uit de cursus ‘Praktisch occultisme’ (hoofdstuk 9) – juni 1974
Mediumschap.
Over mediumschap hebben wij al het een en ander verteld o.m. dat een medium over het algemeen een wat labiele persoonlijkheid zal zijn. Dat is begrijpelijk, want ontvankelijkheid op dit terrein betekent stoffelijk gezien onevenwichtigheid. De meeste mensen die merken die onevenwichtigheid te bezitten, zullen reageren om het evenwicht te herstellen. Dat betekent dat zij dus onmiddellijk naar de redelijkheid grijpen, de logica terzijde schuiven of zich voorhouden wat de gevolgen van een dergelijke wankelmoedige houding en reactie zouden kunnen zijn. Een medium doet dat niet. Ik geloof dat men daarvan moet uitgaan.
Nu is mediumschap niet altijd feilloos. Op dit ogenblik hebben wij te maken met een betrekkelijk hoog luchtpotentiaal; d.w.z. er is nogal wat lucht-elektriciteit en de statische lading van de mens op aarde is tamelijk hoog. Het resultaat is dat de receptiviteit minder goed is.
Een mens heeft een eigen uitstraling, een aura. Nu blijkt dat die aura op de een of andere manier stabieler wordt, indien daaraan een toevoeging van statische elektriciteit plaatsvindt. Zou men dus iemand elektriseren met een apparaat voor statische elektriciteit, dan zou men zeer waarschijnlijk alle beïnvloeding ongedaan maken en de mogelijkheid daartoe voor enige tijd eveneens wegnemen. Waarom?
Wel, op het ogenblik dat er een beïnvloeding plaatsvindt, heb je in de eerste plaats te maken met de aura van een medium. Die aura wordt a.h.w. geperforeerd. Dat wil zeggen: de energie van de beïnvloedende entiteit wordt gebundeld door de aura heen gebracht als het even kan tot aan het zenuwstelsel, in andere gevallen in ieder geval tot in de buurt van de hersenen. Als dat is gebeurd, kun je gaan moduleren. Die modulatie wordt niet verstoord door de aura van het medium. Integendeel, omdat de verstoring van binnen komt, gaat de aura zelfs tekenen vertonen van de kracht die modulerend optreedt. De situatie is dan als volgt: de eigen persoonlijkheid wordt geheel overschaduwd of verdrongen door de energie die je als geest in een medium projecteert. Maar naarmate het moeilijker wordt om de aura te doorboren en een juist contact te krijgen, zal het ook moeilijker zijn om een redelijke beheersing van een medium tot stand te brengen. Hier spelen dan weer de eigenschappen van het medium zelf een grote rol.
Elke mens heeft eigenschappen, opvattingen, denkwijzen, een bepaald temperament. Dat alles tezamen komt in de aura tot uiting. Als er nu een versterkte lading is, zul je op de eigenschappen altijd nog wel vat hebben, want ze zijn aanwezig en daarop kun je dan een bepaalde modulatie aanbrengen. Je kunt echter niet de eigen persoonlijkheid geheel of grotendeels opzij schuiven en in de plaats daarvan een geheel andere persoonlijkheid met een andere karakteristiek, andere eigenschappen via dat medium tot uiting brengen. Dat geldt niet alleen voor uiterlijkheden, maar net zo goed ook voor de denkwijze en de uitdrukkingswijze.
Nu zijn er een hoop mensen die graag medium willen zijn. Ik weet niet waarom. Ik vind het altijd interessanter spreker te zijn in een telefoontoestel, dat is een kwestie van keuze.
Als je medium wilt zijn, zul je in de eerste plaats moeten uitgaan van het standpunt: wat er ook gebeurt, wat er ook komt en wat ik er ook van denk, het is niet belangrijk. Ik moet gewoon het dominerend effect van de geest – of van wat ik daarvoor aanzie – aanvaarden en pas aan de gevolgen kan ik dan zien of dit eventueel voor mij verder aanvaardbaar is. Zonder dit standpunt maak je namelijk het effect onmogelijk.
De mooiste vormen van mediumschap kennen we allemaal: dieptrance, harmonische inspiratie, spierbeheersing.
Dieptrance
Daarmee heeft u regelmatig te maken dus heb ik daarover weinig te zeggen. Het belangrijke bij dieptrance is, dat naarmate het bewustzijn van het medium zich verder verwijdert van het gebeuren dat via het lichaam en met het lichaam plaatsvindt, de uiting voor de geest onbeperkter wordt en dus ook belangrijker.
Harmonische inspiratie
Als we daarmee te maken hebben, dan gaan we uit van datgene wat er in de persoon aanwezig is en moet je altijd inhaken op een proces dat aan de gang is. Iemand speelt bv. viool. Hij heeft een bepaald thema in het hoofd. Nu kun je die mens zo inspireren dat hij dat thema a.h.w. uitwerkt en gelijktijdig een vaardigheid vertoont, die voor hem niet normaal is. Dat is dus mogelijk. Je kunt een spreker nemen. Als je ontdekt dat er punten zijn in zijn betoog waarmee je harmonisch bent, dan moet je uitgaan van dat standpunt. Zo kun je inderdaad die denkwijze beter helpen ontwikkelen en duidelijker formuleren.
Bij harmonische inspiratie is het eigen bewustzijn altijd mede aanwezig. De diepte kan gaan tot half trance. In een dergelijk geval kun je heel veel erdoor drukken, voordat het eigen bewustzijn opspeelt. Bij lichtere vormen van inspiratie hoort de mens zichzelf praten en gaat zich op een gegeven moment afvragen: wat zeg ik daar eigenlijk? Op dat moment is het dan erg belangrijk dat wat je zegt harmonisch is, zodat er in die mens een verwondering komt van: ja, zo is het, hoe komt het dat ik dat zeg? Dan kun je doorgaan. Zodra hij zich afvraagt: is dat redelijk? valt een groot gedeelte van de contactmogelijkheid weg.
Spierbeheersing
De gehele of gedeeltelijke spierbeheersing kent u allen in de vorm van geïnspireerd tekenen, automatisch schrift en dergelijke. Ze kan over het algemeen onbetrouwbaar zijn omdat voor een dergelijk werken het nodig is dat de persoon ontspannen is en zich niet bezighoudt met datgene wat door de handen tot stand komt. Daarom is de televisie vaak een heel goed middel. Als de mensen ontspannen t.v. zitten te kijken en ze hebben toevallig potlood en papier bij de hand en je hebt de behoefte door te komen, dan zijn ze toch zo druk bezig met bv, “de slag op het voetbalveld”, dat ze eigenlijk niet merken wat ze precies doen. En dat heb je nu nodig. Zodra ze er persoonlijk aan deelnemen, is de mogelijkheid van spierbeheersing gelimiteerder en zul je op den duur niets werkelijk tot stand brengen.
