Nieuwe regels voor het leven

image_pdf

Gent – 19 juni 1963

Leven is beleven. Leven is beseffen wat rond je bestaat, het is het in je zelf doen samensmelten van de totale openbaring tot één enkel beeld waarin je de Schepper erkent.

Het Koninkrijk Gods is de erkenning van God in alle dingen en door een beeld in je eigen wezen.

Wie deel is van het Eeuwige is eeuwig. Wie het Eeuwige verwerpt, ondergaat de smarten van de dood en herrijst uit onbewustzijn om tot dezelfde weg te komen, dezelfde weg te gaan. Daarom is het in deze dagen goed dat de mens weet wat de Wet is die regeert.

De Wet is:   Heb lief. Bemin het leven. Bemin elkaar. Verwerp en haat niet. Ook niet wat u schijnt te bedreigen. Leef in aanvaarding van alle leven.

De Leer zegt: Indien u kracht begeert, wees u bewust van uw krachteloosheid, want slechts hij die zijn tekorten kent, kan ontvangen.

Hij die vraagt op de juiste wijze, wordt beantwoord. Wie slechts vraagt uit en voor zichzelf, zal geen antwoord ontvangen.

Wees vredig in u zelf.  Hij die zich verzet tegen het leven ondergaat het en beleeft het niet.

Wie het leven aanvaardt en daarin zijn vreugde puurt, ondanks alle dingen, vindt de kracht waardoor hij het leven wijzigt.

Zoek naar wijsheid in u zelf. U is het woord gegeven dat, als een sleutel in uw eigen wezen liggend, u alle dingen kan openbaren. Vind daarom de sleutel die in u ligt, opdat u uw wereld mag kennen.

Besef dat niets blijvend uw eigendom is en niets blijvend uw recht. De blijvende waarde die u bezit heet LEVEN en zelfs dit is het leven van de geest en de ziel.

Hecht u daarom niet aan dat wat voorbijgaat, maar hecht u slechts aan het levende, dat eeuwig is, opdat u niet in de schijn zult ondergaan, maar leven zult in de werkelijkheid, te midden van de begoocheling.

Indien u kracht begeert, leer in erkenning van uw krachteloosheid kracht te roepen.

Indien u machteloos meent te zijn, beroep u op de kracht die in u woont opdat u beheersing gegeven zal worden.

Indien u arm meent te zijn, grijp naar de gedachten die in u leven en u zult een rijkdom vinden die meer omvat dan geest alleen.

Vraag nimmer aan de wereld wat u kunt vinden in u zelf,  maar aarzel niet de wereld te vragen wat u uit u zelf niet ontvangen kunt.

Wees u zelf genoeg in alle dingen waarin u vrede kunt vinden in u zelf en eis van de wereld en van uw Schepper uw recht om vrede te vinden waar u zelf niet voldoende bent.

Zo is de Wet en de Leer van deze tijd:

– U zult geen vijand kennen, haten of verwerpen.

– U zult niemand die uw hulp nodig heeft, die hulp weigeren.

– U zult niets voor u behouden, doch u zult alles aanvaarden wat u gegeven wordt.

– U zult erkennen welke kracht in u leeft en deze kracht zult u tot uiting brengen in al wat rond u   bestaat.

– U zult u beroepen op de stem die in u spreekt en deze maken tot uw wet die u voert door het   leven en alle sferen.

– U zult de angst afleggen voor leven en dood, wetend dat hij die niet vreest ingaat in vrede en   vreugde door alle tijden tot hij bereikt heeft.

– U zult verwerpen elk oordeel dat gesproken wordt.

– U zult aanvaarden elk oordeel van God dat over u gesproken wordt, door de stem die in u leeft.

– U zult aanvaarden al wat de wereld biedt, zonder daarom uzelf meer of minder te achten dan   anderen, zonder daaraan rechten te ontlenen.

– Dat de sterken de zwakken steunen. Dat de zwakken de innerlijke kracht vinden waardoor de   sterke zijn weg zal mogen bepalen.

Ten laatste zegt de Wet:   – Hij die de kracht erkent en aanvaardt, hem wordt kracht gegeven

– Hij die de kracht ontkent, hij is krachteloos en wordt vernietigd door het spel van de krachten   rond hem.

– Hij die de liefde aanvaardt en kent, hij zal de liefde kennen die het Al regeert.

