6 juni 1983
Zo, goedenavond vrienden. Wat ons onderwerp betreft, wil ik u eraan herinneren dat wij sprekers van deze groep niet alwetend of onfeilbaar zijn. Dat neemt niet weg dat we dus nu gaan praten over het verschil tussen Jezus en de Goeroes. Wanneer je probeert om een verschil te definiëren, dan moet je eerst uitgaan van een norm. Ik denk dat de norm waar het hier over gaat, voornamelijk ligt in de totaliteit of het meer kosmische van een bewustzijn. Jezus is een figuur die in vele opzichten lijkt op een goeroe. Natuurlijk hebben we later de wonderverhalen gekregen rond zijn geboorte, zoals dat gebruikelijk is bij heel veel personen die bijzonder in aanzien zijn gestegen, de Boeddha, maar ook Franciscus van Assisi, bepaalde Chinese filosofen bijvoorbeeld, zijn eveneens onder zeer bijzondere omstandigheden geboren.
De Jezus die we kennen, is eigenlijk maar een heel klein deeltje van de werkelijke Jezus. Wat je van hem hoort, dat is zijn openbaar leven en zelfs van alle leringen die hij gegeven heeft, is maar betrekkelijk weinig overgebleven en is dan wel genoeg geweest voor een paar evangeliën, maar toch alles bij elkaar genomen, heeft Jezus de mensen meer gebracht in zijn tijd en meer geleerd. Hij was integendeel tot de meeste goeroes niet met zichzelf bezig.
Een goeroe is meestal iemand die een innerlijke weg volgt en die daarbij bereid is eenieder te aanvaarden die dan toevallig die weg mee wil gaan, die absolute onderwerping van zijn leerlingen pleegt te vragen en die daarnaast heel vaak voorwaarden en levenscondities oplegt aan zijn leerlingen, waaraan hijzelf niet of ternauwernood beantwoordt.
Jezus is een mens die gereisd heeft, er is weinig van bekend, ik weet het, maar hij is bijvoorbeeld van ongeveer zijn inwijding in de tempel, zijn bar mitswa, zullen we maar zeggen, is hij dus eigenlijk op reis geweest. Hij is daarna nog een keer op reis geweest. Zijn familie had relaties met Egypte. Hij heeft kennis gemaakt met Egyptische denkers, ook met Egyptische magie neem ik aan. Hij heeft wat kennis gemaakt met de denkers van het oosten en schijnt zelfs doorgedrongen te zijn tot aan de grenzen van, zeg maar, het huidige Pakistan.
In al die tijd horen we van Jezus niets. Er wordt weinig over gesproken. Pas wanneer hij terugkomt – en dan is hij toch al een jaar of 26, 27 – dan horen we dat hij overal als leraar optreedt in de verschillende synagogen. En als hij in de sjoel (synagoge) komt, ja, dan is hij een gerespecteerd persoon, hij weet veel, hij heeft veel gezien, hij is belezen, kortom, hij heeft respect. Maar als hij begint om teksten uit te leggen, dan is het al heel gauw een profeet die in zijn eigen land niet geëerd wordt. Hij gaat namelijk niet uit van een bestaand stelsel, hij gaat uit van een innerlijke waarheid.
Kijken we naar de meeste goeroes, dan ontdekken we dat ze hun denken enten op bestaande stelsels. Sommigen gaan uit van yogasystemen, anderen gaan weer uit van oude Sanskriet geschriften, weer anderen grijpen naar filosofieën, die erg belangrijk zijn geweest en misschien nog zijn en die tussen Boeddhisme en Hindoeïsme in liggen.
Een goeroe schept het idee dat je buiten de wereld staat, dat je meer bent dan een ander. Hij moet dit wel doen, want zijn gemeenschap is besloten. Zijn wereld bestaat niet uit mensen die voortdurend in- en uitgaan in die maatschappij, die daar voortdurend contact mee hebben. Nee, integendeel, hij heeft eigenlijk de ashram nodig, het eigen afgesloten dorp, zeg maar, met als centrum de leermeester en daaromheen de leerlingen. Daarmee wil ik geen waardeoordeel geven over hetgeen zij brengen, let wel. Er zijn goeroes die heel belangrijke en goede leerstellingen verkondigen.
Maar kijk nu naar Jezus. Jezus is eigenlijk aan het worstelen met zichzelf, of hij de waarheid nu wel of niet zal gaan spreken. En het schijnt dat zijn ontmoeting met Johannes de Doper aan de Jordaan eigenlijk een van de beslissende momenten is geweest daarbij. Vanaf dat ogenblik gaat Jezus rond, zeker. Hij kiest zich volgelingen uit, iets wat de goeroes ook doen. Maar Jezus kiest alleen maar zijn eigen reisgezelschap uit. Het is misschien oneerbiedig om het te vergelijken met iets als ‘de ban van de ring’ of zo, dat boek van Tolkien, dat zo’n lange tijd opgang heeft gemaakt. Maar hij zoekt eenvoudig reisgezellen. Zijn apostelen worden dan ook geroepen en zij gaan mee. Maar het is geen kwestie van ‘ik zal je dit geven’ of ‘ik zal je dit leren’, het is gewoon ‘ik heb je nodig, ga je mee’.
De goeroe heeft over het algemeen de neiging om eerst te vertellen wat hij allemaal voor je kan doen en dan een onderwerping eisen. Jezus eist deze kennelijk niet.
De praxis van Jezus’ leven wijst er steeds weer op dat hij zeker niet armoedig is geweest. Men denkt heel graag aan hem als een soort arme bedelaar met z’n gevolg door het land trekkende. Maar de praxis moet anders geweest zijn, want wij horen dat hij op bruiloften wordt uitgenodigd, dat hij overal geëerd is. Zelfs als ze dobbelen om zijn overkleed, dan doen ze dat, omdat het uit één stuk geweven is. En geloof me, dat was in die tijd een kostbaarheid. Dus wanneer je die dingen bekijkt, dan zeg je: wat heeft Jezus dan gedaan? Hij heeft naast de uitgekozen leerlingen eenvoudige mensen aanvaard. De mensen die hij aanvaard heeft, al lange tijd genoemd als de 42 of de 72, zijn mensen die niet aan hem gebonden zijn op geen enkele manier, buiten door hun eigen wil. Jezus oefent op hun leven, hun werken geen invloed uit, anders dan door zijn persoonlijkheid. Hij schrijft ze niets voor. Met hen heeft hij plechtigheden op afgelegen plaatsten, vaak ergens een beetje een woest gebied en dat wordt dan omschreven als magie, inderdaad. Daar worden bepaalde plechtigheden gevierd, waarin we toch wel Egyptisch magische en Perzisch magische elementen aantreffen.
Maar dan gaat Jezus onder het volk, en wat is hij? Hij is iemand die voor iedereen toegankelijk is. Niet de goeroe, die een lijfwacht nodig heeft, zoals één bepaalde om te snuffelen of hij niet te veel naar melk, kaas of tabak ruikt, want dan moet je eerst van die lucht ontdaan zijn voordat je in zijn nabijheid mag komen. Hij is gewoon iemand die overal doorheen gaat.
Natuurlijk, het is erg mooi, wanneer een goeroe zegt: mens, leef je uit. Jezus zegt niet dat je je niet uit mag leven, maar hij predikt zelfdiscipline. Let wel, geen wet van buitenaf, niet: je moet dit en je zult dat. Hij predikt zelfdiscipline en hij geeft er een reden voor.
Hij houdt de mensen ook niet bezig met allerhande diepgaande filosofieën. Als er één ding is wat Jezus had kunnen worden, dan was het een volksmenner geweest, want hij had de absolute gave van het woord. Hij wist telkenmale weer te spreken precies in die beelden die voor zijn gehoor aanvaardbaar waren, wat moge blijken uit bijvoorbeeld de toch wel zuiver rabbinale opzet van vele van zijn gelijkenissen.
Hij geneest mensen langs de weg, gewoon omdat ze het vragen of misschien omdat hij vindt dat het nodig is. En ook dat is een eigenaardig verschijnsel. Er zijn goeroes die kleine en grotere wonderen doen. Laten we dat niet uitvlakken, niet zeggen dat het niet bestaat. Maar hun wonderen zijn voor exclusieve gelegenheden bestemd. Ze zijn als het ware alleen maar demonstratie. Voor Jezus is dat genezen, dat helpen eigenlijk alleen een kwestie waar we zelfs in het moderne christendom niet bepaald veel raad mee weten.
