3 Oktober 1960
(alleen 2e deel)
Vraag over onbevlekte ontvangenis
Ik heb gezegd: Men stelt het zonder geslachtsverkeer. Maar dit, vergelijkende met de oud-priesterlijke praktijken, moet aangenomen worden als een ontvangenis zonder hartstocht.
Wanneer dit inderdaad zo geweest is, hoe kan er dan geschreven staan in de evangeliën dat “Jozef verbaasd was, dat zijn vrouw zwanger was?”
Dit wordt een erg moeilijk punt. Wij hebben hier nl. te maken met de groepering van de Essenen. Deze orde had zeer eigenaardige regels. Het is een extremistische geloofsgroep met een bepaalde inwijdingsleer en inwijdingsschool. Dit komt o.a. uit Egypte, waar ook nederzettingen zijn geweest.
Nu bestond bij hen de gewoonte om bepaalde mensen, die de hartstocht overwonnen hadden, engelen te noemen. Dat is een eigenaardig iets. De verkondiging geschiedt door de engel Gabriël.
Verder waren degenen die waardig bevonden waren om een perfect voertuig in de wereld te brengen, volgens de opvattingen van deze groep, niet aan de vader gebonden. Dat was dus een kwestie van de moeder. Zij konden daarnaast, maar eerst na de baring, overgaan tot het huwelijk. De verloofde, dat is dus een uitzondering bij de Essenen t.o.v. de rest van het Joodse volk, had dan ook niet, zoals gebruikelijk was, de rechten van de echtgenoot, indien binnen zoveel tijd na de verkonding bleek dat inderdaad van zwangerschap geen sprake was. Hieruit kunt uzelf uw conclusies trekken.
Het is pijnlijk dat het altijd weer een strijdvraag moet zijn. Ik mij vind het altijd pijnlijk dat men meer over de afkomst van Jezus wil debatteren, dan over de waarheid van Zijn leer.
Precies hetzelfde als de mensen die kijken of iets wel van Rubens of Rembrandt is, voor ze kijken of iets werkelijk mooi is. Het is een omkering van waarden.
Is het zo, dat uw groep het peil hanteert van een Meester of een leraar?
Ik geloof niet dat daar een vergelijking mogelijk is.
In de eerste plaats is onze groep een zuiver onderwijzende groep op het ogenblik, met daarnaast vele acties die hoofdzakelijk op de geest zijn gericht.
Dus wat ons werk op aarde betreft, wij zijn zuiver lerarend, niet vormend. Vormen moet de mens zelf doen.
Een kleine Meester of geestelijke leraar zal over het algemeen actiever ingrijpen dan wij dit plegen te doen. Dit is buiten hetgeen door middel van de Witte Broederschap gebeurt, waarvan wij ook deel uitmaken. Daar zijn wij echter als groep niet verantwoordelijk voor. Verder wil ik opmerken dat wij proberen een dergelijk peil te benaderen, maar dat wij evenals een Meester of een leraar gebonden zijn aan de receptiviteit, het peil en de ontvankelijkheid van degenen die tot ons komen. Wij kunnen als groep, door onze verbindingen onderling, telepathisch veel meer doen dan een gewoon mens. Maar één van ons alleen kan dat niet. Hier is dus weer een kleine Meester of leraar. Verder, een kleine Meester of leraar zoekt zijn leerlingen. Wij als groep volstaan ermee, diegenen te bereiken die ons zoeken. Ook hier weer een tegenstelling. Ik geloof dus niet dat dit vergelijk opgaat. Over het peil van dat wat wij brengen moet u zelf oordelen. Wanneer u het zou willen vergelijken met het peil dat een kleine Meester of leraar bereikt, dan is dat voor ons erg vleiend en dan is uw waardering voor ons werk hoger dan die welke wij zelf hebben. Dat is alles wat ik ervan zeggen kan.
De overschaduwing van Jezus door de Christusgeest is dat door een grote of een kleine Meester?
De Christusgeest is een eigenschap van het goddelijke. Dus wij moeten de Christusgeest niet zien als een aparte persoon, maar als een benaming voor een bepaalde functie, een eigenschap van de godheid, nl. de kosmische liefde. Zeggen wij dus kosmische liefde, dan zeggen wij ook Christusgeest.
