31 mei 1989
Het is me een genoegen tot u te mogen spreken.
In deze dagen, zoals altijd, zoekt de mens naar de Steen der Wijzen, de bron van de eeuwige jeugd. Hij zoekt naar het verborgene. En zij die zoeken, zoeken in alle verborgenheid en begrijpen niet dat de grote waarden van het leven voor ieder direct kenbaar en toonbaar worden uitgestald in dit Al waarin men leeft. Wie zich bewust is van zijn werkelijk bestaan, is eeuwig. Wie zich bewust is van de kracht die in hem leeft, weet alle dingen. Hij die zich beroept op de kracht die in hem leven houdt, beheerst al wat rond hem is.
Ook in uw tijd werd deze bron van eeuwige jeugd, van eeuwige kracht en van eeuwige wijsheid verkondigd door leraren in uw eigen wereld of uit onze sferen. Van de laatsten zou ik willen trachten enkele leringen over te brengen en u iets te doen voelen van mijn inzichten aangaande de mogelijkheden die er voor u bestaan.
Het levende Licht moet worden aanvaard als de kracht waaruit wij voortkomen. Zoals de sterren aan de hemel schrijven welke kracht zal heersen, zo schrijft in ons het eeuwige Licht het doel waartoe wij bestemd zijn. Alle doel is eenvoud. Uit de veelheid der waarden wordt de Ene Waarheid geboren. Ondanks de veelheid der sterren regeert de zon. Vertrouw op het licht in u. Tracht niet het te zien – want wie schouwt in de zon wordt erdoor verblind – doch zie rond u hoe het Licht leeft in alle dingen en gij zult sterk zijn uit het Licht. Wanneer gij verward zijt door de tijden, zo weet dat deze verwarring uit u is. Doch zo gij in de tijden een doel erkent, weet dat dit is uit de Schepper.
Zo gij uw naasten ziet en hen niet begrijpt, zo weet dat dit de verwarring is der mensen.
Zo gij uw naasten ziet en hun noden tot u spreken, zo weet dat uit u spreekt de eeuwigheid en de Kracht waaruit gij zijt geboren.
Uit het hoogste Licht komen de krachten die ons spreken van de eeuwige taak. En zij roepen ons steeds toe: “Ontdek wie gij zijt”. En wij hebben steeds geantwoord dat dit moeilijk is en zwaar. Een van hen daalde nog niet zo lang geleden af tot uw wereld. En toen men hem dit probleem voorlegde, sprak hij: “Indien gij beseft te zijn, zo hebt gij reeds uzelf erkend. En zo gij beseft dat uw zijn deel is van de kosmos, zo hebt gij uw weg erkend. Zo gij bewust streeft uw doel ten aanzien van anderen te vervullen, zo kent gij uw taak en uw kracht”.
En men heeft tot hem gesproken over de mogelijkheden die de mens heeft en over datgene wat hij meent te ontberen. Hij antwoordde hen: “Wie de ogen sluit is blind en hij zegt: Er is nacht (duisternis), terwijl de zon aan de hemel staat. Zo gij uw ogen wilt openen voor het licht dat rond u is zult gij de heerlijkheid zien van deze dagen en van de bestemming die komt”.
Het zij verre van mij aan zijn uitspraken te tornen. Toch zou ik hieraan willen toevoegen dat de mens niet kan begrijpen wat hij is; dat de mens niet kan beseffen wat zijn taak is en vaak zelfs niet weet dat hij ogen bezit om ze te openen. Zo meen ik tot u te mogen zeggen dat hij die niet wil zien en hij die tracht te zien vaak gelijk zijn. Het werkelijke zien is het aanvaarden der dingen. Het aanvaarden is de ontspanning van het eigen wezen, waarin men de ogen opent. Er zijn vele wegen die schijnbaar voeren tot het Slot der Wijsheid waarin wij onszelf kennen zonder grens. Maar slechts een van de vele wegen voert tot een poort, die waarlijk toegang geeft. Het is deze, die ons steeds trekt.
Het ‘zoek uzelf te begrijpen’ betekent daarom voor mij: zoek vooral te erkennen wat uw neiging is. Wat is uw karakter? Wat is uw droom? Want ziet, deze tonen u welke weg gij moet gaan. En zo gij deze weg gaat, vindt gij de poort open en zult gij de waarheid omtrent uzelf erkennen. Hoe groot het belang is van dit zoeken naar uzelf moge blijken uit het feit dat ook bij ons in de sferen de hogere Kracht ons daarover spreekt. Als ik tracht haar les te vertalen, zo kan ik niet anders dan beperkt formuleren:
Gij zijt u niet bewust van uw kracht en uw wezen. Gij ziet uw dromen als einddoel in zichzelf, terwijl zij slechts zijn een trede van de trap der oneindigheid die gij gaat. Wat gij droomt en vervuld is niet een bevrediging, maar het is een nieuwe oriëntatie, een nieuwe taak, een nieuw begrip. Wat gij vanuit uzelf als waarheid meent te vinden is niet de volledige waarheid. Het is slechts een schrede verder, opdat gij zult leren beter rond u te zien en grotere waarheid te aanvaarden. Eeuwig zijt gij allen; en in de eeuwigheid bestaat gij onbeperkt. Maar uw bewustzijn is steeds gebonden aan één punt van bestaan, één punt van ruimte en tijd, waarin gij als een ster een vaste baan zoekt te beschrijven. Gij echter zijt niet als de sterren. Want niet zijt gij gesteld als licht en kracht aan de hemelen, maar uw baan is berekend om de begrenzing der hemelen te doorbreken. Zo laat steeds achter u wat gij hebt bereikt en zoekt steeds het grotere en het betere te bereiken.
En daaraan, hoe onvolledig mijn vertaling ook moge zijn, wil ik toevoegen dat het voor de mens wel goed is aan de richtingwijzer der sterren te vragen waarheen zijn weg zal voeren, maar dat hij zelf de weg moet kiezen en zal moeten gaan. Dat hijzelf het is die steeds door het verleden te vergeten, door de toekomst niet te formuleren maar in het heden te bereiken zijn werkelijke waarheid vindt. Als u mij toestaat een beeld te geven van u en uw werkelijke krachten, zo kies ik dit uit mijn verleden.
Het leven is als lood, gesmolten en gloeiend en gezuiverd. De geest is het rode poeder dat de inhoud van het lood verander; dat ontbindt wat gebonden is. En zo ik het rode poeder werp in het lood, verandert het zijn geaardheid. Maar ik heb ook nog het lichte poeder. Het lichte poeder dat wederom vormt. Indien ik dit voeg bij het mengsel en de verhoudingen juist zijn, zo wordt mijn lood tot goud. Het lood is uw leven, het is de materie. Laat de materie dan werkelijk leven en zuiver dit leven steeds weer van het onnodige, het versteende, van het niet-levende. En zo het zuiver is, voeg daarbij uw streven van geest en laat dit in verhouding tot het leven zijn dat gij in uzelf beseft. Zo deze gemengd zijn en leven en denken tot eenheid zijn gesmeed, zoek in het diepst van uw ziel. En gij zult daar het lichtend vuur vinden, dat is als het witte poeder: het besef van uw innerlijke kracht, van uw bestemming. Voeg dit dan in uw leven in. Niet te veel, niet te weinig, doch zo dat alles voor u veredeld zij.
Gij meent misschien dat het leven zoals gij het kent, onbelangrijk is. Doch ik zeg u dat het het grootste experiment is, de grootste proeve die ons wordt toegestaan. En toch spreek ik tot u vanuit een wereld die gij misschien reeds hemel noemt. Zoals de kracht van leven ons toestaat het dofgrijze metaal te verdelen, zo staat de kracht van de Eeuwige ons toe te veredelen materieel bestaan en erkenning, vormbesef en beleving tot het eeuwige doel zich weerkaatst in de volheid van onze schepping.
Ik wil u niet te lang binden met woorden. Maar een woord heeft vaak zijn betekenis en zijn klank. Degene die proeven neemt, spreekt daarboven de geheime namen. Zo zullen wij in het experiment van het leven de geheime namen moeten kennen, die kracht zijn van ons wezen. Hier heeft Jezus ons veel geleerd. Het woord Vader, de naam Adonai, zij alleen reeds vertegenwoordigen de grote kracht van Licht, die belangrijk is. Niet zeg ik u: bid. Want zij die smeken zonder meer begrijpen niet wat zij doen. Maar ik zeg u: spreek ik uzelf de naam van uw God waarin gij gelooft. Spreek die naam in het experiment van het leven, opdat de veredeling zuiver zij. Geef de kracht die in u leeft. Geef het besef dat gij hebt verworven aan de aarde waarin gij bestaat; en laat in uzelf die lichtende Naam leven en klinken, opdat zij de emulsie compleet make, harmonisch en één in zich en waardig onze kracht aan de Kracht die ons voortbrengt.
De tijd is een smeltkroes. Uw wereld en uw stof zijn lood. Uw begrip is als de leeuw van vuur. En uw geest in haar besef en de God Die gij in u erkent zijn de witte griffioen die het experiment vervolmaakt. Deze dagen zijn gunstig voor het experiment. Zelden tevoren hebben zovelen in zo korte tijd zo grote mogelijkheden gevonden in de werkplaats De Wereld. Aarzel dan niet, opdat de tijd niet voorbij ga. Roep nu tot de kracht in u. Zoek nu naar het besef van uw leven. Zie nu uit uw begrip de waarheid te scheppen van uw daden, opdat de krachten rond u, die nader komen in deze dagen, mogen versmelten met uw wezen en – door anderen wonder genoemd – kenbaar mogen maken dat ook gij iets hebt gevonden van de Steen der Wijzen. Dat uw geest zich verfrist aan de Bron der Eeuwigheid en uw werkelijkheid niet slechts is geboren uit de materie die verder gaat, maar uit de eeuwige vorm die te allen tijd waar is. Dat wat onder het zegel is, kan niet worden verhuld, maar kan ook nog niet worden verklaard. Ik zeg u dat voor er een jaar voorbij is gegaan, het zegel verbroken zal zijn. En zij die de waarheid kunnen ervaren, zullen lezen over een volgende fase van bestaan. En zij die niet willen lezen of kunnen lezen, zullen worden bedolven onder een stortvloed van nieuwe krachten die zij niet beseffen.
Moge het u gegeven zijn voordien de sterkte te vinden die leeft in hen, die veredelen wat hun werd gegeven.
Broeders en zusters
De wereld van heden is vol van verwarrende werkingen. En de mens voelt zich soms als een schip temidden van een zware storm, niet wetend waar de kust is, niet wetend in welke richting hij drijft. Wanneer ik tot u spreek, zo wil ik trachten u deze richting althans enigszins te geven. In de wereld zijn op dit ogenblik vele krachten werkzaam die uit een ver verleden stammen. Krachten die gij misschien vergeten zijt, maar die in de materie nog steeds een stempel drukken op het gebeuren. Er zijn krachten uit de geest werkzaam die gevormd zijn door dit verleden en die in het heden trachten u te helpen, maar ook zichzelf te rechtvaardigen. Ten laatste zijn er de krachten van de kosmos die als de eeuwige golfslag van een oneindige oceaan de mensheid langzaam opheffen of doen dalen van meer geestelijke tot meer materiële doeleinden. Al deze krachten tezamen geven een aantal regels die juist voor deze tijd bijzonder belangrijk zijn:
Indien gij uzelf zwak gevoelt, zoek in uzelf een beeld van kracht te vinden. Want slechts wie sterk is in zichzelf, zal sterk zijn in de tijden die komen.
Indien gij meent verlaten te zijn, vraag u af welke verbinding er voor u bestaat tussen u en het Licht, tussen u en God. Leef dan uit deze band alleen en gij zult sterk zijn. Gij zult macht bezitten en uw eenzaamheid zal veranderen in een doelbewust deel hebben aan alle gebeuren in stof en geest. Zo gij meent dat uw leven misschien weinig zin heeft of weinig inhoud, vraag u af wat gij nu nog kunt volbrengen in overeenstemming met de kracht die in u leeft. Gij zult zien dat het volbrengen van weinig voldoende kan zijn om uw wezen de inhoud te geven en uw leven de glans te verlenen die noodzakelijk zijn, zo gij het ware Licht wilt aanvaarden. Er is een Koninkrijk Gods. Dit is de verbondenheid of de harmonie waarin wij allen verbonden kunnen zijn. Het is het erkennen van onze oerkracht; het oerwezen waaruit wij voortkomen. Het is de erkenning van de wet die ons leeft.
Laat ons trachten eerst te erkennen welke kracht in ons bestaat, dan welke richtlijnen deze kracht ons geeft en wij zullen allen deze harmonie erkennen, beleven en sterk zijn in de ervaring ervan. Alles op de wereld is verward, nietwaar? Indien gij nu tracht uit de verwarring te komen tot besef, richt u op dit ene: de kracht Gods die in u bestaat; het besef van noodzaak dat u drijft; de behoefte die uit u spreekt. Maar bovenal: uw weten omtrent eigen daadkracht. Deze dingen zijn genoeg. Wie van hieruit voortgaat, ziet de verwarring worden tot een doorzichtig beeld van een doelbewust streven, een kosmisch geleid gebeuren. Gij zijt gebonden aan de wereld. En wanneer die wereld beeft, wanneer de aarde scheurt, wanneer de volkeren dreigen op te staan tegen elkander, zo zijt gij daarmede onmiddellijk gemoeid en verbonden. Besef dat niets op deze wereld kan geschieden zonder dat het ook uw wezen beroerd; en zoek naar de kracht die u in staat stelt in dit gebeuren uw werkelijke taak te vervullen.
Zo gij in uzelve zoekt naar het Licht, zo zult gij het ervaren. Indien gij in uzelve zoekt naar het Woord, zo zal het in u worden gesproken. En zo gij put uit deze beide, zo zult gij macht hebben over uzelve en de kracht bezitten om uw wezen uit te drukken in elke wereld, om de aarde stil te doen worden, om de ingewanden der aarde te bevelen rustig te zijn en de volkeren der aarde te zeggen: Dit is de juiste weg van vrede.
De tijd van leiders schijnt weer te komen. Zij die willen leiden zijn vaak eenzijdigen, gebonden aan hun eigen begrip, gedragen door een bewustzijn dat willens blind is voor vele dingen. De ware leiding van de wereld nu is de kracht van de geest. De kracht ook van uw geest. Put indien gij leiding behoeft, uit uzelf en gij zult de weg erkennen die gij moet gaan. Ga de weg die gij in uzelf erkent en gij zult de kracht bezitten die nodig is om ware leiding te stellen in de plaats van misleiding en begoocheling. Er wordt in uw tijd veel, soms te veel, gesproken over liefde en naastenliefde. Onthoud dat deze dingen zowel licht als duister kunnen zijn.
Wie lief heeft omdat hij zichzelf groter beleeft en vollediger kent, heeft op de juiste wijze lief. Wie zijn naaste lief heeft omdat hij weet dat uit de eenheid van bewustzijn de enige realisatie van een God wordt geboren, heeft op de juiste wijze zijn naaste lief. Wie echter lief heeft om bezit of invloed, heeft niet waarlijk lief, doch bedriegt zichzelf; en in de schijn van licht put hij slechts uit de krachten van duister. Bedenk dus wel, broeders en zusters, welke wegen gij kiest. De dagen zijn voorbij waarin men u kon zeggen: Dit is de juiste weg. De tijd is voorbij dat men u rechteren kon stellen en zeggen: Dit is waarlijk de wet. Want ziet, recht en wet leven slechts in u. De juiste weg wordt geboren uit uw kracht, uit uw wezen.
Zo er licht is op deze wereld, dan zal het licht zijn dat uit u wordt geboren. Zo er ware kracht uit de geest moet spreken op deze wereld, zal het de kracht moeten zijn die in u leeft. Al wat buiten u is, is sterk; maar het wordt machtelozer naarmate de tijd voortraast. Gij alleen bezit een kracht die sterker kan worden. De tijden dat geest en stof elkander dicht benaderen, zijn bijna gesteld. Andere wegen en contacten andere verbindingen zullen er morgen misschien bestaan. Nu echter dreigt er een verwijdering, tenzij gij de ware band vormt.
Er is geen zekerheid in uw dagen in stoffelijk opzicht. Er is slechts schijn. Er is echter zekerheid in u. En daarom zeg ik u: Zoek naar de zekerheid die leeft in uw wezen. Zoek naar de kracht die bestaat in uw wezen en aarzel niet deze op uzelf en over uw wereld uit te storten. Daarom zeg ik u: Gij die licht verlangt, kunt dit licht aanvaarden in uw wezen en in de erkenning daarvan sterk zijn. Maar gij, die u beroept op de kleine kracht, die gij in u bezit, gij zult falen. Want sterker zoudt gij moeten zijn. Wie de kracht in zich bezit, kent geen grenzen. Gij bezit die Alkracht. Kent ge haar niet, zo zijt gij machteloos. In deze dagen vraagt men u steeds weer: Volg ons. Volg mij. Ga mijn weg. Ik vraag u dit niet, mijne broeders en zusters. Ja de tijd dat er wegen waren waardoor de eenling in de materie zijn inwijding kon vinden zonder meer, is voorbij. Gesloten zijn de wegen van het verleden. Vergrendeld is de laatste weg die deze aarde kende. Geopend zijn de poorten van de geest. Geopend zijn de Bronnen des Lichts. Zo gij wenst in te gaan kunt gij slechts gaan langs uwe weg. Zo gij wenst te bereiken en sterk te zijn, zo kunt gij dit alleen langs de kracht en de weg u gegeven.
