Liefde en seksualiteit

image_pdf

17 oktober 1986

Aan het begin van deze avond moet ik u erop attent maken dat wij niet onwetend of onfeilbaar zijn. Denkt u dus zelf na.

Liefde en seksualiteit. Voor mij een wat moeilijk onderwerp. Van het eerste weet ik genoeg af, maar het tweede is, als je een tijdje geest bent, zoiets van: Hoe was het ook weer? Daarom heb ik mijn licht opgestoken door wat bij de mensen rond te kijken en daarbij kwamen ook weer wat oude herinneringen op. Het eindresultaat ga ik u nu voorleggen.

Liefde is iets dat weinig of niets met seks te maken heeft. De meeste mensen kijken daar een beetje vreemd van op, maar liefde is een totale aanvaarding van een ander. Als je op aarde bent, neem ik aan dat daar ook wel wat seks bij te pas komt, maar het is nooit het belangrijkste. Het belangrijkste is een soort geestelijke band, waarbij je dus niet elkaar probeert te controleren of te bezitten, maar waarbij je gewoon opgaat in de ander, het goede van de ander ervaart als iets wat je ook zelf overkomt, en omgekeerd natuurlijk ook al het goede met de ander wilt delen. Ik zou zeggen: Liefde is eenvoudig een vergroting van je persoonlijkheid door het daarin opnemen van andere persoonlijkheden.

Seksualiteit, ongeacht de vele varianten die daarin voorkomen, blijkt altijd uit te lopen op bepaalde hormonale, om niet te zeggen biochemische processen. De seksualiteit vindt normalerwijze plaats tussen de twee seksen. Waarom? Omdat er een aantrekkingskracht uitgaat van de uitwaseming zowel van de man als van de vrouw.

Dus de eerste basis van een goed seksueel contact ligt, of je het weet of niet, eigenlijk in je neus. Dat schijnt heel belangrijk te zijn.

Daarnaast blijkt er een aantal waarderingspatronen te bestaan. Die kunnen te maken hebben met gestalte. Er zijn tijden dat de dikke dames de schoonheid zelf zijn. Er zijn ook tijden dat net bespannen geraamten de schoonheidsprijs wegdragen.

Dan bewegingen. Van een man verwacht je een ander bewegingspatroon dan van een vrouw. Bepaalde bewegingen van de man schijnen iets uit te drukken van viriliteit, van kracht, aantrekkelijk voor de vrouw. De vrouw kan in haar bewegingen een zekere plooibaarheid leggen, een zekere élégance en dat is weer voor mannen attractief. Maar dat blijkt bepaald te worden door de omgeving. Het klinkt een beetje vreemd als ik het zeg, maar toen het instituut van de schoonheidskoninginnen opkwam, heeft dat bij heel veel mensen, vooral bij mannen, de visie op de ideale vrouw toch wel wat gewijzigd. En dan heus niet alleen bij de oudjes die erbij zitten en zeggen: Ja, als je dat zo ziet dan heb ik thuis toch ook maar wat zitten. Hier wordt een beeld opgebouwd van een bepaald ideaal.

Verder weten we dat op een gegeven ogenblik de mensen tot de conclusie komen, dat kinderen uit het contact van man en vrouw voortkomen. Kinderen zijn erg belangrijk. Uitbreiding van de stam, zieltjes winnen en wat u nog meer wilt. Daardoor komt de nadruk op de samenleving te liggen. In verschillende delen van de wereld overigens steeds weer op een andere manier.

Over het algemeen is de man, seksueel gezien, min of meer polygaam. De vrouw is over het algemeen, als ze een goede partner heeft gevonden, monogaam. Hierbij speelt de liefde soms een rol. Als de liefde er is worden tekorten aan de ene of aan de andere kant al heel gauw vergeten, ze zijn er gewoon niet meer. Men leeft in de geest van de ander, in de uitstraling van de ander en men interesseert zich feitelijk minder voor het uiterlijk. Alles wat erbij komt is alleen uitdrukking van dit gevoel van verbondenheid.

Als je alleen afgaat op de seksuele attractie is het natuurlijk zo dat je eisen stelt. Want je wilt niet alleen bevredigen, je wilt bevredigd worden. Als dat niet in overeenstemming is met je voorstelling, ben je al heel snel geneigd je partner de schuld te geven. Want van jezelf neem je aan dat je natuurlijk goed bent. Het resultaat is dan heel vaak een scheiding, of methoden waardoor men buiten de eigen huwelijksgemeenschap om, bijvoorbeeld bij clubs en dergelijke, probeert de nodige seksuele ervaringen verder op te doen, terwijl men anderszins toch een zekere gebondenheid blijft behouden.

Dan kun je vragen: “Wat denk je daar als geest van?” Ik moet eerlijk zeggen dat voor mij liefde zozeer iets van het innerlijk is, waarmee het lichamelijke weinig te maken heeft, dat ik ‑ waar liefde is ‑ de verdere bijkomstigheden eigenlijk niet eens in beschouwing neem. Wat maakt het mij uit of een vrouw en een vrouw, man en man, man en vrouw, of desnoods vijf vrouwen en een man of een vrouw en vijf mannen wat doen? Ofschoon het voorlaatste voor een man natuurlijk wel een uithoudingsproef is waarschijnlijk. Dat zijn dingen die je dan maar moet accepteren. Maar als er van een werkelijke genegenheid, dus van liefde sprake is, dan maakt dat al het andere goed.

Helaas zijn de voorstellingen die men heeft weleens een beetje verwrongen. Bijvoorbeeld: Oorspronkelijk is de man (macho, het woord zegt het al) de beschermer van de vrouw. Dat is begrijpelijk, de vrouw heeft nageslacht. De taken van de vrouw in de gemeenschap zijn anders. De man is de jager, de beschermer, de vrouw is degene die bepaalde dingen maakt, behalve wapens. Die maakt de man weer. Zij is het die zorgt voor groenvoer of later voor landbouw. Die beschermende houding werd dus oorspronkelijk alleen bepaald door het feit dat de man jager‑krijger was, terwijl de vrouw andere functies had. Het is een verdediging die je kunt vergelijken met wat bij een mierennest gebeurt. Wanneer iemand bij de ingang van het nest een werkster stoort komen er onmiddellijk krijgers naar buiten. Die verdediging hoort er eenvoudig bij.

Toen echter de bezitsrelatie tussen de geslachten is begonnen, oorspronkelijk waarschijnlijk met slaven, veranderde dat een beetje. De man ging de vrouw zien als een monopolie; zij werd zijn slavin, zijn dienares. Aangezien hij in veel gevallen door de vrouw werd geboeid en ‑ zeker ook in tijden dat het leven een beetje eigenaardig was ‑ vanuit het huidige standpunt de echte liefde bestond, was men toch wel vaak trouw. Maar voor de vrouw hoorde het erbij dat zij toch met anderen flirtte, terwijl het er voor de man bijhoorde dat hij dan woedend werd en iemand tot een duel of zoiets uitdaagde. Een beetje krankzinnig misschien.

Langzaam maar zeker komt er een maatschappij tot stand waarin men gaat praten over het huwelijk.