Neem nu die bruiloft in Kana bijvoorbeeld. Iedereen heeft, zo te zeggen, een tikkeltje de hoogte. En er is geen wijn meer. En wat doet Jezus? Hij maakt de gebaren over vaten met water en het smaakt hen als de beste wijn. Het was kennelijk ook wijn, want ze kregen verder de hoogte. Dat zijn hele typische dingen. In de moderne tijd, zouden ze zeggen, dat kan gewoon niet, de hele bond van drankbestrijders zou onmiddellijk in het geweer komen: ‘Je kunt dat toch niet aanmoedigen, de laster van de mens’.
En wat de zedelijkheid betreft is Jezus kennelijk ook van een heel ander inzicht dan de meesten van zijn volgelingen. Men wil de overspelige vrouw stenigen, wat doet Jezus, hij schrijft in het zand. Ze hebben wel eens gevraagd: wat schreef hij dan eigenlijk? Het antwoord dat toen een van de onzen gaf: dat zal waarschijnlijk haar klantenlijst geweest zijn. In ieder geval, geen van hen gooide een steen. Maar hij praat ook aan de bron met een vrouw die vele malen gehuwd was, bovendien een Samaritaanse die ketters was. Hij gaat er gewoon mee zitten praten.
Hij vraagt zich niet af: is het nu tijd om dit of dat te doen of niet. Wanneer er een jongeling door het dak naar beneden wordt gelaten, dan zegt Jezus niet: ja, maar ik ben uitgeput en ik moet nu mijn geestelijke krachten eerst verzamelen – iets wat je van menige goeroe kunt horen, zelfs als hij alleen snurkt, terwijl hij verzamelt – nee, hij geneest iemand gewoon. Hij zegt: ‘neem uw bed op en wandel, uw zonden zijn u vergeven’.
Dat zijn van die dingen die je bij een goeroe nu niet zo makkelijk aantreft. Een goeroe zal wel zeggen: je hebt geen schuld, maar hij zal niet zeggen: alle schuld die je op je hebt geladen, is afgedaan. Ik dacht dat dat een kenmerkend verschil was.
Wanneer we te maken hebben met al die grote denkers uit het oosten en er zijn er zeer velen, die de westerling zeggen wat hij moet doen, dan zijn het altijd – hoe moet ik het zeggen – een beetje pietepeuterigheden. Het klinkt allemaal erg mooi, het is vaak een beetje vreemd geformuleerd en het houdt zich voortdurend bezig met u als de mens. ‘Als je leerling wordt, dan is de meester met jou bezig’. Jezus is geen goeroe in dat opzicht; die houdt zich niet met één mens bezig, maar altijd met allen die hij kan bereiken. Nu kunnen we erover vechten of Jezus nu inderdaad op een wonderbaarlijke manier vis en brood heeft vermenigvuldigd. Maar dat kan allemaal anders zijn geweest dan het later is verteld; laten we dat nu maar rustig accepteren. Maar zelfs dan blijkt dat Jezus eigenlijk veel meer weg heeft van bijvoorbeeld een, ja, ik zou zeggen, een Mahatma Gandhi, in zijn benadering dan van de geestelijke leiders die men over het algemeen de goeroes noemt.
Dan zou ik daarom als eerste en grootste verschil willen stellen: Jezus is voortdurend bezig met alle mensen die hij beroeren kan en vaak meer; en is daarnaast ook bezig niet alleen met het verleden en het heden, maar ook met de toekomst. Hij verenigt allerhande dingen in zich en geeft die aan de mensen verder.
Een goeroe is iemand die volgens een bepaald systeem een zekere weg bereidt voor zijn mensen, maar het gaan van die weg is gebonden aan een onderwerping. Dus om een chela te zijn, een leerling te zijn, moet je onderdanig zijn aan je meester, je leermeester. Jezus vraagt geen onderdanigheid. Hij is, voor zijn tijd zeker, uitermate vrijzinnig. Hij geeft de mensen een weg en ze moeten maar zien hoe ze hem gaan. Hij zegt niet tot de mensen: doe dit nu maar of doe dat nu maar. Hij stelt ze voor een keuze.
Hij maakt ook geen verschil tussen degenen die bij hem horen en misschien zelfs zijn tegenstanders. Hij is even bereid een Romeins hoofdman te helpen, wiens dochtertje in levensgevaar is – ofschoon romeinen de grote vijanden waren van Israël in die tijd – als hij dat doet voor mensen van zijn eigen geloof. Hij is volkomen bereid om zelfs een farizeeër, die om andere redenen hem niet graag ziet, te helpen wanneer het nodig is, zonder er ook iets voor terug te vragen. Hij vraagt geen aanvaarding, hij vraagt alleen maar dat men op het ogenblik dat hij helpt, dat men hem als helper aanvaardt, klaar.
Ik dacht dat er nog een tweede punt was wat we als grote verschil kunnen formuleren. Jezus is niet essentieel in zijn stoffelijke vorm voor het verder leven van zijn leer. Nu wil ik het niet hebben over de wonderen die de apostelen hebben gedaan, zelfs Paulus heeft ze gedaan, als we tenminste mogen geloven wat er in de Handelingen en de brieven staat. Maar ik heb het doodgewoon over het feit dat hij allerhande mensen inspireert. Niet alleen degenen die christen worden. Hij heeft indirect invloed op zeer veel andere geloofsvormen. Hij heeft invloed zelfs binnen het jodendom, veel groter dan u zich nu kunt voorstellen. Vooral de Romeinse joden, die daar een heel eigen wijk hadden in die tijd, zijn door het christendom, ondanks alles, heel sterk beïnvloed in hun wijze van denken en van handelen.
Jezus is dus eigenlijk alleen een beginpunt. Een goeroe is een veel beperkter geheel, maar probeert in zich begin en einde te zijn. Of Jezus voor ons het einde wordt, ach, we zullen het wel eens zien, dat weten we gewoon niet. Maar wanneer het waar is dat hij terug zal keren – en dan is het nog maar de vraag hoe, dan moeten we nog aannemen dat hij alleen maar hetzelfde kan zeggen: ‘Dit is de weg, ik ben het voorbeeld -, ik ben de waarheid, – ik probeer de werkelijkheid te tonen die ik ben -, volg me maar na’.
Ik denk dat je daar heel rustig kunt zeggen: Waar de goeroe een zeer beperkt arbeidsgebied heeft, is Jezus in zijn werken en zijn poging tot werken kosmisch van geaardheid.
En dan nog een derde puntje erbij, nou zijn we toch bezig. Jezus is uitermate consequent. Die consequentie voert onder meer tot zijn dood aan het kruis. In hoeverre dit nu wel of niet symbolisch vertaald moet worden in zijn latere opzet, doet er minder aan toe.
Wanneer we namelijk horen dat Flavius Josephus, een Romeins‑joods historicus, het christendom even meldt, dan heeft hij het wel over een gekruisigde. Dat een gekruisigde die niet gekruisigd is in die tijd, aanbeden zou worden, dat verschil is toch, nu, misschien veertig jaar, vijftig jaar, niet erg waarschijnlijk. We hebben een historische bevestiging: Jezus is gewoon gestorven voor zijn waarheid, zonder daarbij anderen te betrekken.
De meeste goeroes zijn volkomen bereid anderen te laten sterven voor hun waarheid, maar blijken allen geneigd te zijn zich aan persoonlijke onaangenaamheden zoveel mogelijk te onttrekken, althans degenen die zich als zodanig kenbaar maken.
Nu zult u zeggen: ja, maar, we hebben toch allerhande dingen van goeroes, die rijden daar in de kostbaarste wagens, in Cadillacs of Rolls-Royces of wat er tegenwoordig duur is. Nu, het zal wel.
Jezus rijdt op een ezel zo nu en dan. Dat was de Rolls-Royce van de arme lieden in die tijd. En er waren maar weinig mensen in Israël die zich een beter vervoermiddel konden permitteren. Dus, nee, daar lopen we vast. Jezus maakte gebruik van de middelen die hem ten dienste stonden, wanneer hij dit zag als wenselijk. Nu, dat mag je dan een goeroe ook niet euvel duiden, nietwaar.