Volg niemand, ga uwe weg. Erken de geest die met u is, het Licht dat met u is, maar ga uwe weg. En zo gij die weg gaat, weet dat anderen dit soms niet kunnen. Laat uw kracht hun kracht zijn. Maak uw licht tot de weerkaatsing van het Licht der Wereld, dat eens weerkeert en waarvan de terugkeer in deze dagen wordt voorbereid. Nu is het uw licht, dat branden moet in het duister van deze tijd. Nu is het uw kracht. Want waarlijk, vele jaren gaan voorbij voordat opnieuw de weg in de materie wordt ontsloten. En als de duisternis regeert tot dan, wie zal de weg ooit gaan?
Wij bouwen gezamenlijk, broeders en zusters. En zo gij aarzelt en u zwak gevoelt, beroep u op ons in uw onzekerheid, tot gij in uzelf de kracht vindt. En hebt gij die kracht gevonden, zo bedenk wel dat dit de regel is, die geest en stof verbindt:
Geef zonder voorbehoud uw licht en uw kracht.
Genees de zieken.
Geef rust aan hen die onvrede kennen.
Breng licht aan hen die dreigen aan hun eigen verwarring onder te gaan.
Geef de kracht die in u is; en gij zult uw lot en het lot der wereld volbrengen tot glorie van het geestelijk licht en bestaan.
Dit is de tijd. Nog enkele maanden en dan zult gij de keuze moeten hebben gedaan. Dit is de tijd. Wenst gij licht en kracht? Aanvaard dan wat u wordt gegeven. Keer in uzelf. Vraag uw God om licht. Zoek naar de harmonie, die in u bestaat en gij zult weten: dit is de tijd; dit is de taak, dit is de kracht, die alle dingen overtreft.
In de naam van alle Broeders, in de naam van alle krachten van Licht breng ik u deze boodschap. Nog hebben wij de kracht op deze wereld. En uit deze kracht en de zending die wij ontlenen aan de harmonie die in ons woont geef ik u, zo gij wilt aanvaarden: licht, inzicht, vrede en taakvervulling, die u deel maakt van het kosmisch geheel. Meer heb ik u heden niet te zeggen, mijne Broeders en Zusters. Dat gij moogt gaan in vrede. Dat gij, in u kerende, wijsheid moge vinden. En dat de Kracht in u moge volvoeren dat wat ge zelfs nu nog betwijfelt
God zij met u.
Vrienden
Wij leven in dromen. En het leven wordt ons een droom, waaruit wij soms voor een kort ogenblik de werkelijkheid proeven. Wij scheppen onszelf leed en een afgrond, vreugde en hemel. En wij kennen onszelf niet eens. Altijd wanneer men tracht de werkelijkheid en de eeuwigheid weer te geven, klinkt zij de mensen hard. Want zij is te groot om aan de kleine gevoelens van mens en geest veel waarde toe te kennen. Ieder van ons die nu het Licht betreden heeft, heeft gedroomd zoals gij. Voor ons is ook vaak de zon aan de hemel of de verfrissende regenval belangrijker geweest dan God Zelf. Ook wij hebben onze daden uitgezaaid op de akkers van het Leven en ook wij hebben ons vaak verwonderd over de oogst.
Dit te vergeten is niet goed. De waarheid is hard, maar ze is niet liefdeloos. God Zelf is als een blinkend zwaard, maar niet zonder genade. En zo moeten ook wij ‑ gezamenlijk in ons zoekend naar beleving, naar bereiking, naar antwoord op onszelf ‑ niet al te hard zijn. De waarheid is er; en haar te ontkennen is dwaas. Rond u is het Koninkrijk der Hemelen, ik weet het. En gij weet het misschien ook. Maar kan een Koninkrijk der Hemelen werkelijk voor ons zijn, indien het geen deel is van ons beleven?
God is in ons. Maar kunnen wij ons een God realiseren, indien wij ons machteloos gevoelen? En het is juist hier, dat ik op deze avond wil aanvullen. Alles rond u leeft en is deel van het Rijk Gods. Alles rond u ademt licht en kracht en felheid. Alles rond u spreekt tot u. Gij moet leren verstaan. U te zeggen dat ge dit uit uzelf moet leren, is ergens de waarheid. En wij, die deel zijn van al wat rond u is, zelfs van veel wat in u leeft, wij moeten en mogen u daarbij helpen. En dit betekent veel. Gij, mijne vrienden, tracht soms door te dringen in uzelf en ge kunt niet verder. Waarom laat ge ons dan niet doordringen in uw wezen? Denk niet meer aan het ”ik”, maar denk aan de kracht die u dit deel van de weg is. Ge zult zien dat die kracht wel doordringt en de grenzen opzij werpt die u onoverkomelijk lijken. Wanneer ge meent dat ge tekort schiet, waarom dan niet ons gevraagd om kracht? Waarom niet God gevraagd om kracht? Zeker het zijn delen van uw wezen die dan spreken. En wij spreken alleen tot u, omdat wij deel zijn van uzelf… ergens. En God antwoordt u met kracht, omdat Hij deel is van uw wezen. Maar waarom zoudt ge niet vragen?
Uit de eenvoud kan het grote soms worden geboren. Een zaad, zo klein als een stofje, kan een struik of een boom voortbrengen die veel schaduw geeft. Een steen, hoe groot hij ook is, blijft een steen. Onze eenvoud kan er niet alleen een zijn van de harde feiten. Het zal er een moeten zijn van begrip… en misschien van bijgeloof. Er moet iets zijn, waardoor ons wezen kan groeien; kan groeien als deel van het landschap, van de kosmos. En zo zie ik niet alleen de harde waarheid, maar ik zie daarnaast zovele andere dingen.
Wanneer gij in uzelf slechts gelooft aan God, behoeft ge Zijn naam niet te spreken en behoeft ge u niet uitdrukkelijk op Zijn kracht te beroepen. Wanneer in u dit begrip is, dan is het voldoende; en dan zult ge vandaar uit kunnen werken. Dan kunt ge uitgaan om te leraren, om zieken te genezen, demonen te verdrijven, licht te brengen in het duister, gevangenen vrij te maken en te troosten hen die nog bedroefd zijn. Het is alleen die kracht in uzelf, want deze is u voldoende. En als wij dan toch willen roeren tot God, als wij willen spreken in de geheime namen, als wij de riten en formules willen volvoeren, als wij voor onszelf een keten willen bouwen die reikt door alle sferen, dan doen wij dat niet omdat het noodzakelijk is, maar omdat alleen zo het zaad dat in ons ligt zich kan ontplooien. Omdat alleen zo dat kleine, kosmisch onontwikkelde wezen dat wij zijn, kan worden het vol‑bewuste deel van de kosmos dat het behoort te zijn.
Gij ziet rond u veel dingen waarmee ge u één kunt voelen, soms in uw gedachten, soms in uw begeren, soms in uw wensen of dromen. Maar als gij zegt: “Ik ben één hiermede” en in uw wezen weet ge dat het waar is, zijt ge dan niet één voor alle tijd?
Als ge zegt: “Ziet, één met deze bloem ben ik”, dan kan het uiterlijk van de bloem verwelken, maar haar geur zal deel uitmaken van uw leven zolang ge bestaat, in elke sfeer en wereld.
Als ge zegt: “Ziet, deze kracht, is deel van mijn wezen”, dan behoeft ge er niet over te spreken en behoeft ge haar niet aan te roeren of zelfs verder te formuleren. Dan is die kracht er. En zolang uw wil en uw wezen die kracht zendt in het leven en in de wereld, zo spreekt zij tot een ander, zo wekt zij zichzelf in anderen, zo verwerkelijkt zij zichzelf in anderen.
In ons wezen liggen de tegenstellingen zo dicht naast elkaar. Er ligt de dood vlak naast het leven en het licht naast het duister. God in Zijn openbaring naast de verlatenheid: In ons ‑ en zolang wij eenzijdig zijn, zolang ons wezen weigert om al gelijkelijk te aanvaarden ‑ zijn die dingen als dood, als duisternis, eenzaamheid, lijden en de val, die het leven ons stelt. Niet alleen in deze wereld waarin ge nu leeft, maar in alle wereld en in alle tijd. Maar wanneer leven en dood een worden in u, licht en duister een worden in u, wanneer ge niet meer wordt gedreven door het oordeel, maar door de kracht in u, waar is dan de grens u gesteld buiten het zijn van de Eeuwige Zelf?
Men bouwt zich soms een brug. Een brug van begrippen en gedachten om zo waarheid te vinden. En de bouwstenen van zo’n brug zijn soms de meest wonderlijke. Het is een Meester, waarin ge meer gelooft dan in uw God misschien. Het is een wet, waarvan ge weet dat ze niet waar is, maar die voor u belangrijk wordt. Het is een waan, een illusie, die ge eigenlijk voor uzelf zoudt kunnen ontmaskeren, maar waar ge u aan vastklampt, omdat ge vreest zonder dit niet verder te kunnen gaan. Zo bouwt iedere mens voor zich in zijn bewustwording (en zelfs in zijn leven) bruggen. Bruggen die bestaan uit onwerkelijkheden en gedeeltelijke waarheid. Maar is de brug belangrijk, indien zij tot het doel voert?
Tussen de wereld en de hemel ligt volgens de legende de messcherpe brug van Gehenna (de hel). Tussen uw wereld, uw leven, uw begrip en de eeuwige werkelijkheid ligt ook die smalle brug van bijgeloof van onbegrip, van stellingen die onjuist zijn. Maar als ge die brug kunt betreden, kunt ge de Eeuwige bereiken. En daarom wil ik niet hard zijn, maar wil ik u zeggen: Wanneer ge uzelf al een brug bouwt, wees er zeker van dat zij gedegen is. Want er zijn vele wegen langs welke de mens en de geest uit tijdgebondenheid kunnen komen tot de onbeperktheid van de eeuwig rustende ruimte. Maar elk, van die wegen eindigt in waarheid. Elk van die wegen is opgebouwd uit onwaarheden die steeds kleiner worden.
Bouw uw brug. En zo voor u een brug wordt gebouwd door anderen, noem haar niet de enige en noem niet de bouwer de brug. Maar zo ge werkelijk streeft zo’n brug over te gaan, begin dan waar ge nu zijt. Indien gij nu op dit ogenblik wilt zoeken naar licht, begin dan naar waar ge denkt licht te vinden. Uit uw illusie van licht wordt de waarheid van licht geboren… voor u. Indien ge zoekt naar een absolute waarheid, begin dan bij hetgeen nu voor u waar is. En als ge vreest en angstig zijt en ge zoekt bescherming, zoek die dan daar waar ge nu bescherming verwacht, opdat ge haar uit de werkelijkheid moge verkrijgen. Misschien weet ge niet wat het betekent. Laat mij u dan een gelijkenis geven:
Een mens werd achtervolgd door roofdieren. In zijn angst vluchtte hij steeds sneller. En zij achtervolgden hem met steeds grotere felheid. Uitgeput zijnde stond hij stil en trok met zijn vingers een cirkel rond zich in het zand, zeggende: ‘Ziet nu ben ik geborgen binnen de Goddelijke Kracht.’ En zo stond hij zonder vrees. Zo stond bij rustig en stil. En de dieren die dit niet begrepen, vluchtten weg. Toen zei hij: ‘Mijn God heeft mij behouden.’ En waarlijk, zijn God had hem behouden. Want het was zijn geloof en niet de cirkel of de uiting die hem had beschermd.
Zo gaat het u in het leven. Gij wordt niet geholpen of beschermd door dat wat gij belangrijk acht, maar door uw geloof erin, door uw zekerheid, die ge op die wijze vindt. En daarom kunt ge zo gemakkelijk zeggen: ‘Wee hen die zonder liefde zijn. Wee hen die niet geloven.’ Want ziet, daardoor ontroven zij zich de bescherming die zij nog van node hebben. En zo kunt ge spreken: ‘Zalig zijn de armen van geest, want waarlijk, hun is het Koninkrijk Gods.’ Want zij die zo arm zijn dat het leven voor hen werkelijkheid is, onbetwistbaar en waar zij geloven en zij leven; en het Koninkrijk Gods is met hen. ‘Gelukkig zijn zij die treuren, want zij zullen getroost worden.’ Zij die treuren, zij aanvaarden troost. Maar velen die het besef nog niet hebben om te treuren, weigeren de vertroosting die hun wordt gegeven.
Ik kan eraan toevoegen: Gelukkig de zwakken, want ziet, zij zullen kracht kennen. Want de zwakken aanvaarden de kracht die hun wordt gegeven, waar sterken menen alleen voort te moeten gaan. Zo kun je, in beelden sprekend, trachten de mens te tonen wat zaligheid is. Maar hij zoekt er slechts een verontschuldiging in of een vertroosting. Het is echter meer dan dit. Als ik u zeg: Mijn vrede geef ik u, mijn vrede laat ik u, dan laat ik u mijzelf, want ik ben vrede. En zo ik geen vrede ware, ik zou niet bestaan in het Licht waarin ik leef. En zo ge mij aanvaardt als vrede, zo zult ge mijn Licht kennen. Niet omdat ik meer ben dan gij; ook niet omdat ik de waarheid ben en gij slechts de dwaasheid, maar omdat ons die ene band bindt van aanvaarding. Aanvaarding is de kern van deze tijd, zoals zij de kern is van de bewustwordingsgang in alle tijden.
Aanvaarding is de vreesloosheid de moed, waardoor hetgeen waaraan ge wanhoopt waar kan worden. De moed waardoor ge kunt dragen wat ondragelijk lijkt. Maar ook waardoor ge waarheid kunt verdragen, die ge anders nimmer had kunnen aanvaarden. Ik kan u dit alles geven, want het is deel van mijn wezen, maar dan moet ge mij aanvaarden. En zo ge mij aanvaardt en anderen uitsluit, zo zal dat wat ik u niet kan geven ontbreken in uw wezen. Daarom kan ik niet zeggen: Aanvaard alleen God. Ik kan slechts zeggen: Aanvaard het leven en de kracht van het leven.
En bouw dan uw bruggen, zo ge wilt. Dring door in uzelf, zo ge wilt. Beroep u op de engelen en de namen, zo ge wilt. Want ziet, deze dingen zijn niet belangrijk. Belangrijk is de eenheid. De eenheid, die is het Woord. Want zo alle dingen voorbij gaan, dit Woord zal niet voorbij gaan. Wanneer alle dingen ten einde komen zal voortbestaan: de eenheid waaruit wij leven en groeien; de kracht die ons bindt en schept; de waarheid van ons leven. Gij … en wij zijn één.
Laat mij u dan een laatste woord zeggen. Want waarlijk, de woorden der mensen en zelfs van de geest ‑ sprekend in de woorden der mensen ‑ spreekt in formules die verbergen wat erachter leeft.
Wanneer gij in deze dagen of in uw leven waarlijk nood kent, radeloos zijt, kracht van node hebt, wanneer uw begrip en liefde voor de wereld meer van u eisen dan ge meent te bezitten, bedenk dat wij één zijn in de kracht die ons heeft voortgebracht, opdat wij mogen werken vanuit u, opdat gij moogt werken vanuit en in ons. Laat ons hieraan geen grenzen stellen, docht laat ons de eenheid beseffen, steeds weer, waar zij noodzakelijk is. Opdat wij geen tekenen van node hebben als een maan, een sikkel, een kruis of een lotus, maar slechts van node hebben het besef dat in ons leeft, waardoor al het negatieve wordt veranderd, waardoor alle duister voor ons licht wordt, tot wij ook het lichte kunnen ontberen. Opdat ons werken worde het werk van de eenheid en eeuwigheid en niet slechts de onvermogende beperktheid van hen die worstelen zonder weten.
Met u, uit u en door u trachten wij te spreken, zoals in ons, uit ons, door ons en van ons het Licht tracht te spreken. En uit het Licht spreekt de Schepper zelf. Leer hierop te vertrouwen. Leer aanvaarden en ga uw wegen zonder weifeling of zorgen; opdat gij gezond moge zijn, opdat gij bewust moge zijn en opdat gij de eenheid moge kennen van alle wereld en geest, in en rond u, als de vervulling van de belofte van het eerste Woord.
Goedenavond
Wanneer de mensheid het lijden van anderen herdenkt, dan gevoelt zij zich daardoor zozeer gegrepen. Maar lijden is slechts het onbegrip voor onze werkelijke bestemming. Wie aanvaardt wat in hem is gelegen en het doel vervult dat hij in zichzelf erkent, lijdt niet werkelijk. Daarom is het dwaas te vrezen voor het lijden. Een mens die zich bezighoudt met het goede van anderen verheerlijkt hen en wil voor hen beelden oprichten; hij wil hen machtig en groot heten. Maar wij allen kennen in onszelven een waarheid, waaruit wij waarlijk bestaan.
