Leven in het heden

image_pdf

18 september 2012

Ik ga jullie even er nog aan herinneren, dat sprekers van gene zijde niet onfeilbaar zijn en niet alwetend. Het is toch belangrijk dat u dat altijd in uw achterhoofd houdt en dat het vanuit ons oogpunt interessant lijkt dat u uw eigen fouten maakt dan wanneer u maar klakkeloos alles aanneemt van wat er gezegd wordt. Soms is het handig voor een mens even tegen een muur te lopen, te voelen dat dit nogal eens kan aankomen en daaruit de juiste besluiten te trekken om zo zijn weg verder te gaan.

Zo, en dan zou ik vandaag eigenlijk met jullie van start willen gaan met een soort, ja, sta mij toe te zeggen, ‘denkoefening’ voor ieder van jullie. Het is namelijk zo dat ik op een vergadering aan onze zijde een overleg aangaande wat er op aarde allemaal aan het gebeuren is, een zeer interessante vaststelling heb gehoord vanuit de zijde van de Witte Broederschap. En die kwam, ik vertaal het een beetje met mijn woorden, er als volgt op neer: dat de huidige mens leeft in zijn verleden waardoor hij niet in het heden leeft. En niet in het heden leven, wil zeggen dat je uw weg van bewustwording mist. Want je kunt maar bewuster worden wanneer je in het heden leeft. Dit klinkt misschien een beetje raar, maar gezien de accenten van deze groep toch nogal mystiek liggen, vind ik dit voor jullie toch een formulering die het overdenken en het bespreken waard is. Want wanneer u rondom u kijkt, wanneer u ook uw eigen leven in ogenschouw neemt, dan zul je wel tot het besluit moeten komen, denk ik, dat jullie allemaal nogal vastzitten aan het verleden. Jullie handelingen vandaag zijn gestoeld op normen van goed, normen van kwaad. En daar handelen jullie naar, niet beseffende dat, wanneer je in de kosmos verder kijkt en verder gaat, goed of kwaad onbestaande zijn. In die zin dat wat u voor u als goed ervaart, op hetzelfde ogenblik kwaad kan betekenen en omgekeerd. Dat is iets waar zeer velen het zeer moeilijk mee hebben. Het is niet mijn bedoeling vanavond van dit veel verder te gaan uitspitten. Het is wel mijn bedoeling van u op te merken dat doordat u in zulke termen denkt, u eigenlijk steeds u met uw verleden bezighoudt en niet durft leven in het heden. Ik zal bij voorbeeld het u trachten duidelijk te stellen.

U allen bent ervan overtuigd dat het goed is dat u werk hebt, dat u een inkomen hebt en dat u zo kan functioneren in deze maatschappij. Iedereen zal daarmee akkoord gaan. Werken is een mogelijkheid om in deze maatschappij vooruit te komen. Alleen, hebt u er al bij stilgestaan dat het werk dat u doet en hetgeen dat u er allemaal aan koppelt, voor u enorme beperkingen kan inhouden omdat u dat vastlegt, als het ware, op oude gegevens? Want u hebt geleerd dat u moet werken om een inkomen te hebben, want met dat inkomen kan u voedsel kopen, kan u van alles doen. Er niet bij stilstaande dat u daardoor heel veel andere mogelijkheden voor u gewoon blokkeert.

Wanneer we dat nu opentrekken naar de ganse wereldbevolking, en kijk rondom u wat er gebeurt, dan zie je dat heel veel zaken die op het ogenblik in uw ogen als dusdanig kwaad zijn, slecht zijn, dat deze op dezelfde denkpatronen geschoeid zijn als het denkpatroon dat u hier aanhoudt in uw maatschappij ten opzichte van inkomen en werk. Anderen doen dat ten opzichte van hun religieus denken. Wanneer u ziet wat het fundamentalisme op het ogenblik in deze wereld doet, dan is dit gebaseerd op een verleden. Dan is dit gebaseerd op zaken die in de maatschappij gegroeid zijn en waarvan men tegen deze mensen gezegd heeft dat dit goed is, dat dit het hoogste goed is. Nu, om tot een beperking van het bevolkingsaantal te komen, kan dit misschien wel het hoogste goed zijn. Maar begrijpt u: voor hen is dat zeer goed. Voor hen is dat leven en het ideaal vertegenwoordigen. Voor u is dat kwaad. U kan dat niet aanvaarden. Dat past niet in uw werelddenkbeeld.

Zo goed zij die met fundamentalisme bezig zijn, religieus fundamentalisme, leven in een verleden, komen geen stap vooruit, als diegene die hier leeft met de idee van: de maatschappij is zo, want dit is al eeuwen zo opgebouwd, en dit is goed, en zo leven wij ook verder. Er is niets op tegen dat u zo verder leeft. Alleen moet u beseffen dat door uw leven zo te oriënteren, dat u vele kansen, vele mogelijkheden in dit leven gewoon mist. Want kijk, wanneer u verder denkt, dan moet u beseffen dat wanneer ik zeg: “goed en kwaad is in wezen hetzelfde” of wanneer ik zeg: “licht en duister is in wezen gelijk”, dat het eigenlijk voor uw eigen evolutie zinloos is van u aan deze, in u vast geankerd regels te houden.

Ja, dat klinkt nogal moeilijk, hé, nogal revolutionair. Maar wat ik gewoon bij jullie wil bereiken op het ogenblik is dat jullie daarover gaan denken, dat jullie daarop gaan reageren. Want juist door erover te gaan denken en te reageren, ga je meer en meer zaken ontdekken dat je moest vaststellen van: “ja, ik word nogal gestuurd door het verleden”. En dat gaat zelfs zeer ver. De meeste van u zijn geïncarneerd, vele malen; hebben tijdens deze incarnaties aardig wat geleerd, kennis opgedaan en zo voort. Nu zit de neiging er in bij de meeste van deze oude kennis te bezien als zijnde de werktuigen in deze incarnatie om hiermee verder te kunnen, vergetende dat de incarnatie, die je nu doormaakt, ontstaan is omdat je door al dat verleden en het niet durven verdergaan in het heden, je terug naar de stof bent gekomen.

