20 oktober 1987
Wat betreft het onderwerp, dan zou ik misschien, gezien mijn eigen interesse en belangstelling, het occultisme op de voorgrond willen schuiven.
Elke mens is verbonden met de mensheid en daarnaast heeft hij een zeker rapport, een zeker contact met veel levende en dode andere zaken in zijn omgeving. Een mens wordt door deze dingen, meestal onbewust, beïnvloed. Maar aan de andere kant zijn er natuurlijk wel mogelijkheden om je van dergelijke invloeden meer bewust te worden en er iets mee te doen.
Laten we nemen bijvoorbeeld, telepathie. Op zichzelf een betrekkelijk eenvoudig onderwerp. Iedereen heeft wel gehoord van de proeven van Rein, van de Zenerkaarten enz. Had u er niet van gehoord? Dan zal ik het even vertellen. Rein was dus een Amerikaans wetenschapper die dus de parapsychologie als studievak had en die veel proeven heeft gedaan met paranormale verschijnselen. Uiteindelijk, zich concentrerend op telepathie en later ook op telekinese. De Zenerkaarten zijn kaarten met een aantal zeer eenvoudige symbolen, bijvoorbeeld een Waterman teken, twee gerimpelde lijntjes, een driehoek, een cirkel, een vierkant en dergelijke. Ze komen voor in reeksen van vijf, worden gemengd in pakjes van meestal vijfentwintig. Degene die de proef ondergaat heeft meestal een aantal van die kaarten voor zich, of althans iets waarmee hij de symbolen die hij afleest kan aangeven. Ergens anders zit iemand, in ieder geval op een punt waar het zeker is dat de kaarten niet gezien kunnen worden. Bij de proeven van Rein was de grootste afstand tussen twee universiteitsgebouwen. In het ene gebouw zat de zender, in de andere de ontvanger. De afstand was, geloof ik 197 meter. De proeven verliepen zeer gunstig, d.w.z. dat men een gemiddeld percentage kreeg over duizend proeven van ruim vijftig, wat gezien de waarschijnlijkheidsberekening onwaarschijnlijk hoog is.
Kijk, deze mensen ontvangen dus het beeld dat een ander uitzendt. Omdat ze daarop geconcentreerd zijn en meestal ook een extra gevoeligheid hebben, kunnen zij die beelden weergeven. Maar u wordt ook beïnvloed door anderen en de gedachten van anderen en vaak op betrekkelijk grote afstanden. Het kan wel zijn dat een vrouw thuis alvast bezig is met allerhande dingen klaar te maken en op een gegeven ogenblik, zit de man een eind verder, een paar kilometers verder voor een stoplicht en die denkt: Nou, een beetje geluk en ik ben over tien minuten thuis. De vrouw realiseert zich dat niet maar denkt. Mijn man zal zo wel thuiskomen, laat ik de patatten maar vast op ’t vuur zetten of de friet. Dat klopt meestal heel aardig. Waarom? Omdat de vrouw in feite de gedachten van de man ontvangen heeft.
Hetzelfde zien we met empathische verschijnselen. Hoe vaak overkomt het u niet dat u ergens binnenkomt en dat u bevangen wordt door een kille sfeer of dat het ineens erg gezellig is en als u dan rond u kijkt is het eigenlijk niet zo somber of zo mooi als u dacht. Maar u voelt dat aan. Of u komt ergens binnen, daar is een heel gewijde sfeer en u weet eigenlijk niet eens waarom. U voelt aan wat er aan uitstraling op dat moment aanwezig is, hetzij van mensen, hetzij datgene wat door voorwerpen is geabsorbeerd. Het is heel typisch. Als u bijvoorbeeld kleine kerkjes of kapellen binnengaat, dan wordt u bevangen door een gevoel van rust, een soort vroomheid eigenlijk. Als u Sint-Pieter binnengaat, dan hebt u meer het idee van een religieus museum en u voelt zich wel overweldigd, door de afmetingen, maar u voelt u verder helemaal niet beroerd door iets geestelijks, iets wat u tot stilte maant. Neen, u bent eigenlijk geneigd te kijken of er niet ergens een souvenirshop in zicht is.
