Incarnatie, reïncarnatie, karma

image_pdf

21 september 1982

Aan het begin van deze bijeenkomst wil ik er graag op wijzen dat we niet alwetend of onfeilbaar zijn. Er wordt van u verondersteld dat u zelf nadenkt. Of u dat doet moet uzelf weten.

Dan heb ik verder gehoord dat u een inleiding had waarin u werd verteld, dat u maar één keer leeft maar vele malen dood kunt vallen en als u het niet erg vindt zou ik voor mijn eerste onderwerp daar graag op inhaken.

Een mens heeft namelijk een hele reeks leerstellingen omtrent karma, reïncarnatie, incarnatie, enz. Al die stellingen zijn ten dele juist, ten dele onjuist. Dat is ook begrijpelijk. Kijk, een volledige waarheid is in mensenwoorden, moeilijk uit te drukken. Wat ik proberen zal te doen is die waarheid iets meer te benaderen en u iets duidelijker te maken welke samenhangen, je in menselijke woorden, daartussen toch kunt veronderstellen.

Incarnatie

In de eerste plaats incarnatie. Men zegt het zo mooi, de ziel treedt in, in het menselijk lichaam net alsof het een klooster is, maar het valt later tegen. Kijk eens, er is al een bewustzijn voor een intrede in een menselijk lichaam denkbaar is. Er is een geestelijk bewustzijn dat behoort tot een grotere wereld, een groter geheel. Nu is het erg moeilijk om die wereld precies te omschrijven want die wereld kent bepaalde dingen niet die u op aarde wel kent. Zo is daar bijvoorbeeld: tijd. U kent tijd als een soort vaste en regelmatige maatstaf.

Tijd

Tijd in de sferen is eigenlijk iets wat niet bestaat. Het persoonlijk bewustzijn bepaalt de tijdservaring, maar wat verschijnselen betreft zou je zelfs kunnen spreken van een absolute gelijktijdigheid. Heden, verleden en toekomst liggen allemaal naast elkaar.

Wanneer je incarneert, dan concretiseer je voor jezelf een deel van die grote werkelijkheid waarin je leeft. En als het niet duidelijk is, één kreet en ik verduidelijk zoveel mogelijk mijn betoog.

Nu moet u zich eens voorstellen dat een incarnatie nu niet betekent uw volledig leven. Het is een concentreren op een bepaald deel van je mogelijkheden. Een mens zegt ook: Ja, leven dat is iets bereiken, maar je kunt niets bereiken wat niet als mogelijkheid al in je lag. Je kunt niets waarmaken wat er niet al reeds was. De wijze waarop je dat doet is jouw zaak, maar dat is eerder een kiezen uit vele voor jou en in jouw bestaande mogelijkheden dan een werkelijk kiezen van een totaal nieuwe weg.

Wanneer zo’n concentratieperiode op de stof is afgelopen, dan kom je terug in een toestand van geestelijk bestaan, inderdaad. Maar dat geestelijk bestaan kun je ook weer in hokjes delen, want je bewustzijn kan maar een bepaalde voorstelling bevatten en meer niet.

Dan zegt men: Ik leef in deze of gene sfeer. Op het ogenblik dat je dat beeld verliest van die ene bepaalde wereld, dan ga je een beetje beter beseffen wat je wezen is. Ken uzelf betekent heel wat meer dan: maak even kennis met jezelf of kijk in de spiegel. Jezelf kennen is het geheel van alle levens, alle mogelijkheden en alle ontwikkelingen kennen die binnen het bereik liggen van je eigen persoonlijkheid.

Karma

Ja, en dan komen er mensen en ze zeggen: Maar er is karma. Ja, er is karma in zekere zin. Wanneer je kiest: het kan meevallen, het kan tegenvallen, inderdaad: Wanneer u zover bent dat u zou kunnen reïncarneren dan zou u natuurlijk naar de aarde kunnen vluchten om de eerste de beste te nemen. Er zijn ook wel idioten die dat doen, hoor. Soms schoppen ze het nog erg ver en worden minister of zoiets of groot zakenman, maar de rest betekent dan meestal niet zoveel. Anderen die overleggen dat, die vragen zich af: Wat heb ik nodig? Ik leef in een geestelijke wereld, maar er zijn dingen die ik nog niet beheers. Er zijn dingen die ik niet voldoende ken om erover te oordelen. Welke ervaring heb ik nodig? En pas wanneer ze dan voor zichzelf zo’n beeld hebben gevormd, gaan ze eens kijken naar bijvoorbeeld uw wereld, uw stoffelijke wereld.