Spierbeheersing heeft één voordeel: als je zelf technieken kent dan kun je die overdragen aan een medium dat zelf zo’n techniek niet beheerst. Laten we zeggen: je gebruikt een bepaalde olieverf techniek. Dan kun je die persoon ertoe brengen die techniek toe te passen, ook al heeft hij er nooit van gehoord. Je kunt daarmee een tamelijk juiste uitbeelding krijgen van hetgeen je wil tonen. De eenvoudigste methode is meestal houtskool, daarmee krijg je de beste resultaten. Verf is natuurlijk erg ingewikkeld, maar toch is dat ook mogelijk. Daarnaast kun je werken met kneedbaar materiaal: klei, was. Moeilijker is het als je werkt met hardere stoffen: hout, kalk, steensoorten, omdat in die gevallen een te langdurige beheersing nodig zou zijn om de stukken in één keer klaar te krijgen. Onderbreek je het proces, dan gaat de persoon zien wat er aan de hand is. Zodra hij bewust ziet wat er gebeurt, heeft hij eigen ideeën en kun je de jouwe niet meer geheel uitvoeren.
Hier hebben we te maken met de meest voorkomende vormen van werkelijk mediumschap. Daarnaast kennen we ook andere dingen.
De toekomst voorspellen.
Ook hier hebben we te maken met een ontspanningstechniek. Het is goed om zich dat te realiseren. Als u iets wilt voorspellen, dan moet u nooit nadenken of uw voorspelling juist zal zijn. Op het ogenblik dat u probeert redelijk te zijn, krijgt u een verdringing van alle werkelijke invloed die u bereikt. U gaat dan fantaseren en u kunt dus niet meer presteren.
Het kopje thee. Vroeger was in Engeland ‘the gypsy tearoom’ erg in de mode. Daar kreeg je een kopje thee waarin een paar theeblaadjes dreven. Als je de thee bijna op had, kwam er iemand in zigeunerkledij, bekeek de theeblaadjes en voorspelde je daaruit de toekomst.
Koffiedik kijken is hetzelfde. Je stort koffiedik uit en kijkt hoe het valt. Hier is het dus een toevalsfactor. Datzelfde hebben we ook als we werken met kaarten. Hoe we ook werken, er is altijd een toevalsfactor in het spel. Zelfs met dingen die toch wel iets verder grijpen dan dat, zoals het staafjes werpen van de I-Tjing, het Keltisch runenwerpen. Het klinkt een beetje vreemd, als je spreekt over mediamiciteit en je begint dan te vertellen dat je dingen doet waarin een toevalsfactor een rol speelt. Maar nu moet u eens goed nadenken:
Door het toeval is er een vooropgesteld beeld. De mens die zich op een toevallige reeks invloeden of gebeurtenissen moet concentreren, kan nooit uitgaan van het redelijke. Want wat er ook redelijk is in de mens, zeker zijn toekomst niet; die is altijd onredelijk. Door zich nu te concentreren en te zoeken naar tekens daarin (wat de bewuste activiteit is), krijgt het onderbewustzijn een veel grotere vrijheid. Spontaan opgekomen gedachten kunnen dan worden uitgesproken. Spontaan opkomende interpretaties worden aan de tekens verbonden zonder dat dit nu precies wil zeggen dat dit in de tekens werkelijk is vastgelegd. Een uitzondering kunnen we maken voor de I-Tjing waar we te maken hebben met dichtregels (meestal een 4-regelig gedichtje), die tezamen de uitkomst geven. Maar vergeet niet, hier hebben we toch weer te maken met een toevalsproduct, want de interpretatie daarvan wordt gedicteerd door het eigen bewustzijn of door andere factoren.
De mediamiciteit komt nu juist tot uiting als we spreken over die andere factoren. Want een onderbewustzijn exploiteren is niet mediamiek zijn; dat is doodgewoon gebruikmaken van de mogelijkheden die er in je bestaan. Op het ogenblik dat je in die concentratie ontspannen genoeg bent (concentratie kan ook een ontspanning zijn), is daar de mogelijkheid voor de geest om te beïnvloeden. In dergelijke gevallen zal de geest de associaties proberen te bepalen die er in een persoon aanwezig zijn. Een associatie is het vormen van een denkspoor waarbij een vergelijking plaatsvindt tussen een inkomende impuls of gedachte en de reeds aanwezige beelden of denkbeelden. Als je nu de associatie een beetje verandert – dat gaat meestal gemakkelijk, het zijn maar microstroompjes – dan kun je daardoor ook bepalen hoe iemand a.h.w. geïnspireerd gaat vertalen.
Dan zijn we nu meteen bij een andere vorm van deze voorspellingsgave, namelijk zoals de profeten dat eens deden en zoals nog wordt gedaan in sommige Pinkstergemeenschappen waarbij men spontaan begint te spreken. Nu komt daar heel veel bij voor dat glossolalie heet. (Ik zou het liever “lallida” noemen, daar lijkt het het meest op.) Het is het willekeurig aaneenrijen van klanken waarbij lang niet altijd sprake is van een taal. Het heeft vaak een gevoelswaarde, het kan magische betekenis hebben, maar het is geen profetie. Maar nu blijkt, dat als deze mensen zich in het gebed zozeer concentreren op de goddelijke Geest of de eeuwige Kracht, dat zij zichzelf uitschakelen, dat het wederom mogelijk wordt hen dingen te doen zeggen zonder dat ze daarop kritiek hebben. Je kunt dus uit hen allerlei uitspraken halen, die in beginsel aanwezig zijn en die zo combineren dat daaruit een toekomstbeschrijving ontstaat.
U zult zich waarschijnlijk afvragen, of u er iets aan heeft? Laten wij het heel eenvoudig zeggen: Iedereen onder u kan enigszins de toekomst voorspellen, want u heeft ten aanzien van de toekomst veel meer dingen geconstateerd dan waarvan u zich bewust bent. Als u zich dus geheel ontspant of aan de hand van willekeurige structuren van welke aard dan ook, probeert te interpreteren wat in de toekomst ligt, dan geeft u uw onderbewustzijn vrij spel. Hoe meer u daarin gelooft en hoe ontspannender u bent, des te spontaner u reageert. Hoe spontaner u reageert, des te dichter u bij de werkelijkheid van morgen komt; en wat meer is: hoe groter uw overgave is aan de gestelde taak, des te groter de kans dat geestelijke factoren mede ingrijpen.
Dan hebben we nog een heel wonder soort mediums; die zou ik met alle respect overigens “boodschappenjongens” willen noemen. Deze mensen lezen een boodschap af van de een of andere overgegane, tenminste dat nemen zij aan. Het opvallende hierbij is, dat zij vaak namen, adressen en beschrijvingen volledig goed hebben. De boodschappen die ze overbrengen zijn soms een beetje vaag. Als u op een seance bent en er komt iemand die zich aankondigt als “tante Marie” en u moet eerst nadenken of u misschien in de verre verte een tante Marie heeft gekend of een Marie, die u “tante” heeft genoemd, dan is de zaak dus al wat dubieus. Hier gaan waarden van het medium zelf uit en dus moet u wel een beetje voorzichtig zijn. Maar door datzelfde medium kan ook doorkomen dat iemand zegt: “Ik ben Piet Pietersen, ik woon in de 27e Schuitemakerstraat nr. 12b. Ik heb een boodschap voor mijn vrouw en mijn kinderen. Zeg hun dat ik het goed maak. “Dan zeg ik: Ja, die aanduiding is juist. Hier is sprake van een persoonlijk contact, hoe dan ook. Maar die boodschap is overbodig. “Zeg hun dat ik het goed maak,” is de inspiratie niet waard. Dus zeggen we in dit geval: Het medium heeft waarschijnlijk een gedeeltelijke boodschap ontvangen en heeft daar zelf iets aan toegevoegd. Toch zijn er mensen, die in het ontvangen van boodschappen heel erg goed zijn en dan komen boodschappen zoals ik heb beschreven natuurlijk wel voor. Opvallend is dat ze daarnaast vaak kleine prognoses geven, die voor de betrokkenen inderdaad van belang zijn en anders mededelingen die wijzen op feiten die iedereen onbekend zijn, maar die op dat moment van belang zijn. Wanneer iemand doorkomt en hij geeft zijn naam en adres en vraagt u bv.: “Zeg mijn neef dat hij de brandverzekering nakijkt.”, dan heeft u te maken met een werkelijke boodschap en die is dan wel de moeite waard.