’t Is wel mooi ingekleed door te zeggen van: “ik incarneer omdat ik verder wil leren, want ik kon in de geest niet meer verder.” Als ik het bekijk vanuit mijn zijde, dan zeg ik: “oh jawel, je kon in de geest wel verder; alleen was het noodzakelijk op dat ogenblik uzelf te erkennen in het heden, te erkennen wie u werkelijk bent.” En dit is niet bedoeld, zoals sommige nu denken, negatief. Dit is gewoon bedoeld vanuit een evenwicht. Want wanneer u aan onze zijde bent, dan evolueert u ook. U kan in het verleden blijven ankeren, zoals er zijn die heel graag bijvoorbeeld in Zomerland verblijven. Maar uiteraard wordt dat na verloop van tijd saai en gaat hetgeen wat u eerst in Zomerland voor uzelf zeer gedetailleerd opbouwt vervagen en ga je meer oog hebben voor het algemene plaatje. Dan kun je zeggen, dan kom je een stap verder in Hoogzomerland en zo voort. Maar het is duidelijk dat ook hier weer de kosmische invloeden, laat het mij zo zeggen, het Kosmische Licht enzoverder een grote rol gaan spelen. En hoe verder u gaat, hoe duidelijker zaken voor u worden, in die zin: hoe meer alles in zijn geheel wordt bezien. Ook hoe kleiner uw eigen beeld wordt. En dat is heel moeilijk te aanvaarden: het opgaan in dat Licht, in dat grotere geheel.

En zo krijg je dat je op bepaalde ogenblikken gaat stellen van: “ofwel ga ik nu verder en verlies ik mezelf”, dat is het algemene denkbeeld dat er achter zit, “of ik behoud mezelf op het moment dat ik ben”. Maar dan blokkeer je. En als geest, als energie, als ik het zo mag uitdrukken, moet je dan terug op zoek gaan om te kunnen uiten. Dan ga je zoeken achter natuurlijk een incarnatiemogelijkheid of iets anders. Dan duik je terug in de stof, hetzij hier op aarde of ergens anders, maakt niet uit, en ga je vanuit uw kennis, en luister nu goed, uw kennis die behoort tot het verleden, verder trachten te gaan. Je gaat opbouwen aan de hand van wat je allemaal in uw bestaan hebt meegemaakt. Als mens evolueer je dan weer wel, ga je u aanpassen in de maatschappij waarin je geïncarneerd bent, maar uw geest gaat gebruik maken van het verleden. En daar zit je dan weer vast, kom je niet verder. Want je moet kunnen in het heden bestaan, zonder dat je u bindt aan alles wat er eigenlijk al op uw weg is gekomen. Die zaken die je gedurende uw bestaan hebt geleerd, hebt ondervonden, zijn heel boeiende voorwerpen, om het zo te zeggen, alaam om te gebruiken maar het mag niet zijn dat het bepalend is voor uw voortgang. Want als je het laat bepalen voor uw voortgang, dan kun je niet verder, dan blokker je, dan ga je opsplitsen in licht en duister, goed en kwaad, yin en yang of hoe u het ook wil noemen.

Op het ogenblik dat u kan beseffen dat de zaken door mekaar vloeien, dat ze een eenheid vormen en dat niet noodzakelijk hetgeen dat u vindt dat goed of kwaad of licht of duister is, zo is, dan kan u maar eerst verder. Maar dat houdt dan weer in dat u telkens opnieuw de stap zet, voor de stof, in het onzekere. Voor de geest is het: je zet de stap in het duister. En dan denk je: “oh, dat is negatief; een geest en duister …”. Neen, want je zet de stap in het duister en daardoor word je verplicht van te zien waar het licht is. Want in het duister is altijd licht, anders had je het duister niet en je had het licht niet als het duister er niet was. En dankzij deze evolutie heb je weer de mogelijkheid om het licht te aanvaarden.

Hoe verder je gaat, hoe meer dat je zal opmerken dat het licht kleurloos is. In de eerste evolutie ga je het licht in allerlei kleurfacetten zien, bijna een regenboog. Hetzelfde ga je hebben met je gedachten. Je gaat in het geheel van alle geluiden, klanken waarnemen. Ook dat gaat naar een eenheid. Niet een dissonantie, niet een variatie, maar een geheel waar alles in verwerkt is. En dan ga je niet meer in woorden spreken of in gedachten, maar je gaat het gewoon waarnemen. Dat is natuurlijk een enorme evolutie. En op een bepaald moment ga je daarin op en krijg je dus dat je ook vanuit dat duister in dat licht komt. En hoe verder dat je in dat licht gaat, hoe meer dat dat duister zich ook telkens weer opnieuw voor u zal voordoen. En hoe verder je voor uzelf de erkenningen kunt aanvaarden, hoe meer sporen van licht, draden van licht er aanwezig zijn.

Ik hoop dat iedereen nog mee is. Want ik weet dat dit geen gemakkelijke materie voor de stof is. Omdat de stofmens daar steeds weer een soort ‘anti’ tegen voelt. Je hebt uw patronen die opgebouwd zijn uit vele bronnen en die jij goed vindt. Och, daar is niets op tegen. En in de stof, zou ik zeggen, u kan daar best mee leven. Maar wanneer u geconfronteerd wordt met zaken die u voorgesteld worden als zijnde goed voor u of voor uw medemens en je aanvoelt dat dit niet klopt, dan is het belangrijk dat je op dat moment dit kan ter zijde schuiven, dat je daarvan afstand kan nemen en gaan voor hetgeen wat u op dat moment in het heden aanvoelt als zijnde voor u juist. En als dat voor u aanvoelende van juist voor de rest van de maatschappij kwaad is, hoeft u zich daar niet mee bezig te houden. U gaat verder in hetgeen u voor uzelf als juist in het heden waarneemt. En dit kan zeer ver gaan. Dit kan gaan dat uw ganse stoffelijke houding in de maatschappij wijzigt.