Op het ogenblik dat daar een harmonie, een zekere congruentie van omstandigheden ontstaat met dat ideaalbeeld daar een kind uit geboren kan worden, zeggen ze: Ja, dat is voor mij en pogen ze zo’n lichaam in beslag te nemen. En is die congruentie groot genoeg, laten we zeggen 98-99%, dan is er zelfs geen andere meer die ooit nog een kans zou hebben om die mogelijkheid in beslag te nemen. En dan word je op aarde geboren, en dan begint weer hetzelfde leven. Maar vergeet niet: je hebt een schema, er staat niet alleen maar een wet van oorzaak en gevolg achter je.

Zeker, zolang je op aarde leeft is voor jou de samenhang bepaald door oorzaak en gevolg, maar in werkelijkheid heb je die dingen ingecalculeerd. U weet wel niet precies hoe het zal lopen, maar de hoofdlijnen van de geestelijke ervaring ken je, dat is bepalend voor elke bewuste incarnatie. En dan kun je daaruit dan de conclusie trekken dat je eigenlijk geen karma hebt omdat je het geheel van de mogelijkheden van beleving die je in een stoffelijk leven zult vinden, van tevoren bewust hebt gekozen en dan blijft alleen nog de vraag over: Hoe beleef je ze?

Het beleven daarvan is je persoonlijke benadering en je kunt dingen beleven als een groot geluk of als een grote ramp. Er zijn mensen, laten we zeggen een man, dames, het omgekeerde moogt u ook veronderstellen, het is alleen maar om me een beetje aan de geplogenheden van deze wereld te houden, een man verliest zijn vrouw. Hij kan doodongelukkig zijn. Hij kan ook denken dat ze gelukkig dood is. Begrijp je wat ik bedoel? De situatie blijft dezelfde, het feit verandert niet, maar de manier waarop je het beleeft verandert wel.

En zo zijn er meer mensen die denken: dit heb ik. Zodra je denkt dat je iets hebt kun je het ook verliezen. Zodra je beseft dat je ergens deel aan hebt, kun je het niet verliezen: Wat daarin van jou is, is deel van jezelf geworden, zeg maar herinnering, ervaring. En wat niet van jou was kunnen ze ook niet van je wegnemen.

Dus, karma is een heel precaire situatie. Nu weet ik dat er bij ons velen zijn die zeggen: Ach, maak het de mensen eenvoudig. Zeg gewoon dat karma het resultaat is van alle voorgaande bewustwordingen. Dat is waar. Per slot van rekening, als je in de zesde klas komt, dan heb je de eerste, de tweede, de derde, de vierde en de vijfde klas nodig om alles te begrijpen wat je daar aan leerstof geboden wordt. Nu, op precies dezelfde manier kun je zeggen: Wanneer je op aarde komt en je bereikt geestelijk iets dan moet daar een voorgeschiedenis bij zijn en dan wordt het programma van de klas dus bepaald door de voorliggende klassen en de moeilijkheidsgraad door datgene wat je in die klassen geleerd hebt, nietwaar? Maar dat is heel iets anders dan die onvermijdelijke wet.

Weet je, soms doet karma me een beetje aan een circus denken, tenminste zoals mensen daarover denken. U hebt dat misschien al eens gezien: Er staan twee clowns tegenover elkaar. De een geeft de ander een klap in het gezicht, waarop die andere ernstig en nadrukkelijk kijkt en dezelfde klap terug uitdeelt, waarna het geschil escaleert. U ziet: de politiek zie je zelfs in het circus. Maar zo is karma niet. Karma is niet: Ik sla jou en dan word ik geslagen. Karma is: Ik heb iets ervaren en kan het dus herkennen en erop reageren. Of ik heb iets niet ervaren en zal dus daarop waarschijnlijk verkeerd reageren en dat hangt samen met het innerlijk, het bewustzijn en niet alleen maar met omstandigheden.