 – Hij die vijandschap en haat koestert in zichzelf, zal verdeeld worden tegen zichzelf en  verscheurd ten ondergaan hieraan om opnieuw de weg te beginnen.

En zo zegt de Leer:

Er is geen verschil tussen mensen, geen verschil in rang of stand, in weten of onwetendheid, in huidskleur, in geloof, want elke mens is de zetel van het Goddelijke.

Laat de mens tot het Goddelijke uit zich doen spreken opdat de wijsheid in hem mag groeien, opdat de krachten uit hem geopenbaard zullen worden.

Het is noodzakelijk dat u gelooft. Gelooft zo u wilt, maar aanvaardt een waarheid die u innerlijk dierbaar is.

Besef dat het geloof de sleutel is, waardoor uw wezen kan worden opengesteld voor de leer van deze tijd, voor de boodschap die in deze dagen aan allen gebracht wordt, voor de kracht waaruit Al meer kan leven en zijn dan voorheen.

Geloof dus opdat u waarlijk mag leven.

Indien u gelooft in één Licht, in één Kracht, in één Waarheid, die uit alle dingen voortkomen en leven in u, zo weet dat wij allen één zijn met u en u met ons.

Aanvaard dan de Kracht die in ons leeft.

Aanvaard het Licht dat in ons brandt en dat wij erkend hebben, het Goddelijk Licht, en ontwaak tot de wijsheid van zelferkenning, waarin wij het Licht van onze Schepper gevonden hebben.

Ontken u zelf niet. Bevestig in uzelf Licht, Kracht, Waarheid.

Bevestig de Schepper waaruit u leeft opdat onze eenheid een bewuste en eeuwige mag zijn.

DE WET VAN DE INNERLIJKE KRACHT.

Er is u gezegd dat er een nieuwe kracht is, een Licht waarmee u zou kunnen werken. Er is echter meer dan dit. De cyclus van uw eigen wereld vervult zich keer op keer en telkenmale weer wordt de Lichtende Kracht geschapen, waaruit de mensheid zichzelf kan vernieuwen. In deze dagen leven op uw wereld velen die geïncarneerd zijn uit een vroeger bestaan. Zeer velen van hen hebben een bijzonder lot, een zeer bijzonder karma te verwerken. Zij zijn teruggekeerd uit misschien de grootheid van een Caligula, een Caesar, een Napoleon. Zij moeten nu in deze wereld een plaats vinden die past en ook dit is deel van het eigene van uw tijd. Het ras dat nu mens is, loopt – kosmisch gezien – ten einde. Een nieuw ras zal de taak van deze wereld overnemen en zal op zijn beurt een nieuwe mogelijkheid zoeken tot bewustwording en vervolmaking. Deze dagen zijn dus belangrijk omdat zij mogelijk de laatste vredige periode inluiden van juist dit wortelras. Hoe belangrijk dit is, zult u mogelijk niet beseffen, want de periode die de mensheid nog blijft is altijd nog enkele duizenden jaren, dat is meer dan een mens zich voorstelt. De Kracht echter die leeft in deze dagen, de bijzondere Lichtende Kracht, die invloed, die op ieder zijn stempel drukt, is een Kracht die we het best kunnen beschrijven als de Kosmische Liefde. En deze Kosmische Liefde heeft steeds weer dezelfde wet, dezelfde wijsheid, de zelfde inwijding aan de mens gegeven, want niet één maal wordt er de wereld een Verlosser geboren, maar met geregelde tussenpozen bereikt weer deze Kracht al hervormend de wereld en brengt deze Kracht van uit zich Licht en de hernieuwing waardoor de oude waarheid wordt ontdaan van al wat haar ontsiert.  Deze waarheid brengt met zich een eenvoudige wet, een wet die alle andere te boven gaat. Deze wet, vrienden, is in de eerste plaats de wet van een saamhorigheid boven alle dingen, van een liefde die geen perken of grenzen kent, van een samengaan van mensen in geestelijk en zelfs materieel opzicht, op een wijze die een werkelijke uitdrukking geeft aan het kosmisch samenhorig zijn, aan de wet van één LEVEN in één WAARHEID ergens buiten deze tijd.

