Het lichte en het duistere

image_pdf

21 april 1983

Wij hebben geprobeerd om de termen goed en kwaad maar even te vermijden. Bovendien bevat het onderwerp zoals het nu betiteld is veel meer. Licht en duister zijn in feite willekeurige aanduidingen die wij gebruiken. Maar aangezien de mens een lange tijd heeft gedacht: de zon was zijn stoffelijke God, was het duidelijk dat het duister zijn demon moest zijn of erger nog zijn satan. De indeling in werelden of sferen beantwoordt dan ook aan dit patroon. Wij gaan van het zeer lichte naar het zeer duistere. De werelden van het duister zijn werelden, die als niet‑scheppend worden voorgesteld. Zij hebben hun eigen karakteristieken en er zijn verscheidene mensen die toch iets van geweten hebben en die daarover bijzonderheden geven.

Dante Alighieri vertelt ons dat de 7e duistere sfeer een koude sfeer is. Maar een eindje verder heeft hij het weer over een warme sfeer. Op deze manier krijg je een indeling. Maar elke indeling op zichzelf is menselijk en daarom, gezien de werelden waarover wij spreken, onjuist. Zij kan slechts een analogie vormen. Ze kan nooit een definitieve indeling zijn. Laten wij dan de sferen eens bekijken en laten wij ons daarvoor een ruit voorstellen die op één punt staat. Wij trekken vervolgens in het midden van de figuur een lijn en zeggen: Dat is de grens tussen licht en duister. Op dat niveau kunnen zich ook de stoffelijke wereld en de astrale wereld bewegen. Nu zeggen wij dat er 7 sferen boven de lijn zijn. Dan is de hoogste sfeer de sfeer van de absolute vorming waarin de eenheid wordt bevestigd. Deze wereld wordt dan ook aangeduid als achter het verblindende licht of het verblindende licht. Daaronder krijgen we dan een aantal werelden waarin het vormbesef steeds groter wordt, maar waarin gelijktijdig de totaliteitsbeleving steeds geringer wordt. Wij komen dan tenslotte bij het meer individuele besef van de aarde terecht. Daar onder krijgen wij de duistere werelden. De duistere werelden gaan in omgekeerde volgorde. Dus vlak bij de menselijke wereld ligt een wereld waarin het ik‑besef wel aanwezig is, maar waarin de creativiteit praktisch nihil is. Dan krijgen wij een wereld waarin het wereldbesef kleiner is geworden en het creativiteitsbesef nihil is. Zo gaan we verder totdat we tenslotte terechtkomen in wat wij de duisterste duisternis zouden kunnen noemen: de absolute chaos waarin men zelfs niet meer in staat is het beeld van zichzelf voor zichzelf te handhaven. Nogmaals, het is een willekeurige indeling, maar ze geeft enigszins een beeld van hetgeen waarmee wij te maken hebben, als we spreken over het lichte en over het duistere.

Wij hebben natuurlijk wel rekening gehouden met de plaats van de wereld, Nu kunnen we het wel heel eenvoudig zeggen. Het klinkt een beetje Duits: Naar beneden toe kun je bevelen, naar boven toe kun je alleen smeken. Dat wil zeggen: wij kunnen de lichtwerelden nooit een bevel geven. Wij kunnen ze slechts verzoeken om ons te helpen, om in te grijpen, om zich te manifesteren etc.. Een lagere wereld daarentegen kan wel magisch bedwongen worden. Hiervoor beschikken wij over een toenemend aantal machtsmiddelen naarmate de wereld dichter bij de onze ligt. Hebben wij echter te maken met de werkelijk chaotische krachten, dan moeten wij zelf in staat zijn om de chaos te overwinnen willen wij eventueel een beeld, een kracht daaruit kunnen oproepen. Slagen wij daarin niet, dan gaan wij eraan ten onder. Ook hier weer een zeer menselijk beeld en een zeer menselijke benadering. Daarbij komt dat wij maar al te vaak die zaken gaan verwarren met goed en kwaad. Wij zeggen: alle lichte werelden zijn goed en alle duistere werelden zijn kwaad. Dit is niet juist en het is ook niet logisch. Een eenvoudig voorbeeld: Een kracht uit de hoogste sferen zou op aarde kunnen voorkomen dat een mens b.v. overlijdt aan kanker. Hij doet dit niet. Zijn besef van het geheel laat niet toe op dit niveau in te grijpen. Dit betekent eigenlijk een onverschilligheid vanuit een menselijk standpunt. Dit zou je toch kwaad moeten noemen.

