Kijken.

image_pdf

uit de cursus ‘Het vinden van innerlijke rust’ (hoofdstuk 3 ) – december 1980

Kijken.

Als je je bezighoudt met de wereld, dan zie je die wereld op een bepaalde manier. De wijze waarop je naar de wereld kijkt, bepaalt ook voor een groot gedeelte hoe je op de wereld reageert.

Er zijn mensen die denken dat je dat alleen kunt doen door je innerlijk te veranderen. Dat is tot op zekere hoogte waar. Maar de mens heeft, ook zeker als het gaat om zijn innerlijke en lichamelijke rust, ook nog wel enkele andere kleine mogelijkheden. Om u een paar voorbeelden hiervan te geven

Ik zie een beeld buiten de tijd. Het lijkt niet iets waar ik zelf bij betrokken ben. Het lijkt mij niet aangenaam. Dan kan ik mij natuurlijk daarover zorgen gaan maken, maar ik kan mij ook voorstellen dat ik zelf niet werkelijk betrokken ben bij het gebeuren. Ik schuif het van mij af. En dan niet in de zin van het is er niet, maar eerder in de zin van: het kan mij niet beroeren, want ik ben in wezen elders. Als je dat doet, dan valt niet alleen de angst weg (de aanlooptijd wordt vanzelf al rustiger en aangenamer), maar er gebeurt nog iets anders. Doordat je jezelf zo conditioneert dat je de rampen en al wat ermee samenhangt afwijst, zul je voor jezelf ook die richting kiezen en dat doe je instinctief, automatisch waardoor je in de minst mogelijke mate bij het werkelijke gebeuren betrokken zult zijn. Het zijn eigenlijk eenvoudige kunstjes, maar het kan enorm bijdragen tot het verbeteren van je situatie.

Dat is ook het geval met het kijken naar de wereld en het kijken naar jezelf. Als je naar de wereld kijkt, dan kijk je eigenlijk naar jezelf. U weet het, je herkent in de wereld voornamelijk die dingen welke in jezelf leven.

Iemand die het gevoel heeft dat hij in vele opzichten tekortschiet of de mindere is, zal automatisch de fouten, in de wereld buiten hem registreren. Degene die overtuigd is van zijn volwaardigheid, zijn meerwaardigheid en eigen goedheid, die ziet altijd nog wel lichtpuntjes. Dus wil je proberen de werkelijkheid te zien, dan moet je leren op een bepaalde manier naar de wereld te kijken, op een bepaalde wijze ook buiten de tijd alles te bezien en daarnaast in jezelf te schouwen ook weer op een bepaalde manier.

De oefening van vandaag bestaat voor het grootste gedeelte uit richtlijnen en tips ten aanzien van de verschillende vormen van kijken.

Wij beginnen nu gewoon met de wereld. Kijken naar de wereld is meestal een automatisch proces. Als we dit bewust doen, dan kunnen we veel meer details opmerken dan anders het geval zal zijn. Dit betekent dat wij de hoofdlijn van onze waarneming aanmerkelijk kunnen variëren. Dit is voor uw eigen gemoedsrust en zekerheid van groot belang. Als je meer mogelijkheden beschouwt, dan zul je niet door het misluk­ken van een enkele kans of mogelijkheid jezelf a.h.w. gegrepen voelen. Laat mij het eenvoudigste voorbeeld geven

Er gaat een tram voor uw neus weg en in plaats van nu plotseling boos te worden en te zeggen: Waarom kon die man nu niet even wachten. Of; Waarom was ik niet net 20 seconden vroeger gekomen, zegt u rustig tegen uzelf: Ach, over 5 of 10 minuten komt er weer een. Dat is misschien geen oplossing voor het probleem op zichzelf maar het betekent wel dat u veel minder opgewonden bent. Het betekent ook dat u zich minder gefrustreerd voelt.

Op dezelfde manier kunt u ook andere dingen van u af schuiven. Als u ziet dat het buiten regent en binnen is het droog, dan kan het noodzakelijk zijn dat u de regen in moet. Denk dan aan de zekerheid dat u in de droogte terugkeert. De regen zal u minder storen. En wat meer is, ook uw gezondheid zal daardoor minder snel worden aangetast door de overmatige vochtigheid die het Hollandse klimaat zo rijkelijk aan de mensen schenkt.

Het klinkt misschien te simpel, maar kijken is een kwestie van waarnemen, vooral bewust waarnemen. Hoe bewuster onze waarneming is, hoe gemakkelijker wij de voor ons juiste elementen daaruit kunnen put­ten. Putten wij de juiste elementen uit het geheel van de waarneming, dan richten wij ons optimaal op datgene wat voor ons haalbaar of moge­lijk is.

Heel wat mensen denken dat het alleen maar een mentale kwestie is. Dat is niet zo. Het zal u bekend zijn dat er fakirs zijn die zich­zelf voor pijn kunnen verdoven alleen maar door een bepaalde geestes­houding. Er zijn mensen die in staat zijn om kwalen tijdelijk terzijde te schuiven om bezigheden die zij belangrijk achten toch nog uit te voeren. Dat betekent dat je lichaam wel degelijk mee reageert zij het dan niet volledig maar toch in grote mate op het beeld dat je voor je­zelf van je mogelijkheden en noodzaken in de wereld maakt. Weet je een evenwicht te scheppen tussen datgene wat je ziet in de wereld buiten je en de mogelijkheden die je innerlijk beseft, dan kun je daar­door komen tot een prestatie die ver boven het redelijk mogelijk ge­achte uitgaat.

Als we kijken in of buiten de tijd, dan wordt dat natuurlijk weer een beetje anders. Want hier hebben we te maken met waarnemingen die, vooral als je ze buiten de tijd doet, heel moeilijk precies zijn vast te prikken op dan en dan zal het gebeuren.

Ik heb altijd een zeker achterdocht tegen mensen die zeggen: Ik weet het zeker, in het najaar van 1989, om precies te zijn, 17 november 23.15 uur in de avond, zal de wereld vergaan. Dan heb ik altijd het gevoel dat zij zichzelf voor de gek houden of mij. Heel waarschijn­lijk tenminste een van beiden. Mij houden ze niet zo gemakkelijk voor de gek.

Een waarneming die buiten de tijd geschiedt, is in tijd moeilijk te placeren. Maar ze geeft wel mogelijkheden aan. Als die waarneming nu is gericht op het gebeuren op aarde, dan is het nogal gemakkelijk om die te verwezenlijken en te verwerken Dan zeg je gewoon: Als ik die omstandigheden zie, verwacht ik automatisch die en die gevolgen en ik houd daar rekening mee. Maar stel nu eens dat het zaken zijn die u niet kunt thuisbrengen. Wat dan? Dan kunt u ermee blijven rondzeulen, maar zolang u ze niet kunt inpassen in uw dagelijks leven zijn ze van geen belang. Beschouw uw visioen dan maar liever als een droom en ga normaal verder met uw leven zonder u daardoor te laten beïnvloeden. Want op het ogenblik dat er een analogie is tussen datgene wat u bewust buiten u kunt zien en datgene wat u eens buiten de tijd heeft gezien, zult u automatisch die parallel ontdekken en daardoor ook juister kunnen reageren.