Wie nu leeft vanuit de waarheid van zijn driften kent zichzelf niet en dreigt ten onder te gaan. Wie echter leeft uit de waarheid van zijn innerlijk besef, hij bereikt alle dingen die noodzakelijk zijn. Hij is sterk en hij is goed; of de wereld hem erkent of niet. Dood en sterven zijn slechts een korte rustpauze op onze weg naar de Oneindigheid. Wie de dood vreest, verstijft in de dood als Lots vrouw, toen zij omkeek, volgens de legende. Wie vreest voor de dood, sterft waarlijk. Maar wie beseft dat zelfs het sterven een vorm van leven betekent, hij kent geen angst en geen dood. Men spreekt u in deze dagen van de herrijzenis. Herrijst dan iemand die voor een kort ogenblik verdween uit het vertrek, waarin u vertoeft. Leven is onvergankelijk en eeuwig. En het is belangrijk het leven te erkennen; niet te vragen vanwaar het kwam of waarheen het gaat.
Er is een God. Een God Die dichtbij is wanneer ge Hem kunt beseffen en veraf, wanneer ge over Hem wilt denken. Deze God is leven. Zijn leven is ons leven. Zijn kracht de onze. Zo laat ons dan in het besef van die God het leven maken tot een goddelijke waarde; Niet tot het verwerpelijke van één die vreest. Mensen binden zich aan het leven aan mensen, aan begrippen. Wee wie zich ketent. Want met zware ketenen kunt gij uw weg niet gaan. En wie zal de lust kennen van het spel in de wateren, wanneer loodzware lasten hem naar de bodem sleuren. Hecht u niet aan de dingen. Hecht u slechts aan de levende essentie. Hecht u aan datgene, wat eeuwig kan zijn in u en voor u; en laat al het andere als waardeloos terzijde. Want slechts zo zult gij vrij zijn om waarlijk te leven. Zo overwint gij de dood. Zo vindt gij de kracht die nodig is om al te volbrengen wat geschreven staat als uw lot.
Een mens droomt van een God Die zijn wegen bepaalt. Maar er is geen God Die uw daden van dag tot dag heeft neergeschreven. Er zijn mensen die dromen van een God Die hen volledig vrij laat. Maar waarlijk, in de kosmos bestaat er geen vrijheid buiten deze ene: jezelf te zijn volgen oorsprong en bestemming. Zo zeg ik u: Wees uzelf. Wees waardig de Kracht die gij erkent als God. Wees waardig uzelf volgens beste weten. Want niet in de gebeurtenissen van alle dagen zijt gij geketend, maar vastgelegd is uw plaats in de hemel. Vastgelegd is uw plaats in het werkelijke bestaan.
De tijd is een kringloop. De tijd die is geweest keert eens terug. Maar niemand weet wanneer. Leef dan uw tijd niet alsof zij belangrijk ware, want tijd is onbelangrijk. Slechts het leven en het bewustzijn dat in ons bestaat en dat zich niet herhaalt en terugkeert, maar de waarde van ons bestaan verheft en vereeuwigt, is belangrijk. Speel met de tijd als een kind; maar werk met de kracht die de tijd u geeft als één die bewustzijn zijn handwerk beoefent. Men denkt dat materie laag is en geest hoog. Ik vraag u echter: Leeft de stof dan minder dan de geest, of de geest minder dan de stof. Het is het leven dat kracht is en ervaring, dat heilig is omdat het voortbrengt het bewustzijn van eigen wezen.
Eer dan de kracht van het leven en het levende in stof en geest; en aarzel niet het leven heilig te noemen, zelfs indien het u bedreigt.
Men zegt u: Liefde is belangrijk.
Men zegt u: Jezus stierf voor u uit liefde.
Maar ik zeg u: Liefde is een waan en een droom, tenzij ze is een eeuwige verbondenheid.
Jezus stierf omdat dit deel was van zijn wezen en omdat de wereld waarvoor hij stierf deel was van zijn wezen. Hij stierf ommentwille van het leven dat is in alle dingen; niet om te offeren, niet uit een beperkte liefde. Hij heeft ons geleerd lief te hebben. En de mens heeft daarvan gemaakt het bezit. Doch ik zeg u; Een liefde die alle dingen aanvaardt als deel van eigen wezen is waar. Zij is geen keten en geen bezit, maar zij is de vrijheid van eenwording met het Al. Doch wie liefheeft op beperkte wijze, ketent zich en kan aan zijn ketenen ten onder gaan. Men roept u toe: Geloof. Maar hoe kunt gij geloven dat, wat niet reeds in u bestaat. Want waarlijk geloven is een zekerheid kennen. En deze wordt niet opgelegd, doch spontaan geboren.
Ik zeg u: indien gij een geloof hebt, handel naar dit geloof zonder aarzelen en zonder pauze. Indien gij geen geloof in uzelf kunt vinden, indien er geen geloof is dat u sterkt, zo strijd niet om een willekeurig geloof te aanvaarden, naar leef, opdat er in u een zekerheid moge zijn. Op deze Goede Vrijdag wilde ik tot u spreken ommentwille van het verleden en ommentwille van de toekomst. Want dat wat is geweest, vervormd door de gedachten der mensen en verwrongen door de tijd, was de beleving van de eerlijke, ware liefdekracht, die geen beperking kent. Dat wat komen gaat is de proef. De proef van een liefde, die in staat is zichzelf en het leven te kennen; of de liefdeloosheid waarin al teloor gaat. Wat was is voorbij. De beelden van vroeger zijn gestorven. Maar de kracht waaruit zij eens bestonden, leeft voort. Zij is de kern van uw dagen. Zij is de kracht die in uw toekomst zal spreken. En dat wat is geweest, keert terug in een andere vorm, een ander lichaam, een andere waarheid misschien en blijft toch hetzelfde. Droom niet, o mens van heden van wat was. Want ziet, wie droomt ziet het licht van bewustzijn doven; en in de duisternis vreest hij wat hem kan redden.
Leef het licht in deze dagen. Laat vreugde en kracht, laat geluk en vertrouwen in uzelf groeien, opdat gij sterk moogt zijn en lichtend. Want waarlijk weet gij niet, wanneer de stem klinkt die u roept. De Meesters van Licht weten. En zij zenden tot de wereld velen. Ik ben er één van. De Meesters van Licht, de hoogsten, zij die zijn de delen van de Geest die uitgaat, weten en zenden krachten. Zij zenden een roepstem. Want zij weten wat is en wat geschiedt. Ik kan veel vermoeden, maar weten zoals dezen is mij niet gegeven. Slechts één zekerheid ken ik in dit uur. Eén kracht ken ik, die onvergankelijk is. En één waarheid, die eeuwig is. De waarheid spreek ik u: Gij zijt onvergankelijk en zult komen tot uw doel, ongeacht de tijd die gij leeft of het leven dat gij voert, want dit is uw bestemming. En ik ken één kracht. Die kracht wil ik met u delen, zo gij haar kunt aanvaarden. Ik heb één doel in mijn leven. Mijn wezen werd duizend malen gevormd, opdat ik zou zijn wat ik ben; opdat ik zal worden wat mijn doel is.
De kracht van het eeuwig onveranderlijke is de kracht van uw leven en het mijne. Het is de kracht van de waarheid die wij kennen. Het is het licht, waaruit wij de vreugden ervaren. En zo gij dit licht kunt erkennen, laat ons dan gezamenlijk in dit licht leven. Ik heb een vermoeden, een vaag vermoeden, want zekerheid is mij nog niet gegeven. En ik deel ook mijn vermoeden met u: sneller dan gij denkt komt de verandering over de wereld. Met de felheid van een bliksemschicht, die van oost naar west langs de hemel schiet, zal zij zich kenbaar maken en verkondigen de tijd der beslissing. En ik vermoed dat het binnenkort zal zijn; maar weten doe ik het niet.
Dit is al wat ik u kan en mag geven: een waarheid, een kracht en een vermoeden. In deze dingen zijn wij één. Laat ons uit deze dingen de kosmische eenheid bouwen van hen die vrij zijn, hun doel vervullen en ‑ de tijd vergetend ‑ bestaan in de waarheid die de werkelijke zin is van alles wat wij zijn geweest. Het is een Goede Vrijdag omdat het een goede dag was toen een mens de dood overwon door niet te vrezen, door zichzelf te zijn en het Eeuwige te openbaren dat in hem leefde. Laat dit een goede vrijdag zijn; omdat wij niet willen vrezen dat wat komt, niet willen vrezen dat wat is, maar willen vervullen de bestemming die wij erkennen en openbaren de kracht die ook ons is gegeven. Dat de vrede die hieruit voortvloeit met u moge gaan, opdat gij vrij moogt zijn tot het einde der tijden.
Wanneer de Broederschap haar taak op aarde op de juiste wijze wil vervullen, zo zal zij moeten uitgaan van de krachten die de kosmos biedt plus het bewustzijn van de goddelijke Kracht, van de juiste wet die wij kennen in het geheel van alle leven. Op aarde is dit een tijd van veranderingen. De mentaliteit van de mensen heeft zich in een halve eeuw in sommige opzichten ontstellend gewijzigd. De gedachten die de mens brachten tot productie tot geestelijk streven, kregen een ander karakter. En daarin werd reeds kenbaar de nieuwe invloed en de nieuwe wet die in deze dagen steeds sterker haar stempel zal zetten op alle activiteit van onze gemeenschap.
Nu is alle leven een cirkelgang. Dat wat is geweest keert weer. En in de verscheidenheid der vormen ademt steeds dezelfde geest. Ook wij zien hoe de taak van onze gemeenschap keert tot dat wat eens was en hoe het lot der mensheid wordt geconfronteerd met dezelfde hinderpalen en dezelfde mogelijkheden die ook in het verleden de mensheid de mogelijkheid boden om uit te stijgen boven elk dierlijk zijn. Ik wil op deze bijeenkomst trachten een klein overzicht te geven van datgene wat ons als oudere Broeders op deze aarde beroert.
Wanneer een mens rijper wordt in denken, zo zijn de wegen die hij moet gaan hogere en steilere wegen dan voorheen. De mensheid heeft hiervoor macht en kennis nodig. Macht en kennis, die vaak zijn eigen begrip nog te boven gaan. In een tijd van overgang zal men hem die macht en kennis dus moeten verschaffen. Ook wij kunnen daaraan geen paal en perk stellen. Maar een mens die niet gewend is aan een dergelijke macht, een mens die in zijn denken nog niet geneigd is de grenzen van eigen persoonlijk zijn te verbreken en binnen te treden in een hogere en grotere wereld, zal zijn macht soms verkeerd zien en zijn krachten verkeerd gebruiken.
Ons probleem in de komende tijd zal vooral zijn hoe wij de mens een besef kunnen bijbrengen van zijn verantwoordelijkheid, zonder hem daardoor ook maar iets van zijn individuele ontwikkeling en vrijheid te doen prijsgeven. Daartoe zal moeten worden ingegrepen op menig terrein. Figuren die te veel afremmen zullen moeten verdwijnen. Zij die in de ogen der mensen groot waren en gezag bezaten zullen moeten worden vergeten, omdat het nieuwe moet worden aanvaard. In sommige opzichten vrees ik, dat het komende jaar onze krachten zal richten op iets wat in veler ogen een chaos is. Ook de natuur zal moeten worden betrokken in dit streven, want men kan niet slechts met de zielen der mensen spelen, zonder daarbij hun hele wereld te beroeren. Daarom is het spel verboden en mag slechts met gestrengheid en waar er de noodzaak is worden volbracht wat noodzakelijk, ja, onvermijdelijk schijnt te zijn.
Nu brengt de mens zichzelf in deze dagen in een positie die wij vroeger misschien met een hellewereld zouden hebben vergeleken. Een hellewereld is een wereld waarin alles van korte duur is. Een vreugde is nog niet ontstaan of zij is geblust. Dat wat handen hebben gemaakt vervalt reeds, voordat men trots kan zijn op de vervaardiging. De relaties die er tussen mensen ontstaan sterven reeds in onbegrip, voordat zij de eerste vreugden van werkelijk begrip hebben gekend. Uw wereld lijkt wat op zo’n hel, zo’n wereld, waarin alles bevriest door gebrek aan kracht. Nu weten wij dat de krachten die komen ontstellend grote krachten zijn. Krachten zoals die, welke het ijs op de bergen doen smelten en de gevaarlijke ijstorens mors doen worden, totdat zij ineenstorten in het spel van de wind. Wat heden nog een gangbare weg is, is morgen niet meer te betreden. Zo is het in de bergen, wanneer de zon komt. Wat er op aarde komt aan kracht, is als die zon. Het betekent dat vele wegen onbegaanbaar zullen worden. Het betekent dat vele dingen zullen ineenstorten. En toch moeten wij een veilige weg banen voor de mensheid. Zo meen ik dat zekere besluiten haast onvermijdelijk zullen worden voor onze Orde, onze Broederschap, die de verantwoordelijkheid wil dragen voor een verdere ontplooiing van het menselijk bewustzijn.
Allereerst zal het de tijd zijn van de tweede vloed die rond de wereld gaat. Wij kunnen een dergelijke vloed afremmen, maar niet tot stilstand brengen. Een vertragen van de werkingen, die vanuit Azië over de wereld gaan, zal in het komende jaar vele moeilijkheden baren, vrees ik. Indien de mensen echter leren eerst mens te zijn en dan pas te denken aan hunne leuzen, zo zullen wij erin slagen deze vloed te maken tot een vruchtbrengende; zoals de overstroming van grote rivieren, die kostbaar slib in de dalen achterlaten. Daartoe zal menig begrip van ideaal moeten worden aangetast.
Wij weten verder dat in deze jaren een grote spanning zal ontstaan tussen de levensbehoeften van de mens en de levensmogelijkheid die hij zichzelf heeft geschapen. Hij zal onrechtvaardige eisen stellen; en wij zullen moeten trachten deze onrechtvaardige eisen om te buigen tot conflicten die een verbetering en een juister stellen van feiten mogelijk maken.
Reeds in het vorige jaar heeft men besloten het aantal gezondenen dat over de wereld gaat uit te breiden. En steeds meer heeft men getracht mensen bewust of onbewust in te schakelen in een machtige keten die de invloed ten goede van geestelijk inzicht, van een zekere vrijere filosofie kan brengen. En ik meen dat het komende jaar aan degenen onder hen die rijp zijn, bijzondere kracht zal toekennen. Het is niet mogelijk alles vanuit de geest te regelen. De wijze die wil mediteren, zendt zijn leerling uit met de bedelnap, opdat hij moge eten. Zo zal de Witte Broederschap velen op aarde krachten en macht moeten geven, opdat zij ons het voedsel brengen, waardoor wij onze taak van evenwicht brengen en van het egaliseren der krachten verder kunnen volvoeren. Invloed zullen wij ongetwijfeld moeten doen gelden op het geloof der mensen, dat van een beleving is geworden tot een gebruik. En daarom zullen wij ook binnen de verschillende geloofsgemeenschappen ‑ de grote en de kleine ‑ conflicten doen rijzen. Wij zullen hen confronteren met nieuwe noodzaken en met overmoede mogelijkheden. Ook dit lijkt mij onontkoombaar.
Dan zijn daar degenen die zeggen de mensen voor te gaan op een pad dat zou voeren tot vrede en welvaart. Maar welke dwaas kiest het pad over een gevaarlijke bergengte, wanneer er een goede weg is door de dalen. Wij zullen hen moeten dwingen gevaarlijke stappen te doen en velen zullen vallen. Dan is daar de aarde zelf. De aarde die ‑ al beseft de mens die daarop leeft dit nog niet – reeds nu kraakt in al haar voegen. Zij is een wereld van begoocheling. Zij is schijn. Maar wanneer zij beeft is de angst der mensen werkelijk en is het lijden en de dood die daaruit voortkomen, eveneens werkelijk. Ik vermoed dat wij veel kracht zullen moeten besteden om de komende rampen te beperken. Want wij, mijne vrienden, gij, onze broeders en zusters, wij willen niet uw lijden, maar uw welzijn.
Wanneer gij ons wilt steunen in het werk dat wij verrichten, zo zijn er eenvoudige eisen die gij aan uzelf kunt stellen:
Wees eerlijk. Want hij die zichzelf bedriegt is een dwaas, die de waan stelt voor alles wat werkelijk is en daarin verdoolt.
Beroep u op de kracht die in u leeft. Want in uzelf hebt gij onvermoede reserves aan kracht en hebt gij vermogens, waarvan gij nog geen besef hebt.
Leer uw volledige krachten te gebruiken.
Leer volledig te denken, te zien, te horen, te beleven. Want wie in de volledigheid van beleving zoekt naar de waarheid, hij ziet het onveranderlijke patroon van de Eeuwige.
Indien gij spreken wilt tot uw God of uw Goden, bid zoveel gij wilt. Maar zo gij bidt, bid oprecht en niet voor uzelf.
Zend uw gedachten uit voor vrede, voor rust en voor wijsheid.