Omgekeerd, een kracht uit het duister kan iemand ontmoeten die op de wereld wel leeft vanuit de liefde voor het zijn, de liefde voor de wereld, maar die zo iemand kan gebruiken om eigenlijk het besef van de anderen een beetje te vertroebelen. Dan krijgt degene die op de wereld leeft alles wat hij nodig heeft. Hij behoeft niet slecht te zijn. Integendeel, hij kan medemensen helpen, hij kan rijk worden, hij zal altijd geluk hebben, hij blijft gezond, hij wordt oud. Noem het maar op. Allemaal dingen die vanuit een menselijk standpunt zeer goed zijn, maar die desalniettemin een bron vinden in het duister. Pas als je gaat begrijpen hoe groot het verschil is tussen wat wij zien als goed en kwaad en datgene wat wij zien als licht en duister, kunnen we enig begrip krijgen voor de invloed die dergelijke werelden kunnen hebben en ook voor de wijze waarop ze werkzaam zijn in uw eigen wereld.

Er zijn heel veel mensen die zeggen: Wij volgen lettergetrouw alle wetten die God heeft gegeven. Wij zijn hard en sterk in de leer. Dit moet licht zijn. O, wacht even. Dit is een verbreken van het eenheidsgevoel. Als zodanig resulteert het niet onder het lichte, maar onder het duistere. Omgekeerd, er zijn mensen die zeggen: Ach, wat geeft het allemaal. Doe maar een beetje wat je wilt zolang je een medemens maar geen schade be­zorgt. Eigenlijk proberen ze vanuit zich dan toch wel een zo groot moge­lijk gevoel van eenheid te krijgen met de hele wereld. Hun gedrag is in tegenstelling tot al datgene wat de gemeenschap juist acht. Hun wijze van denken is niet in overeenstemming met hetgeen er wordt geleerd in de verschillende godsdiensten. Zij hebben zelfs bepaalde dingen waar de fatsoenlijke mensen, zullen wij zeggen, blozend van wegkijken, dan wel een verschrikkelijk oordeel over uitspreken. Nu is de vraag: zijn die mensen nu licht of duister? Als wij nu zien dat ze in hun wezen een in al hun uitingen worden gedragen door dit besef van eenheid, zelfs als zij dat voorlopig maar uitdrukken als gemeenschappelijkheid, dan zijn ze licht en niet duister. Het wordt erg moeilijk voor een mens om nu direct te zeggen wat het lichte is en wat het duister is. Maar in de werelden waarmee je te maken krijgt zijn er bepaalde kentekenen waardoor je dat toch wel enigszins kunt beschouwen. Ik zal zo vrij zijn om die even op te noemen. Ze hebben misschien nog betekenis en praktische waarde voor sommigen van u.

Van een lichte wereld moet u niet verwachten dat ze altijd te uwen gunste zal ingrijpen. Het is dus geen wereld die u gunsten verleent. Aan de andere kant is het wel een wereld die u – als u ermee harmonisch bent ‑ altijd betere inzichten geeft, u de dingen beter laat begrijpen, u een zekere veerkracht verleent en vooral de mogelijkheid geeft om zelf te handelen en u niet alleen door anderen te laten drijven.

Een duistere wereld geeft u misschien veel, maar het is niet iets waar u zelf werkelijk invloed op heeft. Een duistere wereld eist van u vaak een veel sterkere discipline dan een lichte wereld, maar deze discipline is altijd een onderworpenheid aan het doel dat anderen stellen.

