Idealisten en bewapening

image_pdf

uit de cursus ‘De wereld in verandering’ (hoofdstuk 5) – februari 1986

Idealisten en bewapening.

U weet waarschijnlijk wat een ideaal is? Een ideaal is een vergissing waarbij degene die de vergissing maakt, aanneemt dat al kan hij zich daar niet aan houden, anderen dat onder dwang wel zullen doen.

Helaas is de wereld vergeven van idealisten. Iedereen heeft zijn lievelingsstelling (een sociologische, een economische, een religieuze) en gaat uit van het standpunt dat dat de enig juiste manier is om te leven. Mensen zijn echter niet geneigd om hun vergissing zeker op dat terrein te erkennen.

Als je kijkt naar de godsdiensten dan weet je hoe het is. De een maakt de ander uit voor ketter of voor heiden. Waarom? Dood­gewoon omdat ze niet toegeven dat hun eigen stellingen, waarin zij in­nerlijk werkelijk geloven, eigenlijk niets anders zijn dan stellingen. Zaken, die niet bewijsbaar zijn. Theorieën, waarop je een wijze van le­ven probeert te baseren zonder zelf in staat te zijn om dat volledig te doen.

Helaas zijn dergelijke idealisten heel vaak ook politici. Nu kent u waarschijnlijk ook de definitie van politicus? Dat is een eerlijk man die ervan overtuigd is dat hij het volk omwille van dit volk dient te bedriegen en dan vervolgens moeilijkheden veroorzaakt die hij dan later zelf probeert op te lossen.

Men heeft eens gezegd dat de priester die de ketters het sterkst vervolgt, degene is die zelf de grootste twijfels heeft aan de juistheid van hetgeen hij predikt. Ik ben bang dat dat in de politiek ook een grote rol speelt.

Over de bewapening hebben we al meer gesproken. Ik heb u wat achtergronden daarvan verteld onder meer over de economische functie van de wapenindustrie, namelijk een verbruik te scheppen waar geen consumptie tegenover staat.

Wapens zijn een machtsmiddel. Hoe meer wapens ik heb, des te machtiger ik ben. Maar hoe machtiger ik ben, des te groter mijn gelijk is. Een volkomen foute redenering natuurlijk, maar in de praktijk gaat dat wel op.

Als we kijken naar de wapenwedloop met atoombommen, raketten, ruimteplatformen tussen Rusland en de Ver. Staten of omgekeerd, dan vragen we ons af: Waarom doen ze eigenlijk zo gek? Maar voor deze mensen geldt doodgewoon: Als ik sterker ben dan jij, heb ik gelijk. Als ik gelijk heb, dan behoef ik niet aan mezelf te twijfelen. Als ik niet aan mijzelf behoef te twijfelen, dan kan ik doen wat ik wil. Zo simpel ligt dat.

Kijk je dan nog een beetje verder, dan ga je ontdekken dat juist dergelijke mensen heel erg bang zijn voor elke geestelijke beweging die op een andere manier een soort vrijheid probeert te brengen. Laat mij het zo zeggen: Als de Orde in plaats van een paar honderd een paar honderdduizend leden had, deze in geheel Europa en in Amerika vervolgd worden. Niet omdat ze predikt, maar doodgewoon omdat de mensen zelf gaan denken. Dat kun je toch niet hebben.

De Orde neemt stelling tegen wapens. Niet tegen wapens als een zwaard en een knots. Dat mag voor ons, want daarmee sta je zelf tegenover je vijand. Het is een man tot man kwestie geworden. En als je dat met alle geweld wilt, dan mag het. Wij hebben bezwaar tegen degenen die in veilige kelders op knoppen zitten te drukken, en daarmee 100.000 andere mensen doden die ze niet kennen, die ze nooit hebben gezien en waar ze eigenlijk nog niet eens belang bij hebben. Maar gelijktijdig heb je het denkbeeld van die geheime bunker met alle mooie knoppen en alle mooie noodvoorzieningen zodat computers kunnen doorwerken tot het laatste ogenblik. Een gevoel van continuïteit voor degenen die daar gebruik van maken.

Wilt u bovendien nog begrijpen wat het verschil is tussen politici en militairen, dan moet u zich realiseren dat we hier te maken hebben met twee subculturen. Het leger staat in zekere zin buiten de civiele maatschappij. Het heeft zijn eigen regels, zijn eigen denkbeelden, zijn eigen eergevoel zijn eigen verplichtingen, zijn eigen voorrechten. Die zijn gebaseerd op een bepaalde denkwijze die uit de aard der zaak elke vrijheid van beslissing bij anderen moet aanvechten. Want een leger heeft alleen zin, indien de samenwerking en discipline bijna absoluut zijn. Dat leger zal dus om zijn wil te kunnen opleggen, moeten beschikken over de middelen om de toch in aantal veel grotere civiele bevolking eventueel onder druk te kunnen zetten. Als zelfs dat niet lukt, dan gebeuren er de gekste dingen.

Kijkt u maar naar wat er in Argentinië is gebeurd of wat er op het ogenblik nog in andere staatjes gebeurt. De greep naar de macht impliceert het onderwerpen van de ander. Maar het onderwerpen van de ander wordt eerst zinrijk, als je daardoor een bevestiging krijgt van jezelf en daardoor geen twijfels meer behoeft te hebben ten aanzien van je eigen idealen, eigen levenshouding en eigen mogelijkheden.

U zult beseffen, dat wanneer Jan ruzie heeft met buurman Piet, en Jan besluit om een knuppel te kopen dat Piet erover nadenkt of er iets bestaat dat net iets beter is. Jan kan dan weer niet toelaten dat Piet onaantastbaar is geworden. Dus Piet haalt misschien een pistool en Jan haalt een machinepistool. Maar Piet haalt een geweer. De ander haalt een kanon. De tegenpartij zegt: Dan moet ik dynamiet in huis hebben en zo ga je door. Dat is in feite de achtergrond van de bewapening. Het is de grote onzekerheid.

