14 november 1985
Maya is een titel die wij gebruiken voor begoocheling. Maar er wordt vaak iets bij vergeten. Maya was de moeder van Siddartha, de Gautama Boeddha. Zo zou je kunnen zeggen dat uit de waan de verlichting wordt bereikt. Als iets in de sferen van toepassing is, dan is het dat wel. Wanneer je overgaat, dan leef je in je eigen gedachtewereld. Je wordt geconfronteerd met de van anderen, maar eigenlijk is het toch een gedachtespel. Je schept je eigen wereld. Als je een Zomerland met mooie huisjes verwacht, dan vind je Biarritz in de sferen al heel gauw. Verwacht je lotusvijvers, dan kun je wandelen in parken. Wat je ook verwacht, dat komt er wel. Er is echter één ding dat je goed moet onthouden. Alle dingen worden door jezelf bedacht.
Dan ontmoet je een ander die ook een gelijksoortig beeld heeft en die je dan wijst op een klein detail. Dat detail had je oorspronkelijk niet opgemerkt. Je had er niet aan gedacht dus was het er niet, maar nu je ernaar kijkt, is het er. Op deze manier kunnen heel complexe werelden worden opgebouwd. Er zijn sferen met steden en prachtige beeldhouwwerken, statige lanen en alles wat u maar wilt. Want stadsbewoners gaan ook over en die voelen zich in de vrije natuur niet onmiddellijk helemaal thuis. Als wij dus zeggen, dat de sferen begoocheling zijn, dan hebben wij eigenlijk gelijk. Maar we moeten wel onthouden dat die begoocheling verandert. Wij drukken dat meestal uit met te zeggen dat je omhoog gaat. Je komt dan in hoog‑Zomerland, een berglandschap met tempels en noemt u maar op. En dat is wel ongeveer waar.
Het is de wereld van bezinning die men zich voorstelt. De mensen denken aan bezinning in termen van meditatie in de natuur, tipitjes, kerken, kathedralen of zelfs kloosters. Die zijn er, maar is de uiterlijke vorm die je aan de dingen geeft. Zo goed als je vermoeid kunt geraken van een voorstellingswereld waarin je hebt geleefd in laag‑Zomerland, zo kom je ook in hoog‑Zomerland langzaam maar zeker tot de ontdekking dat in feite het innerlijke proces van bewustwording, denken, uitwisseling van gegevens met anderen belangrijker is dan de omgeving die je daarbij hebt bedacht. Dan komen we dus in een wereld waarin je geen voorstellingen meer gebruikt. Maar nog steeds is de geest door haar bewustwordingsgang, via incarnaties in de stof etc. geneigd om alles in tegenstellingen te zien.
Daarom spreken we daar over muziek, over trillingen van lagere aard. Later ga je misschien andere trillingen mede beschouwen en dan noem je dat een wereld van klanken of van kleuren. Maar die dingen zijn niet echt. Het proces zelf spoelt zich niet af buiten je maar in je. Je wordt niet omgeven door een keurige wereld, maar in je zijn allerlei gevoelens. Er zijn kleine erkenningen en die te samen kun je alleen in een caleidoscopisch schouwspel voor jezelf a.h.w. aanschouwelijk maken. Op deze wijze kom je dan aan werelden toe waarin onderscheid, zoals mensen dat kennen, bijna niet meer aanwezig is. We spreken dan over de wereld van het Gouden Licht, het Witte Licht en doen dan net alsof het daar iets heel bijzonders is. Het is er eigenlijk niet. Er is een gloed, zeker.
Het Gouden Licht is een gloed van welbehagen, een soort koestering waarin alle begrippen langzaam, zonder dat je helemaal beseft hoe, samensmelten totdat je elke keer met een geheel te maken krijgt in plaats van met de tegenstelling. Om dat ogenblik, dat je zelfs geen verschil meer maakt tussen wat van buiten op je inwerkt en datgene wat in je leeft, tref je in het Witte Licht. Het is dus duidelijk, dat Maya inderdaad de moeder is van de verlichting of de Verlichte als u dat zo wilt. Dat is met uw eigen wereld ook zo. U leeft in een wereld die voor een groot gedeelte wordt bepaald door uw denken, door uw gedachten, door dingen die u als vanzelfsprekend aanneemt, maar die eigenlijk niet zo zijn.
