8 maart 1979
Als we over innerlijke kracht spreken, dan moeten we begrijpen dat ze uit verschillende delen bestaat. Uw innerlijke kracht is gebaseerd op uw voorstellingsvermogen, op uw wilsvermogen, op uw geestelijk vermogen en op uw geestelijke harmonie. Het zijn vier factoren. Nu kunnen we natuurlijk daar een uitgebreide inleiding omheen bouwen. Als daar meer historische beelden in zouden voorkomen, dan zou ik dat denkelijk graag doen, maar aangezien dat niet het geval is, zal ik proberen het in de inleiding kort te houden.
Voorstellingsvermogen.
Als je denkt, bouw je a.h.w. in jezelf een beeld op van een wereld, ook met de omstandigheden welke in die wereld niet of nog niet bestaan. Als je voorstellingsvermogen exact is, dan kun je je een zuiver beeld maken van iets wat je wenst, maar ook van iets wat je aanvoelt. Dat betekent dat iemand, die zijn innerlijke kracht kan omzetten in een beeld, een spreuk desnoods, daardoor de mogelijkheid heeft zijn innerlijke waarde voor zichzelf bewuster te beleven. Dat bewustzijn kan belangrijk zijn, omdat we te maken hebben met de wil. Als u tegen uzelf zegt: Wanneer ik kracht nodig heb, dan krijg ik die wel. Dan krijgt u misschien wel kracht, maar meestal niet naar kruis. Integendeel, u krijgt die kracht meestal op een ogenblik dat ze een kruis is. Want zonder de wil kunt u het hele mechanisme van de psyche niet activeren.
U weet het, de wil is een aloverheersend verlangen dat u brengt tot het uitsluiten van andere mogelijkheden. Maar als ik wil, dan activeer ik daarmee alles wat binnen mijn bewustzijn ligt. Mijn denken, mijn voorstellingsvermogen gaat mee met de wil, met het beeld van het verlangen. Het gehele bewustzijn gaat selectief optreden. Het gaat alle waarden, die met het verlangen in overeenstemming zijn, verscherpt opnemen en alle andere waarden afstoten, daar reageert het niet meer op. Er ontstaat dus een grote concentratie dank zij die wil. Dat impliceert weer, dat de wil een instrument is waarmee wij het geheel van de stoffelijke psyche kunnen richten. Maar een gericht zijn van de stoffelijke psyche betekent een beïnvloeding van de geest. De geest namelijk neemt op uit de stof. Een ervaring in de stof wordt in de geest vertaald: ze wordt naar geestelijke waarden vertaald. Ze betekent voor de geest dus een beleving. Als u een voorstelling heeft en de wil om die voorstelling waar te maken, dan zal uw geest daardoor eveneens zijn gericht op diezelfde waarde. En of dat nog niet genoeg is, die geest heeft nog haar eigen harmonisch vermogen.
Harmonisch vermogen kan men het best omschrijven als het in éénklank zijn en gelijktijdig in verbondenheid bestaan met datgene waarmee men harmonisch is. Een geest, die harmonisch is met andere krachten uit de geest en kracht nodig heeft, zal uit deze harmonische eenheid, zoals je dat dan kunt omschrijven, alle kracht verkrijgen die ze nodig heeft. Hierdoor heeft zij innerlijke kracht. Deze kracht, die in de geest bestaat wordt toegevoegd aan de materie. Ze beïnvloedt daarbij de voorstelling die in het “ik” bestaat. Zij sterkt de wil. Omdat ook het verlangde veel scherper in het brandpunt van de belangstelling, komt te staan en resulteert in energie. Dat is het eerste dat ik moet proberen u uit te leggen.
