21 oktober 1966
Allereerst wijs ik u er nogmaals op, dat wij niet alwetend of onfeilbaar zijn. Als onderwerp voor het eerste deel van deze bijeenkomst koos ik: Mars in opkomst.
In de astrologie is mars de oorlogsplaneet. Mars is de planeet van de krijger, kortom, de vertegenwoordiger van het typisch mannelijke element. Als omschrijving van hetgeen, waarover ik vandaag iets wil zeggen, kunnen wij dit begrip “Mars” goed gebruiken. Wat is namelijk het geval? Er komen tijden waarin correcties op hun plaats en zelfs onvermijdelijk zijn. Deze correcties vinden mogelijkerwijze op een van de volgende drie manieren plaats: Allereerst is daar de weg der geleidelijkheid: De evolutie. In de tweede plaats kan ook directe strijd de verandering brengen, terwijl als derde mogelijkheid rechtspraak of scheidsrechterlijk optreden een grote rol kan spelen bij noodzakelijke veranderingen. Het optreden van alle drie factoren in deze tijd is mogelijk. In de afgelopen periode – ik mag hierbij wel wijzen op hetgeen wij bij het begin van het vorige verenigingsjaar en aan het begin van dit kalenderjaar al zeiden – is er een tendens, waarbij allerhande fouten tot uiting komen en eventueel ook gecorrigeerd worden. Men zou dan ook kunnen zeggen, dat het lopende jaar uitermate rechterlijk werkt. Dit geldt niet alleen voor de wereld, maar ook voor de mens zelf: zijn innerlijke conflicten, zijn moeilijkheden, zijn zoeken naar een juiste formulering voor bv. zijn geloof, confronteert hem wel bijzonder sterk met de fouten, die hij gemaakt heeft in het verleden. Hierdoor echter vindt men ook de mogelijkheid opnieuw te beginnen, te veranderen.
Ofschoon dit alles het leven in dit jaar niet bepaald eenvoudig of rustig doet zijn, kan men hier toch nog wel spreken van geleidelijk zich ontwikkelende processen. Van werkelijk onverwachte en plotselinge ontwikkelingen is weinig of niet sprake. Zelfs daar, waar er sprake is van opstanden en stakingen, blijft nu nog enig evenwicht, als enige mogelijkheid tot overeenkomst bestaan.
In de komende tijd wordt de mogelijkheid, onder dergelijke spanningen evenwichtig te reageren, echter minder. Dit betekent voor iemand die innerlijk met zekere vragen en problemen worstelt, dat hij voorzichtig moet worden. Wat in de komende dagen nog opgelost wordt, zal voeren tot ontwikkelingen in de toekomst, die sterk en goed zullen zijn. Alle problemen, die nog niet tot een oplossing worden gebracht, zullen echter in komende tijd een strijd veroorzaken. Er is o.m. sprake van een zekere neiging tot gewelddadigheid, de niet meer beheerst kan worden. Als je de geestelijke elementen van die komende periode wilt overzien, zou je kunnen zeggen: er dreigt een soort berserkerwoede te ontstaan. Iemand, die eenmaal begint met strijden, zal niet meer weten, waar op te houden. Men gaat in alle dingen te ver, veel verder dan men eigenlijk wel zelf wenste. Een dergelijke invloed is enkele dagen geleden al zwak kenbaar geworden en sommigen onder u zullen reeds ervaren hebben, wat een dergelijke invloed betekent. Ik neem bv. aan, dat velen onder u op maandag en dinsdag jl. te maken hadden met onredelijkheid en in zich de neiging hebben voelen rijzen om nu maar eens lekker de waarheid te zeggen – en als het iemand pijn zou doen, geen bezwaar. Net goed zo.
Indien u dit zelf hebt ervaren, – in beperkte mate en misschien zelfs alleen maar als een neiging -, zo moogt u niet aannemen, dat dit al de komende tendensen kenbaar maakt. Het is slechts een zeer zwakke aankondiging van alles wat komende is. Dit zal veel sterker, in veel grotere mate en over veel langere perioden optreden. U moet echter wel beseffen, dat ik deze komende Mars-tendentie niet bespreek op deze avond omdat ik u nogmaals voor wil houden, wat er al zo op de wereld gaat gebeuren. Daarover is bij andere gelegenheden al meer dan voldoende gezegd. Het gaat mij om bepaalde geestelijke lessen, die men al nu in dit verband kan treken en het kenbaar maken van de ook geestelijke consequenties, die aan dit alles verbonden kunnen zijn.
Als u in deze dagen twijfel koestert over bepaalde punten, moogt u niet trachten deze twijfels nog langer te onderdrukken. Men zal moeten proberen voor zich tot een uitspraak, een beslissing te komen. Ook heeft het geen zin te proberen een compromis te sluiten. Want een compromis, dat in deze dagen wordt gesloten, zal over enkele maanden al aanleiding kunnen zijn tot een niet te beheersen en steeds feller wordende innerlijke of uiterlijke strijd. Probeer vooral niet in deze dagen voor uzelf of anderen, alle dingen goed te praten. Erken, wanneer er iets verkeerd is, een gedachte of een daad. Doe dit ook wanneer het uw verleden betreft. Wees niet alleen eerlijk tegenover jezelf, maar erken eenvoudig alles, wat geweest is en definieer je huidige standpunt.
De mens, die in deze dagen in staat is tussen de vele twijfels van geloof, filosofie enz. door voor zich één enkele zekerheid te bouwen, kan er verzekerd van zijn, dat deze hem in de komende tijd dragen zal en een betere beheersing van daden en denken mogelijk zal maken. Op het ogenblik dat men dit niet zal doen, moet ik tot mijn spijt constateren, dat men in de komende periode niets van werkelijke en blijvende waarde zal bereiken, terwijl men aan het einde van de Marsperiode – die nog langere tijd zal aanhouden, – eerder zal zijn teruggevallen tot chaotische omstandigheden, dan ook maar één enkele stap voorwaarts gedaan te hebben. En dit ondanks alle moeite en streven. Dit geldt voor alle dingen.
U hebt contact met de geest, maar bent wat onverschillig: U gelooft het wel. Wanneer u zo verder zoudt gaan, zouden uit de contacten met de geest voor u steeds sterker wordende conflicten ontstaan. Of u nu het geheel voorlopig overboord zet, dan wel het contact voor uzelf definieert en voor uzelf bevredigende voorwaarden en regels daaraan verbindt, het nemen van een beslissing, het aannemen van een vaste houding, zal er zorg voor dragen, dat u in de komende periode uw geestelijk leven en eventueel uw contact met de geest sterker duidelijker en meer vruchtdragend kunt maken.
Het is moeilijk, alles wat met de “Marsinvloed” samenhangt, hier kort te omschrijven. Mars regeert zovele dingen. De meesten onder u weten waarschijnlijk niet eens, dat Mars ook geluksfactoren beheerst, vooral zover dezen in verband staan met menselijke contacten. Ook dit is astrologie, maar past als omschrijving van wat gaat komen in het beeld. Menselijke relaties zijn op het ogenblik vaak wankel en onzeker. U weet nog niet eens goed, wie nu eigenlijk uw vrienden en uw vijanden zijn. U weet niet, welke mensen voor u van werkelijk belang zijn en wie niet. U hebt daarvoor waarschijnlijk ook niet al te veel belangstelling in deze dagen. Toch zult u moeten proberen hierop al heden antwoord te vinden. Uw menselijke relaties zijn immers van groot belang voor uw innerlijke rust. Als u deze innerlijke rust niet kunt vinden, dan dreigen in de komende tijd complexen, onaangenaamheden, die in steeds toenemende mate uw normale dagelijkse bestaan gaan overschaduwen en zelfs uw lichaam kunnen schaden.
Zorg ervoor, in de komende maanden, bepaald te hebben, wat u nu eigenlijk wel wil en wat u niet wil, welke mensen voor u harmonisch zijn – wie bij u past en wie niet dus. Vele ontwikkelingen lopen al langere tijd. U kunt er echter wel zeker van zijn, dat de komende drie maanden voor de meesten daarvan een oplossing bieden. Zo dit niet het geval is, kunt u er wel van zeker zijn, dat deze problemen zich tot strijdpunten ontwikkelen die meerdere jarenlang uw leven gaan beïnvloeden. Zorg er dus voor, ook hier uw houding tevoren te bepalen.