Heeft u wel eens een girocheque uitgeschreven? Een girocheque is geen geld. Het is namelijk niets. Het is een stukje papier plus een aantal boekhoudkundige bewerkingen. U zoudt brood mee kunnen kopen. U zoudt er niets mee kunnen doen. Maar omdat u is overeengekomen dat het betekenis heeft en iedereen of de meesten daarin geloven, heeft het die waarde. Dat is ook zo met begrippen als patria, democratie enz.. Ook die dingen zijn voortgekomen uit denken plus een gemeenschappelijke afspraak. Ze zijn niet concreet en reëel waar, maar je kunt doen alsof ze echt zijn. En zolang mensen dat maar blijven accepteren is het voor hen waar.
Er bestaat een heel aardig verhaaltje van iemand die per ongeluk terechtkomt in een trein van de ondergrondse die verongelukt. Hijzelf merkt daar niets van. De trein raast verder met een zekere helling door lange donkere tunnels en eindelijk komen ze aan een station. Als ze dan instappen, zien ze daar allerlei duiveltjes rondlopen. Ze worden gedreven in een ruimte met een omheining van prikkeldraad. Buiten staan duivels met buikbakjes om brandpleisters e.d. te verkopen. Iedereen is daarvan erg onder de indruk. Iedereen denkt: nu wordt het mijn noodlot. Maar er is een mens bij die daar niet in gelooft. Het idee, dat daar een oude, manke duivel alvast brandpleisters aan de nieuwelingen wil verkopen voor brandwonden, vindt hij zo belachelijk dat hij begint te schudden van het lachen. Hij begint te schateren. Het is aanstekelijk. De rokende bergen en de zeeën van vuur beginnen langzamerhand in een mist te verdwijnen. Het kraakt een beetje en tenslotte blijft alleen de trein nog over en iedereen stapt als de bliksem in. Zo gaan terug en ze zijn niet verongelukt.
Het verhaal vertelt dan verder dat in de trein nog iemand zat van de geheime dienst (het zou in Engeland zijn gebeurd) die erg dankbaar was. Hij stapt uit op hetzelfde station als de man die heeft gelachen. Hij ziet dat de man blijft staan voor de Bank van Engeland en begint te lachen. En dan schiet hij hem dood, ook al weet hij dat hij daarvoor de strop krijgt. Want als die man om de Bank van Engeland had gelachen, dan zou het economische systeem in elkaar gestort zijn. Dit verhaaltje, zo onbenullig als het klinkt (overigens niet van mij maar van een schrijver op aarde), demonstreert waar het eigenlijk om gaat.
Maya is niet alleen maar een begoocheling die ons van buitenaf opgelegd. Maya is een proces dat zich in ons afspeelt en waarvan wij te samen met anderen deel uitmaken. Nu zal het u ook duidelijk zijn waarom in de duistere sfeer wel een hel kunt vinden. Een hel, compleet met vuurpoelen, met duivels en al datgene wat tot de helse rotisserie behoort.
Maar er zijn ook andere werelden. Kale werelden, woestijnwerelden. Er zijn werelden waarin alle planten vleeseters zijn of met doornen naar je steken of met papegaaibekken naar je bijten en waar je niet weet welke kant je moet uitgaan. Er zijn werelden waarin je probeert door krochten omhoog te kruipen om eindelijk uit de sombere duisternis de kilte of de hitte van een hels bestaan te ontkomen. Er zijn ook werelden waarin iemand helemaal alleen zit en steeds maar geld telt. Zolang hij aan geld denkt, is het er. Maar als hij ook maar even aan iets anders denkt, dan verdwijnt het. Er zin werelden vol serpenten. Er zijn werelden die alleen doen denken aan de achterbuurten van een grote stad: alles is grauw, vuil en vaag. Alles wat daar licht is bedorven en rot. Al datgene wat de mensen tegen elkaar doen is onvriendelijk, onaangenaam. Dat zijn geen werelden die concreet bestaan. Het zijn werelden die zijn voortgekomen uit de gedachten van de overgeganen. Daarom is het altijd zo moeilijk om een proces, dat zich in de geest afspeelt, op de juiste manier te vertalen.