Dan komen we aan het tweede punt. Innerlijke kracht is over het algemeen meer dan je normaal zelf aan energie kunt opbrengen. Daarvoor zijn verschillende redenen te geven. Als je een voorstelling hebt en je beroept je op de kosmos, dan heb je daarmee niet meer het gevoel van persoonlijke begrensdheid dat normaal het gebruik van je faciliteiten (mogelijkheden) beperkt. Onze “ik”‑voorstelling is een beperking van mogelijkheden, dit kan ik wel, dat kan ik niet, dit is niet mogelijk, dat is wel mogelijk. Neem die grens weg en tot het laatste beetje energie ‑ geestelijk of anderszins ‑ dat in het lichaam bestaat, kan worden gebruikt, er is geen limiet meer. Een mens (en trouwens ook de geest) staat in relatie met de wereld daar omheen. U ontleent aan de wereld rond u voortdurend verschillende vormen van energie. Er zijn energieën die direct met de omzetting te maken hebben. Een soort stroming, die dan weer in de zenuwstromingen in het lichaam wordt verwerkt. Er is ook een vorm van energie die je bijna psychisch kunt noemen, omdat zij voornamelijk op het denkvermogen en op het gevoelsleven een grote invloed. heeft. Er is zelfs nog een vorm van energie de stoffelijk activeert en gelijktijdig geestelijk van aard is. Zij wordt vooral kenbaar in de aura (de straling of het veld deel) rond het lichaam bestaat en zal zich daarbij in het bijzonder lichtend uiten in een of meer van de chakra’s. Waar dit het geval is, hebben we dus een enorme hoeveelheid kracht. Die kracht kan echter alleen gericht en gebruikt worden, indien in ons een voldoende juist voorstelling bestaat.
Innerlijke kracht blijft potentieel en wordt niet geuit tot het ogenblik dat wij in ons de voorstelling hebben opgebouwd waardoor die kracht in beweging, in actie kan worden omgezet. Het kan een actie zijn die ons eigen “ik” betreft, het lichaam bv. Het kan een actie zijn die te maken heeft met geestelijke situaties om ons heen: een afscherming of een contact met bepaalde entiteiten. Het kan zelfs worden tot een direct kosmisch contact waardoor wij voel hogere waarden aanboren dan voor ons gebruikelijk is. Uit dit alles zal u duidelijk zijn dat innerlijke kracht een samengesteld geheel is met vele verschillende gebruikswaarden. Wat u daarover verder wilt weten kunt u na de pauze alsnog formuleren. Ik zou nu willen overgaan naar meer praktische, zaken.
De ervaring heeft ons geleerd dat de mooiste theoretische beschouwing voor de mensen minder betekenis heeft dan een eenvoudig werk of testsysteem. Kortom, een doe‑het‑zelf‑omschrijving.
In de eerste plaats. Indien u zich bewust wilt worden van uw innerlijke kracht (vergeet niet, ze is er altijd), dan kan dit nooit in een toestand van gespannenheid. Dus leer uzelf ontspannen. Neem er de tijd voor. Doe het als u dat wilt meditatief. U kunt het ook gewoon doen door met het vooropgezette doel om zo ontspannen mogelijk de krachten te aanvaarden en op te nemen gewoon een dutje te doen. Meditatie staat wel veel beter, waar de resultaten zijn ongeveer gelijk, dus maakt u niet druk.
In de tweede plaats: Innerlijke kracht kan alleen betekenis hebben, als we weten waarvoor we haar willen gebruiken. Wanneer u als een vis op het droge ligt te happen, ik wil nu kracht, ik wil innerlijke kracht, dan krijgt u die misschien wel, maar u merkt er niets van. De kans is dan groot dat u zegt: het heeft niets uitgehaald, terwijl u alleen maar heeft vergeten om de mogelijkheid te scheppen voor die kracht om zich te ontladen of te manifesteren. Als u dan zo ontspannen bent, begin met het proces van het opbouwen van een voorstelling. Die voorstelling kan op feiten berusten, maar ze kan evengoed symbolisch zijn. Het belangrijke is, dat u in die voorstelling een aanleiding ziet om innerlijke kracht op welke wijze dan ook te gebruiken. Dat is de hoofdzaak.
Als u eenmaal het idee heeft, zo wil ik die kracht gebruiken, dan moet u zich werkelijk even gaan inspannen, het wordt dan iets moeilijker. U probeert nu met de wil u die kracht voor ogen te stellen. U gaat ervan uit dat die kracht naar u toevloeit. U probeert dat te voelen. U zegt: niets is nu belangrijk buiten die kracht. Wat zoals u misschien heeft gemerkt een autosuggestief proces is waarvan heb doel is alles uit te schakelen dat niet past bij de kracht die u wilt ontwikkelen en het doel dat u nastreeft. Als u zover bent dat die voorstelling er is, dan wederom ontspannen. Nu probeert u die voorstelling vast te houden. Mediteer er een beetje over, laat het door uw gedachten cirkelen, blijf ermee bezig en ontspan u zo volledig mogelijk. Wissel uw voorstelling zo nu en dan af met de stelling: alle kracht die ik ontvang, zal voor dit doel worden gebruikt. Het is eenvoudig genoeg. Het is alleen even wennen. Dan komt het ogenblik dat je tegen jezelf zegt: nu wordt het toch tijd dat er wat gebeurt.