Kijk, u wordt op het ogenblik overspoeld met allerlei zaken die voor uw gezondheid bijvoorbeeld goed zijn. Besef wel dat het merendeel van hetgeen men u aanpraat als zijnde ‘het is goed voor uw gezondheid’ dat dit quatsch is, om het zo te zeggen. In vele gevallen is het zelfs zeer schadelijk. Maar voor de maatschappij en in de opbouw vanuit, let wel weer, dat verleden heeft men aangenomen dat dit goed is. Er zullen veel zaken zijn, wanneer u aan onze zijde komt, die u doorprikt en dat u zult moeten vaststellen: “ach, daar ben ik ingelopen, hoe is dat nou mogelijk; en ik geloofde nog zo dat ik op het juiste spoor zat”, en dan zie je dat je eigenlijk gemanipuleerd bent zonder dat je er enig besef van had.

U leeft in een maatschappij die eigenlijk waanzinnig bezig is met zijn gezondheid. En hebt u al opgemerkt hoe waanzinnig veel er van u ziek zijn. Wanneer u naar andere culturen gaat kijken die zich daar niet aan storen, die leven volgens uw idee als zijnde in vuiligheid en geen enkele hygiëne kennen en eigenaardig genoeg toch veel minder ziektes kennen dan u. Gek hé?

Wanneer u beseft dat heel veel van hetgeen men u aanpraat wat u moet doen om gezond te zijn, op illusie is gebaseerd enerzijds en anderzijds dikwijls op zeer foute interpretaties van reacties van een lichaam, ja, dan doet u er best aan van vooraleer u zich ertoe leent door de medische wereld geholpen te worden even goed na te denken of dat al dat goede wat men u aanpraat toch niet toevallig voor u erg kwaad kan zijn.

In uw maatschappij, en ik ga trachten het in een voorbeeld te gieten, is op het ogenblik de grote angst dat iedereen heeft: “ga ik geen kanker krijgen?” Alleen al de publiciteit die er rond gevoerd wordt, is goed voor de meerderheid van de kankers die in alle luxe kunnen ontstaan. En dan zegt men: “het is kwaad”. Het is een kwade ziekte, want die ziekte die veroorzaakt zeer veel ellende. En nu ga ik iets zeggen, lieve mensen, dat misschien hard klinkt, maar nochtans, wanneer u zich zou positioneren in het heden het meest juiste is.

Eerstens: uw lichaam gaat maar kanker krijgen op het ogenblik dat het wil blijven bestaan. Meestal is het zo dat, geestelijk gezien, uw eigen geest er over denkt om het lichaam af te stoten. En dat is een goeie zaak. Want wanneer een geest met het lichaam niets meer kan, dan is het best dat het lichaam losgelaten wordt. Maar dat is een gans proces, ik ga u dat besparen. Blijf even bij het voorbeeld.

Wat is er aan de orde? De biologie, de stof voelt dit aan. En wat doet die? Die geeft een alarm. Die zegt: “ja maar, ik wil blijven bestaan”. Want in uw stoffelijke cellen zit gewoon de drang ingebouwd van te existeren. Het is niet alleen voor de mens zo, het is voor alle dieren zo. Alleen, bij de meeste dieren, de mens is ook een dier maar laat het ons nu even opzij houden, aanvaarden het proces, verzetten zich er niet tegen en hebben dus weinig of geen problemen. De mens met al zijn beïnvloedingen, en ik bedoel dan wel het stoffelijke voertuig, niet de geest, het stoffelijke voertuig, gaat er van uit dat hij alles moet doen om te blijven existeren omdat dat voertuig moet blijven functioneren. Want dat is goed. Een mens moet leven en dat is goed. Neen, fout. Het is kwaad. Want wanneer het voertuig voor de geest niet meer bruikbaar is en de geest is spijtig genoeg nog niet bewust genoeg, kan hij het dikwijls niet zo maar loslaten. Het gevolg is dat uw fameuze ziektes ontstaan. En dan krijgen we het. Dan gaat de maatschappij zeggen: “maar wij hebben de oplossingen, wij gaan strijd voeren tegen de biologie die zegt: ik wil blijven existeren”. Dit is natuurlijk, neem mij niet kwalijk, vanuit onze zijde gezien, de grootste dwaasheid die er bestaat. U gaat therapieën toepassen om iets in stand te houden dat eigenlijk besloten heeft van: “ik wens het niet”. Maar in uw denkpatroon is dit goed. En dan zijn er ganse groepen van de bevolking die dat heel goed vinden omdat dit voor hen een bestaanszekerheid creëert. Dat de personen in kwestie die er door getroffen zijn, lijden, ja, dat is een spijtig toeval en dat is nou eenmaal zo.

De mens die in het heden leeft, of dat hij nu arts is en zo’n behandeling geeft of er buiten staat, in het heden moet hij kunnen zeggen: “dit kan niet, dit is niet aan de orde, hier zitten we fout, want we doen iets dat volledig tegen de natuurlijke gang van zaken indruist”.

Oh, ik weet, dit is niet op dit ogenblik naar voor te schuiven omdat uw maatschappij totaal daarop gefocust is. Maar in wezen kun je zeggen dat de behandelende artsen hier zeer veel kwaad doen. Nochtans zal de maatschappij zeggen: “het zijn heiligen, zij zetten zich in voor hun medemens te helpen”. Fout! Zij zetten zich in om hun medemens te doen lijden, om het leven te rekken waar de geest al lang besloten heeft van: “voor mij hoeft het niet”. Begrijpt u? Goed – kwaad.

Het is een moeilijk onderwerp. Ik weet het. Maar jullie zijn een groep die spiritueel wil ontwikkelen. Dus moet u er durven bij stilstaan dat, wanneer je een weg van bewustwording gaat, de kaarten weleens anders geschud zijn dan hetgeen wat de stoffelijke maatschappij u voorhoudt. En u kunt dit op alle terreinen bekijken.

