Krachten die de huidige wereld bewegen

image_pdf

16 september 1986

Aan het begin van deze bijeenkomst wil ik er u vooreerst op wijzen dat wij niet alwetend of onfeilbaar zijn. Ik stel het erg op prijs wanneer u zelf nadenkt. Hebt u geen onderwerp?        Neen broeder.

Wanneer u denkt dat wij een onderwerp moeten voorbereiden, dan vergeet u één ding: Er is een aanmerkelijk tijdsverschil, althans bewustzijnsverschil tussen uw wereld en de onze. Wij zijn, zullen we zeggen, sneller en dat houdt in dat wij, terwijl we praten, vaak informaties kunnen inwinnen. Dat we daarnaast de gelegenheid hebben om onze woordkeuze ook nog nader te overdenken. Voor u gaat dat allemaal als een aaneengesloten geheel verder, terwijl ik ondertussen al heb nagedacht wat ik, na hetgeen ik nu gezegd heb, verder zal moeten gaan zeggen. Het is dat verschil in reactietijd dat vaak voor u verbluffende resultaten heeft.

Wanneer ik bijvoorbeeld wil improviseren op iets, dan kan ik zeggen: “Nu, de zomer in haar laatste dagen wordt door de herfst al reeds gekweld, die met felle herfstkleuren reeds haar strepen heeft geteld, in het lover van de bomen.” Het klinkt toch mooi, nietwaar? Maar daar denk je dan eens over na en terwijl je dan denkt improviseer je dit.

Dit is het geheim van heel veel dingen. De mensen denken altijd: de werelden van de geest zijn ofwel heel bijzonder, of de werelden van de geest zijn eigenlijk mensenwerelden, maar dan op een verheven platform. Dat kan in vele gevallen waar zijn. Ik kan u zo een tienduizend verschillende sfeertjes beschrijven die allemaal tot stand gekomen zijn door de denkbeelden van de mensen die zo gezamenlijk voor zich een wereld geschapen hebben. Maar de wereld is eenvoudig: wij bestaan in vorm van energie en als de geest energie is, dan kan die ook veel sneller reageren met snelheden die bij uzelf met uw zenuwstelsel eenvoudig niet denkbaar zijn.