Stel u het doel van deze kracht zo goed mogelijk voor. Het is wederom een suggestief proces. Het is autosuggestie, maar het werkt. Als u zich nu het doel heel duidelijk voor ogen heeft gehaald, dan stelt u zich voor dat van u uit een straal licht gaat in de richting van dit doel. Is het doel het eigen “ik”, wilt u uw fysiek een beetje opvijzelen, stel u dan voor dat uit één punt van de aura (kies bij voorkeur het voorhoofd-chakra, als dat ook maar enigszins ontwikkeld is, dat is het best voor u) een zilveren net van kracht uitvloeit over uw hele wezen. Stel u voor, dat u daarmee helemaal wordt gevuld totdat het lijkt of u een zilveren beeldje van de keurmeesters bent, gemaakt naar natuurlijk model. Houd dit ongeveer 5 minuten vol, niet langer. Zeg daarna tegen uzelf: Nu wordt het tijd voor een kopje thee. Andere verversingen die rijker aan alcohol zijn zou ik u niet zozeer willen aanbevelen. Maar thee, water, vruchtensap is ideaal.
Drink wat, lees de krant of doe wat anders. Als u dan een paar uur de tijd heeft gehad, gaat u na welke veranderingen zijn opgetreden. Er moet dus altijd tussen de wilspoging en het nagaan van het resultaat een periode van enkele uren liggen. U zult zich afvragen. Waarom? Wel, als u in uw lichaam kracht opslaat om dat lichaam gezonder te maken, dan moet die kracht eerst weer worden opgenomen in de normale krachtstromen van uw lichaam. Dat betekent dat, als er een falen is bv. in een deel van het zenuwstelsel, dat dit dan tijdelijk overladen wordt. Daarna egaliseert het zich en wordt een deel van de kracht opgenomen in de z.g. noordelijke en zuidelijke levensstromen, weer een ander deel wordt aan de aura toegevoegd. En dan pas kunt u constateren wat er met u aan de hand is. Als u die kracht aan een ander stuurt, dan moet u ook begrijpen, wat u doet is een proces in werking zetten. Het is een kraan opendraaien. En als u een kraan heeft waar er maar een straaltje uitsijpelt (misschien loopt het bij u als bij een brandslang, dat kan ook), dan kan het een hele tijd duren voordat het teiltje vol is m.a.w. voordat die energie voldoende heeft doorgewerkt om dat resultaat tot stand te brengen. Dus, we hebben eenvoudig tijd nodig. De processen, die zich afspelen in de periode die wij nodig hebben om wat te drinken, een dutje te doen of een krant te lezen, gaan automatisch door. Want onze wil heeft nu eenmaal een doel gesteld en dan is er de neiging om door te gaan met de actie op onbewust niveau tot het ogenblik, dat voor zover mogelijk aan het gestelde doel is tegemoet gekomen. Pas als een verdere verhoging van niveau of werking mogelijk is, dan zegt het “ik” automatisch ’stop’, dan kapt het af.
Nu zult u zeggen: Ik heb die geestelijke kracht ook wel eens nodig om naar de geest te gaan. Toerisme is nu eenmaal mode in uw wereld. Dan stelt u zich deze kracht in de eerste plaats als een lichamelijke voor. De lichamelijke kracht zal namelijk, omdat u een geestelijk doel nastreeft, ook uw aura doordesemen en daar mee het astrale‑ en het levenslichaam opladen. U beschikt dan ook over meer energie. Bij uittreding is er een grotere energieflux mogelijk langs het gouden of zilveren koord: de verbinding tussen een geest en een lichaam zolang dat lichaam niet dood is. Op deze manier zult u dus gemakkelijker kunnen uittreden en zal het aantal gevaren dat daarbij kan optreden aanmerkelijk afnemen. Dan hebben we hier een paar eenvoudige gebruiksaanwijzingen.