Ziel.

Dan zeggen de mensen: Ja, het is allemaal goed en wel, maar je hebt een ziel. Wat is een ziel? Wie kan vertellen wat een ziel is? Er bestaan duizenden formuleringen, ook bij ons. Geen enkele is volledig juist. Je kunt natuurlijk zeggen: De ziel is een deel van de goddelijke Kracht die zich tijdelijk manifesteert als de drager van een persoonlijk levensbesef. Dan zit je wel in de buurt. Maar je kunt het ook anders zeggen. Je kunt zeggen: Het is een oneindige kracht in mij waardoor ik kan worden tot datgene wat als mogelijkheid in mij bestaat.

Hoe je die ziel ook definieert, omschrijft, probeert aan te duiden, ze blijft een onbekende waarde zolang je op aarde bent en dan kan je er duizendmaal over spreken, je kunt er niets aan veranderen, het onbegrip blijft. Het is niet iets wat je weg kunt geven, het is niet iets wat je ontvangt, het is doodgewoon iets dat essentieel is voor je bestaan maar gelijktijdig een krachtbron waaruit al dat bestaan en niet alleen het stoffelijke mogelijk is.

Dan zitten we met die ziel. Waarom zou die ziel zich storten in een reïncarnatiecyclus? Waarom zou ze deel uitmaken van wat we dan toch naar karma noemen? Als je het simpel bekijkt dan zeg je: Ja, ze wil zich bewust worden. Maar waarom moet ze zich bewust worden? Kijk, die ziel omvat toch alles. Maar die ziel heeft bepaalde dingen misschien niet juist ervaren. Laten we maar weer een heel simpel voorbeeld noemen. Een van de meest komische verschijnselen schijnt voor mensen te zijn een man of een vrouw die op een bananenschil trapt, uitglijdt en zich dus met een stevige smak neerzet op het plaveisel. Waarom vind je dat leuk? Omdat je je niet realiseert hoe zeer een stuitbeen kan doen. Maar als je het zelf een paar keer is overkomen denk je er anders over. Door de ervaring verandert de betekenis van uiterlijkheden en mogelijkheden.

Stel u voor dat de ziel dit doet. Ze heeft als het ware een soort kleurplaat. Alle lijnen van het levensbestaan staan er op, alle mogelijkheden, alle begrenzingen. Maar er zit nog geen leven in, er zit nog geen diepte in en vlak na vlak probeert ze te herkennen wat voor kleur, wat voor uitstraling, wat voor essentie dat deel van haar werkelijk bestaan heeft. Hierdoor brengt ze voor zichzelf het geheel tot leven dat in het begin alleen maar een theoretische kennis is. U denkt misschien dat het overbodig is en dat ervaring een weelde is. Dan geef ik u de raad eens te gaan dansen met een partner die alleen een schriftelijke danscursus gevolgd heeft. U zult dan ontdekken dat een gebrek aan ervaring voert tot allerhande vergissingen die vaak nog pijnlijk kunnen zijn ook.

Wanneer die geest op deze wijze gevormd wordt rond de ziel, het bewustzijn, als een verdieping van het bestaande, een waarmaken van het bestaande, dan hebben al die andere dingen ook zin, dan is het duidelijk dat je soms in een wereld komt te leven, na de dood ook hoor, die je niet bevalt. Je hebt nu eenmaal bepaalde contrasten nodig. Je hebt misschien een volkomen verkeerde inschatting van jezelf of van de betekenis van een deel van je mogelijkheden. Dan moetje die beleven.

