Oude en nieuwe waarheden

image_pdf

uit de cursus ‘Wereldontwikkeling‘ (hoofdstuk 7) – april 1983

Oude en nieuwe waarheden.

In het verre verleden was de mens natuurlijk, zoals dat heet, bijgelovig. Hij zag in alles leven. Hij zag in alles ook invloed en ontwikkeling. Dat is later door heel veel mensen ontkend. Tegenwoordig zegt men heel vaak: nou ja, het komt er eigenlijk niet zo op aan. Aan de andere kant reageert de hele wereld als een organisme. Dat klinkt misschien een beetje vreemd en het lijkt wreed dat de zwaksten van de kudde door de leeuwen worden opgevreten en de leeuwen verhongeren omdat er geen zwakken in de kudde zijn. Maar ook dit gebeuren is in feite een voortdurend handhaven van een proces, daarmee ook het in stand houden van een bepaalde vibratie van het leven, de uitstraling van het totale leven op aarde.

In de oudheid heeft men daar later goden bij gehaald. U weet hoe dat gaat, het ene pantheon na het ander. Men heeft verder geprobeerd regels uit te denken. Er zijn vele oude bewegingen geweest die, wat geheimen betreft, tamelijk ver zijn doorgedrongen. Het merendeel van hun geheimen, dat moet ik erbij zeggen, werd alleen maar uitgebeeld en daardoor vaak misverstaan. Wij weten bijvoorbeeld dat de zogenaamde ‘Orde van Isis’ een aantal leringen bevat die stellen: ‘Alle leven spreekt tot mij en ik kan spreken tot alle leven, als ik in staat ben te luisteren’. Dat klinkt schijnbaar als een dwaasheid maar toch is het waar. Op het ogenblik namelijk dat ik mij kan inschakelen in de werkelijke cyclus van levensuitstraling, kan ik ook daarop reageren. Ik kan daarin als het ware een woordje meespreken. Maar dat meespreken gaat niet uit van hetgeen ik in mijzelf aan denkbeelden draag, maar het gaat uit, in de eerste plaats, van datgene wat ik in het totaal andere erken.

Een andere lering van de priesters van Amon zegt: ‘Alle kracht is één kracht. Maar wie kracht tegen kracht zet, maakt zich krachteloos.’ Dat klinkt ook onzinnig. Het zijn tegenstrijdigheden.   Als je kracht tegen kracht zet, hef je werkingen op, m.a.w. je schept een onevenwichtigheid. Hoe groter de onevenwichtigheden zijn die je schept, des te meer je wordt beheerst door de onevenwichtigheden die je hebt geschapen. Het klinkt gek als je dat zo zegt, maar het is waar.

Als u kijkt naar de natuur, dan kunt u zien wat er gebeurt. De mensen wilden graag erg veel hout hebben. Ze wilden enorme opbrengsten hebben van hun akkers en ze wilden er zo weinig mogelijk aan doen. Ze hebben diep geploegd om vooral meer uit de grond te halen en wat was het resultaat? Dustbowl, een soort woestijnvorming.

In andere gevallen weten wij dat de mensen hebben gemeend een heel landschap te moeten veranderen. Maar de verandering van die landschap­pen betekende vaak verandering van klimaat, verandering van samenhan­gen in de natuur. Er vielen bijvoorbeeld bepaalde jagers uit waardoor de prooidieren zich konden vermenigvuldigen totdat ze een overlast werden. Al die dingen zijn zuiver natuurlijk, maar je kunt ze niet helemaal uit het oog verliezen.

Nu was er ook een mystieke school in het huidige Iran een tijd ge­vestigd, die een soortgelijke lering bracht. Vergeet niet, de door mij gegeven citaten stammen van tenminste 1600 v. Chr.:  ‘Daar waar de ziel luistert naar de ziel der dingen, ontstaat het alomvattend weten. Daar waar de daad grijpt naar de beperking van het eigen ik, gaat het contact met het Al verloren en blijft verdwazing over’. Een zeer vrije vertaling van een wat langer stuk. Ook hier is het inte­ressant te zien wat men ermee bedoelt.