In de wereld is overal waar een nieuwe staat verrijst bewapening erg belangrijk. U moet maar eens opletten. Als u te maken krijgt met een staatje dat pas zelfstandig is geworden, dan zit er al iemand na te denken over een leger en over bewapening. Dan zal men heel veel van het welzijn, de gezondheid, ja zelfs de levenskansen van een deel van de bevolking opofferen aan de aanschaf van de juiste wapens en de juiste symbolen van macht en grootheid. Want alleen zo kan men het minderwaardigheidsgevoel overwinnen. Men kijkt dus naar de Ver. Staten.

De Ver. Staten is toch voortgekomen uit een aantal mensen die zich vervolgd voelden. Van de Pelgrim Fathers af, die ook al wegtrokken omdat zij zich vervolgd voelden en geen vrijheid meenden te kunnen genieten tot al die anderen die weggevlucht zijn. De Polen die wegvluchten voor een terreur. De joden die wegvluchten omdat het leven niet meer was uit te houden in Rusland of in Duitsland. De Ieren die zijn weggevlucht voor de armoede, de uitbuiting. Al die volkeren zijn bij elkaar gekomen op een continent, waar men heeft moeten vechten voor zijn vrijheid. Maar dat gelijktijdig de oude cultuur van Europa, waarvan al die volkeren een overlevering hebben meegebracht voor een deel meende te ontberen, een minderwaardigheidscomplex. Dus moest men zijn eigen grootheid bewijzen. Men moest beter zijn dan anderen.

Texas was een tamelijk woest land in verhouding. Het is het ten dele nog, ofschoon er meer in cultuur is gebracht. Maar een Texaan moest toch iets hebben, dus had hij meer land dan een ander. Dat de helft daarvan vaak niet bruikbaar was, dat een groot gedeelte alleen voor zomer of voor winterbeweiding in aanmerking kwam, daar sprak hij niet over. Hij had een ranch zo groot als de hele staat of de hele stad. Daar had hij runderen. In het begin waren het vaak maar scharminkels. Die scharminkels moesten dan nog over grote afstanden worden gedreven om ze naar de slachthuizen in de steden te brengen, zelfs toen er al treinvervoer mogelijk was voor het vee. Daarmee kon men dan verklaren dat ze er nu wel een beetje magerder uitzagen. Dan moesten ze maar weer even vetweiden. Ons vee is het beste. Als je met een Texaan spreekt en je hebt het over leeghoofden, dan vergist hij zich onmiddellijk en zegt: Wij hebben de grootste.

Russen, precies hetzelfde. Wat is de Russische bevolking geweest? Het waren kooplieden, Mensjewiki, arbeiders die werden geregeerd door een bovenlaag die voor een groot gedeelte zelfs converseerde in het Frans, de hoftaal. Mensen die leefden op een manier die een gewoon burger zich niet kon voorstellen, die de macht hadden over leven en dood. De mensen die op hun land woonden, waren vaak horig. Ze mochten niet verhuizen als de landeigenaar dat niet goed vond. Die mensen worden dan betrokken in een wat moderne oorlog. Er ontstaat een revolutie.

Die revolutie is niet voldoende, want de poging van de wat hogere middenstand en enkelen van de adel om dan maar tot een soort democratie te komen, moest wel mislukken. Eenvoudige mensen hebben geen begrip voor mooie woorden. Ze hebben begrip voor daden. En dat is daar gebeurd.

Daarop hebben eigenlijk de Bolsjewiki gespeculeerd. Ze hebben de Mensjewiki in een hoek gedrongen. Ze hebben hen afgezet, hen zelfs vervolgd. Ze dachten dat ze nu met hun arbeiders konden beginnen een nieuwe staat op te richten, maar de Wit Russen bleven opereren.

Grote delen van Siberië, delen van Zuid-Rusland tot de Krim, delen van het Oeralbekken en het Donetsbekken dat erg belangrijk was, werden voortdurend door witte troepen belaagd. De Amerikanen stuurden wapens. Er was een Frans vrijwilligerslegioen dat tegen de communisten vocht. De Amerikanen hebben er hun troepen een tijd gehad. De Chinezen hebben er ook hun troepen gehad. Dat zijn de Russen niet vergeten. Iedereen in de wereld is tegen ons, maar wij hebben gelijk. Maar hoe kunnen wij dat gelijk bewijzen, als wij niet de beste productie krijgen, de beste dit, de beste dat.

Vijfjarenplannen, bureaucratische fantasieën vaak, zijn voortgekomen uit deze behoefte om meer en beter te hebben. Men lette op kwantiteit en niet op kwaliteit omdat de buitenwereld de kwaliteit toch niet proefde waardoor de kwantiteit overtroffen moest worden.

Zo ging het ook met wapens. Zo ging het met de opbouw van het leger. Het is toch wel opvallend, als wij de zaak reëel bekijken, dat de Russen niet in staat waren zelf de Duitsers tegen te houden en te verslaan. En dat ze een groot gedeelte van hun mogelijkheden te danken hebben gehad aan de Amerikanen, de short lease acties. Dat het bezette Leningrad over de bevroren meren bevoorraad kon worden was erg mooi. Maar realiseert u zich dat driekwart van de wagens die daar reden, producten van Ford waren, Amerikaanse wagens. Het is misschien moeilijk om te begrijpen, maar ook dat geeft een gevoel van minderwaardigheid.