Iets anders ligt het weer, als we het zien krijgen dat eigenlijk toch een beetje in de persoonlijke tijd ligt. Het openbaart zich vaak als dromen.

U gaat uit en u ontmoet iemand. Op een gegeven ogenblik heeft u het gevoel dat u in bekende straten staat en de weg niet weet. Dan kunt u zeggen: Goed, dat is een innerlijke verwarring. Maar als u nu niet weet waarover u innerlijk verward moet zijn, dan heeft het ook weinig zin om u daarmee bezig te houden. Eén ding is zeker, als u een dergelijke droom zo nadrukkelijk droomt dat u haar blijft onthouden, dan kan ze een uittreding zijn. Ze kan ook normaal zijn, maar dan heeft ze in ieder ge­val voor u betekenis.

Elke sequentie die u op deze manier beleeft, heeft drie fasen. Als u ze ooit zelf heeft meegemaakt, moet u maar eens opletten. Er is een beginfase. In deze fase begint u aan een avontuur. Dan is er een middenfase; de toestand waarin u in een wereld, een om­geving of een situatie verkeert waarmee u eigenlijk niet goed raad weet. De laatste fase is altijd; overgave of ontsnapping.

Nu is het heel aardig, indien u daarmee rekening houdt. Voor uw innerlijke rust is het goed, maar het is ook heel goed voor uw juiste benadering van het werkelijke (het geestelijke) leven.

Indien voor mij de ontsnapping mogelijk is, dan is het andere alleen een aanduiding van voor mij mede bestaande waarden; ze kunnen mij nooit beheersen. Op het ogenblik dat ik mij overgeef aan die omstandigheden of ze nu iets te maken hebben met de werkelijkheid of niet heb ik mij overgeleverd aan een situatie; ik kan iets niet beheersen. Om te we­ten wat dat wel of niet kunnen beheersen eigenlijk inhoudt, moet u weer in uzelf kijken.

Kijken in jezelf is niet, zoals de meeste mensen denken, zelfana­lyse. Het is gewoon zien wat er in je innerlijk leeft. Het is kijken naar je droombeelden, je verlangens, naar je gevoelens van macht en onmacht. Zo kijkende zul je zien dat er in je altijd een paar punten zijn die duister zijn en dat er ook punten zijn van een vol vertrouwen, een vol licht.

Als in uw dromen een ontsnapping voorkomt, dan is de eigenschap van het volle licht bepalend voor de rest van de ervaring. De gehele droom moet worden gezien vanuit het standpunt van de lichtende over­tuiging, de innerlijke kracht, de deugd of wat u ook in uzelf meent te ontdekken.

Is er sprake van een overgave, dan moet u kijken naar de duistere delen, vooral naar de angsten die ergens in u schuilen. Want als u zich overgeeft, dan betekent dit dat uw angsten de overhand krijgen. En dan is het goed u te realiseren wat die angst is. Dan is alsnog een verweer mogelijk. Je kunt die angst dan neutraliseren. Misschien wilt u weten hoe? Dat moet ik er dan bij vertellen, anders is het niet volledig.

Een angst neutraliseren betekent, dat je eerst die angst goed be­schouwt voor wat ze is. Je kijkt waar ben ik werkelijk bang voor. Niet waarom. Maar waarvoor. Als je die angst hebt onderkend vraag je dan af in hoeverre dit voor jou ooit werkelijk zou kunnen zijn. Het blijkt dat dan een deel van de angst terzijde geschoven kan worden. Het overblijven­de deel moet je dan benaderen met het denkbeeld: dit kan ik overwinnen. Zodra je op die manier probeert de angst meester te worden, kun je ook (heel vaak wordt dat ook in een droom daarna weer gemanifesteerd) ont­snappen uit de doolhof waarin je meende te verkeren. Het zijn zeer eigenaardige voorbeelden en misschien zeer eigenaardige dromen, maar ze komen voor.

Wij hebben ook de neiging om onze eigen verantwoordelijkheid anders te zien zodra ze in het verleden ligt. Wij praten mislukkingen voor ons­zelf goed. Ook dit kan het innerlijk leven natuurlijk aanmerkelijk versto­ren. Want als je nu maar steeds loopt te jammeren als ik dat toen had gedaan als ik nu maar niet, dan blijf je bezig met oude fouten. Daardoor zie je de werkelijkheid zoals ze nu is, verkeerd. Je kijkt niet naar de werkelijke waarden en mogelijkheden en je bent dus ook niet in staat om die bewust te realiseren. Hoe meer je bezig bent met het verleden, hoe meer je wordt beheerst door dat verleden en hoe minder je in het heden meester kunt zijn van jezelf. Het is goed om ook dat onder ogen te zien.

Er zijn heel wat mensen die bewust of onbewust door schuldcomplexen worden gedreven, die uit conditioneringen misschien volkomen verkeerde denkbeelden hebben opgedaan en nu wel beter weten, maar zich daaraan niet kunnen ontworstelen. Onthoud dan het volgende:

Als u zich bezighoudt met het verleden, bekijk het eens een keer en zeg: Het is afgedaan. Wat kan ik nu doen? Kies altijd voor het heden. Niet voor de toekomst en niet voor het verleden. Plannen maken is goed, maar het heeft alleen zin, indien u vandaag heeft gedaan wat vandaag mo­gelijk is. Wilt u werkelijk vrede hebben, dan moet u elke dag kunnen zeggen: Ik heb iets gedaan, iets gepresteerd dat voor mij goed of aanvaard­baar is. Ik heb misschien iemand gelukkig gemaakt, ik ben gelukkig ge­weest, ik heb een fout voorkomen, ik heb een fout hersteld. Door op de­ze manier te leven gaat u de invloed van het verleden terugbrengen tot de mogelijkheid van vandaag. Maar er is meer aan verbonden.