Je moet beseffen dat het je één weten met het Al, betekent dat je geen tegenstellingen ziet tussen het Al en jezelf. Dan is alle kracht van het Al voor jou de kracht waarmee je leeft en werkt, daardoor word je je bewust van alle dingen. De mensen zouden zeggen: je wordt hel­derziend, helderhorend, je hebt profetische gaven, je wordt geïnspireerd enz. Vergeet echter één ding niet. Op het ogenblik dat je kracht tegen kracht zet, d.w.z. dat je de tegenstelling vanuit jezelf schept, activeert of erkent, ben je weer de peanuts, dan ben je besloten in je­zelf. Het bewustzijn, het kenvermogen berust toch voor een groot gedeelte op ons vermogen om een mate van eenheid te verkrijgen.

In de moderne tijd zijn er heel veel verschillende groepen die zich met die dingen bezighouden. Dat loopt van de n.v. Hum & Bug & co in kerkelijke zaken en geestelijke activiteiten tot werkelijke inwijdingsleer. In de huidige tijd proberen ze de mens bij te brengen hoe je meer jezelf moet worden. Je kunt jezelf niet worden als je niet meer één wordt met het Al. Ze proberen je duidelijk te maken hoe je vanuit jezelf allerlei krachten kunt activeren. Dat is ongetwijfeld waar maar dat kan alleen als je de beperkingen van je ego voor een groot gedeelte overwint.

Er zijn een aantal scholen die daarvoor inderdaad heel goede lerin­gen hebben. Als ik denk aan een van de meest bekende, die stelt: ‘De eenheid van alle dingen is een kosmisch evenwicht. Binnen dit evenwicht zijn wij beperkt in onze mogelijkheden. Maar door het besef van dit evenwicht, zullen alle besefte mogelijkheden kunnen worden verwerke­lijkt’. Dat klinkt al heel wat interessanter en ook heel wat moderner. Er zijn soms cynici bij. Een tegenwoordig nogal bekend geestelijke leraar zei ten aanzien van waarschijnlijk Darwin maar dat weet ik niet zeker: “Wat maakt het uit of de mens stamt van Adam of van de aap. Beiden zijn voorbij gegaan. Maar wij die zijn, moeten meer zijn dan mensen”. Daar hebben we een wijsheid die eigenlijk veel te weinig in praktijk wordt gebracht. Meer zijn dan een mens, kun je alleen indien je de begrenzin­gen van je ik‑bewustzijn voor een deel terzijde kunt stellen. Toch komen er steeds meer mensen die dat gaan doen.

Wij weten dat er overal mensen rondlopen heden ten dage die zich eigenlijk proberen los te verklaren van de maatschappij. De maatschappij is dan geneigd uit te roepen: foei, foei, foei, hoe moet dat gaan! Het antwoord is heel eenvoudig: De maatschappij is een kunstmatig ge­schapen aantal tegenstellingen. Let wel, kunstmatig. Deze worden even kunstmatig in stand gehouden. Daarom is de instandhouding soms zo kost­baar. Als wij ons buiten dit aspect van de maatschappij plaatsen, dan staan we ineens veel dichter bij het mens‑zijn. Dat mens‑zijn heeft dan misschien zijn eigen manier om zich te uiten.

Ik kan mij voorstellen dat er mensen zijn die alleen nog maar de taal van Vivaldi of van Beethoven verstaan en dat er anderen zijn die de Stones of de nog modernere, tot ‘Doe maar’ toe, zien als het enige muzi­kale idioom waarin ze kunnen opgroeien. Maar ook die maken een tegen­stelling. Dacht u dat de moderne muziek er ooit zou zijn geweest als er geen componisten waren geweest als een Mozart, een Beethoven, zelfs een Wagner? Al deze aspecten van eens worden anders uitgedrukt, maar ze zijn nog steeds tegenwoordig.

De klacht om het verlorene klinkt door in alle muziek. De honger naar vrede klinkt ook in alle muziek door. Als je dat gaat begrijpen, dan zul je ook op een dergelijk gebied die tegenstelling opzij gaan zet­ten, als je niet meer gebonden bent aan vooroordelen.