Ook de agressie, die zeker in de tijd van Stalin maar ook daarna, heeft geheerst en die voor een groot gedeelte mede door het Rode Leger is bepaald, is te wijten aan dit gevoel van minderwaardigheid. Zij hebben ons bevochten en toen wij zelf gingen vechten hadden wij de middelen niet en moesten wij ons ten slotte verlaten op wat zij ons wilden geven. Dat kunnen wij niet aanvaarden, want zij denken anders dan wij.

Het is dan ook duidelijk dat de Russen naar successen streven. God en de benadering ervan is een beetje anders. President Reagan staat met tranen in zijn stem te spreken over een pas gebeurd ongeluk in de ruimte en over de noodzaak om verder te gaan met het project Spacewars.

De Russen praten daar niet over, maar ze zijn op het ogenblik wel bezig hun oorspronkelijk satellietlaboratorium te vergroten door daar een drietal andere dingen aan vast te koppelen om daarmee het begin te maken van een nucleus (kern) voor een werkelijk ruimtestation.

De wapenindustrie en ook deze enorme behoefte om elkaar de loef af te steken, komt voort uit gevoelens van minderwaardigheid. Als de Amerikanen zeggen: Wij zijn de besten, dan geloven zij het zelf niet helemaal. Het is nog steeds zo, dat als een Amerikaan doodgaat en zalig verklaard wordt, hij haar Parijs gaat en niet naar het paradijs.

Realiseer u dat de hele houding van de Ver. Staten ten aanzien van Engeland, van bepaalde Franse pretenties, van Duitsland en natuurlijk ook van kleine staten als Nederland, die eigenlijk niet meetellen in hun ogen, wordt bepaald door hun behoefte ook hierop hun stempel te drukken. Te bewijzen dat zij het zijn die de cultuur bezitten en beschermen. Te bewijzen dat zij de macht hebben, dat hun stellingen van regeren, van politiek, van reclame en wat u ook maar wilt noemen, de beste zijn.

De Russen doen hetzelfde in hun satellietstaten. Dan is het geen wonder dat de idealisten, want ze bedoelen het niet allemaal zo slecht, verstrikt raken in hun onvermogen om datgene waarin ze geloven daadwerkelijk waar te maken.

Als Reagan nog geen half jaar geleden over de Ver. Staten durft spreken als This land of oppertunities (hij heeft er overigens kritiek op gekregen), dan doet hij dat omdat hij zich inleeft in het denkbeeld bij ons is alles mogelijk. Dat moet hij wel. Want als je daarin niet gelooft, dan moet je de USA niet meer gaan zien als de staat die de wereld bepaalt en dus het aanzien van elke Amerikaan en van elke Amerikaanse staat, maar dan moet je het gewoon behandelen als een supermogendheid die ook grote sociale en economische moeilijkheden heeft.

Juist nu de economische moeilijkheden in de Ver. Staten groter worden, zien we dat het beroep op het nationalistische gevoel van de mensen ook steeds groter wordt. Realiseer u gewoon dat het hier gaat om mensen die leven met een droom die nooit waar kan worden. Een ideaal is een edele leugen waarmee de werkelijkheid wordt omkleed. Als de mensen dan een beetje realistisch zijn, dan gaat het nog wel. Maar als ze geheel opgaan in hun droom, in hun ideaal, dan worden ze levensgevaarlijk. Dan zijn ze fanatici die niet kijken naar de werkelijkheid, maar die alleen nog maar kijken naar hetgeen vanuit hun standpunt juist is, zoals bepaalde terroristen op het vasteland maar ook in bepaalde delen van India, Ierland. Mensen, die zo fanatiek overtuigd zijn dat hun stellingen, hun wijze van leven voor eenieder aanvaardbaar moet zijn, dat ze bereid zijn zichzelf en anderen daaraan op te offeren.

De hele bewapening en de bewapeningswedloop zijn eigenlijk gebaseerd op minderwaardigheidsgevoelens, wantrouwen, kortom, een poging om jezelf boven de ander te stellen.

Nu bevinden wij ons zo langzaam maar zeker in een periode waarin al die gevoelens niet meer aanvaardbaar zijn. Om een voorbeeld te geven Nationalisme in deze tijd, of je het nu opklopt of niet, kan niet meer zo volledig aanslaan als in het verleden. De tendens van de tijd is een andere geworden. We moeten doorgaan in de richting van broederschap. Maar hoe kun je broederschap krijgen, tenzij je Kain en Abel bedoelt, terwijl de een zegt: Ik heb de rechten en de ander zegt: Ik moet dit allemaal beredderen en jij niet.

Broederschap kan alleen daar ontstaan waar zelfs geen internationalisme meer heerst, maar gewoon een gezamenlijk mens zijn. En zo vreemd het ook moge klinken, de pragmatisten, de mensen die het gewoon op hun eigen manier doen, zitten veel beter in de lijn van het mogelijke dan alle idealisten en alle verstokte terugkeerders naar oude verhoudingen.

Wat was, kan niet meer terugkomen. Maar idealen kunnen nu worden waargemaakt, omdat mensen nu eenmaal niet aan hun ideaal beantwoorden, maar een mengsel zijn van hun fouten en deugden, van hun angsten en begeerten. Daardoor worden de idealisten in deze dagen steeds onzekerder. Die onzekerheid kunnen ze dan het best oplossen door macht op te bouwen. Hoe groter de macht wordt die ze kunnen hanteren, des te meer zij anderen kunnen dwingen met afpersingen, met wapengeweld, door omkoping om mee te lopen in hun straatje, om te zeggen, ten slotte heeft die gelijk. En hoe geruster zij zich voelen.

Dus de onzekerheid neemt toe. Maar als de onzekerheid niet meer gebaseerd is, of gebaseerd kan worden op een dreiging van buiten en een dreiging van binnen, wat zal er dan gebeuren? Zodra de dreiging in de staat in het systeem bestaat, krijgen we een vervolging die veel wreder is en een strijd die veel feller en fanatieker is dan je ooit met een oorlog naar buiten toe kunt bereiken. Dan krijg je golven zoals eens de beeldenstorm in Nederland om maar weer hier in dit land te blijven.