U zult zich afvragen: hoe komt het nu dat de een het wel doet en de ander niet? Er zijn heel veel verschillende soorten mediums. Er zijn mediums die eigenlijk alleen maar persoonlijke dingen doorgeven. Er zijn anderen die zich bezighouden met lezingen, met manifestaties van allerlei aard. Er zijn er zelfs die hoofdzakelijk preken produceren. Let op: om dit te kunnen doen moet:
- de persoon wederom een labiele persoonlijkheid zijn
- de persoon moet het gevoel hebben zelf intermediair te zijn tussen geestelijke krachten en de wereld; dit gevoel is belangrijk.
- de persoon moet meestal een wat zwakke persoonlijkheid hebben waarin vele schijnbaar tegenstrijdige eigenschappen bestaan.
De zelfbeheersing bij die mediums is over het algemeen gering. Veel van die personen zijn ofwel erg laconiek, dan wel heel erg driftig en soms wel allebei tegelijk.
Wanneer de boodschap doorkomt, dan kan dat nooit een dominerend signaal zijn. Onthoudt u dat goed. Iemand die pas is overgegaan en zo’n boodschap doorgeeft kan dit niet alleen. Er kan een controle bij zijn, zeker. Maar die controle is dan een soort geestelijke verkeersagent, die bovendien nog de energie zal moeten leveren en dat komt niet zoveel voor als men wel uit de verklaringen van allerlei begaafde personen zou mogen veronderstellen.
Als de persoon zelf echter zeer zwak is, dan bestaat er een neiging tot identificatie met elke binnenkomende persoonlijkheid, die op een van die eigenschappen aanspeelt. Hier is het belangrijke van dit punt, dat de mens op dat ogenblik eigenschappen uit die geest in zichzelf erkent en daarmee die eenwording tijdelijk tot stand brengt. Opvallend is verder dat deze seances over het algemeen betrekkelijk weinig nut hebben, zij het dan dat het nut zou zijn de mens te overtuigen dat een contact met het hiernamaals mogelijk is en dit door de vaak toch wel geslaagde persoonlijke boodschap.
Een nevenvorm van dit soort mediumschap is het medium dat allerlei verloren of verdoolde zielen laat doorkomen. Als we kijken naar de persoonlijkheidsstructuur, dan is opvallend: degene die boodschappen doorgeeft is labiel en onbeheerst. Degene die arme zielen laat doorkomen (kennelijk opdat ze dan worden bekeerd door mensen op aarde ter verheffing van hun gevoel van geestelijke waardigheid), is een persoon die in zich een sterke drang heeft om zich te laten gelden en vaak ook een tamelijk sterke wil, maar die op andere punten weer erg labiel is. Ik zeg niet dat dergelijke reddingsseances altijd nutteloos zijn. Er zijn er wel degelijk bij waarmee je goede resultaten bereikt. Maar altijd weer is de vraag: wat gebeurt er in feite?
Indien u te maken krijgt met entiteiten, die allemaal vol verwondering komen kijken, daarna enkele kenmerkende spreuken uiten – om dan gewezen op het licht dat zij nog niet kennen met een “hallelujah” plotseling verheerlijkt een overgegane geliefde tegemoet te snellen, dan kunnen we wel aannemen: hier hebben wij te doen met een soort wensvervulling. Deze fantasie is niet juist. Dat kan wel een keer voorkomen, maar nooit regelmatig.
Hebben we te maken met verschillende uitbeeldingen van personen door zo’n medium, dan is opmerkelijk dat deze uitingen vaak in tegenstelling zijn tot de persoon. Om u een voorbeeld te geven: Een frêle oud dametje geeft bij voorkeur vloekende zeelieden, legerkapiteins en dergelijke mensen door, terwijl een op zichzelf nogal gezeten en wat burgerlijk mannetje eerder veel avontuurlijke vrouwen ten tonele voert. Dit is dan een poging de persoonlijkheid aan te vullen. Maar als er geen regel zit in wat er doorkomt – een belangrijke factor – en als de personen die doorkomen vooral in de confrontatie duidelijk maken dat zij zich niet zonder meer laten overtuigen, soms zich zelfs niet willen laten overtuigen dat ze niet dromen, dan is er een kans dat we met reële contacten te doen hebben. Dergelijke vormen van seances kan ik u over het algemeen niet aanbevelen als hoofdtaak.
Indien u medium bent en u zich met dergelijke seances bezighoudt, wil ik u er nadrukkelijk op wijzen dat dit niet de enige mogelijkheid is om contact te krijgen met de geest en dat een controle – zo u er één heeft – die werkelijk goed is ongetwijfeld ook uw beïnvloedingen zodanig zal wijzigen, dat we niet alleen maar te maken hebben met het spektakel van de voortdurende bekering. Dit is een deel van het mediumschap, want die begaafdheden gaan veel verder.
Mediumschap bevat vaak ook een vorm van telepathie, dat vergeten de mensen wel eens. Telepathische contacten zijn mogelijk tussen levende mensen. Het is mogelijk dat een mens die op aarde leeft doorkomt door een medium. De enige voorwaarden hiervoor zijn:
- een zekere mate van harmonie met het medium
- een gelijktijdigheid van concentratie; het medium op ontvangst de ander op projectie van denkbeelden. Indien dit het geval is, kunnen telepathische contacten zonder meer tot stand worden gebracht.
Er zijn voor de mensen natuurlijk altijd dingen, die meer persoonlijk zijn en die daarom waarschijnlijk met alles wat met mediumschap en zelfs met mesmerisme te maken hebben op de achtergrond blijven. Persoonlijke contacten tussen mens en geest zijn onder omstandigheden mogelijk. Hiervoor zijn er geen mediums, maar alleen mensen nodig, die op een gegeven ogenblik voldoende instabiel zijn (waarvan de innerlijke gesteldheid een onvoldoende vast patroon vertoont om helemaal zichzelf te blijven), in wie verder een bepaald behoefte-element, een verlangen, een angst of een verwerping aanwezig is. Dit zijn dus de voorwaarden. Absolute ontspanning van de persoon of slaap eveneens. Op dat ogenblik kan elke entiteit – of die aardgebonden is, uit een hoge geestelijke wereld stamt of uit een lagere sfeer – contact krijgen met die persoon.