Dus sfeer. Maar die sfeer heeft een oorzaak. Ben je meer gevoelig, dan kun je heel vaak die oorzaak plaatsen. Dan kun je zeggen: 0, daar heb ik het voornamelijk vandaan. En dat is het belangrijke. Wanneer je dergelijke gaven hebt, is het natuurlijk erg leuk. Maar wanneer je die gaven nu niet hebt of bijna niet hebt en u gaat erop letten, dan kun je datgene wat in je bestaat ontwikkelen.
Op dezelfde manier kun je zeggen: Ja er zijn mensen die zijn gevoelig voor geesten. Heel erg moeilijk om dat te definiëren want geesten kunnen vaak hersenspinsels zijn, dingen die je zelf in je fantasie bedenkt en die dan op de een of andere manier een verklaring moeten vormen voor zaken die je anders misschien niet prettig zou vinden, een uitvlucht-verschijnsel. Maar u kunt soms ineens de warme aanwezigheid van een bepaalde persoon gevoelen. Het kan zijn dat je over een bepaalde persoon droomt, soms met details die zelfs na het ontwaken nog een tijdlang bij je blijven. Als je die persoon ontmoet, let maar eens op, veel van die details zijn op een of andere manier wel echt. Het gehele beeld is echter anders. U hebt in dergelijke gevallen boodschappen ontvangen. Het ontvangen van een boodschap is niet altijd nuttig. En laten we eerlijk zijn: als u allemaal telepaten zou zijn onder elkaar, hoeveel dames zouden dan niet even met elkaar willen praten over het feit dat de melk overgekookt is of dat het T.V.-programma zo slecht is of misschien bepaalde feiten en voordelen van de echtgenoot, vrijer dan ze dat mondeling zouden doen vermoedelijk, zouden willen uitwisselen?
Het is dus niet iets waarvan je zegt: Je hebt het altijd nodig. Maar het gevoelig zijn ervoor kan je waarschuwen. Je kan op een gegeven ogenblik a.h.w. aanvoelen, een zekere voorwetenschap krijgen van dingen of vragen die op dat ogenblik nog niet duidelijk zijn, maar die even later dan toch komen opduiken. Je kunt a.h.w. aanvoelen of er op een kruising van een paar wegen een auto met te grote snelheid aankomt die over dat kruispunt gaat en het dus zelf matiger aandoen, wat inhouden, beter oppassen. Het zijn op zich simpele zaken.
Met deze voorbeelden heb ik duidelijk gemaakt dat hef occultisme, dat het onbegrepene niet alleen maar een soort duistere vorm van bijgeloof vormt. Maar laten we nog een stap verder gaan. Het is bewezen dat een aantal mensen bijvoorbeeld de val van dobbelstenen kunnen beïnvloeden. Het is bewezen dat sommige mensen bepaalde gebeurtenissen kunnen veroorzaken, alleen door hun wil. Er is een vermogen waardoor u, ook buiten uw directe lichamelijke mogelijkheden om, bepaalde dingen a.h.w. kunt beroeren en soms kunt hanteren. Ook deze dingen kunnen heel erg van pas komen. Stel u gewoon voor dat er een kostbaar bord aan de wand hangt en het blijkt ineens te willen vallen. Op dat ogenblik kunt u de val zo verminderen dat er tenminste geen grote schade ontstaat. En u zou daardoor ook kunnen voorkomen dat een lievelingsdier niet ineens op tafel springt, en er schade of wanorde aanricht.