Dit klinkt misschien heel gek, maar als Jezus in bepaalde landen had willen binnenkomen in deze tijd, dan zou hij geweigerd zijn, of hij had eerst zijn haar moeten laten knippen en zijn baard moeten laten wegscheren want hij was teveel een hippie. Dat is denkbaar. Maar gaat het eigen­lijk niet om de kern van het wezen? Die kern kun je niet losmaken van de totaliteit.

Ik heb muziek als voorbeeld genomen maar dat betekent dat alle uitdrukking, vanaf het tromgeroffel uit de oertijd tot de meest moderne elektronische muziek toe, ergens een geheel moet zijn. Het moet een taal zijn. Dan behoef je het niet eens te zijn met wat die taal je zegt, maar je moet haar leren verstaan.

In de mens zijn echter nog veel meer dingen dan alleen dat gevoel voor muziek, voor lijn, voor schoonheid of voor wat anders. Er zijn be­paalde manieren van denken. Er zijn emoties waarmee een mens te maken heeft. En al die dingen moet je dan toch weer op een lijn brengen.

Er zijn uitspraken geweest in het verleden die altijd verkeerd ver­staan of begrepen zijn. Neem nu bijvoorbeeld die bekende, het is de daemon in mij die spreekt. Dan zeggen de mensen: Daemon is demon. Neen, daemon is licht. Het is het licht in mij dat spreekt. Maar als het licht in mij kan spreken, dan betekent het dat ik mij van dat licht bewust moet zijn. Dat licht kan nooit beperkt zijn tot mijn eigen wezen, mijn persoonlijkheid alleen, het is een samensmelting. Als je op die manier het geheel be­gint te ervaren, dan wordt je leven en ook je beleven anders.

In de wereld van vandaag zien wij inderdaad dat hele groepen losra­ken. De oorzaken? Je kunt er eigenlijk zo weinig over zeggen. Misschien is het nu het werkloosheidsprobleem waardoor een groot aantal mensen zich eigenlijk buiten de maatschappij stellen terwijl ze er toch van afhankelijk blijven. Er is een tijd geweest dat het een zaak was van de Viet­nam‑oorlog of de atoomenergie of de verstoringen van het ecologisch evenwicht. Allemaal verschillende termen.

Er komen steeds meer mensen die zeggen: ik doe er niet meer aan mee. Ik laat mij niet meeslepen in een ordening die op tegenstellingen is gebaseerd. Ik wil zoeken naar een ordening waarin juist overeenstem­ming een rol speelt. Dat betekent dat ze eigenlijk steeds verder weg­drijven van de beginselen van een maatschappij die toch steeds meer en meer materialistisch is geworden en die, ofschoon ze het niet durft toegeven, in feite nog steeds op een scherpe indeling in rangen en stan­den is gebaseerd. Het zijn deze mensen die voor de keuze staan.

In de ontwikkeling van de wereld zijn dat altijd belangrijke ogenblik­ken als een groot aantal jongeren voor de keuze staat. U vergeet het mis­schien een beetje maar de jongeren van vandaag zijn voor het jaar 2000 waarschijnlijk de meest bepalende invloeden en krachten. Dat kunt u niet over het hoofd zien. Als deze tegenstellingen zoeken, zal vernietiging onvermijdelijk worden. Want door de bevordering van dit gevoel van tegen­stelling zal er steeds meer eigenbelang een rol spelen en steeds minder inzicht zijn in totale ontwikkeling en totaal belang.

Maar draai nu de zaak eens om. Er is een groot aantal jongeren dat op het ogenblik zegt: ik zoek het toch eigenlijk niet meer in al die tegenstellingen. Laten ze, wat mij betreft, op het dak gaan zitten. Wat kunnen we samen doen? Hoe kunnen we samen een beetje gezelliger, een beetje beter leven? Dan zie ik daar een begin in van nieuwe ont­wikkelingen. En in de wereld zijn die ontwikke­lingen enorm belangrijk wanneer de mensheid toch al in een keuzemoment verkeert. Ik zal proberen u uiteen te zetten wat dat ongeveer kan be­tekenen.