Kijk, u leeft in een maatschappij en u zegt: “alles moet heel proper zijn”. En hier zijn nogal wat dames aanwezig die erop staan dat hun huis blinkt als een spiegel. Want dat is goed. Dat is nu eenmaal de norm. En wanneer hun huis niet proper is, dan kan dat niet. Toch zitten hier ook kleine foutjes in. Want door steeds weer alles proper te maken gaat u heel veel natuurlijke functies en weerstanden vernietigen. Dat is een. En ten tweede bent u bezig met iets dat geen enkele bijdrage heeft of meerwaarde heeft om in het heden uw bewustwording verder door te voeren. Integendeel. U gaat meer en meer in het verleden functioneren. Hoe meer u zich ankert op: ‘ik moet een heel mooi kostuum aan hebben, het moet allemaal prachtig zijn, het huis moet zo zijn’, er is niks op tegen, u mag dit van mij, daar gaat het niet over. Maar besef dat u zelf een groot deel van uw mogelijkheden gewoon beperkt. U sluit gewoon deuren en u kunt niet verder. Dat dit een repercussie heeft, bijvoorbeeld, naar het geestelijk evenwicht staat u niet bij stil. Dat het ook een repercussie kan hebben omdat de hygiëne te ver is doorgedreven waardoor dat het lichaam verzwakt, staat u ook niet bij stil. En nu kunt u denken: “ja, u bent precies aan het preken dat de mens alles maar moet laten gaan. Neen. Ik tracht jullie alleen aan het denken te zetten over wat jullie dagdagelijks doen, waar jullie dagdagelijks mee bezig zijn.

En heus, het is niet mijn bedoeling, lieve mensen, dat jullie morgen allemaal alles overboord gooien, dat jullie morgen allemaal totaal anders gaan… Neen. Mijn bedoeling is dat u eerstens gaat nadenken over hetgeen u doet, de handelingen die u doet en dat u langzaam aan probeert van zaken anders te benaderen, anders te bezien. Niet zo maar aannemen: men zegt ‘dit is goed’, dat dit goed is. Men zegt ‘dat is slecht’, dat dit slecht is.

Op het ogenblik dat u erin slaagt van hier en daar in uw gewoontepatronen nog maar kleine zaken te wijzigen, dan gaat u zien, zet u een gans mechanisme in werking. U staat er te weinig bij stil welke mogelijkheden u hebt. Op het ogenblik dat u, en dat is toch in de vorige lessen hier al meer en meer aan bod geweest, u u openstelt voor uw eigen geest, tracht aan te voelen de wisselwerkingen die er zijn, te aanvaarden dat soms handelingen anders moeten gebeuren dan dat de maatschappij van u verwacht omdat dit voor u het heden is en in dit heden je verder kunt, dan ga je zien gaan er meer en meer poorten naar bewustzijn open. Ach u moet morgen allemaal niet uw ontslag op uw werk geven. U moet morgen ook allemaal niet jullie werkvrouw buiten gooien. Dat is niet aan de orde. Maar alleen al het idee, het overdenken: ‘het werk dat ik doe, waarom doe ik het, welke zin zit er achter?’ enzoverder, gaat u al een stap verder brengen.

Het idee: waarom laat ik bijvoorbeeld mijn woning zo en zo onderhouden? Is dit nuttig? Is dit nodig? Gaat u zaken doen inzien. Waarom loop ik constant, bij wijze van spreken, naar een arts? Waarom laat ik alle mogelijke onderzoeken doen? Sta er bij stil en besef dat het meeste wat u laat doen en waarom u naar een arts loopt u is aangepraat. Omdat het toch zo goed is. Maar dat goede, zoals ik daar juist uitgelegd heb, kan kwaad zijn.

Een van de meest hallucinante zaken in uw maatschappij hier is de strijd tegen degenen die roken. Ik vind dit een fenomenaal voorbeeld. Iedereen die rookt gaat kanker krijgen, gaat dit, gaat dat, gaat hetgeen. En diegenen die niet roken, die gaan blijven leven. Kort samengevat: uw publiciteitscampagne is er tegen. Weet u welke de werkelijke achtergrond is, welke de stimulans is om deze campagne te voeren? Niet de gezondheid van de mensen, maar, en val nu niet van uw stoel, de georganiseerde misdaad. De georganiseerde misdaad zit achter de anti-rookcampagne, omdat zij zo veel meer geld kunnen verdienen. Hoe sterker alles afgeraden wordt, hoe interessanter het wordt en hoe een grotere markt zij kunnen overspoelen. Er wordt vanuit die kant gelobbyd naar alle kanten. En dan kan ik jullie zeggen, lieve mensen, ik praat hier niet of dat roken lekker is of niet, daar gaat het niet over, maar al hetgeen wat men stelt en aanvoert van bewijzen, is gestoeld op hetgeen wat de misdaad heeft naar voor geschoven en wat zo is aangenomen. Zelfs uw wetenschappelijke onderzoeken zijn zo vervalst. Denkt u nu werkelijk dat er meer of minder kankers gaan zijn wanneer iemand af en toe zo iets zou consumeren? Neen. Maar nu is het beeld gecreëerd van het kwaad en dat kwaad, dat moet bestreden worden. Ik kan zelfs het omgekeerde zeggen: dat iemand die af en toe rookt, ik zeg niet dat iemand die ’s morgens opstaat en rookt tot hij ’s avonds gaat slapen, maar, bij wijze van spreken, af en toe rookt, een hogere weerstand ontwikkelt tegen, en let nu op, de luchtvervuiling die veroorzaakt wordt en die duizend keer erger is door alles wat rondom u hier functioneert. En dan denk ik niet alleen aan de wagens die rondrijden, maar aan alle mogelijke verbrandingen die bezig zijn, aan alle mogelijke uitstoot van productieprocessen enzoverder. Daar mag je niet aan raken, want dat is weer een andere grootorde. Begrijpt u? Goed en kwaad lopen door elkaar. En echt, ik maak hier geen reclame om te gaan roken of niet te roken, dat doet er niet toe. Ik wil hier alleen maar duidelijk stellen met enkele voorbeelden hoe jullie gemanipuleerd worden. Hoe je zelf niet beseft dat dikwijls vanuit een hoek die u eigenlijk als zeer kwaad ziet, laat ons zeggen de georganiseerde misdaad, de maffia en noem maar op, die dat veroorzaakt.  En ik kan verder gaan tussen goed en kwaad.