Daarnaast heeft de geest een ander waarnemingsvermogen. Een geest ziet in 360 °, u bent al goed wanneer u 120 ° redelijk zuiver ziet. Een geest hoort niet, maar een geest leest af, ook weer een groot verschil omdat gedachten vaak meer het wezen omschrijven van hetgeen gezegd wordt, dan de woorden zelf doen.  Je bent dus eigenlijk terecht gekomen in een gans andere toestand en deze toestand is te vergelijken met wat dan ook op aarde is eigenlijk bijna bedrieglijk. Vanuit mijn standpunt zeggen ze dan: Ja maar, zo’n geest ziet zoveel. Als u in een grote bibliotheek zit en u kunt alle werken naslaan en u hebt er de tijd voor om dit te doen, dan weet u ook veel. Er is enorm veel kennis die afleesbaar is, soms bij de aanwezigen, soms bij entiteiten in de buurt. Een enkele keer kun je dat ook nog via via verkrijgen op grotere afstand. Dus je kunt eigenlijk veel kennis bezitten zonder dat ze je geheel eigen is. Het is niet zonder meer een ingeschatte kennis. Aan de andere kant zitten er bepaalde feilen aan het systeem natuurlijk. Laten we zeggen: U stelt een medische vraag en ik heb een dokter bij de hand die over is gegaan, laten we zeggen in 1910. Ja dan zal die goede man, zowel ten aanzien van kwalen als van therapieën toch wel heel anders denken dan u en dan de kennis en de wetenschap van uw tijd zegt. Ik zeg niet wie er gelijk heeft, dat kan ik niet beoordelen, maar het verschil is er. Wanneer u te maken heeft met een mathematicus uit het jaar 1400, dan hebt u te maken met een astroloog en niet alleen maar met een astronoom. En dan is het wel heel begrijpelijk dat zo iemand uitgaat van zijn techniek en zijn termen. De spreker moet dat filteren. Dat is ook een bepaald proces. Je zoekt dus uit het geheel van alle gegevens, datgene wat past bij de sfeer, het begripsvermogen en eventueel de gedachteninhoud van de aanwezigen in de zaal. En daarmee heb ik u dan een paar vakgeheimen verraden en misschien mag ik dan, tenzij u bezwaar oppert, nog het een en het ander zeggen over de krachten die op het ogenblik de wereld bewegen. En dan bedoel ik vooral de geestelijke krachten. Wanneer u uitgaat van de wereld zoals u die ziet dan is het heel duidelijk dat er veel bedrieglijks bij is. Het leven is net een politicus: het belooft van alles en doet heel weinig, dat heb ik in mijn eigen tijd ook ervaren. Op die wereld werken allerlei krachten in. Welke krachten zijn op het ogenblik van belang? De krachten van de zon natuurlijk. Binnenkort zitten we weer aan het grensje van een negenjaarscyclus en dat houdt in dat we toch wat meer beweeglijkheid op aarde moeten gaan verwachten en eventueel dat er één en ander nog verder gaat gebeuren in de natuur. Dan hebben we te maken met een cyclus die van buitenaf komt. Die is ook stoffelijk en komt eigenlijk uit het teken van de Hond en al is het dan een hond, die kwispelt niet tegen de aarde op dit ogenblik. Hij heeft namelijk de neiging om bepaalde problemen bijzonder scherp te doen stellen en dat houdt in, conflicten, maar ook mogelijke oplossingen.

Kijken we naar de meer geestelijke kant dan is het eerste wat je natuurlijk ziet de Witte Broederschap. De Witte Broederschap is voor velen een mythe en legende zoals ook een Wessac-feest voor velen een mythos is en voor anderen een werkelijkheid. De Witte Broederschap houdt rekening met al die invloeden. Het is niet een kwestie van astrologisch denken in de eerste plaats natuurlijk maar het is het uitrekenen van allerhande verschillende krachten die op aarde samenwerken om dan te kijken wat de resultante zal zijn op het ogenblik dat die krachten inderdaad elkaar beroeren. In welke richting ligt de hoofdzakelijke stuwkracht? Wij hebben natuurlijk de Raad gevolgd en de beraadslagingen en dan kom je tot de conclusie: Nou, ze zien het eigenlijk nog niet zo somber in als vele mensen. Er komen meer conflicten dan u denkt, dat is een feit. Maar het geheel van die conflicten is toch niet negatief. Er zitten allerhande veranderingen in, economisch, politiek, sociaal hier en daar. Er zit ook wel wat geweld in, maar gelijktijdig betekent het de mogelijkheid tot meer reële samenwerking.

En als je nu wilt weten wat ik daarmee bedoel dan kan ik u een eenvoudig voorbeeld geven. De E.E.G. geeft een betrekkelijk grote bijdrage aan Derdewereldlanden. Ze zou echter veel beter haar grenzen voor producten daarvan open kunnen stellen. In dat geval zouden ze namelijk zelf datgene kunnen verdienen dat ze nu onder bepaalde voorwaarden en condities geschonken krijgen. Ze zouden meer zelfrespect krijgen. Er zou een economische ontwikkeling op gang komen waarbij het niet alleen meer gaat om het geld, maar om het werk, om de productie, om de kwaliteit. Dergelijke dingen, in velerlei opzicht, komen aan de orde. En de Witte Broederschap meent dat hierin een aanloop zit naar de periode na 1987, een periode waarin de mens langzaam maar zeker een samenwerking gaat vinden, waarschijnlijk per continent voorlopig, welke kan voeren tot een verandering en verbetering van de gehele situatie op aarde, inclusief ecologie en dergelijke. Ze zien verder een aantal rampen en menen dat die vooral, omdat enkele daarvan in Zuid-Amerika plaats vinden en in Midden-Amerika aanleiding zouden kunnen zijn tot een verzwakking van daar heersende tegenstellingen en een aantasting van allerhande verhoudingen die onjuist worden geacht.