Wie in deze dagen naar de mensheid en de wereld ziet, zal overal mensen vinden, die zeggen niet meer in God of iets hogers dan de mens te geloven en aan de andere kant toch bedelen om een hoger gezag – al is het maar een dictator – om de verantwoordelijkheden van het leven van hen over te nemen, zodat men weer leven kan in het denkbeeld, dat gehoorzaamheid alleen reeds voldoende is, om het goede tot stand te brengen en als goed mens te leven. Men vergeet daarbij, dat men, of men nu al dan niet in een God gelooft, de verantwoordelijkheden voor eigen leven en daden zal moeten dragen. Niemand kan u van deze aansprakelijkheid bevrijden.
Iemand die echter in deze dagen poogt zich op te werpen als dictator, zal fel snel en veel aanhang gewinnen, maar toch waarschijnlijk al voor het einde van 1968 gevallen zijn. Ook zij, die aansprakelijkheden van anderen op zich willen nemen, zullen moeten ontdekken, dat het niet mogelijk is de persoonlijke verantwoordelijkheden te delegeren.
Wat geloof betreft, men kan elke geloof nemen, hetzij in God – volgens mij het beste en meest natuurlijke voor de mens – of in iets anders. Van belang is het vooral, dat het geloof een aanvulling vormt op de eigen persoonlijkheid, een richtlijn, die men voor zich, als juist erkent en een bron, waaruit men krachten putten kan, zodra men vreest dat eigen kracht tekort zal schieten Om een beeld te geven van de menselijke gebondenheid: in het lopende jaar doen mensen mij denken aan trolleybussen. Zij kunnen in het verkeer zich aanpassen en uitwijken, wanneer dit noodzakelijk is. Het volgende jaar zullen diezelfde mensen zich gedragen als een voertuig op rails: hun baan staat vast. Zij kunnen misschien hun tempo wat vergroten, zij kunnen wat remmen, maar dat is ook alles. Daarbij dient te worden opgemerkt, dat het remmechanisme bij velen als beheersbare factor – echter door eigen schuld – buiten werking zal treden. Menselijk bezien geldt dan ook: kies in deze dagen zeer nauwkeurig je intimi, je vrienden. Bepaal in deze tijd, nu je nog kunt reageren en zonder geweld oplossingen kunt vinden, met wie je wel wilt werken en met wie niet. Voor uw succes en innerlijke rust is dit van het hoogste belang.
Mars brengt veranderingen, vele zelfs. Deze treden vaak onverwachts, plotseling en gewelddadig op, maar houden dan langere tijd aan. Er is dus geen wisselvalligheid, zoals men bv. astrologisch pleegt te zien in het karakter van Neptunus. Het gebeuren is rechtlijnig, maar brengt vele veranderingen, waaraan de mens voor de komende tijd, soms de komende jaren, gebonden zal zijn. Wanneer wij nu de veranderingen al voorzien en ons daarop voorbereiden, ontstaat de mentaliteit, waardoor wij alles, wat op ons aan komt stormen, kunnen verwerken. Dan zal de invloed, die ons beroert, ons alleen maar verder helpen in de juiste richting. Om het eenvoudig te zeggen: Degenen die al zelf in beweging zijn, wanneer de Mars invloeden op gaan treden – wat rond de Kerst voor het eerst op merkbare wijze optreedt en helaas voor velen ongenoegen en strijd omvat – kunnen hun momentum, de beweging naar het reeds gekozen doel dus, versterken met de optredende invloed. Voor hen geeft het komende jaar vitaliteit en succes. De invloeden verzwakken de mens niet, maar geven hem juist een vaak haast tomeloze energie.
Wil men echter nut hiervan hebben, dan zal die energie tevoren, dus voor zij geheel kenbaar wordt, al gericht moeten zijn. De mens zal zichzelf in staat moeten stellen de krachten, die hem bereiken, op de juiste wijze om te zetten. Wat voor u de vraag doet rijzen: Hoe zet ik een kracht, die mij van buitenaf bereikt, om?
- Om dit te doen, dien ik voor mijzelf een innerlijke af gestemdheid te bereiken – iets dat geheel mijn leven en de harmonie die voor mij bereikbaar is, bepaalt. Elke kracht, die voor mij van belang kan zijn en mij bereikt, zal dan worden getransponeerd tot het vlak van mijn innerlijke waarden. Het is dan voor mij geen kracht zonder meer, doch een innerlijk ervaren energie, die is aangepast aan mijn wezen. Dit geldt zowel voor geestelijke als voor meer materiële krachten.
- Als ik krachten, die mij bereiken, zelf en bewust wil gebruiken, eisen zij van mij een reactie. Daarbij dient beseft te worden dat eigen reactie op een optredende kracht van buitenaf steeds de neiging zal tonen, te gaan in de weg van de minste weerstand. Het is goed hierbij op te merken, dat men, wanneer men al intens streeft, zozeer daardoor gegrepen zal zijn, dat dit voor het ik de weg van de minste weerstand is geworden. Elke optredende kracht, die ik verwerk zal dan dus zonder meer mijn al bestaand streven ondersteunen. Is er geen sprake van een al bestaande actie en een reeds erkend doel, dan zal het Ik echter gedreven worden langs de weg van de minste weerstand, zoals deze buiten het Ik door omstandigheden is vastgelegd. Wat weer inhoudt, dat je door de optredende krachten gedreven wordt langs een weg, die men niet zelf bepaalt en hierdoor het gevaar loopt te worden geconfronteerd met stoffelijke en geestelijke situaties en mogelijkheden, die men niet kent en ook niet zal kunnen beheersen.
- Het denken van de mens is bepalend voor zijn milieu, zoals hijzelf dit ervaart. U leeft in een wereld van waan. Deze waan projecteert u zelf. Zodoende geeft u een verbeelding van delen van de werkelijkheid in een samenhang en waardering, die een zuiver persoonlijk concept vormen: Het is onmogelijk de werkelijkheid als geheel te kennen. Wel zal men in eigen streven denken en leven, elementen ontdekken, die steeds weer door de feiten worden bevestigd, zelfs wanneer het gaat om waarden, die men zelf niet kan controleren. Ofschoon ook dit geen absolute werkelijkheid is, kan men toch stellen dat zo men zich hierop vooral baseert, het geheel der in het ik bestaande of via het ik tot uiting komende krachten werkzaam zal zijn in de realiteit. Er zal dan sprak zijn van een werkelijke en ook voor anderen kenbare bereiking, zelfs indien men deze zelf misschien wat anders zal interpreteren dan de omgeving geneigd is te doen.
Dit zijn drie voor u belangrijke punten. Ik verzoek u dan ook hierover eens na te denken en, als u ze kunt aanvaarden, daarmede vooral in de komende 18 maanden rekening te houden. Ook het volgende zal vooral in genoemde periode voor u belangrijk kunnen zijn. Strijd kan vooral tot uiting komen in oorlog, geweld, maar ook in innerlijke strijd, terwijl ten laatste geweld ook via een z.g. paniekreactie gestalte kan krijgen. Voor de wereld zowel als voor de menselijke geest zijn de minst aanvaardbare en verschrikkelijkste gevolgen te wijten aan paniek. Bij strijd of gevaar, welke wij niet kunnen aanvaarden, reageren wij als mens en zelfs wel als geest – instinctief, dus zonder rekening te houden met onze feitelijke mogelijkheden en de werkelijke omstandigheden. Een uitgetreden geest kan alle demonen ontmoeten, die er bestaan en zonder schade haars weegs gaan, mits zij niet bevreesd is. Degene die zich tot paniek laat brengen door de benadering van dergelijke wezens, zal in paniek geraken, daardoor de macht van dergelijke wezens aanvaarden, vluchten, geestelijke kwetsuren oplopen, terwijl men ook lichamelijk de gevolgen daarvan zal ondervinden. In het ergste geval zal zelfs het koord worden gebroken, dat de samenhang tussen geest en stof vormt, zodat de vlucht een eindeloze dreigt te worden.