Maar iets anders is, dat deze zelfde Jezus voortdurend bereid was als het ware te luisteren naar zijn leerlingen. De meeste goeroes eisen van hun leerlingen dat ze niets zeggen, maar luisteren naar hetgeen zij, de leermeesters, zeggen. Nogal enig verschil.
Alles wat wij zien van de oude oosterse wijsheid en discipline, is ongetwijfeld tenminste gebaseerd op een deel van de waarheid.
Het christendom zoals u het nu kent, omvat slechts een deel van de waarheid. Hier kunnen we weer geen keuze maken, want per slot van rekening, of je nu scherf a, b, c, of z. hebt, scherven blijven. En zelfs één van de laatste profeten die mijns inziens groot werk heeft gedaan, die dan probeert om alle leerstellingen van de verschillende geloven samen te vatten als openbaring, die schiet toch weer ergens tekort, omdat hij namelijk aanneemt dat zijn samenvoeging de juiste interpretatie is. Je kunt er wel over vechten, maar wat blijkt verder?
Elke goeroe die begint en meer openbaar gaat optreden, is over het algemeen eerlijk en in grote mate oprecht. De leringen die hij brengt, zijn product van eigen belevingen, bespiegelingen en eventueel ook van eigen geestelijke ervaring. Zodra de goeroe een gehoor krijgt, gaat hij echter meer spelen met hetgeen hij heeft. Hij vernieuwt steeds minder, hij werkt steeds minder in zichzelf en speelt uiteindelijk een rol, de rol van zijn eigen verhevenheid. Dit heb ik bij Jezus niet aangetroffen. Jezus speelde eerder de rol van de nederige, als het al een rol was dan van de verhevene.
De meeste goeroes zijn erg snel op de tenen getrapt, al zullen ze dat misschien niet laten merken op een manier die u zou verwachten. Ze wensen erkenning, ze wensen eenvoudig dat men hen als het ware op een troontje zet. Het komt voort uit hun vorm van denken, ik weet het wel. Maar Jezus die toch ook een oosterse achtergrond heeft, want Israël was het Oosten ook in die tijd, heeft dat niet.
Profetieën. Jezus heeft in zijn leven enkele gedaan, ze zijn ook uitgekomen. Er zijn goeroes die ook profetieën hebben gegeven, het merendeel daarvan is zelfs ook uitgekomen. Maar Jezus was bewogen door hetgeen hij zag. De meeste goeroes constateren alleen maar, hun betrokkenheid is een geheel andere. Het is die van de objectieve waarnemer, die van Jezus is: degene die met de mensheid verwant, het als aan zichzelf geschiedende ervaart. Ik dacht dat ook dit een argument was wat kon tellen.
En nu zijn er een hele hoop mensen die zeggen: ‘ja, maar het grootste verschil is; Jezus is de zoon van God en hij is de enige waarheid’. Als je dat gelooft, mag het van mij. Maar je hebt er geen bewijs voor. Kijk, wanneer de bijbel zegt dat zij het woord Gods is, dan zeg je daarmee niets. Er is namelijk buiten die bijbel geen bewijs te vinden. Wanneer de evangeliën een directe inspiratie moeten zijn van de heilige geest, dan vraag je je wel af, waarom ze zo lang na Jezus’ dood zijn geschreven, punt één. En punt twee, waarom er dan zo heel verschillende uitgangspunten zijn. Waarom de één de afstamming van David zo belangrijk vindt, de ander juist weer de vervulling van de profeten. En een derde, eigenlijk weer veel zakelijker, even alles samenvat in het begin, en dan, zeg maar, de wonderen bij zijn geboorte. Ik zie in die Evangeliën niet een eenheid die mij ervan overtuigt dat dit nu toevallig de juiste geschriften zijn. Bovendien weet ik dat er heel veel van die geschriften waren, ik meen dat er toen een keuze is gemaakt uit, nou, ik geloof dat er 40 of 42, of 62, ik weet het niet meer, gebruikt zijn toen, door een wonder moest worden bepaald welke Evangeliën de juiste waren. Het gebeurde in een afgesloten kerk, maar er was wel een onderaardse verbinding met een paleisje waar onder andere een aantal van de heren bisschoppen woonden, vooral van de Romeinse bisschoppen. Het zou geen moeite zijn om een in knop staande tak amandelbloesem te vervangen door een bloeiende.
Dus geen bewijs voor die goddelijkheid. Ook geen bewijs voor de goddelijkheid van Jezus die zichzelf de zoon des mensen noemt en niet de zoon Gods. Dus wanneer je met die dingen aan komt draven, dan zeg ik: Ach ja, goed, dat heeft de gelovige ervan gemaakt. En wanneer ik naar menige goeroe kijk, dan denk ik ook, ja, wat zijn volgelingen van hem maken, dat is hij toch eigenlijk niet meer. We kunnen hem dus alleen maar oordelen op essentiële waarden. Er zijn geen goeroes mij bekend, uitgezonderd misschien in het verre verleden een paar en, ja, daar kun je de Boeddha ook nog wel onder noemen, zo je die een goeroe wilt noemen, die werkelijk de wereldgeschiedenis veranderd hebben. Jezus heeft het gedaan.
Ik kan geen enkele goeroe vinden, die geprobeerd heeft alles te herleiden tot de grootst mogelijke eenvoud. Jezus wel.
Bergreden en zaligsprekingen zijn zo simpel, dat zelfs een kind kan begrijpen wat er wordt bedoeld, maar niet kan uitleggen waarom hij het zo begreep. Absoluut diepte, uitgedrukt in een zo kleine en cryptische formulering dat je als het ware gevoelsmatig ondergaat. De goeroe geeft wel gevoelens, maar hij geeft maar heel zelden de woorden die die gevoelens wekken. Hij geeft ook nooit voor iedereen dezelfde spreuk. Wanneer hij al een spreuk geeft, geeft hij een zeer persoonlijke; een eigen sleutel tot deze gevoelswereld met zijn achtergronden en mogelijkheden. Jezus ziet kans om het voor iedereen te doen.
Jezus maakt van zichzelf nooit iemand die met wereldlijke macht te maken wil hebben. Alweer heel typerend, hij heeft eenvoudig de behoefte niet om zich te laten gelden. Menige goeroe is heel erg verontwaardigd, wanneer iemand, zelfs als het maar een stomme leek is, zijn waarheid en waardigheid in twijfel trekt. Jezus kennelijk niet. Van Jezus is bekend dat hij een zeer driftig mens is geweest. Hij heeft die drift nooit uitgevierd, behalve één keer en dat was op het ogenblik dat in het voorhof van de tempel wisselaars en handelaars misbruik maakten van de geloofsgebondenheid van hun medemensen. Hij had er niets op tegen dat er eens wat gezwendeld werd, wanneer iemand daar dus niet toe gedwongen werd. Maar op het ogenblik dat er een soort dwangsituatie werd geschapen, had hij wel bezwaar. De goeroes hebben over het algemeen geen bezwaar tegen uiterlijke machten, zolang ze hun eigen rijkje maar onberoerd laten. Ze zijn daarentegen vaak allesbehalve vredelievend, wanneer ze het gevoel krijgen dat hun eigen superioriteit, hun uitgelezenheid wordt aangetast. Grote verschillen tussen Jezus en de goeroes.
‘Goeroes’ is erg algemeen, er zijn er zo veel. Er is natuurlijk een hele reeks gradaties denkbaar op het gebied van deze leermeesters, deze goeroes. Maar de geschillen en verschillen die ik heb genoemd, zijn, dacht ik, voor bijna allen zonder meer doeltreffend. De keuze is en blijft de onze.
We kunnen niet eenvoudig zeggen: Jezus is het enige en de rest deugt niet. Dat heeft zelfs Jezus nooit gedaan. Toen de leerlingen kwamen klagen dat er mensen waren, die gewoon maar door het land gingen en zieken genazen in de naam van Jezus en van de Vader, toen hadden ze gehoopt dat hij zei: ja, jongens, die komt aan jullie monopolie, dat mag niet. Maar Jezus zei: verheugt u dan, want zij hebben iets van de waarheid gevonden. Nu, dat is iets natuurlijk, dat wil er gewoon niet in tegenwoordig.