Een verdeeldheid onder de mensen. Dat lijkt dan heel erg. Juist als die mensen gaan ontdekken dat ze niet meer kunnen leven met hun idealen, zullen zij ofwel zichzelf vernietigen eventueel samen met anderen, dan wel – we hopen dat dat in de toekomst steeds meer zal toenemen,- pragmatischer gaan denken. Ze gaan zich afvragen: wat zijn de feitelijke toestanden waarmee we te maken hebben? Wat kunnen wij daar met anderen samen aan doen?

Wij rekenen erop dat wij na 3 jaar al een heel grote samenwerking zullen krijgen waarbij medemenselijkheid, broederschap, of hoe je het noemen wilt, een steeds grotere rol gaat spelen, niet alleen in kleine gemeenschappen maar in hele volkeren en eigenlijk internationaal.

Wanneer je dit bereikt, zal er iets anders nodig zijn om indruk te maken. Je kunt je eigen meerwaardigheid niet meer gaan bewijzen door weer zoveel raketten op te stellen. Trouwens, er zijn al zoveel raketten opgesteld dat het gewoon belachelijk is. Als ze allemaal afgaan, is er niets meer waarop je je dan nog kunt beroepen. Dat zal het laatste zijn dat de as doet verwaaien, terwijl de geest klagend uitroept; Ik heb het zo goed bedoeld

We krijgen dan eens verschuiving. Wij zien dat eigenlijk al bij de laatste 4 of 5 Olympische Spelen. Ze krijgen toenemend het karakter van de meerwaardigheid van een volk te demonstreren. Wij zien het met de strijd tussen de atleten. Deze strijd is in feite tussen denkwijzen, tussen systemen. Het zal mij ook helemaal niet verbazen als bij de volgende Olympische Spelen ineens uit Iran een grote vertegenwoordiging komt aanrukken. Ze hebben in het leger hier en daar oefeningen gehad in hardlopen, dus dat zal best lukken.

Wat kun je dan meer doen? Dat hebben de Russen al een tijdlang gedaan. Zij hebben hun beste kunstenaars uitgezonden. Het Bolsjoj-ballet bv. en andere grote balletten. Zij hebben hun beste musici uitgezonden in de wereld. Zij sturen hun Circus met werkelijk de beste nummers die op dat ogenblik in Rusland worden vertoond in een productie die veel plechtiger en beter is, gezien het reizend karakter althans, dan men normaal in een tentcircus in Rusland kan zien.

Wat doen de Chinezen? De Chinezen beginnen, zij het wat aarzelende delen van hun cultuur te exporteren. Zij zenden artiesten uit voor cabaretnummers, voor atletische of andere shows. Ze demonstreren delen van de opvattingen van opera in China die zich ongeveer verhoudt tot de opera die u hier kent als een karateoefening tot een liefdeslied. Ze proberen daarnaast ook weer datgene waarmee ze aanzien hebben gekregen in het verleden (de denkbeelden van Confucius, bepaalde Taoïstische zienswijzen, geneeswijzen die daarop zijn gebaseerd) in de wereld uit te stralen. De grootheid van een volk a.h.w. opnieuw bij anderen te bevestigen.

Nederland heeft het natuurlijk een beetje moeilijk wat dat betreft. Want ik geloof niet dat je in Rusland of in Amerika indruk kunt maken met de Staphorsterklompendansen of iets dergelijks. Maar ook Nederland exporteert zijn beste artiesten en probeert eigenlijk om hoe dan ook een beetje door te dringen in de besloten wereld van anderen. Een Nederlander wordt een bekend acteur in films in de Ver. Staten. Hij wordt in de wereld een beetje bekend. Dan zeggen ze niet: Dat is een goed acteur. Ze zeggen: Het is een Nederlander. Ofschoon ik moet toegeven dat, als ik soms bepaalde sprekers hoor die hun eigen partij en belangen verdedigen, ik het gevoel heb dat er in Nederland veel meer goede acteurs zijn. Het wordt dus een strijd die langzaam maar zeker cultureel wordt.

Economisch wordt het ook steeds moeilijker. Op het ogenblik is er weer een poging aan de gang van de Arabieren om hun tijdelijke oppermachten op bepaald terrein en daarmee grote economische invloed te handhaven. Als u het mij vraagt zullen ze daar voorlopig niet in slagen. Niet omdat men hun dat niet gunt, maar doodgewoon omdat ze teveel andere belangen schaden. De economische belangen van de hele wereld zijn steeds meer met elkaar verweven. Je kunt dus niet meer een deel van de economie aantasten elders, zonder je eigen economie overhoop te gooien. Daar beginnen zelfs de Japanners achter te komen en ook de Russen beginnen dat steeds beter te begrijpen.

Het houdt in dat je eigenlijk gaat naar een heel ander terrein van vechten. Zou het niet schitterend zijn als een oorlog zou worden uitgevochten door een aantal dichters die wederkerig hun werken voordragen, terwijl een deskundig gehoor door applaus tot uitdrukking brengt wie het nu het best doet. Zou het niet veel mooier zijn om een Amerikaanse, een Engels en een Russisch variéténummer naast elkaar te zetten en zeggen: Kijk die presenteren het best. Dan te zeggen: Dan gaan we raketten opstellen. Die kant gaat het uit.

Ik weet: het klinkt als een krankzinnige, optimistische droom in uw oren. U zit nog met herinneringen aan het verleden. U zit met de dreiging van het heden die u niet kunt overzien en waarvan de betekenis in vele gevallen duister blijft. U zit met het verval van de natuur en begrijpt niet dat zelfs een internationale bescherming van wat er nog van de natuur overblijft over een betrekkelijk kort aantal jaren zelfs een noodzaak is, wil men niet zichzelf en anderen te gronde richten. We gaan in de richting van een samenwerking.