Dan zul je zeggen: zijn er dan dergelijke werelden? Nou, u kunt ze maken. Wat dat betreft is de mens, zeker na de dood, een klein Godje, een heel kleintje maar hoor. Ik zou zeggen, één dat niet eens in het ei zit, maar er misschien in terecht komt. Die kleine godheid vormt met zijn gedachten voor zich een beeld

U denkt misschien dat u dat op aarde niet doet, maar als u nu eens probeert om alle vooroordelen, alle aanname, alle geloof, alle onbewezen thesen terzijde te stellen en u kijkt dan weer naar die wereld, dan ziet u iets heel anders.

U kijkt vanuit een bepaalde hoek, met bepaalde vooroordelen, met vaststaande beoordelingen en interpretaties en daarom ziet u zelfs op aarde de werkelijkheid niet en dan kunnen dingen die wezenlijk gelijk zijn, voor verschillende mensen een totaal verschillende betekenis krijgen.

In de geest is dat nog veel erger omdat daar niet de concrete achtergrond is die de materie dan toch kent: een gemeenschappelijke wereld, in hoeverre deze dan ook uit illusies mag opgebouwd zijn. Men heeft dan een persoonlijke wereld. Wanneer jij gelooft in demonen, dan zijn er demonen. Geloof je in draken, dan zijn er draken en geloof je in engelen, dan zijn er engelen. Alleen: ze kunnen slechts datgene zijn en doen wat jij veronderstelt dat ze kunnen doen.

En dan zitten we dus met een grote moeilijkheid. Alle werelden en sferen zijn ergens illusies en dan zijn er geesten die behoorlijk hoog komen vanuit ons standpunt. Ze leven in een wereld waarin alleen nog maar licht is, waarin zelfs kleurverschillen die nog kenbaar zijn eigenlijk wegvallen en het is toch een volledige wereld. Dan zijn er andere dingen die voor hen kenbaarheid betekenen. En dan zeg je: Ze zijn hoog. Maar wat is hoog en wat is laag? Van waar ga je uit? Er is geen hoog en er is geen laag. Er is geen plaatsbepaling te bedenken, alleen een besefbepaling.

Dus, wanneer dit zo bezien wordt dan kun je zeggen: Zeker, reïncarnatie komt voort uit de noodzaak om een bepaalde ervaring, die als theoretische mogelijkheid bestaat in jezelf aan te vullen tot werkelijkheid, dan wel een onvolledige ervaring zodanig aan te vullen dat ze volledig dat deel werkelijkheid in je wezen vervult. En dan hebben we karma ook meteen schaak gezet. Want karma zou een noodlot zijn, gebonden aan een opeenvolging. Maar stel nu dat die tijd niet bestaat, ik heb dat al gezegd, dan is het althans theoretisch denkbaar dat u terugkeert naar het verleden. Het is helemaal geen noodzaak om naar het jaar 2050 of naar 2170 te incarneren. Je kunt met hetzelfde genoegen naar 970 of 105 voor Christus gaan. Wat daar is, lijkt vast te liggen, maar dat is uw historie, d.w.z. één lijn, één deel van een voorstelling zoals die toevallig op aarde bestaat. Maar wie zal zeggen dat daarnaast nog niet andere lijnen en mogelijkheden bestaan die voor een groot gedeelte dezelfde mogelijkheden en persoonlijkheden omvatten, alleen nog niet in een concrete of een vervulde vorm?

En dan wordt het nog veel moeilijker, want dan kun je al incarnerende in de tijd, bij wijze van spreken het heen en weer krijgen. Dan kun je het ene ogenblik met Claudius Civilis zitten te praten en het volgende ogenblik in civiele dienst zijn in de toekomststaat. Zo zal het niet verlopen, maar het kan. Tijd, geen vaste factor zijnde, is de samenhang die wij voor een karmische opbouw nodig hebben, is in feite weggevallen. Het enige wat overblijft is onze eigen behoefte, onze behoefte om dat waar te maken wat we zijn, en dit door ervaring waar te maken, zodat het schema vervangen wordt door het werkelijke besef.