U weet dat ik u heb verteld dat zo’n geest, wanneer hij een grote Meester is, geboren wordt uit het Witte Licht. En dat zelfs de leraar of de kleine Meester tenminste de grens van het Witte Licht bereikt moet hebben. Daaruit volgt dus een contact met het goddelijke. Verder heb ik u gezegd dat een dergelijke geest, dus die van een Groot Meester, inzicht heeft in de scheppende werking, dus de bedoeling van de Schepper, daarmee één is en die taak vrijwillig vervult. Dat hij vrijwillig aanvaardt dat een deel van de goddelijke taak a.h.w. in hem neerdaalt. Er is dus geen sprake van een zending in de zin van een bevel tot gaan. Dat herinnert u zich misschien. Dat houdt in dat de geest die dit contact heeft, de Christusgeest genoemd kan worden.
Maar nu zult u zich verder herinneren dat ik heb betoogd, aan de hand van enkele voorbeelden, waarbij Jezus en Boeddha o.a. zijn aangehaald, dat voorafgaat een periode van vorming, van zoeken en van beproeving omdat ook die geest in de stof eerst moet leren de stof te hanteren. Eerst moet Hij in de stof de noodzakelijke gesteldheid wekken. Dan, ondanks de neigingen van de stof, Zijn geestelijke eigenschappen doen regeren en pas daarna kan de binding met het goddelijke worden opgenomen. Dan hebben wij te maken met de Christusgeest, dat is de overschaduwing.
De Christusgeest is een eigenschap van de Godheid. Sluit dat uit dat een mens worden …… (onverstaanbaar)
U kunt het zo noemen. Maar de drie-eenheid stellen, is al iets wat ondeelbaar is. Splitsen, om het beter te begrijpen, denkt u maar aan de Hindoebeelden van de drie-eenheid. Vier gezichten, maar hoe u ook staat u ziet er altijd drie, één blijft er altijd verborgen. Het is één, maar toont drie aangezichten, elk afzonderlijk. Maar de éénheid op zichzelf geven wij nog weer een andere naam. Wilt u nu uitgaan van een van die drie gezichten en zeggen: de Christusgeest is dus een van deze, dan hebt u gelijk. Maar hij is een onverbrekelijk deel van het geheel en als zodanig het aangezicht of een eigenschap ervan en niet een afzonderlijke persoonlijkheid.
Maar de tweede persoonlijkheid is ook een deel van de …. (onverstaanbaar)
Zo gezien, ja. Maar onder geen beding mag men haar zich als afzonderlijk voorstellen. Er mag geen splitsing worden gemaakt in het begrip drie-eenheid. De nadruk moet niet vallen op drie, maar op één.
Is de naam van de nieuwe wereldleraar bekend? Is dat Krishnamurti? En hoe moeten we die zien?
Het is niet Krishnamurti. Deze kan geteld worden tot de meermalen geborenen. Dat is iemand, die meerdere malen wordt geboren om een bepaalde taak te vervullen, in het Tibetaans Toerkoe. Krishnamurti moet u zien als iemand, die in zijn innerlijke rijpheid begreep dat zijn geestelijke eigenschappen misbruikt werden, ondanks alle goede bedoelingen. Hij trok zich daarom terug. Zijn eigenschappen kwamen echter tot het gezag, dat hij nu nog heeft, maar dat zich niet bezighoudt met mogelijkheden, maar alleen bestaande feiten, d.w.z. met het menselijk leven. Als zodanig is hij geen Wereldleraar of Meester, maar een leraar des levens, zoals men dat noemt.
Werd er niet gezegd: het zal in de toekomst blijken wat hij is?
Neemt u mij niet kwalijk, er wordt een klein kind geboren en de vader zegt: het wordt vast een beroemde beroepsvoetballer, terwijl de moeder zegt: neen, hij wordt dominee. Dan zegt opa: het zal wel blijken wat hij wordt. En dan zegt moeder: opa geeft mij gelijk en vader zegt: neen, hij wordt beroepsvoetballer. Maar omdat zij het wezen niet beseffen…….
Maar is de naan bekend van de nieuwe wereldleraar?
Wanneer u bedoelt, heeft hij op de wereld reeds bekendheid gekregen, neen, nog niet. Hij is ons wel bekend, maar zoals u gemerkt hebt, zijn wij op dat gebied nogal terughoudend. Dit is het enige wat ik u kan zeggen en daar hebt u niet veel aan, tenzij u meer weet, is in het tijdschrift “Look” circa zes maanden geleden een artikel verschenen, waarbij twee foto’s zijn gepubliceerd. Op die twee foto’s is de wereldleraar kenbaar. Het artikel zelf is eerder een kritiek op de terugval van een inboorling met academische graad, die zich gaat gedragen als een wonderdokter. Dat is natuurlijk weer de eenzijdige versie van een blanke, die een brug belangrijker vindt, wanneer hij uit staal wordt gebouwd, dan wanneer hij uit menselijke gedachten wordt gesmeed.