Hoe moet ik mij innerlijke kracht voorstellen? De kosmos is één geheel van kracht. Noem het God of geef het een andere naam. Van die kracht ben ik, door het feit dat ik besta, déél. Dat kan voor een groot stuk zijn of voor een klein stuk, meestal is het maar een heel klein stukje, maar ik hoor erbij. Deze kosmische kracht, voor zover ze in mij bestaat is voor mij altijd de basis van de innerlijke kracht. Wanneer ik deze kracht op welke wijze dan ook versterk ik mijn deelgenootschap met het totaal. Daarom is aan innerlijke kracht geen werkelijke limiet gesteld. De enige limiet: die bestaat is die welke door ons eigen wezen wordt gesteld en zelfs dan is het een kwestie van onze voorstellingen en daardoor het afremmen van de opname. Wie deze theorie heeft kunnen volgen, zal moeten toegeven dat kosmische kracht onbeperkt is. Maar dan moet het geloof in die kracht eveneens onbeperkt zijn. Als ik nu denk dat dat op zichzelf niet zo gemakkelijk is, kan ik daarvoor misschien hulpmiddelen gebruiken.
Wanneer iemand een God oproept en hij doet dat op de juiste manier, dan brengt hij daardoor allerlei trillingen voort. Maar die trillingen zouden wel eens zijn eigen begrip van begrensdheid kunnen verbreken de mens. Er is kracht. Maar is er dan méér kracht óf merkt hij dat kracht altijd aanwezig is? U kent die grapjes wel. Dat hebben ze gedemonstreerd. Dan zeggen ze: Hoor mij, Adonai! Als ze het goed doen ze: Hé, het trilt een beetje om ons heen. Dat is dan die kracht. Ook kan men er gebruik van maken bij muziek. Wat dat betreft, zult u in heel veel kerken een bijzonder goede sfeer aantreffen. Het is een mogelijkheid om meer kracht op te nemen, als daar Gregoriaanse gezangen worden gezongen. Sommige stukken van Bach zijn daar ook goed voor. Vivaldi heeft ook enige uiterlijke omstandigheden kunnen dus het bewustzijn van de innerlijke kracht versterken. Dan zijn we toch gek, als we daar geen gebruik van maken. Als een mens tot rust wil komen, zich wil ontspannen, dan moet hij niet in een buurt van rode lampjes vertoeven. Dan kiest hij voor een vertrek met zo weinig mogelijk geluid en blauw licht. Als hij dan één concentratiepunt wil hebben, dan steekt hij een kaars aan waar hij naar kijkt. Dat is alles. Daardoor komt hij gemakkelijk tot rust, door die rust kan hij zich gemakkelijk concentreren. Door de concentratie kan hij opbouwen, hij kan beter de wil richten op die voorstellingen en zo het proces op gang brengen. Wat voor veel mensen waarschijnlijk een teleurstelling is.
Als je zegt: “innerlijke kracht” dan zijn er mensen die denken dat ze een soort stopcontact in zich bergen. Steek de stekker erin en de hele zaak begint te functioneren. Zo is het echter niet. Anderen zeggen. Ik heb geen kracht. Alleen God heeft kracht. Zij hebben wel gelijk, maar ze hebben toevallig een stukje ervan in bruikleen, en dat moeten zo leren gebruiken. Innerlijke kracht heeft u altijd. Ik kan het niet genoeg herhalen. En om de inleiding af te ronden. Realiseer u dat die kracht niet alleen bij ú berust, ze is overal. Deze kracht kan door u beseft, worden gebruikt. Wat u kracht noemt is niets anders dan dat deel van de totale kracht waarop u invloed kunt uitoefenen. Leer dit invloed uitoefenen te doen op uw eigen manier. Als u het heel vaak doet, kunt u het soms met een enkel wachtwoord doen. Schietgebedjes hadden vroeger deze functie. En maar goed ook, want als gebed zijn ze om op te schieten.