Men zal gaan kiezen voor een steeds grotere vrijheid. Een vrijheid waarin je je gebondenheden zelf bepaalt. Dat is vergelijkbaar met het afschaffen van een hele hoop dwangverschijnselen en belasting van je denken, van je gedrag, van je geweten. Er ontstaat een grotere inner­lijk vrijheid. Als ik iemand uit de laatste tijd mag citeren: ‘Daar waar de innerlijke vrijheid is gevonden, is de innerlijke waarheid bereikbaar. Het is het vrij worden waardoor je verder komt.’

Deze jonge mensen zullen daardoor weer gevoelig worden voor alle zaken die zijn geschapen door kunstmatige tegenstellingen tussen natuur, werking van de natuur, natuurlijke evenwichten, uitstraling en de mens met zijn eigenbelang. Ze zullen weer gaan functioneren met het geheel en dan zal dat geheel in hen gaan spreken. In het begin zal dat inspiratief lijken of misschien wel een soort mode zijn die op onverklaarbare wijze overal opduikt, maar het zal zich steeds verder gaan verspreiden. Als we kijken naar paranormale begaafdheid en geestelijke ontwikke­lingen, dan zijn die verschijnselen niet zo opvallend. Je kunt van men­sen, die misschien niet in staat zijn hun eigen gevoelens uit te druk­ken, niet verwachten dat ze ineens een gevoel van kosmische waarde we­ten te verwoorden en uit te beelden, maar het is er wel.

Die gevoeligheid zal steeds kristalliseren in kleine flitsen van besef, in plotselinge ingevingen die juist blijken te zijn, in bijna on­bewust formuleren op een kosmisch juiste wijze. Je kunt dan niet zeggen: die mensen zijn opeens helderziend geworden. Trouwens dat zou een hele troep worden. Als de hele wereld vol liep met helderzienden, dan zou er geen mens meer zijn die gewoon kon kijken. Zij hebben een gevoeligheid die inherent is aan de mens.

Als ik mag teruggrijpen naar de paradijslegende, die eigenlijk uit al­lerlei oude en wijze overleveringen is gekristalliseerd, eerst door de familie van Abraham en later door de Levieten neergeschreven. Daar staat een eigenaardig stuk in. Adam was in het paradijs. Hij was daar in rust en vrede. En wat deed hij? Hij benoemde de dingen. Om dat goed te begrijpen moet u weten dat in de oudheid het ding en de naam een en hetzelfde waren. Door iets te benoemen doorgrondt men dus het wezen ervan. De tijd dat de mensen dat hebben gekund, is lang voorbij. Maar steeds meer is er in deze dagen behoefte om iets te doorgronden. En dan niet alleen het dwaze gedrag van de mensen, maar ook de hele sfeer van leven, van alles wat er om je heen is, de verbindingen die je maakt tussen jou en het andere, de reden waarom muziek, beat, kunst of iets an­ders je beroert. Dat is het begin van een terugkeer naar het paradijs.

De mens is blijven steken bij het benoemen van de dingen. Hij denkt tegenwoordig: als je een naam hebt gevonden voor iets, dan beheers je het wezen ervan. Dat dat niet het geval is, zie je elke keer weer. Denk maar aan de bekende gifschandalen van de laatste tijd. Als je die dingen een naam geeft, heb je ze nog niet in je macht, maar als je be­grijpt, dan ga je ook benoemen, maar op een andere manier.

Een mens die benoemt zoals Adam eens heeft gedaan, benoemt vanuit een aanvoelen, vanuit een waarnemen en vanuit een bepaalde manier van beseffen. Hij drukt in het benoemen zijn eenheid uit met hetgeen hij benoemt. Dit is niet van mij. Het is een moderne wijsheid die al meer is verkondigd. Dientengevolge kan worden gesteld: De mens, die zich op deze wijze weet los te maken van de kunstmatige tegenstellingen en eindelijk eens terugkeert tot die oude situatie waar­door hij alles eerst voor zich moet erkennen en benoemen voordat het eni­ge betekenis voor hem kan hebben, groeit in een wereld waarin alle krach­ten (dus ook de uitstraling, de geestelijke krachten) de wisselwerking van alle energieën die er maar in de wereld bestaan, samenvloeien tot een taal die hij verstaat. Wie de taal van de wereld verstaat, verstaat iets van de taal van de kosmos.