Het zijn op zich eenvoudige dingen, maar alweer: het gaat veel verder. Want wij zijn een deel van een totaliteit. Dat deel zijn wordt stoffelijk door het ik bewustzijn en daarnaast door wat men ratio noemt nogal sterk beperkt. Op het ogenblik nu dat wij die ratio hanteren als maatstaf, kunnen al die andere impulsen in onszelf niet werkzaam zijn. Er is een ander iets in ons leven, zeker als we mens zijn, dat we misschien het best met gevoel of gevoelswereld omschrijven. Die gevoelswereld is meestal niet rationeel. Ze behoort niet bij het redelijk en logisch denken. Ze is in feite vaak volkomen a- of onlogisch. Maar deze gevoelswereld is mede de uitdrukking van indrukken die wij van buitenaf ontvangen en die wij niet redelijk kunnen interpreteren of verstaan. Daarnaast omvat het grote invloeden uit ons eigen onderbewustzijn, uit onze eigen persoonlijkheid en misschien zelfs invloeden uit de gemeenschap waarin wij leven of in sommige gevallen het geheel van de mensheid.
Als je je dat realiseert dan zou je moeten zeggen: We hebben de gevoelswereld net zo hard nodig als de rede, want in de gevoelswereld openbaart zich dat gedeelte van onze persoonlijkheid dat, en zeker op dit ogenblik, niet voor ons redelijk te verklaren, uit te leggen en in te delen is. Is dat nu een reden om het te verwerpen? Ik dacht van niet.
En dan gaan we een beetje filosoferen. Misschien mag ik het zo uitdrukken: Ik ben deel van de totaliteit. De kracht die de totaliteit beheerst noem ik God.
Als deel van die God leef ik met een deel van die krachten in en rond mij. Op het ogenblik dat ik mij daarvan bewust word houdt de redelijkheid van mijn eigen wereld op te bestaan. Maar gelijktijdig, en dat is belangrijker, word ik mij daardoor bewust van hetgeen voor mij juist of onjuist is. Ik word er mij van bewust waarvoor ik op moet passen. Ik word mij bewust van datgene wat ik, ofschoon het redelijk niet mogelijk schijnt, kan volbrengen op een gegeven ogenblik. Ik, als deel van het geheel, kan meer van het geheel vanuit mijzelf openbaren en in mijzelf ervaren naarmate ik de grenzen van mijn eigen wereld en mijn eigen persoonlijkheid weidser, opener opstel.
En dan kom je als vanzelf tot de vraag: Ja maar, zou God dan door mij kunnen ingrijpen? Het antwoord is: God doet dat voortdurend. God werkt door u. Maar God kan alleen door u werken wanneer u innerlijk een antwoord kunt geven aan al die drang die in u ontstaat. Het gevoel van medelijden moet niet alleen een gevoel van medelijden blijven. Het moet een vraag worden: Wat zou ik het beste nu kunnen doen? En het ene ogenblik betekent dat alleen maar iets voor een ander in orde maken, gewoon met lichamelijke arbeid. Het volgende ogenblik betekent het iemand kracht geven en een volgend ogenblik misschien bepaalde dingen zeggen ofschoon je zelf niet eens weet waarom.
Wij zijn met elkaar verbonden. Wij kunnen ons niet losmaken van het leed, van de disharmonie, van de moeilijkheden of zelfs de vreugden van anderen. Ze werken op ons in, of we het willen of niet. We moeten daarop een antwoord kunnen geven. En het meest belangrijke in de kosmos, in zoverre we die kunnen nagaan, is het evenwicht. Altijd weer zien wij, wanneer krachten worden verbruikt bijvoorbeeld er daarvoor een compensatie ontstaat. Altijd is er een evenwicht: Waar het ene verdwijnt, moet het andere tot aanzijn komen.
In onszelf is het eveneens zo. Naarmate wij innerlijk evenwichtiger worden, zullen wij meer kracht, meer vrede, meer mogelijkheden kunnen vinden. Waarom zou het in de mensheid niet zo zijn? De mensheid van vandaag is geschokt door allerhande gebeurtenissen. Er zijn schoten gewisseld ergens bij Iran. De beurs is in elkaar gezakt. Nou ja, goed. Dat een soufflé eens in elkaar zakt als je voor de tijd de oven opent is heel normaal en de handelsbeurs is over ‘t algemeen niet veel meer dan een soufflé. Opgeblazen, heel hard opgeklopt met lucht, maar als het lang genoeg in de oven blijft een fantastisch heerlijk gerecht waar de rijken der aarde dan ook hun genieting aan hebben.
