uit de cursus ‘Verborgen krachten van de natuur’ – januari 1971
Manifestaties.
U heeft de vorige maal het een en ander kunnen horen over de omstandigheden die bepalend kunnen zijn voor het optreden van invloeden of het ontstaan van bijzondere uitstralingen. Daarbij is de nadruk o.m. gevallen op het feit dat één en dezelfde stof in verschillende atoomgewichten kan voorkomen. Dat is op zichzelf misschien niet zo belangrijk. U zult zeggen: wat heeft dat eigenlijk voor belang? Dat is misschien een enkel elektron of neutron meer of minder. Daar gaat het ook niet om. Het belangrijke is dit: Er zijn bepaalde situaties waardoor trillingen die normalerwijze op aarde niet zo gemakkelijk kenbaar worden, wel kenbaar worden. Wat die trillingen, die verschijnselen op zichzelf betekenen, is sterk afhankelijk van de krachten die bezielend optreden.
Men is weleens geneigd te denken dat het optreden van spoken in bepaalde kastelen een soort traditie is. Maar als men daarover gaat nadenken, dan blijkt dat daar waar men werkelijk onverklaarbare verschijnselen heeft geconstateerd, de ligging van het slot een bijzondere is; dat we te maken hebben met bijzondere grondsoorten (meestal veenbodem, moeras) en dat we tevens te maken hebben met een meer dan normale methaanafscheiding door het moeras. En hierin en hierdoor worden verschijnselen mogelijk.
Als er een geest is die zich wil manifesteren, kan hij zich onder dergelijke omstandigheden gemakkelijker een zichtbaar voertuig of een manipuleerbare hand of voet verschaffen dan mogelijk zou zijn onder normale condities. En als dat geldt voor aardgebonden geesten, voor een projectie misschien die door een gebeurtenis in materiaal is vastgelegd, dan zal dat natuurlijk ook het geval zijn voor bepaalde natuurkrachten.
De verhalen over feeën, elfjes, kabouters e.d. of wat dat betreft, over de djinns van verschillende soorten en de lagere godinnen die afdalen, zoals dat in India veel werd verteld, zijn schijnbaar erg overdreven bijgelovig. Maar als u nagaat op welke plaatsen die verschijnselen vele malen worden gemeld, dan komt u tot de ontdekking dat hier wel degelijk een zekere overeenstemming van geaardheid bestaat. Er blijken t.a.v. lucht elektrisch potentiaal, bodemgesteldheid, de aanwezigheid van bepaalde stoffen, de afscheiding van gassen eventueel overeenkomsten te zijn. En deze overeenkomsten zouden duidelijk moeten maken dat er achter al die verschijnselen, hoe sprookjesachtig en hoe kinderlijk ze misschien ook klinken, toch een feit moet staan. Het feit bij deze verschijnselen is de aanwezigheid van een bewustzijn, onverschillig welk. En daarmee staan we weer voor een raadsel.
U zult begrijpen dat er op aarde heel veel verschijnselen kunnen zijn van zgn. paranormale of onverklaarbare geaardheid, zonder dat je direct moet denken aan een geest die afdaalt. Wel, er zijn verschillende soorten beïnvloedingen, die alle onder dergelijke omstandigheden een manifestatie tot stand kunnen brengen.
We hebben allereerst de mens. Een mens die sterk aan iets denkt of, wat meer voorkomt, iets sterk begeert of ergens bijzonder bang voor is, zendt het beeld uit van zijn begeerte, zijn angst of zijn overweging. En als er stoffen aanwezig zijn die voor die gedachtenstraling gevoelig zijn, dan krijgt zoiets gestalte, dan wordt het denkbeeld waarneembaar, ook voor derden. Op deze manier zijn er zeker heel wat manifestaties te verklaren. De vreemde verschijnselen, zoals het optreden van een wrekende hand bij het Titicacameer (ergens in de restanten van de Mayacultuur), het verschijnen van een waarschuwende godin, de weggaande Boeddha in India en de verschijningen van heiligen, H, Maagden etc. in bepaalde plaatsen van Europa, hangt hiermede nl., wel degelijk samen.
Nu zijn er heel vreemde situaties denkbaar, want op aarde zijn veel bezielende krachten. Als u weet dat om u, zoals u hier zit, zeer waarschijnlijk entiteiten aanwezig zijn die verbonden zijn met de elementen, dan moet u zich toch ook niet erover verbazen dat zij zich onder omstandigheden kenbaar zullen maken.
De natuurgeest heeft in vele gevallen geen werkelijke gedaante. Die gedaante wordt meestal door de mens verschaft. De gnoom is een wat Vulcanus-achtig verschijnsel, waarvan we kunnen aannemen dat het is gegroeid uit bepaalde beeldvoorstellingen t.a.v. het bovennatuurlijke of van de godheid. Toch is het eveneens een feit dat dergelijke gnoompjes en niet te vergeten de kabouters allemaal wel eens gezien zijn.
De vorm die de natuurgeest aanneemt, kan wel degelijk door de mens gedicteerd zijn. Want die geest heeft zelf geen voldoende vormvoorstelling om zich daarin onmiddellijk kenbaar te maken. En dat is ook heel begrijpelijk. Als je leeft als eenheid met een stuk steen of met een rivier, dan heb je geen gestalte, geen vormbesef voor jezelf, dan heb je alleen eigenschapsbesef. Maar zodra je dat eigenschapsbesef gaat verlaten, dan moet je om je te manifesteren een vorm hebben. En die vorm geeft de mens het menselijk denken.
Het menselijk denken straalt uit naar o.m. de astrale wereld. Natuurgeesten leven grotendeels mede in die astrale wereld. Ze zijn er ontvankelijk voor. Ze ontvangen dan het beeld. En als u vandaag of morgen ergens in een bos een kaboutermannetje ziet dat beleefd zijn rode mutsje voor u afneemt, dan moet u maar doodgewoon denken aan de herinneringen van uw kinderjaren die hier vorm en gestalte verschaffen aan een natuurkracht, waarvan u niet precies weet wat hij/zij is. Het is interessant te zien hoe de mens dergelijke vormen mede bepaalt.
Belangrijk voor de mens is daarbij dat de emoties van de natuurgeest in een dergelijke gestalte kunnen worden gelegd, zodat het beeld dat op zichzelf misschien niet dreigend is een bijzonder dreigend karakter krijgt in uw ogen. Dat is dan niet de voorstelling, maar gewoon de gevoelsagressie die uit de vorm naar u toekomt.
Er zijn heel wat mensen, die op die manier worden geplaagd. Per slot van rekening, dat aardmannetjes laarzen maken enz. dat is een beetje verleden tijd, dat zal waarschijnlijk nooit helemaal waar zijn geweest. Maar dat een aardgeest, een watergeest, een vuurgeest of een luchtgeest op een gegeven ogenblik contact met u heeft of met u kan zoeken, dat is zeker niet dwaas. Als je als mens daarmee te maken hebt ‑ ook in deze moderne tijd ‑ dan kun je natuurlijk wegvluchten in een Frederik van Eeden‑achtige sprookjeswereld, waarin symbolen worden samengevoegd tot aan de dood van de grote Pan toe. Maar als je reëel bent, dan zeg je; Kijk eens, de vorm is niet bepalend. Die vorm kan uit mij voortkomen of uit anderen zijn voortgekomen. Dat is nooit de werkelijke weergave van de entiteit.
Alle verschijnselen, welke die entiteit tot stand brengt, worden gedicteerd door het menselijk denken. De actiebepaling komt vanuit de mens, maar de intentie van de handeling komt van de natuurgeest. Als u het zo heeft bekeken, dan wordt het al wat begrijpelijker waarom het belangrijk is een beetje inzicht te hebben in vormen van magie, die entiteiten willen oproepen.
Het lijkt zo onzinnig dat iemand om een geest op te roepen een diagram tekent en daarin dan stukjes plaatst van leisteen, basalt, marmer, magneetsteen, een stukje ijzer, een stukje koper, een stukje goud plus nog wat reukwerken. Maar als u even nadenkt over hetgeen we de vorige keer hebben besproken, dan zal het u duidelijk worden dat we op die manier condities scheppen, waardoor een manifestatie mogelijk wordt. Er kan een verschijnsel optreden dankzij de hulpmiddelen die wij gebruiken.