Als ik u vertel, dat wij naar beneden gaan, dan lieg ik al, want er is geen boven en er is geen beneden. Maar voor u is dat neergaan naar een toestand die minder is dan de mijne. Nou, dat doe ik dan inderdaad. Wanneer ik daar kom, dan kan ik soms iemand die graag uit zo’n wereld weg wil, helpen. Dan sta ik, volgens het verhaal dat je dan vertelt, in het licht je bent onaantastbaar en je brengt iemand in de lichtkring. Dat is de manier om het uit te beelden: anders kunnen mensen het vaak niet eens volgen. Wat is werkelijkheid?
Ik heb bepaalde denkbeelden in mij. Het zijn geen perfecte denkbeelden: er zit ook allerlei begoocheling bij, natuurlijk. Maar het is een prettiger begoocheling dan die van de ander. Op het ogenblik, dat ik met zo iemand contact krijg en hij mijn denken als reëel kan aanvaarding begint daardoor als vanzelf zijn wereld te veranderen. Dan is hij a.h.w. met mij in mijn wereld. Hij moet dan alle indrukken verwerken. Hij moet voor zichzelf ook weer een beeld gaan opbouwen waardoor die wereld langzamerhand compleet wordt en alle hiaten die er misschien nog inzitten worden ingevuld. Op die manier haal je iemand uit het duister. Een duister, dat geen duister is, tenzij de mens zelf het als duister ervaart, dat hij zegt dat het donker is. Het is een eigenaardige wereld.
In uw wereld wordt veel gesproken over misleiding, bedrog en wat dies meer zij. In geestelijke werelden gebeurt dat ook wel, vooral als dode mensen pas zijn overgegaan. Want hun onderbewuste heeft een ander wereldbeeld dan zij zich hadden voorgesteld. Nu komen ze in die andere wereld terecht. Dan hebben zo het ineens tegen de pastoor, de dominee, de imam of wie dan ook die zij zien als verantwoordelijk voor hun beeld van het hiernamaals. Reëel zijn die dingen nooit. Dit is een belangrijk punt dat u nooit over het hoofd moogt zien.
Wanneer u overgaat en u komt terecht in een geestelijke wereld dan is dat geen concrete wereld. Het is een wereld die uit uzelf voortkomt. In uw onderbewustzijn ligt b.v. schuldgevoel. In uw onderbewustzijn is een verzet en een onvrede. Dan zal uw wereld dat schuldgevoel uitbreiden in een trieste omgeving, de ontevredenheid in een voortdurende strijd met alles. En zo kunnen we door gaan.
Dat geldt ook voor u. Daarom is het zo belangrijk dat een mens die overgaat met zichzelf in harmonie is. Daarom is het ook zo belangrijk dat een geest, die in een bepaalde wereld of sfeer leeft, gaat beseffen dat de processen, die zich in het ik afspelen voor die entiteit veel belangrijker zijn dan alles wat hij om zich heen ziet.
Het is natuurlijk leuk om naar de Zomerlandse bloemenvelden te gaan kijken. Ze hebben daar tinten en kleuren zoals je op aarde nooit hebt gezien, omdat men zich die wel kan voorstellen maar ze niet kan weergeven of produceren. Ik kan me voorstellen dat een technicus die overgaat en een schuldbewustzijn heeft in een hel terechtkomt waar geen duivels zijn maar alleen robots en waar de straf wordt bepaald door computers. Waarom niet? Als dat zijn denkbeeld is. Als ik nu mijn eigen bestaan beschouw. Ik zit op het ogenblik net een beetje boven de vormwereld. Dan is het mij soms alsof ik deel uitmaak van een mateloos mooie symfonie. Maar is het een symfonie. Ik verklaar het als muziek, als klank. In wezen zijn het toch alleen gedachten die niet eens vormhebbende gedachten, eerder gevoelens, erkenningen die op mij worden afgedrukt. Maar voor mij wordt het een symfonie. Een enkele keer zie ik iets dat lijkt op een schitterende zonsopgang of zonsondergang. Dan heb ik contact gehad met iets dat ik niet helemaal kan begrijpen, maar wat mij met een gevoel van wijding. Voor mij is de associatie daarvan het kleurenspel dat mij op aarde altijd heeft verbluft. De aarde heeft fantastische zonsopgangen en zonsondergangen die ik heb gezien in de tropen, ook wel in Nederland en elders op de wereld. Zo kom ik aan die beelden. Nu is het natuurlijk aardig om te zeggen: Je moet die beelden afschaffen. Maar kun je dat?