Maar in de praktijk is het toch een beetje anders. Want die beurs, dat gebeuren op zichzelf, betekenen niets. Er is datgene wat wij ervan denken dat het probleem bepaalt. Wanneer wij bang zijn dat die beurs ons inkomen zal aantasten, ik noem nu maar: iets, dan gaan we kijken of we niet door verkopen of door verschuiven van beleggingen iets kunnen doen en daardoor gaat de crisis door. Wanneer we bezig zijn met geweld te bedwingen dan moeten we dat niet alleen vanuit een politiek standpunt doen. We moeten gewoon rationeel zien wat er gaande is. En wanneer iemand zegt, Irak is de aanvaller, dan heeft hij volkomen gelijk. Irak is degene die de eerste oorlogshandelingen heeft gepleegd. Iran is dus in feite in antwoord op een aanval bezig. Maar Iran gedraagt zich onmenselijk. Wat moeten we dan doen? Moeten we Iran in elkaar schieten omdat we het er niet mee eens zijn? Dat zou erg onredelijk zijn. Moeten we aan de andere kant Irak beschuldigen en ons daarmee, schade toevoegen? Ik geloof niet dat dat de zaak wezenlijk kan verbeteren. We moeten dus zoeken naar iets waardoor we een evenwicht kunnen krijgen en dat evenwicht kan verkregen worden op het ogenblik dat we in staat zijn beide kanten te begrijpen, Dat we bereid zijn, maar dan openlijk en eerlijk, beide kanten, voor en tegen a.h.w. aan het woord te laten.
Maar u zult zeggen. Dat is politiek. Maar wanneer je omgeven wordt door een voortdurende sfeer van zelfgerechtigheid: Ik verdedig mijzelf en het is Gods wil dat ik mij verdedig, zou u dan anders handelen dan die Iranezen die daar met snelboten eenvoudig schepen aanvallen die van niets weten, die er eigenlijk niets nee te maken hebben? Zou u dan misschien één van die kinderen kunnen zijn die voortgedreven worden door een krankzinnige verwachting dat Allah ze wel zal beschermen en dat Hij hen uiteindelijk in het paradijs zal opnemen? Het is gewoon een soort sociaal denkbeeld dat op de duur de eenvoudige mens gaat beheersen.
En dat is hetgeen waarin wij een onevenwichtigheid zouden moeten constateren. Wanneer we dat aanvoelen dan zeggen we: Dit is haat. Maar haat kan niet bestaan zonder liefde. Waar is de liefde?
En zo is het in je eigen leven ook. Natuurlijk er gebeuren weleens dingen, waardoor je meent op je rechten te moeten staan, totdat je, net zo verbeten als de Iraniërs, alles zoekt te vernietigen dat je dat onrecht heeft bezorgd. Maar dan verstoor je zelf ook evenwicht. Je moet zelf het evenwicht brengen. Waar geen kracht is, moet je kracht brengen ook als dat je eigen kracht is. Waar geen vermogen is, moet je je vermogen gebruiken om bij de ander de mogelijkheid te doen ontstaan. Je moet a.h.w. wat je bent voortdurend gebruiken om de rust, het evenwicht voor anderen mogelijk te maken. Wanneer je dat doet, dan ben je ingesteld op wat men noemt: harmonie, samenklank, kosmische eenheid, goddelijke eenheid. Hoe u het noemen wilt, doet niets terzake. U bent ingesteld op de kracht van het grote en je helpt het evenwicht handhaven ook terwijl het zich voortdurend ook een beetje verandert en verplaatst. Je zorgt ervoor dat de mensen het evenwicht van de kosmos weerstralen. Maar als ze dat kunnen, dan is de kracht van de kosmos de hunne. Dan kunnen ze eindelijk vanuit deze puberteit van menselijke gelijkhebberij en bezit, opgroeien tot wezens die zich bewust zijn van de betekenis van leven, van de samenhang tussen al het levende en de krachten die de aarde bezielen en de krachten die in de kosmos de bewegingspatronen voortdurend bepalen.