Wat dan ontstaat is in wezen illusie waardoor ook de gevoels- of tastzenuwen mede beroerd kunnen worden. U voelt zich lichamelijk beroerd. Er wordt b.v. aan uw haar getrokken, iemand klopt u op de schouder. Alles wat lichamelijk voelbaar is, kan op deze wijze worden ervaren. Als u met die dingen te raken heeft, dan voelt u zich meestal nogal akelig. Het ene ogenblik ligt u nog heerlijk na te denken over al wat het leven u tekort heeft gedaan, het volgend ogenblik klopt er iemand op uw schouder. U kijkt om er is niemand. Dat is werkelijk, als u al verhoogde bloeddruk heeft niet erg gezond.
Wat doen we daar tegen, indien dat regelmatig voorkomt? We moeten ons realiseren:
- voor elke mens bestaat deze mogelijkheid, indien aan bovengenoemde voorwaarden is voldaan.
- als ik dergelijke contacten ervaar, vloeit dit dus voort uit mijn eigen omstandigheden en instelling.
- indien ik deze contacten niet wens, kan ik niet de contactmakende factor veranderen, maar ik kan mijzelf veranderen. Ik kan voor mij een disharmonie daarmee scheppen waardoor het niet meer mogelijk is mij op deze wijze te benaderen.
Welke methode kan worden gebruikt? Wanneer u melancholiek bent en juist dan komen dergelijke belevingen sterk tot uiting, probeert u het eens met een beetje vrolijkheid. En gaat u dan niet zitten met een gezicht van “nu moeten wij vrolijk zijn.”, want dan lukt dat toch niet, maar probeert u gewoon los te komen van wat u doet. Als u steeds bezig bent geweest met: “Das Gebet einer Jungfraus, speel dan eens de Kaffeekantate van Bach. Als u voortdurend bezig bent geweest met de ellende, die in zovele romans treffend wordt beschreven van lijdende vrouwen die hun geliefde niet krijgen en lijdende mannen die voortdurend worden bedrogen, dan raad ik u aan: leest u voor de afwisseling eens iets van bv. Huizinga. Breng er wat variatie in. Eet eens wat anders. Breek uw levenspatroon. Hierdoor wijst u dergelijke contacten af.
Als u ze graag wilt hebben, realiseer u dan dat ze niet echt zijn. Per slot van rekening, u weet niet wie die eigenaardige kriebeling in uw nek veroorzaakt. Het kan uw overleden man zijn, maar het kan net zo goed een verdwaalde hond zijn die in de astrale wereld loopt te snuffelen. Het voorbeeld is wat extreem, maar ik wil u met alle geweld duidelijk maken dat u niet kunt bepalen waar die invloeden vandaan komen. Er zijn mij persoonlijk gevallen bekend van dergelijke beïnvloedingen, waarbij personen spraken over hun dierbare overgeganen die hen omhelsden, terwijl zij in werkelijkheid alleen maar waren opgelopen tegen iemand die zich rot verveelde, astraal enige mogelijkheden had omdat hij aardgebonden was en deze gebruikte om mensen schrik aan te jagen. Voor hem was de verrukking die ontstond waarschijnlijk het meest ontstellende van zijn astrale belevenis. Blijf dus een beetje realistisch.
Mediumschap is goed. Want contact tussen de wereld van de geest en van de stof is belangrijk. Maar dat betekent helemaal niet dat het mediumschap beter is dan bv. een radio uitzending. Als u naar de radio luistert, dan hoort u het ene ogenblik iemand wijsheid verkondigen, het volgend ogenblik iemand onzin vertellen. Het ene ogenblik hoort u een chanson, het volgend ogenblik iets wat zich chanson noemt, maar in feite een gedevalueerde smartlap is. Zo is het ook met het contact met de geest; en sluit ons daar heus niet van uit!
Mediumschap is goed. Het is geen eigenschap die verering nodig maakt. Iemand die medium is staat geestelijk niet hoger, maar ook niet lager dan u. Mediumschap is gewoon een eigenschap en deze houdt in – nogmaals en nadrukkelijk – dat de persoon niet bepaald stabiel is. Die mensen zijn gemakkelijk te beïnvloeden. U heeft uw andere eigenschappen. U bent misschien helemaal niet te beïnvloeden en dat is soms nog veel erger.
Nu we dit geheel hebben overzien, zou ik graag nog een paar praktische tips geven.
De invloeden uit de geest zijn natuurlijk overal vertegenwoordigd, ook in metalen. Als u metalen gebruikt, dan moet u daarmee rekening houden. Indien u grote spanningen heeft ondergaan, indien u misschien grote geestelijke ellende heeft ervaren, al of niet door geestelijke invloeden veroorzaakt, terwijl u sieraden heeft gedragen van goud, zilver, diamant, zelfs half-edelsteen, leg die dingen dan voorlopig weg, kom er niet meer aan. Als het even kan, reinig ze goed onder stromend water (zeep is niet noodzakelijk, wel stromend water) en laat ze daarna een tijdje in de zon liggen. Op deze manier kunt u een groot gedeelte van de trillingen, die in het metaal zijn opgenomen, wegwerken.
Heeft u te maken met ijzer, dan dient u zich wel te realiseren dat ijzer vooral hartstochten en driften pleegt op te nemen. De ontlading ervan is niet te overzien of te voorzien. Ze kan plotseling geschieden, ze kan ook een zeer lange tijd uitblijven. Maar als het gebeurt, dan zult u vaak een periode van onbeheerstheid hebben. Als u dus ijzeren voorwerpen bij u heeft gehad, terwijl u voortdurend driftig was, wees daar een beetje voorzichtig mee. Voor automobilisten zou men het zelfs nog verder kunnen doorvoeren (een groot gedeelte van uw blikken voertuig bestaat uit plaatijzer). Als u zich steeds in die auto zit op te winden en druk te maken, dan legt u dat patroon vast. Stapt u in de wagen van een ander, die de neiging heeft om aldoor met een halve hartcollaps een ieder te wijzen op de verkeersfouten die er tegen hem worden begaan, dan geldt weer hetzelfde, degene die in een dergelijke wagen rijd, zal de neiging hebben tot onbeheerste reactie en daarmede ook zijn overzicht verliezen.
Het is gevaarlijk om in zo’n voertuig te rijden. Gelukkig staan de meeste wagens buiten, zodat ze door de regen nog enigszins worden afgespoeld, maar het interieur wordt niet zo schoongemaakt, dus blijft er altijd wel iets hangen, weest u er een beetje voorzichtig mee.
Koper blijkt vooral gezondheidsinvloeden over te brengen. Als u een ouderwets koperen ledikant heeft of verkoperd als het een beetje dik koper is en daarin heeft iemand gelegen met erge pijnen (blindedarmontsteking of reumatiek bv.), laat dat bed als het even kan een tijdje onbeslapen. Over het algemeen is een dag of tien in een kamer waar licht en lucht toegang hebben wel voldoende. Gaat u er vóór die tijd in liggen, dan is de kans groot dat u zich onbehaaglijk voelt en met pseudo-reumatische pijnen of met pijn in het onderlijf wakker wordt. Dat is dan toch niet de bedoeling.