Dan krijg je weer de vraag; Is de verschijning die dan optreedt in de eerste plaats gebonden aan een pentagram? Neen, dat is ze niet. Het is in de magie altijd zo’n idee: Als je een beschermende cirkel trekt, kan de demon daar niet overheen komen. Die demon kan er overkomen, indien u vergeet dat die cirkel voor hem een grens is. Hij wordt in zijn vorm en voor een groot gedeelte van zijn daden mede door u bepaald. Dat geldt zelfs ook, als u bepaalde geesten uit het duister bezweert; want ook dezen zijn voor de vorm die zij aannemen, voor de wijze waarop zij zich manifesteren, voor hun houding, hun daden, zelfs hun taal voor een groot gedeelte afhankelijk van uw denken en uw besef. En om daaraan meteen iets praktisch toe te voegen.
Als u het gevoel heeft dat u door een geest wordt belaagd of vervolgd, ja dan schept u daarmee condities waardoor een dergelijke belaging of vervolging steeds meer werkelijkheid kan worden. De illusie die u koestert t.a.v. een bepaald geestelijk verschijnsel, kan zich ‑ mits de juiste condities in de omgeving aanwezig zijn ‑ omzetten in werkelijkheid. Een werkelijkheid die als ze eenmaal is geschapen, u zodanig beïnvloedt en tot een zodanige aanvaarding brengt, dat het praktisch onmogelijk is om die vorm zonder meer terug te brengen tot het Niet waaruit ze is voortgekomen.
Misschien heeft u wel eens gehoord van de oefeningen die Alexandra David Neel heeft gedaan en die men aan bepaalde Lama’s toeschrijft. Het is het opbouwen van wat men noemt; een “schijngestalte”. Je bouwt een illusie op. Je geeft die illusie zoveel inhoud dat ze zich op den duur kan bewegen, ook zichtbaar voor anderen, in de wereld van de mensen, daarbij bepaalde opdrachten kan uitvoeren en wat meer is, zich ook zelfstandig schijnt te maken. Alexandra David Neel heeft in haar beschrijving o.m. gezegd, dat zij zich iemand had voorgesteld als een Lama. Deze Lama verscheen tijdens een trektocht, die zij maakte met een jak-karavaan en voegde zich tussen de anderen als een gewoon mens. Op een gegeven ogenblik bleek echter, dat deze geest ook eigen initiatieven ging nemen. Toen heeft zij heel veel werk eraan besteed om hem weer terug te brengen tot waar hij was begonnen, nl. het niets.
Hoe zit dat in elkaar? Wel heel eenvoudig. Zolang deze dame bewust aan het creëren was, beheerste zij en bepaalde zij ook ‑ de vorm.
Maar zodra de vorm voor jou een realiteit wordt, zie je het als iets wat niet meer onder je invloed staat. Het is een feit. En een feit betekent dat er veranderingen kunnen plaatsvinden. Veranderingen die niet bewust door jou beheerst worden of gewild zijn. Je begint misschien met een Prins Charming en je eindigt met een soort Landru. Niet omdat je dat wilt, maar omdat je je niet meer bewust bent van het feit dat je die vorm voortdurend moet corrigeren, je meent dat ze is opgebouwd. Je meent dat je de acties van die entiteit, beheerst, als je zo nu en dan een bevel geeft en niet voortdurend geconcentreerd bent op de acties die je zal voorvoelen. Maar als je je niet bewust helemaal daarop concentreert, dan gaat je onderbewustzijn overnemen. En dan gaan je angstjes, je begeertetjes, kortom al die skeletten, die ergens binnen de benen kast tussen de hersenen verborgen zijn, naar buiten komen. Die gaan dan een rol spelen, ze geven mede gestalte aan een dergelijke vorm. De schijngestalte kan, als het niet al te intens wordt gedaan, wel degelijk worden gebruikt. U kunt zich dus ook een illusoire figuur scheppen en daarmee inderdaad veel bereiken.
Als u werkt met genezing op afstand en het is u moeilijk u voor te stellen hoe dat precies moet gaan, dan stelt u zich een dokter voor. Als u die dokter eenmaal zover heeft dat u eigenlijk denkt aan dokter die en die en zo’n beetje zijn gestalte voor ogen heeft, dan moet u niet verder gaan, maar gewoon zeggen “Dokter, gaat u daar en daar naartoe en geneest u.” En dan gaat die dokter en geneest en hij doet het waarschijnlijk beter dan u. Niet omdat dokter een werkelijke genezer is, maar omdat hij het totaal van uw vermogens tot uiting brengt en de begrenzingen, die u aan uzelf ‑ onderbewust of bewust ‑ nog toekent, niet beseft, want hij staat buiten u. Voor hem gelden de beperkingen dus niet, die u voor uzelf heeft erkend.
Die dingen zijn in de moderne tijd vaak zelfs onbewust geschapen. In de moderne reclamewereld vinden we ook een neiging om dergelijke figuren op te roepen. Zo wordt de mythe‑figuur van een klein jongetje op den duur een zodanige realiteit, dat dit jongetje wel eens werkelijk zou kunnen ontstaan. Ja, dat valt niet op, want dat kindje vervluchtigt wel, als het verpakte brood “waarvan je alleen de verpakking weggooit” niet aanwezig is, want dan gaat het jongetje weg om bij Wimpie te wonen.
Ik ga dus een type creëren, Dan ontstaat hierdoor een zodanig gedachtenbeeld, dat op een plaats waar de gunstige condities aanwezig zijn een manifestatie bijna onvermijdelijk wordt. Die manifestaties kunnen dan meer of minder intens zijn.
Een van de veel voorkomende verschijnselen op dit gebied is het onzichtbare vriendje dat kinderen hebben. U heeft dat misschien weleens meegemaakt. Ze speelden in de tuin met een jongetje of meisje of zelfs met het een of ander sprookjeswezen dat niemand ooit heeft gezien en dat toch een zekere realiteit vormde. Maar het gekke was nu dat het jongetje, het meisje of het fantasiefiguurtje een grote invloed had niet alleen op het gevoelsleven van die kinderen, maar gelijktijdig ook op hun daden en zelfs op de wijze waarop zij kennis vergaarden. Zelfs hier in Nederland zijn er een paar gevallen bekend geweest van kinderen die een dergelijke figuur hadden en die onder invloed daarvan een buitengewone knobbel voor wiskunde of talen ontwikkelden. Later toen ze het vriendje kwijt waren, zakten ze terug tot een zeer normaal of misschien zelfs beneden het normale peil van kennis en bekwaamheid op dat terrein.
U kunt zeggen: Dit zijn allemaal illusies. Maar ik geloof dat we iets verder moeten gaan dan dit. Het zijn manifestaties. Waarvan? Ach, daar kunnen we over twisten. Het zijn wezens die zich kenbaar maken. Wat voor wezens, dat weten we niet. Die wezens kunnen een zodanige affiniteit vertonen voor een bepaalde persoon dat er een wisselwerking ontstaat tussen die persoon en zo’n wezen, en dan blijkt de manifestatie in staat te zijn om aan te vullen.
Ik heb helaas geen voorbeelden die in Nederland zijn geregistreerd. In Duitsland is een dergelijk geval wel opgetekend. Er is een jongmens geweest dat tot op 17‑jarige leeftijd zelfs nog dat vriendje had, al hield hij hem de laatste jaren natuurlijk zeer geheim. Hij had een praktisch foutloos examen afgelegd, een tamelijk moeilijk gymnasiaal examen. Men wist dat hij de antwoorden op bepaalde vragen niet kon weten. Toen heeft men een gemeenheidje uitgehaald om te zien of hij nu werkelijk zo geniaal was. Men heeft hem twee vragen voorgelegd waarop ook de leraren niet zonder meer het antwoord wisten, zeer ingewikkelde problemen dus. De jongeman loste deze problemen spelenderwijs op. Dat wil zeggen: hij begon eenvoudig de formules neer te schrijven en bleef doorschrijven, totdat hij ze had ontwikkeld tot het juiste antwoord. Men heeft het gecontroleerd en nog eens gecontroleerd. Er was geen mogelijkheid dat hij de vraagstukken die hem zouden worden voorgelegd kende. Er was geen mogelijkheid dat hij op enigerlei wijze zou zijn geholpen en toch had hij een prestatie geleverd die ver boven zijn werkelijk vermogen en kennis uitging. Dat geval is ook wel geciteerd als verklaring voor spiritistische invloeden, dus het optreden van een helpende geest. Maar wat verklaart de jongeman zelf na heel veel vijven en zessen?