Want deze dingen zijn voor onze Broederschap een gave waarmede wij veel kunnen bereiken. Ik verlang naar de samenkomst, opdat moge worden besloten dat een nieuwe stoffelijke weg van inwijding voor de mens worde opengesteld. Want hij die komt, is nog ver weg volgens uw begrip van tijd. En hij die kwam om de weg te banen is reeds heen gegaan en zijn werk draagt eerst langzaam vrucht. Nieuwe wegen tot inwijding (ook stoffelijke inwijding) zullen moeten worden opengesteld in de komende jaren. En met de kracht die thans uw wereld beroert hoop ik dat de Broederschap zal besluiten reeds nu enkelen toe te laten.
De banden die wij hebben geknoopt via de geest en andere gemeenschappen (zoals het Verborgen Rijk) zullen waarschijnlijk in intensiteit wat moeten verminderen. Want de taak die de Witte Orde, de Grote Broederschap op zich moet nemen is van een dermate groot belang, dat er voor kleine contacten weinig of geen ruimte overblijft. Wij zullen daarom moeten trachten zelfstandige entiteiten te zenden die de taak van geestelijke regeling kan overnemen. Of dit in het komende jaar reeds zal zijn, durf ik u niet te zeggen. Want, o broeders en zusters, de wegen die worden bepaald, worden bepaald aan de hand van de hoogste kracht.
Dan is er een laatste en moeilijke vraag voor ons.
Er zijn stoffelijke gegevens omtrent oudheid en nieuwe tijd, waarover wij kunnen beschikken, ook in de materie. Maar zo wij ze aan de mensen geven zullen zij veel opzien baren. Zonder godsdienst, geloof, politiek of economie direct aan te tasten zouden zij toch bij velen een nieuwe visie daarop tot stand brengen. Ik weet dat in de komende jaren een aantal van deze schrifturen en voorwerpen aan de wereld zal worden gegeven. Maar ik vraag mij af of dit reeds in het komende jaar het geval zal zijn. En toch zou ik dit gaarne zien. Want al wat gij bezit en denkt te zijn, kan alleen door de vernieuwing, door de eerlijke confrontatie met de oude waarheid en met de oude kracht zowel als met de nieuwe waarheid en de nieuwe kracht en de verborgen dreigingen van de nieuwe tijd waarlijk tot stand komen. Het is wat ongebruikelijk dat men tracht zich te verantwoorden tegenover een wereld. Toch wil ik proberen dit te doen, reeds nu, omdat ik weet dat de mensen in deze dagen een doel nodig hebben. En wie kan een doel vinden, wanneer hij geen redenen kent. Wie kan een ontwikkeling begrijpen, wanneer hij niet weet welke problemen daaraan ten grondslag liggen.
Wat wij u kunnen geven op deze wereld, onze kracht en onze genegenheid, is een poging om u te behoeden en om te trachten u te leiden. Er zijn zelfs een aantal leraren die ‑ ofschoon wat zelfstandig werkende ‑ u kunnen brengen tot de juiste geestelijke contacten en inzichten. Maar dat wat slaapt onder de aarde, is ontwaakt. De rijken der legenden benaderen weer uw tijd. Zult gij in staat zijn dit te aanvaarden. Zo gij waarlijk liefde hebt voor het leven en niet alleen voor het leven der materie, kunt gij veel verdragen. Zo gij in uw leven de vreugde en de uiting weet te vermengen met de bezinning en de gerichtheid op het goede, zult gij de kracht hebben om veel openbaring te aanvaarden. En zo gij de krachten die in u leven leert gebruiken om vanuit uzelf licht te dragen, kunt gij menige kracht ontvangen, voordat zij u overweldigt.
Wij wachten niet op een strijd van licht en duister, geen Armageddon, geen laatste veldslag. Maar wij wachten op de storm die dood hout breekt, opdat in de lente alles kan bloeien.
Wij wachten niet op een nacht waarin alle leven dooft, maar op die zonnige dag, waarop alle leven kan veranderen zodat het zelve deel is van het licht.
U wacht nog een grote tijd. En wanneer gij u afvraagt of deze dingen onvermijdelijk, noodzakelijk zijn, wanneer gij u afvraagt of er geen andere wegen bestaan, zo verzoek ik u te bedenken dat vele van onze broeders ouder dan gij, sterker dan gij ‑ naar beste weten en met de krachten der kosmos zelf werken en streven om slechts het noodzakelijke aan lijden, maar ook een overvloed aan vreugde, te schenken voor allen. Verwacht van ons geen formule en geen zegen. Verwacht van ons niet een verlossing. Deze dingen brengt men u vanuit de kosmos en gij zult ze alleen daarin vinden. Maar bescherming, genegenheid, eenheid brengen wij u waar wij kunnen.
Ontwaak tot uzelf, o kleine broeders die nog in de stof leven.
Besef dat het wentelen van het Pad des Levens onbelangrijk is, maar dat de kracht die het Rad voortdrijft belangrijk is.
Besef dat het kleine beleven der dagen onbelangrijk is, maar dat het voedsel dat de ziel daaruit verwerft eeuwig is.
Besef dat de kleine dingen van uw tijd helpen om een eeuwige mensheid te vormen, die niet onderworpen is aan materie, aan tijd of aan ruimte, doch is de edele gedachte zelf.
Waarlijk streven en werken wij – soms zelfs kerende uit onze rust ‑ om u lering te geven, zodat gij rust moogt vinden.
Wees zonder angst en weet, dat waar dit mogelijk is en via alle kanalen waarover wij beschikken u de kracht zal worden gegeven, u het inzicht zal worden gegeven waardoor gij zult weten dat deze oude Broederschap ook in deze tijd werkt voor u en met u.
Ik kan u het wonder niet doen zien, dat mij in staat stelt tot u te spreken en meer mijzelf te zijn dan ik had gehoopt of verwacht. Maar deze wonderen bestaan in duizendvoud. En telkens weer zal een mens die daarvoor geschikt is, worden gekozen om het grote werk op aarde uit te dragen, om de boodschap te geven die noodzakelijk is.
Wanneer een vreemde tot u spreekt en gij hoort in zijn spreken een waarheid die verder treedt dan de materie, luister wel. Want velen worden gezonden. En elke leerling kan u het pad tonen tot zijn Meester.
Wees vrij van gebondenheid aan begeerten.
Wees vrij van angst.
Wees vrij en eerlijk in uw leven en gij zult de eeuwigheid erkennen in de eenvoudige jaren van de aardse tijd.
(De spreker behoorde tot de z.g. 2e Raad van Twaalf.)
Goedenavond vrienden.
Wanneer wij in deze dagen zien hoe de oneindige krachten een spel op aarde spelen, zo lijkt het ons noodzakelijk daaraan enkele lessen te verbinden.
Weet dan wel dat de mens die alleen is in de werkelijke zin des woords, niets betekent in deze tijd. De krachten die inwerken, geven de voorkeur aan groep, aan gemeenschap en gemeenschapsvorming.
Weet dat de krachten die in deze tijd worden verwacht, juist in de groepen de positieve zowel als de negatieve krachten sterk tot uiting zullen brengen.
Weet dat gijzelve in deze tijd zult moeten komen tot een keuze; en dat deze keuze van groep of gemeenschap bepalend zal zijn voor uw geestelijke ontwikkeling en uw stoffelijk lot in de komende jaren.
De wegen die in deze tijd worden geopend, zijn voornamelijk geestelijke wegen. Nog is de tijd er niet voor een zuiver stoffelijke inwijdingsweg en de daaruit voortvloeiende bereiking. Langs deze geestelijke wegen echter zult gij door uw eigen werken en uw verbondenheid met uw gemeenschap, inwijding kunnen vinden op een wijze die slechts zelden in de menselijke wereld sinds lange tijd mogelijk is.
De gevaren van de tijd en van de krachten die komen, heten: illusie, trots, zelfonderschatting.
De illusie van eigen onbeperkte waarheid en waardigheid dwingt de mens tot negatieve actie. Door de negatieve actie verliest hij bewustzijn en in de beperkingen van zijn bewust leven, ondergaat hij de krachten als een kwelling die op hemzelf is gericht. Hij die trots is zal niet zichzelve voegen naar de krachten die tot hem komen, maar zal trachten zijn eigen weg ondanks alles te gaan. Hij zal de kracht die tot hem komt, zien als een aanval op zijn persoonlijkheid en in deze strijd innerlijk lijden en uiterlijk veel verliezen. Zelfonderschatting brengt de mens in deze dagen er toe op te zien naar anderen die leiding, regels en wetten zullen geven. Wie echter van anderen leiding, wetten en regels verwacht en niet in zichzelf zoekt naar waarheid, oriënteert zich verkeerd en zal daardoor veel schade moeten opvangen. In deze dagen nu de beslissingen gaan vallen, wordt van de mens zelf eveneens een besluit verwacht. Deze besluiten zullen uit de aard der zaak een persoonlijk karakter dragen. Zij zullen deel uitmaken van een nieuwe persoonlijke oriëntatie in de wereld. Toch lijkt het mij goed om althans enkele van deze mogelijkheden aan te stippen:
Gij zult moeten besluiten welke richting gij verder zult volgen. Dit besluit genomen hebbende, zult gij u daaraan voor de komende jaren inderdaad moeten houden. Een ieder die een besluit neemt en tracht ten halve te keren, zal zien dat hij hierdoor alles verliest, ook datgene wat hij reeds had bereikt. Het is goed dit te beseffen. Wanneer er een keuze is gemaakt ‑ en voor de meeste mensen ligt het kritieke punt daarvoor in de 8e en 9e maand van dit jaar ‑ is er geen verdere teruggang of ontwijking mogelijk. In deze dagen geldt dus dat wat is aanvaard, niet meer kan worden verworpen. Banden die geknoopt zijn, kunnen niet willekeurig worden verloochend. Hij die zich thans bindt of gebonden acht, zal zich niet meer kunnen bevrijden, tenzij hij dit doet in deze tijd. Wanneer desondanks veranderingen optreden zal men zelf daarin geen zeggenschap hebben en zal men slechts krachtens de gekozen innerlijke weg en uiterlijke werkwijze kunnen voortgaan, vrede vinden en de resultaten behalen.
Er wordt in uw tijd en in deze dagen zeer veel gegeven vanuit de hoogste krachten. Wie echter niet werkt met deze gaven zal zien dat zij hem voorbij gaan. Men zal u spreken van de taak die voor u klaar ligt. Wie in deze dagen besluit een taak te vervullen zal daaraan gebonden zijn, zij wordt deel van zijn wezen en kan niet meer worden afgeschud. Ik zeg u dat gij juist nu moet trachten zeker te zijn van uzelf. Juist nu zult gij niet onoverlegd mogen kiezen. Gebruik de tijd die u rest om bewust voor leven en denken die richting te nemen, waarin gij na beraad innerlijke gevoelt gelukkig te kunnen zijn en uiterlijk weet de juiste werkingen te kunnen veroorzaken. Besef wel dat de mensen in deze dagen sterk zijn. Sterker dan zij vermoeden. Onderschat dan uw eigene kracht, uw bewustzijn en uw wijsheid niet. Vertrouw op dat wat gij in uzelf hebt gevonden en werk daaruit in de tijd die komt.
Zeer belangrijk is het ook dat gij in deze dagen leert u op de juiste wijze in uw wereld te bewegen. Wees vrij van alle banden die niet innerlijk in u zijn bevestigd. Besluit daartoe reeds nu. Bevestig in uw leven alle verplichtingen die gij innerlijk erkent en gene daarbuiten. Dit is een tijd voor zelfonderzoek. Zoals de Broederschap zichzelf onderzoekt in deze dagen en eigen denkwijzen, eigen keuze van werken reeds nu voor de Grote Raad vaststelt, zo bid ik u, doe ook gij. Nu kunnen wij nog kiezen, maar onze mogelijkheden zijn niet onbeperkt en onze tijd is niet oneindig. Begrijp hoezeer de gebondenheid, die de geest met de stof wil gevoelen, afhankelijk is van de stof. Indien gij slechts wilt ontvangen zo is een samenwerking onmogelijk. De geest geeft naarmate gijzelf verwerft. De geest kan meer schenken naarmate gij uw innerlijke waarheid tot werkelijkheid maakt in uw wereld.
Ook dient gij te weten dat elke verplichting, elke binding en richting die gij in deze tijd kiest, niet beperkt blijft tot uw innerlijk streven, maar al omvat wat gij zijt en het uwe acht. Het omvat uw materieel bezit, uw werkzaamheden, uw relaties met mensen, uw verplichtingen en uw rechten. Want al deze zijn deel van uw wezen en daardoor onverbrekelijk gebonden aan uw keuze. Overweeg dit goed, opdat uw keuze niet gebaseerd zij op de verwachting dat gij een materiële vrijheid of mogelijkheid kunt behouden, ondanks het innerlijk gestelde.
In deze dagen wordt de wereld gewogen op de balans der gerechtigheid, opdat haar oprechtheid gekend moge zijn. Dit betekent dat alle misleiding, alle begoocheling, alle onoprechtheid naar juiste waarde zal worden geschat, zal worden beantwoord en beloond. Dat wat gij zijt volgens waar bewustzijn en wezen zal de wereld u zijn in uiting, mogelijkheid en werking. Achter het scherm dat de oneindige krachten en werkingen van de stof nog verhult, bouwen zich spanningen op van een haast ongedachte grootheid. Niet slechts is daar de goddelijke Openbaring in al haar facetten, maar daar is ook de directe resonantie van werelden en sterren op de openbaring van deze krachten. Gij zult daarvan de gevolgen ervaren. En zo uw wereld harmonisch is, zo zal de kracht u verheffen. Gij zult u één weten met wereld en sterren. Zo gij echter disharmonisch zijt, zo gij tracht aan de werkelijkheid te ontkomen, zo gij weigert uw ware wezen te beschouwen, zo gij weigert tot uiting te brengen wat gij waarlijk zijt, zo zult gij sterren en wereld tegen u gekeerd vinden met alle consequenties daarmee verbonden.
Mijn boodschap, hoe kort ook, is een ernstige. Gij hebt nog enkele maanden om te kiezen. Daarna zult gij gebonden zijn aan uw keuze of aan datgene wat gij zonder keuze in praktijk brengt en als deel van uw leven behoudt. Het ingrijpen Van de Witte Broederschap kan u daarvoor niet behoeden, want deze krachten zijn groter dan de Broederschap en groter dan haar mogelijkheden. Het is alsof God Zelf besloten heeft opnieuw te oordelen over de levenden der aarde en de levenden der sferen. Verdeeld zal dan de wereld zijn in hen die waarlijk leven en hen in wie de schijn van leven in wezen de pijn is van een voortdurend sterven zonder de verlossing van uitblussing. Geen Laatste Oordeel in religieuze zin, maar wel degelijk een oordeel dat door de kosmos zelve wordt gesteld.
Met de oude profeet zou ik kunnen zeggen: Wee u, gij die de schijn stelt boven de waarheid, want gij zult worden verworpen. Gelukkig gij die oprecht zijt, hoe uw oprechtheid ook moge zijn gericht, want gij zult de bevestiging vinden van uw mogelijkheden en wezen en u wordt de kracht gegeven om in wereld en sfeer steeds bewuster verder te gaan op het pad dat gij ‑ harmonisch met uzelf ‑ hebt gekozen. Het is echter niet mijn taak te profeteren. Het is mijn taak u te waarschuwen. Over geheel de wereld zal deze waarschuwing in de komende tijd in toenemende frequentie worden herhaald. Ook gij zult ongetwijfeld daardoor nog meermalen worden getroffen. Bedenk dat deze dingen op zichzelf geen waarde hebben, doch dat zij slechts waarde krijgen door uw besluiten dat geen schijn, geen actie en geen bede, maar dat slechts de innerlijke harmonie, de aanvaarding en de juiste handelwijze u kan behoeden voor al wat hiermee is verbonden.
Vertrouw op uzelf. Wees niet zelfvoldaan. De zelfvoldaanheid van hen die menen veel te hebben bereikt, is in de komende tijd het begin van veel leed voor allen die onbewust willen blijven. Vertrouw op de kracht die u is gegeven. Vertrouw op uw innerlijk weten. Formuleer niet, doch beleef in uzelf en erken in uzelf, opdat gij u uit persoonlijke ervaring moogt onttrekken aan al wat onaangenaam is en de bewustwording remt. Men vraagt ons altijd weer of wij uw wereld liefhebben. Ik zal u het antwoord daarop nu geven met volledige juistheid.
Wij minnen niet uw wereld, doch hebben de Kracht lief die haar voortbracht en elke echo van deze Kracht in materie en geest. Wij zoeken in ons werk voor u, God. Verwacht dus niet van ons dat wij ‑ bewogen door een liefde voor u, mensen ‑ u kunnen redden indien gij zelf de Kracht die in u leeft, verloochent. Men vraagt ons of wij u kunnen bijstaan. Duizenden jaren hebben wij deze wereld bijgestaan op haar weg naar bewustwording. Wij zullen elke mens op dit pad bijstaan. Niet echter volgens zijn verlangen, maar volgens de wetten van het grote Licht en zijn verschijnselen. Een persoonlijk beroep zou u weinig baten. Een persoonlijk streven daarentegen zal u alles geven.