Mensen zullen zeggen: Ja, mooi praatje, maar ik zit er maar mee. Wij leven thans in een crisis, ja zeker, en hoe meer u crisis denkt, hoe meer er crisis komt. En hoe meer u denkt van het standpunt, wat zou moeten zijn, hoe minder kans u heeft dat er iets goeds ontstaat wat harmonisch is met uw eigen wezen. Dat klinkt misschien gek, maar het is zo. U bouwt voor een groot gedeelte uw eigen wereld, niet alleen in termen van “wel crisis, geen crisis, sociaal, economische of politieke ordening, een religieuze beleving of theologische benadering”, neen, u bouwt gewoon een hele wereld op waarbij alles wat u beleeft geïnterpreteerd wordt en vanuit u een bepaalde ervaring wordt. Wanneer u dat met veel mensen deelt dan zit u ermee, want u hebt gezamenlijk een tijd van crisis of u hebt gezamenlijk een tijd van meevallers.

Heelal, sfeer.

Nu wilde ik nog één punt behandelen. Elk heelal waarin we leven, of het nu een sfeer is die we zelf hebben voortgebracht, een wereld waarin een zodanig gemeenschappelijke norm bestaat dat je kunt spreken over een objectieve werkelijkheid, altijd weer zullen we in die wereld geconfronteerd worden met onszelf. En dan denk je vaak: Ach, ik krijg niet wat me toekomt. Overkomt u dat weleens? Ik word niet juist gewaardeerd. Hebt u dat ook weleens? Of: De mensen moeten wel gek zijn. Dat komt heel vaak voor. Al deze stellingen en visies gaan nog steeds uit van uzelf, onthoud u dat. Wanneer u nu uzelf innerlijk leert kennen en een beroep weet te doen op uw innerlijke krachten, niet meer gedicteerd door dat wereldje waarin u bent, of het nu de stoffelijke wereld of een sfeer is, dan ontstaat een verschuiving van waarden. Daar waar ik mij bewust word van mijn totale kracht of deze zelfs maar aanvoel en ze niet volgens de condities van een bestaande begoocheling probeer uit te drukken, maar zoals ik ze in mijzelf ervaar zonder meer, dan kom ik automatisch tot een steeds groter wordende beheersing van mijn werelden, niet die van anderen, maar van je eigen wereld. Je kunt de betekenis in je wereld veranderen. Je kunt voor jou persoonlijk iets veranderen, de samenhangen in die wereld veranderen. Je kunt misschien met anderen tezamen een nieuw denkbeeld opbouwen waardoor voor vele mensen iets verandert in die wereld. Dan heb je niets gedaan wat onveranderlijk is, wat altijd zo zal blijven, je hebt alleen maar mogelijkheden waar gemaakt die in jezelf bestonden, maar je hebt wel bereikt dat je minder slaaf bent van anderen, dat je minder gebonden bent aan je wereld en aan de gebeurtenissen van die wereld. En.nu kunnen we natuurlijk een hele hoop gaan debatteren over het wel of niet juist zijn van het volgende, maar ik wil het u even graag als voorbeeld voorleggen.

Naaste.

Heb uw naaste lief gelijk uzelf. Mijn naaste is zoals, ik mijn naaste ken, de projectie van mezelf. Wanneer ik mijn naaste haat, haat ik mezelf. Wanneer ik mijn naaste verwerp, verwerp ik mezelf. De relatie is er niet een die alleen maar uitgaat van de goede wil en de innerlijke eerlijkheid, zij is een directe verbintenis tussen al wat buiten je bestaat en hetgeen jijzelf bent. Al wat je van jezelf bent en bezit, zul je terugvinden in die wereld buiten je. Niet prettig altijd om dat te weten. Verander jezelf en je verandert je wereld. Dat is een krankzinnig denkbeeld misschien, maar Jezus heeft ook gezegd dat we God lief moeten hebben boven alle dingen. Kun je ook zeggen: Weer een mooi verhaal. Maar God is het onbestemde, God is als het ware het totale schema dat wij niet kennen en daarin hoort het schema dat wij zijn, mede thuis. Wanneer ik God niet kan erkennen en liefhebben op mijn manier, desnoods als een vaagheid, als een ijlheid of alleen maar als een denkbeeld van allesomvattendheid, dan verwerp ik eigenlijk ook een deel van mezelf. Ik begrens namelijk de kracht die in mezelf is. Hoe meer ik de grenzen probeer te stellen voor het onstoffelijke of het eeuwige, hoe meer grenzen ik stel voor mijn eigen vermogen om daaruit te putten. En wanneer ik ook dat in aanmerking neem, kan ik misschien dit korte onderwerpje besluiten met een conclusietje of wat.