De mens, die op aarde in een noodsituatie komt en overlegd reageert, zal altijd weer de volgens hem meest juiste weg kiezen. Hij zal hierdoor in staat zijn, zelfs wanneer de gedane keuze niet de optimale is, te bereiken. Iemand, die panisch reageert, slaat er onmiddellijk op los, vlucht zonder meer en volgens gewoonte, waardoor men zich veelal juist in die richting wendt, waarin de mogelijkheden voor het Ik het kleinste zijn, terwijl een beheersing van de eigen wegen en mogelijkheden door omstandigheden van buitenaf zo groot wordt, dat zelfs een terugkeer tot meer overlegd handelen geen kansen meer biedt tot een zich onttrekken aan de grootste gevaren of nadelen. Het is dus wel duidelijk, dat paniek wel het eerste is, waarvoor men zich dient te hoeden. In het komende jaar zullen verschillende panische reacties optreden in de mensheid. Dat deze zekere landen aan de grens van de oorlog zullen brengen, hebben wij reeds in eerder gehouden betogen duidelijk gemaakt.
Ook in uw persoonlijk leven zal de neiging tot een panische en dus onoverlegde reactie groot zijn. Dit kan dan betekenen, dat banden van waarde zonder meer worden verbroken, dat u geïsoleerd in de wereld komt te staan, dat u alle geestelijke houvast kwijtraakt en zelfs aan de grenzen der waanzin komt te staan. Juist daarom herhaal ik: Zorg ervoor dat je in de komende tijd steeds weet, wat je bent, wat je wilt, wat je doet, vluchten is niet zo erg, als dit maar overlegd gebeurt. Je kunt natuurlijk niet alles ontlopen, maar aan vele dingen zal men zich toch wel kunnen onttrekken. Wanneer je echter wegvlucht zonder zelf te weten hoe, waarom en met welk doel, is de mogelijkheid wel zeer groot, dat men juist aan zijn vluchten ten gronde zal gaan.
Nu is er nog tijd om je een beeld te vormen van alles, wat je bent, wat je wilt en wat je kunt doen. Doet u dit, dan zal u dit later een grote steun blijken te zijn.
Directe strijd kan zeer goede en waardevolle resultaten opleveren, wanneer zij voortkomt uit een erkende noodzaak en gevoerd wordt met achting voor de tegenstander. Respect voor de tegenstander geeft aan de strijd zelf een zekere glans. Dit maakt het mogelijk zelfs in de felste strijd ridderlijk te blijven en de achting voor jezelf te bewaren, waardoor men tevens in staat zal zijn de eigen krachten geheel en zojuist mogelijk te gebruiken. Laat u daarom niet verleiden bepaalde geestelijke waarden, omstandigheden, mensen, bestanden, naties e.d. te verachten en te haten, zonder ze werkelijk geheel te kennen. Respecteer, zo ver dit maar mogelijk is, uw tegenstanders, zelfs als zij wapenen gebruiken, die u onjuist acht en voor uzelf wenst te verwerpen. Door dit respect voor de tegenstander en de aanvaarding van zijn wezen en werkwijzen maakt u het uzelf mogelijk, onder alle omstandigheden zo bewust en doelmatig mogelijk uw strijd te voeren en haar met zo groot mogelijke geestelijke en eventueel ook stoffelijke verworvenheid te beëindigen.
Ten laatste wil ik in dit verband opmerken, wanneer je strijden moet, heeft het geen zin je daarover te beklagen. U zult in de komende tijd – zoals overigens sommigen van u al in het afgelopen jaar hebben ervaren – geconfronteerd worden met problemen en vraagstukken, waar u niet omheen kunt. U zult een antwoord moeten geven, of u wilt of niet. U moet een beslissing nemen. U moet uw eigen stoffelijk en geestelijk streven bepalen, zelfs als de geboden alternatieven in het begin niet zo aanlokkelijk schijnen te zijn. Aarzel dan niet. Bepaal reeds nu, wat u zou willen doen en laat u bij noodzakelijke strijd en keuze mede hierdoor leiden niet het gekozene zelf zonder meer wensende en al het andere weigerende, maar alles aanvaardend, wat niet geheel met het gestelde doel in strijd is.
Er is een aardig verhaaltje. Een man speelt 20 jaren in de loterij. Hij heeft al vele malen plannen gemaakt voor de mogelijkheid, dat hij de 100.000 zou winnen. Ofschoon hij aan het winnen van de prijs zelf niet zozeer geloofde, had hij zich toch al zovele voorstellingen gemaakt van alles, wat hij dan zou willen en kunnen doen, dat hij, toen hij onverwacht werkelijke de prijs won, niet opgewonden was en zich niet liet overdonderen door een gevoel van weelde, maar in staat was zijn plannen uit te voeren en zo werkelijk de dingen, die hij begeerde, te verwezenlijken. Er was een tweede man, die eveneens 20 jaren in de loterij speelde. Deze had er nog nooit over nagedacht, wat hij met een eventuele hoofdprijs zou doen. Hij stelde alleen maar: ik zal mij in een dergelijk geval zeer rijk voelen en het ervan nemen. Overweldigd door het gevoel, “nu kan ik alles doen”, gaf hij de gewonnen prijs snel uit en maakte zovele schulden, dat hij na een jaar armer was dan ooit tevoren en dit, zonder zijn werkelijke behoeften en wensen ook maar bij benadering vervuld te hebben.
Dit verhaal illustreert iets. Wat er ook in het komende jaar gebeuren gaat, zeker is dat u, wanneer u al vandaag plannen hebt gemaakt – ook wanneer zij nu zinloos en niet te verwerkelijken schijnen – zo heeft u een punt van uitgang. Dan kunt u reageren volgens behoefte, omdat u niet meer hoeft te improviseren, zover het uw doel en willen betreft. De impuls van het ogenblik kan vaak tot zeer goede resultaten voeren. Maar in de meeste gevallen werkt een reageren op dergelijke impulsen verwarrend in het persoonlijke leven en brengt het situaties tot stand, waarop men niet rekende en die men waarschijnlijk ook niet geheel meester kan blijven.
Bezien wij het optreden van de komende grote en zeer vitale krachten verder, dan blijkt het waarschijnlijk te zijn, dat zeer velen onder de mensen geconfronteerd worden met geestelijke belevingen, die voor hen van zeer grote betekenis zijn. Misschien ondergaat men met vreemde gevoelens een soort contact met het Hogere, misschien is er eerder sprake van een confrontatie met het schijnbaar onmogelijke, het deel hebben aan wonderlijke gebeurtenissen.
Ik weet wel, dat vele van de mogelijkheden, die u aanvoelt, op het ogenblik uitermate onwaarschijnlijk lijken. Maar de meeste mensen kennen toch een zekere mate van vooruitzien.
Men noemt dat fantasieën en dagdromen, maar toch schuilen er, vooral zover het Ik zelf alleen in deze dingen betrokken is, veel van de werkelijke mogelijkheden en noodzaken in. Wanneer u vele malen droomt van een bepaalde situatie, vraag u dan niet alleen af, of het aangenaam zal zijn, maar zoek vooral de droom aan te vullen, door na te gaan, hoe u in een dergelijk geval zou willen en moeten handelen. Maak plannen, zelfs als het nu zinloos schijnt. Dan bent u tenminste voorbereid als het begeerde of gevreesde werkelijkheid wordt.
Juist ook waar het het innerlijk van de mens betreft, is het van groot belang te weten, wat men wil en wat men zou kunnen doen. Wanneer je beroerd wordt door het Licht, heb je een grote energie en beschik je over vele mogelijkheden. Als je die krachten dan verspilt aan spelletjes en magische foefjes, terwijl men esoterisch met diezelfde kracht bewust tot één der hoogste sferen had kunnen doordringen, is het zonde van de kracht, die men verspilde en van de tijd, die men besteedde. Wat meer is, een dergelijke kans krijg je misschien niet zo snel weer.
Ik denk, dat ongeveer 1/3 van de mensheid – degenen hierbij tellende die t.m. de puberteit bereikt hebben – in het komende jaar belevenissen van grote geestelijke waarde en belang zullen ondergaan. Het is dus wel heel waarschijnlijk, dat ook u, of minstens het merendeel der hier aanwezigen, tot degenen, die deze waarden ondergaan en verkrijgen, zal behoren. Zorg er daarom voor, dat u ook geestelijk uw weg bepaald hebt. Volsta er niet mee te zeggen: wanneer ik die krachten krijg, zal ik er gelukkig mee zijn en zal ik er veel mee gaan doen. Vraag u al nu af, wat u met geestelijke krachten zou willen gaan doen, wat men als de meest belangrijke en juiste taak voor het ik beschouwt.