Lood is over het algemeen nogal negatief. Lood absorbeert. Draag dus zo weinig mogelijk lood en loden voorwerpen bij u, vooral als u veel energie nodig heeft, want in dergelijke gevallen wordt die kracht geabsorbeerd. Er is één uitzondering: indien het lood zich in water bevindt is het praktisch neutraal.
Zink, tin en dergelijke metalen hebben ook hun eigen invloeden. Maar ik heb u enkele metalen gegeven waarmee u in direct contact het meest mee te maken krijgt. Denk er overigens wel aan dat de eigenschappen voor ijzer alleen voor smeedijzer (werkelijk ijzer) gelden. Heeft u te maken met het z. g. roestvrij staal waarin o.m. sporen zilver en molybdeen verwerkt zijn, (er zijn ook andere samenstellingen), dan is dat een legering. Die legering kan vaak vreemde eigenschappen hebben. Het doorsnee roestvrij staal is betrekkelijk neutraal omdat de daaraan toegevoegde sporen in feite de balans van het ijzer zelf hebben beïnvloed. Maar als roestvrij staal een invloed opneemt (dat zal dan meestal van gewelddadigheid zijn), dan kunt u er rekening mee houden dat u die neiging tot gewelddadigheid nog een lange tijd zult bespeuren, indien vergelijkbare omstandigheden optreden, ook als u voordien niet gewelddadig was. Het is gewoon een stimulans die u ervaart.
Misschien vraagt u zich af waarom ik deze dingen nu zeg, terwijl ik boven de les “mediumschap” zet. Maar is ook dit niet een beïnvloeding waarbij uw receptiviteit natuurlijk medebepalend is voor de intensiteit van de inwerking? Hou er gewoon rekening mee!
Een beïnvloeding waaraan we vaak voorbij gaan is de beïnvloeding van factoren, die niet door het bewustzijn geheel worden ervaren. De meest bekende daarvan zijn de subsone tonen of trillingen, trage ritmen die het oor niet waarneemt, maar die het zenuwstelsel soms aardig in de war kunnen brengen. Mogelijk is dit een verklaring voor de verstorende inwerkingen die het moderne verkeer op sommige punten heeft. Hier zou dan hoofdzakelijk door het gedender van de wielen een ritme kunnen ontstaan, die zich op bepaalde kruispunten steeds zal herhalen door het afremmen en optrekken, dat de mensen in een toestand van overspanning brengt die ze zelf niet beseffen. Dat is het belangrijkste.
Kunt u zeggen: heb ik door het verblijf bij een dergelijk kruispunt voortdurend de neiging om ineens zonder reden erg bang te worden, dan zou dat wel eens kunnen liggen aan die beïnvloeding. En dan moet u eens nagaan of de vloer van uw woning trilvrij is. Zo niet, probeer dat eens wat af te dempen, dat helpt vaak heel veel.
Er zijn ook supersone trillingen; d.w.z. zeer hoge geluiden. Denk maar aan het hondenfluitje: de hond hoort het wel, u hoort het niet. Ook dergelijke trillingen kunnen invloed hebben. Dat kan erg belangrijk zijn indien u woont waar boven u regelmatig zeer snelle vliegtuigen voorbij vliegen. Ze brengen wel een zeker gedonder met zich mee, maar dat is niet belangrijk. Wel is belangrijk dat door de luchtverplaatsing gelijktijdig supersone trillingen worden veroorzaakt van betrekkelijk hoge frequentie en dat deze vaak een gevoel van sterkte en blijmoedigheid geven Die sterkte en blijmoedigheid berusten echter niet op werkelijkheid. Het resultaat is, dat men dan grote risico’s neemt, meent dat men meer aankan dan men doet. Woont u dus in een streek waar regelmatig dergelijke vliegtuigen overvliegen, dan is het wel belangrijk om hiermede rekening te houden. Overmoed kan hierdoor worden bevorderd. Als u zich overmoedig voelt, doe het dan een beetje kalmer aan en probeer te beseffen wanneer u dat bent. Alweer, invloeden uit het milieu hebben een directe invloed op de mens. Dit zijn nu luchttrillingen, maar er zijn ook andere trillingen.
Als u woont in de nabijheid van een radio- of televisiezender, dan is daar een betrekkelijk hoge veldsterkte meetbaar. Dat is een magnetisch verdringingsverschijnsel. Als u nu in dat veld leeft, dan is het erg belangrijke dat het geen draaggolf is die u persoonlijk kan beroeren. Ik zal u enkele golflengten opgeven, die nogal eens voorkomen, zij het dan niet bij publieke zenders.
Als u zit omstreeks de 200 m (voor de doorsnee mens zal dat zijn van de 187 tot ongeveer 220 m), dan kunt u voor de voortdurende uitzendingen gevoelig zijn. De mens heeft dan de neiging te hallucineren en zijn geheugenfunctie kan hieronder lijden. F.M. zenders veroorzaken dat wat minder, omdat de trilling aanmerkelijk hoger ligt. Dat effect kunt weer krijgen met de modulatie. Als u stereo heeft, dan zal het decodingeffect een eigen frequentie hebben die aanmerkelijk lager ligt dan de draaggolf. Dan is het bij bepaalde zenders mogelijk dat men ook hiervan de invloed ondergaat.
Ik heb hier maar enkele voorbeelden gegeven. De gehele wereld is vol van dingen die u beïnvloeden. Als u ontdekt dat een bepaalde stemming steeds weer samenvalt met een bepaalde situatie buiten u, dan is het redelijk aan te nemen dat niet uw gevoelsleven of onbekende invloeden hier direct oorzakelijk zijn, maar dat het gewoon de dingen buiten u zijn.
Als u ontdekt dat, als er een clandestiene zender vlakbij u aan het werk is, u bepaalde afwijkingen in uw normale emotionele gedragspatroon vertoont, dan heeft u geconstateerd dat de beïnvloeding van die zender afkomt.
Als u ontdekt dat bepaalde verkeersproblemen, zelfs in sommige gevallen het geluid van bepaalde elektrische apparaten bij u een verandering van de persoonlijkheid tot stand brengen, althans van de uiting van uw gevoelswereld, dan heeft u weer de oorzaak geconstateerd. Van de invloed van elektrische apparaten zal ik enkele voorbeelden geven.
Bepaalde wasmachines en koelkasten veroorzaken trillingen en soms ook geluid. Mensen die daarvoor gevoelig zijn, hebben dan een onbehaaglijk gevoel of ze worden prikkelbaar. Ze hebben soms ook een dof gevoel en kunnen zich even niet meer oriënteren; bij een storing van de evenwichtsorganen zijn dergelijke gevallen wel bekend. Dat komt dan door zo’n apparaat. Stofzuigers hebben soms een bepaalde lading, zij het dan dat deze statisch is, want het is geen directe elektrische lading. Er zijn mensen die dat opnemen. Ze kunnen daardoor hun gedrag wijzigen. Het is dus belangrijk dat u weet dat de zaak goed geïsoleerd is. Haarkrulsets die op pennen staan kunnen in sommige gevallen een beïnvloeding van de slaapcentra o.m. teweeg brengen. Het resultaat is dan dat zo’n persoon na het gebruik ervan absoluut niet kan slapen, een gevoel van hopeloze uitputting door slapeloosheid krijgt in de nacht volgende op het gebruik van een dergelijk apparaat. Het is duidelijk dat elektrische apparaten inderdaad invloed kunnen hebben. Het constateren van de oorzaak is dus erg belangrijk. Bij mediamiciteit hebben we vaak te maken met niet controleerbare waarden. De geest is voor de mens eigenlijk verstandelijk niet controleerbaar. Je kunt hoogstens door bv. kruiscorrespondenties het effect controleren, maar dat is ook alles. Zodra wij echter die ontvankelijkheid zien t.a.v. onze eigen wereld, is het iets anders. Als ik hier een heel eenvoudige vergelijking mag maken.