Conclusie.

In de eerste plaats: Mezelf leren kennen en mij bewust zijn van mijn wezen zo goed ik kan, betekent het waarmaken van hogere krachten dan ik nu zou kunnen beseffen.

In de tweede plaats: Wanneer ik de werelden die voor mij kunnen bestaan niet vrees omdat ik weet dat ze deel zijn van mezelf en mij niet kunnen vernietigen, zal ik in staat zijn liefde, licht en vreugde te vinden in alle dingen.

In de derde plaats: Alles wat ik samenvat onder reïncarnatie, noodzaak, leven na de dood, karma, de dwangsituaties waarin een mens kan verkeren, vloeit voort uit mijn eigen beperking ten aanzien van mijn wezen en mijn krachten. Ik heb geen reden, geen werkelijke, geen wezenlijke reden om anderen te beschuldigen. Ik moet in mezelf zoeken naar de juiste kracht en naar het juiste antwoord. Dat is de oplossing waardoor al het andere mogelijk wordt.

Ten laatste: Ik kan niets bezitten in de zin van deel maken van mezelf of recht maken van mezelf wanneer ze niet reeds deel zijn van mijzelf. Daarom heeft het weinig zin om deze dingen te hanteren. Zoek eerder naar harmonie dan naar recht op bezit, want in de harmonie maak ik het beste van mezelf waar en vind ik meer waarheid omtrent de werelden waarin ik leef, onverschillig of ze door mij zelf zijn voortgebracht, door andere krachten of misschien direct deel uitmaken van een groot kosmisch plan.

Dat is alles wat ik u kan voorstellen. Als u een vraag hebt of u wilt er iets tegen inbrengen, ga je gang.

  • U hebt gesteld: het waarmaken van datgene wat in u aanwezig is, uw mogelijkheden zijn dus hierin beperkt. De mogelijkheden om datgene wat in u is waar te maken, zal dus een harmonie inhouden of vertegenwoordigen en maakt het dan een uitzondering dat een andere harmonie hierdoor niet aangeboord kan worden?

Wanneer er sprake is van een werkelijke harmonie, dan niet. Zolang er sprake is van een illusie wel en daar ligt de grote moeilijkheid. Kijk, wanneer ik aanneem dat iets op bepaalde wijze bestaat of moet functioneren terwijl dit niet vanuit mezelf bepaalbaar is dan leef ik met een droombeeld en niet met een werkelijkheid, dat zult u met mij eens zijn. Op het ogenblik dat, dat gebeurt, kan blijken dat de werkelijkheid om mij heen ook andere relaties schept. Ik kan mij daar dan invoegen, erkennen in hoever ik zelf bepaalde onjuistheden heb geschapen of ik kan mij beroepen op mijn voorstelling en mij vervreemden van de werkelijkheid. In alle gevallen is degene die aanvaardt of verwerpt, enz. ook degene die voor zich de harmonische mogelijkheid bepaalt. Dat kan nooit bij de andere liggen, het kan alleen bij uzelf liggen. Elke mens bepaalt zijn eigen harmonische mogelijkheden zelf. Op het ogenblik dat je die harmonie dus in feite van een ander verlangt, bestaat ze niet. Harmonie is iets wat uit mij voortkomt, gebaseerd is op mijn wezen, op mijn kracht en niet op het andere, op de andere.

  • Broeder, waarom is het voor een mens zo moeilijk?