En nog iets. Het is zeer waarschijnlijk, dat vele mensen zich in deze dagen reeds wat achtervolgd gevoelen door krachten waarvan zij eigenlijk niet weten, of zij nu goed dan wel kwaad zijn. Dit zal in de komende maanden nog sterker tot uiting komen. Ik doel hier op het gevoel, of er een schaduw achter je gaat, of er iemand steeds maar weer over je schouder kijkt. U kent het misschien wel. Dat vreemde gevoel, dat er iets achter je is, zal voor menigeen de aanleiding worden tot onzekerheden, men zal zich daar problemen bij maken, er slecht door slapen, en stoffelijk er bezwaren van ondervinden. Ook hier wil ik u een raad geven: let er niet op. Wat achter u is, is van geen belang en kan niet gevaarlijk worden. Alleen wat u tegemoet treedt, is voorlopig van belang. Laat u dus door een al dan niet imaginair achter u aansluipen van geesten en geestelijke krachten vooral niet opjagen, probeer u niet bedreigd te gevoelen.
Zij kunnen u niets werkelijk doen, tenzij u, door uw angsten, hen daartoe de gelegenheid zoudt geven. Besef dat u zelf ook in deze gevallen de meester bent.
Waarmede ik mijn belangrijkste raadgevingen wel heb geuit. Ik heb daarbij aan de astrologie ontleende beelden gebruikt, omdat ik, hoewel ik de astrologie niet zonder meer als een zuivere wetenschap beschouw, maar omdat de formulering van bepaalde invloeden, die men daarin associeert met planeten en sterren, over het algemeen bruikbaar gegeven worden. En dit is voor de mens op aarde toch wel van belang. Dat ik grijp naar Mars als omschrijving van de invloed, die voorlopig voor de wereld het belangrijkste is, vloeit hieruit voort. Het is een invloed, die aanloopt van rond 18 december tot het lentepunt en daarna zeer sterk en op bepaalde ogenblikken zelfs door andere invloeden nog versterkt blijft regeren tot in de zomer. Dezelfde wijze van omschrijving handhavende kan ik daaraan dan toevoegen, dat deze inwerking rond september een nevenwerking van Uranusinvloeden krijgt, waarna zij vanaf oktober 67 wederom sterk in vitaliteit toeneemt en zeker werkzaam blijft tot februari 1968. Het is dus een langdurende invloed. Zie haar echter niet alleen als een werking van planeten, sterren of een ingrijpen op stoffelijk gebied, het is eerder een tendentie vanuit de kosmos, die het gehele gebied van alle leven omvat. U kunt deze kosmische invloed toeschrijven aan engelen of iets anders. Het doet er in dit verband niet toe, wat u als bron aanneemt. De kracht is er. Deze kracht beroert ook zeer sterk de voorstellingswereld van de mens. Uw voorstellingsleven is in zijn formulering opgebouwd uit herinneringen, dus wat u geleerd hebt, beleefd hebt, gezien hebt en de variaties, die u zich als gevolg daarvan kunt voorstellen op de beleefde werkelijkheid.
De achtergronden, de combinatie van elementen, die in uw materieel denken aanwezig is, wordt door uw geest bepaald. U zou kunnen zeggen, dat de stukjes van de caleidoscoop in de hersenen liggen, maar dat de wijze waarop het instrument gewenteld wordt en de stukjes worden gecombineerd, door de geest zullen bepaald worden.
De geest zal onder genoemde invloeden tamelijk onrustig zijn. Wij krijgen te maken met een verwarrend veranderen van denkwijzen. Dit betekent, dat men, zo men verstandelijk dit alles wil blijven volgen en verwerken, de formulering die men geeft aan de voor het ik belangrijke dingen, veelomvattend en veelzijdig moet zijn. Een mens, die God alleen maar op één enkele wijze kan zien en aanvaarden, zal zijn geloof in die God, in de komende tijd meerdere malen verliezen. Elke keer, wanneer hij meent iets van de werkelijke God gevonden te hebben, zullen er ongekende omstandigheden optreden, zal zijn denken opeens zich wijzigen, waardoor hij het toch zo begeerde contact met de werkelijkheid verliest. Iemand, die een meer algemene formulering in zich als juist erkent, zal echter beseffen, dat hij alleen achtereenvolgens meerdere aspecten van diezelfde godheid formuleert en ontmoet. Voor zo iemand zal de wijziging van eigen denken niet resulteren in een verlies van contact met het goddelijke, maar wel voeren tot een andere werking van de Godheid op hem, waardoor zijn ervaring en besef vergroot worden.
Dit element is voor de bewustwording interessant en geestelijk gezien van een overwegend belang voor de eerstvolgende periode van bestaan buiten de stof. Is men eenzijdig in zijn denken en aanvaarden – bang dus voor veranderingen – zal een aanvulling van het eigen beleven, denken en eigen concept van de werkelijkheid moeilijk, zoal onmogelijk zijn. Leert men echter alle voor het ik belangrijke denkbeelden ruimer te omschrijven en alle invloeden als meeromvattend te aanvaarden, dan zal men komen tot een verder gaande erkenning en een meer gedetailleerde omschrijving in het ik van hetgeen men erkent. Het gevolg hiervan zal zijn, dat de geestelijke ontwikkeling veel gelijkmatiger plaats vindt. Mars geeft u de mogelijkheid tot in verhouding snelle, zeer regelmatige ontwikkeling in geestelijk en zelfs stoffelijk opzicht. Het wordt u hierdoor mogelijk gemaakt u bewust te worden van uw mogelijkheden en capaciteiten, die weliswaar deel zijn van uw geest, maar vaak als mogelijkheid door de mens worden verwaarloosd, omdat zij niet in een materialistisch denken passen, ofschoon deze waarden wel degelijk ook in de materie uitbaar zijn. Nu geef ik toe, dat u, wanneer u niet langere tijd op basis van innerlijke harmonie uw geestelijke mogelijkheden tot uiting kunt brengen, u op de wereld weinig kunt bereiken. De resultaten zijn dan strijdig en verward. Kunt u echter uw geestelijke waarden gebruiken, dan kunt u de in u levende mogelijkheden bewust en grotendeels beheerst tot uitdrukking gaan brengen.
Dit betekent, dat het stoffelijke leven in de komende periode voor de geest van veel groter belang kan zijn dan normaal. Niet alleen, dat er een grote mogelijkheid tot verdere zelferkenning in is gelegen, maar er is ook een veel grotere mogelijkheid tot zelfbeheersing.
Bereiking in meer kosmische en geestelijke zin is nu eenmaal een zaak, waar zelferkenning, zelfbeheersing en bewuste zelfuiting van het grootste belang zijn. Ook wanneer vooral deze laatste waarde als bewuste uiting voor de mensen op aarde achterwege pleegt te blijven, is al het feit, dat men meesterschap krijgt over zichzelf, terwijl men ook de werkelijkheid omtrent eigen ik beter leert kennen, van onmetelijk belang. Je kunt hierdoor bv. in de z.g. vorm- en spiegelwerelden alles terzijde gaan schuiven, wat niet tot de eigen werkelijkheid behoort. Je kunt veel selectiever eigen werkelijkheid vinden en kiezen en zo, in grotere harmonie levende, ook sneller één worden met de goddelijke werkelijkheid, die, ontdaan als zij is van alle mogelijkheid tot waan, voor de doorsnee mens en geest moeilijk of niet aanvaardbaar is, tenzij allereerst een juiste en volledige zelfkennis is bereikt.
Ik probeer u dus duidelijk te maken, dat de komende periode voor de geest niet alleen belangrijk kan zijn, maar ook zeer grote en goede mogelijkheden bieden kan, die niet alleen de stof of het bestaan na de dood in de geest betreffen, maar beide waarden gelijkelijk kan omvatten en een grote eenheid van besef brengen, waarbij de dood als grens voor het Ik zelfs geheel weg kan vallen.
Ik concludeer voor de komende tijd dan ook: U zult vele dingen niet begrijpen; tracht uzelf te begrijpen, al het andere komt dan wel. In onbegrip zult u gevaar lopen verkeerd te reageren, tenzij u eerst te rade gaat bij u zelf. Alleen bewuste en niet slechts op ogenblikkelijke neigingen gebaseerde acties en gedachten zullen van werkelijke betekenis kunnen zijn. De wereld kan een grote sprong voorwaarts maken in korte tijd. De mens kan zeer veel bereiken in deze beperkte periode, maar alleen door overlegde handeling en reactie. Alle onoverlegde reactie is uit den boze.