Wie denkt u dat er bijvoorbeeld achter alle onlusten zitten die op het ogenblik vanuit religieuze hoek ontstaan? Niet degenen die u denkt. Maar juist omgekeerd. Deze zaken worden gemanipuleerd vanuit uw grootorde, vanuit uw politieke leiders om te kunnen reageren. En daar spelen totaal andere factoren een rol. En dan denken de mensen: “ja maar, daar en daar en de olie zus en zo”. Heeft er allemaal weinig mee te maken. Achter de schermen spelen er andere grootorden die goed en kwaad anders bekijken dan u en die er alle belang bij hebben dat deze onrusten steeds verder uitbreiden. En wees er van overtuigd, men zal daar in slagen. En hier zit je in deze contreien met zogezegde godsdienstig fundamentalisme; ga je een beetje verder waar je het probleem zo niet hebt, dan vindt men wel een paar rotsen in de zee om over te vechten. Maar de manipulatie vertrekt vanuit andere hoeken dan de mens die er in meeloopt en die zich baseert op het verleden. Want zo goed in het religieuze is het in het verleden ‘want onze geestelijke leiders hebben ooit gezegd’ of als je kijkt naar het Oosten waar men zegt van:  “het is onze heilige grond”. Men zou dan al liefst teruggaan duizenden jaren om te bewijzen dat het van hun is. Maar het is steeds het verleden. En dat verleden blokkeert nu juist de mogelijkheid tot evolutie van bewustzijn.

Probeert dit te begrijpen. Denk er verder over na en dan komt u rustiger aan steeds meer in de mogelijkheid in het heden te leven. En als u vandaag in het heden leeft en morgen in het heden leeft, dan zult u opmerken dat u steeds meer mogelijkheden krijgt qua geestelijke ontwikkeling, qua bewustwording. En dan zullen de benaderingen van: dit is licht, dit is duister langzaam maar zeker samenvloeien. Dan zal goed en kwaad ook samenvloeien. En dan zal je voor uzelf, want daar gaat het om, u kunt het niet voor een ander doen, u kunt het enkel voor uzelf doen, dan gaat u voor uzelf, langzaam maar zeker, uw eigen evolutie gaan. En wanneer u dan besluit van terug naar onze zijde te komen, dan kunt u er van op aan dat u vanuit deze ervaring weer veel verder kunt doordringen in het bestaan om langzaam maar zeker, meer en meer, op te gaan in het Licht, in de Bron of hoe het u zo graag wil omschrijven.

Zo, lieve mensen, dat was hetgeen wat ik vanavond als les aan jullie wou voorleggen. Ik hoop dat je er nu rustig allemaal over nadenkt. U hoeft hoegenaamd niet met mij akkoord te zijn. Maar ik zou het, en ik denk alle broeders hier aanwezig, appreciëren wanneer je zou, al is het maar een klein stukje, proberen van uw ideeën over goed en kwaad enzoverder te wijzigen. Proberen uw handelingen een klein beetje bij te sturen. En dan zal je zien dat ineens, vanuit dat kleine beetje, er grote verschuivingen mogelijk zijn. Dat er ineens licht aanwezig is in het duister. Dat u als het ware een indicatie heeft van: “kijk, dat is nou de mogelijkheid die voor mij open ligt”.

Want dat wil ik als slot zeker benadrukken: de weg die u gaat, is steeds individueel. U kan geen weg gaan voor een ander. En een ander kan geen weg gaan voor u. Dat beseffen er maar heel weinigen op aarde, want de meesten trachten altijd de anderen te overtuigen dat de weg die zij moeten gaan de beste is en dat iedereen die moet gaan. Fout! Je kan enkel en alleen uw weg gaan. De weg van de ander is de uwe niet. Maar waar u wel voor kan zorgen, is dat bij het gaan van uw weg, dat u de andere niet schaadt. En wanneer de andere uw hulp vraagt, dat u steeds bereid bent hem bij te staan.

Zo. En hiermee sluit ik mijn deel af en wens jullie nog zeer veel inspirerende gedachten aangaande deze les.

Deel 2.

Het is mij een waar genoegen nog eens in jullie nabijheid te mogen zijn. En vanavond mag ik jullie vragen beantwoorden. Dus ik zal dit doen naar best vermogen. Mag ik de eerste vraag a.u.b.?

  • Een verwijzing naar een vorige zitting (10-07-2012). Bij een concrete hulp bij overgang had ik de ervaring dat die persoon die overging 3 à 4 dagen contact bleef houden na die overgang. Hoe moet ik dit inschatten?

Dat kan juist zijn. Wanneer iemand overgaat, dan kan het best zijn dat de betrokkene een periode, en kan dat zelfs langer dan 4 dagen zijn, dus in de nabijheid blijft van zijn geliefden. Dat houdt soms in dat degene die overgegaan is daaruit zeer veel kan leren. Voor sommigen is dit een koude douche en dachten ze dat ze meer geapprecieerd waren en anderen staan soms verbaasd van hoe men over hen dacht. Maar het is een zeer aangename periode als je als geest de zaken kunt relativeren.