Zeker, dan zullen die dingen zich gaan openbaren. Er worden allerlei verschijnselen gezien. De een ziet, de ander hoort, de derde wordt geïnspireerd tot dit of dat en de vierde doet misschien een klein wonder. Hij geneest medemensen of hij stuurt op afstand boze dromen naar mensen die dachten dat ze helemaal goed waren. En om weer een moderne wijsheid te citeren: ‘De ellende van deze wereld is dat zij die het kwaad doen, menen dat zij goed zijn omdat zij het ten goede van anderen menen te doen ofschoon ze het kwaad dat zij voortbrengen, wel degelijk erkennen’. Ik denk dat je daarvan wel zult loskomen.

Ik wil u geen wereld voorspiegelen waarin iedereen plotseling pa­ranormaal begaafd is. Ik wil u ook niet toeroepen: u allemaal, of u nu jong bent of oud, u zult uw super‑ego ontdekken en u zult daarmee spre­ken! Het is heel gemakkelijk om het te vertellen, het is gemakkelijk om een suggestie te scheppen in die richting, maar het is ontzettend moei­lijk om het zover te brengen dat de mens ook maar iets van zijn werkelijk ik‑zijn en iets van de werkelijke wereld waarin hij leeft, aanvoelt. Dat kun je niet doen met vreemde woorden, met allerlei termen, dat is gewoon een beleven dat in de mens moet ontstaan.

Ik ben zo vrij te veronderstellen dat juist de spanningen, de pro­blemen, de pressies, de toenemende tegenstellingen in deze wereld, steeds meer mensen ertoe zullen brengen een stapje opzij te doen. Te zeggen: ik wil er geen deel van zijn, tenzij ik dit uit mijzelf en op grond van mijn werkelijk besef van wat voor mij aanvaardbaar is, persoonlijk heb gekozen.

Ik heb heel wat van dergelijke verschijnselen gezien de laatste tijd. Op het ogenblik is dat heel erg te zien in Argentinië. Er is iets van te zien in Polen, maar ook in Letland, Litouwen, Estland waar zich ook een soortgelijke ontwikkeling aan het afspelen is. Zelfs in Nederland zijn er heel wat jongelui die zeggen: wat moeten wij met die hele rotzooi aan? Daar bedoelen ze dan heel oneerbiedig mee: het Binnenhof en alles wat er­ aan kleeft. Het gaat er niet om dat ze verwerpen, want dan schep je maar tegenstellingen. Maar als je je niet meer laat binden in een vaste ver­houding, in een vaste circulatie, in een vast gedragspatroon maar uit­gaat van jezelf, dan komen die kosmische waarden vanzelf eerder op de voorgrond.

Als er iets is waaraan de wereld in deze fase van ontwikkeling be­hoefte heeft, dan is het wel aan mensen die deze innerlijke waarde, deze innerlijk kracht kennen. Je kunt natuurlijk alles op zijn eigen manier bekijken. Alles heeft een eigen beeld, alles projecteert een beeld. Het hemd van X is beter want het scheurt niet. Het wasmiddel van Y wast nog veel witter dan welk wasmiddel dan ook, maar als je die blauwe zak erin doet, wordt het stralend wit. Dat zijn allemaal mooie woorden, het zijn leuzen, maar gelijk­tijdig ook illusies. Door de illusies van de reclame kijk je misschien heen. Maar wie van u kijkt door die leuzen heen die zo lang verkondigd zijn als het ware geloof, de uitverkiezing, het noodlot, de politieke noodzaak, de politie­ke haalbaarheid, de problematiek niet te vergeten. Dat zijn allemaal leu­zen. Het zijn dingen die thuishoren ergens in de reclame, maar zeker niet in de werkelijkheid.

De enigen die in deze tijd misschien dingen kunnen zeggen die de moeite waard zijn en die het minst worden gehoord, zijn de dichters. De dichter die voor een ogenblik loskomt van zijn bewuste zelf en pro­beert iets van de kosmos, hoe dan ook, aan te voelen en te formuleren, grijpt net een tikje over dat beperkte en benepen mens‑zijn van deze da­gen heen. Maar niet iedereen kan het uitdrukken in woorden. Je kunt het soms uitdrukken in een daad tegenover een medemens, in een levenshou­ding.