Doordat u zich niet opzweept door te denken aan een verdere toekomst, zult u ook reageren op de omstandigheden zoals ze nu bestaan, vanuit de mogelijkheden die u nu bezit. De mogelijkheden die u bezit zijn vaak groter en omvatten veel meer dan u denkt. Maar we zijn altijd wel geneigd om even af te wachten. Onthoudt u alweer het volgende:

Afwachten heeft alleen zin, indien er voor mij geen bijzondere voor­keur of keuze bestaat. Daar waar deze wel aanwezig is, ligt het initia­tief bij mijzelf. Ik kan zelf waarmaken wat ik waar wil zien. Ik kan ook zelf vermijden wat ik niet wil. Door steeds actief te ageren voorkom ik namelijk dat ik door de omstandigheden word geleefd Voor uw innerlijke rust en vrede is het erg belangrijk dat u weet dat u zelf uw leven ten­minste in zekere mate in de hand heeft.

Er zijn mensen die zich hebben afgevraagd waarom wij altijd zeggen: Denkt u alstublieft goed na. Het is beter dat de mens zijn eigen dwaas­heden begaat dat dat hij het goede doet zonder te weten waarom. Dan zouden die mensen zeggen: Maar het is toch beter dat men het goede doet. Neen, de ervaring die u heeft, maakt het u duidelijk waar u kunt kiezen en hoe u kunt kiezen. Dit element van kiezen is voor uw gemoeds­rust veel belangrijker dan u denkt.

Wanneer u zich ziet als klein en onmachtig in de wereld om u heen, waar u niets kunt kiezen of veranderen, zult u altijd het leven benade­ren met zekere sentimenten. En die leven zich uit in innerlijke tegen­stellingen. Dat is een verdeeldheid van uw innerlijke vermogens en krach­ten. Het is duidelijk, dat u hierdoor aan energie inboet, dat hierdoor uw levenslust minder zal zijn dan echt belangrijk of noodzakelijk zou zijn.

Dan nog dit en dit moogt u toch zeker niet over het hoofd zien, dat u hierdoor u neerlegt bij zaken die u gemakkelijk had kunnen voorkomen of veranderen, indien u zelf initiatieven had genomen.

Nu kun je een ander natuurlijk nooit dwingen. Wij zijn weleens geneigd te zeggen: dan moeten die anderen het maar doen. Ik vind het bv. heel leuk dat studenten protesteren tegen een 4-jarige studietijd in de eerste fase, ofschoon ze natuurlijk door zelf goed te studeren dat misschien tot 3 jaar kunnen terugbrengen. Het is gewoon een poging om een bestaande toestand te continueren zonder je af te vragen waar je eigen mogelijk­heden liggen. Zeker, een slechte student kan het niet doen in 4 jaar. Maar een slechte student moet ook niet studeren. Hij moet wat anders leren waar hij wel geschikt voor is.

Bekijk het nu precies zoals het gaat om uw innerlijk, om uw rust. Sommige dingen kunt u goed doen. Dat zijn de zaken waarmee u zich voor­namelijk moet bezighouden. Daar kunt u vrede en geluk mee vinden. Er zijn ook zaken die erg aantrekkelijk zijn, maar die u eenvoudig niet op de een of andere manier kunt opbrengen. Ga daar dan alstublieft aan voorbij. Probeer nooit het onmogelijke voordat u het mogelijke heeft waar­gemaakt.

Nu komen we als vanzelf aan het onderwerp waaraan wij meer tijd moeten besteden dan deze avond alleen. Het zien in jezelf.

Wie in zichzelf schouwt, wordt veelal geconfronteerd met een fan­tastisch aantal droombeelden. Elke mens koestert illusies. Als ik rijk zou zijn …, als ik maar weer jong was …, Als ik nu eindelijk eens de macht had … enz. Als wij die droombeelden zien, dan moeten wij ze niet helemaal verwaar­lozen of terzijde zetten. Dat is onzin. Ze zeggen ons wat wij eigenlijk verlangen.

Als mijn droombeeld is jong zijn, dan wil ik daarmee alleen zeggen dat ik meer heb geleerd dan ik vroeger mogelijk achtte; dat ik dus in­nerlijk en geestelijk een andere status heb bereikt. Als dat het geval is, dan behoef ik niet jong te worden. De incarnatie cyclus draait wel verder. Maar, dan moet ik wel begrijpen, dat ik ben veranderd, dat ik mij niet meer kan beroepen op wat ik ben geweest.

Heb ik allerlei beelden van de wereld die zo en zo goed zouden kun­nen zijn, indien de anderen … dan moet ik mij afvragen waar faal ik zelf? Want als ik de anderen zie als degenen die bepalend en be­slissend zijn voor iets wat in mij leeft, dan betekent dat, dat ik hier mijn eigen onmacht signaleer. Die onmacht kan bestaan, maar ik moet die tenminste onder ogen kunnen zien. Ik moet begrijpen tot waar mijn vermogens reiken en waar ze onvoldoende zijn.

Als ik macht zoek, dan betekent dat, dat ik mij machteloos voel, dat ik mij ergens toch nog de mindere acht. Als ik in mij de gelijkwaar­digheid met de medemens kan ontdekken, dan zal die behoefte aan macht verdwijnen.

Misschien zie ik die macht als iets waarmee ik in de wereld iets kan waarmaken. Er zijn heel veel mensen in Nederland die erg tegen het fascisme zijn, maar die er toch wel van dromen dat er maatregelen door hen getroffen zouden worden, indien zij aan het bewind zouden zijn waar­door al die gekleurde personen en al die anderen uit dit land zouden verdwijnen en waardoor eindelijk alle sociale zorgen op kosten van de gemeenschap zouden worden omgeturnd in arbeiders ten behoeve van de gemeenschap.

Kijk, als u zo zit te denken, dan bent u bezig met zaken die u niet werkelijk aangaan. Als u zo denkt, dan zegt u tegen uzelf dat u uzelf niet kunt aanvaarden in de huidige omstandigheden. Vraag u af waarom. Waarom zit u dat dwars? Dat zal heus niet alleen zijn vanwege een paar centen. U voelt zich misschien in uw rechten of uw waardig­heid gegrepen, u voelt u geëxploiteerd. Waarom? Kijk naar de redenen en u zult zien dat er voor u een mogelijkheid is om daaraan voor uzelf iets aan te doen. U kunt uzelf veranderen. Op die manier kunt u ook de innerlijke rust weer herstellen. U kunt een zekere vrede tot stand brengen.

Er zijn heel veel mensen die bezig zijn met hun gemis. Als hij toen niet …, als zij nu maar eens…, nu is het te laat ….

Als je dat allemaal zegt, dan leef je niet met de werkelijkheid. De werkelijkheid is gelegen in de feiten zoals ze vandaag bestaan. Daarmee zul je moeten leven, daarmee zul je moeten afrekenen. Probeer niet om voortdurend een eredienstje op te bouwen over iets wat misschien niet eens heeft bestaan zoals je het voor jezelf tekent. Probeer ook niet werkelijk goede dingen uit het verleden te vergeten of opzij te schuiven, maar zie jezelf zoals je nu bent, met je eigen problemen. Je zult ontdekken dat je alleen door te kijken naar de wer­kelijkheid van je problemen ook gaat inzien wat je kunt doen, wat je kunt zijn. Dat is voor de innerlijke rust ontzettend belangrijk.