Er zijn goeroes die zeggen: ach, mijn leer, mijn leer is een hulpmiddel, je kunt bij mij die leer doormaken, totdat je op je eigen benen kunt staan, maar dan moet je zelf verder gaan. Ik denk dat Jezus dat ook zo bedoeld heeft.
En dan is het ook heel vaak zo, dat een goeroe – niet allemaal hoor, ik zeg het erbij – maar dat een goeroe eigenlijk zegt: ja, maar mensen, jullie moeten je onderwerpen aan mij, als jullie maar goed in mijn kudde blijven, dan is het in orde.
Jezus daarentegen vertelt van de goede herder. De herder die de schapen die allemaal fatsoenlijk zijn, heel rustig in hun eentje samen laat, want hij gaat op zoek naar het verloren schaap. Hij vertelt van de verloren zoon. De vreugde is er niet over degene die nooit gezondigd heeft, maar over degene die gezondigd heeft en het beseft heeft. Kennelijk gaat het bij Jezus er juist om, dat je innerlijk de juistheid beseffende, terugkeert of je keuze maakt. Maar bij velen van de goeroes is het eerder zo, dat je je keuze gemaakt hebbende, met alle kracht, macht en middelen gehouden wordt aan de gehoorzaamheid die je beloofd hebt. Ik denk, vrienden, dat we daarmee het voornaamste hebben gezegd.
Ik kan Jezus zeker niet vergelijken met het christendom. Kijk, als Jezus niet uit het graf was opgestaan, dan was hij waarschijnlijk de eerste generator geweest ter wereld, gezien dat wat in zijn naam door zijn gelovigen en zelfs door zijn leerlingen zo hier en daar allemaal op poten werd gezet. Dat was allesbehalve zuiver. Jezus heeft echter, en dat mogen we er ook bij zeggen, nooit iemand tegen betaling aangesteld. Er zijn bepaalde sekten met een goeroe aan het hoofd, waarbij je tot een soort leraar, zelfs tot een soort bisschop of districtsbeheerder kunt worden, alleen wanneer je voldoende betaalt. Kennelijk zijn de middelen belangrijker dan de innerlijke mogelijkheden.
Bij Jezus hebben die innerlijke mogelijkheden altijd een rol gespeeld. Door het hele christendom heen zien we altijd toch weer dat innerlijke mogelijkheden uiteindelijk bepalend zijn, ongeacht alle misbruik.
Vrienden, ik geloof in de Christus. Niet als het mannetje Jezus. Ik geloof in de Christus als een alomvattende kracht, als iets van liefde, zeker, maar ook van een mate van begrip. Ik meen dat die Christus in Jezus zich op aarde gemanifesteerd heeft. Of ze identiek zijn, weet ik niet. Ik geloof dat grote en hoge geestelijke krachten, althans in sommige goeroes, zich manifesteren. En dat door hen eveneens iets van een meer kosmische waarde, waarheid, rechtvaardigheid, wijsheid aan de mens wordt geopenbaard. Maar ik voeg er onmiddellijk aan toe: De mens zal zijn weg zelf moeten gaan. De mens die niet in staat is, zichzelf te erkennen voor wat hij of zij is, die niet bereid is de waarheid die hij beseft of aanhangt ook in de praktijk van zijn eigen erkende persoonlijkheid toe te passen, zal nooit iets bereiken. Alleen degene die getrouw is aan zijn ware persoonlijkheid, maar ook aan zijn ware innerlijke erkenning, zal in staat zijn datgene te doen wat Jezus hem gezegd heeft. Jezus of wie dan ook, want het gaat niet om een naam, te erkennen als de weg en die weg zelfstandig te volgen.
En daarmee kom ik aan mijn laatste opmerking. Ze hebben van Jezus een soort EHBO gemaakt voor zonde-zuchtige mensen die met het snelverband der genade dan onmiddellijk alle euvelen weer komt opheffen. Een dergelijke Jezus kan ik mij niet voorstellen. Ik kan mij wel een Jezus voorstellen die zegt: Heb je me nodig, ik wil je helpen. Maar jij zult het moeten zijn die die hulp zelf beseft zoals ze nodig is en ze aanvaardt. Ik geloof niet in een Jezus die, hoe moet ik dat zeggen, een soort firma tot vergeving van zonden heeft opgezet. Ik geloof dat Jezus eerder zegt: Besef je zonden en daardoor zijn ze je vergeven. Dat is iets waar je zelf in actief bent. Daarom geloof ik in een goddelijke waarheid, die langs vele wegen de mensheid bereikt. Een goddelijke waarheid die maar zelden gebruik maakt van goeroes, al is het maar omdat deze vaak te zeer beperkt zijn, zowel in hun werkingsbereik, hun werkingsmogelijkheden als ook hun persoonlijke verlichting. Maar ik geloof dat er een waarheid is, die langs vele wegen steeds weer de mensen probeert te bereiken.
Wie deze waarheid in zich kan aanvaarden en beleven, die vindt de weg. En wie de weg vindt, heeft alleen die weg nodig en geen geleiders. Wie hard wil lopen, moet dat niet doen met behulp van krukken. Wie werkelijk verder wil komen, moet zich niet afhankelijk maken van het gezag van anderen, maar moet de weg zien, zijn eigen mogelijkheden beseffen en voortgaan. Ik geloof dat de weg die ons op vele wijzen kosmisch in alle werelden wordt geopenbaard, uiteindelijk de weg is die behoort bij ons wezen. Wij kunnen slechts de weg gaan die is aangepast aan hetgeen wij zijn. Maar die weg moeten wij dan gaan uit eigen wil tot het uiterste van onze eigen kracht. En slechts daar waar wij menen tekort te schieten, is er soms iemand die ons voor een ogenblik helpt. Kortom, het is als vroeger de bakkerskarren in Amsterdam. Je kunt, al kost het moeite, bijna overal komen, maar een enkele brug kun je alleen maar nemen, wanneer er een sleper is of tenminste iemand die helpt met u, die hulp krijgt u, maar meer niet. Pas wie bereid is dat te aanvaarden, zal voor zichzelf een verantwoorde keus kunnen maken. En wie dan even nadenkt, zal mijns inziens kiezen voor de werkelijke leer van Jezus en niet voor iemand die hem in ketenen legt om hem weer te leren hoe hij vrij moet zijn. Hebt u commentaar?
Waar staan de grote meesters zoals Hilarion en Morya in relatie aan de ene kant tot Jezus, en aan de andere kant tot goeroes?
Ze zijn geen goeroes. Laat ik het zo zeggen: de goeroe is de wegwijzer. En Jezus en ook enkele andere groten, zoals Siddhartha en zo, zijn wegen. En de grote meesters zijn de dienst van onderhoudswerken. Zij onderhouden de mogelijkheid om langs vele wegen datgene te bereiken, wat de gewone mensen bij gebrek aan beter inwijding noemen. Voldoende?
En Boeddha in dit verband?
De Boeddha is iemand die ook op weg is en een weg toont zoals Jezus. En wie zich bezighoudt met de leer van Boeddha voordat deze door allerhande filosofieën nog meer werd verontreinigd dan de Rijn tegenwoordig bij u is, die zal ongetwijfeld begrijpen: Hier is een weg die op een andere wijze, maar ook met diezelfde onthechting, dus het terzijde stellen van de ballast, hetzelfde mededogen, dezelfde mensenliefde zouden we kunnen zeggen, u leert te gaan tot een bereiking waarin de dood overbodig is, zinloos is geworden en de werkelijkheid het enige beleefbare is wat overblijft.
Maakt u een onderscheid tussen avatars en goeroes?
Een avatar is de aanduiding voor een zich manifesterende kracht. Deze manifesterende kracht kan een stoffelijke vorm aannemen, maar is niet in die stoffelijke vorm van den beginne af menselijk geboren. Je zou dus kunnen zeggen: een werkelijke avatar is nooit voortgekomen uit een moeder. Hij ontstaat.