Heeft u met een duistere geest te maken, dan kan hij aan u verschijnen als een lichtende engel. Dat is helemaal geen bezwaar. U bent toch zo stom dat u het verschil niet opmerkt. Maar als hij als engel verschijnt, dan gaat hij van u eisen. Hij zegt niet: hier is een mogelijkheid, kijk wat je ervan maakt. Hij zegt: Kijk, als je dít doet, zal ik je dát geven. Het is niet zo, dat ik de handel op aarde tot duisternis wil veroordelen, maar het is toch wel je, dat daar waar die handelsinstincten een rol gaan spelen in het verkeer met het hiernamaals, met de sferen of met de eeuwigheid over het algemeen, het duistere overheerst. Want het is het duistere dat voorwaardelijk wil werken. Het lichte is onvoorwaardelijk zichzelf.

U roept geesten op. Dat moet u nooit doen. Als u een geest oproept, dan kan dat alleen, indien u precies weet wie en wat u oproept, bovendien deze oproeping doet geschieden onder de juiste omstandigheden en dan ook nog beschikt over de juiste machtsmiddelen. Dit is iets wat een enkeling misschien bereikt, maar wat in de praktijk zelfs de meeste magiërs niet kunnen waarmaken. Roep dus nooit op. Wilt u met entiteiten contact hebben, richt u dan in de eerste plaats op uw beeld van de lichte wereld, bv. God. Ga bij uw oproeping niet uit van die en die moeten we hebben, maar vraag of de lichtende krachten u willen toestemmen dat u enige hulp ontvangt van iemand. En dan omschrijft u eerst de taak (het doel) en dan pas kunt u eventueel een naam suggereren. U moogt nooit een naam dwingend noemen, want in een lichte wereld kan iemand harmonisch zijn met u en reageren op een oproep. Hoe hij/zij dat zal doen, op welke wijze de manifestatie plaatsvindt, kunt u niet bepalen. In een duistere wereld daarentegen zal men aan machtsmiddelen onderwerpen zijn. Er heerst daar een heel andere traditie. Volgzaamheid is er een van. Als u iemand oproept en u doet dit met gebruik van grote namen, dan zal de andere gehoorzamen omdat hij de werking van die namen en hetgeen ze vertegenwoordigen vreest. Op het ogenblik dat hij zich manifesteert, zal hij proberen u te overbluffen, natuurlijk. Maar alweer, als u zegt, verander uw vorm tot dit of dat, dan zal hij dat doen. Als u een dergelijke entiteit een taak oplegt en hem duidelijk kunt maken dat er consequenties aan verbonden zijn als hij het niet doet, dan zal hij die uitvoeren. In het eerste geval (dus bij een lichte geest) behoeft u niemand weg te zenden: ze gaan vanzelf wel. Bij een duistere geest is er door de dreiging een binding aan uw persoonlijkheid ontstaan. Daarom moet u die binding bewust verbreken door hetzij voorwaardelijk te zeggen: zo uw taak vervuld is, keer terug naar uw wereld. Of na afloop door een hernieuwd aanroepen van dezelfde entiteit te zeggen: Ga nu in vrede met dank voor uw werk.

Het klinkt natuurlijk heel vreemd. In deze waanzinnige wereld zijn zoveel tovenaars die zich technici noemen dat een technicus, die zich tovenaar noemt niet eens meer aan het woord komt. De werkelijkheid van hetgeen ik hier heb gezegd is er een die ook in deze dagen geldt, zelfs als men het niet in praktijk brengt of weet te brengen.