Dus het gezicht is herkenbaar?
Ja.
- U hebt het over een levensleraar. Kan de goeroe bij de yogi’s daar ook onder gerekend worden?
Wanneer wij te maken hebben met een goeroe, die karma-yoga en hata-yoga beheerst, spreken wij inderdaad van een levensleraar. Zodra wij spreken over een goeroe, die bv. de hata-yoga doceert, spreken wij wel over een middelaar, een priester of een beheerser van de levensadem, maar wij spreken niet over een levensleraar. Daar is dus een verschil. Een levensleraar is iemand die de krachten en wegen van het leven erkent en in deze erkenning alleen leiding geeft op de kenbare wegen. Dat is de definitie. Daarvoor moet hij dus op de hoogte zijn van karma, met reïncarnatie eventueel. Hij moet oorzaak en gevolg kunnen herkennen en inzicht hebben in het wezen der dingen. En dit kan alleen verkregen worden door hogere soorten van de yogi, maar niet door lagere of stoffelijke soorten.
Is dit door een westerling te bereiken?
In meerdere levens bent u nooit een westerling, dan bent u alleen maar mens. Bereikbaar is dat ongetwijfeld. Maar ik geloof dat u het verschil anders moet stellen: is de weg van de yogi ook de weg van de westerling? En dan moet ik antwoorden: Neen. Omdat de yogi in het algemeen geboren is in een omgeving, waarin hem van jongs af aan bepaalde juiste houdingen instinctief zijn bij gebracht. In zijn kinderjaren leert hij alleen een bepaalde houding. Hij heeft de lenigheid. Hij kan zich gemakkelijker lichamelijk trainen. Hij heeft minder binding aan de druk van de stoffelijke maatschappij, aanzien, kennis en bereiking. En daardoor heeft hij dus betere grondwaarden dan de doorsnee-westerling krijgt. Daarbij komt, dat de goede yogi zich op een gegeven ogenblik moet terugtrekken. Hij moet een periode van kluizenaarschap doormaken, waarin hij o.a. de problemen van waan en werkelijkheid bestudeert. Dat alles onder leiding van een goeroe. Dat is in het westen praktisch niet te volbrengen.
Wanneer u op een eenzaam plekje op de Veluwe gaat zitten en u in de hoogste concentratie bent, dan komen er straaljagers en is het donderen. Maar er zijn stellingen in karma-yoga, in raya-yoga, die voor de westerling te begrijpen en te hanteren zijn. Er bestaan bepaalde oefeningen in de yoga, die ook voor een westerling bruikbaar zijn.
Vrijdag jl. heeft een vriend van mij daarover gesproken. Voor de westerling is het volgende een belangrijke en interessante oefening: u hebt een bepaalde beweging waarbij een aantal spieren in beweging worden gezet. Dat doet u instinctief. Realiseert u zich nu wat die spieren doen, welke spieren bewegen? Hebt u dat eenmaal goed geregistreerd, dan gaat u zich al die spieren stuk voor stuk voorstellen en daarbij denken dat u die beweging maakt. Tracht nu, zonder dat u die beweging maakt, die spanning op te wekken. Dat gaat nog wel, maar het moeilijkste is dit: u gaat weer die spieren stuk voor stuk bewegen en dan gaat u ze totaal ontspannen, helemaal tot u ze niet meer voelt. Concentreer uw aandacht daarop, laat ze zo ontspannen, dat u het gevoel hebt dat ze slappe was zijn geworden. Dat doet u dat vervolgens met zoveel mogelijk bewegingen, zo tenslotte, dat u leert uw lichaam te ontspannen. Die ontspanning maakt het u mogelijk bv. in een kwartier zoveel rust op te doen als een ander in 3 – 4 uur kan verkrijgen. Het maakt het u mogelijk om snel te herstellen.
Het maakt het u mogelijk snel te herstellen in combinatie met een paar ademhalingsoefeningen tegen vermoeidheid. Het maakt het u mogelijk bepaalde ziekten meester te worden. Op den duur leert men zijn zenuwstelsel te beheersen. Dus komt men langs een heel andere weg ook tot de lichaamsbeheersing, die in de yogaleer zo sterk op de voorgrond treedt. Dat is wel uit te voeren, die oefeningen zijn niet gevaarlijk, wat andere yoga-oefeningen wel kunnen zijn voor de westerling. Als u dergelijke ontspanningsoefeningen combineert met concentratie oefeningen, kunt u vaak als westerling zo ver komen als wanneer u door een yogi geschoold zou zijn. Ook al ligt de basis anders, kan toch hetzelfde worden bereikt.