Maar het praktische begin daarvan is eigenlijk je eigen gevoeligheid vergroten, je ontvankelijkheid voor alles wat er om je heen bestaat groter maken. Gewoon heel eenvoudig openstaan voor alles wat er is. Niet alleen voor het goede en niet voor het kwade. Openstaan voor alle dingen. Open zijn opdat in jou alles tot een evenwicht kan komen. Dat het begrip dat je verkrijgt van jou kan uitstralen tot het evenwichtsrondje opnieuw tot stand komt. Woorden. Maar woorden met een achtergrond van werkelijkheid. Je bent een beetje telepathisch begaafd want anders zou je geen mens zijn. U bent een beetje empathisch begaafd, anders zou u als mens niet heel veel dingen aanvoelen. U hebt misschien ook tot op zekere hoogte telekinetische vermogens. Als u alleen naar deze vermogens streeft kunt u dat alleen bereiken door andere delen van uw persoonlijkheid te onderdrukken. Maar u moet een geheel blijven. U moet in uzelf rust en vrede zijn. U moet openblijven voor alle dingen. Denk eens even goed na. U moet eenvoudig ageren en reageren op de gevoelens in je. Je moet datgene wat onredelijk in je ontstaat proberen te verwerken in je redelijke wereld. Je moet datgene wat je in je redelijke wereld niet aankunt, proberen over te plaatsen naar je innerlijke wereld opdat een andere mogelijkheid, een andere weg dan de zuiver redelijke in jou kan ontstaan.
Je moet niet bezig zijn met angst en wat bedreigt mij? Hier staat de duivel naast mij, daar staat een engel of omgekeerd. Dat soort dingen is dwaas. Niet omdat er geen wezens zijn die je misschien met goede wil duivelen of engelen had kunnen noemen, doch ook vooral omdat jij er niet mee te maken hebt. Je hebt te maken met God. Je hebt te maken met het geheel, de totaliteit en die totaliteit spreekt tot jou. Die totaliteit is een kracht die werkt in jou. Waarom werk jij dan niet met die kracht? Waarom reageer je niet op al datgene wat je voortdurend wordt toegezonden? Probeer gewoon open te staan. Neem je gevoelens, je aanvoelen als even volwaardig als welke beredenering, wetenschappelijke bepaling of zelfs discussie en bewijsvoering. Voeg het toe aan hetgeen je in je bewustzijn bent. Je zult zien dat je steeds meer gaat ontvangen, steeds meer begrippen van buiten naar je toekomen. Dat je omgeven wordt door een wereld die steeds duidelijker haar gevoelens in je afdrukt en het je mogelijk maakt erop te reageren.
De vraag is niet: Hoe kan ik ergens beter van worden? Een fout die veel mensen maken. De vraag is: Hoe kan ik beter mezelf worden? En het probleem van uw wereld is voornamelijk de onvatbaarheid, de ongrijpbaarheid van de gevoelswereld. Het is dan gemakkelijk om die maar af te doen als: Ach ja, het zal wel hysterie zijn. Daar hysterie een verzamelbegrip is dat ook andere dan seksuele zaken omvat als ik daar even aan mag herinneren. We zeggen tegen onszelf: Ja God, ‘t zal wel alleen een stemming zijn. Hoe kom ik in die rotbui? Maar wanneer u zegt. Het is er, dus beeft het een betekenis, dan wordt het wat anders. Dan gaat het zich steeds feller en duidelijker demonstreren niet als iets wat u domineert, wat de rede uitschakelt, maar als iets wat een aanvulling vormt op de redelijkheid of het vermogen dat u hebt om anderen te begrijpen, op het vermogen dat u hebt om anderen te helpen. En dan wordt het ook meer en meer begrip voor de verbondenheid tussen u en de rest van de wereld. Het gaat er niet om of je alleen maar in je leven een enkele keer een mens met een goed woord kunt troosten of dat je met wonderkrachten kunt genezen. Heus niet. Het gaat erom dat u verbonden bent met anderen. Dat u betrokken bent bij die ander. Dat u niet probeert die ander te maken tot een soort spiegelbeeld dat u nu al in uw gedachten hebt als juist en dat u gewoon probeert in de ander datgene wat in u overvloedig aanwezig is a.h.w. eveneens zich te laten vestigen, te laten ontstaan, te laten groeien.