De verlichte is los van alle dingen. Hij maakt deel uit van alles, maar gelijktijdig is hij niet meer een zelfactief wezen. Pas wanneer hij zelf actief wordt en zich losmaakt, zal hij zich als verlicht manifesteren maar hij is het eigenlijke niet meer volledig. Hij heeft niet meer de toestand van perfecte harmonie. Zo gaat het ons toch ook. Wij zijn wezens met een bepaald wereldbeeld, met een ik‑voorstelling. Of die juist is of onjuist doet niet ter zake. Een typisch voorbeeld:
Mensen die overgaan houden zeer sterk vast aan de laatste voorstelling die zij van zichzelf hadden. En dan kun je zien hoe mensen zichzelf en elkaar bedriegen. Er zijn mensen bij die er op aarde hebben uitgezien als een levend skelet. Als u hen nu ziet, zoudt u hen zo willen gebruiken als reclame voor de nieuwste mode, stralend. Aan de andere kant: Een heel goed mens gaat over en blijft altijd het oude vrouwtje met haar sloofje (schortje) om, alsof ze dadelijk op moet om Kniertje te spelen. Dit geldt niet voor Esther de Boer ‑ Van Rijk die zichzelf heel anders ziet Er zijn entiteiten die terugkeren naar hun jeugd. Een man van 90 jaar sterft en als hij zich dan ziet hij eruit als 19. Het is geen vergissing. Het is gewoon het ik‑beeld dat hij heeft. Wij doen dingen. Waarom doen wij die eigenlijk? Zijn ze noodzakelijk. Dat vraag ik mij wel eens af. Voor ons zijn zo noodzakelijk. De actie is voor ons een methode om ons a.h.w. te verbinden met al datgene, wat buiten ons staat. Maar is de actie op zichzelf zinvol in de zin van, als wij het niet doen het dan helemaal niet gebeurt? Ik zou zeggen, dat wij heel vaak bezig zijn om problemen op te lossen voor onszelf en voor anderen die niet zouden bestaan, als wij er niet over zouden denken. Dus ik leef eigenlijk ook in een wereld van begoocheling. Ik ben daar nog niet bovenuit gekomen, omdat mijn wezen nog niet in staat is de dingen allemaal te aanvaarden zonder ze gelijktijdig weer om te zetten in gradaties, in tegenstellingen.
Maya in de sferen is een werkelijkheid. Ook voor mij en ook voor u als u overgaat. Dan zijn er mensen die zeggen: dat is heerlijk, dat zal ik goed onthouden. Als ik dan overga, zal ik voor mij eens even de ideale wereld te bouwen. Vergeet het maar! Je kunt geen wereld bouwen met alleen denkbeelden, ze moeten gevoeld zijn. Je kunt niet zeggen, dat voor mij het schitterende kleurenspel zich kan openplooien, indien er niet in mij een ontroering is waardoor dat beeld wordt opgeroepen. Het is dat wat er diep in u leeft dat bepalend is en niets anders. Daaraan kunt u met uw wil en uw gedachten heel weinig doen. Pas als u gaat begrijpen dat u zelf onevenwichtig bent, omdat u op een bepaalde manier schulden wilt aflossen of u iets wilt bereiken en u daaraan gaat wijden of het echt is of niet, dan komt u verder.