Wanneer je dat aanvoelt als mens dat de overledene in uw geburen is, dan kan ik u maar één goede raad geven: praat er gewoon mee op een positieve wijze, luister wat u kan horen. Want effectief, degene die overgegaan is, kan wel degelijk, gezien er nog, ik ga de technische uitleg een beetje achterwege laten, maar er zijn nog bindingen, gezien die er nog zijn voor uw hersenen duidelijk bepaalde zaken doorgeven. Sta er gewoon voor open. Begin er niet uw eigen ideeën rond op te bouwen, want dan gaat u het in een bepaalde richting duwen. Maar laat maar gewoon komen wat komt. En u kunt via uw gedachten gewoon een wisselwerking van gesprek met de overledene aangaan. Dit zijn mogelijkheden, ja.

Normaal is het zo dat op het ogenblik het lichaam aan de aarde wordt toevertrouwd of wanneer het wordt verast, het voor de geest minder gemakkelijk is om nog deze contacten te handhaven. En langzaam maar zeker zullen deze contacten dan ook na die handelingen gaan ophouden.

Dit wil niet zeggen dat voor degenen waar nog contact mee is geweest na het overlijden ook moeten ophouden van positief te denken aan de overgegane. Het is altijd meegenomen, zeker in de eerste periode, dat er een positieve gedachtegang plaatsvindt. D.w.z. een gevoel van dankbaarheid dat u de persoon hebt mogen kennen en de positieve zaken die volgens jou in dit leven een waarde hebben gegeven. En dan denk ik dat je een perfecte overgangsbegeleiding volvoert.

  • Broeder, in dit geval was er eigenlijk geen echt emotionele band met die persoon. Dat was eigenlijk een kennis, iemand…..

Maakt dat iets uit? Kijk, u weet niet hoe de banden liggen. Weet u, het kan best zijn dat iemand die u maar één keer in uw leven gedurende, laat ons zeggen, enkele minuten gesproken of gezien heeft een veel sterkere geestelijke band met u heeft dan bijvoorbeeld, laat ons zeggen, iemand waar u mee samenleeft. U mag het niet bekijken vanuit één klein leventje. Ieder van ons hier aanwezig, en dan bedoel ik zo goed u stofmens als alle geesten, hebben veel levens achter de rug. En in die levens zijn vele contacten geweest. En het kan best zijn dat er iemand overgaat die u maar even in dit stoffelijk leven hebt gehoord of gezien maar waar dat een band in het bestaan veel sterker is dan u kunt vermoeden. En dan kunt u gemakkelijk zo’n fenomenen krijgen.

Ik ga er nog een kleine zaak aan toevoegen. Probeer eens in de toekomst af te stappen van de gedachte dat de wereld waarin u leeft, is zoals u hem stoffelijk waarneemt. Probeer u eens open te stellen, gewoon, dat er buiten dat stoffelijke veel andere zaken ook permanent aanwezig zijn rondom u, invloed uitoefenen op u enzoverder. Als u dat in uw dagdagelijkse denken en handelen gaat verwerken, dan gaat u opmerken dat u veel meer mogelijkheden krijgt. En dan gaan fenomenen zoals dit minder aangrijpend zijn en ga je ook veel gemakkelijker daar kunnen op inspelen.

  • Vorige zitting werd ons gevraagd uit te zoeken welke kennis we reeds vergaard hebben uit vorige levens om verder op te kunnen bouwen (07-08-2012). Nu wordt er gezegd dat die kennis een beperking zou kunnen zijn en dat we in het heden moeten  leven. Graag enige verduidelijking.

Kijk, wij hebben allemaal, ik ook, een redelijk druk bestaan achter de rug. In mijn laatste bestaan, dat nu toch al een tijdje geleden is, liep ik rond in een habijt, zoals dat in deze streken de gewoonte was, toch voor geestelijken. Als ik nu alles wat ik toen heb geleerd, zou blijven hanteren als zijnde de norm om verder te komen, dan zou ik mezelf enorm beperken. Maar wanneer ik door hetgeen wat ik geleerd heb, gebruik maak van de nieuwe mogelijkheden die er door ontstaan en verder kijk, dan kan ik verder.

Kijk, ik zal het trachten in een praktisch voorbeeld te gieten. In mijn laatste leven heb ik getracht van de Christusgeest te vinden. Ach ja, katholiek is zeer beperkend. En dat had ik ook al snel door. Maar je leeft in een maatschappij en zeker toen, en laat ons zeggen, je leefde in uw status zeer goed, maar toch heb ik geprobeerd van die ware christelijke liefde te ontdekken. Ik heb daar van alles in kunnen leren. En bij overgang had ik het idee dat ik aardig wat vooruit was gekomen. Maar dan word je met uzelf geconfronteerd. En dan zie je dat je in uw leven, ondanks de goede bedoelingen, je er toch dikwijls ver naast zat.

Stel nu dat ik mij zou willen vasthouden aan die Christusgedachte, zoals ik ze in dat leven had doorleefd, dan was ik misschien nu al geïncarneerd en gevlucht. Maar ik heb, gelukkig zou ik zeggen, de leerschool kunnen omzetten. En dan blijkt dat veel van hetgeen ik dacht dat ik goed deed, in wezen kwaad was, omdat ik ging bepalen wat voor anderen juist was, wat goed was en waar ik zelf in mijn ambt de pretentie had van te kunnen zeggen: “ik vergeef u” enzoverder. En dat allemaal binnen dus die christelijke gedachte.

Eens dat ik aan de zijde was waar ik nu ben, dan heb mij daar kunnen van vrij maken en heb ik de ware gedachte kunnen ontdekken, het ware Licht, als het ware. Maar daarvoor ben ik eerst moeten door het duister gaan. En het duister was, effectief, die christelijke naastenliefde die voor anderen eigenlijk dodend was. En eens dat ik dat besef had, dat ik dat kon loslaten, kon ik het Licht zien. Als het ware kon ik de Christusgeest erkennen. En zo ben ik, stapje per stapje, weer verder gegaan. Het verleden heeft mij dat geleerd, maar ik heb niet dat verleden meegenomen. Ik heb dat losgelaten, hoe moeilijk dit ook was. En zo ben ik verder kunnen gaan. En dat is eigenlijk hetgeen wat de broeders in de vorige les en in deze les jullie willen bijbrengen.