Daar komt dan die geestelijke ontwikkeling naar voren. Niet in de kerken, niet in die geheimscholen, al zeg ik niet dat deze op zichzelf nutteloos zijn. Ze komt naar buiten omdat in een tuin, waar alles zorg­vuldig wordt onderhouden, vele gewassen zich eenvoudig niet kunnen ont­wikkelen. Dat wil zeggen dat de natuurlijke weerstand, de natuurlijke schoonheid eigenlijk teniet gaat, juist omdat men het te mooi, te netjes wil maken. Als je bijvoorbeeld een berm onaangetast laat, wat vind je daar niet een rijkdom aan planten en bloemen maar ook: wat een rijkdom aan nieuwe schakeringen en aan nieuwe evenwichten ontstaat daar. Het is alsof zo­iets helemaal herboren wordt. Dat bedoel ik nu met de mens die iets meer kan worden dan een mens.

In elke mens bestaan paranormale kwaliteiten. Heus, er zit hier niemand die op zijn tijd niet een goed medium zou kunnen zijn, niemand die op zijn tijd niet helderziend zou kunnen waarnemen of zou kunnen horen. Er zit hier niemand die op zijn tijd niet een ander zou kunnen genezen met geeste­lijk kracht en nog andere dingen. Maar u bent eenvoudig nog niet in staat om de zin ervan te begrijpen. U doet of het een wel en het ander niet, of u beroemt zich op het een en verwerpt daardoor eigenlijk de grondwaarde alweer die u heeft ontvangen om het andere een beetje op de voorgrond te brengen. Het heeft allemaal weinig zin. Waar het om gaat, is dat u niet behoeft te begrijpen, u moet zijn.

De grootste wijsheid van deze dagen zou moeten zijn: ik kan de wereld niet veranderen. Ik kan één zijn met alles zonder de tegenstellingen een hoofdrol te laten spelen. Ik kan een plaats vinden voor mijzelf waar ik met een minimum al gelukkig kan zijn maar waar ik alles kan beleven en aanvaarden wat er in de hele wereld bestaat. Dan zult u ontdekken dat al die gaven die u rudimentair heeft, weer ontwaken.

Het is niet zo wonderbaarlijk dat Adam wandelt met God, dat Eva flirt met de slang. Het klinkt krankzinnig als we zeggen: wij wandelen met goden en we onderhandelen, als het ware, met demonen. Is dat wel zo gek? Is God niet de Alkracht die we voortdurend ontmoeten als we ons maar bewust zijn van ons wezen en onze eenheid met het Al. Is de demon niet de neiging, die we allemaal toch hebben, om ons een klein beetje af te zetten tegen dat Al, om tegenover dat andere iets meer te worden dan de rest. Ik geloof dat dat probleem in deze dagen precies hetzelfde is.

Wij kunnen terug naar het paradijs. Niet in de zin van een heerlijk leven met niets doen, beestjes strelen en vruchten eten. Maar wel in de zin van een weer wandelen met God, als u het zo wilt noemen. De eenheid weer beseffen van het Al en uit onszelf de krachten voortbrengen die dan waarmaken wat ook in het bijbelverhaal staat.

De mens behoeft niet te sterven. Sterven is heus niet alleen je li­chaam verliezen. Sterven is een proces waardoor het leven wordt onderbro­ken en moet worden veranderd. Zonder verandering jezelf blijven, dat is mo­gelijk. Ik voorzie dat in de komende tijd, juist door de vele jongeren die zich op de een of andere manier hebben losgemaakt van alles, de jongeren eindelijk gaan inzien dat het verkondigen van en het werken met tegenstellingen weinig zin heeft. Dat zij in de komende tijd de ware geest van ‘Aquarius’ zullen brengen maar ook de werkelijke begaafdheid die er bij hoort. De begaafdheid in paranormale zin. De begaafdheid om de techniek te aanvaarden en te beheersen zonder ooit haar slaaf te zijn.

De wereld van vandaag ondergaat grote veranderingen. U zult, na dit te hebben vastgesteld, dat in de komende tijd nog verscheidene malen kun­nen vaststellen. Aan die verandering kunt u alleen deelnemen als u zich losmaakt in het leven van het denken in tegenstellingen, hoe moeilijk het u ook lijkt in het begin.