Het huwelijk is niets anders dan de normale verbinding tussen beide geslachten, maar nu notarieel geregistreerd. Hierdoor is de binding enerzijds aanvaardbaar voor de gemeenschap, anderzijds is het daardoor mogelijk bepaalde vermogenstoevoegingen tot stand te brengen, wat ook erg belangrijk is.

Naarmate er meer persoonlijk bezit ontstaat komt er grotere na-ijver en waar na-ijver is ontstaat hebzucht. Die hebzucht strekt zich verder uit tot personen. In de seksualiteit zegt men heel vaak: Ja, maar dat is mijn man, dat is mijn vrouw, met de nadruk op mijn. Je kunt echter een andere persoon niet bezitten. Als je iemand liefhebt, dan weet je dat. Dan ben je niet bezig die ander als het ware binnen je eigen kader te dwingen. Dan ben je alleen maar bezig die ander te beleven, om die ander gelukkig te maken. Het omgekeerde is dan meestal ook het geval, je krijgt antwoord.

Zolang het gaat om rechten komen er grote moeilijkheden. Men heeft in het verleden weleens gezegd (neem mij niet kwalijk dat ik het hier opmerk), dat de prostitutie vele huwelijken heeft gered. Dat is in zekere zin waar, want sociaal gezien is het huwelijk een noodzaak, het hoort erbij, anders tel je niet mee. Je moet kinderen hebben, anders tel je niet mee. Maar als ma na het vijfde of het zesde kind zei: “Ik heb geen zin in een elftal, ik ben nog geen manager”, dan moest pa toch wel wat anders opduiken. Als hij dat dan deed bij de dames die dat per uur pleegden te doen, was daardoor de mogelijkheid geschapen zonder al te veel geschillen, of vrouwen die elkaar lastigvallen of elkaars man willen nemen, samen te leven.

De mannen op hun beurt hebben ook vaak wel een dergelijke rol gespeeld. Heel veel mannen speelden een dergelijke rol in de verschillende kuuroorden aan de Riviera, in Italië heb je ze ook wel. Vakantieminnaars noemt men ze tegenwoordig. Mannen, die meestal tegen enige vergoeding ridderlijk zijn en bevrediging brengen en van wie je afscheid kunt nemen zonder je eraan gebonden te voelen. In begin 1900 was het inderdaad voor heel veel dames een schitterende oplossing.

De grote moeilijkheid bij dit onderwerp is altijd weer, dat men de mensheid probeert te verdelen in partijen. Hier heb je de mannen en daar heb je de vrouwen. Behalve als je een vrouw bent, dan zeg je: Hier heb je de vrouwen en daar heb je de mannen. Maar zijn we niet allemaal mensen wanneer we op aarde leven? Natuurlijk, er zijn tussen geslachten lichamelijke verschillen. Er zijn ook in het gelijke geslacht heel vaak bepaalde emotionele verschillen, die eventueel in de seksualiteit een rol kunnen spelen. Maar we zijn toch in de eerste plaats mensen. Als mensen elkaar kunnen aanvaarden, als ze goed kunnen zijn voor elkaar, als ze het geluk en het leed van een ander kunnen gaan beleven als iets wat henzelf betreft, dan spreken we over liefde. Dan gaat het er niet meer om of ze man of vrouw zijn, of ze getrouwd zijn of niet getrouwd, of ze wel of niet met elkaar naar bed gaan, dan gaat het er alleen nog maar om dat er een band is gekomen tussen persoonlijkheden, die daardoor elkaar enorm veel rijkdom geven omdat ze elkaars doen, delen in het beleven.

Natuurlijk, seksualiteit kan de andere kant uitgaan, heel andere kanten, Het is heel vaak zo dat men verslaafd raakt aan een bepaald soort bevrediging, die men dan meestal maar bij een enkele persoon vindt of denkt te kunnen vinden. In dergelijke gevallen ontstaat wat men noemt horigheid. Dan gaat het er niet meer om: “wat is de ander” of “vind ik hem aardig of niet, heb ik hem lief of haat ik hem of haar”. Dan gaat het er alleen maar om: “ik kan niet zonder”. Je zou het een soort seksuele heroïne kunnen noemen.

Kijk, dergelijke gevallen zijn betreurenswaardig. Hier heb je mensen die gewoon verslaafd zijn aan elkaar. Het woord slaaf zegt het al, je bent niet vrij, je kunt jezelf niet meer zijn. Je bent voortdurend gebonden aan hetgeen de ander wel of niet is, wel of niet doet. Hoe wil je daarmee leven?

Zeker, je kunt wel anders, maar je wilt het eigenlijk niet. Je zou een oplossing willen hebben, maar die zou zonder pijn en moeite moeten komen. Menig verslaafde zegt: Ik wou dat ik het kon laten, maar …. En dan komt het hele verhaal van: Ja, dan moet je zoveel doormaken en dat kan ik nog niet. Of ze zeggen: Ik kan het wel en ze beginnen er nog niet aan.

Dat zijn natuurlijk gevallen waarbij je zegt: de seksualiteit heeft wel heel eigenaardige kanten. Ze kan een volkomen vertekening van het karakter teweegbrengen. Ze kan de mens brengen tot gedragingen, die helemaal niet in overeenstemming zijn met de werkelijke kwaliteiten en aard van die mensen.

Als vanzelfsprekend kom je dan terecht bij de grote vraag: Is in de liefde seksualiteit noodzakelijk?

Het antwoord is: neen. De liefde staat los van seksualiteit. Maar als mensen elkaar liefhebben, innerlijk liefhebben, is het vanzelfsprekend dat ze elkaar elke genoegdoening, elke vreugde zullen gunnen, ook de lichamelijke. Daarom moet ik een heel scherpe scheidslijn blijven trekken tussen liefde en seksualiteit.

Ik ben een beetje tegen al die huwelijkszaken, die in zoveel eeuwen, vooral in het christelijke deel van de wereld, een grote rol hebben gespeeld. Ik ben tegen al die huwelijkszaken die vooral in het zuiden, in Azië, een grote rol spelen. Kinderen worden met elkaar verloofd terwijl ze allebei nog in de luiers liggen en dat moet dan later … 0, je kunt het nog wel met elkaar vinden, daar gaat het niet om. Want ten slotte komt het voortbrengingsaspect vanzelf wel. De bevrediging daarbij zal in meerdere of mindere mate ook wel een rol spelen en voor de rest, nou ja, daar kun je altijd nog wel een achterdeurtje voor vinden. Maar waarom mensen aan elkaar ketenen.

Geloof mij, een mens die vrij is en werkelijke genegenheid koestert voor een ander, die zorgt toch wel voor die ander. Maar iemand die meent rechten te bezitten of die zich als het recht van een ander moet beschouwen, komt onwillekeurig elke keer weer in verzet. Die zal elke keer weer dingen doen waardoor conflicten ontstaan. Waarvoor is dat nodig? In hoeveel huwelijken is men niet voortdurend bezig (of men probeert het) elkaar als het ware te veranderen?

Iemand heeft eens gezegd: Het huwelijk is een instelling waarin de vrouw de man die ze gekozen heeft omdat hij was die hij was, zo probeert te veranderen dat zij hem niet meer moet.