Een laatste waarschuwing:
Weet dat al datgene wat gij rond u schept in zeer korte tijd met grote kracht op u terugvalt, zolang deze invloed werkt. Schep daarom buiten u vreugde, opdat u vreugde gegeven moge worden. Schep buiten u zekerheid, opdat zekerheid steeds meer ook uw deel moge zijn. Schep buiten u harmonie, opdat gij in u de grote vrede zult kennen en de kracht die al beheerst. Schep vanuit u genezing, opdat onvolkomenheden worden genezen, opdat uw wezen de harmonie hervinde. Geef de wereld buiten u steeds wat gij verlangt voor uzelf, opdat gij niet door van haar te eisen in deze dagen arm zult zijn wanneer de tijd eenmaal zijn nieuwe golf tot u werpt. Nu wordt u nog uit aarzelingen en verwarring in steeds grotere mate de kracht gegeven van het gulden Licht. En in dit Licht zult gij de kracht kunnen, vinden om te besluiten. In deze kracht zult gij de mogelijkheid vinden om in waarheid uzelf te kennen en uw weg te kiezen. Laat dit niet ongebruikt voorbij gaan. Want de taak die deze dagen op ons gaan leggen, is een taak die geest en stof, Broederschap en mensheid, gezamenlijk moeten volbrengen, opdat zij niet falen.
Zoek in uzelve en gij zult weten hoe waar alles is wat ik u thans zeg.
Overhaast u niet met uw voornemens en besluiten, doch laat ze in u rijpen, opdat gij zeker moogt zijn van dat wat gij gaat volbrengen, van dat wat gij innerlijk zult trachten te bereiken.
Wees zeker van uzelf, opdat gij sterk moogt zijn.
Vertrouw in de kracht die in u leeft, opdat gij niet ‑ vluchtend voor wat gij niet kunt ontgaan of beseffen ‑ uzelf verliest, terwijl het Licht in u woont.
Dat is hetgeen ik u wil zeggen. Reeds een vorige maal trachtte ik deze boodschap ook hier te brengen, maar omstandigheden maakten mij dit onmogelijk. Wij sprekers van de Grote Broederschap zullen nu zwijgen tot na de Grote Raad. Dan zult ge onze stemmen weer vernemen en zullen wij u al datgene mededelen wat u mag worden medegedeeld omtrent werkingen en besluiten, omtrent krachten en zelfs tijding, zodat wanneer gij zoudt falen ons dit zeker niet verweten kan worden; opdat indien gij wilt streven, gij in en rond u met groter begrip eigen wezen en wereld beschouwende, komt tot de juiste reactie, het juiste besluit en daarmee tot de werkelijke bevrijding van wereld en weten uit waan, trots en zelfverachting.
Vrienden
Uit de grote zee van kracht die deze wereld en de met haar verbonden sferen heeft doorspoeld, zijn voor ons nieuwe waarheden kenbaar geworden en heeft het oude een nieuwe vorm gekregen. Deze vorm, deze vernieuwing, wil ik u hier mededelen:
Spreek niet over naastenliefde voor gij uw naaste hebt erkend als zodanig. Zoek de persoonlijke band, verbintenis, erkenning en zoek niet de gemeenschappelijke regel.
Zoek niet de wet der mensen, doch erken in uzelf de van uw eigen harmonie die u tot wet wordt.
Beroep u niet op menselijke krachten en gedachten, doch tracht te beseffen waar uw wezen en kracht saamgebundeld liggen in het ‘ik’, onontplooid als de plant in het zaad, maar klaar om zich te uiten.
Put uit uw eigen kracht, want slechts deze kracht is onbeperkt geduldig in deze dagen.
Zoek niet naar een leiding of een raad, die schrede voor schrede uw pad bepaalt, doch erken uit het vele dat u zal worden gegeven, het doel dat nu voor u het meest belangrijke is. Kies dit doel zodanig dat het stoffelijk en geestelijk waardevol voor u is. Streef dit na en gij zult ontdekken dat een inwijding het gevolg hiervan is.
Grote krachten, groter dan gij u kunt voorstellen, vormen gezamenlijk een leiding voor de mensheid als geheel. Toch zullen zij u niet persoonlijk dwingen of beroeren, slechts de omgeving waarin gij leeft. Erken het licht en het ware dat uit hen spreekt en gij zult weten welke weg uw omgeving gaat. En gij zult dan klaar zijn om te handelen, wanneer dit voor u noodzakelijk is in een vernieuwing van mogelijkheden.
Besef in deze dagen ook dat uw geest meester is over uw stof en dat de stof bewust en gaarne de geest zal dienen die waarheid zoekt in haar streven. Gij kunt door uw geest uw lichaam veranderen. En gij zult steeds sterker uit dat wat men uw psychische krachten noemt, uw kwalen en onevenwichtigheden kunnen verdrijven of ze omzetten tot een juist gebruik van alle mogelijkheden die de materie u biedt. Nog zijn er geen besluiten gevallen. De tijd der besluiten is wel nabij, maar wij moeten zeker zijn van onze eenheid en van de werkelijkheid van onze bestrevingen. Er is geen dwang voor u in deze dagen. Dwing dus uzelf, opdat op het ogenblik dat nieuwe kracht en wet en regel in uw leven ingrijpen, gij niet onbeheerst en stuurloos zijt. De banden tussen mens en geest, de banden tussen goddelijk Licht en werkelijkheid en mens zullen nieuw, sterk en lichtend worden. Wie zich nu voorbereidt en nu zijn keuze doet, zal over enige maanden erkennen hoe hij uit de bevestiging van deze dingen leeft, sterker, beter en wijzer dan te voren. Want veel zal u worden gegeven indien gij aanvaardt. Zo gij echter niet aanvaardt, zal al u genomen worden.
Dit is geen dreigement. Het is de wezenlijke inhoud en waarheid van de kracht die ons en u allen beroert. Nog kunnen wij uit deze kracht gezamenlijk putten, omdat de wet nog niet bepaald is, omdat de regel nog niet gesteld is. Alle kracht en alle licht die gij nu gezamenlijk kunt ervaren, zullen in grotere mate uw eigendom zijn als de wet spreekt. Aanvaard haar reeds nu. Wie in zich opgaat in deze dagen zal het Licht ontmoeten zoals wij het hebben ontmoet, en in deze ontmoeting het doel en wezen van zijn leven hernieuwd aanschouwen. De gave van het Licht was niet voorbijgaand, maar een blijvend zegel van hernieuwde inwijding. De tijd van het Lam is voorbij. De tijd van de Vissen is voorbij. Maar nog steeds blijft het kosmisch teken van menselijkheid het kruis, de enige sleutel tot het gesloten boek der schepping. Niet om wat de mensen denken, doch om dat wat kosmisch waar is. Wie van u als mens bewust leeft zal nog binnen korte tijd (binnen enkele jaren) zien hoe een nieuw zegel wordt verbroken en een nieuwe openbaring zal plaatsvinden. Een openbaring in de mens. Een ontsluiering van nieuwe raadselen. De eeuwige Kracht stelt echter voor alle dingen de relatie ons tot mens, mens tot God als bepalend.
Daarom herhaal ik:
Spreek niet van naastenliefde, doch weet wie uw naaste in wezen en in werkelijkheid is en wees met deze één in harmonie en streven.
Spreek niet over wat gij zult doen voor de geslachten die komen zullen, want dit ligt buiten uw kennen en vermogen. Doch spreek al datgene wat gij nu, in deze tijd kunt doen voor uzelf en anderen.
Ga uit van het heden. Leef vanuit het heden. Zoek in uzelf waarheid dan zult gij weten dat dit het jaar der jaren was, omdat het beginnend Licht de zekerheid heeft geschapen van een nieuwe mensheid, die in waarheid leeft temidden van de stervende dromen van het duister. De Broeders en de Broederschap zullen de wetten, de regels, ja, zelfs de krachten waarmede zij werken, bekend maken aan de mensheid. Ook aan u, opdat gij uw eigen waarheid vinden moogt en uit deze kracht moogt bereiken wat noodzakelijk is.
Dit is mijn boodschap voor heden. Onderschat haar niet. Onderschat ook niet uzelf, want slechts wie waarheid kent in deze dagen zal de waarheid die komt en openbaar wordt aanvaarden en daarin het nieuwe Licht volledig kennen.
Goedenavond vrienden.
Wanneer de Witte Broederschap vanuit haar Raad tot beslissingen komt, zo zullen deze niet altijd voor de mensheid even gemakkelijk aanvaardbaar zijn. Daarom stel ik er prijs op allereerst te verklaren dat zeer velen van de Raad en Broederschap slechts nog op of voor deze aarde werken door de grote genegenheid, de grote liefde, die zij kennen voor de wereld en haar bewoners. Al hetgeen zij beslissen wordt zeker mede door deze genegenheid en liefde bepaald en is nimmer ten detrimente, maar altijd ten voordele van de belangrijke ontwikkelingen op uw wereld en in de geestelijke sferen die daarmede verbonden zijn.
In het geheel van de tot nu toe gehouden besprekingen is duidelijk geworden dat de krachten die deze wereld beroeren niet beheerst kunnen worden, zelfs niet door de Broederschap. Het is daarom nodig dat zij zich in haar bestrevingen, haar methodiek, haar hanteringen geheel richt op de krachten waarvan zij de aanwezigheid of komst reeds kent. Dit betekent dat zij in vele gevallen ontwikkelingen die zij betreurt of liever zou vermijden, zal moeten toelaten, en dat zij in vele gevallen daarnaast zal moeten overgaan tot een voor haar nieuwe of andere wijze van werken en handelen. Ten opzichte van de zuiver menselijke ontwikkelingen en structuren zal zij bijvoorbeeld geweld niet kunnen weren. Maar ook geweld kan zekere positieve waarden in zich dragen; en er wordt naar gestreefd om juist een ontwikkeling van ethisch begrip en van een nieuwe, zuivere moraliteit door middel van geweld mogelijk te maken.
De geschillen die voor de mensheid voortvloeien uit het optreden van krachten in deze tijd en daarbij van de volgende en vaak zeer belangrijke krachten van de komende paar jaren, maken het noodzakelijk eerst de mens zelf te veranderen en te wijzigen. De mens zal dientengevolge genomen moeten worden uit zijn begrippen van zekerheid en geborgenheid. Een revolutie die de gehele wereld omvaamt, vloeit hieruit voort. Daarnaast zal de mensheid gewezen moeten worden op de noodzakelijke eenheid waarmede alleen in deze tijd nog werkelijke bereiking mogelijk is. Het bevorderen van de eenheid tussen mensen en volkeren op elk niveau wordt daarom een eerste bestreving. Van uitermate groot belang wordt ook geacht, dat de krachten uit de geest die op deze wereld kunnen en willen werken, steeds ruimer en vrijer toegang krijgen tot het geheel van het menselijk bestaan.
Er zal worden gestreefd naar het vormen van de juiste groepen, ja, desnoods het ontstaan van dienstige riten waarbinnen deze openbaringen vrijelijk kunnen plaatsvinden. De krachten die ter beschikking staan van de Broederschap als geheel, kunnen door deze Broederschap onder de nieuwe omstandigheden niet gehanteerd worden van buiten de mensheid. Daarom zal Zij deze krachten en vermogens in de mensheid moeten leggen en de ontwikkeling daarvan op zeer korte termijn niet slechts bevorderen maar desnoods afdwingen. Slechts wanneer de werkelijke geestelijke krachten en geestelijke waarden van de mensheid zich openbaren en ontplooien, kan onze Broederschap het geheel der mensheid voeren naar een nieuwe, juiste aanvaarding van de levende Kracht waaruit de schepping voortkomt.
De oude geheimen zijn een lange tijd verborgen gebleven. En vele geheimen der esoterie en der magie bestaan zelfs nu nog slechts in het verborgene. Openbaring daarvan wordt in toenemende mate noodzakelijk. Dientengevolge wordt overgegaan tot de openbaring van bepaalde geheimen en van bepaalde procedures die tot op heden alleen aan enkele groepen waren gegeven. Zich ervan bewust dat dit kan voeren tot teleurstellingen en strijd met groepen die tot op heden goed werk deden, kan men niet aan de noodzaak daarvan ontkomen en zal de Broederschap als geheel zich richten op een sterke openbaring van geestelijke waarden, gaven en wijsheid binnen de mensheid als totaal. De strijd die er voor de mensheid bestaat (dankzij zijn ideeën, die niet altijd de werkelijkheid dekken), zal worden geforceerd in de richting van de werkelijkheid. Het is beter dat vele duizenden stuurloos worden dan dat de gehele wereld een verkeerde koers vaart.
Hieruit zult u, mijne geëerde en geliefde toehoorders, hebben begrepen hoe belangrijk het werk van de Broederschap is en hoe sterk ook het stempel daarvan zal zijn op uw leven. Ik wil u daarom vanuit mijzelf en mijn eigen inzichten enkele punten voorleggen die ‑ naar ik meen ‑ binnen zeer korte tijd zich aan u voldoende sterk zullen openbaren om daaraan alleen reeds de betrouwbaarheid en juistheid van mijn woorden af te meten.
Wie streeft naar licht zal door duister tot het licht gaan.
Wie streeft naar bereiking zal uit begeerten en frustratie van begeerte komen tot bezit.
Het is niet mogelijk dit alles alleen te doen in goede verstandhouding en goede verdraagzaamheid. De naastenliefde zal veelal scherpe facetten krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat hij die de naaste voor een grote ramp behoedt door hem te slaan zijn naaste waarlijk liefheeft. In deze maatschappij zal het noodzakelijk zijn dat velen hun naasten in benauwenis brengen. Maar slechts daardoor zal het mogelijk zijn hen te behoeden voor een ernstiger en dieper val.
De gedachten van de mens, dat mensenliefde bestaat uit stoffelijk welzijn, berust op een zodanige dwaling dat een vernietigen van dit begrip onvermijdelijk wordt. Ik meen dan ook dat wij binnen het kader van de grote Broederschap maatregelen zullen moeten nemen in die richting.
Alle materiële welvaart en het delen daarin, zonder dat er een geestelijke eenheid bestaat of wordt aanvaard, is dwaasheid en voert onder de omstandigheden slechts tot grotere problemen, grotere strijd, grotere zelfvernietiging in zowel geestelijke als stoffelijke zin.
Wij menen ‑ en ik ben het in deze met de Broederschap en de Raad volledig eens ‑ dat het noodzakelijk zal zijn bepaalde geestelijke en mentale banden over de gehele wereld te versterken, opdat men van daaruit in een gezamenlijk delen van bewustzijn en ervaring kan komen tot een handelen volgens de kracht die waarlijk optreedt. De krachten die optreden zijn als licht: zij zijn tweeledig. Er is een brug van licht die alle kleuren omvat. En uit deze komt het licht der waarheid dat in zich het totaal der schepping harmonisch uitdrukt. Er is daarnaast de reeks concentrische cirkels die gezamenlijk ook alle kleuren omvatten. Deze echter zijn als een vortex, een wieling of draaikolk, die al datgene wat waarlijk leven en bewustzijn is tot zich zal zuigen en teniet doen gaan in zijn uiting. Deze wetenschap brengt ons er toe al datgene wat behoort tot deze draaikolk te bestrijden met alle kracht die er in ons is. Het houdt in dat veel dat op zichzelf schoon of wijs is, zal moeten ondergaan.
De kracht waarover de mens beschikt, zal in vele gevallen verveelvoudigd zijn. Wie bewust handelt, zal uit de impulsen van de eeuwigheid plus de krachten van de Broederschap bezield, gesteund en gestimuleerd worden. Ik ben persoonlijk ervan overtuigd dat dit tot vele onverwachte en soms zelfs dwaze situaties aanleiding zal geven. Maar de noodzaak ervan erken ik. Zeer belangrijk en onvermijdelijk is ook de strijd die vele mensen in zich zullen moeten voeren. Er zijn namelijk twee beelden van goddelijke werkelijkheid: de God Die de mens zich heeft geschapen en de werkelijkheid die hij daaraan als een droom gehecht heeft (dus het vergankelijke waarop de wereld gebouwd schijnt te zijn) en anderzijds een levende God Die niet beseft kan worden en een werkelijkheid die voor de mens een onbegrensd aantal mogelijkheden schijnt in te houden.
De keuze uit de mogelijkheden der werkelijkheid is voornaam en belangrijk. En slechts wie vanuit deze werkelijkheid kan binnendringen in de waarheid van het leven, zal resultaten kunnen boeken. Omdat kracht alleen niet voldoende is heeft de Raad reeds nu besloten enkele grote golven van geestelijk inzicht op deze wereld af te zenden. Zij kunnen worden vergeleken met een suggestie, ja, een vorm misschien van geestelijke hypnose, waarbij aan allen gelijke kennis en mogelijkheden op ongeveer gelijke tijd worden verstrekt.