Wanneer u overgaat, moet u de wereld waarin u terechtkomt maar aanvaarden. Niet uitroepen: Ja, maar ik ben lid van de Orde. Ik ben lid van de katholieke kerk of ik ben de Paus. Of, ik ben maar een moordenaar of een misdadiger of een politicus, u moet gewoon de wereld nemen, zoals ze is. De wereld toont de problemen die in u leven. De spanningen die daarin bestaan, zijn de verbeelde weergave van de emoties en de onevenwichtigheid van de emoties die ook in de geest aanwezig blijven.
Dan kijk je eens heel goed naar die wereld. Als er een wereld is waarvan je zegt: ik wil haar eigenlijk niet, dan kun je niet zeggen: Ik verander haar. Je kunt wel zeggen: ik ga op weg. Het is helemaal geen sprookje dat er mensen zijn die een Jacobsladder naar de hemel aan het beklimmen zijn. Je krijgt er kramp van in de benen die je niet meer hebt. Je hijgt met longen die allang niet meer bestaan. Je lijdt eronder, maar je gaat verder. Dat is helemaal niet een proces van klimmen. De uitputting is de uitbeelding van de moeite die het je kost om langzaam maar zeker de gevoelens om te zetten in iets anders. Daarom zeg ik: ga op weg. Als je een doel hebt onverschillig welk, en je gaat op weg, dan is het bijna zeker dat als je maar doorzet je dat doel ook bereikt: tenminste als dat doel te maken heeft met innerlijk, met je vrede. De rest blijft een spelletje dat je zelf projecteert.
Dan zijn er ook mensen die zeggen: kunnen wij dan niets doen voor onze dierbare overgeganen. Natuurlijk kunt u dat. Niet dat het voor u mogelijk is om bv. door bidden en aflaten eventjes de zondaren uit het vuur te halen, een douche te geven en vervolgens in de hemel te parkeren. Maar omdat uw aandacht, uw genegenheid ‑ of die nu biddend uitdrukt of met een bloemetje of alleen maar in een voortdurende herinnering ‑ voor de ander een bevestiging is van zijn wezen. Meestal zijn mensen, die pas zijn overgegaan nog zo sterk harmonisch met de wereld dat ze die dingen opnemen. Daardoor wordt voor hen het innerlijke gevoel van aanvaarding zo groot dat ze ook datgene wat naar hen toekomt kunnen aanvaarden zonder gelijktijdig in een verzet of in een poging om het te veranderen los te breken. Dat Is het begin van het bewustwordingsproces.
Dan kan ik natuurlijk ook nog wat zeggen over de verlichting. Ik heb het zelf niet meegemaakt. Ik moet hier dus spreken van horen zeggen. Verlichting is eigenlijk het wegvallen van je persoonlijke problemen, van je persoonlijke gevoelens van onvolledigheid. Daardoor sta je open voor alles wat er rond je bestaat. Je ziet het niet meer als een belasting, een conflict of iets waaraan wat gedaan moet worden, je beleeft het gewoon en je blijft jezelf. Ik geloof, dat dat in de verlichting het werkelijk belangrijke is aanvaarden, niet afwijken, niet je laten verleiden tot acties al zijn ze nog zo leuk. Je niet laten omkopen zelfs door de behoefte een ander te helpen. Dat kan later wel. Het is de absolute verstilling waarin je alle dingen aanvaardt: tenminste dat hebben ze mij verteld.
Ik vraag mij wel eens af hoe zij eraan zijn gekomen, want Verlichten komen maar heel zelden terug. Als iemand zegt dat hij een boeddha is, dan kun je je afvragen of hij wel weet wat boeddha zijn betekent. Ik voor mij meen duidelijk te hebben gemaakt dat er inderdaad een leven vol begoochelingen bestaat, ook na de dood. Ik heb geprobeerd u aan te tonen dat datzelfde ook in uw wereld geldt. Ik hoop u duidelijk te hebben gemaakt dat ook die illusies een werkelijkheid zijn.
Uw girocheque is eigenlijk niets waar. Het is een boekhoudkundige fictie van geld. Maar als iemand uw chequeboekje steelt, dan zit u wel mooi onthand, of het illusie is of niet. Want voor u is het echt en voor uw wereld is het echt. Dat moogt u nooit vergeten. Maya is weliswaar illusie, meer achter maya staat de werkelijkheid. Een werkelijkheid die wij niet kennen en die wij daardoor in allerlei delen en tegenstrijdigheden interpreteren.