De mens uit het verleden riep tot zijn Goden, en zij riepen: “Verlos ons!” Of zij zeiden: “Licht en Duister in hun eeuwige strijd zullen ons een adempauze gunnen. Wij zullen verder kunnen gaan naar de Wereld van Licht”. En misschien hebben zij gezegd: “Dat Isis ons bevrijde, dat Re ons leven goed maakt. Dat ik, herboren Osiris, moge betreden de landen van welvaart van Egypte.” Nu roepen zij: “Heer Jezus, sta ons bij en help ons”. Nu roepen zij: “In de Naam van Jezus Christus”. Deze dingen zijn allen hetzelfde. De Waarheid heeft duizend namen, maar slechts één Wet. De Waarheid heeft ongetelde gestalten, maar slechts één Kracht. De Waarheid leeft in ongetelde werelden, maar is daar slechts één en hetzelfde Licht.

En daarom zal de wet u duidelijk zijn: Heb elkaar lief gelijk je jezelf lief hebt en heb uw God lief omdat Hij leeft in jou en alle anderen. Leef niet in de eerste plaats anderen, maar leef jezelf en de God in jezelf die u erkent.

En zo zegt de wet: Indien u roept om Kracht, zo zal uw roepen ongehoord verklinken, tenzij u roept om de Kracht die leeft en die u in uzelf erkent, dan zal uw bede niet ongehoord blijven. Wanneer u zoekt naar waarheid, zo zal uw zoeken beloond worden met waarheid, doch indien u slechts vraagt om waarheid, zal ze u tot leugen worden.

Indien u meent groot te zijn, waarlijk, u zult steeds kleiner worden. Maar indien u zich van uw kleinheid bewust bent, zo zal u het Grote aanvaarden, en één daarmee zijn, God en beeld van God, Heerser van Licht en Kracht, Meester van Kosmische Wijsheid.   U zult sterven, u zult sterven in het lichaam, u zult sterven in de geest, tenzij u zelf de dood overwint, want de dood is slechts de onderbreking van het bewustzijn, dat niet alle wereld gelijktijdig erkent. Erkent u echter de Kracht die in u leeft, de Kracht die rond u is, en hebt u zonder uitzondering de Schepping lief, haar aanvaardend, zo is er geen dood want uw bewustzijn gaat voort en de weg van uw levens wordt niet onderbroken.

En naast deze wetten bestaan er de regels die men noemt de “regels van inwijding”: Niets kan u maken tot meer dan u bent, maar u kunt meer waar zijn in dat wat u bent. Niet zij die meer zijn vinden de inwijding, maar zij die meer waar zijn.  Want slechts wie de waarheid aanvaardt over zichzelf en zijn wereld, en die waarheid beleeft en erkent, vindt de weg tot de innerlijke wijsheid.   U die het duister zoekt en het te felle Licht schuwt, u meent misschien dat u zichzelf beschermt tegen té grote Krachten? Maar ik zeg u, wie steeds naar het Licht streeft, zoekend steeds meer te verdragen, zo zult u één zijn met het Licht, en het duister zal u niet kennen.

U die vreest, zal door u vrezen worden teruggehouden van alle bereiken. Maar indien u uw vrezen overwint, is er geen wereld voor u gesloten, is er geen kracht voor u ontoegankelijk, is geen bereiking voor u onmogelijk.

Om te komen tot de Kroon des Lichts, zult u afdalen tot in de onderwereld.

Om de geestelijke volheid van Lichtend Zijn te bereiken, zult u leven in de stof, en zo het doel van uw gang bepaald wordt door het Licht, zo u zonder vrees voorwaarts gaat – zoekend uit uzelf – zo zult u, gaande door de wereld der hellen, opgaan tot in de wereld van Waarheid en Licht.

Want zie, Licht en duister zijn één en slechts hij die het duister overwint en het Licht aanvaardt, zal de volle wijsheid bezitten, waardoor hij de waarheid kan dragen. Dit zijn dan de hoofdregels der inwijding.

Wetten en regels door mij gesteld zijn oud, zeer oud, maar deze dagen zijn ze vergeten en daarom klinken zij misschien soms als nieuw.

