Inwijdingsschool ODV – Les 00 – Inleiding

image_pdf

september 1955  –  juni 1957

Wat iedereen moet weten die in occulte lering belang stelt. Voor wie regelmatig naar onze lezingen komt.

In de eerste plaats kennen wij de mens die ten allen tijde meent gelijk te hebben: “Met mijn kennis zou ik de geestelijke broeders desnoods nog een lering kunnen geven. Zij putten uit mij – ik meen dat ik een inzicht heb in de natuur als weinigen.”

Kijk eens, dat is natuurlijk een hele mooie houding, maar ze vertoont een paar fouten.

Ik geef er de meest overdreven voorbeelden van:

  1. Wanneer u aanneemt dat u veel weet, geeft u blijk van een ontstellend gebrek aan begrip, nl. uw eigen onvermogen.
  2. Op het ogenblik dat u als mens probeert u op gelijke hoogte te stellen met de geestelijke leiding of – wat dat betreft – met onverschillig welke geest, dan maakt u een tweede fout, want u leeft in twee verschillende werelden.
  3. Hoe kunt u uw eigen kennis aanvullen door het accepteren van geestelijk weten, indien u a priori stelt: “Ik ben superieur.”

De juiste houding zou eigenlijk toch op een wat andere wijze tot uitdrukking moeten komen.

“Ik weet veel” mag gerust gezegd worden, want er zijn nu eenmaal mensen die meer weten dan een ander.

“Met deze kennis kan ik nauwkeuriger omschrijven wat ik moet leren”, en dat is de juiste houding. Per slot van rekening, dat wat je aan kennis bezit, kan het best worden gebruikt om vast te stellen in welke richting je verder wilt streven. En regelmatig jezelf een doel stellen, is noodzakelijk om verder te komen.

Dan krijgen wij mensen die zeggen: “Want mij heeft de Heer het Licht gegeven en de Waarheid, mij heeft Hij uitverkoren boven allen. En Hem dienende, sta ik vrij van de gehele wereld.”  Maar stel dat die God u inderdaad heeft uitverkoren, dan kan Hij u hoogstens hebben uitverkoren om te dienen. Dienen kun je slechts als je anderen in hun waarden erkent.

Ook in kringen als deze vinden wij een bepaalde fout die ons geestelijk wel wat bedroeft:

“Wij staan hoger dan de doorsneemens! Wat zijn wij gezegend!”

Al die stoffelijke dingen gaan aan ons voorbij: voor ons gaat het om de geest; wij leven nu reeds in een andere wereld!

In de eerste plaats: zolang je in de stof leeft, kun je nu eenmaal niet in een andere wereld leven. Je kunt de ervaringen van een andere wereld als je geestelijk ver genoeg komt voortdurend toevoegen aan je eigen wereldbesef en zo a.h.w. het leven van twee sferen tot een eenheid maken. Maar je ervaring is steeds gebaseerd op de stof.

“We hebben geestelijke leiding”, natuurlijk. Geestelijke leiding is er overal! En wanneer je geestelijke leiding hebt, wil dat alleen maar zeggen dat je een contact hebt dat voor jou harmonisch genoeg is om je verder te helpen. Dat je een inzicht krijgt, waardoor je misschien zelf de krachten, die je in je leven of die rond je zijn, beter leert gebruiken en beheersen. Veel verder kom je er niet mee. Het ligt aan de praktijk van je eigen leven.

Bv.: Een mens die zich beroept op een God, op een geest, op een lering of een stelling, om daardoor verheven te zijn boven anderen of die zich onttrekt aan het gewone stoffelijke bestaan of stoffelijke leven en al wat erbij hoort, die mens is ofwel een dwaas, of een huichelaar.

Want het leven van de stoffelijke wereld is noodzakelijk voor de geest. Slechts door dit stoffelijke leven kan hij komen tot een groter bewustzijn. Daardoor kan hij groeien, daardoor kan hij leren nieuwe sferen te betreden.

Degenen die trachten dit stoffelijke leven te vervangen door een aantal openbaringen, geestelijke regels, geestelijke meesters en wat dies meer zij, proberen een huis te bouwen, nadat zij eerst de fundamenten hebben verwijderd. Zulk een huis stort ineen. Een gezonde basis is noodzakelijk.

Zo zegt een van onze Grootmeesters “Altheus”: “Wij gaan uit van verdraagzaamheid tegenover de wereld en tegenover anderen. Niet tegenover onszelf.  Want als wij onszelf te veel “verschonen”, zullen wij nalaten datgene te volbrengen wat voor ons noodzakelijk is.”

Wanneer wij in de stof leven, dan worden wij omringd door krachten van velerlei aard, van allerhande sfeer. Het is voor een mens dikwijls heel moeilijk uit te maken wat het nu precies is dat zijn omgeving beïnvloedt, wat precies de kracht is, die eveneens uit de geest, hem stimuleert.