De praktijk van het leven is maar al te vaak: Ik ben ik en jij bent jij. Maar zo simpel is het niet. Ik ben ik, zeker, maar ik ben ik omdat jij jij bent. Dat wat ik ben wordt voor een groot gedeelte bepaald door degenen die rond mij zijn en als ik mij daarvan niet bewust ben, ben ik voortdurend het slachtoffer van alles wat om me heen is. Maar als ik er mij wel van bewust ben, dan ben ik een factor waardoor, zowel voor een andere als voor mijzelf, evenwicht bereikt kan worden, iets van harmonie, beter begrip, betere mogelijkheden. Zet u niet zo af tegen de wereld. Als je veel kwaad in de wereld ziet, dan is het alleen maar doordat je in jezelf van jezelf vreest wat je in die wereld ziet. Oordeel niet over anderen. Laat ze zichzelve zijn, laat ze zichzelve leven, maar probeer in dit begrip ook te brengen dat verbonden zijn op geestelijk gebied, dit samenwerken waardoor de occulte krachten die zogenaamde duistere geheimen plotseling als een gewoon deel van je eigen bestaan uw leven gaan beïnvloeden.
Ik zeg u: Er is kracht in de wereld, meer dan genoeg. Kracht om deze hele wereld vrede te geven. Kracht om deze hele wereld tot bezinning te brengen. Kracht om veel van de schade die de mensheid heeft aangericht toch nog te herstellen. De kracht is er, maar de wil is er niet. Er is niet het tastend zoeken naar evenwicht, samengaan. Het vervangen van het probleem door een gezamenlijk zijn met al het andere. Er is alleen maar wij! wij! of ik! ik!
Wij burgers van de U.S.A. voelen ons toch verplicht om de onaantastbaarheid van onze rechten, het recht van de vrije zee te verdedigen. Ja, je hebt gelijk. Maar waarom wil je dan niet erkennen wat de oorzaak is van het probleem? Waarom zie je jezelf als politieagent van de wereld? Waarom beschouw je jezelf niet als een deel van de wereld, die aansprakelijkheid bezit tegenover al wat deze wereld uitmaakt? De praktijk gaat er aan voorbij. Het is politiek niet haalbaar, economisch niet voordelig. Het zou desastreus zijn voor de gelegenheid tot werken en andere zaken. We kunnen uitvluchten vinden zoveel we willen en eraan ten gronde gaan. Of we kunnen proberen te begrijpen, aan te voelen en een weg te vinden die door iedereen te gaan is, niet alleen voor de enkeling, maar voor allen mogelijkheden biedt en niet alleen voor een bepaalde kaste.
Er zijn een hoop mensen die zeggen: Ja, sociale rechtvaardigheid en dan bedoelen ze eigenlijk, iedereen heeft recht op alles wat een ander heeft. Dat in niet waar. Je hebt alleen recht op datgene wat behoort tot jezelf. Waarbij je zelf behoort, wordt niet bepaald door je wensen, maar door datgene wat je je eigen maakt. O, ja u moogt wat mij betreft doppen en doen wat je wilt, maakt mij geen verschil. Als het voor u belangrijker is, hoop ik dat je er gelukkig mee bent. Maar is het wel een recht? Of is het misschien eerder een gevoel van verplichting dat de anderen ertoe heeft gebracht regels te scheppen? En is het uw taak de verplichting van die ander beseffende, hem daarvoor iets terug te geven, al is het maar enige voldoening, enig gevoel van harmonie. Het zijn maar vragen.