Ten tweede, het element strijd zal op aarde veel sterker worden. Er zal sprake zijn van oorlogshandelingen, maar vooral ook van interne strijd in vele landen. Er zal, naar ik meen, echter geen sprake zijn van een alomvattende wereldoorlog. Degene die in deze dingen partij kiest, zal zelf moeten weten, waarom. Je kunt niet met een partij meedoen, omdat het wel leuk is, of een groepering aanmoedigen, omdat zij theoretisch gelijk heeft, terwijl zij in de praktijk faalt. Probeer, wanneer u in strijd betrokken wordt, de mens te zien. Erkennen van de mens is het belangrijke punt hier. Wie de mens erkent, zal in de strijd misschien niet geheel trouw zijn aan bv. een partij, naar zal steeds, zonder mee te worden gesleurd door anderen, zojuist mogelijk blijven handelen.
Een derde punt is voor de meesten onder u misschien van minder belang maar staat in direct verband met gezagsuitoefening en is daarom toch vermeldenswaard. In een Marsperiode, zeker wanneer de invloeden zo sterk zijn als wij voor de komende tijd verwachten, is een regeren door kracht of terreur niet meer goed mogelijk. Dit zal voeren tot steeds grotere conflicten. In een dergelijke periode zal men de wegen die men de mensen wil zien gaan, gemakkelijker en aantrekkelijker moeten maken terwijl men alle andere wegen moeilijker te begaan maakt, zonder dat men hierbij direct en kenbaar ingrijpt in de vrijheid van handelen van anderen. Op deze wijze kan met goed gevolg geregeerd worden, zal men zaken kunnen leiden, zal men reclame kunnen maken en zelfs de geestelijke bewustwording van anderen bevorderen. Elke pressie, elke te directe uitoefening van gezag, zal namelijk in een Mars periode zonder meer verzet uitlokken, zelfs als de maatregel of pressie in zich geheel verantwoord en redelijk is. Onthoud dit.
Dus dames, wanneer u graag hebt, dat manlief zondag met u uitgaat, moet u daarom niet gaan zeuren, want dan zal het zeker niet gebeuren. Zeg bv. ik zou eigenlijk zondag liever met jou samen uitgaan, maar wanneer je daarin toch geen zin hebt, zal ik maar – noem hier vrienden en vriendinnen op, waarmede uw man niet al te veel opheeft – weer eens op visite vragen …….
Een voorbeeld van de indirecte weg dus, dat kennelijk ook voor vele aanwezige dames niet geheel onbekend is. Ik herhaal echter nogmaals de werkelijke inhoud van mijn conclusie. Elke directe gezagsuitoefening wekt steeds groeiend verzet. Het scheppen van schijnbare vrijheid van keuze, waarbij een bestaande preferentie wordt gebruikt, om het geheel in de begeerde richting te voeren, zal over het algemeen zeer goede resultaten afwerpen.
Overigens, ook financieel zal de zaak er nogal vreemd voor staan in de Marsperiode. Degenen, die sterk zijn, zullen ten koste van de zwakkeren in deze tijd vele winsten maken en uitgaven doen. Degenen die niet in staat zijn zich te verzetten, zullen zich hieraan niet kunnen onttrekken door te strijden tegen deze beheersing en onttrekking. Zij, die dit doen, verliezen alles. Men zal eerder een andere richting van werken, produceren en streven moeten kiezen, waarvoor de groteren op dit ogenblik weinig of geen belangstelling hebben. Daar dit echter moeilijk is en daarom door de meeste producenten en bankiers niet gedaan zal worden, kunt u er wel mee rekenen, dat het jaar 1967 sterke crisisverschijnselen brengt met vergrote neiging tot monopolyvorming en toenemende werkeloosheid.
Ook kerkelijk zien wij iets dergelijks: in alle schone samenwerking en eendracht, die men nu na denkt te streven, zal eveneens een belangenstrijd los gaan branden. Daarbij zullen vele kleinere groepen hun zelfstandigheid verliezen en in grotere opgaan, dan wel een zodanige onbelangrijkheid bereiken, dat zij eenvoudig verdwijnen. Vrijheid is ook hier belangrijk.
Eenieder, die tracht anderen in zijn denken, geloven en gedrag te veel te beperken zal ontdekken, dat hij geen invloed meer heeft.
In economische termen betekent dit: Ofschoon het komende jaar vele crisisverschijnselen brengt en mogelijk in vele landen een sterke toename van werkeloosheid, zullen voor de economisch sterkeren, maar ook voor goede en geschoolde arbeiders, de feitelijke levenscondities beter worden dan in de afgelopen jaren. Ik voeg dit alles aan mijn onderwerp toe om u te doen beseffen, hoe zeer deze komende invloeden het geheel van het menselijke bestaan omvatten en hoe belangrijk het voor u zal zijn daarmede rekening te houden.
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0
Vragen.
Is intuïtie niet meer betrouwbaar zonder overleg?
Intuïtie kan de aanleiding zijn tot een overlegd handelen. Zij kan ons de weg aangeven. Wij zullen echter die weg overlegd en bewust moeten gaan, ons eigen tempo bepalend en zelfs de wenselijkheid moeten overwegen ons niet langs de intuïtief als goed ervaren weg, maar langs een parallelle weg naar hetzelfde doel te begeven. Intuïtie blijft dus waardevol en kan dienen als uitgangspunt. In een felle Mars periode zal het sterk intuïtief reageren echter veel gaan gelijken op een instinctief reageren, waarbij de redelijkheid zover wordt uitgeschakeld, dat geen beheersing van omstandigheden mogelijk is. Het is dus niet goed intuïtie te volgen zonder na te gaan, welke consequenties er aan verbonden zijn, wat men ermede bereiken wil en wat er mogelijk is met bekende middelen.
Wat is intuïtie, wat is instinct?
Intuïtie is een aanvoelen van mogelijkheden waardoor op onredelijke wijze eigen uitgangspunt gewijzigd kan worden of eigen standpunt veranderd kan worden. Hierbij spelen zowel de geest als niet bewuste zintuigelijke waarnemingen een rol. Instinct is een reageren zonder bewust denken – vaak zelfs geheel zonder besef – aan de hand van erfelijk ingelegde of door ervaring ingelegde ervaringen. Hierbij zal men oude daadpatronen herhalen, ongeacht het feit, dat men niet kan weten of zij aangepast zijn aan de wenselijkheden van het heden.
Hoe kan men van een vast punt uitgaan, wanneer alle voorstelling van de werkelijkheid grotendeels waan is?
Ik formuleerde dit al in het onderwerp, maar dat zal u wel ontgaan zijn. Wanneer wij denken en streven, zullen wij ontdekken, dat bepaalde gedachten en acties meer blijvend zijn in hun werking en betrouwbaar blijken, terwijl andere acties en gedachten misschien wel even juist lijken, maar al snel onbetrouwbaar blijken. Datgene, wat blijvend betrouwbaar is, zal in wezen harmonisch – maar niet gelijk – zijn aan de werkelijkheid die achter alle waan ligt en vormt dus een van de betrouwbaarste punten van uitgang, wanneer wij actie, bestrevingen en denkwijzen voor onszelf ontwerpen.
Gesteld in de esoterische kring: Alles wat ik innerlijk benader, is emotioneel en dus eenzijdig etc. Later: Absolute veelzijdigheid is haast niet te bereiken. Het verband ontgaat mij.
Een mens, die innerlijk streeft, kan alleen streven naar een harmonie met God. Dit betekent, dat het geheel van zijn verdere wezen en mogelijkheden daarbij is uitgeschakeld.
Naarmate men verder komt langs het innerlijk pad zullen streven en benadering eenzijdiger worden. Wie veelzijdigheid nastreeft, ontwikkelt zich in de breedte, maar zal gelijktijdig zijn eenzijdigheid en daarmede de mogelijkheid het goddelijke verder te benaderen, prijs moeten geven. In de esoterie is een absolute veelzijdigheid dan niet bereikbaar. Ik meen ook, dat het gestelde zonder enige tussenvoeging begrijpelijk en duidelijk is.
God is alles. Als er van veelzijdigheid sprake kan zijn, is God dit toch wel. M.a.w. hoe meer je God benadert, zal ook je bewustzijn veelzijdiger en uitgebreider worden.
