, dank aan de Bron, dank aan de Kosmos, die met ons is en die ons steeds begeleidt.

Deze woorden zijn bevestigd in naam van de Vader, Die mij daartoe gemachtigd heeft.

En laat ons nu rustig terug tot onszelf komen, beseffende dat we er voor elkaar zijn, beseffende dat we een eenheid kunnen vormen, die krachtiger is dan enig welke stoffelijke energiebron. En wanneer je dit beseft, dan heb je de mogelijkheid, wanneer het in de toekomst noodzakelijk is, met deze Kracht te werken, te helpen, bij te staan waar het u gevraagd wordt.

Daarom kan ik jullie als slot de raad geven: neem dagelijks de tijd, al is het maar 5 à 10 minuten, om even in een rustige meditatie te verzinken en u één te voelen met elkaar. En vanuit die Eenheid, vanuit die Kracht, vanuit dat Licht uw taak, die u aanvoelt te moeten volbrengen, te bevestigen. En zo zul je zien dat deze woelige tijd, deze tijd van verandering, deze tijd van vernieuwing voor ieder van u zeer veel ervaring, verrijking op geestelijk niveau inhoudt.

Het moment van afscheid nemen is gekomen. Sta mij toe jullie nog veel Licht en Kracht en Harmonie toe te wensen in al uw daden, in al uw handelingen, die je in de komende tijd zult stellen. En vergeet niet dat, wanneer u hulp wenst van onze zijde, dat slechts een kleine gedachte nodig is om deze bijstand, om deze hulp te verkrijgen.

Ik wens jullie nog heel veel inzicht, heel veel juist aanvoelen in de komende tijd.

image_pdf