“Nu ja, ik zal het u maar zeggen. Ik heb Konrad, een vriendje, dat niemand ziet en hij is knap. Als ik voor een examen zit, dan zegt hij mij wat ik moet opschrijven.” Later is het een heel gewone jongeman geworden.
Niemand heeft er ooit iets van gemerkt.
Hier was dus een figuur die kennelijk de antwoorden verschafte, welke de jongeman krachtens zijn eigen kennis en capaciteiten onmogelijk had kunnen weten. Was dat een geest? Ach, ik neem aan dat dat een geest geweest kan zijn. Het was echter een entiteit. En een dergelijke beïnvloeding kunnen we toch wel de manifestatie van een onbekende kracht noemen. Opvallend is dat dit zich heeft afgespeeld in de buurt van Luneburg. En Luneburg en de Luneburger heide zijn, zoals u misschien weet, altijd centra geweest van heksengeloof, van spookverschijningen e.d. Ik neem aan dat juist de woonomstandigheden van de jonge man, daarnaast de ligging van de school en de stad, zelf bepalend zijn geweest voor de mogelijkheid dat een dergelijke invloed zich kenbaar maakte.
Daarmee heb ik een belangrijk punt gesteld, namelijk dat geestelijke manifestaties en andere manifestaties van niet‑menselijk‑natuurlijke aard gebonden plegen te zijn aan materiële condities. Dat is voor iemand die zich wil bezighouden met de magie heel erg belangrijk. Het is nog belangrijker voor iemand die wil begrijpen wat er eigenlijk aan de hand is als mensen eens onverklaarbare dingen gaan doen. Of als u plotseling hoort van zeer ongeloofwaardige ontwikkelingen in een ander land bij regeerders e.d. Dan moet u zich afvragen: Wat is er aanwezig? Van welke plaats uit gebeurt dit? Waar komt de man vandaan? Wat is zijn normaal verblijf? Het zou weleens kunnen blijken dat het optreden van bepaalde politieke figuren in niet onbelangrijke mate (al zullen ze dat tegenover de buitenwacht natuurlijk nooit verklaren, wordt beïnvloed door soortgelijke manifestaties van persoonlijkheden, persoonlijke openbaringen e.d.
Er is nog een tweede punt dat hier interessant is: de invloed van de massa.
Er zijn verscheidene verschijningen geweest o.a. van de H. Maagd. Enkele daarvan zijn geaccepteerd. Denkt u maar aan Lourdes. Er zijn nog een paar van die plaatsen. Andere zijn terzijde gelegd als zijnde hysterie, zoals een aantal verschijningen die in Italië zouden zijn gezien in de jaren 1923 tot 1949. In al deze gevallen horen we van vreemde verschijnselen, die niet normaal verklaarbaar zijn. Toch is zeker dat het grootste gedeelte van deze waargenomen manifestaties eigenlijk een soort zelfbedrog waren, zelfs een soort zwendel. In één geval is het een spelletje geweest van kinderen die dat deden om zich een ogenblik belangrijk te maken en door de ouderen toen zo ernstig werden genomen dat zij zich eenvoudig niet‑meer durfden terugtrekken. Maar er gebeuren wonderen: Dat wil zeggen: er zijn vreemde manifestaties van een onbekende kracht die genezing teweegbrengt, die soms mensen een enorme schok geeft, zonder dat je kunt zeggen hoe. Ga weer na, waar vindt het plaats?
De verschijningen in Italië blijken plaats te hebben gevonden in een moerasvlakte iets ten noorden van Rome. Moeras. Moeras hebben we ook gevonden als een verklaring voor bepaalde spookbeelden in Engeland. Als een massa daar komt en een H. Maagd wil zien en verwacht dat er iets gaat gebeuren, dan is er een sterk vormgevende werking van de menselijke gedachte aanwezig. Indien wij nu aannemen dat de emanatie van bepaalde bodemgassen en de aanwezigheid van zekere stoffen inderdaad een rol kunnen spelen, dan is het niet onwaarschijnlijk dat de mensen zelf daar een wondergestalte hebben geschapen. Alleen, blijft een dergelijke gestalte, als ze wordt vereerd dan ook onbezield? Blijft ze alleen maar een gedachtenprojectie zonder meer? Hier stoten we op een heel eigenaardig iets.
Wij weten dat het merendeel van de gedachtenschillen die in de astrale wereld door de mens worden opgebouwd, onbezield plegen te blijven. Op het ogenblik echter dat er een manifestatie op aarde op een zodanige wijze geschiedt, dat de figuur waarneembaar is of in actie onkenbaar, ontstaat er een sterke wisselwerking tussen uw wereld en de gestalte. Het is dan bijzonder attractief voor allerlei entiteiten, die om welke reden dan ook een binding met de wereld verlangen. We zien dan ook dat dergelijke wonderen oorspronkelijk ontstaan zijn door bijzondere omstandigheden, maar dat ze later worden gecontinueerd door krachten uit de geest. Hierbij komen invloeden voor van natuurgeesten. Maar dan herhaalt zich steeds weer één en dezelfde verschijning, het blijft bij één en hetzelfde wondertje bij wijze van spreken.
Krijgen we te maken met een complex geheel van allerlei genezingen en andere manifestaties, dan moeten we werkelijk aannemen dat er een denkende kracht bezielend is opgetreden en dat deze kracht op een ander niveau staat dan de gewone natuurgeest. Wij denken hier in de richting van geesten van overgegane mensen, geestelijke krachten van een bepaalde rangorde, die in licht of in duister inderdaad wat betekenen en die op deze manier hun eigen taak a.h.w. op aarde proberen voort te zetten.
Er zijn naast al de genoemde feiten natuurlijk ook nog de zgn. vertekeningen. Een vertekening is het optreden van een ongewoon verschijnsel, waarbij normale vormen kenbaar en constateerbaar tijdelijk hun gedrag dan wel hun vorm wijzigen. Voorbeelden daarvan zijn er te over.
Er is in de buurt van Johannesburg een kerkhof. Daar staat een grafzerk. Daar moet je op een bepaalde dag en bij een bepaalde maanstand naar toe gaan. Je moet er ook nog een rookoffertje brengen. En als je dan kijkt, zie je de datum van je dood op die zerk (die inderdaad blanco is) verschijnen.
Een ander voorbeeld van dergelijke wijzigingen: Op Sicilië is een bron. Als iemand eerlijk is en in deze bron treedt, dan rijst het water. Is hij oneerlijk, dan zal het water na ongeveer 5 à 6 minuten zakken. De verklaring voor het verschijnsel is natuurlijk gauw gevonden. Er is hier sprake van een artesische waterstuwing, die niet geheel gelijkmatig schijnt te zijn o.m. door vulkanische invloeden. Maar het is wel vreemd, dat in 9 van de 10 gevallen dat water gelijk heeft, ook volgens menselijke normen. Hoe komt dat?
Dan hebben we nog de wandelende stenen van Arizona. Daar wordt niet teveel over verteld. Er is daar een stuk woestijn waar de stenen, zoals men zegt, “wandelen”. Ze verplaatsen zich, zonder dat je precies ziet hoe. En dat schijnt ook weer in het bijzonder te gebeuren indien mensen met een bepaalde geestelijke inhoud daar aanwezig zijn. Dat is dan meestal geen positieve, dat kan ik u erbij vertellen.
Dergelijke verschijnselen hebben in de eerste plaats natuurlijk te maken met de menselijke geest. De man, die op de grafzerk zijn overlijdensdatum leest, zal zeer waarschijnlijk de juiste datum lezen, dat stel ik voorop. Dat is geen bedrog. Maar de man brengt zichzelf in een soort autohypnose tot aanvaarding van waarden die niet reëel bestaan. Hij aanvaardt eenvoudig een wereld en een aantal verschijnselen die menselijk gezien onredelijk, onbestaanbaar en onnatuurlijk zijn. Hij doet dit bovendien onder omstandigheden die zeer bevorderlijk zijn voor het ontstaan van emoties en hij doet dit op een plaats waar door allerhande eigenaardige verschijnselen aanwezig zijn o.m. ijzer in verschillende vormen van oxidatie, stenen van verschillende soort en geaardheid en vochtige grond. Dat alles tezamen zou weleens aansprakelijk kunnen zijn voor het verschijnen van waarneembare opschriften die door meer mensen gelijktijdig gelezen kunnen worden en die allen hetzelfde lezen.