Men heeft ook weleens gezegd: De man huwt een illusie en als hij uit de droom wakker wordt is het voor hem meestal te laat, tenzij hij de benen neemt. Dat zijn die gevallen van een pakje shag halen en vijf jaar later terugkomen. Waarom moet dat allemaal zo nodig zo zijn en niet anders?

U leeft in een moderne tijd. Dat wil zeggen dat het nageslacht niet behoeft te komen tenzij u dat werkelijk wilt. Dit houdt ook in dat als er nageslacht komt u daar zelf aansprakelijk voor bent. Dat geldt ook voor de dames. Niet: Ja, maar hij is de vader van mijn kind. Nee, je hebt het zelf ook gewild, het hoefde niet.

Leer de verantwoordelijkheid aanvaarden voor jezelf en voor wat je uit jezelf voortbrengt. En waar liefde een rol speelt zul je de zorg graag geven. Dan zul je niet elkaar proberen te bestrijden zoals bij echtscheidingen gebeurt. De hemel beware je daarvoor. Hij wil de kinderen hebben, zij wil de kinderen hebben en ten slotte komen de kinderen bij een van beiden terecht, eventueel met of zonder bezoekrecht. En dan komt daar allerlei gezeur over. Hij probeert het ogenblik dat hij met de kinderen is zodanig prettig en vol te maken, dat hij misschien de rest van de week geeneens geld over heeft voor een sigaretje of voor een biertje. En zij wordt geconfronteerd met kinderen die zeggen: Waarom kan jij het niet? Papa kan het wel.

Als ze allebei van de kinderen zouden houden, zouden ze zeggen: Er moet een weg zijn waardoor we met z’n tweeën voor de kinderen kunnen zorgen, want ze hebben ons allebei nodig. Wat we verder doen als volwassenen is onze zaak.

Als ik op de wereld ga kijken dan hoor ik ook buitengewoon veel over al die groepen die tegenwoordig vooral gekend willen worden. “Wij zijn homoseksuelen (of lesbisch of nog wat anders) en dat moet de hele wereld weten.”

Het is een dwaas die zijn slaapkamer op zijn voorhoofd tekent. Natuurlijk, je hebt het recht te zijn wat je wilt, want je bent een mens. Zolang je anderen geen schade en geen leed berokkent, heb je het recht te zijn wat je wilt. Maar begrijp dan wel dat je niet het recht hebt anderen in hun gevoel van waarde en eigenwaarde zonder meer aan te tasten. De aanvaarding moet wederkerige zijn. Het gaat er niet om wat je bent, het gaat erom dat je mens bent. Ik denk dat als mensen meer zo zouden gaan denken, de seksualiteit meer op de achtergrond zou komen.

Seksualiteit is een levensproces. Iedereen weet het en iedereen heeft daar op bepaalde tijden behoefte aan. Maar het gaat erom eerst mens te zijn, eerst lief te hebben en het gaat er niet alleen om je te bevredigen. Het gaat erom je eigen waarde en waardigheid in het leven te kunnen inbrengen als een waarde ook voor anderen. Dat zijn de dingen die van belang zijn. Het gaat erom anderen te helpen uit hun eigen benepenheden los te komen. Maar het betekent niet dat je iemand met een voorhamer op de kop moet slaan om hem van je gelijk te overtuigen. En dat gebeurt maar al te vaak.

We hebben niets aan al die vrome predicaties van “zo is het en zo staat het in de bijbel”, want de feiten zijn de feiten. Laten we mens zijn. “Heb uw naasten lief gelijk uzelf.” Dat is de eerste wet. Als je dat kunt doen, zal je ontdekken dat al die andere problemen zo groot niet zijn. Je zult ontdekken dat seksualiteit en zogenaamde seksuele afwijkingen in feite nevenverschijnselen zijn van een menselijke samenleving en het product van opvoeding, cultuur, ervaring. Maar je zult ook ontdekken, dat het mens‑zijn in zichzelf een voortdurende betrokkenheid bij mensen betekent. Dat werkelijk mens-zijn pas waar kan worden als je leert anderen te achten, te eren, lief te hebben, met hen te delen wat je bent. Niet alleen maar wat uiterlijk of bezit betreft, maar ook datgene wat je innerlijk bent.

Ik kan er een heel lang betoog van maken en ik zou nog een heel stel anekdoten kunnen spuien, die zich volgens de gangbare opvattingen op verschillende hellingen bevinden. Ik geloof niet dat dat nodig is. U weet verduveld goed dat u in uw leven te enigerlei tijd met uw eigen seksualiteit moeilijkheden heeft, of hebt gehad. U weet heel goed dat ieder op zijn manier voortdurend naar oplossingen zoekt. Maar ook ‑ en kijk naar uw eigen ervaring, want die is op het ogenblik bij alle mensen bijna hetzelfde ‑ dat je heel vaak alleen van jezelf uitgaat en daardoor de anderen niet kunt begrijpen, anderen als het ware afstoot op ogenblikken dat je ze nodig hebt.

Kijk naar uw eigen leven. Kent u werkelijke liefde? Heeft u werkelijk iets, iemand zozeer lief dat het een deel is van uw leven? Dat het een deel is geworden van uw denken, van uw voelen? Als u dat heeft, bent u rijk. Niet omdat liefde altijd vreugde is, maar omdat liefde bewustwording betekent, uitbreiding van uw bestaan, groter besef van uw wereld, en begrip voor de mogelijkheden daarvan.

Al het andere gaat voorbij. Wat gisteren gangbaar was is vandaag schande. Of denkt u inderdaad dat degenen die op de Agora viooltjes gingen plukken inderdaad alleen naar een bloemenstalletje gingen? Of denkt u dat schildknapen met ridders meegingen, betrekkelijk jonge knapen, alleen maar om de wapenrusting te poetsen? Er zijn zoveel van die gekke dingen geweest en de tijd bepaalt wat wel en wat niet mag. Maak u over uw seksualiteit maar niet te veel zorgen. Probeer alleen maar een ander niet aan te tasten in zijn gevoel van zekerheid en leef verder uw eigen leven, maar leef het niet zonder lief te hebben, zonder iets in de wereld werkelijk lief te hebben, werkelijk in je op te nemen, zodat het altijd bij je is. Als je dat kunt dan heb je het probleem opgelost. Tenminste, zo denk ik er van mijn kant over. U zult er ongetwijfeld anders over denken.

Ik kan mij voorstellen dat er heel wat verschillende opmerkingen zullen loskomen. U behoeft wat mij betreft geen blad voor de mond te nemen. Maar aan de andere kant hoop ik ook dat u geen bord voor de kop heeft. Na de pauze zullen we al die dingen behandelen.

VRAGEN.

  • Komt in het dierenrijk homoseksualiteit ook voor in gewone omstandigheden (dus niet bij gebrek aan beter)? Kan het in het dierenrijk ook erfelijk zijn?