Het licht en het duistere zijn werkingen waar wij onnoemelijk veel moeite mee zullen hebben. Wij hebben eigenlijk maar één criterium voor wat licht is. Licht is datgene wal mij bevestigt in de hoogste erkenningen die in mij leven zonder mij te binden aan verplichtingen die niet eigen zijn aan mijn persoonlijkheid. Dat is licht, op het ogenblik dat er een dwang ontstaat is er geen sprake van licht,

Op het gevaar af dat ik mensen met religieuze opvattingen beledig, zou ik hier toch wel een voorbeeld willen geven: Jezus zegt: ‘Indien gij mij volgen wilt’ …. en hij geeft dan de voorwaarden. Paulus echter roept: “Dwing hen om in te gaan!” Het ene is licht. In het andere schuilt duister. Op deze manier krijgt u langzamerhand, hoop ik een beeld van wat het lichte en het duister t.a.v. elkaar betekenen. Omdat wij dergelijke benamingen en aanduidingen ook hanteren in de ge­hele kosmische situatie, zijn er een groot aantal krachten die wij duistere krachten noemen en ook heel veel krachten die we lichte krachten noemen. Daaronder zijn er ook van zuiver natuurlijke oorsprong. Wij maken het onder­scheid, dus niet alleen op grond van de sfeer waartoe een kracht behoort, wij maken het ook op grond van de werking of beïnvloeding die ze vertoont. Als wij spreken over het witte licht zoals dat op aarde zo nu en dan inwerkt dan spreken wij wel degelijk over een kracht die de controverse op aarde kan vergroten. Maar letwel, deze vergroting van controverse komt slechts voort uit uw menselijke erkenningen, niet als een dwang uit de kracht zelf. Als wij daartegenover nu eens een duisternis zouden zetten, dan zou deze u waarschijnlijk helemaal niet met tegenstellingen confronteren. Integendeel, het zou waarschijnlijk mierzoet zijn en vol zoete klanken. Mantovani zielkundig gezet door een stroopfabrikant uit de duisternis. Dan is er dus de tegenstelling niet. Maar wat er wel is? Er is een abso­lute drang tot overheersing. Je bent niet vrij. Elke invloed, waardoor de vrijheid van de mens in het geding komt en zo hij dit niet aanvaardt voor hem onaanvaardbare consequenties daaruit kunnen voortvloeien, noemen wij duister. Elke kracht, die u alleen mogelijkheden geeft zonder verder consequenties daaraan te verbinden het aan u overlatend wat u ermee doet en wat u daarmee tot stand brengt, noemen wij een lichte kracht. Die zijn er dus uit allerlei werelden of sferen. Ze zijn er ook gewoon vanuit de kern van het zonnestelsel, uit de kern van een Melkwegstelsel of zelfs uit de baanwerking van dit deel van het Melkwegstelsel waarmee de aarde nu toevallig rondzwiert in de ruimte. Al deze werkingen zullen wij op dezelfde manier blijven onderscheiden. Hierdoor voorkomen wij dat we ons laten inwikkelen en binden door iets anders dan op grond van onze eigen wil. Misschien zou je menselijk gezien kunnen zeggen:  Het verschil tussen licht en duister is de vraag, of je eigen wil en besef een rol mogen spelen. Een filosoof heeft eens gezegd. Het duister is dom, want het duister ziet niet verder dan zichzelf. Het licht daarentegen is wijs, want het licht ziet vanuit zichzelf het geheel en de relatie die ertussen het geheel en zichzelf bestaat.

Nu wil ik helemaal niet zeggen dat een duivel dom is. Dat hebben bepaalde legendevertellers ervan gemaakt, maar dat kwam omdat in die tijd het contract niet de duivel nog wel eens voorkwam. Het idee dat je daar nog op een andere manier van af kon komen was natuurlijk weer welkom. De werkelijkheid van dit dom-zijn wil zeggen: benepen. Iemand die bepaalde wijsheid bezit, kan toch benepen zijn. Neem nu iemand met een politiek of religieus fanatisme. Deze mens verklaart u een aantal dingen die op zichzelf misschien niet onjuist zijn. Maar als u probeert om tegenargument te geven of op consequenties te wijzen, kan hij dit niet verstaan. Men praat er gewoon overheen, men wil en kan het niet begrijpen. Kijk, hier hebben we dan duistere consequenties. U weet hoe dat gaat? Het is een heel bekend gezegde. Daar waar twee partijen niet meer naar elkaar willen luisteren is de fysieke strijd het enig overgebleven alternatief. Dan kunt u dat verder uitleggen zoals u wilt. Het gaat van de kleinste unit van samenleving tot de intercontinentale relaties toe. Nu ga ik enkele dingen gewoon opsommen. U moet er zelf maar eens over nadenken.