Hoe meer je samenwerkt, hoe minder je de cultuuraspecten van een ander volk gaat waarderen. Hoe dichter je ook komt bij de mentaliteit het eigen wezen van de ander, hoe meer je gaat voelen ze zijn wel anders maar ze zijn niet minder. Ze zijn mensen zoals wij.

Er zullen altijd mensen blijven die hun eigen meerwaardigheid ten koste van alles willen blijven behouden. Er zullen altijd mensen zijn die hun onzekerheden verbergen achter een enorme zendingsdrang. Maar het gaat hier over een meerderheid. Hoe groter het aantal mensen dat niet meer kan worden geboeid door begrippen als het Vaderland, Onze heilige zending e.d. hoe minder de mensen die daarmee bezig zijn, de massa met redelijke middelen kunnen stuwen. De middelen mogen redelijk gestuwd worden, hoe meer men zal zoeken naar een methode om het te kunnen doen. En dat kan men alleen als men pragmatisch wordt, als men uitgaat van datgene wat er in de massa leeft. En dat men niet meer zegt: Wij vinden het economisch goed, gezien de te verwachten omstandigheden in het jaar 2000 om nu dat en dat te beslissen.

Je gaat je afvragen: Wat willen die mensen? En wat is er mogelijk van hetgeen ze willen? Laten wij hun zoveel mogelijk geven wat ze zelf willen en laten we hen dan ook eenvoudig maar laten werken met de omstandigheden die daaruit voortvloeien. Laten de mensen zelf maar eens gaan meewerken, mee beslissen. Dan worden die idealisten langzaamaan weer dichters en dromers die ze in wezen zijn en veel minder de gezondenen die de wereld wel even zullen beheersen en hun eigen al heilig systeem aan iedereen zullen opleggen, of het nu het geloof is in Jansen, in Petersen, ofwel de juistheid van een absoluut democratisch systeem. En dan zal ook de bewapening minder worden.

Deze idealisten, die alles doen om het volk goed te geven, besteden een veel te groot gedeelte van het inkomen van dat volk aan wapens en aan middelen om dat volk in feite te controleren en te dirigeren. Als er meer van het arbeidsvermogen kan worden gebruikt voor de welvaart van de gewone mensen, dan zullen we zien dat de levensstandaard niet veel stijgt, maar dat er wel grotere mogelijkheden voor iedereen ontstaan en dat eigen activiteit, eigen zoeken, eigen werken wordt beloond, maar dat men gelijktijdig geen rechten op de maatschappij kan laten gelden op grond van een kundigheid die men beheerst en niet gebruikt.

Idealisten zullen er altijd zijn. De bewapening zal gaan slinken. Dat kan niet anders. Want als de bewapening verder wordt opgevoerd, wordt ze een last die de economieën in de war brengt van alle landen die met de bewapening onbeperkt willen voortgaan.

Er gaan staten failliet. Ze kunnen eenvoudig hun buitenlandse verplichtingen niet meer nakomen. Dat dit gevaar groot is moge blijken uit de situatie zoals die op het ogenblik in Engeland is en die in vele van de staten van Amerika nu al bestaat. Datgene wat in vele staten van Duitsland zich afspeelt. De ontvolking van bepaalde Departementen van Frankrijk. U kunt de gegevens allemaal vinden als u ze zoekt. En dan is de conclusie duidelijk;

Dromers zullen er blijven, maar zij moeten het zijn die de beelden scheppen waar anderen over denken. Niet meer de profeten die de goddelijke boodschap aan het uitverkoren volk trachten op te leggen. Waar de wapens verdwijnen daar neemt de vrijheid toe. Waar de vrijheid toeneemt, groeit de eigen verantwoordelijkheid van eenieder. Waar deze toeneemt, moet de mens wel zelfstandiger gaan leven en denken en kan hij daardoor komen tot een betere en meer op eigen inborst en vrijwilligheid gebaseerde samenwerking met anderen.

Ik leg u dit ter overdenking voor. De gegevens door mij genoemd zijn voor zover mij dit enigszins mogelijk is na te gaan, ook als het de toekomst betreft, redelijk juist. Denk er eens over na. Dan zult u veel van wat op het ogenblik in de wereld onbegrijpelijk is begrijpen, inclusief bewapening, inclusief de wanhopige poging om terug te keren naar de vroegere toestanden in bepaalde landen, inclusief zelfs de enorme machtsdrang van groepen die zich in feite wat minderwaardig voelend proberen nu de macht te grijpen van degenen die zij altijd hebben gezien als hun heersers of werkgevers.

Als u de tijd waarin u leeft leert doorzien, dan kunt u zich voorbereiden op de toekomst, maar u kunt ook meewerken aan de goede afloop.

 Uitvinders.

Er zijn vele uitvinders op deze wereld en er zijn vooral veel concerns die uitvindingen hard nodig hebben. Als u weet hoeveel moeite er gaat in het uitvinden van een nieuwe schoonheidscrème, die ook niets doet maar anders ruikt en meer kost dan de gangbare, dan zult u het met mij eens zijn: het is inderdaad een wat wazige wereld.

Als je kijkt naar datgene wat er op de wereld allemaal wordt uitgevonden, dan sta je met bijna zwijgende stomme bewondering voor de laatste microchip, die iets groter is dan een luciferskopje en in staat is om ruim 2000 verschillende acties door te geven. Je vraagt je af waar het naar toe moet gaan.