Homoseksualiteit komt in het dierenrijk bij bepaalde rassen, dus niet bij alle, nogal eens voor. Dan is het heus niet alleen bij gebrek aan beter, ofschoon gebrek aan beter het wel intenser maakt. Konijnen zijn er een aardig voorbeeld van. Je kunt datzelfde ook nog wel zien bij paarden, waar lesbische liefde nog weleens voorkomt. Ik zou zeggen: Erfelijk is dit niet, tenzij u als erfelijk wilt beschouwen dat bijna elk levend wezen behorend tot de warmbloedige vertebraten ergens biseksueel is. Dit ligt wel in het geslacht, het is een soort erfelijkheid. Al het andere, zou ik zeggen, is eigenlijk niets bijzonders. Je kunt niet zeggen: dat wordt in bepaalde stammen bijzonder vererfd.

  • Komt homoseksualiteit ook voor bij mensen die voor het eerst als mens op aarde zijn? Tegenstanders van de homoseksualiteit werpen op dat God toch niet voor niets de seksen heeft geschapen. Graag uw commentaar.

Er zijn twee commentaren nodig. In de eerste plaats, homoseksualiteit kan voortkomen uit een andere hormoonbalans dan de voor het geslacht gebruikelijke. Als zodanig is het een geboorteafwijking, die kan voorkomen bij iemand die vijftig of honderd keer is geïncarneerd, zo goed als bij iemand die voor de eerste keer mens wordt.

Tweede commentaar. Ik dacht dat het argument ‘God heeft de seksen daartoe geschapen’ betrekking heeft op de voortplanting daarvan, de gratificatie van eigen lusten is iets wat de mens daarbij op de koop toe heeft genomen en die hij steeds belangrijker is gaan vinden. De manier waarop hij dat vindt? Ja, God heeft ook die mogelijkheid geschapen, dus als het eerste argument geldt, geldt ook het tweede en kan niemand bezwaar maken.

  • Is de essentie van seksualiteit het spelelement, het spannen en ontspannen, of louter het bestaan van de geslachtsorganen?

Bij seksualiteit kan alleen het bestaan der geslachtsorganen al direct de aanleiding zijn tot het contact, met al wat daarbij eventueel een rol speelt. Maar ik geef toe dat in meer beschaafde culturen het spelelement een steeds belangrijker rol is gaan innemen en dat ‑ ik denk in een groot gedeelte van de huidige wereld ‑ seksualiteit niet denkbaar is zonder een bijbehorend spel; een soort proloog, een voorspel, een hoofdakte en een epiloog.

  • In welke zin nam seksualiteit in de breedste zin bij de vroegste mensen een meer centrale plaats in? Was ze en is ze nog de kernwaarde, het hoofdmotief, van de menselijke psychologie?

Oorspronkelijk, dat moet u goed begrijpen, was seksualiteit en de seksdaad een impuls, een instincthandeling. Dat was zeker bij de vroegste mensen het geval en is pas na de Neanderthaler enigszins veranderd. Je zou kunnen zeggen dat deze instinctwaarden wel degelijk in het hele mensenras, onverschillig welke soort, een rol spelen. Maar we moeten ook begrijpen dat seksualiteit alleen daar erg belangrijk wordt waar alle andere afleidingen afwezig zijn. Ik mag u eraan herinneren dat in New York, toen gedurende enkele avonden het licht uitviel, negen maanden daarna een geboortegolf werd geregistreerd. Dit bewijst dat seks en seksualiteit ook weleens belangrijk worden bij gebrek aan beter, of moet ik zeggen: bij gebrek aan iets anders. Ik weet namelijk niet of je de t.v. als beter kunt beschouwen. Daaruit zou ik de conclusie willen trekken dat een overdreven duiden van alle innerlijke drijfveren van de mens op grond van seksualiteit onjuist is, maar dat alle beelden en symbolen (droomsymbolen bijvoorbeeld en reacties onder hypnose) gezien moeten worden als de uiting van een persoonlijkheidspatroon en dat daarbij rekening doet worden gehouden met de gehele mens, diens milieu, diens voorgeschiedenis, diens bezigheid en zelfs diens wensleven. Pas dan kom je tot een reële interpretatie. Dan vallen vele oorspronkelijk als zuiver seksueel geduide zaken in geheel andere categorieën.

  • Hoe denkt u over het huidige verschijnsel van de Bommoeders (B.O.M. wil zeggen bewust ongehuwde moeder.) Is het voor het kind niet nadelig?

Och, ik geloof het niet. Wat het verschijnsel aangaat kan het mij natuurlijk niets bommen, maar wat het kind betreft wel. Ik zou zeggen: Een vrouw die een kind wil hebben, vervult daarmee een deel van haar vrouw‑zijn. Bij heel veel vrouwen, niet bij allen, maar bij vele vrouwen is het voortbrengen van nageslacht wel degelijk een van de belangrijke levensfuncties en een emotioneel bijna noodzakelijk iets geworden. Als we ons dat realiseren en ons dan gelijktijdig ook realiseren dat zo’n bom‑moeder denkt: Zo’n lastige vent met alle verplichtingen daaraan erbij nemen, ik zoek liever een bomvrij onderkomen ‑ dan moet ik zeggen: ik geef ze eigenlijk gelijk. Zeker omdat in de huidige maatschappij de bescherming van de vader niet noodzakelijk is. Wel is het samengaan van vader en moeder, dus een ouderpaar waar twee factoren aanwezig zijn, belangrijk voor het kind, omdat daarbij bepaalde aantrekkingskrachten, bepaalde verschuivingen, mutaties, gevoelens, een rol kunnen spelen. Maar het is niet zondermeer noodzakelijk, en zeker niet wanneer het kind van jongs af met één ouder te maken heeft gehad.

  • Waarom trouwden mensen vroeger en waarom tegenwoordig? Wanneer spelen gevoelsfactoren een belangrijke of eventueel doorslaggevende rol?

Zolang als het huwelijk heeft bestaan hebben daar gevoelsfactoren een rol in gespeeld. Als u gaat kijken in die heel oude tijd, Ur, Ninive, Babylon of wat u maar wilt, zien we dat er ook huwelijken zuiver uit wat men liefde noemt tot stand komen. Mensen die onweerstaanbaar tot elkaar worden aangetrokken en die dat bezegelen met een officiële verbintenis. Maar ze zijn tot laat in de 18e eeuw ver in de minderheid.

Huwelijken waren een middel om bezittingen te verenigen in het nageslacht. Daartoe werd het huwelijk voornamelijk gesloten. In Rome bijvoorbeeld zien we dat huwelijken worden gesloten omdat men daarmee een bepaalde invloed of bezitsverhouding tot stand wilde brengen of corrigeren. Als we kijken in Italië: huwelijken zijn over het algemeen of van politieke aard, bijvoorbeeld verzoening, terwijl in andere gevallen een bepaalde afhankelijkheid erdoor werd bezegeld. Daarom had Salomo zoveel vrouwen. U moet niet denken dat hij een krachtpatser was, maar hij was doodgewoon een man die, wanneer een volk weer schatplichtig werd, van het gebruik profiteerde een dochter van de regeerder van dat volk te huwen en vervolgens in zijn harem onder te brengen. Ook dat zien wij heel veel. In Egypte is het bijvoorbeeld ook zo geweest. In zekere zin is dat bij vorstenhuwelijken tot 1860 à 1870 in Duitsland het geval geweest. Daar huwden adellijke of koninklijke families met elkaar, niet omdat de mensen elkaar liefhadden, maar doodgewoon, omdat daardoor een relatie, tussen twee kleine staatjes bijvoorbeeld, tot stand kwam. Er werd een verbond gesloten.