Ik kan alleen het lichte in mij beseffen, als ik mijn belangstelling niet slechts op mijzelf richt.

Ik kan mij niet aan het duister onttrekken zolang ik mijzelf zoek.

Het lichte zal zich aan mij tonen en vaak door mij niet worden be­grepen. Maar het stelt mij in staat om mijzelf vragen te stellen en tenslotte zelf een antwoord te vinden.

Het duister kan zich aan mij manifesteren, maar zal wel altijd verklarend, werken en duidelijk tonen. Het maakt mij volkomen duidelijk wat het is, wat het wil, wat de manifestatie betekent, maar bindt mij gelijktijdig zoveel mogelijk aan de consequenties die eruit worden getrokken.

Ik kan genezen vanuit het lichte en vanuit het duistere. Vanuit het duistere echter kan ik alleen genezen omwille van zelfvoldoening. Vanuit het lichte kan ik alleen genezen op basis van zelfverloochening.

Het duistere is sterk in de vraag naar rite, naar vaste vormen. Het lichte daarentegen aanvaardt elke vorm of zelfs vormloosheid zolang een intentie bestaat.

Wanneer wij werelden betreden, dan kunnen zij in onze ogen licht zijn. Maar elke lichte wereld is volmaakter dan de wereld die wij kennen. Elke duistere wereld is onvolmaakter dan de wereld die kennen. Wanneer u dus ooit uittreedt naar een heel mooie sfeer waarin alle wegen steeds opgebroken zijn, dan is elke kans groot dat dat toch een duistere wereld is. Als wij uittredende contact maken met anderen, dan kunnen we weer zien of we met lichte of met duistere krachten te maken hebben. De lichte kracht geeft ons weliswaar hulp, maar vooral als wij erom vragen. De lichte kracht doceert wel, maar alleen in antwoord op onze behoefte. Een duistere kracht, die er net zo mooi en net zo lichtend kan uitzien in uw ogen, doceert maar luistert niet naar u. Ze vergt van u een verwerping van al datgene wat u zelf voelt en beleeft en alleen het aanvaarden van de stellingen die worden gepredikt, meestal gevolgd door een aantal opdrachten die op straffe van (dat kunt u zelf invullen) dan vervuld moeten wor­den. Het is duidelijk genoeg. Als wij uitgaan van een goddelijke totaliteit, dan kunnen wij ons geen God voorstellen die helemaal niets met elk van zijn schepselen te maken heeft. Als hij zou bestaan, zou hij niet beantwoorden aan onze voorstelling van een Godheid. Aan de andere kant kan die God niet voortdurend en overal ingrijpen in het lot van al degenen die hij erkent en waarin hij eventueel werkzaam is. Waarom niet? Omdat vrijheid het enige beginsel is waaruit werkelijke eenheid kan voortkomen, namelijk een eenheid in vrijwilligheid. God zal ons dus nooit dwingen. Maar als we weten: dat dit het belangrijkste punt is in de hele kosmische opzet, dan is het toch duidelijk dat al datgene wat zich baseert op dwang in feite duister is. Ik ken heel veel mensen, die alles proberen te regelen voor anderen, zeer waarschijnlijk met de beste bedoelingen. Wat zij echter niet beseffen is dit: Op het ogenblik, dat je een ander diens vrijheid van kiezen, zijn persoonlijke verantwoordelijkheid etc. ontneemt, ontneem je hem tevens de bewustwordingswaarden waaruit hij tot een vrije en harmonische aanvaarding van het geheel kan komen. Daarom zijn die dingen, al zijn ze nog zo goed bedoeld, duister. Licht en duister, mijne vrienden, zullen in uw wereld voortdurend vermengd zijn.