Dat had u gedacht. Vergelijk: Wanneer ik een plein heb, waarop 17 wegen uitkomen, zou ik volgens u, naarmate ik dichter bij het plein kom, op meer wegen gelijktijdig moeten lopen? U vergeet, dat wij het niet hebben over het geheel God, maar over de mens, die innerlijk tot deze God streeft.
De mens zal dan ook alsnog langs één enkele en enige weg het goddelijke moeten benaderen en bereiken, voor hij, in de eenwording met de godheid, zijn eenzijdigheid kan prijsgeven en de veelzijdigheid van de goddelijke mogelijkheid beseffen.
Er is de laatste jaren een enorme bevolkingsexplosie. Waren die zielen al in beginsel aanwezig? Waar komen zij vandaan?
Men heeft op aarde al zoveel wezens uitgeroeid, dat er zelfs een verdere reserve is voor het geval de bevolkingsexplosie nog verder explodeert. U denkt altijd, dat een menselijke ziel speciaal gemaakt wordt voor het menselijke lichaam. Ik wijs erop, dat dit een verkeerd inzicht is. Het lichaam ontwikkelt zich via een evolutie, die mutaties tot stand brengt en gelijktijdig bijdraagt tot het ondergaan van alle minder levensvatbare imitatievormen. Het geeft een erfmassa en heeft op grond van deze, bepaalde mogelijkheden en eigenschappen. De geest begint haar bestaan op het ogenblik, dat de ziel zichzelf beseft en zal zich één kunnen gevoelen met vele vormen van leven, al dan niet intens daarmede gebonden bestaand, tot zij voldoende besef en bewustzijn bezit, om een meer ingewikkeld voertuig te besturen, daaraan levenskracht te geven. En nut te hebben van de mogelijkheden, die dit voertuig biedt aan ervaring. De ziel, die in het menselijke lichaam komt, heeft dus een ontwikkeling achter de rug. Daar de geest haar weten en bestaan dankt aan de goddelijke kracht, de ziel, die de kern is van haar bestaan, geldt ook hier het oude Bijbelwoord, dat de uit aarde gemaakte vorm, het lichaam, bezield wordt door de adem Gods, uitgebracht vanuit het goddelijke als de ziel, die door haar bewustzijn, de geest, kan komen tot een eigen en bewuste hantering naast de goddelijke werkelijkheid, waarvan zij toch deel is.
In den beginne was het woord. Wilt u een begrijpelijke vertaling van de logos geven?
In den beginne was de uiting. Het woord is de uiting van het begrip, de voordien bestaande gedachte, de actie van de al eerder bestaande kracht. De logos is dus het wezen en begrip op het ogenblik, dat het kenbaar wordt, zich uit. Het is dan het Woord, waaruit weer de daad voortvloeit, de kenbare, de materiële schepping. Wil men logos dus vertalen als schepper zonder meer, dan kan men zeggen: Het woord en de logos zijn identiek. Achter beide staat de Originator, de werkelijke godheid. Gaat men uit van een kernbegrip, het eerste, wat is, zo zullen wij zeggen: Op het ogenblik, dat de gedachte, die in het goddelijke leven bestaat, geuit wordt of omschreven wordt binnen het goddelijke zelf, is de voor ons kenbare uiting van de logos aanwezig. De logos is dan hier de kracht, die is, leeft en kan handelen voor alle begin van de kenbare schepping.
Voldoende? U begrijpt het niet geheel? Maak u daarover geen zorgen: De mensen hebben zich al honderden jaren hierover de kop gebroken en zij zijn er nog niet achter. Het is dan ook abstract en voor de menselijke levenswaarden voorlopig van weinig belang. Dat men er toch zoveel tijd en aandacht aan besteedt vloeit, meen ik, voort uit het feit, dat menige vrome zich liever bezighoudt met het indelen en omschrijven van zijn God dan met met beheersen van zichzelf.
U sprak zo net immers over bevolkingsexplosie? Daaraan hebben de vromen zeker hun deel nietwaar? Waarom sterven zoveel meer mannen dan vrouwen aan een hartinfarct?
Waarschijnlijk omdat de meeste mannen in hun leven met een vrouw veel te maken hebben, terwijl de meeste vrouwen alleen te maken krijgen met hun man…. De man heeft, of hij het verdient of niet, of hij het kan of niet, in deze wereld een leidende positie en een leidende verantwoordelijkheid. In sociaal opzicht kan de vrouw misschien zijn gelijke zijn, maar het blijkt steeds weer, dat zij niet op dezelfde wijze verantwoordelijkheden zoekt en draagt als een man.
Zo zij ze zoekt, zoekt zij ze eerder voor haar man. Het resultaat is, dat de man in het leven vele grotere spanningen heeft te verwerken en, naarmate hij er, meestal gedreven door een vrouw, toekomt grotere verantwoordelijkheden te aanvaarden, in feite meer een beroep op zijn krachtreserves zal moeten doen, en deze echter minder zal kunnen aanvullen. Wanneer de reserves zijn uitgeput, gaat het hart onregelmatigheden vertonen, een verzwakking van de hartspier, en vooral verzwakking van de werking van de dwarsgestreepte spier als producent van signalen van zenuwenergie treedt op, en hartinfarct is het resultaat. Het is echter ook mogelijk, dat het resultaat niet een stoppen van de hartwerking veroorzaakt of onmiddellijk veroorzaakt, maar onregelmatigheden in de rest van het lichaam, waarbij wij het ontstaan zien van darmaandoeningen, maagzweren en nog veel andere op de duur toch ernstig wordende kwaaltjes, die in de vraag niet werden genoemd. Menigeen, die niet eens zelf over de energie tot handelen beschikt, zal door dergelijke vrouwelijke drijfveren geneigd zijn, zich als leidinggevend op te werpen, waardoor hij zichzelf tot lijdend voorwerp maakt. En dat komt heel wat meer voor dan men zou denken, omdat menig man er nu eenmaal alles voor over heeft om in de ogen van anderen meer te schijnen, dan hij voor zichzelf weet te zijn.
Hoe komt het, dat een mens zich in de stad zo eenzaam en zelfs bedreigd door de massa kan gevoelen, ofschoon alles deel is van de kosmos?
Omdat de mens niet reageert volgens de feiten, maar volgens de voorstelling van de feiten, die hij heeft. De mens in de grote stad zal zich eenzamer gevoelen, naarmate hij voelt, dat meer mogelijkheid tot contact aanwezig is, maar hij er minder toe komt deze mogelijkheden te realiseren. Hij ziet zich dan als afgescheiden van het geheel en voelt het andere, i.c. de massa, inderdaad als een dreiging. Iemand, die eenzaam is in de natuur, kan die eenzaamheid wel degelijk gevoelen, maar zal daaronder toch nimmer zoveel lijden als iemand, die zich eenzaam voelt, terwijl hij weet, dat de mogelijkheid tot contact aanwezig is. Men vergeet in dit laatste geval heel vaak, dat de eenzaamheid niet alleen door anderen, maar ook door eigen ik word veroorzaakt, daar hij wel een aanvaarding van zichzelf, zoals hij is, van de anderen eist, maar weigert deze anderen ook te aanvaarden, zoals zij zijn.
Wie was Bo Yin Râ?
Een hindoeleraar met sterk brahmaanse achtergronden. Later hebben ook boeddhistische invloeden op zijn denken en leerstellingen ingewerkt. Hij zal wel hier hoofdzakelijk bekend zijn doordat hij lange tijd als geestelijk leider is opgetreden via verschillende mediums.
In een overlijdensadvertentie werd melding gemaakt van een transformatie voor of tijdens de overgang. Wat is hiervan de betekenis?
Dit kan men niet zeker zeggen, zonder alle feiten te kennen. Een dergelijke transformatie zien wij echter vaak, omdat bij het wegvallen van de spanningen van het leven het lichaam terugkeert tot zijn werkelijke vorm en zegt dan bijvoorbeeld, dat de dode er opeens veel mooier of veel jonger uitziet. De dood is overigens ook een transformatie, daar bij het achterlaten van het lichaam het ego zich op nieuwe en voor eigen wezen meestal ook juistere wijze kan uiten en beleven. Soms wordt dit al in de uren voor de dood enigszins kenbaar. Ik kan echter niet precies zeggen, wat in genoemde advertentie werd bedoeld.
Hebben wij een tweelingziel nodig en waarom?