Een mens die vrede wil vinden in zichzelf, kan nooit vrede vin­den, indien hij tegen zichzelf verdeeld is. Die verdeeldheid bestaat echter voor een groot gedeelte uit onbewuste waarden. Waarden waar­aan wij voorbijlopen, waarden waar wij geen aandacht aan willen schenken. Zaken die wij dan maar liever op rekening van anderen boeken. Natuurlijk, niemand van ons  in de geest en in de stof is zonder zonden en feil­loos. Dat is maar goed ook, anders zou het een heel vervelend bestaan worden. Maar als wij niet zonder zonden zijn, laten we dan nagaan waarom wij iets in onszelf als fout, als zonde beschouwen? Dan zullen we zien dat het niet de zaak op zichzelf is, maar dat het bijkomstigheden zijn waaraan wij misschien wel iets kunnen doen.

Evenwicht vinden in jezelf is uitermate belangrijk. Dat evenwicht kun je nooit bewaren, als je het laat bepalen door de wereld buiten je. De basis van het evenwicht moet in jezelf liggen. Of je die nu uitdrukt in termen van de bijbel, van oude geschriften of je daar de Noorse sagen of de Veda’ s bijhaalt, het doet niet veel ter zake. Dit zijn de beelden waarmee je werkt. Maar de essentie waarmee je werkt, is je eigen wezen. Wie in zichzelf geen rust en evenwicht tot stand kan brengen, hij zal wat er ook in de wereld geschiede, ten goede of ten kwade, nooit vrede kennen. Dat wil zeggen dat hij nooit werkelijk met een ander in vrede kan leven.

Ik meen, dat we daarmee gekomen zijn aan een punt waar wij nog even kunnen teruggrijpen naar hetgeen wij gezegd hebben over meditatie en me­ditatietechnieken.

U weet nu dat u op verschillende manieren met redelijk resultaat kunt mediteren. U weet ook dat u dus met die technieken voor uzelf een grote mate van ontspanning en eventueel zelfs van openheid kunt scheppen. Pas diezelfde technieken nu eens toe als u zichzelf beschouwt. Bezie u niet als iemand die er deel aan heeft. Kijk naar uzelf en naar uw leven van een afstand. Bekijk het zoals een kunstcriticus op een af­stand een schilderij staat te bekijken. Let eens rustig op de details en blijf die afstand handhaven. Veroordeel niet, maar noteer wat er aan tegenstellingen zijn, waar er iets mankeert, waar er iets teveel is. Als u dat doet, dan wordt het veel gemakkelijker om – terugkerende tot de werkelijkheid van uw eigen bestaan te corrigeren. Besef wel, de cor­rectie kan nooit in een ander liggen, alleen in uzelf.

Ten laatste heb ik nog een paar tips die u eveneens ten goede kun­nen komen, als u naar het innerlijk evenwicht, de innerlijke vrede wilt streven.

Besef de schoonheid die om u heen bestaat. Besef, dat schoonheid is gelegen in het oog van de beschouwer. Als u kijkt naar de wereld en u vindt haar mooi, dan is dat omdat er in u iets bestaat waardoor dit schoonheid, een soort emotie wordt. De schoonheid die buiten u bestaat, draagt u in uzelf of u het weet of niet. Als u in de wereld zaken ziet die afzichtelijk zijn, dan is dat niet al­leen maar iets dat buiten u bestaat; er moet dan in u ook iets zijn.

Dan kunt u zeggen: Ik ben toch niet iemand die anderen wil marte­len. Ik val al dood als ik een vlieg probeer neer te slaan. Die anderen martelen wel. Goed, u heeft die zwakheid. Het is een emotionele zwakte. Maar kijk dan naar de feiten.

Datgene wat u in die martelaren en in degenen die martelen ziet, is wel degelijk iets wat u ook in u heeft. Maak uzelf niet tot martelaar, maar besef dat u zich vaak lasten oplegt die u beter niet zou moeten dragen.

Besef dat u zeker niet bewust anderen zult willen martelen, maar begrijp ook dat u zozeer bezig bent met delen van uw “ik” aan de wereld op te leggen dat u daardoor bewust of onbewust een soortgelijke condi­tie zij het mentaal of emotioneel voor anderen kunt scheppen. Als u dit beseft, kunt u zich aanpassen aan de werkelijkheid van de we­reld. De werkelijkheid van de wereld heb je nodig om vrede te vinden.

Probeer u nooit te zeer afhankelijk te maken van bepaalde verschijn­selen, of dit nu zuiver stoffelijke zijn dan wel geestelijke. Als de geest maar tot mij spreekt, dan ben ik gelukkig. Maar als u de geest daarvoor nodig heeft, dan mankeert er iets aan uw geest. U moet geluk zien als een bewustzijnstoestand. Kennelijk ontstaat die op het ogenblik dat u zich met het hogere verbonden voelt.

Kijk naar uzelf en zeg tot uzelf: In mij leeft God. Als ik dit be­sef naar voren schuif, dan ben ik gelukkig. U zult zien dat u zich veel gelukkiger voelt. Als u zegt: Ik kan zonder dit of dat niet leven, dan moet u beseffen dat het heel vaak erg overdreven is. U kunt misschien niet leven zon­der drinken, maar u kunt met veel minder drank toe dan u denkt, wat dat betreft ook van een veel mindere kwaliteit dan u veronderstelt. Met eten is het precies hetzelfde. Al die dingen die lichamelijk zo noodzakelijk lijken, zijn slechts beperkt noodzakelijk. Door te begrijpen hoe beperkt de werkelijk stoffelijke behoeften zijn en wat dat betreft, hoe beperkt de werkelijk geestelijke behoeften vaak zijn, kunt u vrede hebben met mogelijkheden die minder zijn dan optimaal volgens uw visie en daardoor voor uzelf toch weer een optimale toestand wekken ongeacht de verschijnselen om u heen. Ik meen, dat ook dit erg belangrijk is.

Daarmee ben ik gekomen aan het einde van deze les, die wij vanuit verschillende oorzaken en redenen de laatste maand van het jaar iets korter houden dan normaal.

Wij zijn bezig geweest met te kijken. Maar kijken kunt u alleen zelf. Wat ik heb gezegd, is een handleiding om eens te kijken naar uzelf en naar uw wereld. Het is geen oplossing van een probleem. Maar wie in­nerlijke vrede wil, wie innerlijk een juistere beheersing en een juister besef tot stand wil brengen, zal moeten leren kijken. Wie weigert de feiten te zien, behoeft zich niet te beklagen als hij in de ogen van de wereld en ook van zichzelf dwaas is. Dwazen zijn er genoeg, waarom zou u daarbij willen horen? Misschien dat u denkt dan ben ik deel van de zwijgende meerderheid. Dan is dat geheel aan uw eigen discretie overgelaten.