Als ik kijk naar de sociale opzet in Nederland, dan zeg ik: de bedoelingen die erin zitten zijn misschien lichtend genoeg, maar gezien de bindende opdrachten die eraan verbonden zijn, de voortdurende lasten die men zonder dat enige vrijwilligheid daarmee gemoeid is anderen oplegt, maken het geheel toch tot een duistere structuur. En elke structuur heeft de neiging tot steeds chaotischer ontwikkeling. In het goddelijke bestaat alleen de harmonische groei. Het licht is een uitdrukking van het groeien, maar steeds harmonisch. Daarentegen is het duister altijd, als er al groei is, woekering, een wildgroeiproces en onregelmatigheid. Wie te maken wil hebben met een wereld van licht, zal dus ook moeten accepteren dat hij zelf verantwoordelijk is voor zichzelf, voor al hetgeen men doet, voor al hetgeen men tot stand brengt. En dat men zelf, ook denkend aan de anderen en aan de wereld, voor het geheel dat wordt beseft het beste moet nastreven zonder ooit iemand te willen dwingen. Wie denkt, dat hij het beter weet dan alle anderen, is met al zijn goede bedoelingen in feite niets anders dan een apostel van de chaos. Ik denk dat dit wel pijnlijk aankomt voor sommigen.

Laten wij nu ingaan op bepaalde mystieke aspecten van het lichte en het duistere.

Het lichte zelf is altijd een wereld die groter is dan die van het menselijk besef. Een mystieke beleving, die voert tot hogere werelden of tot grotere harmonieën, zal nimmer uitdrukbaar zijn. Zij is een gevoels­beleving. Daarnaast is ze de bron van allerlei onverwachte reacties op de eigen wereld, waarvan de bron niet geheel bekend is. Als wij echter in mystieke overpeinzingen verzonken de planmatigheid van het heelal steeds sterker zien en onszelf in een noodlot gevangen wetend gelijktijdig reeds bepalen hoe alles zal verlopen, dan zijn we ongetwijfeld onder invloed van duistere factoren. Een duister visioen is omschrijfbaar. Misschien niet alleen in menselijke beelden, maar dan heb je er toch de visioenen bij met al hun symbolen, met hun samenhangen die dan toch wel weet vertaalbaar zijn. Hier heeft de mens een meesterschap want zijn begrip is in wezen net zo groot of groter dan de bron van de beleving.

Wie zoeken wil naar kennis alleen, kan nooit iets bereiken. Wie zoekt naar begrip daarentegen, streeft naar het lichte. Begrip is het lichte. Kennis is een neutrale basis. Kennis toepassen zonder begrip is duisternis. Laten wij daarom in ons geest gelijke streven en zoeken de kennis niet al te zeer voorop stellen. Weten is iets anders dan wijsheid. Laten wij steeds weer proberen, ook wanneer in ons beelden wakker worden én visioenen ontstaan, te zoeken naar een innerlijke betekenis, niet naar een letterlijke verklaring. Want waar de letterlijke verklaring zich opdringt, kunnen wij het geheel verwerpen als niet behorend tot de hoge, de lichtende krachten. Wil men dan toch nog een keer voor zich een scheidslijn trekken ook in het dagelijkse leven, het is eenvoudig genoeg. Geen enkel verbod of gebod heeft voor u betekenis, tenzij het in uzelf wordt bevestigd. Pas dan is het en alleen voor u bindend. Als u in uw dagelijks leven wordt geconfronteerd met zaken die u niet kunt overzien of die zo ingewikkeld van structuur onsamenhangend zijn dat u er geen reëel beeld van kunt krijgen en ook geen vaste conclusie uit kunt trokken, zeg dan tegen uzelf: Nou, dat gaat mij niet aan. Want juist de ingewikkelde structuren zijn duistere structuren. De eenvoudige structuren zijn lichtende structuren. Het licht zegt: als er een waarheid is, dan is die waarheid op zichzelf genoeg. Het duister zegt: als er een waarheid is, dan moet ik deze ontleden en vervolgens tot een dwang maken, zodat een ieder deze waarheid alleen nog maar zal belijden volgens mijn interpretatie. Hoedt u ervoor dat u op een dergelijke manier uw medemensen benadert, hetzij over hun gedrag of anderszins. Het wil niet zeggen, dat u niet moogt zeggen: Ach, dat gedonder met die asbakken ben ik zat. Of dat u een keer roept: zeg, kun je nou eindelijk dat rotding niet eens afzetten. Ik hoef niet de hele nacht the Beatles, Elvis Presley of de een of andere lawaaigroep uit deze tijd te horen. Dat moogt u rustig doen, dat is helemaal niet erg. Maar u moogt niet zeggen: …. Dat is onbeschoft, onbehoorlijk, dat is geen muziek. Dat oordeel moogt u niet uitspreken. U moogt uw eigen relatie bepalen, maar u moogt niet proberen anderen aan uw maatsteven te binden. In de mystiek betekent dit nogmaals, er is in mij een innerlijke maatstaf die slechts voor mij geldt en mij de mogelijkheid geeft tot een voortdurend sterkere lichtbeleving. Ik heb geen begrip, geen uitleg van node zolang in mij dit gevoel van lichtendheid bestaat. Al hetgeen daaruit voortkomt, komt als vanzelf. Ik behoef er niet naar te zoeken. Als u zoekt naar regels, naar wetmatigheden, vergeet dan niet dat u heel dicht aan de grens manoeuvreert van onbegrijpelijke duistere krachten.