En wanneer we dan kijken naar een meester, een goeroe, dan komen we tot de conclusie dat die over het algemeen wel degelijk ouders hebben gehad, soms grootouders en dat ze heel vaak door de druk van deze familie juist, waaraan ze zich natuurlijk wilden ontworstelen tot de wijsgeren zijn geworden, die ze zonder een dergelijke voortdurende druk van familierelatie misschien nooit waargemaakt zouden hebben. Daar zit dus wel een groot verschil. Krishna is legende aangaande iets wat niet zonder meer zo ontstaan is. De geboortelegende zegt ook: hij wordt gevonden, niet hij wordt geboren.
Krishna was dus geen avatar?
Krishna was een avatar, want zijn gestalte ontstond. En nu ligt het eraan, hoe wil je avatar dus definiëren? Wanneer Jezus zich op dit ogenblik zonder geboren te worden op aarde manifesteert in een stoffelijke vorm en als een werkende kracht, is hij avatar. Op het ogenblik dat hij echter geboren wordt, is hij dit niet, is hij wel een meester. Kunt u het volgen? Dus hierbij is kennelijk het grote verschil: een avatar leeft in vele werelden tegelijk, zelfs wanneer hij gestalte aanneemt op één wereld. Maar een kracht die geboren wordt, een meester – of dat Boeddha is, of Jezus of iemand anders -, die geboren wordt op aarde, kan een meester zijn, een hoogste ingewijde, kan de weergave zijn van vele andere werelden, maar is gebonden aan de menselijke wereld, tot het ogenblik dat hij deze verlaat. Dat is het grote verschil.
Als Christus aan het kruis…….?
Indien Jezus op het ogenblik van zijn dood zich van God verlaten zou geweten hebben, had hij nooit uit de dood op kunnen staan. Wat men echter over het hoofd ziet is, dat bij de vertaling uit het Aramees – ik neem aan dat men daarvan is uitgegaan, alleen al door een paar andere medeklinkers erin te zetten -, dat gaat met dat schrift nogal gemakkelijk, zoals u weet, je in plaats van verlaten, geëerd of verheerlijkt krijgt, beide termen zijn mogelijk. Maar ongetwijfeld is verlaten voor de christelijke wereld meer aanvaardbaar, omdat het Jezus’ hulpeloosheid demonstreert in de hand des Vaders, terwijl het ‘verheerlijkt’ meer waar zou moeten zijn, omdat zijn geest immers is gegaan door het duister als een Licht en teruggekeerd tot het Licht en als Licht is teruggekeerd tot het lichaam. Vandaar de uitspraak tegen Maria in de tuin, Magdalena dan, van: ‘Raak mij niet aan, want ik moet nog ingaan tot.…’, met andere woorden: Mijn verschijning is nog dermate geladen met krachten dat zij voor u gevaarlijk en niet beroerbaar is.
Ik vind dat een zeer opvallende aanvulling van de door u genoemde tekst. Ik geloof dat in Jezus’ besef op dat ogenblik iets gebeurt, wat zeker niet wanhoop was. En Eli, Eli, nu ja, dat kunnen we dan nog wel begrijpen, maar is de juiste uitspraak nou werkelijk lama sabachtani of is het sama baktida of nog een andere?
Vergeet één ding niet: Jezus hangt aan het kruis, hij is praktisch bewusteloos, hij kan niet hard roepen. Vrouwen, een paar van de leerlingen zijn aan de voet van het kruis toegelopen. Zullen die gehoord hebben wat ze verwachtten? Of zullen ze gehoord hebben wat werkelijk werd gezegd, of zullen ze misschien alleen maar iets gehoord hebben en later iets van gemaakt hebben? Zoals het gesteld wordt in de Evangeliën, overigens in vertalingen die afwijken van andere vroegere vertalingen, dan moeten we zeggen: hier kunnen we twijfelen aan de juistheid, en is de uitroep op zichzelf in de zin waarin ze schijnbaar gebruikt wordt, onaanvaardbaar, indien wij moeten geloven in de opstanding van Jezus uit de dood.
Betekent die stelling van: ‘Waarom hebt gij mij verheerlijkt?’, ook dat het pijnbewustzijn weggevallen was?
Het zal zeer waarschijnlijk betekend hebben, iets wat heel vaak voorkomt bij congestie van de spieren en dat ontstaat zoals u weet bij kruisiging, dat je dus op een gegeven ogenblik in een zeer intense kramp komt, waarbij de kramp dor de pijn die zij produceert, in zichzelf verdovend werkt. Vanaf dat ogenblik is de pijn dus steeds minder. U kent toch wel het bekende verhaaltje met Dismas aan het kruis. Kun je je werkelijk voorstellen dat twee mensen die aan zo’n kruis hangen, genageld wel te verstaan, wat nog een genade is, want dan bloed je en dan ga je sneller dood, hè, dat die daar heel rustig een conversatie met elkaar gaan opzetten, dat is toch idioot. Dat kan alleen op een ogenblik dat de levenskrachten nog aanwezig zijn, maar de pijngrens dermate is overschreden, dat maar een beperkt lichamelijk bewustzijn is overgebleven. Ik hoop dat het duidelijk is.
Ik kan mij wel voorstellen dat door de ontwikkeling van de tijd, dat er steeds meer verandert en steeds meer een ander karakter krijgt dan de intentie die het gehad heeft bij het begin.
Ja, het is misschien een hele gemene opmerking, maar als we alle verschillende Bijbelvertalingen, inclusief de Latijnse, de Vulgata later enzovoort, allemaal bij elkaar nemen, de Luther vertalingen, alles wat u maar wilt – we tot de conclusie komen dat iedere vertaler de Bijbel heeft gebruikt om zijn eigen standpunt te onderlijnen door hier en daar een woord te wijzigen… Dat betekent dat het dus met de bijbel gaat als met de geschiedenis, waarin de grote helden soms later blijken alleen maar economische, politieke en strategische stommelingen te zijn geweest die geluk hadden.
Het concilie van Nicea, daar hebben de eerste kerkvaders alles weggedaan wat niet in hun kraam te pas kwam …onder andere de …(?)
Onder meer, omdat die dus behoorden tot de geloofsverkondiging van de Afrikaanse kerkvaders en als men de suprematie van Rome, het primaat van Rome dus, als men dat wilde bewaren, dan moest men die op een of andere manier kleinkrijgen of ze moesten iets terugnemen of ze moesten weggaan. Er zijn er dan ook een aantal die het gedaan hebben. Het is dus zo: Bijbelvertalingen en uitspraken van concilies worden niet alleen bepaald door de heilige geest en de goddelijke waarheid, maar voor een groot gedeelte door de politieke evenwichten en de machtsverlangens van de kerk op zichzelf. Jezus wilde geen koning zijn; de bisschoppen hebben zichzelf tot vorsten gemaakt, in zijn naam.
Is het juist dat Jezus heeft gezegd (in het Johannesevangelie), dat Jezus zei tot Johannes: ‘Staat er niet in de wet geschreven, gij allen zijt goden?’
Dat is ongeveer waar. De juiste vertaling zou niet zijn goden, maar lichtgeesten. Dat is voor ons allen even waar, ongeacht wat wij denken en wat we doen als denker van onszelf en de wereld maken waarin wij leven, of dat nou een stoffelijke is of een geestelijke, zijn wij voortgekomen uit het ene Licht en daar keren we naar terug.
Dus dat bekrachtigt de uitspraak van Vivekananda en ook van Sai Baba, die zegt ook: ‘gij zijt van God gekomen, geplaatst op een cirkel en via die cirkel komen wij weer bij God’; is dat juist?
De cirkel is wel een zeer eenvoudige voorstelling van een zeer complex gebeuren, maar in eerste aanleg is het juist. Een vriend van mij heeft het ongeveer als volgt gezegd: De ziel is een structuur en die structuur is grotendeels vastgelegd. De geest echter bekleedt haar, totdat er een besef is, waarin de vorm van de ziel zo volledig omschreven is dat zij met andere zielen tezamen de vorm van het zijn kan beschrijven. Eerst waar het zijn omschreven is, zal de geest van het zijnde in alle zijn beseft worden en van daaruit zal het zijnde zich oplossen in het besef van het mogelijke zijn. Ja, dat is niet van mij hoor. Maar ik citeer dit even, ik wil u ook even een plezier doen.
Mag ik nog iets vragen over Jezus. Waarom noemt hij ‘de Vader’ steeds – ik heb nooit begrepen, wat hij bedoelt; bijvoorbeeld met ‘de Vader en ik zijn één’, wat moet ik daarbij denken?