De reactie die men daarop zal tonen is natuurlijk bepalend voor de gevolgen. Wie deze kracht en inzichten ontvangende onmiddellijk daar naar handelt, zal ontdekken dat hij ‑ misschien zonder dit geheel te beseffen ‑ is geworden tot direct medewerker van de Broederschap en dat hij de krachten van de Broederschap verder kan uitdragen zolang hij bereid is niet voor zichzelf naar slechts voor het geheel actief te zijn. De strenge wetten, de zeer strenge regels die voor het komende jaar zowel voor de geestelijke medewerkers, de ingewijden in de stof als voor de gewone mens vanuit de Witte Broederschap zullen gelden zijn mijns inziens het begin van een periode waarin de wet der uiterlijkheden en de wet van het gedrag kunnen worden omgezet in een erkenning van een innerlijke wet. Velen zullen onder invloed hiervan zich verplaatst zien, niet slechts in woonplaats of werkkring, maar vaak zelfs in hun kontakten met alle mensen. Het aanschijn der dingen zal voor velen op zeer korte termijn zich bijna volledig wijzigen. Bekommer u daarom niet want de Raad heeft deze besluiten slechts genomen omdat zij u in staat stellen de lichte Kracht van deze tijd te aanvaarden.
Ik zou niet volledig zijn indien ik niet trachtte de lichtende Kracht die nu de wereld gaat regeren nader te omschrijven. Zij is een kracht die zich uit als een afzonderlijke wereld. Haar hoofdkleur wordt genoemd: blauw. Maar zij draagt in zich de zilveren en gouden glanzen van een meer kosmisch begrip. Zij wordt gevoerd door een zevental grote entiteiten die gezamenlijk de kern van deze nieuwe invloed omschrijven en uitdrukken. Van daaruit wordt waarlijk legio het aantal krachten dat de werelden bereikt, dat de sterren stimuleert. Deze krachten zijn zodanig bemeten en gericht dat zij alle sferen, maar ook alle stoffelijke werelden zullen beroeren die tot het beheerste gebied behoren. De tendens die het geheel beheerst lijkt mij met de volgende woorden duidelijk omschreven:
Door mijzelve te zijn in het Al voor allen ben ik waarlijk al wat ik kan zijn.
Door te leven, niet in de beperkingen van mijn begrip, maar in het levende dat door mij streeft, erken ik waarlijk alle leven. En in het bewustzijn daarvan zal ik als levende voortgaan daar waar geen dood kan bestaan.
Uit de wijsheid die ik verwerf en de wijsheid die ik schenk tezamen word ik gedoopt en herboren en draag ik in mij het bewustzijn van de geest, waardoor de lichtende Kracht van het hemelrijk mij bereikt door de poorten en mij duidelijk maakt hoe ik mijn weg moet kiezen om waarheid voor alle tijd te bereiken.
In deze korte zinsneden heb ik getracht de tendens van deze Heerser weer te geven.
Dit is Kracht waarover wij spreken. Dit is de harmonie, de trilling die een vernieuwing inhoudt. Niemand zal zich daaraan onttrekken. Niemand kan zich van de gestelde beperkingen en wetten bevrijden voor hij deze Kracht in haar geheel heeft geëvenaard.
De Broederschap en de Raad daarvan zullen dan ook wegen zoeken om juist deze Kracht steeds sterker gelding in het bewustzijn der mensen te verschaffen. Zij zullen grijpen naar alle middelen waardoor deze Kracht in wereld en sferen juister en vollediger geuit kan worden en zij zullen zich ook ‑ wanneer zij misschien anders zouden wensen ‑ moeten richten tussen al wat er overblijft uit het verleden, tussen elke droom van de toekomst door op dit licht en tegen alle licht dat daarmede niet harmonisch is. Want uit de eenzijdigheid van deze periode kan eerst de alomvattende ontwikkeling van de toekomst ontstaan.
Geen gebied zal voor deze invloed gespaard blijven. Zij zal tot u spreken vanuit de hemelen. Zij zal doortrillen in de aarde. Zij zal zich tonen in uw voeding. Zij zal zich tonen in uw beweging. Gij zult hieraan niet kunnen ontkomen.
Vreest gij deze dingen zo is het gevaar groot dat gij daaraan ondergaat. Vrees daarom niet. De Broederschap, de Raad, de grote Krachten van geest en materie, ja, de kosmische tendensen zelf zijn een weergave van genegenheid en liefde. Zonder deze zouden zij niet rond en met u zijn. Betrouw dan op hen die voor zichzelf bereikend, terugkeerden om u tot bereiking te brengen. En in volle aanvaarding en vertrouwen op hun goedwillendheid zult ook gij bereiken.
Dit is al wat ik u te zeggen heb. Ik ben degene die mij heeft geholpen u deze boodschap te brengen dankbaar voor zijn bemoeiing; als ook de anderen die elke storing hier konden voorkomen. U dank ik dat u geluisterd hebt. U tracht ik te geven mijn vertrouwen in de Kracht die ons stuurt in deze tijd, mijn verwachting dat de grote beloften waar zullen worden op korte tijd, en mijn zekerheid dat het goddelijk Licht met u zijnde, u het inzicht zal geven dat noodzakelijk is om al het noodzakelijke te volbrengen.
Ik wens u allen, mijne vrienden, een goede, snelle bewustwording en aanvaarding. Ik wens u dagen waarin de harmonie steeds stijgt en uw innerlijke verdeeldheid wegsmelt onder het besef der waarheid.
Goedenavond vrienden
De mensheid is verzonken in de dromen der materie. En uit de dromen der materie is de chimaera, de schaduw van het duister geboren, die steeds meer over alle doen en denken van de mens haar sombere vlerken uitspreidt. Het zaad van goddelijk Licht valt op een verharde bodem en kan niet tot ontplooiing komen. Veel van het goede dat de wereld gegeven werd wordt weggesmeten omdat men alleen maar zoekt naar macht en naar bezit.
Nu wil ik u spreken over datgene wat komt.
Uit de kracht van de Eeuwige Die ons allen ‑ u en ons doortrilt en beweegt, is de nieuwe harmonie van deze tijd geboren. De koning, ziende dat zijn land traag en lui werd, heeft een nieuwe landvoogd gezonden om hun te zeggen: ontwaakt. Maar de koning heeft hem niet slechts gezonden met soldaten en wapenen; hij heeft hem ook gezonden met vele gaven en vele krachten. De rijkdommen van de vorst zijn gelegd in de handen van de landvoogd, opdat hij ze rijkelijk uitdele aan een ieder die verdienstelijk is. En ziet, men heeft die landvoogd een gevolg gegeven van de wijzen van het hof, van de leerlingen en de pages, opdat al wat er bestaat in de grote waarden van het paleis (in het moederland als het ware) ook daar zal zijn waar de nieuwe heerser zich openbaart Leef, zo zal hij de wereld toeroepen, bewust. En hij zal herhalen het oude: bedenk dat slechts één wet belangrijk is: ‘Gij zult uwe God liefhebben boven alle dingen en ge zult uwe naaste liefhebben gelijk uzelf.’ Want zo is de wet. En hij zal hen toeroepen: grijp uw bezems en reinig uwe steden van het spinrag dat de doorgang belemmert. Reinig uw gedachten, zo zal hij zeggen, opdat ge kunt verstaan wat mijn leraren u brengen.
En zo is het besluit gevallen. Uit de wet van de onmetelijke Liefde zelf, uit de kracht van de Oneindigheid wordt de harmonie van deze tijd geboren. En zo wordt ge op de proef gesteld. Gij zult voor uzelf de proef moeten doorstaan. De eisen die u worden gesteld zijn zwaar. Het is mogelijk dat men niet van u zal vergen dat ge elke proef volledig volbrengt indien ge haar hebt aanvaard. Maar nergens is gezegd dat het niet zal geschieden. Wees bereid om lasten op u te nemen. Gelukzalig hij die de moed heeft lasten te dragen. Omdat hij die lasten draagt een doel heeft. Omdat de last die hij draagt hem een paspoort is voor alle poorten die hij moet doorschrijden tot hij komt aan de laatste poort waar hij beloond wordt voor zijn taak.
Gelukzalig is hij die ‑ eenvoudig zijnde ‑ het nieuwe aanvaardt omdat het is, zonder te vragen: waarom en hoe.
Gelukzalig is hij die in de eenvoud van zijn aanvaarding leeft voor de kracht die hij erkent. Die leeft uit de harmonie die zijn wezen is. Want waarlijk, deze zal gaan langs afgronden zonder het te beseffen. Hij zal treden over bruggen die geen ander durft betreden, tot hij het doel heeft bereikt, het doel van zijn leven.
Zalig zijn zij die niet gebonden zijn aan bezit.
Zalig zijn zij die niet zoeken naar de krachten der materie, naar de kennis als macht, naar de macht als wapen, maar die ‑ wetend dat niets het hunne is ‑ gaan zonder te vragen, zonder te eisen. Want ziet, wie geen bezit heeft draagt geen onnodige lasten met zich. Wie geen macht bezit is niet de trekezel van degenen voor wie hij een verantwoordelijkheid aanvaardt, of hij wil of niet. Hij is niet de slaaf maar de meester. En ziet, een meester kan voortgaan waar slaven blijven steken. Wees meester van uzelf als arme en gij zult het doel bereiken, en gij zult de nieuwe wereld zien.
Gelukzalig zijn zij die veel verloren hebben. Want wie veel verloren heeft weet hoe hij een verlies moet dragen. Hij kan in een wereld waarin steeds meer teloor schijnt te gaan leven. En arm is hij die nimmer verloren heeft. Want deze ‑ het verlies niet aanvaardende ‑ zal ondergaan met dat wat hij tracht te behouden. Hoe gelukkig zijn de mensen die niet de rede hebben gemaakt tot hun God, naar die God zoeken achter de rede en buiten de rede. Want ziet, de kracht van het Eeuwige openbaart zich in alle dingen; maar in de rede kan zij zich niet openbaren, omdat de rede te klein is om haar te bevatten. Er zijn vele krachten en vele dingen van deze nieuwe tijd die ge zult moeten leren beseffen, die ge zult moeten leren erkennen. Soms is het als die ene vleug van zon die aan de druif haar geur geeft. Soms is het als het ogenblik van stilte en rust dat de wijn edel maakt.
Er is altijd weer het ogenblik van verandering. En als ik u mag spreken over dat wat komen gaat, zo zeg ik u dit:
Al wat vast is zal onvast worden.
Al wat zeker schijnt zal onzeker worden.
Al wat weten schijnt zal onwetendheid blijken.
Al wat waarheid heet zal op de proef worden gesteld.
Want in de nieuwe kracht is er slecht één wet en één waarheid: Heb uw God lief boven alle dingen en uw naaste gelijk uzelf. Dit is de wet; en een andere wet is er niet.
De bron van uw bestaan, de kracht waaruit ge leeft, moet voortdurend in uw gedachten zijn. Gij die niet leven kunt zonder een kracht uit het hoogste, gij moogt niet vergeten dat die kracht bestaat. Want slechts hij die die kracht in zich erkent, leeft bewust. En wie die kracht voortdurend in zich erkent, leeft voortdurend bewust. En elke daad, elke gedachte is een stap nader tot de werkelijke eenheid. Er zijn wonderlijke dingen in deze nieuwe tijd. Want indien ge uw naaste liefhebt, zo behoeft ge geen wet. Wie zijn naaste liefheeft behoeft geen gezag. Hij behoeft geen godsdienst. Niets is hem van node dan de voortdurende gerechtigheid in zijn eigen wezen; de erkenning: ik handel niemand ten nadele, ik handel goed.
In de tijd die komt zal het ook heten: Zalig zij die weten te zwijgen. Want zij die spreken zeggen dat wat verborgen zou moeten blijven. Zij openbaren zich waar zij zichzelf zouden willen bedekken. En zij zullen dit niet kunnen aanvaarden. Weet te zwijgen in de tijd die komt. Wees vrij en eerlijk. Want dit zeg ik u: Zo ge één mens schaadt, bewust en wetend, zo zal voor u de weg moeilijk zijn. En zo ge een mens blijft schaden, bewust en wetend, de weg zal u gesloten zijn. Maar de wet is een grote wet. Want wie de naaste bemint, kan niet de één meer beminnen dan de ander. De menselijke liefde blijft buiten spel. De moeder bemint haar kind; en het kind gaat toch zijn eigen wegen. De man bemint de vrouw en de vrouw bemint de man, en toch zijn hun gedachten en wegen andere. Maar de mens erkent de mens en zij gaan beiden de wegen der mensheid. Dit is de weg.
Wees harmonisch met allen. Wees oprecht in alle dingen. Zwijg, tenzij gij een waarheid spreekt die de zegen van de goddelijke waarheid brengt voor de mens. Ga uw weg in gerustheid. Want zo ge vreest, gij zult bedreigd worden. Doch wie zonder vrezen is, hij is beschermd door de kracht die hem omringt. Ga zonder bedenken. Want hij die menselijk denkt, blijft gevangen in de materie en kent de kracht van de geest niet. Doch hij die zonder bedenken de innerlijke kracht aanvaardt en waar maakt volgens de wet, hij erkent een goddelijke Kracht die alle materie beheerst; en de waarheid wordt in hem geboren.
Er wordt in deze dagen veel gesproken door velen over de vernietiging van een geloof of de vernieuwing van een menselijk bestel of zelfs de vernieuwing van al wat is. Maar ik zeg u: Wat thans sterven moet, zal worden herboren in waarheid. Maar een aanpassing van het oude aan het nieuwe is niet mogelijk. Zoals het zaad sterft in de aarde voordat de nieuwe korenhalmen opschieten en vrucht dragen, zo zal het oude van deze tijd teniet gaan, opdat het vruchtdragen in veelheid van mogelijkheden en krachten voor alle mensen de weg openbare. Er is geen beslotenheid van inwijding meer want de waarheid is voor allen, zo als de goddelijke Liefde voor allen bestaat. Wie meent de waarheid voor zich te mogen behouden en te verbergen, is een dwaas. Want hij verbergt de as waaruit het leven geweken is. Wie echter de waarheid openbaart en haar leeft, dag na dag, heeft het levende dat rond hem en in hem groeit en werkt en uit hen voortbrengt zijn eigen vernieuwd wezen. Het is een tijd van verandering; en het is een tijd van belofte. Want geen van u zal eenzaam zijn, tenzij hij de waarheid en de vernieuwing ontkent. Geen van u zal alleen staan op de paden van de geest, omdat hij één is met de kracht van het leven, tenzij hij de vernieuwing verwerpt. Geen van u zal armoede kennen buiten degenen die hun rijkdom willen beschermen. De kracht is voor ons allen. In ons allen is zij gelijk en in ons allen is zij gelijk van waarde.
Aanvaard de kracht in uzelf. Erken de grote wet. En bedenk dat de heer zijn nieuwe landvoogd niet heeft gezonden om u te geselen en te onderdrukken, maar om een land dat onvruchtbaar dreigt te worden op te wekken tot nieuwe vruchtbaarheid; om dat wat schijnt te sterven, op te wekken uit de dood, zoals eens Lazarus aan het woord gehoorzaamde.
De Broederschap is het instrument waarmede dit wordt volbracht. De Broederschap is de weg langs welke het gevolg zal neerdalen om de wil van de landvoogd te volbrengen aan de mensen. Maar gij zijt het doel. En u is het leven, zo gij het aanvaarden wilt. U is de kracht! U is de erkenning en de heerlijkheid, de waarde van het onvergankelijke. U is de ontsluiering der geheimen en de zekerheid, van het tijdloze gegeven. En in u zal alles kenbaar worden, beter dan mijn woorden dit kunnen zeggen.
De enige gave die ik u geven kan, is mijn vrede. Ik geef u mijn vrede, opdat ge gerust moogt zijn in tijden van verwarring. Ik geef u mijn vrede, ge ontvangen moogt zonder verwarring of angst dat wat u wordt geschonken. Ik geef u mijn vrede, opdat zij de band der eeuwigheid tussen ons allen versterke en de grenzen. tussen mijn wezen en het uwe wegvallen wanneer wij gaan op het pad naar de hoogste bereiking.
Gegroet vrienden
Het is in deze dagen noodzakelijk de mens te wijzen op zijn verplichtingen en mogelijkheden. Dit geschiedt dan ook via vele kanalen en wegen. Vaak is het echter niet mogelijk om de mens te doen ontdekken hoe sterk de krachten en vermogens in hemzelf leven. En het is dit laatste dat aanleiding werd tot mijn kort aanwezig zijn in uw kring. Wanneer gij een ogenblik uw lusteloosheid vergeet wanneer gij voor een kort moment vergeet hoeveel beperkingen en zorgen gij kent, zo kunt gij in uzelf een nieuwe kracht voelen groeien. Leer u te ontspannen daar waar gij geen meester kunt zijn. Leer stil te zijn in uzelf en de stilte te aanvaarden door uw gedachten te beheersen en te richten. Wie in deze dagen de kracht der gedachten weet te richten op de juiste wijze zal veel bereiken. Maar de enige kracht die aanvaardbaar is, is de kracht die men naastenliefde noemt. Indien gij uw medemens aanvaardt en de eenheid van denken met de mensheid kent, wanneer gij een eenheid van streven kunt erkennen in uzelf die het geheel van uw eigen wereld omvat, ja, zelfs van alle sferen met die wereld verbonden, zo zeg ik u dat gij sterk zult zijn buiten alle mate. Wanneer gij gelooft in licht en gij denkt in licht dan zeg ik u dat er een licht zal zijn, zo sterk dat het u vaak zelfs zintuiglijk kan beïnvloeden.