De wandelende stenen zijn die werkelijk zich verplaatsende stenen? Het ziet ernaar uit van wel. Er zijn zelfs verplaatsingssporen gevonden. Een ploeg van Walt Disney heeft dat verschijnsel nagegaan, toen men een film wilde maken over de woestijn. Ze hebben geconstateerd dat die stenen zich verplaatsen. Bepaalde gedeelten van hun opnamen hebben ze echter niet in de film mogen invoegen, omdat daarin vreemde bleke plekken voorkwamen. Die plekken zijn natuurlijk geweten aan reflexen van de zon, waarmee men geen rekening had gehouden, fouten in de film e.d. Maar het is wel vreemd dat die plekken steeds voorkwamen bij een steen die zich kort daarop ging verplaatsen. Wat zou hiervan de oorzaak zijn?
Wel, in de eerste plaats; de stenen verplaatsen zich indien een mens negatief is ingesteld. Negatief betekent: een zekere angstigheid, een zekere haat tegen de wereld, een afwijzing.
In de tweede plaats; een dergelijke spindel van kracht (een spoelvormpje a.h.w. van kracht, want als we aannemen dat het werkelijk een verschijnsel is en geen fout, dan moeten wij het zo noemen, zou wijzen op het bestaan van een bijzonder veld. Dat kan een magnetisch veld, het kan iets zijn dat met zwaartekracht heeft te maken, Ik geloof niet dat het een waarneembare elektrische lading heeft, dan zou men dat wel hebben geconstateerd. Waar komt het vandaan?
Als we blijven staan bij de natuurlijke verklaring, komen we er niet. Zodra we zeggen: hier is een mogelijkheid dat een astrale kracht zich verdicht en die verdichting vindt plaats onder die en die condities van menselijk denken, wordt het anders: Dan hebben we te maken met een natuurgeest die zijn ongenoegen over een storing door een verplaatsing van materie kenbaar maakt. En dan zouden dergelijke vreemde plekken in werkelijkheid natuurgeesten moeten zijn geweest. Vermoedelijk jonge lucht‑ of vuurgeesten.
Kijk, als je al die dingen zo probeert te ontleden, ontstaat er een beeld van een wereld waarin veel meer mogelijkheden zijn dan normaal. En ik zie niet in, waarom een mens van die mogelijkheden geen gebruik zou maken. Wat zou u nodig hebben om gebruik te maken van dergelijke mogelijkheden?
Ten eerste: U moet een instelling vinden die ze uit. Instelling is echter niet alleen maar een denkbeeld. Het betekent dat het beeld dat u ontwerpt, uw emotionele toestand, uw wereldverwerping of ‑aanvaarding en bepaalde onderbewuste factoren die u niet helemaal kunt beheersen maar misschien toch kunt aanvoelen, in uw wezen volledig harmonisch zijn. Instelling is een harmonie van alle actieve werkingen van de persoonlijkheid.
Ten tweede hebben we nodig; Het juiste milieu voor de manifestatie. Een milieu kunt u moeilijk kiezen. U kunt niet zeggen: We gaan ergens zoeken naar een oude knotwilg op een kruispunt van drie wegen, waar bovendien nog een gehangene is en een oud verroest zwaard begraven ligt, zoals men dat vroeger heeft gedaan. (Dit is een Thessalisch recept uit de oude magie) Maar u kunt wel zeggen: Wat heb ik nodig?
Als ik werk met leven, dan zal ik vaak worden gesteund door levende kracht. Ik zal dus gebruik maken van levende planten (geen bloemen, daar heeft u niets aan. Bloeiende, levende planten kunnen door geur, hun omzetting van gassen een grote rol spelen. Dan heb je nodig, frisse lucht. Dat is natuurlijk nog veel moeilijker in uw tijd. In ieder geval geen bedompt sfeertje. Daar heeft u alleen maar wat aan, indien u werkt met zgn. duistere krachten.
U zult er verder bij nodig hebben, een afbeelding (dat kan een steen zijn, een tekening of het een of ander symbool) die voor u betekenis heeft in de richting waarin u streeft. Laten we zeggen dat u een kruis neemt. Dan moet het wel een kwestie zijn van naastenliefde, van opoffering. Als u dat kruis neemt om een hoofdprijs in de lotto te winnen, dan garandeer ik u dat het niet helpt. Verder is het van belang dat deze voorwerpen niet te ver van elkaar staan. Ik geef nu hier een werkvoorbeeldje van wat u zou kunnen doen. Ik heb hier een struikje bloeiende brem in een pot. Dat zet ik hier. Ik heb een gewone briefopener, maar met een stalen lemmet. Ik heb verder een stuk steen, gewoon onyx, onbewerkt, een beetje gepolijst. Dat heb ik hier staan. Ik leg daar tussenin een symbool, waarop ik mij ga concentreren. Laten we zeggen dat ik genezing tot stand wil brengen. Ik gebruik dan een eenvoudig christelijk kruis met daarin aangebracht vier stralen, radiatie. Ik concentreer mij daarop en zeg tegen mijzelf wat noodzakelijk is. Ik moet er met mijn gehele persoonlijkheid achter staan. Indien ik dat intens genoeg doe, dan zien wij (en dat is ook een visueel verschijnseltje, het is natuurlijk een optische fout) op een gegeven ogenblik a.h.w. het kruis liggen in een driehoek, terwijl de stralen, de hoeken schijnen te willen benaderen. Op het ogenblik dat ik dat zie, ben ik zozeer, daarop geconcentreerd dat het kruis iets naar je toe schijnt te komen en dat brengt een emotie teweeg. Die emotie is bruikbaar om genezing tot stand te brengen.
U zegt misschien Dit is een bezwering. Neen, het is helemaal geen bezwering. Het is gewoon gebruik maken van verschillende omstandigheden. Want wat is er in feite aan de hand?
De steen heeft een eigen invloed, een eigen vibratie, een eigen grondgetal. De plant scheidt bepaalde stoffen af, waaronder geurstoffen. Ik heb nu brem genomen. U kunt er ook een roos voor nemen of wat anders. Alleen zou ik er geen cinerarea of zelfs maar een begonia voor gebruiken. Dat merkt u zelf wel, want dan krijgt u vaak eigenaardige reacties, bv. het rood worden van de huid. Dat heeft niets te maken met de plant. Het heeft gewoon te maken met de reactie, de invloed.
Ik heb hier metaal, Ik heb daarvoor staal genomen, d.i. ijzer met koolstof verbonden. Daardoor ontstaat er een krachtveld. Dat krachtveld maakt het vormen van de astrale macht mogelijk. Die astrale macht wordt gevormd in overeenstemming met het symbool dat ik heb geplaatst. Wat is het eindresultaat? Dat het symbool, actief geworden volgens mijn bijna gevoelsmatige wens (de drang die van mij uitgaat) optreedt als een zich manifesterende kracht op andere punten. Dat kan vlak bij zijn, het kan tienduizend kilometers verder zijn, dat maakt geen verschil uit.
Als ik die actie doe, dan moet ik mij niet blijven concentreren, dat is niet nodig. Maar ik moet wel het driehoekje met het daarin liggende symbool een uurtje rust gunnen, anders zou ik misschien een veld en daarmee een contact verbreken, terwijl de werking nog niet volledig is. De ander kan dan het gevoel hebben dat hij plotseling iets ziet. Soms in de ooghoeken, dat komt heel vaak voor. Soms ook zegt hij: “Nou dacht ik toch even dat ik daar een kruis aan de muur zag”. Of: “Hé, het is net alsof de zon schijnt, Ik had zo’n warm gevoel even op mijn huid.” Dat is dan de manifestatie van hetgeen ik op die manier heb gezonden.
Dit is een eenvoudig grondrecept. U kunt er zelf eens mee werken. U heeft nu niet speciaal onyx nodig, Als u vuursteen gebruikt, dan kunt u beter gewoon ijzer gebruiken dan staal. Als u hout gebruikt, dan neemt u koper. Als u het zelf eens probeert, zult u zien dat u er eigenaardige dingen mee kunt doen.