De antroposofie stelt zich op het standpunt, dat wat de Indiërs zien en kunnen, wij in een vroeger stadium ook beheerst hebben, maar wij door de Christus in een verder stadium zouden gekomen zijn. Wat is hierover uw mening?
Laten we het anders stellen, waarde vriend. In de oude periode was het zo, dat de doorsneemens bepaalde paranormale eigenschappen ontwikkeld had. Daar waar de mens dichter bij de natuur bleef staan, dus minder aan de materie gebonden was, kon hij een deel daarvan behouden. Ook in Indië is al veel daarvan verdwenen. Maar men kon het nog enigszins behouden. Op het ogenblik dat een materiele periode ten einde gaat, begint een nieuwe ontwikkeling. Want elke mens bezit in principe die gave. Het enige wat u wel kunt zeggen en wat in de antroposofie ook wel erkend wordt, als ik mij niet vergis, is dat Jezus deze gave een nieuwe inhoud gaf.
Deze magische kracht die men van zich laat uitgaan, wordt omgezet in een genezende kracht. De kracht van het helderziende, het op afstand zien, wordt omgezet in de kracht van geestelijk ontvangen openbaring, het zien in een hoger gebied. Dat ben ik met u eens.
Vandaar ook dat Jezus zijn leerlingen de hand oplegde en dat die tot op heden in bepaalde christelijke gemeenschappen is voortgezet. Maar helaas is de bedoeling daarvan: de zegening. De overdracht van kracht is teloor gegaan. Dat komt omdat de doorsneemens die organen nu eenmaal niet meer gebruikt die daar geschikt zijn. Wanneer u bv. niet meer loopt, dan krijgt u benen waarop u niet meer kunt staan.
Zo heeft de mens door zijn intense belangstelling voor het stoffelijke, zijn geestelijke organen laten vastroesten. In de laatste tijd wordt er hier en daar een druppeltje olie bijgegeven en is er heel voorzichtig aan gewrikt. Maar de mens zal in de komende periode weer ontwaken tot het gebruik van deze eigenschappen. Die eigenschappen zijn nl. inherent aan het menselijk bestaan, zodra hierin een ontwikkelde geest zich kan uiten.
Dat zeggen de antroposofen ook, maar, zeggen zij, wij hebben ons eerst moeten individualiseren.
Dat klinkt eigenlijk als een regeringsverklaring van minister Beerman omtrent de toto, gezien de omstandigheden en de ongelukkige verwerping van dit voorstel. Met andere woorden, je zoekt een verklaring, zonder toe te geven dat wij arme sukkels op bepaald punt achteruitgelopen zijn. Neen, wij zijn sterke mensen, wij zijn geïndividualiseerd, wij kunnen verder. Het is misschien een mooie troost, maar is het waar? Neen, want nu ga ik u wat anders vragen.
Hoe komt het, dat de besten onder die geïndividualiseerd mensen, nu u mag denken aan Franciscus van Assisi of Schweitzer of Einstein, zelfs een Edison, sensitiviteiten hadden, die de doorsneemens niet heeft? Dit was zeker omdat zij achtergebleven zijn. Is dat niet dwaas? Neen, die mensen hadden die gevoeligheid en hebben ze ontwikkeld op een bepaald terrein, misschien eenzijdig, maar ze hadden ze. En omdat ze ze hadden, konden ze op sommige terreinen een stap verder dan de doodgewone menselijke voetgangers, die hun geestelijke vleugels hebben laten vergroeien en ze niet meer kunnen uitslaan. Maar de mens, die vol ontwikkeld is, vliegt als een valk. En de mens die op het ogenblik voort sjokt, is voor een groot gedeelte, neem mij niet kwalijk, niet veel meer dan een vette gans. Hij waggelt en blijft heen en weer gaan, maar de vlucht, die rede en gevoel één maakt in een nieuw ervaren, in een geestelijk overzien, is er niet. Dat heeft niets met individualisme te maken. Dat heeft alleen te maken met een eenzijdige concentratie van de mens. Iedereen gelooft wel in krachten die wonderen kunnen doen, maar er is niet één die gelooft dat hijzelf die kracht heeft. En toch kan ieder mens, wanneer hij werkelijk contact krijgt met het hoogste, die wonderen doen. Daarvoor hebben wij alleen nodig, een absoluut geloof in Degene die de kracht geeft en een absolute aanvaarding door degene die de kracht ontvangt. Bestaan die twee factoren, dan is de zaak in orde.
Maar hoe weet je, dat je beïnvloed wordt, dat je kracht krijgt en van wie?