Ik weet het. Het is allemaal doodeenvoudig. Wij moeten als mensen redelijk denken, zeggen de mensen. Als ik zeg vanuit de geest: Laat de geest in je werken, dan zeg je: Ja in de kerk mag dat, maar laten we a.u.b. normaal doen. Laten we eens niet normaal doen. Laten we nu eens praktisch zijn. Er is kracht. Maar zolang we met die kracht niets doen zou ze er net zo goed niet kunnen zijn. Er is een innerlijke vrede, een nieuwe weg, een nieuwe mogelijkheid. Maar als wij er geen stap voor willen zetten, zou die er net zo goed niet kunnen zijn. Maar laten we nu even die dingen vergeten. Laten we gewoon eens proberen om die kracht te ervaren en die kracht te zijn, iets met die kracht te doen. Een mens wat gezonder, wat gelukkiger maken, meer niet. Niet alleen wij, maar elke mens die met ons verbonden is op dit ogenblik.
Laten we het nu heel eenvoudig doen, heel simpel. Een klein beetje fantasie hoort er ook bij. We laten met onze adem de kracht uitgaan. Die kracht vormt zich hier boven ons. Als het een meteoroloog zou zijn, zou hij zeggen: Een klein wolkje kracht met lichte ontladingen. Dit veld van kracht moet je voor een ogenblik proberen aan te voelen. Niet zeggen: Het is er wel of het is er niet. Voel je dat er een kracht is? Dat is de vraag. Je voelt dat die kracht er is, althans een aantal van je doen dat. Je bent deel van de kracht. Je bent deel van dat licht. Je bent deel van dit alles. Laat het in je doorwerken. Laat het even in u zijn. Laad uzelf op zoals een batterij zich oplaadt. Kijk nu. Diezelfde kracht, blijft nog steeds bestaan. Hoe meer u neemt, hoe meer ze zichzelf blijft. En nu dat die kracht in u vloeit, vraag u af wat die kracht zou kunnen doen. Kan ze genezen? Soms. Kan ze pijn wegnemen? Soms. Kan ze een mens ergens sterker en gelukkiger maken? Zeker.
U hebt zich opgeladen met die kracht. Laat ze uit u voortkomen of haal ze maar uit die wolk boven u, dat ze als bliksemstralen uitschiet. Laat de kracht uitgaan. Laat die kracht naar alle mensen toegaan die ze nodig hebben: genezend waar genezen kan worden, geruststellend waar rust nodig is, ontspannend waar ontspanning nodig is, evenwicht gevend waar twijfel is en onevenwichtigheid. Laat de kracht uitgaan. Nu….
Het valt wel mee. Het had veel slechter kunnen zijn. Sommige mensen denken: ja, dat ken ik al. Mocht u denken. Enkelen zeiden: He er is iets. Ik weet niet wat. Tot hen zou, ik nu even verder willen praten want we zouden een klein beetje bij de praktijk blijven, nietwaar?
Als u dit nu kunt, waarom kunt u het zelf niet. 0 ik geloof wel dat u uzelf niet zo gemakkelijk kunt genezen, natuurlijk. Maar u kunt misschien wel een ander genezen. Waarom probeert u het niet? Voelt u iets aan? Een zekere spanning bijna een soort warme stroom boven en een koelere beneden? Dat ligt niet aan de installaties ter plaatse. Het is gewoon kracht die circuleert. Als u dus op die manier kunt aanvoelen dat die kracht ergens werkt voor u en rond u, waarom niet als u alleen bent? U kunt het. Hier wordt u overrompeld. Hier wordt u in zekere mate door suggestie, door stemgeluid en door hetgeen ikzelf uitstraal ongetwijfeld ook, mee beïnvloed. Maar waarom zoudt u het zelf niet kunnen? Niet zo sterk misschien, maar dat geeft niet. Probeer het.