Men ziet dan verder dat er nog meer dingen gebeuren en men zegt: He, dit kan voeren tot een nieuwe en betere verandering in ondermeer Rood China, maar gelijktijdig ook de relatie tussen Rusland en Amerika eindelijk eens een keer op een meer reëel vlak brengen. En als je zo kijkt, dan kom je als vanzelf ook te denken aan geestelijke zaken.

Er zijn een aantal hogere geesten en een aantal ingewijden op aarde, dat aanmerkelijk is in deze periode en dan vraag je je af: Wat gaat er gebeuren? De Witte Broederschap meent dat er niet zozeer sprake zal zijn van nieuwe sektevorming en dergelijke de komende paar jaar, maar dat de huidige invloed een verandering teweeg moet gaan brengen vooral in bestaande geloofspraktijken en oude filosofieën als het ware doet corrigeren.

Dat ziet er allemaal nogal gezond uit, zou ik zeggen. Ja dan ga je natuurlijk verder kijken want de Witte Broederschap is aardig, maar wat is er nog meer? Wij hebben bijvoorbeeld de zon. Ja, de zon. Maar de zon is ook op haar eigen wijze een persoonlijkheid. We kunnen dan dat magisch benaderen en spreken van de ziel van de zon en de geest van de zon, maar in de praktijk komt het eenvoudig hierop neer: Grotere massa’s zijn alle, in meerdere of mindere mate bezield. Ze hebben daardoor structuren waarbij evenwicht, onevenwichtigheid, uitwisselingsprocessen, evenzeer gestuurd worden voor die en door die persoonlijkheid als wat lichamelijk op aarde kan gebeuren.

De zon en de planeten, ja, die hebben wel enige invloed natuurlijk, ook stralingsveranderingen en daarnaast uitstralingen van meer geestelijk aard. Het ziet ernaar uit dat de zon haar eigen activiteit binnenkort iets zal veranderen. Dat zal op aarde ook gevolgen hebben natuurlijk. Maar als de geestelijke activiteit verandert, zou het weleens kunnen dat de mensen meer gaan samenwerken.

En als je dat hebt gehad dan kijken we naar al die andere sterren. Natuurlijk, elke ster die persoonlijkheid heeft, staat vanuit het blikpunt van die persoonlijkheid erg dicht bij de zon en indirect bij de aarde. Hun uitwisseling van gedachten, zij het dat ze vanuit uw standpunt erg traag is, zeg één woord per honderd jaar, kan invloed hebben op het gebeuren hier, zeker wanneer een bepaalde sequentie, zeg een zin, ten einde komt. En dan vraag je je af: Doen die sterren bewust iets voor de aarde? Waarschijnlijk niet. Het is niet erg aannemelijk dat ze zich bezighouden met planeten, ofschoon die ook wel degelijk bewoond en bezield zijn en dus contact onderhouden met de zon zelve en via de zon misschien ook met anderen. Deze invloeden zijn allemaal van materiële aard. Zelfs de geestelijke uitstralingen zijn kenbaar in hun zuiver materiële gevolgen.