Veel mensen kennen hooikoorts. Die hooikoorts zal niet altijd uit dezelfde allergie voortkomen, maar de verschijnselen zijn wel hetzelfde. (Vandaar dat een allergisch onderzoek in dergelijke gevallen is aan te raden).
Als u bepaalde gevoelsafwijkingen, bepaalde spanningen ervaart, dan is het niet zeker dat de invloeden, die het voor uw buren doen, het ook voor u doen. U zult moeten nagaan welke invloeden samenvallen.
Als het even kan, moet u juist die invloeden ook door anderen laten controleren. Zo krijgt u inzicht in wat er gebeurt, kunt u zich daartegen ten dele beschermen en u weet waar het uit voortkomt. Zodra u zich bewust bent van een beïnvloeding, kunt u die grotendeels compenseren; niet volledig, maar toch grotendeels. Dat geldt ook als de geest u beïnvloedt. Als u voelt dat u door de geest wordt beïnvloed en u wenst niet als direct werktuig van die geest beschikbaar te zijn – hetzij op dat moment of onverschillig wanneer – dan kunt u zich dus gewoon daartegen verzetten. Het besef is over het algemeen voldoende om de werking te verminderen.
Ik zou nog iets willen zeggen over het pendelen. Ook hierover zijn reeds gegevens verstrekt, maar ik wil u een paar raadgevingen bij het pendelen voorleggen.
Uit de hand pendelen kunt u het eenvoudigst doen met een metalen voorwerp aan een zijden draad of aan een haar. Het gaat voornamelijk om de soepelheid van het snoertje waaraan het hangt, niet om de substantie. U kunt gewoon eens proberen om mannelijk en vrouwelijk te constateren. Meestal zegt men: mannelijk is slingeren en vrouwelijk is draaien. Ik weet niet of dat uit een psychische overweging zo gesteld is.
U kunt dan zien dat die beweging er is. Vervolgens gaat u over tot “ja” en “neen”. U gebruikt daarvoor voorlopig dezelfde ken-signalen. “Ja” en “neen” zijn voor u voldoende om vragen beantwoord te krijgen.
Realiseer u, dat die beantwoording uit uzelf voortkomt, maar ze brengt onderbewuste waarden naar voren, die u zonder meer niet kunt uiten en daarom kan de pendel een interessant apparaat zijn.
Heeft u daarmee voldoende ervaring verkregen, probeer het dan met de standaardpendel, die aan een vast punt is opgehangen en niet in de hand wordt gehouden. U kunt naar eigen believen een geleidingsstrip maken (veel mensen gebruiken daarvoor een stukje koper) die aan de voet van de houder wordt bevestigd en de invloed zal moeten overbrengen.
Als u hier eveneens dezelfde uitslagen kunt verkrijgen, kunt u stoffen gaan vergelijken. Het eenvoudigst is: leg een stukje steen tegen een ander stukje steen van verschillende substantie, laten we zeggen: marmer tegen basalt. U gaat nu bepalen wat de uitslag van beide steensoorten is. Hierdoor zult u ontdekken dat de uitslagen meer variaties kennen en u zult die variaties zelfs kunnen vastleggen. Het gaat hier om het wennen aan de patronen die een pendel kan maken.
Indien u dit met de vaste pendel heeft bereikt, kunt u het ook met de handpendel doen. U zult zien dat er geringe afwijkingen zijn, maar dat toch het gehele patroon per materiesoort zich zeer snel kan conformeren. U zult verder ontdekken dat het hier gaat om een kwaliteits- of dichtheidsgradatie die wordt aan gegeven, zodat dezelfde signalen eveneens kunnen gelden voor bv. verschillende kwaliteiten, plastics zelfs, verschillende legeringen metaal of planten van verschillende levensvatbaarheid. Als u dit allemaal heeft ervaren, u heeft de patronen gezien die kunnen voorkomen, dan kunt u overgaan tot het pendelen met een z.g. plateau.
Het plateau is een cirkel in segmenten ingedeeld. Meestal gebruikt men in het begin 6 segmenten, later 12 of 24. In deze segmenten kun je bepaalde voorwerpen plaatsen bv. een medicijn en een stukje nagel van degene die de medicijn gebruikt. Wanneer hier nu een negatieve uitslag komt (een “ja” en een “neen” heeft u goed kunnen onderscheiden), dan betekent het dat dit medicijn niet de juiste is. Neemt u nu monsters van andere medicijnen en zet u ze op die plaats totdat u een “ja” krijgt, dan heeft u al veel meer bereikt; dan heeft u namelijk een harmonie bereikt tussen dat stukje van het menselijk lichaam – al is dat maar een verhoornd stukje weefsel – en het medicijn. U ziet dan wat voor die mens het best geschikt is. Gaat u nog een stapje verder, dan legt u in het midden een inductor (dat kan ook weer een stukje nagel, een haar, zelfs een voorwerp zijn dat de persoon een lange tijd bij zich heeft gedragen) en daaromheen plaatst u een aantal medicijnen die u voor die persoon geschikt acht. Dan zal de uitslag duidelijk maken welke van die medicijnen het best is, wederom door een positieve, een bevestigende uitslag. Gaat u er a.u.b. niet te ver mee. U kunt hiermee niet dokter en apotheker vervangen. In geval van twijfel: “ik voel me zo onaangenaam na het gebruik van het geneesmiddel, is dat wel goed voor mij?” kunt u door een ander deze proef laten uitvoeren en dan zal u wel duidelijk worden, of er inderdaad harmonie of disharmonie is tussen het geneesmiddel en u.
Ten laatste wil ik erop wijzen dat u nog kunt “kaart-pendelen”. De eenvoudigste methode om dit te leren: neem een stadsplattegrond op tamelijk grote schaal. Stel uzelf een vraag. Herhaal die vraag intens terwijl u met de pendel langzaam over de kaart gaat. Doe dit dan altijd in over en weer lijnen, maar langzaam, zo langzaam alsof u een muur opzij zou moeten duwen. U zult ontdekken dat de pendel altijd wel een beetje slingert, maar plotseling toont ze een impuls, ze gaat anders slingeren. Op die plaats houdt u stil. U stelt dan de vraag nogmaals. Krijgt u een bevestigend antwoord, dan betekent het dat hier het gevraagde aanwezig is; in andere gevallen misschien dat het een tekort is.