Dat kan ik mij voorstellen. Kan ik u wat vragen? Wanneer u met de trein gaat, is het voor u dan belangrijk, of u in een wagen van de Nederlandse spoorwegen of van de Franse of Duitse zit? Wanneer ze u maar naar uw doel brengt, bewijst ze daarmee de goede trein te zijn. Vraag niet: van wie krijg ik de kracht? Zeg: ik ontvang de krachten uit God en ik wil ze alleen vanuit God hebben. Werk ermee en wanneer u zich instelt op God en niet op uzelf, uw eigenbelang of wat anders, dan zult u zien dat, onverschillig waardoor die kracht dan wordt gegeven, dit de goede kracht is.
Ik heb gehoord, dat Leadbeater een medium mentaal beïnvloedde, zodat het medium dat sprak wat Leadbeater hem ingaf, terwijl de omstanders dachten dat dat een intelligentie was. Kan dat?
Dat is inderdaad een mogelijkheid. Wanneer een medium niet gesloten is en niet bewust, dus niet zijn eigen gaven beheerst, dan kan elke invloed die in staat is in de hersenen door te dringen, dat medium manipuleren. Op die wijze zou dus een van u die kan uittreden hier op aarde, in staat zijn ergens in New York een medium te laten spreken.
Dat werkt erg verwarrend, want men denkt dan dat er gesproken wordt door een overgegane.
Dat ben ik direct met u eens en daarom let niet op de handtekening, maar op de waarde van het artikel. Het geeft niet wie u iets leert, wanneer het goed is en u daaruit geestelijk kunt opbouwen en verder gaan. Vandaar dat u van ons nooit namen hoort, want als ik ga zeggen: ik ben Johannes Franciscus Desideratus, dan zegt u: dat komt van J. F. Desideratus en dan komt er morgen de een of andere geestelijke nozem langs, neemt een ander medium, dat niet beschermd is in beslag en zegt: ik ben J.F.D. U denkt dan: dan is het goed. U moet de keur van de rede, de keur van het gevoel aanleggen voor alles wat u uit de geest krijgt. Denk nooit dat die geest onfeilbaar is of alles weet, want dan loopt u vast. Denk zelf. U moet zelf leven en draagt daarvoor de verantwoording.
Wanneer de geest u helpen en leren wil, dan ligt het aan u of er voor u wat inzit. En nu moet u niet hier komen omdat de geest spreekt. Maar omdat u wijzer wordt en omdat uzelf, uw innerlijk denken misschien, er een ruimer inzicht door krijgt of dat u voor uzelf voelt: ik kan hier op de een of andere manier verder mee komen, ik word er lichter en gelukkiger door. Die maatstaven moet u aanleggen. Maar hij die zegt: dat heeft Steiner gezegd of Blavatsky, dat staat in de verklaringen van de Rozekruisers geschreven, dus is het waar, die noem ik een sufferd. Neem mij niet kwalijk, het is erg ketters. Maar de mens die zegt: ik heb overdacht wat Blavatsky of de Rozekruisers vertellen en ik heb dat voor mijzelf kunnen aanvaarden, daar neem ik mijn pet voor af. Per slot is het voor geen enkele leraar op geestelijk terrein prettig als hij een “sleepie” heeft. Volgelingen, ja, als ze op hun eigen voetjes kunnen lopen, maar niet als je ze moet meesleuren.
(onverstaanbaar)
Wanneer een overtuigend bewijs kan worden gegeven dat het niet in het bewustzijn van een van de aanwezigen was, kunnen we wel aannemen, dat het zo’n persoon geweest is.
Maar zolang er geen bewijs is te geven, buiten misschien het bewijs van een gebeurtenis, telepathisch uit een van de aanwezigen geput, moeten wij altijd rekenen met de mogelijkheid dat de een of ander zich heeft uitgegeven voor iets wat hij niet is, wat hij niet was. De mogelijkheid is groot. Hoe beter u weet dat het medium beheerst is, dus zelf controle heeft over de verschijnselen van het mediumschap, hoe meer u beseft dat het medium gesloten is, dus dat niet iedereen doorkomt. Dat bestaat niet alleen in de controle, die zich meldt, maar vooral ook in de overtuiging die in de loop der tijd verworven werd.