En dan hebben we daarnaast al die grote geestelijke invloeden. In de oude legende spreekt men van Brahma die zich dan weer splitst in vier figuren die eigenlijk de driehoofdige godheid zijn met de hem bezielende kracht. Zo zou je kunnen zeggen: Ja, er is een oerkracht. Maar deze oerkracht brengt een aantal concentraties van energie teweeg die weer een eigen persoonlijkheid gewinnen. Je kunt die mijnentwege engelen noemen of met een andere naam goden, hindert niet. Dergelijke figuren zijn door datgene wat ze zijn, een dicht energieveld, aansprakelijk voor acties en reacties in een bepaald deel van de kosmos. Voor de aarde zijn dit op het ogenblik twee figuren. Deze beide figuren zijn vanuit ons standpunt dan lichtend. D.w.z. ze volgen een positieve ontwikkeling, maar uitgebreid bewustzijn en daardoor versmelting. Wanneer zij geestelijke invloed gaan uitoefenen op aarde, en dat moet het geval zijn over ongeveer drie maanden, wanneer hun werkingsbereik groot genoeg is geworden, dan zou je verwachten dat allerhande negatieve dingen op aarde die anarchistisch zijn in zekere zin, eigenlijk gaan verdwijnen, niet omdat het denkbeeld van gezagsloze vrijheid verdwijnt, maar omdat men ze niet meer zoekt door het gezag aan te vallen, maar door onderlinge samenwerking te kweken die sterker is dan het gezag en ik geloof dat dat voor de komende periode tot het jaar 2000 van groot belang kan zijn. Overigens, de werkingssfeer van deze beiden, zonder dat er andere bijkomen, zal ongeveer zes en een half jaar duren vanaf heden.

Dan heb je dus eigenlijk een heel kosmisch schema en dan kun je zeggen: Nou ja, wie doet dat verder nog? Wat zijn de hogere geesten op aarde? Het zijn figuren die op aarde bepaalde ontwikkelingen op gang hebben gebracht. Ze zijn geestelijk krachtig, natuurlijk, maar wat zou je je er verder zorgen over maken? Het belangrijke van de gehele beschouwing zoals ik die vanuit de Witte Broederschap en ook verder heb afgelezen is wel dat de mensheid in een richting gaat waarin samenwerking een levensnoodzaak wordt. En dat betekent dat de mensen tot samenwerking zullen komen. Ze kunnen niet meer zonder elkaar. Door tegen elkaar te werken gaan ze ten onder.

Als ik dat allemaal zo heb gezegd dan denk ik: Waarom maak ik mij daar eigenlijk nog druk over, ik ben dood, ik ben geest. Misschien word ik nog eens op aarde geboren, misschien niet, dat weet ik voorlopig nog niet. In ieder geval, zoals ik nu leef bevalt het me best. Waarom zou ik me druk maken over die aarde? En dan, het is maar een denkbeeld, u moet u niet voorstellen dat dit een absolute waarheid is, dat is mijn waarheid. Het schijnt dat ik met alles wat in de menselijke ontwikkelingsgang betrokken is, verbonden ben. Ik ben niet alleen mens, maar ik ben deel van die mensheid. En naarmate ik mij meer bewust word van hetgeen ik wezenlijk ben, voel ik mij meer betrokken tot alles wat bij die mensheid behoort. Dat is hetgeen dat mij ertoe brengt om hier te praten, bijvoorbeeld, of om andere dingen te doen die soms toch wel wat moeizaam zijn of die een tijdelijke onderbreking vormen van een bestaan dat in zichzelf al bevredigend genoeg is. Er is een honger naar eenheid, naar saamhorigheid. Waarom? Ik weet het niet. Ze schijnt deel te zijn van mijn wezen. Misschien moet ik nu denken in de richting van de legende van de oorspronkelijke mens die uiteen is gevallen in vele delen en al die delen zoeken nu weer opnieuw die eenheid terug te bereiken. ‘t Is denkbaar, maar ik zie het toch wel als een legende. Maar ik voel me betrokken bij u. Niet omdat u u bent, maar omdat u mens bent. Omdat u deel uitmaakt van iets waartoe ik behoor.