Begrijp mij alstublieft goed. Alles wat wij in deze lessen brengen is uitvoerbaar. Het zijn geen theorieën, het zijn geen onmogelijkheden. Er zijn wel degelijk praktische richtlijnen in verwerkt. Maar alleen als u zelf daarmee werkt en deze aanpast aan uw eigen specifieke persoons­inhouden en omstandigheden, zult u het beste bereiken. Je kunt in een cursus alleen maar algemeen zijn. Ik heb getracht desondanks de richt­lijnen en voorbeelden zodanig te stellen dat iedereen voor zich en van­uit zich daarmee kan werken.

Ik eindig met de hoop uit te spreken dat u zult leren kijken naar uzelf, naar de wereld in uzelf zult leren zien en vanuit uzelf zult leren projecteren datgene waardoor voor u de wereld een beter en vre­diger oord wordt, waardoor uw geest innerlijk een grotere kracht en een groter licht gewint.

Vragen.

  • Ik zou graag wat meer willen weten over de emoties die je onder­gaat als je leed en martelingen om je heen ziet.

Ik geef een voorbeeld. Er is een natuurfilm. U ziet hoe de leeuw zijn prooi bespringt. Een hoop mensen doen dan hun ogen dicht, want ze vinden de leeuw een mooi beest en ze vinden het andere beestje mooi, maar dat de leeuw toevallig moet eten om zo mooi te blijven en dat het andere beestje daarvan het slachtoffer wordt, kunnen ze niet aanzien. Dit is een valse emotie, want zo ontken je de feiten. Heel veel emoties die je hebt t.a.v. martelen en martelaren zijn even­eens vals. Je moet je heel goed realiseren dat geweld en marteling worden toegepast vanuit een bepaalde mentaliteit, maar ook in een be­paalde structuur en dat ze naargelang van de volksaard en de struc­tuur van de gemeenschap een ander karakter zullen hebben. Je kunt bv. Chili niet vergelijken met Nederland. Niet t.a.v. de be­handeling van gevangenen, van bepaalde gewelddadigheden en ook niet t.a.v. bepaalde deugden, want die hebben daar een heel andere betekenis. Dit leren inzien maakt het mogelijk toch ergens de werkelijkheid in het oog te houden. Het voorkomt dat je je laat meeslepen door vol­komen valse gedachtegangen en daardoor tevens je beheersing en je mogelijkheid om je eigen wezen en je werkelijke mogelijkheden te beschouwen uit het oog verliest.

Een ander voorbeeld. Men is in Nederland tegen een bepaalde mi­litaire Junta. Daarom wil men daar in Uruguay niet gaan voetballen, want dat zou propaganda zijn voor de heersers. Dat kan waar zijn, maar dan moet u om dezelfde reden weigeren om de slachtoffers van de aard­beving in Italië te helpen. Want daar wordt immers zoveel van de steun­ gelden door heren opgeslokt die helemaal niet getroffen zijn door de aardbeving en die alleen maar hopen dat anderen voor hen beven. De redeneringen liggen op precies hetzelfde vlak. Want als u gaat voetballen, dan doet u dat voor de mensen en niet alleen voor de lei­ders. Als u steun geeft aan de getroffenen van de aardbeving, dan doet u dat voor de slachtoffers en niet voor de heren daar. Als u nu zegt: Ik kan dat niet doen omdat die heren daarvan profijt hebben, dan moet u zowel in het ene als in het andere geval u onthouden. Als u de zaak zo gaat zien, dan zult u begrijpen dat martelaar en martelingen en degenen die martelen toch wel bestaan dan vanuit uw normen, vanuit uw huidige maatschappij kunnen worden bezien. In de tweede plaats zult u gaan beseffen dat u een verwantschap ge­voelt. U bent misschien bang dat u onder bepaalde omstandigheden ook gemarteld zult worden of u heeft misschien de behoefte om degenen die volgens u ten onrechte martelen eindelijk eens zelf onder de zweep te nemen. In beide gevallen is het onthullend t.a.v. uw eigen persoon­lijkheid en daardoor ook een aanleiding om uzelf te corrigeren in een bepaalde visie van de wereld en zo langzaam maar zeker de rust terug te winnen die werd verstoord door een onjuiste benadering van de feiten.

  • Zou u het verschil willen aangeven tussen naar jezelf kijken en zelfanalyse?

Zelfanalyse is een poging om alle eigenschappen naast elkaar te leggen. Het is een soort zielkundige anatomie. Je gaat de delen afzon­derlijk zien. Maar er zijn vaak schijnbaar onbelangrijke waarden bij die juist door het samenwerken op heel verschillende vlakken van de per­soonlijkheid een groot gedeelte van de werkelijke belevingsmogelijkheid of uitingsmogelijkheid van de persoonlijkheid bepalen. Als je kijkt naar jezelf, dan beschouw je het gehele tafereel dat je bent en dan zie je de onevenwichtigheden daarin. Je hebt geen behoef­te om het te ontrafelen. Wanneer je schouwt in jezelf, dan begrijp je waar de spanningen zitten en probeer je ze op te heffen. Het gaat dus niet om het omschrijven van onderdelen, maar het gaat gewoon om het er­kennen van onevenwichtigheden. Daarin ligt het grote verschil. Vergelijkenderwijs. U kijkt naar een schilderij. Als u analyseert, dan gaat u kijken hoe heeft de schilder zijn penseel gebruikt, wat voor een penseel heeft hij gebruikt, wat voor verf heeft hij gebruikt. Terwijl als u gewoon kijkt, dan zegt u: Wat stelt het voor? Als u in uzelf kijkt dan zegt u; Wat is mijn gevoel bij het beschouwen van de voorstelling.

  • Een opmerking over de mogelijkheid om in een beeld of voorstelling op te gaan of eraan te ontsnappen. Is het ook mogelijk het beeld zelf te veranderen?

Het beeld buiten je veranderen kun je nooit doen omdat, wanneer je ziet buiten ruimte en tijd, dan zijn het voor je dingen die geen deel zijn van je persoonlijkheid en als zodanig niet zonder meer door jezelf beheerst kunnen worden. Maar als het beeld in uzelf als een domineren­de factor bestaat (u moet de lezing maar eens nagaan), dan zult u zien dat u, door zelf in uw ervaring, in uw herinnering van het beeld wijzi­gingen aan te brengen uw oriëntatie t.a.v. het gehele gebeuren en de invloed die het op u heeft wel degelijk kunt veranderen. Ik heb dit uitdrukkelijk vermeld.