Het gaat er niet om hoe iets heet in de wereld want die namen zijn 9 van de 10 keer bedrog. Het gaat erom hoe iets leeft in uzelf, wat de naam is die u ervoor vindt, het wezen der dingen zoals het in u bestaat. Dan kunt u daar een eenheid mee vinden en vanuit die eenheid kunt u komen tot de volledige ontwikkeling die de nieuwe wijsheid brengt: de wijsheid ­van het een‑zijn met al en gelijktijdig jezelf zijn in al zonder tegenstellingen te scheppen.

Vragen.

  • Het losmaken van die tegenstellingen in de wereld, gaat dat ook voor het losmaken van het materiële leven?

Tot op zekere hoogte wel. In deze wereld heb je, zoals dat heet, geld nodig om te kunnen leven. De vraag is nu of je steeds meer eisen gaat stellen in je leven, dus meer geld nodig hebt en dus meer onderworpen wordt aan die maatschappij en steeds meer betrokken wordt in haar tegenstellingen of dat je je beperkt tot een zeker minimum. Op het moment dat je dat doet, zul je zeker nog moeten werken. Je zult zeker nog moeten verdienen, dat gaat niet anders. Maar deze dingen beheersen je niet. Op een gegeven ogenblik ben je in staat te zeggen: ik werk 6 maanden en dan werk ik goed en hard. Ik zorg dat wat ik doe, daar ook werkelijk vorm aan geef, dat ik het afmaak. Dan heb ik genoeg om 6 maanden alleen te leven voor wat voor mij harmonie is. Die mogelijkheid moet er komen in de wereld, die komt nog wel. Ik wil dus niet zeggen dat je ineens alles overboord kunt gooien. Het wil ook niet zeggen dat je rustig verder kunt gaan als je gedaan hebt. Je moet gewoon kijken: wat is werkelijk noodzakelijk, wat vind ik werkelijk belangrijk. En dan het onbelangrijke voorlopig terzijde schuiven, ook al roept iedereen uit dat je nooit prettig en gezond kunt leven zonder die videorecorder waarop een aerobic‑cursus gratis wordt aange­boden.

  • Als je je losmaakt van die maatschappelijke verhoudingen en dan ontmoet je tegenstellingen bij anderen, kan dat niet op de een of andere manier naar jezelf wijzen?

Neen. Als je je losmaakt van de maatschappij en je ziet de rest van de maatschappij als tegenstelling, dan is hetgeen u zegt volkomen waar. Maar neem nu eens aan dat u zich niet bindt aan welke waardering of op­zet ook in die maatschappij, maar bereid bent een ander in zijn visie, binding, opvatting, rangbewustzijn als zodanig te erkennen zonder gelijk­tijdig de consequentie van gezag aanvaarding en verbondenheid te accepte­ren zoals die normaal bestaat. Dan zal men u waarschijnlijk een buitenbeentje achten of een tikje gek, maar dat lijkt mij in de moderne wereld, als je hoort wat ze daar nog verstandig achten, alleen maar een voordeel.
Je moet dus niet de tegenstelling zoeken maar je moet ze als het ware ontwijken. Je moet gewoon zeggen: de hele wereld mag denken zoals ze wil. Als Nijpels zich ziet als de oplosser van alle crises middels besparin­gen, dan mag hij dat doen. En als hij denkt dat hij daarin gelijk heeft, dan wil ik dat direct accepteren. Het betekent echter niet dat ik hem dan behoef te steunen of dat ik aan zijn stellingen enig gezag behoef toe te kennen. Maar kom ik met hem in contact, dan zal ik erkennen dat hij van­ uit zichzelf, dus volgens eigen overtuiging, juist reageert. Ik zal hem dus niet aanvallen in datgene wat hij gelooft en wat hij is. Ik zal alleen niet meewerken aan hetgeen hij tot stand probeert te brengen. Het is aardig als je Nijpels of een andere politicus erbij haalt, dan worden vele voorbeelden ineens duidelijker. Dat komt omdat u dergelijke personen inderdaad heeft gemaakt tot reclameleuzen. Niemand denkt aan Lubbers in zijn onderbroek maar altijd met een bezuinigingsplan. Zo gaat dat met al die belangrijke personen. U ziet niet de mens, u ziet de functie plus de reclameleuze die eraan verbonden is. Als u de mens zou zien, zou u misschien meer begrijpen van het plan. U zou de zinloosheid van de reclameleuze beter begrijpen. U zou daardoor meer bewust menselijk kunnen reageren zonder, op welke wijze dan ook, op tegen­stand te stuiten enerzijds of tot aanvaarding anderzijds. U zou zich ge­woon losmaken en uw eigen wegen gaan voor zover u dit mogelijk wordt gemaakt.