Magische formules hebben ook vaak precies dezelfde functie. Zelfs bepaalde kreten hebben een soortgelijke betekenis. Het is gewoon een gebruikmaken van het onderbewustzijn om door een enkele handeling een toestand van voorstelling, wil en concentratie tot stand te brengen. U kunt op duizend en één manieren die kracht manifesteren. Onthoud echter wel één ding: U kunt de innerlijke kracht nooit manifesteren, als u uw eigen toestand ontkent. Als je in de hel zit en zegt: Ik zit in de hemel, vergeet dat dan maar. Dan eindig je, als roostie. Als je zegt: ik ben lichamelijk moe of, mijn zenuwen doen het niet meer goed. Geef jezelf de fout toe. Pas als je de fouten t.a.v. jezelf en in jezelf kunt erkennen, is het mogelijk desondanks die kracht te activeren en te gebruiken desnoods om die verschijnselen uit de weg te ruimen. Uit het oude kerkelijke gebruik uit de eerste eeuwen van het christendom kennen wij de openbare schuldbelijdenis. Dat is allang verdwenen, omdat vele van de gelovigen vooraanstaande mensen zijn. En als die hardop gaan zeggen waaraan ze schuldig zijn, dan zijn ze niet meer vooraanstaand. Vandaar dat dat verdwenen is. Die schuldbelijdenis heeft een heel andere functie dan de mensen denken. Zij zeggen: Dat is om te voorkomen dat je in de fout vervalt. Neen. Belijden van je schuld, belijden van je onvolkomenheden, van je behoefte en wat dies meer zij en wel zo duidelijk mogelijk betekent, dat je elke begrenzing t.a.v. die toestand, elke poging om het te verdringen voor jezelf uit de weg ruimt. Het betekent dat je innerlijke kracht vanaf dat ogenblik geheel kan worden gericht op die effecten en op alles wat daarmee in verband staat. En dat zal nooit gaan, als je tegen jezelf zegt. Ja, ik ben wel lid van de N.S.B. geweest, maar dat heeft mijn broer gedaan ……
Wat ik dus probeer te zeggen: De schuldbelijdenis of eigenlijk de zo openlijk en volledig mogelijke erkenning van eigen tekorten is noodzakelijk om de volle innerlijke kracht vanuit en door onszelf ontleend aan de goddelijke Totaliteit, maar door en vanuit onszelf werkend, te richten op hetgeen ons kwelt, en dat teniet te doen. Op dezelfde manier moeten wij, als we een doel kiezen buiten onszelf, bereid zijn om dat doel volledig juist te omschrijven. Dan moeten we niet zeggen: Ach, ik heb zo’n medelijden met die arme mens. Dan moeten we kijken. Wat is dat voor een mens? En dan zeggen we soms: Dat is een sukkel die verliefd is op zijn eigen lijden. Laat ons dit syndroom doorbreken. Dan blijkt dat die kracht wel volledig en direct werkt. Als we met medelijdende frasen en doekjes voor het bloeden bezig blijven, dan zit er zo’n pantser tussen de ander en de kracht, dat er maar een heel klein beetje kracht kan doorsijpelen.
Eerlijkheid, zelfkennis, maar ook kennis van het doel waarop u uw kracht richt is noodzakelijk. Als u daarmee rekening houdt, dan zult u merken dat uw innerlijke kracht op den duur bijna onuitputtelijk is, dat ze niet gebonden is aan riten of rituelen, maar dat ze alleen door het aanvoelen van deze kracht en haar mogelijkheden uit uzelf actief is. Dan zult u tot de conclusie komen, dat zodra u stopt met uw zelfbeklag veel van uw ellende en uw feilen kan worden weggewist door de kracht die in u leeft. En als u dat in de gaten krijgt, dan krijgt u een hekel aan uzelf, wanneer u weer bezig bent uzelf te beduvelen in hoop dat de wereld het gelooft. Want dan weet u juist door voor mijzelf iets te verhullen, maak ik het en voor mijzelf én zelfs voor de wereld en de kosmos onmogelijk om er iets in te veranderen.
U heeft die kracht. Maar begrijp wel: u kunt die kracht alleen gebruiken vanuit een harmonie. U kunt geen mens genezen die ziek wil zijn. U kunt geen licht doen opgaan in een ziel die verliefd is op eigen duisternis. Maar daar waar een harmonie bestaat van welke aard dan ook, kan op basis van de bestaande harmonie: deze erkenning en wederkerigheid de kracht in u worden gebruikt om in de gehele wereld datgene tot stand te brengen wat in uw besef juist is en wat door de ander als zodanig kan worden aanvaard.
Is innerlijke kracht nu van stoffelijke of geestelijke origine?