Als u denkt dat in dit alles voor u weinig van betekenis ligt, dan zou ik zeggen: overweeg het nogmaals. Het feit dat u zegt: het heeft voor mij geen betekenis, kan lichtend zijn. Maar als u het doet omdat hetgeen hierin wordt gesteld een beetje in strijd is met uw mening, met uw oordeel of uw levenspraktijken, dan zou ik uitkijken, want dat is een duistere benadering.

Tot besluit:

Wij hebben gesproken over het lichte en het duistere. We zijn natuurlijk ook op allerlei verschillende zaken terechtgekomen. Dat is begrijpelijk, want deze onderscheiding kun je overal maken. Dat wil zeggen, dat ze net zo goed politiek van toepassing is als religieus, geestelijk zowel als stoffelijk. Laten wij niet vergeten, dat de bron van dit onderscheid ligt in onszelf. Wat voor ons goed is, is niet voor een ieder goed. Wat voor ons dus kwaad is is niet voor een ieder kwaad. Juist door je dit voortdurend voor ogen te houden ga je begrijpen dat werkelijke bewustwording niet alleen betekent dat je al het goede doet en het kwade laat, iets wat onmogelijk is als je de definitie van je medemensen accepteert, maar dat je gewoon in jezelf steeds bevestigt wat je als lichtend, als goed erkent en dat je datgene wat voor jou duister is niet in praktijk brengt, zonder daarom te stellen dat het voor een ander noodzakelijk duister moet zijn. Hier komt weer dat heel eigenaardige beeld van een wereld naar voren dat ze verschillend is dat mensen, die van systemen houden daarin gewoon niet kunnen leven. Realiseert u zich nu eens dit: Op deze aarde woont een groot aantal verschillende levende wezens. Het is een feit, dat daaronder wezens zijn die sterk ultra waarnemen, terwijl een ander aantal juist weer infra waarneemt. d.w.z. veel hoger dan wel veel lager in frequentie dan uw zichtwaarnemingsbereik is. Hun wereld is dus wel dezelfde maar ze ziet er anders uit. Wat voor u het onderste deeltje is van uw roodervaring, kan voor iemand die infra leeft misschien al dicht bij het hoogste licht staan. En omgekeerd, wat voor u de hoogst waarneembare richting is van het lichtend blauw, het violet, dat is voor een ander misschien de laagste grens of een van de lagere sferen van zijn waarnemingsbereik. Als dit zuiver stoffelijk al bestaat, moeten wij toch ook begrijpen dat het geestelijk evenzeer kan voorkomen, want de differentiatie in geestelijk bewustzijn omvat aanmerkelijk meer verschillende klassen dan het aardse leven ooit zal doen. Weten wat licht is en wat duister is, kun je alleen vanuit jezelf. En als je het lichtende voor jezelf voortdurend waarmaakt zul je steeds meer in staat zijn het lichtende te beseffen en zo langzaam maar zeker je besef van licht uitbreiden.