Ik hoop, dat ik u tevens heb duidelijk gemaakt dat je na die overgang je wereld niet willekeurig kunt veranderen, maar dat je wel kunt proberen in een steeds intensere, in een meer harmonische mate zelfs je wereld te zijn.
EPILOOG.
Wij hebben op uw verzoek gesproken over maya in de sferen. Het zal u duidelijk zijn dat begoocheling een door denken geschapen onwerkelijkheid, niet alleen voor de sferen maar voor het gehele bestaan, bepalend is voor zover wij het beleven. Of wij dit erkennen of niet, maakt weinig uit, omdat wij geen methode kennen van zelfbewustzijn zonder juist die complexiteit van allerlei voorstellingen. Dat betekent, dat we nooit kunnen aannemen dat het bereiken van een bepaalde sfeer of wereld op zichzelf voldoende is. Alles is een proces waardoor wij langzaam maar zeker al datgene verliezen wat ons tot een ikje in de wereld maakte het voortdurend herkennen van de tegenstellingen tussen onszelf en het andere.
Op het ogenblik, dat wij een versmelting aanvaarden, zullen wij nog bestaan, maar het bestaan heeft dan geen betekenis en geen zin meer middels uiting. Het is op zichzelf de ervaring van het geheel. Naar men mij vertelt, is dat een verrukking die door niets anders kan worden overtroffen. Maar zelfs daar weet ik niet, of dat een illusie is of niet. Wanneer wij vanavond afscheid van elkaar nemen, dan besef ik heel goed dat ik u achterlaat met meer onzekerheden dan zekerheden. Onthoudt u één ding. U bent het die bepaalt wat voor u goed en wat kwaad is. U bent het die bepaalt wat voor u waar is en wat onwaar is. U bent het die in het eind uitmaakt wat u voor de wereld en wat de wereld voor u betekent. U kunt echter deze dingen nooit splitsen. Het zijn altijd eenheden. Elke tegenstelling is een eenheid. Daarom moet u gewoon uw eigen weg zoeken.
Of u wilt denken over de sferen of niet, doodgaan doet u toch wel. U komt terecht in een andere vorm van bestaan. Daar ze voor een groot gedeelte uit uzelf wordt geboren, zal ze altijd anders zijn dan datgene wat u heeft verwacht. Zeker, als u harmonisch bent met de Orde, dan is er een contact. Dat betekent niet, dat er een hoop mensen op u staan te wachten en roepen: Hoera, daar hebben we weer een lid van de Orde! Het betekent alleen dat in uw bewustzijn de waarden, die de Orde uitdraagt, kenbaar worden en dat u dan langzaam gaat erkennen: hé, hier zijn anderen die bij mij horen. Misschien dat u een voorstelling daarvan gaat maken en dan ontmoet u hen. Dat is de werkelijkheid. Daarom moet u vandaag leven zoals u het vandaag volgens uw beste innerlijk weten goed acht. Laat u niet misleiden door hetgeen anderen zeggen. Wat de wereld zegt, is eveneens illusie als datgene wat u zelf meent. Kies dan voor de illusie die het best bij u past. Zorg ervoor dat u innerlijk tevreden kunt zin. En laat het vooral niet zover komen dat men ‑ zoals onze vriend Henri eens zei ‑ later moet constateren, mijn grootste zonde was een gemiste kans. Want dat is de werkelijkheid, onze werkelijkheid.
Wanneer wij onszelf waarmaken, vergroten wij ons bewustzijn en ons vermogen om met anderen harmonisch te zijn. Op het ogenblik, dat wij dat vergeten en onszelf proberen om te vormen tot iets dat behoort tot de illusies of de werkelijkheid van anderen, zullen wij daardoor onszelf ongelukkig maken, ook al beseffen wij het niet. En dan zullen wij daaruit conflicten zien voortkomen die zowel op aarde als bij de maya in de geest van grote betekenis zijn.
Wees uzelf. Zorg, dat u altijd met en over uzelf tevreden kunt zijn. Als u dat doet, dan heeft u het belangrijkste gedaan dat een mens kan doen.