Indien u zegt: “Er zij Licht “, dan is er geen Licht omdat u niet gelooft in het Licht en geen deel bent van Licht. Maar wanneer ik geloof in het Licht en ik zeg: “Er zij Licht”, dan is er Licht. En wanneer ik zeg: “Laat de Kracht des Lichts aanwezig zijn, laat deze Kracht spreken en werken”, zo werkt Zij en spreekt Zij, omdat Licht er altijd is, bij allen, maar Het antwoordt slechts aan hen die het Licht in zich erkennen en er op vertrouwen. En zo u zegt: “Macht, geef mij macht”, is er geen weerklank, maar zo je erkent wat in u leeft en u zegt: “Uit de Kracht van de Almachtige God, Die ik in mij draag Uit de Kracht van de Eeuwige, Door Hem mij geschonken, zeg ik: Er zij Macht en er zij Kracht”.

Dan is er macht, dan is er Kracht.  Indien u roept tot de wereld: “Erken mij! Aanvaard mij! Heb mij lief!” is er geen echo en geen antwoord. Maar indien u beseft dat de Liefde is de grenzeloze aanvaarding, dat het is de Scheppende Wil Gods zelf, Zijn Wezen, in alle dingen, dan zult u zeggen:

“Bij het Wezen der Zuilen, Bij het Woord dat de Tempel kroont, Bij de Liefde die in mij woont, O God, voor U, Zo vraag ik U: Geef Uw Liefde deze Wereld”.

En dan is er liefde, dan is er levende kracht, dan is er een overwinning van alle dingen. Want slechts dat wat ìn u leeft, dat wat u in uzelf erkent, dat wat u in uzelf hebt gemaakt, tot een zekerheid, dat kan u bewegen tot antwoord en anders niet. Zo is de structuur van het Heelal. Indien u roept tot je verleden: er is geen echo. Indien u roept tot je toekomst: er is geen echo. Maar indien u roept tot het heden, zeggend:

“Waarheid Gods, die in mij leeft, laat nu het ogenblik zijn dat ik besef”. Dan is er antwoord.  Deze dingen, vrienden, zijn belangrijker dan jullie misschien beseffen. Het is eenvoudiger om hier wat woorden te spreken en wat krachten te wekken, maar het is moeilijk jullie duidelijk te maken dat het de Goddelijke Kracht in jullie zelf alleen is die gewekt wordt.

Je bent ziek? Je wilt genezen? In u is Kracht! In u ligt de overwinning van uw lot! In u ligt de gezondheid! In u ligt alles wat je noodzakelijk is! Maar kunt u dat wat in u leeft, beseffen en aanvaarden? U bent ziek? Kunt u misschien in uzelf zeggen en geloven en vertrouwen en weten:

“Uit de Naam van de Goddelijke Liefde, De Naam van de Lichtende Kracht, die is Gods uiting, In de Naam van de Macht van het woord: LAAT HIJ GENEZEN – GENEES MIJ! En maak mij tot deel van Uw volmaaktheid, Vader, omwille van Uw Liefde”

Kunt u dat geloven? Dan bent u genezen, want er is niets onmogelijk. In elke sfeer en in elke wereld is Kracht, is Licht.

Indien uw vijanden u belagen, en u zegt: “God, wordt mijn Wreker”, dan is er geen echo. Maar als u zegt:

“Kracht van Licht, wees mij tot Schild voor mijn vijand”.

Dan is er een antwoord, dan bent u beschermd. Want dit is de Waarheid die steeds terugklinkt tot u in uw wereld. Dit is de Waarheid die steeds terugklinkt door de sferen. Dit is de Liefdevolle Kracht Gods, steeds weer in openbarende vorm. Dat u datgene bent en verwerkelijkt wat u in u erkent en aanvaardt. Besef dit, het is de sleutel van je tijd, het is de sleutel van je wezen, het is de sleutel van je inwijding. Geloof me, zo ik u genees en u zegt: “Ga heen en vergeet die pijnlijkheid van je ledematen, vergeet die zwakte van je gehoor, van je oog”, dan zal dat misschien voor een korte tijd waar zijn, maar indien u in uzelf zegt: “Genees mij, ik erken U”, dan ben je waarlijk genezen, dan is je innerlijk veranderd. Wanneer u zegt tot mij of een ander: Wees mijn schild tegen mijn vijand, dan zal je een tijd beschut zijn, maar indien je zegt:

“God in mij, wees mij een Schild Kracht van Licht rond mijn, wees mij een Schild”.