Het is voor een mens zo moeilijk omdat de mens wordt opgevoed in een wereld waarin de vrijheid van het innerlijk weten en denken voortdurend door maatregelen, suggesties en dergelijke wordt beperkt. U hebt geleerd dat harmonie alleen mogelijk is op deze of gene wijze. Er is zelfs een tijd geweest dat men zei dat de liefde alleen kon beginnen nadat de Kerk het had gezegend en het stadhuis het had geregistreerd. Men is daar wel aan ontgroeid maar nog niet volledig, naar ik vrees. Deze regel bestaat niet concreet, het is een aanname. Maar op het ogenblik dat je die regels in jezelf als juist gaat ervaren, dan zul je daardoor toch je eigen mogelijkheden beperken, nietwaar? En waarop berust uw wereld nu? Denk eens goed na: Op je zult… en je zult niet… En jij zult en jij zult niet zijn beiden onconditioneel. Het is dus niet: je mag dit niet tenzij… maar het is gewoon: dit is goed en dat is fout, dit is deugd en dat is zonde, dit is maatschappelijk verantwoord, dat is asociaal, en zo kun je doorgaan.

Wat dat betreft, heb je de meest flagrante tegenspraken. Realiseert u zich wel dat er militairen zijn die volkomen bereid zijn om een land te vernietigen om het zo te besparen voor een bezetting door de vijand? Bestaat er een grotere waanzin dan iets te vernietigen, waarna het voor niemand meer betekenis heeft, omdat het niet volgens je visie benaderd kan worden? Toch doen de mensen dat. En er zijn heel veel mensen die zeggen: Ja, dat is toch zo gek nog niet. Die manier van denken beperkt u in het gebruik van uw intuïtie, van uw geestelijke vermogens, uw aanvaarding van hetgeen persoonlijk is en gelijktijdig de erkenning van het betrekkelijke van de niet-persoonlijke zaken. U schept banden en verplichtingen die nooit concreet kunnen bestaan en u ontkent banden en verplichtingen die zeer concreet bestaan, alleen op grond van dit alles.

Dan leeft een mens dus, sta mij toe dat ik het zeg, in een soort spiegeltuin waarin hij voortdurend naar zichzelf zoekt en nimmer kan weten wat hij zelf is, omdat hij in de veelheid van beperkingen die hij schept niet komt tot het concreet vrijelijk zijn en uiten van hetgeen hij is en dat kun je de mens niet verwijten. Hij leeft in zo’n wereld en veel entiteiten kiezen juist voor het leven op aarde zelfs omdat die beperkingen er zijn. Ze hebben een bepaalde ervaringswaarde-betekenis. Maar dit is de basis van de moeilijkheid.

Toen Adam en Eva in het paradijs leefden, als we die mythe even als waar aannemen, toen was het ook een kwestie van eten en drinken, van dansen en spelen, van lachen en misschien ook wel eens huilen, maar er was geen verbintenis ten aanzien van iets in bepaalde normen. Alles was het Paradijs en daarin wandelde men met God. Wanneer je God ver weg zet in de plaats van Hem te erkennen als deel van jezelf, wanneer je in de plaats van alles te aanvaarden als deel van een geheel, het in stukjes hakt die je tegen elkaar gebruikt, die je exploiteert en die je misschien vernietigt omdat ze nadelig zijn, of voordelig vanuit een bepaald standpunt, dan kom je vanzelf in een chaos terecht, omdat daar waar natuurlijke ordening door een schijnordening doorbroken wordt er uiteindelijk alleen een onbeheerste wanorde overblijft. Wie het niet gelooft moet maar eens kijken naar de ecologische problemen van de laatste jaren.

Als u zo nu eens terugkijkt naar uzelf, naar het leven van de mens, moet u dan niet toegeven dat u heel vaak banden verkeerd hebt geïnterpreteerd, dat u heel vaak grenzen verkeerd hebt gezet? Grenzen voor anderen hebt gezet waar u ze niet voor uzelf zet, of omgekeerd? Dat u niet hebt geleerd alles te aanvaarden als deel van het geheel en daarin met uw eigen kracht het positieve te zoeken, maar dat u uiteindelijk altijd weer verwacht hebt dat de normen buiten u het positieve tot stand zullen brengen? Dat is de reden dat de mens het moeilijk heeft en vanuit mijn standpunt is dat heel gemakkelijk te zeggen, vanuit uw standpunt is het moeilijk er wat mee te doen, maar misschien kan het.