Als die dingen bestaan, dan moet u ook begrijpen dat ze overal op de wereld actief zijn. En als u een patiënt op deze manier kunt beïnvloeden (ik heb dat nu maar als voorbeeld genomen), dan is het toch wel heel logisch dat u het denken van een ander mens kunt beïnvloeden. Dan wordt het misschien ook iets begrijpelijker waarom heersers in bepaalde systemen zich omringen met symbolen en er vaak op staan dat die uit bepaalde metalen zijn vervaardigd. Zij volstaan dus niet alleen maar met een afbeelding. Neen, die moet in zijde geweven zijn of in marmer gehouwen enz. Want of ze het nu weten of niet, op die manier scheppen zij een voor hen voelbaar krachtveld. En door dit krachtveld zijn ze in staat zekere dingen tot stand te brengen. Maar eigenlijk kan iedereen het. De moeilijkheid is dat de meeste mensen het niet beseffen:
Verder is het dan ook duidelijk dat iemand, die met een goede intentie met deze kracht werkt, daarmee niet alleen maar zijn eigen denkbeelden van goed verwezenlijkt. Want als ik streef naar wat ik “goed” noem, dan kom ik in contact of in harmonie met een grotere groepering van geesten, bv. met de Witte Broederschap. En als de Witte Broederschap zegt: “Crisis is hier de beste oplossing van de problemen, daaruit wordt het merkelijk goede geboren”, dan kunt u zeggen. Ik hoop maar dat de gulden stabiel blijft. Maar met uw streven doet u niets anders dan nog eens extra een uitlaat verschaffen aan de Witte Broederschap met haar streven, omdat uw erkenning nipt volledig is (althans niet zo volledig is als die van de Broederschap), maar er wel een harmonie in bestreving bestaat.
Zo zijn er heel veel krachten die die het menselijk leren kunnen beïnvloeden. In een van de volgende lessen zouden we daarop eens moeten ingaan.
Wij kennen o.a. de Heer van Licht, de Heer van Wijsheid enz. (Heren betekent in dit geval heersers,) U zult begrijpen dat een wereld, waarin deze manifestaties mogelijk zijn zelfs door mensen, door kleine natuurgeesten, er ook manifestaties van deze hogere krachten mogelijk zullen zijn. En dat deze zeer zeker bevorderd zullen worden door de aanwezigheid van de juiste stoffelijke condities, zodat de kracht a.h.w. vorm en gestalte kan krijgen. Als wij dat een volgende keer met u behandelen, dan hoop ik dat u ondertussen toch nog even zult hebben nagedacht over hetgeen door ons is gezegd t.a.v. atoomgewicht, bepaalde afwijkingen in het aardmagnetisch veld, de elektriciteit enz. enz. Want al die dingen samen helpen u dan misschien toch om een inzicht te krijgen in de manifestaties en van de reden waarom deze op bepaalde plaatsen in het bijzonder geschieden.
Men zou kunnen zeggen: De overstroming in Zeeland kan een reactie zijn geweest op het menselijk denken. Dat is overigens ook wel het geval geweest. Maar dit denken bestond ook elders. Waarom was dan het optreden van die invloed zo sterk in Zeeland? Het antwoord is: Omdat stoffelijk daar de beste condities aanwezig waren om de manifestatie zo sterk mogelijk te maken. En dan krijgt u misschien ook een beetje inzicht in de onverklaarbaarheden die ook in dit jaar de wereldgeschiedenis weer zullen kenmerken.
Orakels.
In de oude tijd waren er vele beroemde, beruchte en bekende orakels. Sommige ervan waren volkomen reëel, andere waren gebaseerd op een zeer handig inlichtingensysteem waardoor men allerhande kreupelrijmen kon produceren, die op elke manier konden worden uitgelegd en toch met de feiten strookten. Maar de werkelijke orakels van die tijd waren eigenlijk mensen, die in een zekere toestand van roes of trance verkeerden. We kennen daarvan een beleend voorbeeld de Pythia die boven een rotsspleet placht te zitten, waaruit zwaveldamp naar boven kwam. In de verdoving, die daardoor werd veroorzaakt, sprak ze allerhande vreemde dingen en die werden uitgelegd.
Een ander mooi voorbeeld uit een meer moderne tijd is het zelfs nu nog in gebruik zijnde Tibetaanse orakel‑systeem. Daar wordt iemand boven een dampende pot met kruiden gezet en onder allerlei bezwerende gezangen en zelfs begeleid door dansen en rinkelbom‑geratel in een toestand van onwerkelijkheid gebracht, waarin hij dan tijdelijk de persona aanneemt van de een of andere grote demon of godheid en dan begint te vertellen wat er zal gebeuren en hoe dat verder zal verlopen. Opvallend is dat in deze gevallen een betrekkelijk betrouwbare benadering van de toekomst ontstaat. Ik zeg betrekkelijk, want van alle orakels weten wij dat ze fouten hebben gemaakt. We weten ook van alle orakels dat ze naast zeer opzienbarende onthullingen vaak de werkelijke gebeurtenis eigenlijk voorbijgingen en zich hebben beziggehouden met trivialiteiten. Het is dus voor ons interessant om ons af te vragen: Hoe werkten deze orakels? Wat is eigenlijk de grondslag waarop men komt tot dergelijke prestaties? In deze tijd zijn er zoveel van die orakels. (U heeft er zelfs één zitten op de Nederlandse Bank), die alles weten te vertellen omtrent toekomstige ontwikkelingen en het meestal wel mis hebben, tenzij het die delen betreft, die ze zelf beheersen. Een orakel was in de eerste plaats iemand die niet op de hoogte was van de feiten, waarover hij moest profeteren. Een profeet die in staat was redelijk een onderwerp te benaderen, was niet in staat een goede profetie te geven. En dat wijst erop, dat dus het onbevooroordeeld zijn een veel grotere invloed heeft op de waarheidsgetrouwheid en de juistheid van het zien dan alle technische kennis bij elkaar. Daarnaast blijkt dat de meeste van deze mensen werken in een omgeving die sterk suggestief is. Anders gezegd; Suggestie schijnt een grote rol te spelen bij het bereiken van de noodzakelijke toestanden. Tenslotte blijkt dat deze mensen gebruikmaken van bepaalde lichte drugs om deze toestand gemakkelijker te bereiken. Maar die drugs zijn niet noodzakelijk. Als u in deze tijd zou willen profeteren en als orakel overal de juiste uitspraken zou willen doen, dan zou ik daarvoor een paar eenvoudige regels willen geven, waarmee u misschien heel wat kunt bereiken.
- Denk niet van tevoren na over het onderwerp dat later bij uw orakeltaal betrokken zal zijn. Ga eenvoudig uit van de gegevens, zoals ze u op dat ogenblik bereiken en van de inzichten die u op dat moment heeft. Probeer ze niet te beredeneren.
- Tracht nooit als orakel te fungeren in een u volledig bekend milieu. U wordt te veel door de verwachtingen en inzichten van anderen beïnvloed. Ga altijd in een milieu, waarin u vreemd bent.
- Indien u op de juiste wijze wilt zien en voorspellen, dan moogt u zich niet richten op een persoon. Tracht u alleen te richten op een toekomstige daad. Hierdoor bereikt u dat u niet het verloop van de gebeurtenissen probeert te overzien en aan te passen en dat u niet het lot van een persoon probeert te definiëren, maar alleen de algemene gegevens vergaart die in u en ook in de aarde, in de atmosfeer, kortom overal rond u aanwezig zijn en deze samenvoegt tot een beeld dat op de persoon van toepassing is.
Het lijkt misschien vreemd dat iemand over dingen waarvan hij niets af weet beter zal kunnen profeteren dan over dingen waarvan hij wel wat af weet. Laat mij een klein voorbeeld geven: Als je een zaak hebt, waarin grote problemen zijn gerezen, dan zijn de deskundigen van die zaak vaak niet in staat om een uitweg te vinden. Er komt een outsider, iemand die eigenlijk van het vak en van de producten heel weinig af weet. Hij hoort de partijen aan en geeft zonder meer een hanteerbare oplossing aan. Hoe komt dat? Hij is niet doodgekeken op de ontwikkeling der gebeurtenissen. Wij zien heel vaak dat vakmensen met problemen bezig zijn en iemand die van het vak weinig weet, reageert met een enkele vraag of een enkel gezegde op hun geleerde en zeer verwarde en ingewikkelde betogen. Daardoor vinden ze opeens een nieuwe benaderingsmethode. Alweer, er is geen kennis. Daardoor is er ook niet een zekere dogmatiek van denken. Het resultaat is weer dat men vlotter, spontaner maar vooral ook objectiever kan reageren.
Dan is het ook duidelijk dat u nooit moet profeteren, indien u ergens emotioneel mee verbonden bent. U kunt wel proberen uw eigen lot te voorzien, maar in de meeste gevallen zult u indien u gegevens uit de toekomst vist ‑ die toch proberen zo te plooien, dat het voor u gezellig en aangenaam is. De grootste bandiet is nog volkomen bereid zijn daden te overzien en te zeggen dat hij eigenlijk zo slecht nog niet is. Die dingen moet je dus vergeten. Frisse benadering is erg belangrijk.