  • Hoe moet de mens de neiging tot geweld die hij in zich ontdekt, be­naderen?

Geweld is over het algemeen het resultaat van een behoefte tot uiting, tot manifestatie van jezelf. Ik geloof niet dat de neiging tot geweld in het “ik” geheel onderdrukt kan worden maar wel verschoven. Laat mij het zo zeggen: Je kunt je vrouw slaan of de kleden kloppen. Als u dat begrijpt, dan zult u inzien dat het geweld zinloos is, tenzij het een tevoren berekenbaar effect zal hebben en het geweld niet met u wegloopt, maar gewoon een werktuig is dat u tijdelijk hanteert en op elk ogenblik terzijde kunt leggen. Voor veel mensen is het nu eenmaal zo, dat wanneer ze beginnen met geweld, zij zichzelf opzwepen tot on­beheerst geweld. Als je beseft dat het in jezelf ligt, dan moet je geweld vermijden.

De zin van de onzin.

Onzin op zich betekent dat iets niet redelijk schijnt. Het onredelijke heeft vaak een grotere betekenis dan alle redelijkheid.

Als je bij bepaalde inwijdingen komt (o.a. de medicijnman inwijding in het gebied van Ngoro Ngoro, dan word je geconfronteerd met dergelijke onredelijkheden. De slang van de voorouders komt dan om je op te eten en er wordt van je verwacht dat je eet smakelijk zegt. Dat lijkt natuurlijk kolder totdat je gaat begrijpen dat deze slang van de voorouders (een soort demon eigenlijk alleen maar het beeld is van de angst. Als je de angst welkom heet, dan zal ze verdwijnen. Op die manier heeft iets wat krankzinnig lijkt wel degelijk betekenis.

Als je die inwijdingen doormaakt, word je ver in het oerwoud ge­bracht. Er is daar een klein kamp. Men blijft daar niet helemaal alleen, meestal met 3 of 4 leerlingen. Zo nu en dan komt de leraar die mensen wat lessen geven. Hij komt hen ook aan bepaalde proeven onderwerpen die niet altijd even prettig zijn. Je hoort dan weer van die onzin.

Men neemt een bepaalde mier. Er zijn termieten die ontzettend kun­nen bijten. De termiet wordt gewoon op de borst gezet van de persoon die wordt ingewijd, en wel zo dat hij met het achterlijf gevangen zit, dus gaat hij met de kaken te keer. De pijn moet je dan verdragen. Dan vraagt de leider: Doet het pijn? Zeg je: Neen. Dan zegt hij: Je bent dwaas. Zeg je: Ja. Dan zegt hij: Je hebt niet goed nagedacht, want als je denkt dat die mier ergens anders is, kan hij jou niet bijten. Het is een zeer typische manier om duidelijk te maken dat de geeste­lijke krachten waarover veel medicijnmannen ook beschikken voor een groot gedeelte berusten op het vermogen jezelf los te maken van het gebeuren.

Een andere truc die hun wordt geleerd is die van de slang. In dit geval doet het een beetje denken aan Mozes aan het hof van de Farao. Je kunt een willekeurige stok nemen of als je dat liever hebt een rookwolkje. Je kunt anderen daarin een slang laten zien. Nu probeert men de leerlingen te plaatsen temidden van een paar vuur­tjes die roken of; in een ander geval bij een aantal stokken die in de grond zijn gestoken. De medicijnman gebruikt zijn geesteskracht om daar gevaarlijke slangen in te laten zien. En dan is het natuurlijk een kwestie van: wat doe je?

De een probeert krampachtig te ontkomen aan de slangen. De ander staat er star bij en probeert ze te ontkennen totdat hij een kreet van pijn slaakt, omdat hij meent dat hij is gebeten. Dan zegt de medicijnman leraar: Wanneer je rook tot een slang ziet wor­den, moet je een slang tot rook denken. Maar wie een slang ziet, moet vermijden gebeten te worden. Het eigenaardige is, dat er zelfs mensen zijn die aan deze proef overlijden, omdat ze menen door een giftige slang gebeten te zijn.

Voor ons heeft dat misschien niet zo erg veel betekenis, althans ik kan mij niet voorstellen dat u hier rook in slangen gaat omtoveren. U heeft er niets aan, tenzij u toevallig in de showbizz zit.

In een ander opzicht is het misschien wel goed om te onthouden dat een illusie, ook al is ze een illusie, zolang u die niet kunt her­leiden tot dat wat ze wezenlijk is, u onmiddellijk kan treffen.

Als we leven in een maatschappij als deze, dan kunnen we zeggen dat een groot gedeelte van hetgeen daarin bestaat, berust op illusies. Het denkbeeld dat geld macht heeft bv. is onzin. Geld heeft geen macht, tenzij je het daaraan toekent. Maar dan kun je er ook aan ten ondergaan. Je kunt misschien die macht niet ontkennen, omdat te veel anderen daarin geloven. Dan is het geld voor jou een realiteit en is de bankier een machtig man, want die heeft veel geld. Dwaas als het moge klinken, je zou misschien het hele bankwezen in el­kaar kunnen laten storten, als je alleen maar zou lachen over de pre­tentie van invloed en macht die erin zit. Maar met de bank zou dan de samenleving in elkaar vallen. Dat is ook iets waarin je geschoold wordt als medicijnman.

Als je een magische ingreep doet, of dit nu een koortsdans is of iets anders, dan heb je niet alleen maar rekening te houden met je eigen­lijke doel; je moet ook rekening houden met degenen die daar omheen staan. Zo krijgen ze een les.

De koorts is een demon die in de mens woont. In zekere zin is dat juist. Ze bestaat niet werkelijk en is niet zelfstandig behalve in de ge­dachten van de zieke. Wanneer je danst, moet je echter zorgen dat zij niet kan ontsnappen, want als je haar verdrijft uit de zieke, zou ze in een ander kunnen varen. Schijnbaar onzin. Hoe kan iets dat niet bestaat in een ander varen? Tenzij je zegt: Ik kan middels suggestieve processen een menselijk lichaam genezen. Ik kan een ander, die vreest daardoor getroffen te worden, beschermen door te laten zien dat ik die demon helemaal in mijn macht heb. Vergeet ik dat, dan kan een ander koorts krijgen alleen maar omdat hij denkt, dat de demon in hem vaart. En dan wordt het weer verstandig en geen onzin.

Zo is het dat heel veel van die onzin die we in Afrikaanse inwij­dingen zien, o.a. bij de Ngombi, een staat in de buurt van Congo. Dan is de onzin van de scholing die wordt gegeven volledig zinvol op het moment dat we haar leren interpreteren. Dat is een van de dingen waar wij vooral in de blanke wereld nogal eens in tekortschieten.