Ze is van kosmische oorsprong en kan tot stoffelijke kracht worden, mits ze wordt getransformeerd via de eigen voertuigen, dus, in feite via de geest. Stel u het volgende voor: Elke cel in een lichaam heeft een eigen lading. Men noemt dat wel bio-elektriciteit. Sommige cellen in het lichaam produceren een lading die ook naar buiten toe afvloeit en veroorzaken dus een bio‑stroom. Dat zijn dan de dwarsgestreepte spieren. Daarnaast kennen wij de op soortgelijke impuls reagerende en elders weer deze impuls wekkende cellen. Dat zijn de neuronen, de zenuwcellen. Tezamen zijn dat de stoffelijke bronnen van energie. Hierbij zij verder opgemerkt, dat het functioneren van de cellen via osmotische processen plaatsvindt waardoor krachten worden toegevoerd (Zuurstof maar ook voedingsstoffen) waarmee de cel zich dus voortdurend kan voeden, zo nodig kan vernieuwen. Dit is nu de stoffelijke kracht. Maar wij denken. Het denken op zichzelf is voor de mens een soortgelijk biologisch proces. Het is dus geen geestelijk proces. Het is gewoon een kwestie van doorlaatbaarheid van cellen in bepaalde richtingen en daardoor een ontstaan van een aantal associatiebeelden, die elk door vele cellen tezamen worden opgebouwd. Maar de kracht, die in ons bestaat als levenskracht, kan in al deze functies van zuiver lichamelijke aard stimulerend werken.
Voorbeeld:
Er zijn twee hoofdstromen van levenskracht in elk lichaam. Wanneer die stromen geheel gelijkmatig zijn en er zou in het lichaam, een tekort aan bio-energie ontstaan, dan zal de levenskracht van zich uit een prikkel vormen waardoor ze wordt aangevuld. De levensstromen werken dus, ofschoon ze op zichzelf niet zuiver stoffelijk zijn, stimulerend op het stoffelijk evenwicht van kracht en als de juiste stimulans voor alle cellen in het lichaam. Nu hebben we ook nog te maken niet een vorm van gedachtekracht die eigenlijk niet aan de hersenen inherent is. Die schuilt niet in de hersenen zelf, maar ze maakt eigenlijk deel uit van wat wij de aura noemen. De aura bestaat voor een deel uit de uitstraling van de stof, maar ze bezit daarnaast nog een tweetal (heel globaal gezegd) andere lagen. In de middelste laag zien wij wat we noemen levenskracht. Een vorm van kracht die behoort tot de tussenrijken en de lage lichtsferen en die in de aura de mogelijkheid heeft te compenseren voor de levenskracht, maar zelf reageert op elke verandering van krachtuitstraling in het lichaam. Dan kennen we nog een krachtuitstraling die behoort tot het werkelijke rijk van de geest. Ze is bij de mens meestal van een blauw‑violette kleur, in enkele gevallen zilver. Dan streken wij van een heiligenkrans. Soms zijn er gekke heiligen bij als je naar die kransjes kijkt. Deze uitstraling op zichzelf wordt ontleend aan de geestelijke gebieden. Ze is niet kosmisch van geaardheid, maar behoort wel tot de geestelijke gebieden. Zij heeft de mogelijkheid om de levenskracht, die tot de lagere gebieden behoort, aan te vullen en zo door transformatie van energie tenslotte ook een juistere verdeling van de levensstromen (een egalisatie van levensstromen) in het lichaam tot stand te brengen: wat weer betekent dat juistere krachtniveaus op cellulair niveau worden bereikt.
Nu komen we pas aan de innerlijke kracht. Wij hebben nu al die andere krachten gehad. Het “ik” dat in zijn wezen meer geestelijk is dan stoffelijk, al denken mensen daar soms anders over, heeft in zich een klein stukje energie. Je zoudt het misschien het best kunnen omschrijven als magnesiumwit licht. Het is meestal een betrekkelijk kleine vonk. Maar deze vonk is verbonden met haar bron. Deze kracht zal de geesteskracht (de geestelijke krachtuitstraling in de buitenste laag van de aura) kunnen verzadigen. Indien dit liet geval is, dan spreken wij van die zilveren uitstraling: de heiligenkrans. Van daaruit kan de transformatie naar het eigen lichaam plaatsvinden. Gelijktijdig betekent het, dat de gehele aura met deze kernkracht wordt geladen. En nu is ze niet meer aan geaardheid gebonden. Dit is belangrijk!