Het is dus duidelijk dat het huwen uit liefde wel altijd heeft plaatsgevonden, maar dat het eerst bij het wegvallen van de bovenklasse als heersende macht zonder meer, langzaam maar zeker onder alle standen meer en meer toeneemt. Vroeger was het zo: de armen trouwden alleen over de puthaak, de rijken trouwden alleen om het contract. Tegenwoordig is het zo dat aantrekkingskracht en genegenheid bijna overal een grote rol spelen.

We kunnen daarbij verder opmerken, dat na de Eerste Wereldoorlog de vrouwenemancipatie ook een grote rol vervulde in de relatie tussen de geslachten en dat daardoor ongetwijfeld ook de vrouw veel meer een actieve partner werd in het keuzeproces.

  • Heeft de seksuele revolutie zoals we die vanaf 1968 kennen, wel zoveel veranderd vergeleken bij de beheersingsmoraal voordien, de kerkelijke geboden en dergelijke?

Ze heeft in de praktijk heel weinig veranderd, maar ze heeft in ieder geval de leuzen iets dichter bij de werkelijkheid gebracht.

  • Feministische schrijfsters zoals Anja Meulenbelt klagen dat sedertdien geen bevrijding heeft plaatsgevonden doch eerder een andere vorm van slavernij. Dat de vrouwen nu geacht worden in alles even gemakkelijk te zijn op straffe van veroordeling.

Dat lijkt mij inderdaad juist, maar we moeten daarbij niet vergeten dat indien de vrouw zich opstelt als gelijkberechtigd ten opzichte van de man, dit betekent dat ze ook dezelfde verplichtingen heeft als de man. Als beide partners dit beseffen in een huwelijk waar liefde en niet alleen maar een wederkerige lust tot bevrediging een rol speelt, geloof ik niet dat je al die problemen zult hebben. Maar ik kan mij wel voorstellen dat de vrouwen aan de ene kant gelijk willen zijn aan de man, als het kan een klein beetje meer, en aan de andere kant de oude rechten willen handhaven die het vrouwelijk geslacht toch vele eeuwen heeft bezeten. Maar je kunt niet de koek hebben en haar opeten tegelijk. Dat is een van de punten waar ook een dergelijke schrijfster toch eens over moet nadenken.

  • Zal in het Aquariustijdperk met zijn grotere openheid het prostitutieverschijnsel juist toenemen of afnemen en zelfs verdwijnen?

Hoe moet ik dat nu formuleren? Laat me het zo zeggen. Wie is bereid voor iets te betalen als hij het overal kan krijgen? In de periode van Aquarius zal men zich zozeer richten op de verwantschap en ‑ als die verwantschap wordt ervaren ‑ daar automatisch ook allerlei lichamelijke consequenties aan willen verbinden, dat er gewoon geen plaats meer is, voor mensen die zeggen: Ik wil het wel doen maar dan moet ik er geld voor hebben. Dat betekent dus minder inkomen voor deze stand waardoor ze langzaam verdwijnt. Aan de andere kant minder doorgelegen ruggen, dus dat is ook een voordeel.

  • Waardoor ontstaat de tweeledigheid van enerzijds het maatschappelijk‑ verwerpen van het prostitutieverschijnsel en anderzijds het gebruik maken ervan?

Dat is betrekkelijk eenvoudig. Kijk, een publieke moraal heeft niet alleen maar ten doel het zedelijk leven van een mens te bepalen. Ze heeft ten doel bepaalde verhoudingen in de maatschappij te stabiliseren en een voorspelbaarheid van althans officiële en openbare gedragingen tot stand te brengen, zodat de gemeenschap een berekenbaar geheel wordt. Wanneer je dan de instinctkwestie daarin zou willen betrekken ontstaat een onbetrouwbaarheid. Je komt dus tot een openbaar verwerpen en gelijktijdig tot een stilzwijgend dulden van afwijkingen van deze verwerping. Heb ik het netjes gezegd?

  • Wat is in het algemeen de psychologie van de prostituee, wat van de souteneur? Is dit beroep inderdaad het oudste beroep op de wereld?

Ja, ik ben zo oud nog niet. Zelfs als ik terugga tot mijn vroegst bewuste incarnatie heeft dat beroep bestaan, alleen heette het toen niet prostituee maar tempelmaagd. Waarbij het woord dus tussen aanhalingstekens moet worden gezet.

Ik zou zeggen dat de mentaliteit heel vaak een kwestie is van erkenning en aan de andere kant ook een zeker gemakkelijk inkomen en gelijktijdig heel vaak een gevoel van mensen iets geven. De psychologie is over het algemeen een “Wat kan het mij schelen, ik doe wat ik wil, maar ik doe het dan wel zo prettig mogelijk en zo goed mogelijk.” Dat is de prostituee.

De souteneur is iemand die belangstelling kan hebben voor een of meer vrouwen, maar wiens belangstelling toch voornamelijk uitgaat naar zijn macho‑imago, zijn man‑zijn, zijn verdediger‑zijn en die dit als het ware verkoopt. Hij prostitueert als het ware zijn man‑zijn en zijn mannelijke kracht om daaruit via de prostituee inkomsten te verwerven. Zijn gevoel kan er een zijn van ridderlijkheid, over het algemeen een mate van hartelijkheid, naar anderzijds altijd van macho-optreden en de neiging eigen inzichten en wensen zo nodig met geweld kracht bij te zetten.

  • Waarom en sinds wanneer wordt seks door de christelijke kerken als zondig beschouwd? Is dit bij andere godsdiensten ook zo?

Ja, wanneer is dat nu begonnen? Ik vermoed dat het begonnen is kort na Paulus’ belevingen in Antiochië. Voor die tijd werd liefde gewoon gezien als iets normaal, zoiets als broeders en zusters onder elkaar. Toen hij had gezien wat er in Antiochië allemaal mogelijk was dacht hij: “Dat kunnen broeders en zusters niet onder elkaar doen, dat moet bloedschande worden.” Daar is feitelijk dat verzet begonnen en heel waarschijnlijk, omdat Paulus zelf een bijzonder sterke seksuele drang had maar die voortdurend converteerde in een gedrag naar buiten toe. Ik zou haast zeggen in een gelovig exhibitionisme, dat was kentekenend voor hem. Daaruit vloeit al het andere voort. Uit die tijd stamt ook de beruchte uitspraak: Het is beter niet te huwen, maar het is beter wel te huwen dan te branden. Ik vermoed dat het daar is begonnen.

Ik wil erop wijzen dat de afwijzing van seksualiteit in het christendom bijna uniek is. Gaan we kijken bij primitieve volken in Afrika dan is bijvoorbeeld seksuele vrijheid voor het huwelijk heel normaal. Pas wanneer het huwelijk wordt gesloten, is er een overeenkomst en moet men zeker zijn dat het nageslacht uit beide ouders en niet slechts uit één van hen voortkomt. Een soortgelijk gebruik bestaat onder meer op de Fidji’s, de Hawaï‑eilanden enzovoort. Daar bestaat ook een absolute vrijheid totdat het huwelijk wordt gesloten en daarna ook weer deze gebondenheid (of verbondenheid) bestaat.