Je vraagt je af waar de teflonpan vandaan komt. Die blijkt uit de ruimtevaart te stammen evenals de behoefte aan de microchip. Op deze wijze wordt de wereld langzaam maar zeker technisch veranderd. Het wordt een paradijsje waarin alle dingen mechanisch worden gedaan waarbij je je niet meer behoeft af te vragen wat 2 + 2 eigenlijk wel is. Want er is een staats-geredigeerde computer die onmiddellijk vertelt dat dat 3 is, inclusief een omzetbelasting.

Op deze manier is er een wereld waarin het oorspronkelijke denken langzaam maar zeker begint te verwazen. Je kunt de nuttigste uitvinding ter wereld doen, maar als er geen grote fabriek is die het voor je wil produceren, dan heb je maar weinig kans.

Je kunt misschien de grootste geneeskundige uitvinding doen van de hele wereld, maar als het toevallig in strijd is met de belangen van een aantal professoren, dan krijg je in de meeste staten geen voet aan de grond.

Het is een wat mistig wereldje het huidige wereldje van de wetenschap. Toch zijn er ontwikkelingen gaande die de mens naar een nieuw niveau moeten tillen. Ik zou er enkele van willen opsommen, ofschoon en laat mij het nadrukkelijk erbij vermelden het hier inderdaad gaat over een wat wazige wereld.

Men is tot de conclusie gekomen dat het merendeel van de kankers het gevolg is van zware psychische druk gedurende lange perioden. Men is tot de conclusie gekomen dat suikerziekte voornamelijk voortkomt uit een, zullen wij zeggen, emotionele belasting waaraan men zich niet kan ontworstelen. Men heeft ontdekt dat een behoorlijk deel van de reumatische aandoeningen in feite samenvallen met een zekere monomanie in het denken van de patiënt. Dat is dan medisch. Dat zou betekenen dat de medische wetenschap zich meer moet gaan bezighouden met de psyche en het fysiek eigenlijk moet beschouwen als tevens een aanduiding van een psychische toestand.

Ook in de techniek zien we iets dergelijks. Natuurlijk, het is begrijpelijk dat automatisering van processen voornamelijk het gevolg is van de te hoog wordende kosten van menselijke arbeid. Maar gelijktijdig scheppen deze machines een totaal nieuwe behoefte. Een mens, die niet meer in staat is om technisch mee te komen, die geen begrip heeft van samenhangen, heeft steeds minder plaats in de maatschappij. Degene, die het vroeger altijd nog kon brengen tot hoofdreferendaris, heeft met dezelfde begaafdheid en kennis op het ogenblik alleen nog kans bij de vuilverwerkende industrie.

Dat is ook weer een gevolg van onbegrip en dwaasheden die in de samenleving een grote rol hebben gespeeld. Maar er zijn uitvinders die daarvoor een antwoord hebben. Zij zeggen: Wij vinden dingen uit waardoor jullie geredeneer overbodig wordt. Op het ogenblik vrezen veel mensen een wereld die wordt geregeerd door gekoppelde computers die in zich het bestand hebben van een bepaald deel van de bevolking. Helemaal overdreven is dat niet. Want als u weleens wat betrokken heeft van een postorderbedrijf, dan staat uw naam niet alleen daar geregistreerd maar bij alle postorderbedrijven plus bij een groot gedeelte van de reclame verzendende bedrijven. Zelfs uw voorkeuren zijn er eventueel te vinden.

Het is een proces waardoor de mens langzamerhand moet afwijken van de norm en een grote zelfstandigheid moet ontwikkelen om zich te onttrekken aan deze dwang. Want nog steeds kan geen enkel apparaat een beeld maken dat zo bezield is als wat een beeldhouwer maakt. Een machine kan hout niet zodanig verwerken dat het vlammige ervan een bepaald artistiek aspect verkrijgt. De vorm kan berekend worden, maar er zijn details waarvoor de mens nodig is. Het zijn de details die erg belangrijk zijn geworden.

Zeker, er zijn die nu al muziek per computer maken. U mag het muziek noemen, voor mij is het wel niet om aan te horen, maar ongetwijfeld zit er een diepere mathematische betekenis in. Ik kan mij niet voorstellen dat een mens kan dansen op een samba die gecomponeerd is door een computer die daarbij is uitgegaan van zijn eigen mathematisch gelijk.

Er zijn zoveel uitvinders die kleine dingen uitvinden die zij ook zelf kunnen maken. Velen van hen zijn niet bereid de offers te brengen die erbij horen. Dat wil ik hier onmiddellijk bij aantekenen. In de wazige wereld van creatievelingen is er plaats voor mensen die gewoon met een kleinigheid uitkomen, die het zelf doen, die zelf de moeite nemen om dan de patentrechten etc. aan te vragen en te verkrijgen. Want het zijn de kleine ondernemers, de kleine vernieuwers die nu eigenlijk de onderlaag en gelijktijdig de stuwkracht vormen voor alle grote concerns met hun grote technische onderzoekcentra en wat dies meer zij. Alleen, een uitvinder is iemand die zich bezighoudt met een betere drukknoop en zich helemaal niet realiseert dat hij daarmee weleens een nieuwe vorm van klittenband kan uitvinden Maar het is denkbaar. En als hij het uitvindt, dan vraagt hij zich af wie het kan gebruiken. Hij vraagt zich niet af, of hij anderen daarmee een dienst bewijst.

Er is een enorme immoralisering van het uitvinderswezen aan de gang geweest sedert de grote industrieën hand over hand alle onderzoeklaboratoria in hun macht kregen. Dat is ook geen wonder. Men zoekt niet meer naar dat wat de mensen willen hebben. Men zoekt naar iets wat de mensen niet kunnen ontberen of wat men de mens kan opdringen. Men vraagt zich niet af of energie die uit wind wordt gewonnen, voordeliger is of misschien meer vriendelijk voor de natuur dan die van een atoomcentrale. Men vraagt zich af: Hoe kan ik een atoomcentrale zo bouwen dat ik met een minimum aan gevaar zo goedkoop mogelijk een hoeveelheid energie produceer. De vraag is niet meer: wat hebben de mensen nodig? De vraag is: wat is voor ons zakelijk aantrekkelijk en belangrijk?