Om het u eenvoudiger te maken deze krachten te herkennen en vooral ook het samengaan van deze krachten – dat in deze dagen zo vaak gebeurt – wil ik u een zekere karakteristiek geven van de verschillende sferen en entiteiten die op de aarde werken :

Indien krachten van de allerhoogste sfeer zich openbaren, is er stilte. Je hebt het gevoel of je half sluimerend het leven ondergaat. Je hebt dan geen contact met de buitenwereld. In plaats daarvan krijg je echter een verscherping van waarneming. Het is of de bloemen sterker geuren dan anders, of de kleinste geluiden harder zijn, of de kleuren feller en meer gevarieerd zijn. Dit komt betrekkelijk weinig voor. Indien een dergelijke kracht aanwezig is, is het goed zich van handeling te onthouden.

De geest echter die kleuren kent, en die dus wat lager staat, zal over het algemeen in de wereld afdalen met een specifiek doel. Dit doel kan nooit van persoonlijke aard zijn. Zulk een entiteit kan bv. haar invloed doen gelden, als de stemming daarvoor gunstig is, over een oppervlakte van, laten we zeggen, 50 vierkante kilometers.

Wanneer een dergelijke geest zich manifesteert, lijkt het alsof de lucht geladen en zwaar is. Wij krijgen het gevoel, alsof de atmosfeer stilte uitademt, en in sommige gevallen spreken we over: “zware lucht”. Voor de mens zelf is hier een zeker gevoel van verwachting merkbaar, ook al weet hij nauwelijks waarop hij wacht.

Een contact met een dergelijke entiteit of haar invloed, dat niet verder wordt uitgewerkt, leidt dan voor de mens in de stof vaak tot een teleurstelling. Hij leeft 10 minuten of enkele uren in een toestand van opwinding. Dit komt, omdat wij bij deze entiteiten zelf richting moeten geven aan hetgeen zij uitstralen of aan kracht rond ons scheppen.

Als u een dergelijke spanning ontdekt, dan kunt u de volgende proef eens nemen : vorm in uzelf een zo scherp mogelijk omschreven beeld van iets dat u voor een ander wilt doen, niet voor uzelf! U zult ontdekken dat het u mogelijk is in deze toestand, in dit contact met een hoger wezen dus, bv. ook de stemming van anderen te veranderen.

In deze toestand is het verder opmerkelijk dat de mens in het algemeen minder details ziet, dus het tegenovergestelde van wat we zo-even opmerkten bij de hoogste geest.

De entiteit waarover ik spreek, is nogal eens werkzaam op aarde; bij grotere gemeenschappen, kerkdiensten die intens beleefd worden of openluchtbijeenkomsten, zoals o.a. Lourdes.

Daar ondervinden wij de kleine lichtende geest, waartoe ook velen van ons behoren. Deze geest is niet onmiddellijk kenbaar door verandering in de sfeer, maar eerder door een soort innerlijke bewogenheid. Soms lijkt het een trilling in je hart, of in je hoofd, maar dan is het alsof er iets siddert met een betrekkelijk hoge frequentie. Is dit het geval, dan kunt u erop rekenen dat lichtende geesten van betrekkelijk hoog gehalte zich rond u bewegen. Maar het zijn geesten, die in ieder geval ook nog lagere frequenties kennen, zoals die van de sfeer van de klanken.

U kunt aan deze geesten iets opdragen, maar slechts als het met hun wezen volledig in overeenstemming is. U heeft dus niet – zoals in het vorige geval – een kracht ter beschikking die u zelf kunt richten. U heeft hier te maken met een zuivere persoonlijkheid en het contact moet dan ook meer persoonlijk worden uitgedrukt. In deze samenwerking is het belangrijk dat het eigen denken een meer smekende vorm krijgt, omdat deze persoonlijkheid bepaalde voorkeuren heeft: d.w.z. specifieke karaktereigenschappen en een specifieke wil. Daarom is het noodzakelijk u open te stellen voor de soort entiteit die u ontmoet, om daardoor de juiste instelling te verkrijgen en gemakkelijker samen te werken.

Van deze soort geesten kunnen verder ook lessen worden verwacht. D.w.z. dat u als gevolg van deze innerlijke spanning heel vaak denkbeelden krijgt die u in staat stellen bepaalde problemen op te lossen. Als er echter raad wordt gegeven, dient men zich te realiseren dat deze geen kosmische betekenis heeft. Slechts wat voor u persoonlijk aanvaardbaar is, zou u in dit geval moeten overwegen, want anders gaat u handelen volgens een sfeer die niet de uwe is.