Wanneer u overgaat naar onze kant, dan zult u merken dat, ongeacht de schijnbare eenzaamheid van het eerste moment waarschijnlijk, u toch altijd weer hulp en bijstand krijgt, dat u geholpen wordt naar de juiste richting te gaan. Dat u de juiste tijden krijgt om een ogenblik te overpeinzen, om terug te zien, maar ook om vooruit te zien en iets nieuws te zoeken. Dat kan alleen omdat wij ons allen betrokken gevoelen bij datgene wat u bent. Een denker heeft eens gezegd, ja, er zijn nogal wat denkers, zelfs op aarde: ”de hel is eigenlijk de aarde wanneer je haar beziet met de ogen van een geest die aan zijn beperkingen ontkomen is.” Nou, u leeft helemaal niet in een echte hel natuurlijk. U kunt elkaar natuurlijk de duivel aanjagen, dat wel, maar vergeleken bij een geestelijk bestaan in enige harmonie is de aarde werkelijk onplezierig. Waarom? Omdat wij op aarde beperkt zijn. We zijn niet ons ware ik, ons gehele ik. We zijn er maar een projectie van. Het is of dat we een caleidoscopisch beeld maken door de glasstukjes te laten wentelen in een cilinder en wanneer één stukje bovenligt zeggen: dat ben ik. Nu, ik ben al die stukken, in al hun mogelijke groeperingen. Daardoor is de onvolkomenheid die je geestelijk veel minder ervaart vanuit geestelijk standpunt eigenlijk een enorme belemmering. Het is of dat je in een kooitje werd gezet en als een kanarie mooie liedjes moet zingen. En dan zeg ik tegen mezelf: Nee, als het niet nodig is, niet meer terug en als het wel nodig is, laat mij dan zo teruggaan dat ik in die beperktheid zoveel mogelijk van de gehele persoonlijkheid die ik ben kenbaar kan maken, dat ik mezelf kan blijven, niet alleen in een uiterlijke gestalte, maar door mijn innerlijk wezen die gestalte tot uiting te brengen.

Dan zeg ik: Ja, wat is dan de werkelijkheid? De werkelijkheid is datgene wat altijd bestaat. Alle vormen ontstaan door de wijze waarop dat je denkt, beziet wat werkelijk is. Een terugkeer naar die werkelijkheid is erg moeilijk omdat je niet alleen maar prijs hebt te geven wat je aan waanvoorstellingen omtrent betekenis en waarde, omtrent je wereld hebt opgebouwd, maar omdat je ook jezelf moet herzien, je moet afstand doen van het beperkte begrip dat je bent. Leven is niet alleen maar bestaan. Werkelijk leven is ervaren, ondergaan, veranderen opdat zoveel mogelijk van het werkelijke bestaan in onze erkenningen omschrijfbaar wordt.

Wanneer ik spreek over mijzelf als deel van de mensheid, dan spreek ik uit een besef waarin het ik nog steeds belangrijk is. Zoals elk wezen zal ook de geest proberen egocentrisch zijn wereld te benaderen. Ik ben het middelpunt. Rond mij ligt het heelal. Maar dat wil zeggen dat ik het heelal datgene opleg wat ik erin zie, erin wil zien misschien. Inclusief het beeld van mijzelf dat ik mij dan vorm aan de hand van reacties die de buitenwereld op mijn wezen vertoont.

Op het ogenblik dat ik het geheel kan aanvaarden, kan ik niet meer vanuit mijzelf zien en dat betekent dat ik niet meer kan oordelen of veroordelen. Het betekent dat ik niet meer weet wat goed en kwaad is. Ik weet alleen nog: Dit is, dit bestaat.

Men heeft als de meest absolute rust wel het Nirwana omschreven, maar als een Nirwana een toestand is waarin je jezelf vergeet, dan is het gelijktijdig een toestand waarin je alles leeft. Ik wil niet zeggen dat je in staat bent de gehele kosmos in één keer te omvatten, maar je kunt de gehele kosmos ondergaan. En ik denk dat dit ondergaan dichter bij de waarheid en de werkelijkheid ligt dan wat ook.