Het is geloof ik deze hele situatie die de wereld van de uitvinder een beetje somber doet lijken. Het is alsof de kleintjes geen kans meer hebben. Maar het zijn wel de kleintjes die, ik noem nu maar iets, al in 1949 kwamen aandragen met de platte beeldbuis. Nu pas in de mode. Overigens, een deel van die patenten werd aangekocht door Philips en een deel ervan werd aangekocht door Toshiba. Die aankopen zijn geschied vóór 1953. U kunt nagaan wat de industrie doet voor de vooruitgang. Ze houdt ze namelijk tegen totdat ze zelf voldoende heeft verdiend aan producten die minderwaardig zijn ten aanzien van nieuwe.

Er zijn uitvindingen gedaan op medisch terrein die zijn opgekocht door Hoffmann La Roche en die niet in productie zijn genomen. Men heeft alleen het patent willen hebben. Waarom? Het geneesmiddel is namelijk te goedkoop. Voor iedereen zijn de bestanddelen controleerbaar waardoor dus het uitbrengen ervan niet winstgevend zou zijn. Ik kan verder gaan met dergelijke voorbeelden.

Het zijn de kleine uitvinders die de dingen eigenlijk ontdekken. Zij ontdekken dat je vaak met heel eenvoudige middelen veel beter kunt werken dan met zeer ingewikkelde. Het zijn die mensen die de technische toekomst gaan bepalen. Als we te maken krijgen met de grote instellingen de grote concerns, dan hebben we te doen met een eenzijdig gericht onderzoek dat bovendien eenzijdig is gericht op een winstgevend aspect.

Als u nu denkt dat dit allemaal pessimisme is, dan wil ik u erop wijzen dat er tegenwoordig heel wat mensen zijn (ook hoogleraren van universiteiten) die naast hun onderwijsgevende en onderzoek plegende bezigheden ook een klein bedrijf hebben gesticht. Er zijn in Nederland twee professoren die op deze wijze deelhebben in hun eigen bedrijf. In de Ver. Staten zijn er al 163 hoogleraren die op enigerlei wijze vaak als directeur, soms als hoofdaandeelhouder, actief zijn bij bedrijven die hun eigen ontdekkingen en uitvindingen op de markt brengen.

Je kunt in het grote geheel alleen maar bepaalde dingen ontwikkelen. Als je wat anders hebt, dan ben je niet attractief, maar als je ze zelf op de markt brengt, dan blijkt dat er wel vraag is. Dan heb je niet alleen je eigen productie die je kunt afzetten, maar je kunt bovendien licentie geven aan grote bedrijven die als je zelf met de uitvinding komt aanzetten schouderophalend zeggen, Wij hebben wel iets over voor het patentrecht. Maar die het dan in de kast leggen.

In deze dwaze wereld  begint langzamerhand toch een gaatje in de mist te komen.

Het particulier initiatief in onderzoek en exploitatie neemt toe. Gelijktijdig gaat men beseffen dat de z.g. spin-off van vele grote op zich niet zo nuttige projecten als ruimteonderzoek e.d., zelfs het ontwerpen van raketten om atoombommen af te gooien hebben gevoerd tot totale veranderingen in verbruiksproducten.

Als binnenkort de Russen een televisie kunnen krijgen die het langer uithoudt dan 3 maanden zonder reparatie, dan hebben ze dat te danken aan het feit dat de Russen een deel van de technische kennis van de Japanners hebben overgenomen, deels door spionage, deels door koop. Dat ze daarnaast een aantal Amerikaanse zaken van IBP hebben gekregen. Daardoor hebben ze hun productie kunnen veranderen en kunnen de mensen nu rustiger en in kleur kijken naar de verveling die in Rusland voor een t.v. programma doorgaat. U ziet: er verschilt niet zoveel tussen Nederland en Rusland.

Mijn conclusie is dus deze:

Wij leven in een wereld waarin men steeds nieuwe inzichten vindt. Een groot gedeelte van deze inzichten werd tot voor kort onderdrukt door grote belangengroepen die deze minder aanvaardbaar vonden gezien hun eigen belangen, machts- of winstbehoeften. Nu sijpelen ze steeds meer door naar de gewone mensen, naar wat ik de normale verbruikersmarkt zou willen noemen. Dat betekent dat er medische omwentelingen komen, dat er een aantal technische omwentelingen op komst zijn. Dat er ook in werknemers werkgeversverhoudingen grote veranderingen te verwachten zijn.

Het betekent dat steeds meer mensen zelfstandig zullen moeten werken aan de dingen die ze zelf willen en kunnen maken en dat ze zich daarbij moeten afstemmen op de wensen, de behoeften van anderen. En dat betekent weer dat de wereld van de uitvinders langzaam maar zeker deel wordt van het menselijk ontwikkelingspatroon in plaats van een belangrijke factor te zijn in het economische winstbejagpatroon van de grote instanties.

Of de geest daar wat bij te doen heeft? Wij inspireren nog weleens. Vooral als het gaat om de verbreiding van bepaalde producten en denkbeelden, dan geven ze zich ook aan onze kant erg veel moeite. Ik denk dat je kunt zeggen: Naarmate men meer uitgaat van hetgeen men zelf tot stand kan brengen voor anderen, de interesse van de geest toeneemt.

In de geneeskunde hebben we in ieder geval al een paar kleine revoluties kunnen veroorzaken. Datgene wat de mensen zelf gevonden hebben in de laatste tijd zal mijns inziens deze omwenteling aanmerkelijk versnellen.