  • Kunt u ook een techniek geven om het losmaken te bevorderen?
  1. Besef dat je helemaal niet belangrijk of onvervangbaar bent, waar je ook bent en wat je ook bent.
  2. Realiseer je dat het enige goede dat je kunt doen, datgene is wat je vanuit jezelf tot stand brengt en waarvan je de resultaten bij anderen kunt controleren.
  3. Begrijp dat niemand is wat hij zegt maar alleen door wat hij doet, ook uzelf.
  4. Besef dat wat je werkelijk nodig hebt, veel minder is dan alle ballast die je om emotionele of andere redenen met je mee probeert te slepen. Je kunt met zeer weinig zeer gelukkig zijn. Je kunt met zeer veel zeer ongelukkig zijn, al is het alleen maar omdat het in stand­ houden ervan steeds moeilijker wordt.

Wat ik heb gezegd, heeft wel degelijk te maken met wereldontwikkeling. Het is een heel belangrijk beeld voor hetgeen er gaat komen en een verkla­ring voor hetgeen er bestaat. Daarom zou ik u willen vragen, kijk het nog eens na en denk er eens over na.

Paasei.

Een paasei is een illusie want het is het feest van het jonge le­ven. Maar hoe kun je uit een hard gekookt en geverfd ei nog jong leven verwachten? Misschien is het zoiets als wijzelf, wanneer we bezig zijn met ons leven en met onze persoonlijkheid.

Wij versieren de zaak tot en met. Het moet er mooi en glanzend uit­zien. Het moet een lust zijn voor ons moreel bewustzijn. En als we dan klaar zijn, dan zijn we van binnen zo hard gekookt van het doorzetten om die uiterlijkheid waar te maken, dat we juist daardoor het onmogelijk maken dat in en vanuit ons het werkelijke nieuwe leven of het nieuwe bewustzijn ontluikt. Daarom heb ik maar een raad voor u. Als u bezig bent met geeste­lijke waarden, probeer het niet zo mooi te maken. Probeer het niet te maken van chocola met een bonbonvulling en het ook niet te maken van een natuurlijk ei dat dan eerst gekookt moet worden. Laat gewoon de natuur de natuur.

Zie Pasen niet als een soort festiviteit met bepaalde symbolen maar eenvoudig als een opstanding en ontwaken van de natuur en van gaven in uzelf. Als u dat doet dan zult u ontdekken dat de hele cyclus van het leven samenvloeit. Dat is ook een ovaal, dus het doet aan een ei denken. In dat ovaal van leven heeft u het besef waardoor u geestelijk op een nieuwe wijze uw wereld en uzelf kunt gaan beleven.

Dat is dan een werkelijk Pasen. Maar als u een eihoofd heeft en u wilt het allemaal redelijk regelen en mooi versieren, dan kan er van alles gebeuren behalve dat ene, het innerlijk ontwaken waardoor de bewustwording mogelijk wordt.

Het was mij een waar genoegen. Ik vind het heus wel leuk om met u te babbelen al is het alleen maar omdat ik in u vaak dezelfde tekorten ont­dek die ik in mijzelf probeer te omschrijven ten aanzien van mijzelf. Dan begrijp ik door u, waar ik zelf nog faal. Als je weet waar je faalt, kun je misschien beginnen met te slagen. Datzelfde gun ik u ook. Dat u gaat begrijpen waar u zelf faalt ten aanzien van uw wereld, van uzelf en dat u zo de middelen vindt om werkelijk te slagen. Als het u niet lukt, nu ja, aan onze kant zullen wij daar verder over pra­ten.

image_pdf