Dan wordt de betrouwbaarheid dus groter. Nogmaals, wanneer de waarde van het gegeven aan de naam wordt ontleend, dan kan, uitgezonderd in bepaalde gevoelsmomenten, die beter ter zijde worden gezet. En wanneer die geest u iets vertelt, bv. over uw vader en deze zegt: ik ben gelukkig, dan neemt u dat aan en hebt er vrede mee. Maar wanneer hij zegt: je moet daar en daar naartoe gaan en 100 florijnen geven, dan moet u zeggen: ik zal eerst eens zien of het daar wel nodig is en dan zal ik wel zien. Dat is het verschil. Wat u als gevoel kunt aannemen, daar is geen bezwaar tegen. Maar gaat u onverschillig welk medium, welke leer of welke leraar een soort onfeilbaarheid toekennen, zonder zelf te denken, dan loopt u in zeven sloten tegelijk en soms in meer. Want u reageert, maar weet niet waarom. U doet wat een ander zegt. Al is het resultaat nog zo goed, u hebt er geestelijk niets aan wanneer u het niet begrijpt. Loopt het verkeerd, dan zit u met de brokken en hebt u dubbele schade. Wanneer die geest iets zegt wat niet waar is en u hebt er over nagedacht, dan kunt u dat uitschakelen. U hebt het recht te twijfelen, het recht te verwerpen. Doet u dat niet, dan kan die geest het gekste zeggen.
Laten we een goed voorbeeld stellen. Ik gun dat medium alle goeds. Nu ga ik hier zeggen: Vrienden, gezien de toestand van het medium, die, laten we zeggen, ietwat pijnlijk is op het ogenblik, is een extra aanmoediging en beloning voor het werk op zijn plaats. Wij zouden het op prijs stellen, wanneer wij gezamenlijk 100 florijnen voor hem bijeen brachten. Wanneer u nu gelooft dat alles wat de geest zegt onfeilbaar is, zou u dat doen. En als u het niet gelooft, wanneer het u om de portemonnee gaat, moet u mij eens vertellen, waarom u het wel wilt geloven zonder na te denken, wanneer het om wat anders gaat, m.a.w. zodra er wordt gespeculeerd op het persoonlijk element in u, uw persoonlijke begeerten en belangstelling, zodra wordt getracht gezag uit te oefenen, wees dan voorzichtig.
Namen op zichzelf betekenen niet veel. Ze kunnen gebruikt worden als kenteken. Er zijn er bij ons ook die dat doen. Maar als kenteken alleen zijn zij niet bepalend, beslissend of belangrijk. Belangrijk is wat gebracht wordt en dan nog niet in zijn vorm, maar qua inhoud. Die inhoud, innerlijk overdacht en verwerkt, lichtend gevonden voor het Ik, maakt het werk tot het meest belangrijke wat er bestaat. Klakkeloos aanvaarden, maakt het dit tot een verderfelijk iets. En dat geldt voor alle mediamiciteit en voor wat dat betreft voor elke preekstoel en lessenaar waarachter dames en heren, geesten of wat anders staan te oreren.
Wanneer men u morgen vertelt dat de enige redding ligt in dit of dat statensysteem en u aanvaardt het, omdat meneer Jansen het zegt, dan bent u er even slecht aan toe als wanneer u van mij iets aanvaardt over de andere wereld, omdat ik het zeg en niet omdat u aanvoelt dat het waar kan zijn, dat het rijp is of omdat het u een idee, een achtergrond geeft.
Komt de nieuwe wereldleraar nog naar het Westen en hoe lang kan zijn tijd hier op aarde zijn?
Wij rekenen dat zijn tocht op aarde voleind zal zijn voor 1970, maar weten dit niet precies. Wij nemen aan dat hij persoonlijk niet naar het Westen komt of ten hoogste voor een zeer korte tijd, aangezien zijn taak eerder ligt in het Oosten, het Nabije Oosten en Afrika, de gebieden waar de vatbaarheid voor de nieuwe leer, gezien de omstandigheden die er heersen en de verwarring groter zal zijn dan in het nog aan oude conventies en vormen gebonden Westen.
Ik heb wel eens gehoord dat de Boeddha qua geest hoger zou staan dan Jezus.
Hebben die twee niet gewerkt uit de zelfde kracht? Niet geput uit de zelfde bron? Is datgene wat hen bezield heeft niet het gelijke? Het Goddelijk licht? Hoe zou dan de een boven de ander kunnen staan? Buiten, in de ogen van de mensen die zich niet baseren op het wezen van degenen die hen onderwijzen, maar alleen op hun eigen gelijk door het vasthouden aan bepaalde stellingen.
Getallen en lettersymboliek, bv. de 7-7 getrouwd, de 27e geboren, hier 7, daar 7 huisnummer, bv. het verhuizen van nr. 2 naar 112, enz. Heeft dat iets met elkaar maken en wilt u ook de lettersymboliek toelichten?