Als we kijken naar India zien we dat daar wel bij bepaalde kasten op den duur de huwelijkstrouw heel belangrijk is geworden, maar dat in den beginne de kwestie anders lag, namelijk: de vrouw is de heerseres van het huis, de man is degene die het huis onderhoudt en gediend wordt door de vrouw. Als hij daar meer vrouwen voor wil gebruiken is dat voor iedereen prettig.

In China precies hetzelfde. Veelwijverij was heel gebruikelijk. Je had daar de eerste dame, de tweede dame, de derde dame, soms nog een paar liefjes die niet in de koets waren gekomen en dus niet als gehuwd werden beschouwd.

Als we overal op de wereld proberen na te gaan hoe het in elkaar zit moeten we tot de conclusie komen, dat de westelijke christelijke moraal in zeer grote delen van de wereld, ongeacht afwijkingen van denken en geloof, maatschappelijk grote invloed heeft gehad.

  • Heeft Christus ook de Samaritaanse vrouw veroordeeld?

Nee, Jezus deed dat niet, maar zijn leerlingen vonden het eigenlijk verkeerd dat hij het niet deed. Maar dat kwam waarschijnlijk omdat de Samaritanen in de ogen van de tempelgetrouwe joden toch maar grove ketters waren. Bovendien was de vrouw vele malen gehuwd geweest. Jezus heeft de Samaritaanse niet veroordeeld. Hij heeft ook Magdalena niet veroordeeld en ook niet de overspelige vrouw. Hij heeft gewoon zijn conclusies getrokken. Tot de overspelige vrouw zegt hij ook verder niets. Hij schrijft in het zand en zegt dan: Wie van u zonder zonden is werpe de eerste steen. Er wordt geen steen gegooid en hij zegt tegen de vrouw: “Vrouw, ga heen en zondig niet meer.” Met andere woorden: zorg dat je niet weer in zo’n situatie komt. Ik zou zeggen dat dat geen veroordeling is.

  • Zijn er uitspraken van Jezus bekend die de fundamentele gelijkwaardigheid tussen man en vrouw aangeven?

Nee, zover ik weet zijn die er niet. Er zijn er ook geen die de absolute meerwaardigheid van de man of de onderdanigheid van de vrouw zondermeer eisen en aanduiden. Het eigenaardige is dat Jezus denkt in de termen van mensen en niet van man en vrouw.

  • In welke apocriefe boeken wordt verhaald van Jezus contacten met vrouwen, Magdalena en dergelijke? Wie heeft dit alles weggemoffeld en waarom?

Met hetzelfde recht zou je kunnen vragen: Waarom zijn bepaalde gebeurtenissen in de oorlog in de studies van de heer De Jong zo weinig uitvoerig belicht? Er zijn zo weinig namen genoemd. Dat is precies hetzelfde. Evangeliën waren geen geloofsbases, ze waren in feite propagandageschriften. Dat wordt weleens over het hoofd gezien. Overigens, aanduidingen vindt u in het evangelie van Thomas, het zogenaamde evangelie van Bartholomeus en van Judas. Er bestaat vreemd genoeg ook een evangelie van Judas, het was een andere Judas, maar waarschijnlijk is hij ook gejudast met zijn naam. In al deze evangeliën wordt aangegeven dat Jezus relaties heeft gehad met vrouwen. In het evangelie van Judas wordt, bovendien aangeduid dat er een relatie zou zijn geweest met Johannes. Maar of dat nu waar is geweest of niet, doet weinig ter zake. Het gaat er om wat Jezus is geweest en wat hij geleerd heeft,

Waarom de kerken dergelijke dingen wegmoffelen is heel eenvoudig. Als het allemaal publiek is en iedereen erover kan praten, kan de kerk nog wel zeggen: “Zo moet het”, maar dan zegt men: “Waarom? Want die heeft het zo gezegd. Er staat nergens in de evangeliën die jullie erkennen dat het anders is.” Met andere woorden, evangeliën en zelfs de redactie van vertalingen zijn heel begrijpelijk als we beseffen dat de kerk zelfs in haar vroegste periode al een machtslichaam probeerde te worden en dankzij Constantijn inderdaad is geworden.

  • Is de iets vrijere houding van de Rooms-katholieke kerk ten aanzien van huwelijk en seksualiteit, in 1963 door monseigneur Beckers uitgesproken, zoals voortplanting niet meer verplicht, geboorteregeling en ook voorbehoedsmiddelen toegestaan (en 11 jaar eerder door de Hervormde Synode) een product van geestelijke souplesse of omdat de kerk wel moest?

Als de kerk wel moest zou de hele kerk het gedaan hebben. Maar zoals u weet heeft de kerk deze uitspraken van monseigneur Beckers later gedesavoueerd. Met andere woorden, ze hebben gezegd: “Ja, hij heeft het wel gezegd maar hij heeft het anders bedoeld.” Want zo doe je dat in de kerk.

Ik geloof dat u heel goed moet begrijpen dat de kerk van Rome tegenover seksualiteit heel erg vriendelijk staat. Want als er kinderen komen, komen er nieuwe zieltjes. En zieltjes winnen voor God is ook zieltjes en macht winnen voor de kerk, dus daar hebben ze niets op tegen. Maar het moet wel gelegaliseerd zijn en niet alleen voor de wet maar ook voor de kerk. Dus als u Katholiek bent en u trouwt alleen voor de burgerlijke stand bent u kerkelijk gezien overspelig. Je moet er maar opkomen.

Dus de kerk probeert haar macht te behouden, in het verleden al, en past zich alleen daaraan waar blijkt dat haar voorschriften niet zonder meer te handhaven zijn.

  • Bestaat er ergens een groepering die het vermogen om uit twee microscopisch kleine cellen een nieuwe mens te scheppen, beleeft als een geschenk van de Schepper zelf? Getuigen ze daar ook van in woorden die drager zijn van heilige eerbied, bewondering en dank? Het christendom kent voor dit gebied alleen maar kille medische termen of schuttingwoorden. Daartussen ligt niets. Graag uw commentaar.

Er zijn inderdaad verschillende richtingen, ook christelijke ‑ althans op de bijbel gebaseerde groeperingen – waarin dit wonder, dat ben ik volkomen met u eens, beleefd wordt. Ik wil daaraan toevoegen dat hetgeen u zegt over het christendom zeer juist is, maar dat de beleving als een wonder voornamelijk daar voorkomt waar de mens heel eenvoudig is. Misschien mag ik het zo zeggen: voor een intellectueel is het gemakkelijker veel te begrijpen, maar moeilijker iets te geloven. Dat wil zeggen dat naarmate de gemiddelde kennis van de mensen stijgt het geloof naar beneden gaat. Maar daardoor gaat men dergelijke leringen ook niet meer zien als een direct goddelijk wonder, maar gaat men het eerder beleven als een natuurlijk proces, waarbij door celbinding enzovoort stadia doorlopen worden en aangeduid met wat u waarschijnlijk kille medische termen noemt.