De mens denkt. Maar als hij denkt, doet hij dat volgens regels. Hij heeft leren denken. En leren denken wil ook zeggen: leren begrenzen. De werkelijkheid bevat onbegrensde mogelijkheden. Indien wij met een begrenzende beredenering daarin nog een mogelijkheid in de toekomst willen vinden, zullen wij nooit de feiten zien; we zullen aan de werkelijk belangrijke gebeurtenissen altijd voorbijgaan.
De situatie van de oude orakels was een wat wonderlijke. In de eerste plaats werden ze vereerd. In de oudheid kon je een koning neerslaan en niemand zou je wat doen. Maar als je een orakel dat nog in functie was, probeerde ook maar iets in de weg te leggen dan was je er onmiddellijk geweest; dan kwamen hele volksstammen in opstand Waarom? Omdat zo iemand een centraal punt vormde. Hij was de verbinding tussen mens en goden, tussen mens en toekomst.
In deze tijd geloof je niet meer in goden en de toekomst is meest al reeds door planning misvormd, voordat zij is aangebroken. Maar er is iets wat je toch ook in deze tijd hebt: het respect voor iemand, die het altijd weer precies weet. Iemand, die altijd de juiste maatregelen kan treffen, die de juiste aanwijzingen geeft, dwingt een zeker respect af. Hij krijgt een bijzondere plaats. En het feit dat hij zich daarvan bewust is, betekent tevens dat het zelfvertrouwen sterk toeneemt, terwijl hij gelijktijdig van anderen een aanvaarding steeds meer gaat verwachten. Dit geeft een houding van superioriteit. Een orakel was vroeger belangrijk omdat de spreuk van groot gewicht werd geacht; en daardoor was een beïnvloeding vanuit het orakel ook heel eenvoudig mogelijk. Tegenwoordig is het precies hetzelfde. Een orakel dat wordt geaccepteerd zal de mensen in hun daden, in hun verwachtingen beïnvloeden en daarmee vaak helpen om bepaalde gebeurtenissen of fouten een enigszins andere vorm te geven.
Indien u in deze tijd zelf wilt orakelen, dan moet u eerst leren verschil te maken tussen de dingen waarvoor u orakelt. Als het gaat om wetenschap, dan moet u altijd onthouden: de grondfeiten kan de ander mij geven; de samenhangen kan ik alleen weergeven zoals ik ze ervaar, ongeacht de gerijmdheid of ongerijmdheid van hetgeen daardoor naar voren komt.
Heeft u te maken met situaties, waarbij massa’s of zaken zijn betrokken, onthoudt u dan: Het gaat u niet om de zaak, het gaat om de relatie van de zaak met de rest. U moet niet proberen het verloop van een concern weer te geven. Als ik bij wijze van spreken over Philips moet profeteren, dan ga ik niet denken aan Philips’ productiegetallen, die zijn niet belangrijk. Belangrijk is de wijze, waarop Philips in de wereld staat en dat is bepalend voor de verdere ontwikkeling van dit concern. Overigens een ontwikkeling, dat kan ik erbij zeggen, die niet zo heel erg gunstig is op het ogenblik.
Indien u te maken heeft met personen, dan moet u zich ook weer realiseren: een persoon is in zijn belevingen eigenlijk het product van de dingen die hij ontmoet. Het is niet zo belangrijk hoe iemand is, het is belangrijk in wat voor een omgeving hij zich op bepaalde momenten zal bevinden. Als we dat weten, dan kunnen we de reactie later daaraan toevoegen. Het is een soort blindheid voor het onderwerp en een openstaan voor de wereld, waardoor je veel gemakkelijker werkt. Wil je dus de toekomst op die manier verkennen, dan is het niet belangrijk om te dateren. Het dateren komt spontaan. Als u zegt, dat iets op 8 mei zal gebeuren, dan weet u nog niet in welk jaar. Als u zegt dat het in 1971 zal gebeuren, dan weet u niet of het op 1 januari of op 31 december zal gebeuren. Probeer dus niet te dateren. Indien u dat doet, maakt u fouten. Indien u echter de datering zonder meer uit uw denken laat voortkomen en ook niet overweegt of dat wel of niet aanvaardbaar is, dan komt u vaak tot een redelijke aanduiding ‑ ook in tijd ‑ van de gebeurtenissen.
De orakels in het verleden waren bovendien ook een beetje handig. Ze hadden heerlijke uitspraken, die op tien manieren konden worden uitgelegd. Nu lijkt het wel of het heel andere jongens waren. Maar helemaal waar is dat niet.
Als ik iemand in een situatie zie, dan kan ik niet altijd bepalen op welke manier hij zal reageren. Hij kan volledig positief of negatief zijn of op een wijze die tussen beide in ligt. De visie die ik zelf heb, is over het algemeen noch positief noch negatief, ze is neutraal. De reactie van de mens kan een verandering aanbrengen.
Dan is het ook zeer belangrijk dat je nooit een toekomstbeeld als onveranderlijk neerzet, maar dat je het altijd als een mogelijkheid presenteert.
De orakels van de oude tijd waren misschien de goede beroepsamateurs uit die dagen. Er zijn anderen geweest die verder in de toekomst zijn doorgedrongen, maar van hen hoor je heel weinig. Soms waren het zonderlingen. Ik denk aan de bekende heks die op de helling van de Vesuvius heeft gewoond. In vele gevallen waren ze ingewijden. Ik denk aan een gewone Griekse zakenman (hij had een handel in potterie) die een uitstekend profeet was. Maar hij was ook een ingewijde. Niet van een bepaalde sekte, maar een geestelijk ingewijde.
Iemand die een geestelijke inwijding heeft gevonden, kan uit de tijd treden. En hier komt er iets eigenaardigs naar voren; hij kan tijdsverloop even moeilijk bepalen als het gewone orakel. Want het is heel moeilijk te zeggen in hoeveel tijd een reeks gebeurtenissen zich afspeelt. Maar hij kan situaties nemen en die ten aanzien van elkaar vergelijken. En dan kun je zeggen: Dit en dat zal zeker gebeuren en indien dit zo en zo verloopt (je stelt het conditioneel, maar je bent er zeker van dat het zo zal verlopen), zal de tijd die verloopt tussen heden en dat gebeuren, gelijk zijn aan de tijd van dat andere gebeuren verder in de toekomst. En dat kun je weer definitief omschrijven.
Dergelijke werkelijke zieners hebben zich een enkele keer verwaardigd als orakel of profeet op te treden. Ze deden dat meestal, omdat ze daarmee mensen meenden te kunnen helpen. Mensen die ‑ gewaarschuwd voor mogelijkheden en situaties in de toekomst ‑ in staat zouden zijn hierdoor geestelijke kracht te putten en zo schijnbaar de verwarrende of chaotische toestand voor zichzelf te gebruiken om daaruit bewuster te worden en zo een positiever en bewuster leven te gaan leiden.
Er is natuurlijk een groot verschil tussen een dergelijke profeet en een orakeltje. In deze tijd zijn de profeten vals, de echte profeten zijn schaars. Indien u in deze dagen te maken krijgt met iemand die profeteert: dit en dat zal gebeuren, dan moet u hem ongeveer gebruiken als een zachtgekookt eitje, nl. met wat zout. Als u iemand tegenkomt die zegt: Ach, over zoveel tijd zal er dit en dat gebeuren, dan moet u er rekening mee houden dat dit en dat bijna onvermijdelijk is en u houdt er rekening mee. Dat is dan iemand die op een andere manier de tijdslijn heeft leren overzien en die uit het aantal mogelijkheden de juiste feiten naar voren brengt. Stel voor uzelf een dergelijk gebeuren altijd voorwaardelijk. Indien het eerste niet gebeurt, kan het tweede niet zo optreden. Maar als het eerste gebeurt, reken er dan op dat het tweede ook komt zoals het gesteld is. Op deze manier voorkomt u voor uzelf heel veel moeilijkheden.
Nu ik toch bezig ben over orakels, zou ik ook moeten wijzen op de orakeltaal.
Orakeltaal wordt heel vaak gebruikt voor een aantal nietszeggende, belangrijk klinkende termen of woorden. U vindt die orakeltaal overal in de kerken, in de religieuze gemeenschappen evengoed als daarbuiten. Menig politicus is specialist in het orakelen in orakeltaal.