Wat deze tijd nodig heeft, is een kracht die in anderen evenwicht herstelt waar het verstoord is. En u bent verbonden met de totale kracht. Dan kunt u het toch tenminste proberen. Stel geen voorwaarden. Zeg niet: 0, ik zal het humeur van laten we zeggen een buurman, verbeteren. En dan verwacht men de volgende dag dat deze flierefluiter door het huis danst. Laten we alleen maar hopen dat hij in zichzelf geen reden meer heeft voor zijn gewoonte van onvriendelijkheid. Niet zeggen wat de kracht moet doen, maar de kracht geven opdat anderen meer zichzelf kunnen zijn. En in uzelf altijd weer aanvoelen, welke indrukken, welke invloeden, welke gevoelens, wat zijn die flitsen van voorbehoud of waarschuwing? Ik hou er rekening mee. Niet meer dan dat, maar dat zal ik doen opdat u zich steeds bewuster wordt van uw mogelijkheden.
Voor degenen die zeggen. Ja, het klinkt allemaal zo mooi. Kijk eens even terug in uw eigen verleden. Kijk nu eens goed en eerlijk terug. Hoeveel maal hebt u problemen veroorzaakt voor anderen en voor uzelf die eigenlijk niet nodig waren? Alleen omdat u geen rekening hield met wat u aanvoelde maar alleen met uw voorstelling van wat zou moeten zijn. Uw voorstellingen zijn zinloos, maar dat wat is, is allesomvattend. Probeer deel te zijn van het alomvattende, Kijk wat je in je verleden kapot hebt gemaakt voor jezelf en voor anderen door verkeerde begrippen, verkeerde benadering. Denk goed na en vraag je af of je het vaak niet hebt geweten, had moeten weten? Lang tevoren reeds als een spook in je hersens voelde rond stommelen? Dan hebt u natuurlijk recht om te zeggen. Ja maar, mij roert dat niet, ik heb er niets mee te maken. Maar ik zeg u dat u in die dagen anders had kunnen handelen, anders had kunnen reageren wanneer u rekening had gehouden met de tekenen die ook in u voortdurend kenbaar werden.
En ik zeg tot u: Leef niet met uw dromen want die bouwt u op met uw denken.
Leef de werkelijkheid die in u spreekt en leer dat steeds meer te doen in deze tijd nu zoveel storingen ontstaan, zoveel echte en schijnbare conflicten plaats vinden. De mensen vaak zo redeloos, radeloos en reddeloos zijn. Laat nu uw gevoelens spreken opdat u nu degenen die reddeloos schijnen te zijn, kunt helpen zich te redden. Opdat u in hen die radeloos zijn, een raad kunt doen ontstaan waardoor ze zich zonder zichzelf knecht van een ander te achten, andere wegen kunnen gaan. En hen die redeloos zijn weer tot besef kunt brengen dat de wereld van de mens is opgebouwd met gevoelens, maar ook uit de redelijke samenhang zonder dewelke een redelijke samenleving niet mogelijk is.
Doe er iets aan. Doe er iets aan opdat de dwaasheid in Iran langzaam vervangen wordt door het medegevoel met de mens. Opdat de hardnekkige heerszucht van Irak vervangen wordt door het begrip dat broeders beter samen kunnen werken. Dat zelfs in België, de Walen begrijpen dat Vlamingen mensen zijn en omgekeerd. Dat wordt ook vaak vergeten. Laten we gewoon proberen evenwicht uit te stralen zodat we het in onszelf opbouwen, dan hebben we het beste gedaan wat in deze tijd te doen is.
Ik ben aan het einde van mijn toespraak. Ik hoop dat u vindt dat ze niet onpraktisch was.