Er zijn heel veel spreuken die op zichzelf zinnig lijken en die on­zin zijn. Maar er zijn ook heel veel onzinnige dingen die op zichzelf zinrijk zijn. Het gaat namelijk niet alleen om de uiterlijkheden. Het gaat om een innerlijke waarde die daaraan door de persoon, de personen of het volk verbonden wordt.

Indien die waarden betekenis hebben, dan heeft alles wat daarmee samenhangt ook betekenis, zelfs als we verstandelijk die betekenis niet kunnen overzien of beredeneren. Voor ons geldt dat precies eender.

Wij hebben ook denkbeelden als dat gebeurt, dan tel ik mee. Dat is natuurlijk onzin, want meetellen doe je altijd al is het maar bij de volkstelling. Maar dat meetellen betekent dat je voor jezelf een belangrijkheid verbindt aan een bepaald gebeuren al is het maar dat iemand je groet die naar je meent boven je staat. Op dat ogenblik is de feitelijke betekenis gelegen in de verandering van houding die je zelf ondergaat.

Het is mogelijk, dat iemand wordt genezen doordat de Koningin hem een hand geeft. Vroeger geloofde men dat en bestond dat gebruik inder­daad. Dan kwamen de zieken, vooral de schurftlijders (misschien zit daar ook wel een betekenis in) bij de Koning en werden dan door de Ko­ning aangeraakt. Er werd aangenomen dat ze de schurft dan niet meer in zich hadden. Ze kregen dan een penning. Velen van hen genazen in­derdaad. Dat is precies hetzelfde principe dat in de medicijnmannen­beweging de mensen wordt bijgebracht.

Geestelijke krachten kan men manipuleren. Als de mens anders denkt over zichzelf, dan zal hij ook anders zijn of worden. Geestelijke veran­dering betekent lichamelijke verandering. Maar ook omgekeerd lichame­lijke verandering kan een geestelijke verandering met zich brengen. En dat geldt niet alleen voor de mentaliteit. Dat geldt wel degelijk ook voor de emotionaliteit van de mens, ja zelfs voor zijn wereldbeeld en zijn waardering voor het andere. Dit begrijpen betekent dat het mani­puleren dat rond u zo vaak gebeurt gemakkelijker kan worden afgeweerd, indien u dat wenst.

Als iedereen u vertelt dat echte boter goed voor u is, dan wil dat nog niet zeggen dat het waar is. Maar als u het gelooft, dan voelt u zich beter. Zo kan ik u vertellen dat de lucht van een auto goed voor u is en u wordt “high” door de uitlaatgassen. Zodra u het gelooft, heeft het een betekenis die verdergaat dan alleen het denkbeeld. Het is een mentale, maar wel degelijk ook fysieke verandering die daarvan mede het gevolg is Het is goed u dat te realiseren, want deze cursus, die gaat over het vinden van innerlijke vrede, confronteert u ook met vele denkbeelden.

Sommige daarvan zijn schijnbaar absoluut onzinnig totdat u gaat over­wegen in hoeverre de relatie tussen u en de wereld of tussen u en uw innerlijke beelden daardoor mede veranderd kunnen worden. Dan zijn ze zin­vol.

De typische methode die men heeft bij de door mij genoemde neger­stammen is er een waarbij de suggestie voortdurend wordt gebruikt als ondersteunend middel. Dat is ook iets waarmee men rekening moet houden. De suggestie op zichzelf is niet voldoende. Wij moeten er wel degelijk iets werkelijks naast stellen.

De medicijnman doet dit o.a. door bepaalde zalven te gebruiken, door reukwerken te verbranden, in sommige gevallen zelfs door drank te geven en als hij heel modern is misschien door zijn bezwering te on­dersteunen middels penicilline injecties of een soortgelijk middel. Het is dus duidelijk, dat het niet alleen maar gaat om het denkbeeld.

Zo zegt men in diezelfde omgeving: Als je bang bent voor dieren, zullen zij je bedreigen Als je vrede kent met de dieren, zullen zij je negeren. Als je een haat hebt tegen de dieren, zullen zij vluchten of je aanvallen. Daarom is het goed de dieren in vrede te benaderen. U zult zeggen wat is mijn gevoel van belang voor het dier? Maar het bepaalt mijn houding, mijn uitwaseming en daardoor de relatie die er tussen mij en het dier ontstaat. Deze stellingen gaan verder.

Wie naast een boom staat en zich één voelt met de boom, weet wat de boom kan genezen. Schijnbaar kolder. Maar als ik meditatief ervaar wat er naast mij bestaat, dan zal ik daarin bepaalde delen zien die zeker ook stoffelijk aanwezig zijn en die voor mijn doel bruikbaar zijn. Intuïtie in plaats van kennis zouden we kunnen zeggen. Maar het is meer dan dat. Het is een innerlijk weten waardoor de intuïtieve greep naar bv. boombast of boomblad eigenlijk een bijkomstigheid is geworden, want de mens was een ogenblik boom.

Op dezelfde manier wordt ook aan deze medicijnmannen geleerd (en hieruit blijkt dat er in de wereld toch niet veel afwijkingen zijn) dat een specialist een bijzonder hoog loon waard is. Dat is natuurlijk ten dele onjuist. Maar, zo leert men hen, als ze maar eenmaal de drank hebben gedronken. Dat wil zeggen dat ze een gif hebben gedronken waar­aan normaal iemand meestal succumbeert, maar dat ze door een juiste beheersing van de lichaamssappen zonder schade kunnen drinken.

Als een mens offers moet brengen, dan is datgene waarvoor hij offert kostbaar. Dan voegen ze daar nog aan toe. Zo leer hun offers te brengen aan de voorouders, omdat de stem van de voorouders waarde heeft. Leer hun te offeren aan de goden, opdat zij vertrouwen in de goden. Schijnbaar onzinnig. Het is natuurlijk erg voordelig voor de me­dicijnman.

Denkt u eens na. Zijn er dingen in uw leven waarvoor u grote of­fers heeft gebracht? Die moeten u wel bijzonder dierbaar zijn. Het heeft betekenis voor u gehad. En zolang u leeft zal het invloed op u hebben. Dat is niet kwaad, maar als u het zich realiseert, kunt u ook weten waarom.

In wezen hecht de mens vaak meer aan het offer dan aan de god aan wie hij het offer heeft gebracht. Maar hij zal altijd zijn eigen gevoel sublimeren in de gestalte van de godheid.

Zo ziet u dat zelfs inwijdingen waarbij zin en onzin schijnbaar op een krankzinnige manier door elkaar lopen erg zinvol kunnen zijn. Ze confronteren u met de werkelijkheid omtrent uzelf. Maar ze confronteren u daarnaast ook met de werkelijkheid zoals een medemens die onder­gaat.