Heel veel mensen die naar ons luisteren zeggen: Ja, het is de geest die het zegt en dus is het waar, terwijl een geest egocentrisch denkend, niet eens zeker kan zijn wat waar is. Waarheid is datgene wat in onszelf leeft, voor ons. Ieder van u heeft een eigen waarheid en die waarheid van u zal verschillen van de waarheid van anderen. Maar is dat belangrijk? Belangrijk is dat wij, ongeacht de verschillen in waarheid of zekerheid die wij in onszelf menen te vinden of te dragen, in staat zijn anderen te beschouwen als wezens met diezelfde mogelijkheden, kwaliteiten en rechten. Want als we dat doen, kunnen we de ander gaan begrijpen. Zolang wij onszelf opleggen aan de ander, begrijpen we de ander niet. Als een regeerder een maatregel neemt dan bedoelt hij dat goed en als die perfect wordt uitgevoerd is hij ideaal. Maar het zijn mensen wie het wordt opgelegd en ieder interpreteert het een klein beetje anders. Je kunt dit zien bij verkeerslichten. Voor sommigen betekent oranje stoppen, het kruispunt ontruimen, ik ben er nog niet, stoppen. Voor anderen betekent het juist extra gas geven zodat je net: voor het rode licht komt, over de kruising bent. Dat zijn geheel verschillende interpretaties. De enige juiste is natuurlijk: oranje betekent ontruimen, dus als ik er nog niet ben, mag ik er ook niet meer op. Maar hoeveel automobilisten doen dat? Heel weinig. Er bestaan op bepaalde wegen snelheidsbeperkingen. Hoeveel mensen houden zich daar werkelijk aan? Dat zegt niet dat de maatregel verkeerd is, maar het zegt dat die genomen is zonder zich te realiseren hoe een automobilist reageren zal daarop en onder welke omstandigheden.

Wanneer u zich dat kunt voorstellen, kunt u zich dat ook voorstellen ten aanzien van kosmische wijsheden, godsbeleven en andere werkelijkheid. Je kunt niet zeggen voor een ander: Zo is het. Je kunt alleen maar zeggen: Zo is het voor mij. En als je je eigen waarheid kunt aanvaarden en beleven moet je ook respecteren dat anderen hun eigen waarheid en beleving hebben.

Ik geloof dat het geheel van onze ontwikkeling, bewustwording, ons groeien naar dat geheel, dat totaal beleven, juist gebaseerd moet zijn op de erkenning van het anders zijn van de ander en diens recht tot anders zijn. Dat gaat van de onbelangrijke dingen tot de meest belangrijke. Van kleding en gedrag tot geloof en benadering van wetten.

Wanneer wij op deze wijze met elkaar samenwerken, vinden wij in elkaar een verrijking van ons eigen besef, onze eigen mogelijkheid. Datgene wat vandaag absoluut weten schijnt, zal morgen een kinderlijke vergissing blijken te zijn, of alleen het begin van een totaal andere benadering.

Ga dan uit van de mogelijkheden die je wezenlijk hebt. Het klinkt misschien vreemd, maar het is wel waar. Je moet uitgaan van de kennis die je zelf bezit, natuurlijk. Maar je moet daarnaast datgene wat niet tot je kennis behoort niet zonder meer afwijzen. Een medicus mag rustig gebruik maken van een paragnostisch genezer en een paragnost moet ook de moed hebben om iemand naar een arts te verwijzen. Want beiden hebben verschillende mogelijkheden. Ze kunnen elkaar vaak aanvullen en helpen. Iemand die werkt met statistieken kan nooit prognoses maken, maar wanneer hij een begaafd prognosticus heeft die dat op paranormale basis doet, dan zou het toch wel goed zijn om met zo iemand samen te werken. Er ontstaat dan een variant die de waarschijnlijkheid en de waarheid dichter benadert en dus de mogelijkheden aan de hand van de geschapen prognostiek.