Orakeltaal was oorspronkelijk iets dat vertaald moest worden. Het was heel goed mogelijk (bij de Pythia kwam het heel veel voor dat de persoon, die in trance ging, geen voor iedereen verstaanbare taal sprak of klanken uitbracht. Er waren dan oudere, wijze priesters die geleerd hadden om de klanken te interpreteren. Zij vertaalden dan de orakeltaal: Wilt u ooit orakeltaal zelf vertalen (dat zal in deze tijd nog wel eens nodig zijn), dan moet u altijd uitgaan van het volgende;
De woorden zelf zijn niet zo belangrijk als de gevoelswereld en de tendens die ze aangeven. Als iemand u zegt dat de welvaart er is en dat we die natuurlijk verder kunnen handhaven, ofschoon we rekening moeten houden met …, dan bedoelt hij: die welvaart is er in feite niet meer. Door het voorwaardelijk stellen geeft hij aan; die welvaart is er in mijn ogen later niet meer.
Als iemand u zegt dat u geestelijk ongetwijfeld verder zult komen en vele goede gaven en misschien mediamieke eigenschappen heeft, maar dat u zult moeten leren (en dan volgt er meestal nog het een en ander), dan moet u dat ook interpreteren. Dat betekent u heeft misschien in beginsel de mogelijkheid, maar u zult haar niet gebruiken, want de veranderingen die er van u worden geëist, zijn dingen die u meestal niet kunt waarmaken. Op deze manier ontkomt u aan heel veel verwarring.
Als er iemand is die je vertelt: mijn wasmiddel heeft twee witmakers, dan moet je gewoon zeggen: Dat wasmiddel is dus ergens niet in orde. Als het twee witmakers nodig heeft, dan blijkt dat het met één witmaker niet deugt, anders zouden ze er geen tweede bij hebben gedaan. En als ze die tweede erbij hebben gedaan, dan zou dat weer betekenen, dat chemisch gezien dat middel nog wel eens schadelijk zou kunnen zijn. Zo moet u dat proberen te begrijpen.
Geestelijk krijgt u met hetzelfde te maken, ook bij ons. Ook wij gebruiken wel een orakeltaal. Dan spreken wij over het ingrijpen van de Witte Broederschap, waarbij personen verwijderd zullen worden, indien dit noodzakelijk is etc. etc. En dan moet u opletten: waar gaat het om. Als er wordt gezegd dat hierdoor een positieve ontwikkeling mogelijk zal worden, dan kunt u aannemen dat er inderdaad personen zullen verdwijnen. Personen die tot nu toe erg belangrijk zijn geweest. Als er wordt gezegd dat hierdoor de chaos niet zal worden opgeheven, dan is het duidelijk dat hier geen vaste lijn in zit. En als er geen valste lijn in zit, is de voorspelling op zichzelf alleen maar een waarschijnlijkheidspredictie, zoals iedereen die zou kunnen geven op grond van bekende feiten, meer niet.
Een punt van de orakeltaal is vaak ook de beschrijving. Wij werken in onze lezingen ook heel vaak met analogieën, voorbeelden. Dat is soms noodzakelijk om begrepen te worden. Maar vergis u niet. Als ik een analogie neem, dan is die zelden volledig. Het voorbeeld geeft een tendens aan, niet een werkelijke ontwikkeling. Als ik een voorbeeld geef, dan probeer ik een ontwikkeling of een methode te doen kennen, maar ik geef niet aan welke resultaten ze geeft. Ook dit is erg belangrijk. Op deze manier kunt u altijd gemakkelijk verder komen. En omdat u zich anders misschien een beetje teleurgesteld voelt, wil ik nu nog even teruggaan naar een paar oude orakels en de manier waarop ze werkten.
Een heel bekend beeld van Amon gaf profetieën aan de daarvoor uitverkorenen. Het beeld was niet zo buitengewoon groot. Ik meen, dat het ongeveer 92 cm was. Het was zwaar versierd met metaalbeslag e.d. en stond vast op zijn plaats. De orakels, die uit de mond van deze god kwamen, werden door een priester via een spreekbuis verkondigd. Er was aan het sprekende beeld dus niets miraculeus. Wonderlijk was wel de manier, waarop men tot die uitspraken kwam.
Er waren politieke uitspraken, waarbij de priesters uitgingen van hetgeen zij wisten dat iemand zou doen. In dat geval was de zaak vervalst. De uitspraak die de god deed, was dus alleen maar datgene, wat de priesters nodig vonden op grond van bekende feiten. Maar soms hadden de priesters geen eigen mening en dan werd er iemand gebruikt, die in een bijzondere trance werd gebracht, een soort slaap. Hij vertoefde daarvoor in een soort “heilige der heiligen” waar meestal een niet al te groot beeld van een bijzondere godheid stond en waarin ook bijzondere invloeden aanwezig waren.
Die persoon droomde dan. Die droom vertelde hij en daaruit nam men dan de steekwoorden, dus de belangrijke woorden. Als hij het tien keer had over een brug die werd overgestoken, dan betekende dit als uw vraag beantwoord moest worden: Indien u de daad stelt, zult u slagen. Indien u dat niet doet of daarmee aarzelt, gebeurt het niet. Kwam er een stroom in voor ‑ wat nog wel eens gebeurde ‑ dan was het heel belangrijk of die stroom wassende was of modderige oevers had. Een wassende stroom gaf aan, kracht; het geluk is met u. Je zou tegenwoordig kunnen zeggen; als je rijdt, staan alle lichten net op groen. Modderig was dalend. Bezin u wel. U zult dan de denkbeelden vinden, die u nodig heeft. Maar indien u nu daden stelt, zult u mislukken. Want de dalende Nijl was de tijd voor het zaaien, voor het werken, niet voor het oogsten. Zo werden al die associaties bij elkaar gebracht. En om die goed te verkopen had je natuurlijk heel veel bijkomstigheden nodig.
Die bijkomstigheden zijn erg aardig. De persoon in kwestie werd door een paar heel hoge deuren binnengebracht in de zaal waarin het beeld stond. Er kwamen dan priesters met flambouwen, priesters met rinkelbommen (sistrums), er kwamen vaak danseressen bij, als het iemand van belang was. Er werd dus een eredienst gehouden. Na deze eredienst werden er offers gebracht; meestal een paar bloedoffers en graanoffers. Na deze offers begonnen de priesters te galmen “Spreek dan toch”, te smeken, te bevelen en eindelijk kwam er een vreemd onderaards gerommel (het was waarschijnlijk alleen de priester die voor de spreekbuis zijn keel schraapte). Dan viel er een doodse stilte en werden de flambouwen gedoofd. In het duister (dat hadden ze heel handig bekeken, er was net een lichtstraaltje dat het beeld nog kon bereiken vanuit het dak) kwam dan de stem en die vertelde dan wat er gedaan moest worden. Het geheel was erg suggestief en daardoor waarschijnlijk ook erg attractief. De mensen hadden het gevoel dat ze met een direct bezoek van de godheid werden vereerd.
Maar er waren natuurlijk ook godloochenaars bij. Die heb je overal. In Egypte waren er veel meer goden om te loochenen dan elders; dus waren er ook mensen, die meer goden loochenden. Als zo iemand dan erbij was en je kon erop rekenen dat hij het orakel een beetje belachelijk zou vinden, dan had men een heel eenvoudige methode: Men had iemand met een lange dunne zwiepende staaf, waaraan wat veren waren gebonden. In het donker kreeg hij dan net voordat de stem kwam of bij de eerste woorden ineens een veeg over z’n hoofd. Nou, hij vroeg zich af: Wat was dat? Hij kon niets zien en daardoor was hij overtuigd. Begrijpelijk.
Dat moet u natuurlijk nooit doen. Als je zelf ooit als orakel wilt optreden, dan moet je niet beginnen de mensen met allerhande suggestieve middelen te overtuigen van de belangrijkheid van hetgeen je zegt, want dan ga je hun wilsvrijheid aantasten.