Het is wel een veel omvattend onderwerp, maar ik zal trachten het heel eenvoudig te maken. Getallen drukken een vaste waardering uit in mathematische constructies, die door hun abstractheid in elke sfeer en wereld toepasselijk zijn en dus uitdrukking kunnen geven aan elke gesteldheid, ongeacht of deze stoffelijk of geestelijk is en in welke graad zij zich bevindt. Vandaar dat wij vanuit een bepaald soort wetenschap het getal gaan hanteren. Wij hanteren dit om te komen tot een herleiding. We gaan een stoffelijk begrip herleiden tot een kosmische waarde. Wanneer wij daarin slagen, dan blijkt ons verder dat bepaalde klankwaarden, later uit gedrukt in letterwaarden, vervangen kunnen worden door cijfers en met deze cijfers in zich weer bepaalde berekeningen, calculaties mogelijk maken. Dit is de basis van de kabbalistiek.
Nu is deze kabbala oorspronkelijk een systeem dat gebruikt werd om door te dringen in de hogere waarheid. Zij staat in direct verband o.m. met de Pythagorische school, met de gesloten boeken. Later heeft men daaruit allerhande willen destilleren. En nu komen wij tot het geval, wat u noemt van bv. huisnummers die belangrijk zijn, data die belangrijk zijn, jaren, enz. Wij kunnen voor praktisch elke mens een bepaald grondgetal berekenen. Dit grondgetal geeft aan, in een overigens hypothetische kosmische structuur, de plaats die de mens inneemt en de invloeden die hij ondergaat.
De constructeur zou zeggen: het is de aanduiding van het punt waar de spanningen van vele zijden optreden en maakt u dus een betere berekening van die spanningen mogelijk. Wanneer u bepaalde getallen regelmatig ontmoet, zo neemt men aan dat die getallen niet alleen toevallig zijn gegeven, maar dat zij een bepaalde plaatsingsstructuur uitdrukken, die geïdentificeerd kan worden met die kosmische verhoudingen die wij hebben opgebouwd, die hypothese. En wanneer u nu gaat van 212 naar 212, dan zegt men dus: in feite is hier geen verandering, het is een voortzetting van dezelfde tendens, want kijk: hier ligt de totaalwaarde 5 en daar de totaalwaarde 5, zelfs uitgedrukt in dezelfde verhoudingsgetallen: 2 en 1 en 2. Zo gaat men dan redeneren. U kunt het ook anders doen. Wij kunnen ook gaan zeggen: de waarde van de persoonlijkheid zelf verandert voortdurend, het is onmogelijk een juiste conclusie of predictie alleen af te lezen uit de getallen en uit de letters.
Wel is het mogelijk om grondgetallen te berekenen en die grondgetallen kunnen we vergelijken met een tijd. Zo kunnen wij naamgevingen, die niet toevallig heten te zijn (dat is ook een straatnaam) gaan berekenen, die hebben een eigen getal. Zo kunnen wij daarbij huisnummers, dus een aanduiding binnen de plaats, gaan gebruiken, waarbij dan de straatnaam primair en het tweede getal secundair is. We herleiden dat tot een priemgetal, dus een ondeelbaar getal. Daaruit trachten we dan de conclusie te trekken omtrent de invloed die daar bestaat.
Die wordt dan vergeleken met uw eigen grondgetal. Daarop is het gebaseerd. De voorspellingen op getallen, dus, zoals u zegt: 77 wij gaan op huwelijksreis, 78 kijk uit, want je komt onder de trein, dat is nu een wichelaarssysteem, dat, neemt u mij niet kwalijk, ik hoop er niemand pijn mee te doen, ongeveer net zo betrouwbaar is als de waarzeggerskaarten van Madame A of het droomboek van Madame B., m.a.w. dit is een wichelsysteem, dat alleen gebruikt wordt om onderbewuste invloeden uit te drukken en waarbij de definitie in feite voor de voorspeller niets anders is dan een voorspelling voor wat hij mogelijkerwijze kan gaan zeggen als hij niets beters aanvoelt. Voorspellen is in kabbala en getallensysteem niet hanteerbaar zonder een vaste structuur en in die vaste structuur spelen dan geen huisnummers een rol. Tenzij in combinaties van uren en heren van uren, ook in getallenwaarde uitgedrukt, heren van dagen en jaren, verder totale heersers als bv. nu Aquarius en uit dat alles, vergeleken met de geboorte-invloed plus de berekende invloed van uw volledige naam plus uw geboortedatum plus de varianten van de nullijn, gevonden aan de hand van het oord van geboorte en de nullijn, in graden uitgedrukt, vereenvoudigd tot één getal, kunnen wij dan komen tot een definitie die bijna gelijk komt aan een horoscoop. Daar kunnen wij dan op rekenen, vóór die tijd niet.