De samenwerking tussen mens en geest is ook al zoiets. De geest kan proberen een mens te inspireren. Als je tegen een mens zegt: Ga nu van huis en hij zegt: Ja maar, mijn melk staat nog op, dan moet hij niet wachten tot die melk gekookt heeft. Hij moet ze uitdraaien en gaan anders is het ogenblik voorbij. Dan veranderen de omstandigheden. Omgekeerd moet een geest niet zeggen: Ga weg, terwijl hij ziet dat de melk opstaat en weet dat er ook nog een andere weg is.

Je moet rekening houden met elkaar, mens en geest. En dan kan de geest veel doen voor de mens en dan kan de mens ook veel betekenen voor de geest.

Je moet niet denken dat dit allemaal een beetje geklets is. Wij in de geest leren van de mens. Wij ervaren door mensen een aanvulling van onze eigen mogelijkheden. Maar een mens kan eveneens een aanvulling verkrijgen van zijn kwaliteiten en mogelijkheden. Hij kan denkbeelden, veranderingen van denkproces ervaren als gevolg van dat ingrijpen van een geest. Waarom kunnen wij niet samenwerken? Waarom moet de geest steeds weer uitgaan van het standpunt: Ja maar dat is een stoffelijke zaak, die gaat ons eigenlijk niet aan. En waarom moet de mens steeds zeggen: Nu na, dat is zo’n inval, maar daar moet je geen rekening mee houden, dat is bijgeloof. Het gaat erom dat je alle dingen gebruikt zo goed als je kunt en dat kun je alleen wanneer je bereid bent de ander in zijn kwaliteiten, zijn denkwereld, zijn wezen te accepteren.

Het is gemakkelijk genoeg om iemand die niet met jou overeenstemt aan te vallen. Bijvoorbeeld als het in kerkelijk verband gebeurt dan is het een ingrijpen Gods. En als het daarbuiten gebeurt is het natuurlijk van de duivel. Onzin. De duivel die zal het in de kerk net zo goed voor elkaar brengen dan daarbuiten en God werkt ook overal. Wij moeten begrijpen. Wij moeten steeds samengaan. Niet onze eigen waarheid, onze eigen persoonlijkheid prijsgeven zondermeer, maar onszelf zijn, zonder een ander te beletten zichzelf te zijn en dan op basis van deze verschillen, een samenwerking vinden in plaats van zoeken naar voortdurende bevestigingen of overeenkomsten. Een geest leert dat op een bepaald ogenblik het weten stilstaat. Je kunt dingen niet meer omschrijven of begrijpen, al weet je dat ze er zijn, het onbekende. We geven er dan een voorlopige naam aan, misschien, maar we weten dat het eigenlijk een omschrijving is van onze onwetendheid. Hoevelen van u spreken over God, zonder te beseffen dat ze deze naam gebruiken om hun eigen onvermogen tot kennen en weten tot uitdrukking te brengen. Hoevelen van u spreken over bepaalde sociale of andere waarheden of maatstaven zonder te beseffen dat ze daarmee hun onvermogen tot verder werken beseffend of bereikend in feite uitdrukken.

Je kunt het allemaal erg goedkoop maken hoor. Je kunt zeggen: Socialisme is een methode waarbij men alles zo gelijk wil delen dat men, wanneer men arm is, daarin een voordeel ziet. Maar heeft men eenmaal het gemiddelde bereikt of overschreden, dan wordt men natuurlijk kapitalist. Het klinkt gemeen, maar het is heel vaak waar.

U kunt ook uitroepen: Wanneer alle mensen christenen waren, dan zou het goed gaan op de wereld. Ik zou zeggen: Wanneer meer mensen Jezus zouden volgen zou het beter zijn op de wereld. Maar de christenen hebben er in tweeduizend jaar ook niet veel van gebakken: Atoombommen gooien in de Naam des Heren en van de democratie, de vrijheid, dingen die niet eens bestaan, lijken mij op zijn minst genomen negatief.