Als je niet weet hoe werkzaam een medicijn is, vraag dan een hoge prijs. Ik zou zeggen, dat is ook in het Westen doorgedrongen. Er zijn be­paalde concerns die daarmee winst maken. Het is duidelijk, dat ik veel betaal voor een geneesmiddel, dan moet het wel goed zijn. Anders gezegd, de suggestieve waarde kan een niet werkzaam geneesmiddel toch maken tot iets dat mij geneest. Op dezelfde manier gaat het ook met geestelijke za­ken.

Er zijn heel veel geestelijke procedures die op zichzelf betrekkelijk waardeloos zijn. Maar als je in die geestelijke procedure volledig opgaat, als je daar zeer veel van verwacht, dan zal die verwachting nooit helemaal beschaamd worden, omdat je die voor zover mogelijk aan jezelf vervult.

Geloof kan je een macht geven die je zonder geloof niet bezit. Niet omdat het geloof juist is, maar omdat je daardoor beseft dat de macht bestaat.

Geloof kan je laten zien, helderziendheid en al dergelijke din­gen. Niet omdat helderziendheid afhankelijk is van hetgeen je gelooft, maar omdat de manier van geloven nadruk legt op deze waarneming die inherent is aan het menselijk wezen.

Daarom meen ik dat we toch iets zouden kunnen leren van deze medicijnmannen met hun scholen, die overigens langzaam maar zeker, helaas, bij vele stammen verdwijnen.

De groene magie, op zichzelf een natuurmagie, maakt gebruik van vele geestelijke kwaliteiten van de mens. Maar wij bezitten die kwa­liteiten ook. Dan hebben wij geen behoefte aan juist die methoden, maar we hebben wel behoefte aan de resultaten. Dan kan elk willekeu­rig geloof, elke willekeurige benadering dezelfde resultaten opleve­ren, mits de associatie bestaat tussen de overtuiging, eventueel het offer, de kosten die er voor ons aan verbonden zijn en datgene wat er voor ons uitkomt. Ik wil daar onmiddellijk bijvoegen dat dit voor onze lessen niet wordt toegepast. Je kunt nooit weten, als er een vertegenwoordiger van de penningmeester aanwezig zou zijn wat dan de reactie is!

Ik wilde u kort duidelijk maken wat deze zogenaamde wilden, meestal gehuld in hun boombastschortjes tijdens dergelijke inwijdingen leren, is geen onzin. Zij gebruiken op hun manier hetzelfde dat ook in uw gemeenschap zo vaak wordt gebruikt.

Leer dan om de dreigingen te herleiden tot hetgeen ze zijn. Leer om het goede dat u wilt bereiken te zien als een zekerheid. Vraag u niet af, of het ene geloof meer macht geeft dan het andere. Probeer een geloof te vinden waardoor u beschikt over een bepaalde gave of macht. Zo kunt u uzelf helpen meer te presteren, meer te bereiken en een grotere zekerheid voor uzelf te gewinnen.

Wie die zekerheid gewonnen heeft, zal gemakkelijker vrede vinden in zichzelf, omdat hij althans niet meer wordt gekweld door het groot­ste probleem van deze tijden: de zelfverwerping van de mens.

Beroep.

Ik kan mij beroepen op een kracht, een macht, een vorst, een rijk. Ik kan een beroep hebben en daarmee aanduiden wat ik volbreng. Het beroep is het door anderen doen volbrengen in de ene vorm, het zelf volbrengen uit de andere vorm. Misschien is daardoor duidelijk, dat al wat wij zijn en doen eigenlijk een beroep is.

Wij leven door voortdurend een beroep te doen op anderen, want wij vragen van anderen de erkenning en de mogelijkheden om ons eigen leven op te bouwen. Maar wij hebben ook een beroep nodig, want wij kunnen temidden van anderen eerst leven, indien wij zelf iets zijn.

Dit lijkt mij een aardige weerkaatsing van de schijnbare gespletenheid waarin wij kosmisch bestaan. Enerzijds heb ik God, mijn Creator, mijn Schepper. Deze Godheid maakt mij en mijn wereld. Maar aan de andere kant ben ik het die scheppend optreedt in de wereld. Ik maak voor mijzelf waar wat er in mij leeft.

Ik ben enerzijds een wezen dat een voortdurend beroep moet doen op het hogere, maar anderzijds is het leven, het vormen mijn wezensin­houd, mijn bestaansrechtvaardiging. Als ik dus tussen de hogere krachten dat wat uit mijzelf komt een verschil maak, zal ik altijd beperkt zijn in het uitoefenen van mijn levensfunctie door het beroep dat ik doe op een hogere functie.

Aan de andere kant als ik mij alleen bezighoud met beroepshalve mijzelf waar te maken in de wereld zonder mij te beroepen op het hogere, zal ik nooit volmaaktheid bereiken; ik ben altijd beperkt. Daarom zou ik dan uit dit woord willen distilleren de les. Ik moet mij gelijktijdig beroepen op datgene wat ik ook wil zijn.

De schijnbare verdeeldheid tussen het hogere en dat wat ik ben is iets wat uit mijzelf voortkomt. Ik ben deel van de totale scheppende Kracht, zo goed als ik schepper ben in mijzelf. Ik ben gelijktijdig het slachtoffer van grote machten en ik ben een macht die slachtoffers maakt.

Als ik zeg: Ik ben één met de Godheid, dan heb ik daaruit de onafhankelijkheid gewonnen waardoor ik waarlijk kan scheppen wat er in mij leeft. Wil ik deze dingen van elkaar scheiden, ik zal slachtoffer zijn van alle omstandigheden.

Kan ik de eenheid vinden tussen het besef van het hoogste en dat wat ik ben, moet doen en zijn, dan heb ik de volledige macht om mijzelf waar te maken wat er ook op de wereld gebeurt en wat er ook gebeurt in de tijd, want ik ben als godheid meester van alle werelden en alle tijden. Zo maak ik waar in alle werelden en alle tijden wat er in mij leeft, totdat volledig is waargemaakt dat deel dat ik ben van de grote scheppende Godheid.

Als ik dit zo probeer uit te drukken, hoop ik voor u begrijpelijk te hebben gesteld De schijnbare tegenstellingen vormen de eenheid waarin de enige waarheid ligt. Beperking en onbeperktheid tegenover elkaar zijn het ware wezen, dat zichzelf zijnde zich beperkt, maar oneindig is in zijn mogelijkheden. Wie de tegenstellingen in zich verenigt, zal daardoor alle beperkingen verliezen, de waarheid kennen en vanuit zich waarmaken wat de kern is van zijn wezen.

image_pdf