Is er voor die getallen nog een bepaalde standaarduitleg?
Er bestaat een standaarduitleg voor de getallen onder 30. De belangrijkste daarvan zijn de getallen 1 tot 12, die de zgn. scheppingsfase aangeven en wel van 1 tot 7 de wording van de mens en van 1 tot 12 de voleinding van de ziel. Dat zijn dus de hoofdgetallen. Daarnaast worden ontwikkelingsfasen aangegeven, waarbij elke hogere graad en elk hoger getal kan worden herleid tot een gradueel aanduiden van het eerste. Ik heb bv. 9, d.i. de hogepriester, dan is het getal 18 altijd iets wat met dat hogepriesterlijke in verband staat. Het is een rijpheidsaanduiding, die moet worden bezien in combinatie met andere getallen. Er bestaan boekjes, die gaan tot 300 of 400 en de boekjes waar dat in staat, moet u altijd met een korreltje zout nemen en als u niet van zout houdt, dan zou ik zeggen, leest u ze niet.
Vraag over het overtuigen van anderen.
Als een definitie vanuit uw eigen standpunt hebt u waarschijnlijk gelijk. U gaat dus van uzelf uit, maar u moet ook van een ander kunnen uitgaan. Dat is ook een van de dingen van deze tijd, die eigenlijk nodig zijn. Er zijn heel wat mensen, die zich belaagd zouden voelen, wanneer zij moesten aannemen dat de geest meer zou kunnen weten dan zij.
U hebt bv. een academische studie van jaren achter de rug. En u hebt eindelijk uw doctoraal gehaald en zelfs een professoraat gewonnen. U hebt er uw hele leven op gestudeerd en dan komt een slungelig medium, dat nooit wat geleerd heeft, met een of andere geest, die helemaal onbekend is en die gaat u daar eens even overtroeven. Of je hebt je steeds vastgehouden aan een bepaalde leer en op grond van die leer heb je iedereen beoordeeld en niet alleen dat, maar jezelf ook gerechtvaardigd. Maar die rechtvaardiging wordt in gevaar gebracht, wanneer wij aannemen dat er een levende invloed bestaat buiten de dode letter. Dus vergeet u één ding niet, wat u zegt is een redelijk bewijs vanuit uw standpunt, maar een ander, die zijn levensbeschouwing in gevaar gebracht ziet, een ander, die zich op de een of andere manier niet prettig voelt met dat idee van geesten rond zich, zal zich daartegen verzetten. En dat verzet kunt u toch niet breken, dus waarom zou u het doen?
Dat is precies hetzelfde, als er iemand helemaal niet gelooft, dat het noodzakelijk is dat hij gelooft. Dan is het een kleine moeite het te manifesteren op een andere manier. Dan laten we even een paar bloempotten jongleren en dan moet hij dan maar eens zeggen hoe dat kan. Dan heeft hij ook nog wel een uitvlucht, maar dat is veel moeilijker. Dan vertonen wij onze verschijning en dan is hij helemaal in het honderd. Wat heb ik dan echter gedaan? Dan heb ik een mens gebroken. En het is dan maar de vraag of ik weer in orde kan maken wat ik gebroken heb. Want ik heb zijn hele levensbeschouwing en denkwijze omver gegooid. Wie garandeert mij, dat deze mens een nieuw evenwicht terugvindt. Iemand heeft bv. een kerk en die kan zo dwaas zijn als u wilt, bv. een kerk, waar je op je kop gaat staan om tot God te bidden en u daarbij met de benen wappert. Maar als die mens daarin gelooft en u neemt hem dat af, wat kunt u dan daarvoor in de plaats geven? En omdat dit een feit is, moeten wij er niet te veel over spreken.
Begin niet de mensen a.h.w. nijdig te maken en tot een verweer te prikkelen, er niet over vechten, maar stel eenvoudig: kijk eens, wat dit is, wil ik in het midden laten, maar het is redelijk en leert mij iets. Ik voel mij er beter door worden en ik krijg een beter begrip voor wat er gebeurt in de wereld voor mijzelf, ik voel dat ik verder kan komen. Wanneer u dat kunt zeggen, heeft het dan waarde? Wanneer u God zoekt, kan geen enkele duivel u de hel in laten lopen, gelooft u dat maar. Maar als u denkt dat God u komt zoeken, dan zit u voordat u het weet in de lift en dan hebt u voortaan geen kolen meer nodig, want dan is het warm genoeg.