Wanneer je zegt: wij zijn een familie en wij houden aan elkaar, dan zeg je eigenlijk precies hetzelfde. De Vader, dat is de kracht waaruit ik ben voortgekomen. Het is een wereld waarin de man belangrijk is. De moeder heeft dus als het ware een functie van de vader. Dat zou tegenwoordig natuurlijk verkeerd aankomen, dat weet ik ook wel. Vaak ziet men het omgekeerd of soms zelfs de vader als een bijkomstigheid van de taak van de moeder, maar in die tijd was dat nu eenmaal zo. Wanneer hij dus zegt: de Vader, dan heeft hij het over zijn oorsprong, datgene waartoe hij behoort. Wanneer hij zegt: Mijn oorsprong en ik zijn één, dan zegt hij in wezen dat hij uit de geest van zijn oorsprong leeft en handelt. Kunt u het volgen? Hij zegt dus niet: ik, het mannetje dat hier staat, ben één met de Vader, de Vader is door míj. Maar hij zegt: ‘Wat in de Vader is, daar sta ik zo volledig achter, dat ik daarbuiten niet kan. Daarom is de Vader de kracht die mij beheerst, maar ik ben gelijktijdig één met Hem, omdat ik buiten Zijn wezen en wil mij niet wil en kan uiten. Ik ben Zíjn kracht. Alle kracht die niet is als Zijn kracht in mij, is voor mij onaanvaardbaar’. Dat zegt hij. Dat komt meerdere malen voor.
Nu zullen we zo langzaam maar zeker, als u het niet erg vindt, een einde gaan maken aan deze op zichzelf zeer aangename discussie met zeer Bijbelse boventonen. Die boventonen op zichzelf zijn niet erg, maar er zijn mensen wier Bijbelse tongen zo lang zijn geworden dat je er onwillekeurig op trapt. Dat is niet mijn bedoeling. Ik wilde niemand, op welke wijze dan ook, beledigen of schaden in zijn of haar geloof. Maar er zijn verschillende manieren om te denken.
En een geloof dat tegen innerlijk en reden indruist, kan geen werkelijk geloof zijn. Waarheid kun je alleen vinden, wanneer je er innerlijk emotioneel mee verbonden bent en gelijktijdig mentaal ook zonder jezelf blinddoeken voor te leggen, daarmee kunt werken. Op het ogenblik dat je hoe dan ook beperkt wordt, in je vermogen tot vrij denken, hoe dan ook beperkt wordt in je vermogen om je innerlijke waarheid en je erkenning van het hogere samen te voegen tot een kracht waaruit je leeft en werkt, dan moet je andere wegen zoeken, dan moet je een dergelijk gezag terzijde stellen. Want er is maar één God en niet eenieder die in Zijn naam spreekt, weet zelfs maar zeker of hij bestaat.
Deel 2: Vragen.
Wie is de meester Hilarion en wat is zijn invloed in deze tijd?
Hilarion is een naam die gegeven wordt. Wie de krachten verbergt, mag ik u niet zeggen. De invloed in deze tijd is een voorbereidende werking, opdat dus in de volgende eeuw een grote omwenteling mogelijk wordt.
Wat voor omwenteling zou dat zijn?
Geestelijk.
Hoe wordt de profeet Mohammed door u beschouwd, als een meester, ingewijde of als een goeroe of als iets anders?
Ik zou hem willen rangschikken onder de profeten, daar zou hij het zelf ook mee eens zijn, denk ik. Mohammed is inderdaad een visionair, punt een. Punt twee, hij is een hervormer. Punt drie, hij is een leermeester. En ook bij hem is het natuurlijk wel zo dat ze er later weer een potje van gemaakt hebben, maar ja, dat is altijd zo. Je kunt het edelste hert of de mooiste eenhoorn geven aan de mensen en voor je het weet, heb je er hachee of goulash van gemaakt.
Voor de pauze werd gezegd dat de leer van Boeddha later verontreinigd is. Hoe kan men van zijn leer in zuivere vorm kennisnemen? Wordt met die zuivere vorm bedoeld het teravadaboeddhisme?
Er bestaat geen aparte richting van boeddhisme die tot de zuivere gerekend kan worden. Wie zuiver Boeddhisme wil, houde zich aan de juiste paden en hij kieze de juiste wegen en hij make deze aan zichzelf waar, zonder daaraan leerstellingen te verbinden. Simpel, maar lastig natuurlijk, je kunt het niet in een boekje binden.
Hoe denkt u over ‘het Aquariusevangelie van de Christus’? Heeft het waarde voor de mensen van nu?
Nou, er staan er een hoop dingen in die waar zijn en er staat ook wel wat propaganda in die niet waar is. Dus alles bij elkaar, ik acht het wel even waardevol als de meeste andere religieuze geschriften, ja.
Mag ik even vragen wat u bedoelt met propaganda in dit opzicht, we hebben het over hetzelfde boek van Levi, die man die…
Als ik het heel eenvoudig mag zeggen: In de meeste boeken staat propaganda, dat wil zeggen dat degene die een dergelijke openbaring weergeeft of vertaalt, geneigd is om ze in één richting te versterken. En dat wil zeggen dat hij dus een eenzijdigheid tracht te bevorderen die ten voordele gaat van hetgeen hijzelf juist acht.
Kunt u meer vertellen over de karakterstructuur van Jezus? Was er een verschil tussen voor zijn harmonie met de Christus en erna?
Ja, dat is erg moeilijk, dat zou ik niet durven zeggen. Wat ik van Jezus af weet, ja, dan had u net mijn voorganger moeten hebben, die weet er meer van, maar zoals ik het nu op dit moment meemaak, is het een enorme harmonische kracht, erg Licht, erg sterk. En ik heb mij laten vertellen dat hij een donker, tamelijk klein mannetje was, nogal bewegelijk. En bovendien nogal geneigd tot uitvallen en het schijnt dat hij in het begin dus allesbehalve het gehoorzame kind is, dat er later van is gemaakt. En ja, wanneer dus die eenheid is ontstaan, weet ik niet precies, maar het schijnt dat die verandering ongeveer begonnen is op zijn 28ste jaar. En het schijnt dat hij daarna heel snel aan het veranderen is gegaan, heel veel in eenzaamheid is geweest en is gaan mediteren. En toen kwam hij er ineens uit als iemand die eigenlijk bijna volledig beheerst was, dus alles zelf wist en bewust kon doen, al ging een enkele keer misschien toch nog wel eens eventjes zijn eigen inborst met hem op hol, maar dat weet ik niet zeker.
Welke of wat voor soort magische rituelen en methodes gebruikte Jezus, waarvoor? Kunt u er iets meer over vertellen?
Onder meer het oproepen en aanroepen van krachten, waarbij men dus via bepaalde formuleringen die in de vier windrichtingen ongeveer gezegd worden, probeert een eenheid met de aarde en de elementen van de aarde te bewerkstelligen en van daaruit een directe verbinding te krijgen met Lichtkrachten of hemelse krachten. En dat waren zo de meest voorkomende.
Zou u Gurdieff als goeroe betitelen? Hij heeft een aantal uitspraken over Jezus gedaan onder andere over waar Jezus zijn vorming kreeg; kloppen deze uitspraken?
Zoals bij alles wat Gurdieff heeft gezegd, ongeveer voor 95%. Of ik hem een meester moet noemen, nu, dat zullen de mensen wel zijn, die meester zeggen. Ik zou hem wel willen beschouwen onder de, nou ja, als adeptus minor, wat de hoge geestelijke waarde betreft, in ieder geval een ingewijde. Oké.
Hoe zou u Herakleitos beschrijven, een goeroe, een weg of een meester?
Een filosoof. Een filosoof is iemand die soms een deel van de waarheid vindt door op één enkel, nog niet geheel bewezen punt zoveel speculaties op te bouwen dat die tot een ontdekking komt die dan bewijsbaar wordt.
Enkele meesters, onder andere Shankara, de Boeddha ook en Ramana Maharishi, hebben, naar hun zeggen, het oneindige eeuwige onveranderlijke Zelf bereikt. Alles en iedereen is hetzelfde, volgens die stelling.