Men heeft geen tweelingziel nodig. Het concept tweelingziel vloeit bij de meesten voort uit een geheel verkeerd begrip van de wederkerige aanvulling van met elkander harmonische waarden, waardoor twee eenheden een nieuwe persoonlijkheid kunnen vormen, waarvan de werkelijke bereiking en waarde ver te boven gaat aan al hetgeen er berustte in elk der afzonderlijke factoren. U heeft er dus geen nodig, maar gezien uw geestelijk peil en mogelijkheden bent u er een of u bent er nog geen. In de loop van het bewustwordingsproces zult u echter deel van een grotere persoonlijkheid worden – een tweelingziel – zodat er een geestelijke eenwording plaats vindt en het geheel zich voortaan altijd als eenheid zal blijven gedragen. De reden ligt besloten in het eerste deel van het antwoord. Ik vermeld volledigheidshalve nog, dat een uit meerdere entiteiten opgebouwde persoonlijkheid opnieuw met een harmonische factor tot eenheid kan komen. Op de duur zou men dus kunnen denken aan één persoonlijkheid, die het geheel omvat van alle bv. menselijk leven.
Waarom wordt soms door geesten van een tussenpersoon gebruik gemaakt om ons toe te spreken?
Waarom gebruikt iemand, die geconcentreerd in zijn werkkamer bezig is, een telefoon om met de buitenwereld contact op te nemen? Om te voorkomen, dat eigen bezigheid en concentratie te sterk door het contact worden gestoord. Een entiteit, die werkt op een terrein van veelomvattende harmonie – wat in feite een voortdurend contact met zeer vele delen van het Al vergt – zal zich niet altijd zo gemakkelijk van al deze banden kunnen bevrijden om terug te keren tot een bijna materiële beperking, waarin dan als ego gesproken kan worden. Men kan dan gebruik maken van iemand, die met het geheel en vooral met de spreker in kwestie zeer harmonisch is, doch dichter bij de persoonlijke beperkingen staat, om via deze zich te uiten. Dit kan via een enkele, maar ook via meerdere van dergelijke schakels geschieden. Als hier niet sprake is van een zeer beperkte harmonie, maar van een redelijke verbondenheid, zal men daarvan op aarde niet veel merken.
Waarom is u zo bezorgd voor de mensheid? Is zij veel slechter dan vroeger? Er is toch een gemiddelde, daar wel de zielen evolueren, maar de stoffelijke mogelijkheden toch ongeveer gelijk blijven?
Het peil van de mensheid blijft inderdaad wel ongeveer gelijk. De mensheid van heden heeft echter meer mogelijkheden ten goede en ten kwade, dan vroeger bestonden. Er is vooral een grotere vrijheid van denken en kennen ontstaan, waardoor de geestelijke bereiking gemakkelijker wordt – ook al zou men dit aan de uiterlijkheden van deze tijd misschien niet vermoeden. Wanneer de mensheid terug zou vallen tot een bestaan als bv. in de vroege middeleeuwen, zo zou dit vanuit geestelijk standpunt betreurenswaardig zijn, daar de mogelijkheid voor een ziel in de stof, om in zeer korte tijd geestelijk zeer ver te komen en bovendien haar geestelijke waarden en mogelijkheden meer actief in de stof tot uiting te brengen, zou afnemen.
Van uw kant is dus meer sprake van interesse dan bezorgdheid?
Waar ligt de grens? Wanneer je iets opkweekt, dat niet precies noodzakelijk is, bv. een plantje, en het belooft iets goeds te worden, is uw zorg daarvoor dan bezorgdheid of interesse? Ik meen, dat het woord bezorgdheid toch wel op zijn plaats is. Men weet wel, dat het niet al te belangrijk is, maar zou het zonde vinden, wanneer juist deze plant zou sterven. Zo ongeveer staan wij tegenover de mensheid en haar hedendaagse bereikingen. Bovendien hebben wij aan de mensheid al veel zorgen besteed, iets wat een gebondenheid betekent. Daarnaast schijnen jullie nogal eens te vergeten, dat ook de geest zo iets als chauvinisme kent. Wij zijn ook mensen geweest en wat de wereld betekent, wat op die wereld leeft, is aan ons verwant.
Om u een voorbeeld te geven, op het ogenblik leven op uw wereld meerdere mensen, die in het verleden mijn vrienden of vijanden waren. Dat vormt een band. Dus: Geen bezorgdheid in de zin, dat wij menen, dat het anders geheel niets zal worden. Maar wel in de zin, dat wij het zeer jammer zouden vinden, dat het vele bereikte, het vele goede, wat nu aanwezig is, te niet zou gaan.
Kan men dan concluderen, dat de mensheid van heden beter is dan die van de middeleeuwen?
U hebt meer mogelijkheden. Wat niet betekent, dat u veel beter zult zijn. U kunt ook veel slechter zijn. Men kan niet zeggen, dat de mensheid van heden beter is, wel dat er, door de aanwezige mogelijkheden, meer werkelijk goeds uit voort kan komen.
En komt dat eruit?
Wij hopen er nog steeds het beste van. Er komt in ieder geval meer goeds uit, dan u meent te zien. U allen. U zit nu eenmaal in een overgangstijd, u hanteert daardoor nog maatstaven van een verleden, heeft morele en sociale denkbeelden, die niet meer bij de werkelijke omstandigheden passen. Het gevolg is, dat u veel kwaad in de wereld meent te zien, terwijl het in feite goed, juist en aangepast is aan de mogelijkheden van deze tijd. Omgekeerd: Wanneer een groep in haar denkbeelden iets verder achter blijft dan u, spreekt u er schande van. Zelfs wanneer het gaat over een poliovaccin. Zodra het echter gaat over de pil – die evenzeer een menselijk ingrijpen in natuurlijke, aan God toegeschreven processen betekent, dan liggen de zaken al anders….
En wanneer men debatteert over de vraag, of de kerk nu in deze tijd wel of niet nog een werkelijke functie heeft, vindt haast eenieder, dat de kerk een werkelijke noodzaak is. Ook al trekt men zich er veel minder van aan dan vroeger en leeft men zeker niet met een werkelijk geloof. U ziet dus wel dat, naarmate een mens bekrompener is, hij in meer dingen zich aan de tradities van het verleden zal vastklampen en minder zich zal baseren of de werkelijke behoeften en noodzaken van het heden. Zo gaat het overigens de meesten op aarde: men zit in een sneltrein die 299 km. per uur aflegt, maar wil daarmede nog werken volgens de reglementen voor het vervoer per paardentram. Daar de werkelijkheid en de erkende regels niet met elkander in overeenstemming te brengen zijn, ziet eenieder veel slechts in de wereld, zij het een te ouderwets denken dan wel een te veel aan “lichtzinnige nieuwlichterijen”.
Betreffende mediumschap stelt u, dat al het doorgegevene ook bereikbaar zou zijn met iemand met eenzelfde persoonlijke integratie als bij trance, zonder dat dan een persoonlijkheids opdringing of verschuiving noodzakelijk zou zijn. Is het redelijk aan te nemen, dat u toch van een medium gebruik maakt, omdat dergelijke evenwichtige personen te zeldzaam zijn? Kunt u ons leren deze evenwichtigheid te verkrijgen?
Voor het verkrijgen van deze evenwichtigheid is geen algemene weg of regel te geven. Ik kan hierover slechts zeggen: Vrees niets, begeer niets, weest geheel tevreden met uw lot. Ken in uzelf volledige vrede en blijf gelijktijdig toch streven. Besef in uw streven bovendien hogere waarden en erken deze als zodanig. Voor degene, die dit alles waar weet te maken, is alles toegankelijk, wat wij nu vanuit de sferen naar de aarde projecteren en meer. In plaats van ons uitzenden naar de apparatuur op aarde kunt u dan vanaf die aarde uw antenne opsteken tot in onze sfeer. Maar zoals u al beseft, is het zeer moeilijk mensen te vinden, die zo ver zijn gekomen. Bovendien moeten die mensen dan nog bereid zijns a. de verantwoordelijkheid voor hun werk te dragen, b. voor zich geen ander en meer belangrijk of voor hen interessanter doel in het bestaan na te streven en c. niet door stoffelijke omstandigheden gedwongen kunnen worden dergelijke uitingen te beperken.