Gij meent vaak afhankelijk te zijn van de leiding van de geest, van de krachten van buiten die over uw lot zullen beslissen. Gij meent geketend te zijn aan het Rad der Tijd dat u voortsleept langs de eeuwig wentelende weg van karma. Maar ik zeg u dat dit de tijd is waarin gij de krachten kent, waarin gij kunt breken met wat u bindt en waarin gij uw krachteloosheid kunt vervangen door het sterke bewustzijn van eenheid met alle leven. Wie voor zichzelf streeft in deze dagen zal vaak teloor gaan. Hij zal steeds neer geïsoleerd zijn, steeds minder contact vinden met zijn wereld en steeds krachtelozer zoeken naar een begrip dat er niet meer is. Maar wie begint met zijn wereld te aanvaarden en te dienen, wie die wereld zijn wezen tegemoet richt als een begrip, als een oor dat luistert, als een gedachte die goed wenst, als een wil die troost, hij zal ontdekken dat de krachten der wereld zelf in harmonie samensmelten en hem in staat stellen alles wat hij wil tot werkelijkheid te maken. Het is niet mijn taak of de plaats u een wonder te beloven. Toch geschieden er wonderen in deze tijd waar mensen zichzelve vergeten en alleen werken voor het geheel, voor anderen; waar hun verbondenheid met het leven sterker wordt dan hun zelfzucht en eigenbelang. Ook gij kunt die wonderen verrichten. Het geheel van de geestelijke bestrevingen werd gericht op deze tijd. Van hieruit zal alles nieuw en anders kunnen zijn. Maar wat die tijd is, wordt bepaald door het verleden.
De krachten die uw ziel heeft vergaard in levens, lang vergeten, het bewustzijn dat gij hebt opgedaan en dat nu begraven ligt in uw onderbewustzijn, het weten dat in u bestaat en dat gij nu nog vreest, zij zijn de eerste werktuigen van deze wereld u gegeven om uw taak te vervullen. En met deze wordt u dan gegeven de absolute steun en de absolute kracht van de Broederschap, maar ook de kracht van allen die gij Meesters noemt, dan wel die gij engelen of goden zoudt noemen. Want uit deze verdeeldheid der sferen komt het moment van eenheid tot aanzijn. De eenheid en verbondenheid waaruit het geheel thans voor u werkt en tot u spreekt is uw kracht en uw vermogen. Het is uw leven, gericht op een nieuw doel, bevrijd van alle verleden. Dit is hetgeen ik u wil zeggen.
Deze dagen met hun vreemde wisselingen en conflicten zullen voor u nog moeilijkheden en teleurstellingen baren. Dit is niet te vermijden indien gij blijft oordelen naar de oude maatstaf. Doch indien gij leert oordelen of slechts leert leven en beseffen volgens de nieuwe maatstaf, zo zullen de komende maanden (zeker de komende 3 tot 4 maanden) u kenbaar maken hoe sterk gij reeds zijt. Ik beloof u geen kracht voor uzelf want dit lijkt mij in deze tijd haast onbereikbaar. Maar ik beloof u een kracht waardoor gij met uw denken, met uw goedwillend een zijn in en met de wereld kunt volbrengen wat onmogelijk leek. Waarmede gij de duivelen kunt uitdrijven die in sommige mensen nog wonen. Waarmede gij kunt goed maken wat gebroken schijnt. Waarmede gij in uzelf het wonder kunt beleven van een harmonie die verre uitgaat boven alle stoffelijke begrenzing. Deze kracht zal op de wereld nog verwarring brengen. Maar zij is uw sterkte indien gij wilt.
Verwerp niet wat u wordt gegeven, opdat ‑ wanneer gij hongert naar kracht ‑ gij niet door uw disharmonie verworpen zult zijn. Dit is de tijd van handelen. Dit is de tijd om te beginnen en te werken. Kort zijn de dagen u toegemeten, een aantal maanden en gij zijt zonder kracht. Maar nu, nu kunt gij uw lot voor wereld en sfeer vorm geven. En wat meer is, gij kunt uw ware plaats in mensheid en zijn erkennen en aanvaarden als nooit tevoren. Opdat gij dit zoudt beseffen heb ik gesproken.
Ik groet u.
Vrienden
In deze dagen heeft de Raad van de Witte Broederschap haar besluiten vastgesteld en bevestigd. Over geheel de wereld zullen wij trachten voorlichting te geven omtrent datgene wat uit deze besluiten voor de mensheid kan voortvloeien: de invloeden en omstandigheden die dus voor de geestelijke bewustwording vooral in de komende tijd van groot belang zijn. Ik vraag dan allereerst uw aandacht voor uw eigen wezen.
U bent vaak tegen uzelf verdeeld. Deze verdeeldheid zal in vele gevallen sterk toenemen in de komende tijd. Een onverschilligheid van eens kan omslaan in een hartstochtelijk zelfverwijt of een even hartstochtelijk streven naar erkenning door de wereld. Dit zijn invloeden waarin de Broederschap onmiddellijk ingrijpt. Zij heeft er echter groot belang bij dat allen die positief gericht zijn over die kracht zullen beschikken om in zichzelf een nieuwe eenheid te vinden en te vormen. Dientengevolge heeft zij besloten om waar het haar mogelijk is de krachten van vitaliteit (de goddelijke vitaliteit en levenskracht) bijzonder sterk te ontladen op die personen die daarvoor haars inziens in aanmerking komen. Wanneer u iets dergelijks ondergaat dan moogt u daarvan geen wonderen verwachten. Het is weliswaar een tijd waarin het wonder mogelijk wordt en steeds meer op de voorgrond treedt, maar toch zal er voor u geen wonder verbonden zijn aan deze groei van uw persoonlijke kracht en de verandering in uw wezen die daarmede gepaard gaan. Voor u zal het zijn alsof u meer kunt verrichten in minder tijd en met minder moeite. U zult ontdekken dat de tijd die ledig scheen, zich vult met velerlei belangstellingen en bezigheden die zonder enige samenhang zijnde, toch aan uw leven een nieuwe richting geven. U zult ontdekken dat vele opvattingen die u lange tijd hebt gekoesterd, op enigerlei wijze verzwakken en dat daarvoor in de plaats komt een nieuw en bewuster zoeken naar harmonie en vrede.
Wanneer u die invloeden ondergaat wees er dankbaar voor maar schenk er geen bijzondere aandacht aan. Denk niet dat deze u nu plotseling verplichtingen opleggen. Deze verandering in uw wezen voert als vanzelf tot een veranderde benadering van de wereld; en daarin zult u uw taken en verplichtingen als normale, uit het eigen leven voortvloeiende feiten en gebeurtenissen zien, niet als een bijzondere uitverkiezing. Houd er rekening mee dat enkele mensen, deze invloed ondergaande, haar zullen willen aanwenden om het eigen ‘ik’ verder van de mensheid te distantiëren. Deze zullen worden tot valse profeten. Zij zullen trachten velen rond zich te vergaren, maar ten slotte alleen eigen grootheid daarmede willen dienen. Indien u dergelijke figuren ontmoet, laat hen zijn, laat hen hun weg gaan. Gij kunt niets doen om hun werk of hun invloed in de komende tijd te verstoren of te verminderen. Ingrijpen, indien dit werkelijk noodzakelijk is, zal vanuit de Broederschap geschieden.
Indien u daarnaast in uw eigen leven vele dingen bedreigt ziet die tot op heden normaal waren, zo wil ik u ook hier raden daarover geen te grote zorgen te koesteren. Dat wat geschiedt is onvermijdelijk, ook in uw leven. Dit onvermijdelijke accepteren zonder meer betekent voor u dat u zich kunt aanpassen aan de krachten, dat u de compensatie die u wordt geboden kunt aanvaarden. Want in deze dagen zal geen mens iets genomen worden zonder dat hem daarvoor een rijkelijke vergoeding wordt gegeven. Ik hoop dat u dit laatste zult willen onthouden. Het voorkomt dat u zich verarmd gevoelt. Uw eigen persoonlijkheid kent ook in het menselijke voertuig, bepaald door karma en geestelijke achtergrond, soms ook bepaald door stoffelijke achtergronden, zekere geestelijke gaven. Het ontwikkelen van deze gaven kan niet worden afgedwongen. Er bestaat geen enkele scholing die in deze tijd een geestelijke begaafdheid snel zou kunnen ontwikkelen. U zult echter wel voortdurend acht moeten geven op de meer dan normale capaciteiten die in uzelf ontstaan. Handel met zelfvertrouwen. Indien u aanvaardt dat u een bepaalde begaafdheid bezit, gebruik haar. Gebruik haar ook als u meent dat daaraan bepaalde risico’s verbonden zullen zijn. Alleen op deze wijze zult u een ruimer inzicht kunnen krijgen in het verloop van deze tijd. Voor bijna alle mensen bestaat de mogelijkheid tot ontwikkeling. Maar degenen die reageren zullen ontdekken dat zij als vanzelfsprekend zullen worden gesteund door invloeden uit de kosmos en dat zelfs de wereld zich in zekere mate zal voegen naar hun behoeften, zoals deze in hun begaafdheid tot uitdrukking komen.
Voor uw eigen wezen wil ik dan nog het volgende zeggen: Wij kennen een kracht die wij in het westen meestal aanspreken als Christus of Christos: de goddelijke Liefde. Deze goddelijke Liefde heeft niets te maken met de zoetheid en zoetelijkheid, de respectabiliteit en ordening die de mens maar al te vaak als deel daarvan ziet. De goddelijke of kosmische Liefde is een wereldaanvaarding buiten alle wetten om. Zij stelt geen voorwaarden. Daar waar een band kenbaar wordt, wordt zij tot uitdrukking gebracht; waar geen band kenbaar is gaat men voorbij. Dit zal in de komende tijd in steeds sterkere mate tot uitdrukking moeten komen, omdat wij weten dat de Christusgeest en ook de hoge vertegenwoordigers ervan, die wij in bepaalde sferen hebben leren kennen, de aarde zeer nabij zijn en zullen trachten binnen de mens tot werking te komen.
Dergelijke inwerkingen zullen u vaak verbluffen. Zij zullen u soms u doen afvragen of u soms dwaas bent. Maar zij die in deze dagen volledig redelijk willen handelen, zijn de dwazen. Zij die handelen uit de kracht die zij in hun hart en wezen erkennen, zijn de wijzen. Ofschoon de voorgaande punten voor u van groot belang zullen zijn, omvat het werk van onze Broederschap veel meer. Het omvat werkzaamheden in de wereld en in de sferen. En ook hier blijkt dat de tijd gunstig is voor een aantal vanuit uw standpunt misschien verbluffende experimenten.
Het is namelijk onder de lichtende invloed, die reeds tot uiting is gekomen op onze bijeenkomsten en die de komende anderhalf jaar doorstraalt, mogelijk om krachten die in het duister hebben geleefd maar daaraan trachten te ontkomen, te helpen. Dat wil zeggen dat velen van hen met de mensheid in contact worden gebracht, opdat zij door de erkenning van het menselijk zijn ‑ in tegenstelling tot hun eigen bestaan ‑ en de noodzaak om de mensheid te helpen, zullen komen tot een beleven van het Licht met geheel hun wezen. In deze zin en alleen in deze zin zal de Witte Broederschap dan ook het optreden van entiteiten op en rond deze aarde aanmerkelijk bevorderen. Het ingrijpen van de geest en eventueel de verschijnselen die voor de mens daarmede gepaard gaan, zullen in die periode toenemen. Maar zij zullen een overwegend positief effect hebben doordat zij gericht zijn op een werkelijk helpen van de mens, dan wel alleen een neutraal erkennen van een geestelijk bestaan. Hier licht een activiteit die over het algemeen bij het werk van de Witte Broederschap buiten beschouwing wordt gelaten. De werkingen op astraal gebied zijn eveneens van belang. Voor u is het iets dat hoofdzakelijk uw droomleven kan beïnvloeden. En voor de enkele bewuste die uittreedt, zou het wonderlijke verschijnselen, vooral lichtverschijnselen kunnen openbaren.
In de astrale sfeer bestaan een groot aantal gedachtevormen die geen eigen persoonlijkheid hebben. Het zijn machines, opgebouwd uit menselijke redelijkheid, filosofie en gedachten die een zodanig eigen structuur hebben dat zij vaak de mensen die een deel van zo’n denkbeeld aanvaarden, geheel kunnen beheersen. De Witte Broederschap heeft besloten om voor zover dit mogelijk is alle krachten ‑ voornamelijk uit de sferen maar ook van enkele helpers op aarde – in te zetten om deze beelden teniet te doen en te verbrokkelen. Voor degenen die zich aan deze systemen hebben vastgeklampt, vloeit hieruit verwarring voort. Voor u echter die tracht in vrijheid van leven en denken verder te gaan, betekent dit een toenemende vrijheid, zodat uw eigen sfeer minder wordt beïnvloed en in uw aura minder storingen van astrale geaardheid zullen optreden. Hierdoor meent de Broederschap binnen zeer korte tijd te kunnen bereiken dat de mens met zijn werkelijke problemen zal worden geconfronteerd.
De krachten die vanuit de kosmos reeds zijn opgetreden, hebben een versnelling van de werkingen van oorzaak‑en‑gevolg, van karma, mogelijk gemaakt. Waar wij enigszins kunnen, hopen wij deze karmische ontwikkelingen te bevorderen. Het is voor de mensheid belangrijk dat zo snel mogelijk met het verleden wordt afgerekend. Hierdoor zult u in vele gevallen met een opeenhoping van moeilijkheden te maken krijgen, maar ook vaak met een opeenhoping van onverwachte vreugden en erkenningen. Begrijp wel dat deze dingen op zichzelf alleen maar gunstig zijn. Wie moedeloos wordt onder de last van de problemen en de plotselinge veranderingen van zijn eigen situatie onder de mensen zal daaronder lijden. Wij kunnen daaraan helaas niets veranderen. Indien u echter ook deze steeds snellere opeenvolging van onverwachte gebeurtenissen binnen eigen leven met een zekere gelijkmoedigheid kunt aanvaarden dan zullen zij bijdragen tot een steeds grotere harmonie en innerlijke kracht. Het is deze harmonie en deze innerlijke kracht die door uw Orde zal worden bevorderd met al haar mogelijkheden en middelen. De Witte Broederschap heeft haar daartoe vergunning gegeven en toegestaan dat uw eigen Orde der Verdraagzamen met een groot aantal werkers op geestelijk terrein wordt uitgebreid. Ten dele behoren dezen tot andere groeperingen, zoals de zeer oude Orde van de Ster, de Broederschap van het Kruis en nog enkele andere. Wij hopen door deze geestelijke samenwerking de meer bewuste mens in staat te stellen zich een totaal nieuw karma te vormen, waarbij rekening kan worden gehouden met de natuurlijke krachten en ritmen.
Een probleem dat eveneens reeds langere tijd is gerezen en in deze dagen volgens de besluiten van de Witte Broederschap redelijk kan worden afgewikkeld, is dat van de overmatige geboorten, waardoor vele minderwaardige voertuigen ontstaan en gelijktijdig ook vele geesten wier rijpheid vraagwaardig is en voor wie een langere wachttijd in de sferen misschien nog wenselijk zou zijn, een dergelijke woning op aarde kunnen vinden. Wij menen dat het noodzakelijk is dat de mens in het voortbrengen van nageslacht niet kijkt naar aantallen maar naar kwaliteit. Wij zullen, zowel in de materie als in de geest, alles wat mogelijk is doen om te bereiken dat steeds meer harmonische voertuigen voor harmonische en rijpe geesten beschikbaar zullen zijn. Daartoe zal ook gebruik worden gemaakt van een keuze van ouders, die niets te maken heeft met de normale menselijke verhoudingen en waarbij dus het nageslacht niet het product is van een stoffelijke liefde, maar van een kosmische noodzaak.
De verwachting bestaat dat wanneer dit plan in werking treedt ‑ en wij beginnen daarmede zo snel als dit mogelijk is ‑ over ongeveer 14 jaren reeds voldoende jonge bewusten op aarde zullen zijn dat hierdoor een verder verloop der gebeurtenissen ten gunste kan worden beïnvloed en dat door de genialiteit die zij bezitten, gezien vanuit menselijk standpunt, de mogelijkheid bestaat om een betere aanpassing van de overige wereld aan de reële behoeften van de geest te bevorderen. De kwestie van de aarde zelf heeft natuurlijk ook bij ons een lange tijd van overleg en beraad gevergd. Zoals u bekend zal zijn bestaan er vele rampmogelijkheden voor de komende tijd. Sommige daarvan kunnen worden voorkomen; bij andere is het slechts mogelijk de gevolgen te beperken of deze beperking achterwege te laten. Ofschoon de Witte Broederschap ook nu besloten heeft geen uitbreiding van rampen te veroorzaken, zo heeft zij toch het besluit genomen dat in die gebieden waarin de mens niet voldoende harmonisch is en een ontlading van bepaalde gevoelens en spanningen door rampen mogelijk is, deze zullen plaatsvinden. Daarbij zullen wij natuurlijk waar dit mogelijk is het aantal slachtoffers tot een minimum beperken. Belangrijk is hier echter de gehele mensheid, niet het aantal van degenen die daaronder moeten lijden. De bewusten zullen worden gewaarschuwd, zodat degenen die waardig zijn in ieder geval niet zullen ondergaan bij dergelijke rampen en daarbij in de meeste gevallen aanwezig zullen zijn om onmiddellijk na de rampen een zo goed mogelijk ingrijpen van de mensheid, gebaseerd op naastenliefde en menselijkheid, mogelijk te maken.