Ja, dat is wel juist ja. Als je dat bereikt, ben je deel van alle dingen. Maar als je deel bent van alle dingen, dan kun je van binnenuit werken en dan hoef je van buitenaf geen propaganda te maken.
Jezus heeft het waarschijnlijk ook bereikt, maar lijkt soms ook nog wel in subject‑object termen te spreken. Zijn eerstgenoemden dan tenminste niet van vergelijkbaar niveau of kunt u.…?
De termen waarin je spreekt zeggen heel weinig over de werkelijkheid die je vertegenwoordigt. Als u me niet gelooft, gaat u in Den Haag maar eens luisteren. Jezus spreekt in de termen van degenen tot wie hij spreekt. Daardoor is hij voor hen belangrijk en verstaanbaar. Wie slechts spreekt in zijn eigen termen zonder zich af te vragen of een ander die termen kan bereiken, spreekt over zichzelf tot zichzelf en wat daarvan overblijft, is hoogstens een lekstroom die in haar betekenis ook over het algemeen minder is.
Maar is het niet onmogelijk dat, we denken aan de Boeddha dat, wanneer dat oneindige zelf bereikt is, dat dan de ‘anderen’, het principe van ‘de ander’ overschreden is, dus dat ze gewoon niet meer bestaan.
Op het ogenblik dat de ander voor jou niet meer bestaat, kun je alleen nog met jezelf spreken. Je hebt dan in ieder geval een intelligente conversatie partner, dat wel, maar daarmee is dus het werk van de verlichting van het geheel aanmerkelijk geschaad. De Boeddha sprak dan ook in de termen van de zijnen. Daarvoor spreken een aantal onder meer ook van de verhalen die hij vertelde, gelijkenissen. Lees maar eens de uitlegging van de Boeddha aan Ananda.
Kunt u de aura van enkelen van deze groten omschrijven, ik denk met name aan de Boeddha, Shankara en de Maharishi.
Het is reuzeleuk dat u dat vraagt, maar heeft u wel eens geprobeerd in de zon te kijken; kunt u mij even vertellen hoe de corona eruitziet? Dat kunt u niet? Nou, ik kan het ook niet.
En ook waarschijnlijk geen speciale verschilpunten?
Er zullen verschillen zijn, maar ik acht mijzelf niet capabel om die te beoordelen.
Shankara heeft eens gezegd: ‘Meesters kunnen alle vermogens verwerven, behalve de macht van of het vermogen van Ishwara’, de gebeurtenissenvormende kracht. Kunt u dat onderschrijven en daarop is Jezus ook geen uitzondering?
Ik zou het willen aanvullen met een citaat uit het tweede blad van Thot: ‘Hij die alle dingen heeft en alle dingen kent en deze volledig verwerkt, hij vindt in zichzelf de leegte en deze leegte vult hij met zijn schepping. En zo bepaalt hij wat zal leven en wat zal zijn’. Dus zolang je gaven hebt, kun je er niet verder mee komen, tenzij je ze terzijde stelt om één te worden met het onbekend werkelijke, waaruit je voor jezelf een nieuwe werkelijkheid schept.
Kunt u iets vertellen over het symbool de ankh, waar het vandaan komt? Het komt uit Egypte, maar de manier waarop het ontstaan is en hoeverre het terug ligt in de geschiedenis?
Nu, ankh is een heel oud teken. Het vroegst dat de ankh in directe werking bekend is, dat is in de tijd dat de Gobi nog vruchtbaar is en dan moeten we toch, dacht ik wel, vóór Christus, ongeveer 30.000 jaar. Ankh is dan het teken van de zon. – Oneindigheid en zon zijn in die tijd voor de mensen vaak hetzelfde, de lus op het ovaal; en gelijktijdig de sleutel welke gevormd wordt door het kruis. De mens die gevoed wordt door de kracht van de zon en zich uitbreidt als ‘armen om de zonnewarmte te kunnen ontvangen’. En later is ankh dus een eeuwigheidssymbool geworden, het eeuwige leven, en krijgt daarbij bovendien de betekenis van een beheersing van dit leven. En er is bijvoorbeeld nog een ankh‑tempel, ja, in de Karakorums zit die, ik weet niet of hij al ontdekt is, hij is een hele tijd geheim geweest in ieder geval. Dat is de zogenaamde ankhtempel, die is trouwens in de ankhvorm gebouwd en daar kun je het heel aardig in zien.
Is dat nog van voor vóór oud Egypte?
Dat is nog van voor oud Egypte. Ja, ja. Die tempel die bestaat dus nog, die was, dacht ik, in 1870 tot 1900 in ieder geval nog actief. Daar werd nog in gewerkt. En die bestond dus uit de zogenaamde aanbiddingsruimte. Dat was beneden, dat was een zeer rechte zaal. Daarlangs kon je naar boven klauteren. Dan vond je hier een soort bibliotheek, daar een soort overpeinzingsruimte, omvattend wat het menselijk besef en denken is in feite. En daarboven was dan, wat men de ankh noemde, was een zeer bijzondere zaal, waarin men dus weer allerhande verlichtingskrachten en magische bezweringen en zo kende. Dus zo oud is die ankh al. Later, is ze als levenssleutel overgegaan naar Egypte en ik meen dat ze daar het eerst is voorgekomen ongeveer, zeg, drie-en-een-half-duizend jaar voor Christus. Eerst in het bovenrijk, daarna in het benedenrijk.
Maar de vorm, die is altijd wel hetzelfde gebleven?
De vorm is ongeveer hetzelfde, ofschoon in de oude ankh dus de zijvleugels iets uitlopend waren, ze hadden dus iets meer een vleugeleffectje, zoals twee vleugels van het andreaskruis, bij wijze van spreken, terwijl de Egyptische ankh een rechte lijn is, maar dat is waarschijnlijk te danken aan het feit dat die dus als schrijfteken gebruikt werd, als magisch schrijfteken oorspronkelijk en dat die rechte lijnvorm later in de uitbeelding is voortgezet.
Ik heb zelf veel boeken over het oude Egypte en ik raak er steeds meer bevreemd door als ik de data zie die egyptologen gebruiken bij het dateren van Egyptische kunst. Is dat een onjuiste gedachte? Vooral temeer, omdat er over de oud Egyptische geschiedenis ook eigenlijk een hele hoop natuurlijk nog in nevelen gehuld ligt…
Een archeoloog is iemand die een waarschijnlijke waardering vindt voor één voorwerp en aan de hand daarvan een tijdsrekening voor alle verdere vondsten pleegt op te stellen.
Ja, inderdaad. Ik kan niet alles voor kloppend houden.
Nee, nee, natuurlijk niet. Het is nooit volledig juist. Vandaar dat er ook zoveel grote verschillen van mening zijn tussen toch zeer bekwame deskundigen over de tijd waarop men bepaalde riten, zelfs met de koolstofproef komen ze er niet eens uit.
Zoals de tijd van Echnaton, is dat de achttiende dynastie? Kunt u voor mij iets er over zeggen in jaren voor Christus, als u in tijd rekent?
Als u het mij vraagt, ligt dat ongeveer 1800 voor Christus. Het kan 1600 zijn ook, omdat de hele geschiedenis van Ichnaton eindigt met de dood van Ichnaton, zoals u weet, maar daarvoor is een hele revolutionaire beweging. Aton was allang een begrip, voordat de zich een Ichn‑aton noemende farao aan het bewind kwam en voordat hij door de andere priesters natuurlijk ook weer naar zijn hemelse vader werd teruggezonden als niet gewenst pakket.
Was het wel een ingewijde, Echnaton?
Half, niet helemaal, anders was hij verstandiger geweest.
Hoe is hij eigenlijk om het leven gekomen?
Hij is om het leven gekomen door een vergiftiging, waarbij zijn moeder dus eigenlijk een rol heeft gespeeld en zijn schoonmoeder, geloof ik, plus een paar hogepriesters. En na deze vergiftiging werd hij ziek. Hij is toen geopereerd. Bij deze operatie heeft men dus een schedelboring uitgevoerd, zoals dat vaak gebeurde, want dan kon je met één verkeerde beweging zeker zijn dat er een nieuwe god aan de hemel stond.