  • Het jammerlijke is broeder, dat zij die het beseffen er niets kunnen aan doen of er niets mogen aan doen.

Ja, maar waarom zou je er iets aan doen? Weet u, als u er iets aan wilt gaan doen dan doet dat mij ontzettend veel denken aan mensen die zeggen van ach, als een melkgebit uitvalt dan is het zo’n lelijk gezicht, laten we die tand er nog maar kunstmatig in vastzetten. Kijk, er is één ding zeker: Voor ons bewustzijn is verandering noodzakelijk, ook wanneer ze misschien kosmisch niet zo volledig bestaat als wij ze zien. Wij moeten niet proberen de wereld te veranderen. Wij moeten proberen de wereld anders te zien en daardoor in en met die wereld proberen anders te zijn. En daar ligt nu juist het criterium. Wanneer je de wereld wilt verbeteren, vergeet je dat je zelf deel bent van die wereld, dan gaat je jezelf stellen als arbiter boven die wereld. Maar arbiter spelen in een spel wat je niet kent is dwaasheid, nietwaar?

Wie van u kent de werkelijkheid van het leven volledig? Niemand. En toch zijn er, misschien niet hier onder u, maar overal op de wereld mensen die zeggen: Dit is de juiste weg en geen andere. Hoe kunnen ze dat weten? Hoe komen ze daartoe? U moogt alles doen om een ander gelukkiger te maken, zeker. U moogt alles doen om een ander zekerder en beter te laten bestaan volgens diens normen en dat kan voor u zeer belangrijke ervaringen met zich brengen, maar u kunt een ander niet gelukkig maken door hem tot een evenbeeld van uzelf om te vormen. En u kunt niet een abstracte wet toepassen waaraan u zichzelf niet houdt en dat betekent doodgewoon dat de basis van alle verbetering, ook van uw wereld, een kwestie is van verbetering van uzelf, niet van die wereld als zodanig, daarvoor is er te veel illusie in die wereld. Het houdt verder in dat, wanneer u die harmonie bereikt hebt, u in de wereld zoals die nu is geen betekenis meer kunt vinden, dat u dus weg zult gaan daaruit. En als er voldoende weggaan, veranderen de normen en daarmee de werkelijkheidswaarden van die wereld.

Maar zolang ze in stand worden gehouden zijn ze voor zeg nog maar een meerderheid, toch nog wel noodzakelijk. En dan kun je nooit de wereld bevrijden. Je kunt alleen jezelf bevrijden door een weg te gaan die voert tot erkenning van een waarheid die ook in jezelf bestaat.

Dat was dan misschien voor sommigen toch hier en daar een zware knoop, maar ik heb mijn best gedaan om het zo simpel mogelijk te zeggen. En voor ik weg ga, alleen maar een heel klein slotwoord. Ik zou u op het volgende willen wijzen U leeft op dit ogenblik in een wereld met ontzettend veel problemen, zowel persoonlijke als algemene. De manier waarop u deze benadert en beziet zijn toch bepalend voor de betekenis die ze voor u zullen hebben. Uw tijd op aarde is gemeenlijk nogal kort. Maakt u zich niet te druk over wat daaruit voortkomt. Probeer niet iets voor het nageslacht na te laten, uiteindelijk kunt u dat toch niet. Probeer alleen zo juist mogelijk te zijn wat u innerlijk voelt dat voor u juist en harmonisch is. Put uit de kracht die in u is om die harmonie rondom u zoveel mogelijk tot stand te brengen met het andere, zonder dat andere ooit in aard of wezen wezenlijk te willen wijzigen. Op die manier kunt u vele van de zogenaamde problemen van deze wereld opheffen. En ik hoop dat u er eens over na zult denken.

Slotwoord.

Wraak, dat is de dwaasheid van het jezelf haten.

Moorden is het vervolgen van hetgeen in jou in eigen wezen leeft

Daarom is het beter dat je zoekt het goede voort te brengen

En anderen tenminste het recht van twijfel geeft.

En wilt u dat doen in de geest en in de tijd,

Dan zullen wij ons samen treffen

Door middel van verdraagzaamheid.

image_pdf