Het wonder is overigens niet dat een eicel die doorboord wordt door een juiste celkern hebbende spermatozoïde, uiteenvalt via het framboosje er zich verder ontplooit tot een nieuwe mens. Dat is namelijk het proces dat overal voorkomt en in verschillende vormen. Het wonder is dat die mens bezield is, dat die bezielde mens direct als kind al achtergronden bezit en dat kinderen van 2, 3, 4 jaar fantasieën hebben, die veel verder gaan dan de kennis die zij uit hun omgeving opgenomen zouden kunnen hebben waarschijnlijk maakt. Dat is het grote wonder. Het wonder is: de mens in zijn bewustzijn en niet in zijn lichamelijke wording.

  • Ik wilde de vraag stellen niet op het wonder, maar op het scheppend vermogen dat we van de Schepper te leen hebben.

Je kunt niets scheppen wat in principe niet bestaat. Het verschil met het scheppen van God is, dat Gods vermogen tot scheppen onbeperkt is (behalve misschien door zijn persoonlijkheid, maar dat weten we niet), terwijl de mens in zijn scheppend vermogen alleen bestaande mogelijkheden kan concretiseren en realiseren.

  • Welke rol spelen de chakra’s bij liefde, erotiek respectievelijk seksualiteit, en in hoeverre speelt het evenwicht tussen gevoel en verstand in het limbisch systeem hierbij een rol? (Limbisch systeem: in de hersenen gelegen om de hersenstam heen. Functioneert voor emotioneel‑motorisch gedragspatroon).

Hoeveel tijd heeft u? Ik zal het maar kort houden. Bij seksualiteit is het laagste of stuitchakra het meest betrokken. Verder kunnen daarbij de laagste drie chakra’s mede in werking treden. Voor menselijke contacten is het 16‑bladige chakra het meest bepalend. Als we spreken over liefde zal daarbij altijd een functioneren van de hogere chakra’s ‑ ten minste het borstchakra, heel waarschijnlijk ook keelkop‑ en voorhoofdchakra – een rol spelen, ook als ze niet volledig ontplooid zijn.

Een werkelijk volledige beleving van liefde zal impliceren, dat het 64‑bladig chakra volledig actief is, of tenminste voor 2/3 actief is. En kosmische liefde in zijn volledigheid beleven kan eerst wanneer het top‑ of kruinchakra, ook wel de 144‑bladige lotus genoemd, geheel geopend is.

U wilde nog weten van het Slangenvuur. Dat is doodgewoon een zenuwreactie, die mede aanleiding is tot het ontstaan van stuwingen van plasmische aard. Het is zoiets als protoplasma dat tijdelijk tot ectoplasma wordt. Zo zou je het kunnen zeggen. Dat beweegt zich dan inderdaad langs de zenuwstrengen van de ruggegraat, waarbij meestal een wisselend patroon wordt aangehouden. In de liefde komt men over het algemeen niet veel verder dan ongeveer de schouderbladen. Zou de atlas worden bereikt, dan krijg je wat men noemt de volledige extatische liefdesbeleving met een halve flauwte erachteraan. Wordt het topchakra mede volledig bereikt dan krijgen we zelfs het gevaar van hartverlamming, van absolute uitputting en psychische beschadigingen.

  • Kosmische liefde en seksualiteit samen.

Ik begrijp de zin van de vraag niet goed. Wat u nu vraagt is: Kan patat samengaan met een regenjas. Dat zijn twee verschillende dingen.

Kosmische liefde is een alomvattende beleving. De seksuele uiting is een instinct‑uiting die door de kosmische liefde te juister tijd, te juister plaats tegenover de juiste persoon tot uiting zal komen, maar desalniettemin eigen is aan het voertuig en vaak noodzakelijk is daarvoor om eenvoudig de spanning van de kosmische liefde te kunnen verwerken.

  • Is een evenredig seksueel leven en stoffelijke veiligheid noodzakelijk voor het ontplooien van de twee laagste chakra’s? Is dit alles nodig om verlichting te kunnen bereiken of kan dit ook buiten de seksualiteit om?

Het laagste chakra moet altijd ontwikkeld zijn, omdat het de levenskracht en de opname van levenskracht uit de omgeving beheerst. De laagste chakra’s zijn dus gewoonlijk bij een mens (dan moeten we denken aan de puberteit ongeveer) redelijk ontwikkeld. De wat hogere chakra’s hebben over het algemeen tot maximaal 12 bladen open.

Of seksualiteit noodzakelijk is? Ja. Geborgenheid is niet noodzakelijk. Bewustwording ontstaat door beleving. Beleving krijg je maar zelden uit geborgenheid. Bij de beleving ligt ongetwijfeld ook het seksuele aspect in de reeks ervaringen die je nodigt hebt om tot een zuiverder beeld van jezelf en van je wereld te komen. Dat is bewustwording.

  • Is seksualiteit een scheppende kracht gekoppeld aan het tweede chakra en zijn andere vormen van creativiteit hiervan afgeleid?

Dat is ook weer zo’n vraag waar het gif in de staart zit. Seksualiteit is een stuwkracht, zeker bij de primitievere mens vaak bepalend, niet alleen voor zijn belevingen, maar ook voor zijn prestatiedrang. Als zodanig kun je zeggen dat een mate van seksualiteit noodzakelijk is ook om wat men noemt kunst te presteren. Heel vaak zullen wij zien dat bij diegenen die tot de top komen, lange perioden van seksuele onthouding een rol spelen, waarbij de creativiteit in het geheel van zijn stuwing op het werk wordt gericht en dat daarna een ontlading plaatsvindt waarin de seksualiteit een periode lang domineert.

  • Wat gebeurt er in het tweede chakra tijdens het seksuele samenzijn?

Niks, in het chakra gebeurt niks. Er gebeurt wel iets maar het heeft met het chakra weinig te maken. Je zou het misschien het eenvoudigst zo kunnen zeggen: in het chakra speelt verder niets een rol, maar er is bij dit contact over het algemeen een sterkere concentratie op de ander (sommigen zijn op zichzelf geconcentreerd, maar dan werkt het niet), waardoor de vermenging van aura’s een bijzondere wederkerige gevoeligheid tot stand kan brengen, die dan telepathisch of schijnbaar intuïtief gedachten overbrengt.

We kunnen dat zien wanneer mensen langere tijd in contact zijn geweest met elkaar, waarbij seksualiteit een grote rol heeft gespeeld. Ze zijn dan in staat elkaar als het ware aan te voelen, zelfs op grote afstand.

  • Kunt u ons wat meer vertellen over de verschillende intensiteiten in de lage liefdegevoelens?

De lage liefdegevoelens zou ik dan als een aparte laag willen zien, dan krijgen we verder een verantwoordelijkheidsgevoel. Dat is nog geen liefde, maar het wordt er wel vaak voor versleten. Daarboven krijgen we een verwantschapsgevoel, dat dus meer is dan verplichting of verbondenheid alleen. Dat gaat een beetje de goede kant uit. Daarboven krijgen we een liefdesgevoel waarbij men niet meer zozeer aan zichzelf denkt, maar aan zichzelf en aan de ander als een waarde. Daarboven krijgen we dan pas een werkelijk liefdegevoel waarbij men eigenlijk de andere persoonlijkheid absorbeert en gelijktijdig zichzelf ziet leven in de andere persoon.