Onthoudt u verder: bij kaart-pendelen zult u vaak om iets te zoeken een inductor nodig hebben. Een foto bv. kan als inductor dienen, iets geschreven op een stukje papier kan ook een inductor zijn en verder alles wat tot de bezittingen van een persoon behoort. Een uitzondering: knopen. Knopen zijn vaak vervaardigd van kunststof of van been en hebben de neiging een zodanige eigen uitstraling te hebben, dat deze de uitstraling van de persoon domineert. Gebruik dus ook geen kunststofweefsels als het even kan. Katoen is erg goed. Zijde is uitstekend. Wol is ook heel goed. Bontsoorten zijn meestal wel bruikbaar. Op deze manier kunt u met pendelen heel veel doen.
Hoe de pendel eigenlijk functioneert? Wel, als u uit de hand pendelt, zijn dat onwillekeurige bewegingen. Die onwillekeurige bewegingen komen tot stand op grond van een constatering in uw aura. Als u echter de vaste pendel gebruikt, dan is deze mogelijkheid om zelf te bewegen niet aanwezig, wel de fluctuatie van uw aura. Deze fluctuatie moet worden overgebracht op de pendel. Dat wil dus zeggen dat deze nooit op een te grote afstand van u kan staan. Maar als de fluctuatie zich in uw aura bevindt, ook zonder dat u er een contact mee heeft op welke wijze dan ook, zal ze kunnen bewegen. Ze zal dan – en dat is ook interessant – bepaalde toevalsfactoren in uw beweging uitschakelen en daardoor een zuiverder uitslag en een zuiverder resultaat geven.
Een ieder die zich met vraagstelling en dergelijke wil bezighouden, zou ik willen aanbevelen om eens een keer te pendelen. U behoeft er geen dure aanschaffingen voor te doen, u kunt het gewoon doen met een metalen ringetje of een metalen voorwerpje aan een zeer soepel draadje. Als het even kan gebruikt u ook geen soepele kunststof, want daar zitten bepaalde dingen aan vast waardoor u wel eens een vertroebeling van uw mogelijkheden zou kunnen krijgen,
Alle occultisme krijgt pas betekenis indien wij naast de theorie ervan de praktijk beoefenen. Eerst als we de praktijk hebben leren kennen, zullen wij de betekenis van het theoretisch gestelde voldoende kunnen doorgronden.
Misschien kunt u geen vol-trance of half-trance medium zijn of soortgelijk werk doen. U kunt wel proberen om eens te voorspellen. Probeert u dat dan. U kunt misschien niet alle mooie pendeltrucjes uitvoeren die vaklieden uitvoeren, maar u kunt wel degelijk pendeluitslagen veroorzaken. U kunt naast de handpendel ook werken met de vaste pendel, als u maar eerst met de handpendel wat heeft geoefend. Als u deze dingen doet, wordt u zich bewust van uw bekwaamheden. U zult ook gemakkelijker begrijpen wat er over deze dingen wordt beweerd en de juistheid ervan aan uw eigen ervaringen kunnen toetsen.
Woordenlijst voor de occultist.
GEEST: een bewustzijn dat gelukkig van zijn lichaam ontdaan is.
ZIEL: de kracht die in alle dingen schuilt, in mens en geest gelijk,
LEVENSKRACHT: voor de mens een energie die ontstaat door de lading van zijn cellen, voor de geest een voortdurende wisselwerking met de buitenwereld.
HELDERZIENDHEID: een vorm van zien zonder ogen waarbij je de waarheid kunt zien, indien je jezelf niet bedriegt omtrent de waarde van hetgeen je ziet.
HELDERHORENDHEID: in vele gevallen een tijdelijke opheffing van een geestelijke doofheid.
INSPIRATIE: het verrijken van je vermogens en uiting door krachten, die buiten je staan, meestal geesten.
MEDIUMSCHAP: tijdelijk functioneren als afstandsverbinding met een sfeer waarbij het eigen bewustzijn geheel of gedeeltelijk is uitgeschakeld.
MAGNETISEREN: kracht overdragen aan een ander, in de hoop dat hij er wat goeds mee doet.
MAGIE: het ritueel waardoor je bepaalde occulte bereikingen denkt te kunnen bereiken; ofschoon je ook zonder het ritueel kunt bereiken wat je bereikt.
SPOOK: asociale geest met astraal stoffelijke neigingen.
WICHELROEDE: het concentreren van een deel van de eigen aura op een roede van metaal of hout, waardoor een sterk gepolariseerd veld ontstaat dat op andere, tegengestelde velden kan reageren en dan onwillekeurige spierbewegingen veroorzaakt, welke wederom een uitslag van de staf ten gevolge hebben.
PENDEL: over het algemeen een voorwerp dat door zijn slingeringen duidelijk maakt wat je denkt zonder het te weten.
Veel gebruikte woorden.
GOD: het onbekende dat we een naam geven om ons niet zo onmachtig daartegenover te voelen.
DUIVEL: datgene wat wij in onszelf erkennen, willen ontkennen en daarom projecteren in een andere gedaante.
HEMEL: een wereld waarin wij hopen alles te kunnen zijn en te kunnen doen wat we nu niet kunnen zijn en kunnen doen; iets wat nooit wordt bereikt maar waarop je altijd weer wilt hopen.
HEL: datgene waarin de mens zichzelf ziet, wanneer hij zijn eigen realiteit aanvaardt zonder gelijktijdig die realiteit te willen erkennen.
VAGEVUUR: de katholieke uitvlucht voor de papale onmogelijkheid om algehele straffelijkheid aan goede katholieken te geven voor alle zonden.
HEKS: elke vrouwmens dat occulte gaven manifesteert zonder dit te doen binnen een kerkelijk erkende groepering.
HEKSENMEESTER: over het algemeen een man, die de meesterrol speelt in heksenrituelen en daardoor gelijktijdig onderdanig is aan de heksen, die hij zegt te overheersen.
ELEMENTALEN: bewoners van de oude elementen. Anders gezegd: energiewezens die zich manifesteren binnen lucht, water, vuur en aarde.
GN0MEN, KOBOLDEN, DWERGEN en dergelijke: menselijke verpersoonlijkingen voor krachten, die in de aarde of in bomen en wouden leven.
POLTERGEIST: over het algemeen een uiting van menselijk onbehagen, onbewust tot uiting gebracht door extensie van eigen ectoplasma.
Denkrichtingen.
VRIJMETSELARIJ: een denkvorm waarin weinig wordt gemetseld maar veel gepraat.
ROZENKRUISERS: methode van mystiek denken welke meestal verzandt in eigen gevoel van ingewijd zijn.
THEOSOFIE: oorspronkelijk een vrijheid van benadering van verschijnselen en God, welke is vastgeroest in een dogmatiek en als zodanig een pseudo-godsdienst is geworden met grote vrijheid.
GODSDIENST: een pretentie om God te dienen door bepaalde formalismen waardoor men aan de werkelijke noodzaak tot harmonisch zijn met de goddelijke waarheden, die men in zich erkent, meent te kunnen ontvluchten.
Enkele aanwijzingen, die in dit verband belangrijk kunnen zijn.