In de aura is de kosmische kracht, die gelijktijdig de basis is van uw innerlijke kracht, dus niet gebonden aan een bepaalde vorm van uitstraling. Normaal zou je met de geestelijke delen van je aura wel telepathische contacten tot stand kunnen brengen of contacten tussen mens en geest. Maar je zoudt daarmee niet een vijand kunnen verslaan, een grens trekken of regen laten vallen in een droog gebied. Zodra nu de innerlijke kracht volledig aanwezig is in de aura, kan zij op alle punten worden gericht. Dit richten geschiedt dan meestal vanuit een enkel punt in de aura, namelijk het chakra dat het meest ontwikkeld is. Indien meer chakra’s geheel ontwikkeld zijn, dan het hoogst ontwikkelde chakra. De functies die mogelijk zijn vanuit dit licht worden door het aantal functies in een chakra dus mede bepaald. Dat wil zeggen, dat als het topchakra actief wordt, wij dan spreken over de 144 mogelijkheden. In feite is dat het totaal van kosmische mogelijkheden voor zover het besef maar reikt. Is het voorhoofd-chakra geactiveerd, dan zitten we op de helft: dus 72. Dat is nog heel wat: daar kun je heel wat mee doen… Daarmee kun je lood in goud veranderen, stenen in brood, zieken genezen en onder omstandigheden, wanneer de geest nog aanwezig is, het zilveren koord weer vastmaken en zo een dode laten opstaan. Als u het ooit zóver brengt, doe het niet. U krijgt last met erfgenamen en advocaten. Mogelijk is het dus wel. Dan kunnen we zeggen dat onze innerlijke kracht in feite een deeltje is van de kosmische kracht, dat door onze wijze van werken en concentreren zodanig actief kan worden dat het geheel van onze persoonlijke uitstraling daarmee gevuld is. Vanaf dat ogenblik, is middels ons besef, dat zowel de gevoelens als de gedachte en de wil bevat een uitstraling mogelijk in elke vorm en naar elk object.
Maakt de gerichtheid van de innerlijke kracht uit, of je een wit‑magiër of een zwart‑magiër bent?
Als je met de innerlijke kracht wilt werken in een zuivere vorm, dan zul je wit‑magiër moeten zijn. Want op het ogenblik, dat je zelfzuchtig reageert met deze kracht en daarbij niet alleen de instandhouding van je eigen wezen maar voordelen voor ogen hebt, kom je in een situatie te verkeren waarin de mogelijkheid om die kracht te gebruiken afhankelijk is van drogredenen, die je tijdelijk voor jezelf kunt opbouwen, maar die toch altijd weer doet je worden erkend voor wat ze zijn, omdat je werkt vanuit een vorm van zelfbedrog. In feite moet je t.a.v. deze innerlijke kracht eerder een chaotische toestand scheppen en uit die chaos, waarin dus geen richtlijnen en vormen aanwezig zijn, waarmaken wat een ander door de innerlijke kracht waarmaakt. Maar dan ben je zodanig afhankelijk van deze harmonie met de chaos dat op het ogenblik, dat deze zou worden verbroken, zelfs je vermogen om de eigen levenskracht in stand te houden wegvalt. Dat is namelijk het nadeel van de zwart‑magiër. De zwart‑magiër blijft gebonden aan de opgewekte harmonieën, ook als hij daarmee zuiver egoïstische en persoonlijke drijfveren kan nastreven. Ten laatste wil ik opmerken, dat sommige zwart‑magiërs eigenlijk worden gedreven door een behoefte om de geheimen van de kosmos te leren kennen en daarbij het onbenaderbare van de innerlijke kracht in hen proberen te omzeilen door het tegendeel van deze kracht als basis voor een onderzoek te gebruiken. Dus als iemand aan zwarte magie wil beginnen, dan moet hij wel weten wat de innerlijke kracht is. Maar hij moet ook weten, dat ze alleen herleid tot chaos bruikbaar is. En aangezien u ‑ voor zover ik het hier kan zien ‑ voor chaos minder geschikt bent, al leeft u er soms in, zou ik u willen raden om dergelijke pogingen vooral te vermijden. Ze zijn ten slotte voor uzelf destructief.