Na een periode in het Oosten gewoond te hebben, valt het mij op dat daar – ik generaliseer nu erg – dat er veel concreter omgegaan wordt met geesten in de ruimte e.d.; die worden ook betrokken in het dagelijks leven. Is het een kwestie dat in het westen de apperceptie, het ontvangstapparaat, in de war is geraakt. Is het ooit aanwezig geweest hier?
Natuurlijk is het aanwezig geweest. We hebben de heksen alleen maar uitgeroeid. Kijk, dat heb je dus in het Westen, daar heb je ook religieuze en filosofische kartelvorming en monopolies en zo, die had je dus in India veel minder. En die mensen daar die leefden dus bewuster met die geesten, maar als die dus in Europa kwam, dan was zo’n geest of een engel dus heilig en dat strookte vaak niet met hetgeen hij zei; of hij was een duivel en dan kon hij toch geen goed meer doen, dus die bleven vanzelf weg. Maar de heksenvervolging is in feite nog steeds een kwestie geweest van mensen die onder meer met geesten communiceerden, die met natuurkrachten communiceerden. Het bestond dus in Europa wel, maar die werden gewoon uitgeroeid. En wat er is overgebleven, dat heeft zich allemaal bemanteld in bepaalde alchemistische, andere soorten van, zeg maar, net nog een beetje aanvaardbaar denken en werken. Dat zijn de geheimscholen geworden.
Gelooft u niet dat hier in veel inrichtingen op het ogenblik mensen zitten, die in geval van een vrij land niet opgesloten zouden worden, maar als normaal mens zouden bestaan. Maar omdat ze hier stemmen horen en bepaalde dingen zien, worden ze als abnormaal beschouwd. Wordt daar denkt u in de toekomst meer rekening mee gehouden?
Dat zal langzaam maar zeker wel het geval zijn, maar dat duurt nog wel even. Per slot van rekening, u moet zo rekenen: een inrichting voor geesteszieken heeft patiënten nodig… Zolang de geneeskunst mede een economische exploitatie vereist, zal de economische exploitatie vaak bepalend zijn voor die soort van geneeskunde die gebruikt wordt. Dat is toch logisch. Hebt u daar nog nooit over nagedacht?…
Er is een hele leer op het ogenblik op gang, boeken over hatha yoga en daar wordt dus meester Morya genoemd. Kunt u iets vertellen over de achtergronden over deze geest, zeg maar?
Nu, laten we het heel voorzichtig houden. U moet maar één ding onthouden: Morya heeft te maken met mores. En mores in de Nederlandse taal is geassocieerd met iemand mores leren. Met andere woorden een leermeester die een nieuwe discipline bij moet brengen.
Kent u een symbool van een kruis met een c of halve maan erboven?
Ja, het is zeer waarschijnlijk een vertekening van een oorspronkelijk natuurvereringsteken. Het kruis geeft namelijk hier aan de beïnvloedende kracht en de oorspronkelijke open maan gaf aan, de enige vruchtbaarheid. Het was dus een relatie hemel‑aarde, wat in feite wordt uitgebeeld. Later is dat omgezet en ik meen dat het kruis met daarboven de c, u kunt ook zeggen halve maan, eigenlijk pas in opkomst is geweest na de verovering van Constantinopel indertijd toen men dus op de moskee met de kerk daar, zeg maar, op het kruis de maan heeft geplaatst. Het symbool zelf, wanneer u ermee geconfronteerd wordt, geeft over het algemeen aan een innerlijke evolutie, waarbij dus de totale gerichtheid ontvankelijk is en als zodanig een vrouwelijk element niet ontbeert.
Dus het heeft niets te maken met een of andere indianencultuur, indianenteken?
Met indianentekens heeft het waarschijnlijk niets te maken, wanneer u het hebt over de Noord-Amerikaanse cultuur. Het komt wel voor, als ik mij niet vergis, bij de Azteken. En hier wordt het heel vaak gebruikt om aan te geven dat de ziel open ten hemel kan gaan, terwijl de rust op de aarde bewaard blijft. In het wampen-schrift komt een dergelijk teken wel eens een keer voor, maar dan zijn er dus niet altijd alleen maar een plusteken, maar dan staan er ook nog wel eens een paar streepjes bij. Dat wil zeggen ‘voor zoveel nachten’.
U zei net even plusteken, maar het moet dus ‘maalteken’…
Ja, een maalteken is bij de indianen niet aanwezig, er is plusteken, althans in Noord-Amerika in het wampen-schrift. En als alleen het plusteken aanwezig is, dan geeft het dus aan toekomst of verleden, maar is er geen verdere toevoeging dan betekent het ‘nu’, dus wanneer de maan hoog staat. Wanneer er aan de linkerkant een teken wordt bijgevoegd, betekent het: toen is het gebeurd, en als het teken aan de andere kant wordt bijgevoegd, dan betekent het: dan zal het gebeuren. Het aantal streepjes dat erin wordt gezet, betekent dan het aantal malen dat de maan zich toont in deze plaats.
Er werd bij een vorige toespraak een opmerking gemaakt, dat we een andere tijd gingen krijgen, een verdraagzamer tijd; is dat juist?
In vele opzichten zal het een betere tijd voor de mensheid worden. Het is een geestelijk openstaan, zonder een verlies van technische interesse en bekwaamheid. En dat is op zichzelf al erg belangrijk natuurlijk. Maar of het nu alleen maar verdraagzaamheid wordt? Het is meer een tijd van broederschap en als je broers onder elkaar bezig hebt gehoord, nu ja, trek uw eigen conclusie.
Als we rondom ons heen zien, is er op het ogenblik toch een zekere spirituele vooruitgang, althans spirituele herbeleving of opkomst op aarde. …De film van Gandhi bijvoorbeeld, die overal gedraaid wordt, waarin hij weer zijn stempel op de wereld drukt; het lijkt niet toevallig dat hij in deze tijd zo’n opgang maakt. Mogen we dat als een voorteken zien, een voorloper, een aanloop naar een andere tijd?
U mag het als een voorloper zien. Want de films geven over het algemeen gestalte aan de slechts ten dele besefte dromen van de mensen. Ze geven dus altijd weer wat je innerlijk nodig meent te hebben. En wanneer dit soort films dus bijzonder veel aandacht krijgt, zou je daaruit de conclusie moeten trekken dat de mensen dus rijp zijn voor een nieuwe vorm van idealisme. Maar de beroerdigheid van het Gandhi‑idealisme is dus wel dat je afstand moet doen van ik, ik, ik…
Ik heb een boek gelezen en daar staat een plaat in van stemmen. En daar was ook een stukje bij van Gandhi zelf. En die zei: we zijn aan deze zijde bezig om een brug te slaan, dus naar Gandhi toe. Kan ik daar verband tussen leggen, tussen wat nu allemaal gaande is en de woorden van Gandhi?
Dat moogt u voor mij doen. Maar u moet één ding goed onthouden: het is niet alleen Gandhi die aan het timmeren is – het was trouwens een slecht timmerman, hoor – spinnen ging nog wel. Maar we zijn in de geest al een hele tijd bezig om deze periode en de eerstvolgende tijd door te brengen. En we zijn zonder gekheid werkelijk heel hard bezig. En er zijn bijvoorbeeld wel weer bepaalde inwijdingsmogelijkheden opengesteld, die zonder dat werk zeker niet toegankelijk zouden zijn. En we hebben gelijktijdig geprobeerd om zo veel mogelijk eenheid en onderling begrip voor de mensheid mogelijk te maken en een verminderde afhankelijkheid van het zuiver materiële tot stand te brengen. En bij dat laatste zitten we nog steeds tegen de berg op te zwoegen, maar dat zal ook wel beter worden, denk ik. Het is zo: Aquarius zelf, de eerste periode van zeg maar ongeveer 310, 315 jaar, moogt u niet verwachten dat alles al bereikt is, maar u kunt er wel op rekenen dat geestelijk gezien bijvoorbeeld in het jaar 2000 tot 2100 al enorme bereikingen mogelijk zijn. En u kunt er ook rekening mee houden dat in deze jaren, in de tachtiger en negentiger jaren, dat er al zeer veel grote geestelijke inwijdingen, veranderingen plaatsvinden, die langzaam maar zeker zich wel zullen uitbreiden. Maar als je op het ogenblik een ingewijde plant, dan is het net lelietjes van dalen: het woekert wel, maar langzaam.