Wat betreft de amusementsbedrijven: het is al duidelijk geworden dat niet de kunst die wordt gewaardeerd door de kunstzinnigen, maar datgene wat de gewone mensen aanspreekt, het belangrijkste is. Dat de producten niet altijd even aanvaardbaar zijn, moet u dan maar op de koop toe nemen. Het is nog steeds zo dat Laurel en Hardy meer mensen aanspreken dan Freek de Jonge. Als je dat gaat begrijpen, dan zeg je: Wij gaan naar een wereld toe, waarin door een grotere gelijkvormigheid en zelfs automatisering op velerlei terrein een grotere vrijheid gaat ontstaan voor het individu dat vanuit zichzelf dingen vindt en wil doen voor anderen.

Dat, mijne vrienden, is mijns inziens de conclusie die niet slechts hoopgevend, maar ook veelbelovend is. Ik geloof dat ik het hierbij kan laten. Als u straks naar huis gaat, dan zult u ongetwijfeld wel denken: Zou er niets te doen zijn aan de beheersing van het weer? Mag ik u op dit terrein dan enige hoop geven.

Er zijn op het ogenblik enkele ontwikkelingen, helaas nog gereserveerd als staatsgeheim voor militaire doeleinden, die een zekere maar niet volledige beheersing van de weerverschijnselen mogelijk zouden maken. Dat zou in ieder geval betekenen dat u op vastgestelde tijden regen en onweer krijgt en dat voor de rest de windrichting niet geheel bepaalbaar is, maar dat de luchttemperatuur beïnvloed kan worden. Dit laatste zou ik op dit ogenblik op prijs stellen.

De kunst van het luieren

Werkelijk luieren is een kunst. Niets doen is verveling. Maar luieren is nietsdoen met een inhoud, al is die inhoud vaak slechts dat je nu niets behoeft te doen.

In de ontspanning ligt soms een veel grotere mogelijkheid om jezelf geestelijk en fysiek op te laden dan in welke wanhopige joggingoefening dan ook. Ik geloof ook dat luieren, mits op de juist wijze beoefend, u ertoe kan brengen de werkzaamheden die onvermijdelijk zijn met meer energie, beter en in kortere tijd te volbrengen. Vooral voor de kunstzinnig verslaafde luiaard is immers zijn arbeid datgene wat verricht moet worden, opdat de luiheid beoefend kan worden. Een mooie visie.

Als wij leren om het nietsdoen te ervaren als een oplossing van ons eigen wezen waardoor er alleen nog wat vage gedachten overblijven, dan leren we tevens elke uiting, als ze noodzakelijk is met volle kracht, volle intensiteit en besef te doen. In die zin is een deel van ons bestaan in de geest eveneens gewijd aan iets wat u luieren zou kunnen noemen. Een wat sluimerende recapitulatie die zich eigenlijk buiten je afspeelt als een soort geprojecteerd droombeeld en waarin je dan heerlijk zuchtend verzinkt totdat de bezigheid je roept en blijkt dat hetgeen je hebt gerecapituleerd je in staat stelt om plotseling beter en vaak krachtiger te reageren.

Wie zoekt naar een zo groot mogelijk innerlijk evenwicht, naar een zo groot mogelijke energie, zou ik daarom de raad willen geven. Verwaarloos de kunst van het luieren niet. Want een kunst is en blijft het om alles naast je neer te leggen, niet te grijpen naar de appel die boven je hoofd hangt maar te wachten tot ze op je mond valt. En dit zolang de honger niet zo knagend is dat je je tot bezigheid bewogen voelt. Met deze woorden kan ik u misschien toch een tip geven die voor u allen zeer belangrijk is. Ter overweging kunnen we dat dan zo formuleren;

Niets doen is een vorm van de meest universele activiteit. Want hij die niets doet, gaat op in al datgene wat gebeurt. Door zijn ontspanning kan hij deel worden van het gebeuren, als het past bij zijn wezen en zijn persoonlijkheid. Hij kan alles een betekenis geven zodat de dingen tot hem spreken zonder dat ze hem vermoeien. Ik raad u aan een poging in die richting te wagen.

Ik hoop hiermede het mij gestelde zeer kunstzinnige onderwerp voldoende behandeld te hebben. Dus luiert u gezellig. Word wijzer en krachtiger. En als u dat niet zou gelukken, probeer in ieder geval gelukkig en tevreden te zijn.

Inwijdingsschool.

Het leven is een inwijdingsschool waarin de onwilligen weigeren te leren wat hun wordt geboden, want al wat wij zijn en wat wij doen heeft vele betekenissen. Als wij die betekenissen begrijpen, dan worden wij bewuster. Daar waar wij bewuster worden, leven wij niet alleen juister, maar vinden wij tevens een band met al datgene wat in ons werkelijk ik is verborgen.

Ons werkelijk ik is een deel van de onveranderlijke werkelijkheid, het beeld van de Schepper. Als wij getrouw worden aan datgene wat wij wezenlijk zijn, beantwoorden wij aan datgene wat wij in de wetmatigheid van het ene denkbeeld, van de ene werkelijkheid moeten zijn. Daarom is elk ogenblik van leven lering indien wij openstaan voor hetgeen ons wordt geboden. Maar daarom ook zullen wij elke keer als wij hetzij uit overweging van persoonlijke aard, van belangrijkheid of van denkbeelden afwijzen wat er rond ons gebeurt, terugzinken in een moeras waarin onze denkbeelden onze ontwikkeling verstikken.

Het leven is een inwijdingsschool. De zin van het leven is de bewustwording. Maar wie zichzelf bezoekt, maakt van het leven een gevangenis. Wie zichzelf bezoekt, maakt het zich onmogelijk iets van het licht van de werkelijkheid te beleven en zo een waarheid die betekenis heeft als deel van het eigen ik te beseffen.

image_pdf