Deze krachten staan verder bekend als zeer strijdvaardig. Het gevolg is dat wij zeker moeten oppassen, wanneer wij wat meer kwaad rond ons hebben gevoeld en dan denken: hier wordt aangevallen. Er is Licht, dat hoe langer hoe sterker probeert te worden, om hoe langer hoe meer schaduw te verdrijven.

Als u zich in een dergelijke strijd mengt, worden uw eigen zenuwkrachten verbruikt. Wanneer u zich dus gaat mengen, vanuit uw eigen sfeer, met uw eigen uitstraling en uw eigen gedachten, u zich gaat bemoeien met hun wezen en hun werk, zult u zich na afloop uitgeput voelen.

Dan vinden wij daaronder, onder de klankwereld, de werelden van de vormen. Lagere entiteiten dus, waartoe velen van onze groep behoren. Wanneer u zuiver stoffelijk redeneert, vormt u voor deze geesten een begrijpelijk beeld. Klank- licht- en kleurwerelden zijn ingesteld op geestelijke beelden. Entiteiten uit de vormkennende en ook de zgn. klankkennende sfeer, richten zich echter in de meeste gevallen op een bepaalde persoon. Hier is dus sprake van persoonlijke contacten: mededelingen, leringen en boodschappen.

Dan is er nog een reeks van entiteiten tussen nevel en licht die nog niet in staat zijn geheel te begrijpen wat het verschil is tussen hun eigen wezen en de stof.

Deze entiteiten vertonen vaak zinnelijkheid van verschillende aard, welke het gevolg is van een soort binding met het stoffelijk bestaan. Ook deze geesten kunnen echter bewust handelen tegenover de wereld.

Al deze door mij genoemde entiteiten – er zijn natuurlijk nog tussentrappen – moeten worden beschouwd als lichtende krachten.

Zij strijden voor begrip, voor bewustwording: dus de éénwording van de wereld van de geest met die van de stof. Daarom kennen zij ook geen haat en hebben geen behoefte om te vernietigen. Hun gevoelens berusten op genegenheid en liefde.

De nevelsfeer bergt dwalende geesten. Dit is een meer besloten wereldje. Zij hebben enig begrip van hun eigen wezen en misschien enigszins van hun eigen toestand. Hun contacten met de wereld zijn echter volkomen incidenteel. Bewuste contacten kunnen zij alleen tot stand brengen met behulp van een hogere entiteit. De impuls welke zij naar de aarde zenden, is een voortzetting van hetgeen zij het laatst op aarde hebben gedaan. Bv. iemand die zich dood gedronken heeft, zal als eerste impuls hebben: door te drinken. Hier bestaat dus een zoeken naar continuïteit, wat voor een mens echter zeer verwarrend kan zijn, omdat hij vaak niet beseft wat eraan voorafgegaan is.

De geheel donkere sfeer, die nog vormloos is, kent geen nevel meer, maar hier is sprake van het zoeken naar een uitweg. Deze entiteiten willen dus alles doen om hun eenzaamheid te verbreken. Vaak hebben ze geruime tijd in deze sfeer vertoefd en hun beïnvloeding kan dikwijls een soort anachronisme zijn, waardoor er dus gehandeld wordt volgens de zeden van 10, 20 of 100 jaar geleden. Deze beïnvloeding is in het algemeen kenbaar door een zeker onbehagen, gepaard gaande met een lichte maar onaangename prikkeling op de hoofdhuid.

Contacten met geesten uit de vormkennende duistere sferen betekenen vaak overdrijvingen op het stoffelijk vlak, omdat deze geesten proberen hun eigen fouten op aarde zo sterk mogelijk uit te drukken, dit geeft hen het gevoel machtiger te zijn in hun eigen wereld.

Uit de zeer donkere sferen komt uiterst zelden contact met uw wereld tot stand. De kentekenen van een dergelijk contact zijn als volgt: als u een vertrek binnen komt – in de open lucht gebeurt dit bijna nooit – zult u een gevoel krijgen alsof u door water of door soep waadt, of loopt, de lucht is dik en zwaar, het lijkt vaak of er meer schaduwen zijn dan gewoonlijk. Het verschijnsel van het uitdoven van een kaarsvlam e.d. komt hierbij niet voor.

Heeft men te maken met een dergelijke entiteit, dan is het noodzakelijk dat men zich onmiddellijk in zichzelf terugtrekt. Deze geesten zullen heel dikwijls bewust strijden tegen de lichtkrachten, en daarbij trachten te bereiken dat anderen datzelfde duister, waarin zij zelf leven, zullen moeten ervaren.