De hoogst bewuste, zal als duister ervaren wat voor de beginneling misschien al het hoogste licht is. Maar de ware Meester veroordeelt de ander daarom niet. Hij zal niet zeggen: Jij bent duister. Hij zal alleen zeggen: laat mij jou iets van mijn licht tonen, misschien dat je dan beseft dat je verder kunt gaan. Wij hebben allen onze eigen weg af te leggen. Of dat nu aanvaardbaar of niet aanvaardbaar is voor degenen die macht willen hebben, dat doet niet ter zake. Zeker, ik besef dat er mensen zijn die hun eigen grootheid bouwen op het zondebesef van anderen of die hun eigen reputatie van wijsheid hebben gevestigd op het onvermogen tot wijsheid bij anderen. Maar dergelijke maatstaven kunnen we toch niet hanteren.

Al degenen, die het blijvende in stand willen houden, ontkennen die niet gelijktijdig de voortdurende vooruitgang in besef en in mogelijkheden die overal bestaat, zelfs in de stoffelijke wereld? Wij kunnen niet beoordelen en veroordelen. Wij kunnen niet zeggen. Dit is het duistere. Wij kunnen alleen zeggen: dit is voor mij het duistere. Hoe hoger je klimt in het licht, des te groter het deel van de wereld is en van de mogelijkheden die voor jou duister zullen zijn. Maar die zul je dan niet meer als zodanig omschrijven. Zomin als de grijsaard zal zeggen dat een kind maar dom is, want hij begrijpt dat het kind moet leren, De grijsaard beseft, dat hij zijn leren alweer bijna begint te vergeten. Op deze manier zoudt u geestelijk verder moeten gaan. Als u in de magie of waar dan ook de begrippen van licht en duisternis ontmoet, onthoud dan altijd één ding:

Het licht kent geen dwang. Het duister baseert zich op dwang. Het licht is de vrijheid die je ertoe brengt in volledige vrijwilligheid tot eenheid met al te komen. Het duister is de gebondenheid die je uiterlijk steeds meer tot eenheid met anderen bindt en in jezelf een voortdurend grotere onvrede en verwerping opwekt.

Als u deze dingen beseft, dan zult u misschien over het lichte en het duistere een beetje anders gaan denken. En als u dat dan in uw leven in praktijk probeert te brengen (O, maak u alstublieft geen illusies, u zult het heel vaak vergeten, maar u kunt er soms even aan terugdenken), dan zult u misschien in staat zijn beter te leven volgens het licht in uzelf en minder uw eigen inzichten te maken tot een duisternis voor anderen.

Vreugde:

Vreugde. Ontmoeting met jezelf. Beleving van het licht. De herkenning van het onverwachte. Vreugde is het samenvloeien van alle dingen die in het diepste van je bewustzijn leven, maar de je nog niet tot uiting had gebracht of die je nimmer in de werkelijkheid meende te ontmoeten. Vreugde is iets wat steeds weer een verwerving is. Op het ogenblik dat het feit bestaat, houdt de vreugde daarvan op een werkelijke vreugde te zijn. Er ontstaat een gewenningsproces en langzaam maar zeker zoeken we weer naar een nieuwe uitbreiding waarin wij duidelijker en juister tot uiting komen. Als wij spreken over vreugde, dat moeten wij ons goed realiseren, dan spreken wij over onze eigen reactie op datgene wat er in ons leeft en wat we buiten ons ontmoeten. Waar dit het geval is, daar zullen we ongetwijfeld begrijpen dat de hemelse vreugde tenslotte moet overgaan in de kosmische rust.

image_pdf