DEUGD: in menselijke ogen: als anderen datgene doen wat jij goedvindt. In werkelijkheid: een beantwoorden aan je innerlijke eigenschappen, zodat het geheel van je innerlijke krachten kan worden overgebracht naar het voertuig waarin je je op dit moment beweegt.
ZONDE: voor een mens meestal: wat een ander doet, als je het er niet mee eens bent. In andere gevallen de kans die je zelf hebt gemist.
Geestelijk gezien het ingaan tegen eigen harmonie of het ontkennen van eigen harmonische mogelijkheid, waardoor men in een innerlijke strijdigheid er niet toe komt het geheel van zijn besef, bewustzijn en kracht in harmonie met de buitenwereld te hanteren.
ASTROLOGIE: kennis van de gang der sterren welke symbolen zijn voor het ritme van de kosmos. Dat ritme bestaat voor de mens, maar kan in de mens alleen worden erkend en beleefd volgens zijn eigen waarde, zodat de astrologie slechts een aanduiding kan zijn van datgene wat in de mens mogelijk zou zijn.
HANDLIJNKUNDE: het lezen van de lijnen van de hand, uitgaande van het standpunt dat in elk deel van het menselijk lichaam het geheel van de persoonlijkheid en daarmee ook het lot dat daarin bestaat wordt vastgelegd. In de praktijk echter door concentratie op bepaalde tekens in de hand te komen tot conclusies ten aanzien van de persoonlijkheid, die men dan projecteert in een toekomstverwachting.
KRISTAL KIJKEN: dit is over het algemeen een methode om door optische vermoeidheid eigen bewustzijn zover uit te schakelen dat men de dingen ziet die men in zich draagt, maar die men normaal niet ziet, omdat men te druk bezig is met zien om te zien wat men werkelijk in zich draagt.
Enkele punten waarmee men rekening moet houden.
VLOEKEN: het uitdrukking geven aan sinistere verwachtingen in de vorm van een geschreeuwd gebed. Als zodanig een uitdrukking van werkelijke gevoelens en daardoor harmonisch.
BIDDEN: het jezelf projecteren naar de hoogste Kracht die je kent en het stellen van verwachtingen zowel als erkenningen ten aanzien van die hoogste Kracht. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid een grotere zelferkenning en een grotere harmonie te bereiken. Harmonisch in deze zin. Disharmonisch op het ogenblik dat het gebed wordt tot een aan God vertellen dat je beter bent dan een ander.
CHRISTENDOM: een leer, die in haar oorspronkelijkheid o.m. reïncarnatie en zelfwerkzaamheid van de mens ter verlossing erkende, maar die geworden is tot een ritueel waardoor de mens alle mogelijkheden worden ontzegd om zo door een centraal gezag alle waarden en alle macht aan zich te trekken.
THEOLOGIE: het denken over God, waardoor je meent te weten wat God is, zodat je niet meer weet wat je zelf bent en in je voorstelling van God jezelf verliest, zowel als je begrip van de werkelijkheid.
FILOSOFIE: het bouwen met gedachten wat aanvaardbaar is, zolang deze gedachten niet uitgaan van een vervreemding van de werkelijkheid waarin men leeft en van de erkenning die men in zich draagt.
BEWUSTWORDING: een langzame verruiming van eigen gezichtspunt, waardoor men door het erkennen van een vermindering van eigen belangrijkheid gelijktijdig een groter deelgenootschap in het geheel weet te bereiken.
INWIJDING: het bereiken van inzichten en waarden, waardoor men in staat is niet slechts zijn besef der dingen, maar ook zijn relatie met de dingen zodanig te wijzigen dat men hierdoor een steeds grotere harmonie bereikt en zo een grotere prestatiemogelijkheid binnen de beperktheid van een tijdelijke uiting.
VERLOSSING: vrijwording van waan. Want slechts hij, die de waan verliest, is waarlijk verlost. Hij, die in de waan van verlost zijn leeft, is niet verlost, omdat hij zijn denkbeelden stelt boven de werkelijkheid.
VERDOEMING: het dreigement dat mensen gebruiken ten aanzien van andere mensen, als ze geen andere argumenten hebben. God namelijk verdoemt niet, omdat alles deel is van Zijn wezen en het hoe dan ook en langs welke weg dan ook eens tot Zijn wezen zal terugkeren.
ANTROPOSOFIE: een verdere ontwikkeling van de theosofie, waarbij men uitgaat van het feit dat het geheel van menselijke kennis, ongeacht het feit of deze wetenschap dan wel occultisme of filosofie is, tezamen een beeld geeft van de werkelijke mogelijkheden van de mens en de werkelijke inhoud van zijn wereld. Als zodanig een geïnspireerde benadering van de werkelijkheid welke echter alleen bereikbaar is voor degenen, die niet menen dat hun systeem het enige of het enig waardevolle is.
PEDAGOGIE: opvoedkunde; d.w.z. de kennis waarmee men denkt anderen op te voeden, hen dresserende zonder dit te beseffen tot het ogenblik dat zij hun kennis tegen u kunnen gebruiken.
Ik heb geprobeerd gewoon wat woorden te geven. Het was geen definitiespelletje al lijkt het er wel wat op. Al deze begrippen, die ik soms tamelijk scherp en soms wat onaangenaam heb omschreven, spelen een grote rol in de occulte bewustwording van de mens. Laten we niet vergeten dat wij ons bewust moeten worden van de z.g. geheime of verborgen wereld, die altijd aanwezig is en die niet werkelijk geheim en verborgen is, maar die wij ontkennen omdat wij er geen raad mee weten, wanneer we mens zijn.
Wij moeten proberen het geheel van ons leven en het geheel van onze wereld te aanvaarden en daarbij ons bewust zijn van de betekenis van de begrippen, die wij hanteren, zo goed als van de mogelijkheid die in onszelf berust.
Prisma.
Een mens is als een prisma voor de oneindigheid. Door zijn besef en zijn persoonlijkheid breekt hij de gehele werkelijkheid in stralen en kleuren die hij van elkaar onderscheidt en zo maakt tot beeld van zijn wereld, die hij dan noemt ‘Totaliteit’, zonder te beseffen dat totaliteit geen verdeeldheid kent.
Een prisma is de mens, want in hem breekt het licht van de oneindigheid. En zo hij dit erkent, spreekt hij niet van een werkelijkheid in dat wat hij beseft, toont en uit zichzelf voortbrengt, maar vindt de kracht waaruit het geheel wordt geboren.
Hij projecteert die kracht. Hij vult aan het tekort van eigen denken, eigen vermogen. Zo komt hij tot het uiten van de onbewogen krachten van Oneindigheid in eigen zijn, in eigen tijd en eigen werkelijkheid.
Wie niet zichzelf misleidt, naar de hoogste Kracht ziet als een bron waaruit de werkelijkheid, die hij beseft, wordt geboren, een werkelijkheid die één moet zijn en niet verdeeld, hij kent iets van de werkelijkheid. Hij speelt wat met de krachten die hij nog niet beseft, totdat zijn wezen zich verheft tot het bewustzijn van een eenheid waarin de kracht in alle verscheidenheid gelijk zich manifesteert.
Zo leert dan het “ik” door het breken van het licht het geopenbaarde licht te zijn.