De ontmoeting met menselijke entiteiten, d.w.z. met momenteel op aarde geïncarneerde geesten, komt bijna nooit voor, uitgezonderd bij enkele magiërs. Maar we vinden wel geesten die, vanuit menselijk standpunt, negatief streven. In dit laatste geval kunnen zeer vreemde verschijnselen optreden en vele verwarringen ontstaan. Deze entiteiten kunnen zich zowel tot personen als tot groeperingen wenden. Zij geven er echter de voorkeur aan met groepen te werken. Heel vaak zullen ze trachten de mensen ertoe te bewegen al wat op aarde als normaal geldt, om te draaien. Zij doen dit om hun eigen strijdigheid met de wereld tot uitdrukking te brengen. Over het algemeen zal hun kracht alleen voor zelfzuchtige doeleinden kunnen worden gebruikt, liefst voor dood, verandering van bezitsverhouding en dergelijke.

Enkele nog duisterder grootmachten hebben een nog sterkere donkere invloed.

Als u een vertrek binnen gaat, waarin een dergelijke geest zich heeft gemanifesteerd, of zich zal gaan manifesteren, en het is klaarlichte dag, dan zal het u voorkomen alsof de schaduwen buitengewoon diep zijn, of het licht gedempt wordt en maar ten dele doordringt. Opvallend is hierbij vaak een geur, die ietwat muf aandoet, alsof het stof, dat in de lucht zweeft, zich concentreert. Wanneer u wat langer in deze ruimte blijft, overvalt u een grote loomheid, zodat uw ledematen als van lood lijken. Ook doet zich daarbij vaak hoofdpijn voor en ademhalingsbezwaren treden op. Is de geest werkelijk volledig aanwezig – als zij zich dus openbaart en ook hier geldt dat zoiets zich eerder voltrekt in een vertrek dan in de buitenlucht – dan kunnen wij er vrijwel zeker van zijn dat er daar praktisch geen licht zal zijn. Het zijn deze entiteiten waarvan men zegt dat zij alle licht kunnen doven. Zij absorberen zoveel van de positieve straling die voor ons “licht” is, dat er een gebrek aan licht ontstaat en het dus donker wordt.

Kijk eens, de meeste mensen denken dat geesten uit of van het duister de mensen zullen aansporen tot vanuit menselijk standpunt bandeloosheid en dwaasheid. Laat ik u uitdrukkelijk zeggen dat dit niet het geval is!  Er wordt zowel uit het licht als uit het duister in de mens gezocht, maar naar een bepaalde basisinstelling.

U moet goed onthouden dat, zolang wij geesten komen te staan tegenover een absoluut afwijzende houding, er bijna geen contact mogelijk is. Maar als wij een psychisch juiste instelling ontmoeten, dus een welwillende, aanvaardende houding, dan zullen er bij serieuze pogingen regelmatige contacten met onze werelden tot stand kunnen worden gebracht.

Hebben wij met zelfvoldaanheid te maken, dan zullen alle pogingen tevergeefs zijn. Zelfvoldaanheid betekent ook op het stoffelijke vlak een zich afsluiten voor vele aspecten van de buitenwereld, dit heeft voor de geestelijke bewustwording zeer grote nadelen. Het zijn deze mensen die na hun overgang een zeer lange tijd in de nevelsferen blijven gekluisterd. Zij kunnen eenvoudig niet aannemen dat er meer bestaat dan zij redelijk willen erkennen. Zij weigeren te aanvaarden dat er krachten zijn die ook voor ons van groot belang zijn, nl. die welke wij vaak onze Meesters noemen.

Zij – deze Meesters –  zijn het die ons in visioenen en gedachten de waarheid van het “zijn” en het “leven” tonen. Zij zijn het ook die verantwoordelijk zijn voor het verschijnen van profeten, die de mensen op bepaalde tijden tot inkeer proberen te brengen.

Deze krachten wensen wel een zekere macht, maar ze wensen die macht niet voor zichzelf, zij willen hun macht gebruiken om u meer macht te geven. Zij zijn de bouwers, zij willen de mensheid zelfstandig zien, zij willen u groot maken. Maar juist omdat ze dat willen, laten zij anderzijds veel meer aan uzelf over. Meer dan de gewone geest zijn ze geneigd u met een raad of een aansporing te helpen en verder terzijde te staan. Wel zullen ze ingrijpen onder bepaalde omstandigheden wanneer dat hen noodzakelijk lijkt.

Maar het strookt niet met hun bedoelingen zich te bemoeien met de vorming van individuen, d.w.z. met persoonlijke aangelegenheden van de mens.

Daarom is het van groot belang voor u dat u nooit vergeet wat geest eigenlijk is: een aanvulling van en tegelijkertijd een tegenstelling tot de “mens-in-de-stof”.

Laat u daarom nooit verleiden om zo geestelijk te zijn dat u vergeet dat u in de stof leeft.

En laat u nooit verleiden zo stoffelijk te zijn dat u vergeet wat een geestelijke achtergrond is.

U zou het zo kunnen zeggen: blijf rustig in het midden van de boot zitten, dan kan ze weleens al ronddobberend gaan schommelen, maar nooit kapseizen!

overzicht
volgende tekst →
image_pdf