Daarboven gaan we de richting van de kosmos uit, maar als u het voorlopig zover brengt dan bent u al een heel eind op weg.

  • Citaat: “Bij seksualiteit speelt het voorstellingsvermogen een rol. Dit kan een vorm van denken zijn. Liefde is niet van denken, zij is niet van tijd, het is een gestadige stroom die altijd is.” Wat vindt u van deze uitspraak van Krishnamurti?

Ik kan niet anders zegen dan dat het perfect is geformuleerd. Het is ook heel begrijpelijk. Want uitingen zijn dingen die leven als voorstellingsvermogen. Een groot gedeelte van wat de mens werkelijkheid noemt, wordt niet bepaald door wat er is, maar door wat hij denkt dat er is. Dat is ook in de liefde zo. Maar als je tot de werkelijke liefde komt dan is dat een beleving. Daar denk je niet over na, het is eenvoudig zo. Het speelt. Je weet niet eens waarom, je weet zelfs niet eens hoe, het is er eenvoudig. Daarom vind ik deze formulering uitstekend. Ik kan niet anders zeggen.

  • Kunt u verschillende niveaus van liefde vertalen in aura-kleuren?

Dat is erg moeilijk te doen, want dan zou ik eerst het hele aura‑systeem moeten gaan uitleggen. Dat zou veel te ver voeren. Over het algemeen kunt u dit zeggen: Indien een seksuele daad zelfzuchtig is, dus in feite een zelfbevrediging door middel van een andere persoon plaatsvindt, heeft het over het algemeen te maken met vuilrood, bruinachtige vlekken en uitstralingen. Naarmate de eenheid meer volledig is en men als het ware tijdelijk een twee‑eenheid vormt, zien we dat oplopen tot helderrode kleuren. Daar waar ook een geestelijke eenheid ontstaat, krijgen we een overheersende gouden gloed, waarin echter wel vlammen van bijna oranjerood plegen te schieten.

  • Welke godsdienstige verering de meeste prostituees voortbrengt ‑ dat zijn de gereformeerden ‑ is daar nou iets over te zeggen?

Ha, het antwoord op zich is niet geheel juist, maar wel dat zeer veel geprostitueerden, gevraagd naar hun afkomst, het sprookje vertellen van de strenge papa die dominee was. Dit is echter iets anders dan de feiten. Ik wil verder opmerken dat prostituees heel vaak voortkomen uit gezinnen waarin de vader streng dominant is opgetreden en daardoor enerzijds het punt van liefde en bewondering voor zijn kinderen is geweest en anderzijds een toch vreemd sujet. Waar die tweeledigheid optreedt of waar absoluut geen genegenheid aanwezig is van moeders‑ noch van vaderszijde, zien we over het algemeen de neiging tot prostitutie toenemen. Zo, dan heb ik in ieder geval in Noord‑Holland of Den Haag de gereformeerden een goede dienst bewezen, hoop ik, door duidelijk te maken dat je prostituees niet maakt door traag psalmen te zingen. Einde van de vraagstelling.

SLUITING.

We zijn bezig geweest over liefde en seksualiteit en we hebben geprobeerd alles een beetje redelijk te benaderen. Het is duidelijk dat de mens dat niet doet. De mens kan het niet doen. Daarom zou ik aan het einde willen zeggen: Beste vrienden, seksualiteit is iets dat behoort bij uw wezen. Het wordt bepaald door uw temperament, maar ook wel degelijk door uw gevoel voor anderen. Wanneer de daad zonder meer op zichzelf staat, is ze geestelijk gezien meestal waardeloos. Als ze echter uiting is van een complexer geheel van gevoelens en erkenningen, kan ze voor de bewustwording heel waardevol zijn. Maar al deze dingen in aardse ervaring zijn pas zinvol als ze na de dood of daarvoor kunnen voeren tot een werkelijke liefde. Een liefde die niet alleen beperkt is tot iets wat ‘van mij’ is, mijn kinderen, mijn vrouw, mijn ouders, maar ‑ in feite uitgaande van al datgene wat je voldoende kunt erkennen ‑ iets is waarin je iets van jezelf kunt terugvinden.

Werkelijke liefde is een eerste stap in de richting van werkelijke harmonie. Het is het zoeken van beperkte harmonieën waardoor het eigen begrip steeds meer waarden als harmonisch voor zichzelf kan leren aanvaarden.

Als we dan die andere dingen op aarde zo erg belangrijk vinden ‑ zelfs auto’s worden vaak nog gepresenteerd met dames in badpak erin of erop (overigens worden ze zelden meegeleverd) ‑ dan moet je zeggen: Wordt seksualiteit maatschappelijk niet te veel overschat? Ja, ik ben een geest, ik zie het misschien anders dan u, maar moeten we niet erkennen dat seksualiteit zoiets is als honger en dorst, je behoefte doen en al die andere dingen meer? Een lichamelijk aspect dat je nu eenmaal nodig hebt, waaraan je je niet geheel kunt onttrekken, waarmee je moet leven maar waar je een extra betekenis aan kunt geven door er in je erkenning van anderen een bijzondere inhoud aan te verbinden?

Wanneer de mensen meer zouden gaan denken in de richting van liefde ‑ en dan bedoel ik niet in de eerste plaats de stoffelijke liefde, maar werkelijk de genegenheid, het medegevoel voor de medemensen, vooral de medemensen die je in de buurt hebt en niet de mensen die ergens in een ver werelddeel zitten waar je ze toch niet ziet, dan zou daardoor, meen ik, de oplossing gegeven worden. Want dan zou niemand de ander met zijn eigen verlangens en begeerten willen dwingen, willen forceren. Aan de andere kant zou men de verlangens van anderen beter begrijpen en daarop juister kunnen reageren volgens eigen vermogen en mogelijkheden. Dat is het belangrijke van deze tijd.

Men probeert maatstaven te geven voor iets dat geen enkele maatstaf kan bezitten buiten die welke in de mens zelf leeft.

Moraal is niet het leven volgens bepaalde regels. De juiste moraliteit is: beseffen dat je in je handelingen en de wijze waarop je deze beleeft, gebonden bent aan de kern van je eigen wezen en de daarin gelegen drijfveren en wetmatigheden.

Een mens moet zichzelf zijn. Hij moet zichzelf kunnen leven. En als de liefde hem helpt zich bewuster te worden van zichzelf en van zijn leven, dan zal de seksualiteit heel vaak die uitdrukkingsmogelijkheid verschaffen, waardoor hij ook voor zijn stoffelijke gevoelens en begrippen deze liefde kan intensifiëren en kan maken tot een betekenend geheel dat ook na de dood als lering en bewustwording zijn betekenis blijft behouden.

Ik hoop dat ik met deze lezing niemand te veel op de tenen heb getrapt. Ik hoop verder dat ik in mijn beantwoording en inleiding duidelijk genoeg ben geweest, al heb ik natuurlijk nogal wat eufemismen gebruikt. Maar, zelfs als dat niet het geval is hoop ik toch dat u, als u dadelijk heengaat, een prettige avond heeft waarbij dit onderwerp niet noodzakelijkerwijs een hoofdrol behoeft te spelen.

image_pdf