Als je je innerlijke kracht wilt voorstellen, is het dan goed om te denken aan heel helder wit of goud licht?
Dat kunt u doen. De vorm waarin u zich iets voorstelt, is eigenlijk niet zo belangrijk. Wel belangrijk is de waarde die u eraan toekent. Dat wil zeggen, dat de voorstelling een symbool is waarin zowel geestelijk besef als emotionele waarden, waarde van het menselijk onderbewustzijn en zelfs waarden uit het totaal menselijk bovenbewustzijn een rol spelen. Wanneer voor u de vraag rijst, of dit de juiste vorm is, zou ik zeggen: Probeer het. Want dan zal het voor u waarschijnlijk één van de bruikbare voorstellingsvormen zijn, mits uw wil harmonisch daarop gericht kan worden. Elke mens heeft zijn eigen gedachteleven, zijn eigen gevoelsleven. Dat wil zeggen, dat hij zijn voorstellingen zelf moet opbouwen aan de hand van zijn persoonlijke inhoud, zijn persoonlijke gevoelens, zijn zuiver persoonlijke benaderingen van de dingen. Als u dat niet kunt doen, dan heeft een voor schrift geen zin, want dan kan het voorschrift niet in de plaats treden van het persoonlijk werken. Dus als ik u voorschriften geef, dan is dat alleen maar misleidend, vandaar. Zijn we door de vragen heen? Deo gratias! Ja, God mag je er ook wel even bijhalen. Want in alles wat we zijn en doen speelt Hij een rol, al is het maar als de kracht waaruit we bestaan en waardoor we ten slotte onze mogelijkheden hebben.
Narede:
Wij hebben gesproken over innerlijke kracht. Elke kracht die uit het licht, uit God stamt, is een kracht die voor ons weldoend is, ook als ze soms pijnlijk is. Want vergeet niet, dat het licht dat wij het goddelijk Licht noemen en waaruit de innerlijke kracht eigenlijk bestaat, een licht is dat de onwaarheid en de illusie verteert. Wij houden soms van onze illusies. Het betekent, dat veel van hetgeen wij menen te zijn wordt opgelost, maar de werkelijkheid blijft over. Dit is het licht waardoor wij aan alle valstrikken en alle illusies kunnen ontkomen. Deze kracht, die in ons zal blijven bestaan, al zouden we moeten afdalen tot het diepste duister. Het is ons besef van deze kracht, ons vermogen om deze kracht in ons steeds meer te activeren waardoor wij ons bewust worden van datgene wat wij zijn, maar ook van datgene wat die totale kracht is. Als wij de ziel voorstellen als een kringloop waarin wij door alle sferen en werelden gaande naar het duister afdalen en door het duister opstijgen naar het licht, zoals zelfs in de geloofsbelijdenis staat: “Afdaalde ter helle en de derde dag herrees”, zo moeten wij beseffen, dat waar het licht in ons beseft is, wij licht zijn in de duisternis, maar ook dat wij een lichtend antwoord zijn op het licht. En dat door het licht in ons een dialoog met de bron van alle licht mogelijk wordt. De innerlijke kracht is de sleutel tot de voltooiing, niet slechts van een leven of van een enkele daad, maar van de totale bewustwording, de totale zelferkenning, het opgaan in het kosmisch geheel waarin het “ik” zich dan gaat beseffen als een functie van een waarheid die zich in vele vormen manifesteert.
Kijk, innerlijke kracht is mooi: het is een woord. Als gebruikskracht voor een mens en voor een geest van onvoorstelbare waarde, maar ze is en blijft veel meer dan dat. Ze is de essentie van het leven. Ze is de kracht van de totaliteit. En haar realiseren, met haar leven en werken is de zin van ons bestaan. Ik heb u de innerlijke kracht zo eenvoudig mogelijk voorgelegd. Maar uit deze eenvoud van benadering dient in elke mens het besef te groeien van het gebruik en van het werken met de innerlijke kracht. Wie een beroep doet op de kracht die in hem/haar leeft, leeft steeds meer in de werkelijkheid. En wie leeft in de waarheid, leeft in een wereld waarin God de omgeving vormt. Waar God de omgeving vormt, daar zal door de waarheid de voleinding mogelijk zijn van al wat als bestemming in ons is vastgelegd.