Kijk, je moet goed begrijpen, mijn beminde broeders en zusters, dat wij jullie niets zo maar op een plateautje geven. Dat wij heel bewust de ene moment tegen jullie zeggen: “het is wit”, en de andere moment tegen jullie gaan zeggen: “het is zwart”. Juist om jullie aan te zetten om voor uzelf te gaan uitmaken: “hoe zit het nu?”.

Wanneer we vanuit de geest jullie alles zouden aanreiken zoals wij het al ervaren hebben, dan zou je er niks aan hebben. Dan zou je zeggen van: “Oh, dat is mooi gezegd. Oh, de geest kan dat toch fantastisch”, maar je zou er geen stap mee verder komen. En het is juist omdat we overal in hetgeen wat we u leren, het is misschien niet zo mooi maar toch, het is noodzakelijk, valstrikjes inbouwen dat je, en dit is zeer goed opgemerkt, zaken gaat waarnemen, gaat overdenken, mee bezig zijn, waardoor je verder kan. En dat is de reden waarom de ene maal zo gezegd wordt en de andere maal zo.

Maar let op, en dan sluit ik deze vraag af, alles wat gezegd wordt is vanuit onze ogen, geestelijke ogen dan wel, correct en in harmonie met de ganse kosmos. Zo, ik hoop dat ik jullie heb kunnen verder helpen.

  • Dat waren de vragen, broeder.

Dan mag ik misschien zelf nog een kleine toegift doen of vinden jullie mij vervelend.

  • Doe maar.

Dank u. Kijk, jullie les van vanavond was een zware dobber. Ik heb ze mee gevolgd en degene die u les gegeven heeft, heeft in zijn laatste leven over hetgeen hij u gebracht heeft, aardig wat nagedacht en ook aardig wat geschreven. En het is iemand die in de geest, ook voor mij, een heel boeiende figuur is waar ik al, ik mag wel zeggen: met zeer veel vreugde, vele uren met gefilosofeerd heb. Want zijn visie vertrekt vanuit een totaal ander wereldbeeld dan de visie die ik heb. Dat is ook logisch. Zijn achtergrond was aristocratie en mijn achtergrond in mijn laatste leven was religie. Dan kun je wel denken dat daar aardig wat verschillen in benadering zijn van het leven. En toch kan ik mij heel goed vinden in zijn filosofie, vooral zijn ideeën over hoe alles in die kosmos toch één geheel is. Want in wezen verschilt dat niet zoveel met hetgeen wat ik gedurende mijn laatste bestaan en de levens ervoor heb kunnen vastleggen. Want wanneer ik de zaken zo overschouw, dan moet ik zeggen: er zijn levens geweest waar ik enorm veel in geleerd heb en wanneer ik deze zou plaatsen in mijn laatste leven zou ik zeggen: welk een grote zondaar ben ik geweest, welke nietsnut ben ik geweest. En toch hebben die levens ervoor gezorgd dat ik mijn laatste leven heb kunnen leven, dat ik daarin Christus, als het ware, gevonden heb. Want voor mij is die Christusgeest en die ganse Christusgedachte in de kosmos nog steeds een van de waardevolste gedachten die mogelijk zijn. En als ik dan zie hoe de gedachtewereld van mijn vriend daar tegenover staat en hoe hij durft stellen van: “ja maar, hetgeen wat u zegt dat deze figuur zich heeft opgeofferd voor alle anderen op aarde, dat is nonsens”, dan komt dat hard aan, maar ergens heeft hij gelijk. Want ik heb moeten ontdekken dat het niet mogelijk is dat je voor een ander uzelf opoffert. Je kunt alleen maar uw weg gaan. En dit was ook zo. Een figuur als Christus kon alleen maar zijn weg gaan. Maar door zijn weg te gaan en als voorbeeld zijnde heeft hij enorm veel mogelijkheden voor anderen geopend. En daar zit dan eigenlijk de essentie. Doordat we er in opgaan en kunnen aannemen wat daar naar voor is gebracht, kunnen we onze eigen weg tot ontwikkeling brengen. Want die eigen weg is persoonlijk. Die eigen weg is geen weg zoals ik in de stof gegaan heb van religie en kerk. Ja, ik heb geprobeerd van het in de stof zo goed mogelijk te doen en toch was dat, wanneer ik het nu bekijk, niet de juiste wijze. Op dat ogenblik wel. En wanneer ik dan filosofeer met mijn vriend, ja, dan moet ik vaststellen dat vele zaken die hij in zijn leven gedaan heeft, zeker even waardevol zijn geweest dan hetgeen ik heb geprobeerd als geestelijke raadsman voor mijn parochie. Zelfs durf ik zeggen dat hij meer bereikt heeft. Want door het feit dat hij gedurfd heeft van, wat toch in de 19de  eeuw als alle heilige huisjes waren, in vraag te stellen met hetgeen wat dat hij schreef, heeft hij een veel groter aantal mensen aan het denken gezet, aan het denken gezet over goed en kwaad,  met als gevolg dat er, juist door zijn geschriften, zijn filosofieën, heel wat mogelijke verschuivingen zijn ontstaan en heel wat geesten nieuwe wegen hebben kunnen bewandelen, voor zichzelf ontdekt hebben dat alles niet toch zo maar is zoals het van de kansel gepreekt wordt. En dat geeft mij een goed gevoel. Het geeft mij een goed gevoel dat er geen enkele, maar ook geen enkele weg de enige juiste is. Ja, dat verwacht je niet van een oud katholiek priester hé, dat die dat zegt. Maar dat heb ik geleerd, dat heb ik ervaren. Ik heb leren aanvaarden dat ook vanuit totaal andere denkbeelden mogelijkheden zijn, dat bijvoorbeeld agnostici even sterk het Licht kunnen ervaren. Het grote voordeel aan onze zijde is dat we niet zo beperkt zijn door de stof en dat we veel uitwisseling kunnen hebben. En die uitwisseling ontstaat meestal doordat er enkele punten gelijklopend zijn.