De achtergrond van deze beslissingen, die voor sommigen van u onbegrijpelijk en hard zullen zijn, is wel de noodzaak om de mens los te schudden uit vele waanideeën die hij koestert. De wereld is er nog steeds één waarin men dierlijk kan leven, maar dan volgens de wet: eet of wordt gegeten, dan wel kan leven als een bewuste geest, maar hiermede zal hij dan ook moeten beantwoorden aan alle eisen die de kosmos stelt. De zuiver materiële wensen en eisen zinken daarbij dan in het niet. Ik hoop dat u zult begrijpen hoe belangrijk dit is. Dan wil ik u wijzen op de krachten die door de Broederschap in het bijzonder zullen worden gericht op dit deel van uw wereld. Hetgeen ik dus nu naar voren breng betreft hoofdzakelijk de beslissingen aangaande Europa (in het bijzonder West‑Europa) en de wisselwerkingen waarbij dit deel van de wereld het sterkst betrokken zal zijn.
Van de komende invloed van verwarring en crises (die uitgaande van geestelijke aspecten zich tot materiële aspecten uitbreidt) zal in West Europa vooral gebruik worden gemaakt om de hardnekkigheid van sommige regerende groepen te breken. Er mag mee worden gerekend dat, als ons werk slaagt zoals wij ons dit voorstellen, zeer vele gezaghebbende organen, personen en posities in de komende anderhalf jaar zullen worden gebroken, verdreven of op andere wijze van het toneel zullen verdwijnen. Wij betreuren dit, omdat een sterk mens of een sterke groepering voor de mensheid over het algemeen gunstig is. Daar dit echter geblokkeerde remmen zijn die het geheel der mensheid tegenhouden op haar tocht naar bewustwording en vooruitgang, is het niet mogelijk die kracht op een andere wijze te gebruiken;
Een golf van lichtende kracht die in de maand december uw wereld bereikt (een zuiver witte vibratie voor degenen die weten wat deze term betekent) zal worden gebruikt als reiniging. Een dergelijke golf kan worden beschouwd als een louterend vuur dat zeer vele dingen schijnt te vernietigen, maar in feite dat wat waardig is slechts versterkt, opnieuw beproeft en onaantastbaar maakt voor veel kwaad. Deze twee golven bepalen dus de komende 4 à 5 maanden. Er zijn er echter meer. Een vibratie die de wereld zelf onmiddellijk aantast en die ook de kern van de wereld zelf en haar wezen beroert, wordt verwacht in de tijd van februari. Wij zullen trachten deze kracht zodanig tot uiting te doen komen dat de natuur een bevestiging vormt van hetgeen ik nu zeg, maar gelijktijdig ook een vergroting van alle mogelijkheden tot vrijwording van de mens uit ideologische, structurele en economische keurslijven. Een aantal rampen is daarom onvermijdelijk. Zij zullen gezamenlijk bijdragen tot verandering op vele internationale vlakken, waarbij vooral voor Europa de kwestie van afzetmarkten en dus ook de plaatselijke economie ter sprake zal komen.
Wij zijn het in de Broederschap niet eens over de wijze waarop de mensheid haar economische structuur opbouwt. Wij achten het namelijk verwerpelijk dat men een groot deel van zijn energie, van zijn geestelijke en mentale vermogens zowel als zijn stoffelijke capaciteiten wijdt aan arbeid die nimmer voor de mensheid gunstig, gelukbrengend kan zijn. Het zal u duidelijk zijn dat een ingrijpen hierin eveneens mogelijk wordt gemaakt door de door mij genoemde kracht in februari. In veel sterkere mate echter zal een golf van licht van een wat mystieke kleur (violet licht) in juni en juli van kracht zijn. Daarin zullen wij trachten onder meer een groot deel van de bewapeningsindustrieën grote moeilijkheden te bezorgen. Wij weten dat dit materieel onaangename gevolgen heeft. Maar de mensheid kan door op een juiste wijze te manipuleren, beseffen dat geweld in deze tijden geen enkele oplossing meer kan bieden. Om dezelfde reden zal binnen de genoemde krachten een poging worden gedaan om verschillende experimentele stations in de verschillende landen waar men thans nog ergere superwapens tracht de vervaardigen dan die waarover men reeds beschikt, te doen exploderen en te doen onder gaan. Lucht en vuur spelen hierbij de hoofdrol. De komende tien maanden ongeveer bevatten dan deze feiten.
Een zeer belangrijke en voor ons qua invloed nog niet geheel te overziene werking komt tot stand in het volgende jaar van uw jaartelling in de maand augustus. Met steeds sterkere invloed strekt deze inwerking zich uit over een drietal maanden, waarbij de climax dus wederom zal doorklinken tot de tijd rond kerstfeest. Het is op deze invloed dat wij rekenen om verschillende crisisverschijnselen, de neiging tot anarchie en de dan ook zeker bestaande oorlogsdreiging op grote schaal te kunnen aantasten en onderdrukken. Van deze kracht kan worden gezegd dat zij als trilling een lichtend rood draagt evenals het zuiver geel, zij is tweekleurig. Hierdoor wordt een zeer grote spanning voor de aarde geschapen. Maar de mens die dit beseft kan zich onttrekken aan elke ongunstige inwerking daar de Broederschap steun zal geven aan een ieder die in deze tijd tracht door harmonisch te streven en te denken de gedachten van naastenliefde, van persoonlijk vrij en verantwoord streven uit te dragen.
Misschien bent u ook geïnteresseerd in datgene wat zich vooral in de gelederen van de broeders die reeds in de geest vertoeven, op het ogenblik afspeelt. Voor zover ik gerechtigd ben u daarvan mededeling te doen, wil ik u kort ook deze werkingen en veranderingen schetsen. De grote krachten uit het verleden die vaak nog als stichters van godsdiensten op aarde bekend zijn, hebben de aarde reeds dicht benaderd. Zij voeren met zich velen die binnen hun weg en systeem hebben geleefd en daarna reeds de sferen van hoger licht bereikten. Velen van hen zijn zover voortgegaan dat zij reeds de onmiddellijke goddelijke schepping hebben aanschouwd. Dezen nu zullen hun idee van goddelijke werkelijkheid trachten in te planten in een ieder. De godsdiensten zijn hiervoor zeer bruikbaar omdat men geconcentreerd op de stichter ‑ in vele gevallen – bijzonder vatbaar is voor de invloeden die deze en zijn volgelingen doen uitgaan. Zo wordt getracht de mensheid te brengen tot een fase waarbij het beleven meer mystiek wordt. Een dergelijke mystieke beleving echter heeft weinig zin wanneer zij alleen tot een innerlijk erkennen beperkt blijft. Zij zal moeten worden gevolgd door ervaringen in de sferen. Het resultaat is dat zeer vele broeders uit alle groeperingen van de geest die met ons samenstreven binnen de Witte Broederschap, zich bereid hebben verklaard om uittredingen mogelijk te maken en te leiden, waarbij de verrukkingstoestanden voor vele mensen gaan optreden en de herinneringen daaraan ‑ zij het gedeeltelijk – voor hen blijven bestaan.
Ontmoetingen in wat u de droom of een trance noemt met dingen die in de komende tijd uit de dichtstbijzijnde duistere sferen bevrijd kunnen worden, zullen eveneens zoveel mogelijk worden geënsceneerd. Dit niet alleen ten gunste van de mens op aarde of van de geest, maar opdat zij in een wederkerige beleving kunnen beseffen welke de grootste gevaren en fouten zijn van het menselijk leven, hoe het duister in wezen in de mens groeit en hem na de overgang kan beheersen. Het besluit dat buitenredelijke werkingen en krachten in de komende tijd zullen worden gebruikt, heeft ons er ook toe gebracht de studie van het occulte en het buitenredelijke aan te moedigen. Het is niet mogelijk een ieder daarvoor een eigen geestelijke Meester en geleider te verschaffen, dat zult u begrijpen. Uit een aantal vaak oudere zielen is een groepering gevormd die hiervoor in het bijzonder zal optreden. Zij zal ‑ zonder dat daarbij persoonlijke bindingen worden aangegaan ‑ steeds meer mensen benaderen en in deze mensen een bewustzijn trachten te wekken van de occulte wijsheid, van de beïnvloeding langs paranormale weg van de elementen op aarde en van de werking met verschillende invloeden, bekend als krachten van aarde, vuur, water en lucht. Door deze opstelling is er dus voor het eerst in zeer lange tijd een directe scholingsmogelijkheid voor praktisch elke mens aanwezig.
Door het feit dat de Witte Broederschap in deze dagen over meer dan normale krachten kan beschikken en dat zij haar vermogen zowel qua bewustzijn als qua onmiddellijke daadkracht heeft zien groeien door de wonderbaarlijke uitstorting van kracht die de zitting van onze raad mocht beëindigen, menen wij in de toekomst de mensheid te kunnen inwijden in de werkelijke beheersing van eigen wezen zowel als van de wereld waarin zij leeft. Het doel dat eveneens werd gesteld maar slechts op langere termijn om de grenzen tussen wat u noemt de wereld van de doden of overgeganen en de wereld der mensen te doen vervagen, zal voorlopig meer op mechanisch vlak worden nagestreefd. Wij verwachten namelijk dat ‑ ongeacht de geestelijke ontwikkelingen van de nu komende periode ‑ het volgende tijdvak vele mechanische invloeden in zich zal dragen. De pogingen om de mechanica dienstbaar te maken aan de wil en werkingen van de geest vergen een toenemende invloed op technici. Overgeganen die ‑ hetzij krachtens hun stoffelijk leven hetzij tijdens hun bestaan in de sferen via karma e.d. ‑ hiertoe in staat zijn, zullen dan ook trachten een golf van uitvindingen te bewerkstelligen welke alle op enigerlei wijze werken met de onbegrepen elementen die men thans occult of verborgen pleegt te noemen.
Dan heeft de Broederschap nog een voor u allen belangrijk besluit genomen.
In het algemeen weten van de mensheid bestaat God en bestaan de waarden van sferen en godsdiensten wel degelijk als een gesloten veld. Het is mogelijk dit veld rond de wereld te intensifiëren. Zelfs indien daarmee het gevaar voor bigotterie en voor overdreven ijver verbonden is, kunnen wij ‑ door op de juiste wijze de krachten ons ter beschikking gesteld te ontladen ‑ bereiken dat via het geloof steeds meer mogelijk wordt, dat steeds meer krachten de mensheid zullen toevloeien. Om te voorkomen dat daarvan een te onbewust gebruik wordt gemaakt, hebben wij echter getracht daaraan een bepaalde beperking te verbinden. Deze luidt:
De kracht is eerst werkzaam wanneer de eigen daad van de mens (als sleutelbegrip uitgedrukt) de eerste schrede heeft gezet op de weg die men met behulp van die kracht wil en kan gaan. Wij hopen dat het ons mogelijk is deze versleuteling blijvend te kunnen handhaven, totdat dit niet meer noodzakelijk is.
Indien er fouten optreden dan zal de Orde die de Orde der Gerechtigheid wordt genoemd en behoort tot de vierde Hiërarchie, bestaande voor een zeer groot gedeelte uit wezens die in deze periode niet als mens op aarde hebben geleefd en voor een ander gedeelte uit entiteiten die nog stammen uit het eerste en tweede wortelras, onmiddellijk en vernietigend ingrijpen om te voorkomen dat de krachten van geloof, van kosmos en goddelijke waarden op enigerlei wijze menselijk worden geëxploiteerd of gebruikt tegen de mensheid en haar bewustwording.
Hardheid van besluiten is binnen onze Witte Broederschap niet onbekend. Wie zorgen wil voor het geheel kan niet alle delen beschermen. Wij vragen u ook daarvoor in de komende tijd begrip. Want wanneer de door mij genoemde werking, die via het geloof moet optreden, haar hoogste kracht heeft bereikt , dan zal inderdaad grote hardheid van ingrijpen noodzakelijk worden, ook wanneer het alleen een misverstand betreft. Het is niet mogelijk de mensheid en de bewustwordingsmogelijkheid die daarin voor de komende rassen is gelegen te riskeren, zonder hard in te grijpen. Toch hoop ik dat u allen zult begrijpen hoezeer deze taak, ook door hen die een rust in de hogere sferen van de geest wel degelijk kunnen genieten indien zij dit wensen, evenzeer als door ons, wordt volbracht uit een diepgevoelde en innige verbondenheid met deze wereld, met haar mogelijkheden en met de zielen die daar op dit ogenblik leven. Liefde die niet hard kan zijn, is ongezonde liefde.
Bereid u voor op jaren die voor u vele wonderlijke en waarschijnlijk ook zeer bevredigende ontwikkelingen met zich brengen. Maar besef daarnaast dat alle dingen een prijs hebben, ook hier. Gij kunt niet alles behouden wat gij zijt, wat gij bezit en de nieuwe kracht ervaren. De offers die gij brengt zullen volledig worden gecompenseerd.
Een laatste besluit dat direct met de geestelijke waarden te maken heeft, wil ik u hier nog belichten.
Er is namelijk besloten om daar, waar dit opportuun is en een persoon geestelijk waardig, deze tijdelijk, soms ook voor langere tijd, als het ware een kracht te delegeren die hem de beschikking geeft over alle waarden en werkingen uit de goddelijke Ordening, behorend onder de sfeer die ‑ zijnde kleur en licht ‑ direct op aarde gebruikt kan worden.
Denk niet dat gij dit zult zijn want er moet een noodzaak bestaan om aan mensen deze grote krachten en waarden in handen te geven. Maar wees wel bereid om die kracht te aanvaarden. Want hierdoor zou het mogelijk zijn de mensheid te verdedigen tegen eventuele geestelijke gevaren die zij zelve oproept. Geestelijke gevaren ook, die u misschien ondanks alles vanuit het meer gefixeerde deel van het Al kunnen bereiken. Zij kunnen worden gebruikt als bescherming tegen levende wezens die u uit de ruimte zouden willen benaderen. En deze krachten kunnen verder nog worden gebruikt om op zeer korte termijn lichamelijke situaties en omstandigheden te veranderen waar dit noodzakelijk wordt geacht. De periode die begint is er een van hard, zeer hard werken. Niet alleen voor ons maar ook voor velen van u. Het is een tijd die ons wonderen belooft en doet beleven. Zowel voor ons als voor u zal dit gelden. Het is echter bovenal een tijd van een zodanig beslissend belang dat wij ‑ onszelf ondergeschikt makende aan het belang van het geheel ‑ bereid zijn ons gehele wezen, vermogen, ja, al wat wij zijn en kunnen bereiken daarvoor te offeren. Ook aan de mensen zal worden gevraagd hiervoor hun offers te brengen.
Ik kan u echter verzekeren dat wij ook alles zullen doen om u een deelhebben in dit alles mogelijk te maken. Daarom hebben wij een groot gedeelte van de krachten die ons hebben bereikt over de wereld uitgestraald om in de mensen ‑ ongeacht de verwarringen die nu reeds bestaan ‑ vrede mogelijk te maken en aanvaarding en harmonie, innerlijke sterkte en doelbewustzijn te bevorderen. Deze krachten zijn ook uw deel. En indien gij een ogenblik uw aandacht hierop richt, zult gij beseffen in hoe sterke mate ook gij persoonlijk wordt geholpen zodra gij streeft naar de vrede, naar die harmonie en de nieuwe tijd niet van u afwerpt.
Dit is alles wat ik u namens de Broederschap heb te zeggen. De vele groeperingen die zich onder deze naam verenigen en de vele geestelijke groepen die ermede verbonden zijn, zullen elk hun eigen interpretatie en variant vinden op datgene wat ik u gezegd heb, waar elk naar eigen geschiktheid, innerlijke harmonie en instelling zal moeten arbeiden.
Toch weet ik zeker dat ook binnen uw groep het door ons gestelde volledig merkbaar zal zijn. De bewijzen hiervoor zullen u worden medegedeeld door andere sprekers. Zij zullen u namelijk voorlichten over alle bijzondere gebeurtenissen die ‑ publiekelijk bekend wordende ‑ een buitengewoon ingrijpen (of wat men op aarde noemt een bijzonder toeval) behelzen en wel voor zij plaatsvinden en met de uitleg van de redenen van het gebeuren.
Ik hoop dat u allen in de band van deze tijd, in de kracht van deze vernieuwing één zult zijn met ons en in uzelf het begrip van de levenskracht, van de kosmische liefde zult weten te maken tot iets wat alle stoffelijke waarden te boven gaat.