Dit maakt de geschikte personen zo zeldzaam, dat wij, om de wereld beter te kunnen bereiken, maar gebruik blijven maken van mediums. Een medium, zelfs een zeer goed beheerst medium, heeft altijd de neiging open te staan voor de geest, maar de uitdrukking van alle contact met de geest zal steeds weer op die wereldgericht zijn en voor het medium eigen belangrijkheid in die wereld mede bepalen. Iemand, die contact met hogere werelden krijgt, zal er echter naar streven die hogere wereld niet naar beneden te projecteren of kenbaar te maken, maar zal veelal al zijn krachten richten op een geheel verheffen van eigen wezen in de hogere wereld.
Wanneer de geest het goddelijke bereikt heeft, moet hij dan steeds weer afdalen om anderen te helpen? En wat, wanneer wij allen tot “goden” zijn geworden?
Wie eenmaal de eenheid met het goddelijke heeft bereikt, kan als vorm nog steeds afdalen, maar in wezen zal hij steeds één blijven met de Godheid en als zodanig nimmer meer de goddelijke werkelijkheid verlaten. Wanneer allen dit bereikt hebben, is er slechts sprake van een toestand, waarbij eenieder zich van eigen werkelijkheid als deel van het goddelijk wezen bewust is. Er zal dan in de goddelijke werkelijkheid niets veranderd zijn, maar daarbuiten zal alle disharmonie, alle lijden en onbegrip zijn verdwenen.
In de lezing “bouwstenen” zegt u: Potentiële energie is bv. een gedachte, die niet geuit wordt. Is het aantal ongeuite gedachten in eenieder niet legio, zodat allen potentieel gelijk zijn en gelijkwaardig? Is het noodzakelijk, dat alle niet geuite gedachten eens geuit worden?
Allereerst moet u opmerken, dat het gestelde inderdaad werd bedoeld als voorbeeld. Er is dus geen sprake van, zoals u waarschijnlijk aanneemt, dat een gedachte, zolang zij niet wordt uitgesproken, potentiële energie blijft. De gedachte in zich is energie, het denken houdt dus al een actie en een uitstraling van de gedachte in. Dit heeft u kennelijk bij het stellen van uw vragen over het hoofd gezien. Het gestelde is een voorbeeld, een vergelijking, die voor de mens schijnbaar gelding heeft en daarom verduidelijkend werkt, maar dit geldt dan ook alleen en alleen ten aanzien van de mens met menselijke perceptiemogelijkheden. Zolang u als mens immers iets denkt, volgt daarop geen voor u kenbare reactie. Op het ogenblik echter, dat u de gedachte uit, volgt daarop wel een reactie. U moet zich nu maar proberen voor te stellen, dat dit ook nog op vele andere vlakken van leven geldt, maar dat er een mogelijkheid bestaat tot beseffen, die niet gelijktijdig denken impliceert. Dan heet het dus op meer algemene wijze eigenlijk: Wanneer ik besef, is er sprake van een potentie. Zodra het besef in mij werkzaam wordt, is er sprake van een werkzame kracht. U heeft kennelijk dus een voorbeeld genomen als een werkelijke en algemeen geldende waarde. Hierdoor lijkt mij een beantwoording van de aan uw – dus niet juiste – interpretatie verbonden vragen overbodig.
Is het uitzenden van spirituele krachten niet in een formule te vatten? Zou het niet aardig zijn, wanneer u daarvoor aanwijzingen zoudt kunnen geven aan de wetenschappelijke wereld, zodat men de onzienlijke wereld als een deel van de dagelijkse wereld zou kunnen gaan beschouwen? De hocus pocus, die om dit alles heen hangt, zou dan weg kunnen vallen.
Dat zou wel kunnen. Er is maar één bezwaar aan verbonden: dat mensen mensen zijn. Wanneer wij een formule zouden geven, bv. het trillingsgebied plus de noodzakelijke versterkingsfactor waarmede niet alleen contact met de geest, maar ook de – bijna gelijkwaardige – menselijke gedachten kunnen worden opgevangen, zullen de mensen al snel ook zenders maken. En zij weten al voldoende om een zeer sterke uitzending mogelijk te maken.
Maar hoe zou men daarvan gebruik maken, denkt u? Als wapen. Want wie gedachten kan opvangen en uitzenden langs mechanische weg, kan bij de huidige stand van de wetenschap snel genoeg gedachten zo overweldigend uitstralen, dat zij een hypnotische werking krijgen en elke eigen actie of reactie van de mensen onmogelijk zouden maken. Dan zou men de mensen de vrije wil dus ontnemen. Mechanische telepathie is in deze maatschappij voorlopig nog het grootste gevaar dat denkbaar is. Het is eenvoudigweg niet verantwoord om een dergelijke formule te geven, of zelfs maar gegevens te verschaffen, waardoor men het probleem zuiver mechanisch op kan lossen.
Is zoiets eens in Atlantis gebeurd?
Neen. Daar heeft men magie tegen magie gebruikt. Daarbij heeft men eigen behoefte aan macht gesteld boven harmonie, boven het houden van beloften en het respecteren van de wet. Dit werd de ondergang van Atlantis. Bij de tweede ramp kwam daar nog hij, dat men niet alleen de trouw gebroken heeft, maar wetende, dat dit een algemene vernietiging kon betekenen, alle en om anderen een bereiken onmogelijk te maken, water heeft toegelaten vanuit de zee in een werkende vulkaan met als gevolg explosie, zeebeving en een verzinken van een groot deel van de – kleinere – eilanden, waaruit het rijk bestond.
Was Atlantis een cultuurgebied, of kan het geografisch bepaald worden?
Atlantis in de tegenwoordige betekenis is wel in de eerste plaats een cultuurgebied. De feitelijke basis ervan is echter geografisch te bepalen en wel als een reeks van kleinere eilanden, die liggen nabij de evenaar en zich in noordwestelijke richting uitstrekte. Delen van dit rijk bestaan nu nog, maar zijn nu delen van Ierland en het zuiden van Engeland als gevolg van veranderingen in de bodem. Nederzettingen bleven nog geruime tijd na de ondergang bestaan, onder meer in Spanje in de buurt van Cadiz, in het noorden van Afrika, waarbij delen van de cultuur zelfs nog rond 1200 n. Chr. in bepaalde negerrijken blijft bestaan, zij het in gewijzigde vorm.
Het Atlantis, waarvan men tegenwoordig spreekt, was een mengcultuur en niet een rijk. Het oorspronkelijke rijk zelf bestond uit landbouwers en vissers – vroege landbouw als gevolg van de beperkingen van het eilandbestaan – die later tot zeevaarders en handelaars werden. Er is dan sprake van een handeldrijvend volk, dat visvangst en landbouw aan slaven overdraagt. Op de duur ontstond een rijk en betrekkelijk homogeen volk, dat door middel van slavenlegers, koloniserend optrad en handelsposten vestigde. Dit werd bereikt door de bovenlaag van andere volkeren op te trekken tot eigen peil, op te voeden en deel te geven in de winsten en gemakken, die men verdiende. Zo schiep men in andere landen een soort Atlantische cultuur, de geënt was op de oorspronkelijke cultuur, terwijl Atlantis op zijn beurt zich verrijkte met de cultuurwaarden van de veroverde of vreedzaam gekoloniseerde volkeren.
De eerste landbouw van de Atlantiërs ligt reeds ongeveer 36.000 jaren terug. Voordien zijn zij jagers en vissers. Er kan in de tijd nog niet gesproken worden van een cultuur van Atlantis, de vergelijkbaar is met de huidige opvattingen van cultuur. Er was een geloofscultuur, die wel vele geestelijke, maar zeer weinige technische bereikingen kende. Rond 8000 jaren geleden vindt een splitsing in het tweede Atlantische rijk voor. Een voornamelijk uit priesters bestaand deel van de bevolking trekt weg, vergezeld van slaven. Wij zien dan, dat de technische bereiking van Atlantis, die dan wel degelijk bestaat, wordt overgedragen aan de volkeren, waarbij men enige tijd vertoeft. Rond de Middellandse Zee ontwikkelt zich opeens landbouw, een staatsstructuur, enz. Van Atlantis zelf zijn weinig overblijfselen, ook al door de ligging van alle plaatsen aan de kusten van de oceaan en daar de opgetreden rampen. In de Middellandse Zee treffen wij echter zeer vroege eilandculturen met zeer hoge beschaving aan, die overblijfselen zijn van de atlanten, die zich vooral op deze eilanden vaak in kleine groepen blijvend vestigden.