Je bent aan het nadenken over iets en plots heb je daar communicatie met een entiteit die juist op hetzelfde aan het broeden is. Het is een ware rijkdom. Een rijkdom waarmee je steeds verder kan gaan. En wanneer je je durft openstellen, wanneer je durft de zaken tot u te laten komen, dan zie je maar eerst hoe prachtig de weg kan zijn die je kunt gaan in het Licht.

Dus, beminde broeders en zusters, denk zelf na en wat je aanvoelt als zijnde voor u juist, tracht er mee om te gaan en dan denk ik dat je het meest lichtende doet dat mogelijk is. Dat je van uw leven een waardevol leven maakt. Misschien in de ogen van uw medemens niet. Maar dat moet u zich niet aantrekken zolang u zich maar in harmonie voelt. Zolang u zich maar één voelt met de Kracht, met de Bron. En ik zeg met de Christusgeest omdat dit nog altijd voor mij de leidraad is.

Zo, neem mij niet kwalijk van deze kleine ontboezeming. Maar ik hoop dat, het is misschien een andere manier van benaderen, je de warmte hebt kunnen aanvoelen, het geluk hebt kunnen aanvoelen en dat je daar deel van kunt zijn en dat je daar, na een avond als deze, kan iets mee bereiken, kan mee omgaan zodat ook in uw eigen ziel de warmte van het Licht, van de Vader aanwezig mag zijn, geuit mag zijn.

Zo, en dan verwacht u natuurlijk van mij nog dat ik nog de avond afsluit met een meditatie. Sta mij dan toe dat ik de meditatie vanavond geef over mijn geliefd onderwerp: de Christusgeest.

Meditatie: De Christusgeest.

Wij zijn allen elkaars broeders en zusters. Wij vormen allen een eenheid. Een eenheid die ver gaat over stof en geest. Een eenheid die zijn oorsprong vindt in de Bron. En de Bron is het Woord. Het Woord dat ooit geuit is. En vanuit het Woord ontstond de ganse kosmos. De kosmos die vanuit het Woord gecreëerd was, had een basis van hernieuwing, van voortzetting. Je zou kunnen zeggen dat het ganse begin van de kosmos, dat het Woord vrouwelijk was. Want als het Woord niet Vrouwelijk was geweest, dan was er geen verderzetting geweest. En vanuit deze goddelijke kracht, vanuit deze openbaring en ontplooiing is alles bevestigd.

En daarin ontstaat de menselijke vorm. Daarin evolueert een voertuig dat dragende is tot bewustwording. Een voertuig dat op deze planeet een evolutie kent die ongezien is. Die mogelijkheden in zich draagt tot bewustwording vanuit de oorsprong. En zo gaat de kracht van het Licht steeds verder. Maar we zien dat deze mogelijkheden ook inhouden dat men, als het ware, de rug toekeert naar zijn Bron. Met als gevolg dat de mogelijkheid van confrontatie tussen licht en duister zich manifesteert.

En dan zien we hoe vanuit het duister er van alle mogelijkheden ontstaan die aangegrepen worden als leerschool. We zien waar valse goden ontstaan. We zien hoe er valse demonen ontstaan. Niet beseffende dat dit alles even lichtend als duister is. Maar gewoon omdat men zich heeft gekeerd, heeft men niet meer voor zich de kans om de harmonie te handhaven. En zo gaan we verder en verder om uiteindelijk op een bepaald ogenblik te moeten vaststellen dat het nodig is om een nieuwe impuls te geven in deze processen.

En dan zien we eerst de broeders ontstaan die trachten het Licht te brengen. Vervolgens zie je hoe profeten, als het ware, het trachten duidelijk te maken. En tenslotte zie je hoe een figuur als Christus door zijn benadering het Licht bevestigt. Maar toch blijft steeds deze tweestrijd en hebben we nu, in de periode dat we zijn, de waardevolle nieuwe meesters gekend. De wereldmeester die de zaden geplant heeft. De wereldleraar die ze uitgedragen heeft. En zo kunnen we weer, langzaam maar zeker, ons voorstellen dat alles terugkeert naar zijn Bron. Dat we nu, langzaam maar zeker, in de periode komen dat het Woord zich terug overal kan vormen en manifesteren en dat we eindelijk terug de ware godin van deze kosmos kunnen aanschouwen. En dit dankzij de Christusgeest die de Liefde en het Licht in zich draagt en doorgeeft aan allen die er willen voor open staan.

En zo zijn wij hier tezamen verenigd in deze Kracht. De Kracht, of dat zij nu de naam draagt van de Christusgeest of dat zij nu de naam draagt van Osiris en Isis, of dat zij nu de naam draagt van wereldleraar en wereldmeester, het is steeds dezelfde Kracht. De Kracht van het Woord. De Kracht van de Scheppende Bron. De Kracht van de godinnen en de god die een eenheid vormen, die één Kracht zijn, één Harmonie, één Licht, één klank. Een klank die door ons zindert. Een Licht dat ons doortrekt, maar waarin wij onszelf kunnen vinden, onszelf kunnen projecteren in het heden. De weg van het Licht volgens de klank van de schepping. En deze gaande, deze doorlopen, geeft ons steeds weer de nieuwe mogelijkheden die wij, wanneer wij ons openstellen voor deze Krachten, zo krijgen zonder dat daar iets tegenover moet staan. Alleen maar de wil om zelf in het heden verder te evolueren. Dat deze Kracht van de Christusgeest in ons allen geopenbaard is en in ons allen bevestigd.

Zo, mijn beminde broeders en zusters, dan zou ik graag de avond afsluiten met een oud gebaar dat mij toch zo heilig is ondanks het feit dat ik reeds lang in de geest vertoef. Maar sta mij toe u in de naam van de Vader, in de naam van de Christusgeest, zijn zoon, en in de naam van de Geest, de inspiratie van de kosmos, u te zegenen zodat uw weg de weg van het Licht moge zijn. Dat mijn zegen u steeds bij mag blijven.

image_pdf