Dan bent u voor altijd veilig, dan kan slechts het breken van de harmonie door uw eigen wezen de vijand toegang geven. Besef dit.

Wanneer u ingewijd wordt door een die van buiten komt, misschien uit verre landen, uit Hoge Sferen, en Hij spreekt tot u het geheimzinnig woord, de sleutel die het Al openbaart, dan zult u een ogenblik van verlichting kennen, maar indien u zelf daarin niet leeft, het Al zal zich sluiten als voorheen.

Maar wanneer u zegt:  “Kracht van Licht in mij, laat mij de Wijsheid beseffen”.

Dan wordt Al tot wijsheid, dan wordt tot gouden begrip en kracht al wat er is in het leven. Elke daad, elke gedachte, al wat u bent, wat u was en worden zal, ligt samen in dit ene: het werken met de Kracht die in u leeft, het aanvaarden van het Licht dat in u bestaat, het leven van de wet die in u zijn uitdrukking vindt. Dit is de wijsheid van de Ouden, dit is de wijsheid van deze tijd. U kunt de kracht erkennen, dat weet ik. U kunt ze ervaren en u kunt ze wekken. Waarom antwoordt u dan niet wanneer je wordt gezegd:

“Zoek in jezelf, neem de kracht uit jezelf, want waarlijk, zo ik je de handen opleg en je mijn kracht geef, zo is zij jou slechts tot stutsel, maar indien je de kracht in je zelf neemt, zo ben je sterk”.

Dit zijn niet alleen mijn woorden. Ik vertegenwoordig Groteren, en het is niet een leer van mij, maar het is de leer van de Eeuwigheid, en het is niet mijn kracht, het is de Kracht van de Eeuwigheid. Dit is geen predicatie, maar het is een lering, een lering die eeuwig is, zolang er bewustzijn bestaat in het Al buiten God, althans niet kennende zich als deel van God. U moet dit verwerken, u moet het aanvaarden. U moet weten in uzelf. Welaan dan? Misschien gelooft u niet in de krachten van de Harmonie, de Krachten van Licht. Misschien gelooft u niet in de Kracht die in u leeft, de taak die in u bestaat. Laat ons dan eenmaal vergeten dat ik spreek en dat u luistert, dat wij voor eenmaal, voor een kort ogenblik, een kleine band van geestelijk zijn knopen, dat mijn woorden slechts de kreet van uw geest en het wezen van uw ziel mogen weergeven. Indien u dit aanvaarden kunt en behouden kunt, wat u krijgt, zo zult u een inwijding zeker zijn, en zo zal u de mogelijkheid de kracht te verwerkelijken niet slechts een droom schijnen, maar een deel zijn van uw bestaan.

In de Naam van den Almachtige Vader, De God in wie ik geloof, De Kracht waaruit ik leef,  In de Naam van de Goddelijke Liefdekracht,  Die Zich openbaart, In en door mij en door al het zijnde, In de Naam van het Licht,  Dat is Kracht en Waarheid en Leven,  In de Naam van de Wet, Die is Gods liefdevolle Rechtvaardigheid, Zeg ik tot het Al, tot de Krachten rond mij: Vervul mijn wezen, Maak goed wat verkeerd is, Reinig wat besmet is, En maak mij tot vat van Lichtende Kracht,  Woord van het Woord,  Leven van het Leven,  En Licht voor alle Tijd. Zo zij het in ons, Vervuld tot het Einde der Tijden, Volgens onze wil en ons wezen, In de Naam van den God, in wie ik geloof, In de Naam van de Almachtige Vader, Die is, Schepper van alle dingen”

Niet allen weten wat u verworven hebt, niet allen van u zullen behouden. Toch is dit de weg van deze tijd en hieruit zult u de weg vinden om ware kracht te zijn voor al wat leeft, waarheid te zijn in alle sferen en bewustzijn te vinden in alle fazen van uw zijn. Met deze boodschap wil ik gaarne mijn taak voor heden beëindigen. Ik hoop, dat u niet slechts gehoord hebt, maar dat u aanvaard hebt. Bedenk, in de aanvaarding ligt voor u de verwerkelijking van al wat u zoekt in geest en stof in deze tijden.

En met de woorden van Hen die mij zonden: Ik geef u mijn vrede, ik laat u mijn vrede, opdat in de vrede de waarheid in u geboren wordt.

image_pdf