Wanneer ik u allemaal zie dan denk ik: Er zit in u zoveel aan goeds en aan mogelijks, maar dan moet u niet bang zijn voor datgene wat u zelf bent. U bent veel meer dan u beseft. D.w.z. dat u beschikt over veel meer mogelijkheden dan u normalerwijze en bewust gebruikt. Laat dat andere, wanneer het optreedt, in uw wezen toe. Laat het door u werken en spreken. Registreer desnoods met verbazing wat er gebeurt maar aanvaard het. Dan kunt u zich werkelijk ontwikkelen. Maar op het ogenblik dat u angst gevoelt en bepaalde dingen opzijschuift omdat ze niet passen in uw systeem van denken, omdat ze niet passen in uw gevoel van eigenwaarde, dan verminkt u voortdurend uzelf, doordat u het geheel van uw wezen voortdurend probeert af te sluiten van het ene kleine stukje dat in het menszijn is geprojecteerd.

0 jee, het blijkt wel dat ik heel wat meer zit te luchten dan een enkel hart. Ik hoop dat het niet te hard is overgekomen. Wanneer men tegen u zegt: Och, lucht uw hart maar eens, dan denkt u ook wel: wat moet ik daarmee aan. In je eigen wezen leven ontstellend veel dingen, denkbeelden, gevoelens, behoeften, dat het haast onmogelijk is om dat even samen te vatten en naar buiten te gooien en dan bouw je dus wat op. Dat heb ik nu gedaan.

En dan zeg je tegen jezelf: Heb ik voldoende gedaan? Het antwoord is altijd weer: Ik weet het niet. En dat betekent: Laat ik proberen om meer te doen. Wanneer ik mij afvraag, heb ik voldoende overgebracht hier, moet ik zeggen: Neen. Ik zou veel meer willen uitstralen. Ik zou u niet alleen woorden willen geven. Ik zou u kracht willen geven. Ik zou u kennis willen geven en ik moet proberen om het te doen, maar hoe? Ik kan proberen mijn wezen uit te breiden tot het zoveel mogelijk u allen omvat. Ik kan proberen datgene wat in mij leeft, anders dan alleen als een gedachte, iets dat uitbaar is, over te dragen opdat u het aanvoelt. Ik zou u bovenal zekerder willen maken van uzelf. Er is niets dat uw wezen kan vernietigen. Er is niets dat uw wezen kan aantasten. Er is niets waaraan u onder kunt gaan. Er niets wat voor u wezenlijk en blijvend onmogelijk is. Wat u niet horen wilt behoeft, u niet te horen. Wat u niet zien kan behoeft u niet te zien. Maar al datgene wat is, is deel van u en uw wezen en uw leven. Aanvaard het. Aanvaard de kracht die er is. Aanvaard de werkelijkheid die achter de uiterlijkheden verborgen is. Wees sterk, wees uzelf. Wees uzelf zonder angst, zonder voorbehoud. Wees uzelf, want dat is uw weg. De kracht die in u ligt is groter dan de kracht die in mij schuilt, maar u moet ermee werken. Het weten dat in u ligt is veel groter dan uzelf beseft, maar u moet het leren aanvaarden. Zelfs uw heerschappij over de tijd is groter dan u zich voor kunt stellen. Maar dan moet u zich niet meer gebonden voelen aan het tikken van een klok, aan het wisselen van lichtkleuren wanneer de zon verschuift. Dat zijn de dingen die ik zou willen overbrengen en veel meer.

Maar wat kun je als geest doen behalve proberen, een poging wagen. En dat is datgene wat ook voor u geldt. Wanneer u iets erkent als werkelijke behoefte, als werkelijk deel van uw wezen, probeer het te uiten, probeer het te gebruiken en eis geen bewijs of resultaat. Laat het in u groeien totdat het een normaal deel wordt van al datgene wat je zijt. Dat is het beste wat ik u kan geven.

image_pdf