Heel aardig was ook de methode waarop de mensen bij de Pythia werden toegelaten. Het was in een grot. In die grot en gedeeltelijk daarvoor had men een tempeltje gebouwd. Als je binnenkwam, kon je al beginnen te betalen. Ze hadden zelfs wijwater‑automaten in die tijd. Je gooide er een muntstuk in, dan begon het water over te lopen. Omdat het water overliep in een tweede schaaltje dat hellend stond, kwam er beneden een beetje wijwater uit. Het was wonderlijk dat dat kon gebeuren. Vervolgens werd je binnen gebracht en moest je eerst een hele tijd wachten. Dan hoorde je gezang en werd je in een plechtige optocht ‑ naar gelang van de belangrijkheid waren dat twee of tien personen ‑ binnengeleid tot voor een soort toneeltje. De Pythia was dan nog niet aanwezig. Dan werd de vrouw die daarvoor diende (meestal al enigszins onder invloed gebracht met kruiden e.d.) op haar stoel geplaatst (een troon). Naast haar stonden dan de tolken en de priesters.
De priesters begonnen mooie bezweringen te zingen en ondertussen zat het meisje adem te halen. Als ze dan bijna wegzwijmelde, moesten de priesters ervoor zorgen (dat was hun taak) dat ze behoorlijk op de stoel bleef zitten, dat ze achteroverleunde. Na een ogenblik (ze was dan wat vrij van de dampen), begon dat te werken en begon ze te spreken. Soms in verstaanbare taal (Grieks ook wel Latijn). Als ze onverstaanbaar sprak, dan was er iemand die op zijn knieën erbij ging zitten om te luisteren, dat was dan later de tolk, die ook weer door de god werd geïnspireerd. Met dergelijke vertoningen maakte men het orakel attractiever, maar gelijktijdig geloofwaardiger.
Er zijn natuurlijk ook wel andere orakels geweest. Vooral het orakel van Alexandrië, waarvan Lewis een heel aardige beschrijving geeft in Ben Hur. Daar wordt nl. verteld over het bladorakel zoals dat in Alexandrië heeft bestaan. De beschrijving is niet helemaal juist, dat wil ik erbij zeggen. Inderdaad ging het hier om droge bladeren, waarop men een tekst of tekens (beide zijn mogelijk) had aangebracht (met krassen, ook gebruikte men er een soort sap voor). Als die bladeren dan in het water terecht kwamen, dan trok de door het zuur nog versterkte kneuzing op en werd er schrift zichtbaar. Je kon het in elke bron doen, maar natuurlijk moest dat in de gewijde bron gebeuren, want dat kostte weer wat. (Uit godsdienst geld slaan, is ouder dan de weg naar Rome.) Hiermee kreeg je een eenvoudige spreuk in handen. Het belangrijke hierbij was de vraag die je stelde.
Dit was geen echt orakel. Het was eigenlijk een waarzeg‑automaat. Tegenwoordig hebben ze ook van die dingen. U kent ze wel: de wijzers die ronddraaien. U stelt een vraag door een pseudo‑microfoontje. U werpt uw geld in, u drukt op de knop, de wijzer blijft een tijdje ronddraaien en blijft dan staan. En dan leest u bv.: Ga niet op reis, want een zwarte vrouw zal uw pad kruisen. Dat zijn dingen die op zichzelf wat dwaas zijn. Maar men maakte daarvan toch wel handig gebruik, want een dergelijke spreuk kon associaties wekken.
Het succes van het bron-orakel berustte op degene, die de associaties die iemand kreeg bij zo’n spreuk fluisterde en dan suggereerde wat de betekenis was. Die werd dan altijd gezocht in de richting van de associaties. Het is een kwestie van gebruikmaken van het onderbewuste van de mens. De onderbewuste associatie werd naar voren gebracht door een schijnbaar willekeurige spreuk. Daardoor werd aan de spreuk een bepaalde betekenis toegekend. Die uitleg was dan weer het orakel. In 9 van de 10 gevallen zult u ontdekken als u zich met orakelen of profeteren bezighoudt, dat de reacties van een mens van groot belang kunnen zijn. Echter niet bij uw profeteren. Zoals bij dat oude orakel het blad dat je kocht van degene, die de orakels bezat, ook niet werd uitgekozen. Het was toeval. Als u voorspelt, dan moet u gewoon uw voorspelling geven. En als u die heeft gegeven, dan zult u zien dat de persoon in kwestie reageert. Wilt u die persoon helpen, dan kunt u rekening houden met deze reacties en daardoor een verklarinkje afleggen. Dan zegt u: Dat zie ik natuurlijk niet, maar ik geloof als ik u zo hoor, dat het dit en dat voor u betekent. Op die manier kunt u de mensen vaak ook nog psychologisch helpen.
Als u nog een moderne gebruiksaanwijzing wilt hebben voor eenieder die de toekomst wil kennen:
Neem kennis van de feiten op een oppervlakkige manier. Anders gezegd: Als u wilt weten wat de toekomst zal brengen, dan moet u de krant wel lezen, maar u moet zich niet druk maken over de artikelen of over het nieuws dat erin staat. Ga niet onmiddellijk, als u een krant heeft gelezen, een profetie uitspreken, want dan is het de hoofdredactie van het een of ander dagblad die aan het woord is en niet een geest, niet een hogere waarde. Door veel feiten in u te vergaren schept u een bron, waaruit uzelf kunt putten. U heeft de geest eigenlijk niet eens nodig.
Leert u zich openstellen voor hogere krachten, dan komt daarbij een door u misschien niet helemaal gerealiseerd aanvoelen van tendensen. U voelt iets aan van de kosmische ritmen. Daar is elke mens gevoelig voor. En dit aanvoelen plus het feitenmateriaal dat u dan bezit, maakt het mogelijk om met een grote zekerheid toekomstige ontwikkelingen te voorzien, voor uzelf zowel als voor anderen.
Wilt u mensen zuiver persoonlijk helpen, neem dan altijd een concentratiemiddel. U behoeft heus de kaart niet te leggen of in koffiedik te kijken. U kunt mijnentwege net zo goed zilver poetsen of een partijtje schaken. Belangrijk is dat u zich concentreert op iets en dat u probeert daarin de associatie te vinden. Hierdoor maakt u zich los van de persoon die tegenover u staat, maar interpreteert u tegelijk alle invloeden, die u van die persoon ontvangt in overeenstemming met een beeld dat u voor u had. U heeft dus een leidsnoer, waardoor u de vele associaties a.h.w. uit elkaar rafelt en in volgorde legt. Hieruit krijgt u ‑ men noemt het dan intuïtie ‑ bepaalde beelden. Niet dat u ze ziet. Zien doen zoveel mensen niet, maar u vormt in uw gedachten een voorstelling; en die is meestal goed gedefinieerd. Spreek die uit. U zult ontdekken dat u dan voor die persoon de meest juiste voorspelling heeft gegeven En als u vindt dat voorspellingen overdaad zijn, bedenk dan één ding;
Het is soms mogelijk, iemand te waarschuwen voor gevaren en ook wel voor gelukkige ontwikkelingen, die hem anders zouden verwarren. Wijs een mens op mogelijkheden, die er bestaan en u maakt het hem mogelijk beter te reageren. Dit hebben de oude orakels ook gedaan. En ik meen dat ze vooral daaraan vaak hun faam en belangrijkheid hebben verdiend. Want het resultaat van een voorspelling hangt eigenlijk niet af van de feitelijke waarde alleen die daarin ligt, maar vooral van de reactie die de mens op de voorspelde feiten zal hebben. Dat is voor hem van betekenis. En als een orakel in staat was, u naast een feitelijke voorspelling ook nog iets te geven waardoor uw reactie tegenover de feiten gemakkelijker zou worden, dan had men daarmee bereikt wat men wilde, nl. dat de persoon innerlijk de vervulling van de voorspelling voelde en daardoor tevreden was.
Ik geloof dat dit voldoende is. Het lijkt misschien wat onbetekenend zoals ik het vanavond heb verteld, maar het bevat voor u een voldoende praktische handleiding om zelf eens te proberen toekomstbeelden op te roepen. En als u geen zin heeft om dat te doen, houdt u zich dan eens bezig met een foto van een politieke figuur of met een krantenbericht. Ga u dan eens afvragen Wat zou dit betekenen? Stel u dan in op de manier die ik u heb gezegd. Laat in u de feiten de vrije loop. Ga niet redelijk nadenken en kijk wat de spontane uitkomst is. U zult tot uw verbazing ontdekken dat u veel meer profetische gaven heeft dan u ooit heeft gedacht. Dat de meeste mensen dit niet beseffen, is het geluk van de velen die de mensen misleiden, maar ook van de orakels die op deze manier vaak rijkelijk een inkomen genieten dat anders de mens voor zichzelf zou kunnen houden.